Differentiaal- en Integraalrekening

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Differentiaal- en Integraalrekening"

Transcriptie

1 Differeniaal- en Inegraalrekening deel 6 rillingsparonen Foo Freeman Nieuwe wiskunde weede fase Profiel N&G en N&T Freudenhal insiuu

2 De afbeelding op de kaf kom ui een oud boek Fun wih Geomery van M. en I. Freeman (eerse uigave 946). Rober, de jongen op de foo, heef een opselling gemaak om Lissajous-figuren (zie hoofdsuk 3) e produceren. Van papier heef hij een kegel gevouwen, die me ouw aan een balk is opgehangen. De kegel is gevuld me zou, en he onderse punje is er afgeknip, zoda he zou erui kan sromen. Door nu di zouloperje een uiwijking en een snelheid e geven, gaa de kegel slingeren, en srooi he zou mooie krommen op he bord eronder. Differeniaal- en Inegraalrekening (deel 6: Trillingsparonen) Projec: Profiel: Klas: Saa: Onwerp: Wiskunde voor de weede fase N&T en N&G vwo 6 Eerse herziene versie Paul Drijvers en Marin Kind Freudenhal insiuu, mei 998

3 inhoud Bewegingen en sinusoïden Trillingsparonen 3 Figuren van Lissajous 4 Over de funcie an en over zeer kleine hoeken 5 Onderzoeksopdrachen Zelfoes Tips Anwoorden

4 cirkelbeweging harmonische beweging

5 cirkelbeweging Bewegingen en sinusoïden Aan de hand van bewegingen van onder andere een waerrad en een schildwach heb je in deel 4 Cirkelbewegingen kennisgemaak me de funcies sinus en cosinus. Je heb gezien hoe je de snelheid bij een cirkelbeweging kun berekenen me behulp van afgeleide funcies. Een belangrijke rol was weggelegd voor de begrippen periode, frequenie en ampliude. We pakken deze draad nu weer op en bekijken de eenparige beweging op de eenheidscirkel. De posiie van een pun P op de eenheidscirkel op ijdsip (in sec) word voorgeseld door: x () = cos y () = sin De eenheidscirkel hierboven is verdeeld in gelijke boogjes. Eén van de deelpunen is he pun (, 0) he sarpun van de beweging. a. Noem van elk van de deelpunen de exace coördinaen. Op welke ijdsippen ussen 0 en p worden die deelpunen bereik? b. Voor welke -waarden heef P() gelijke afsanden o de x-as en de y-as? Hoe groo is die afsand? c. He pun Q doorloop de eenheidscirkel me dezelfde snelheid als P, maar lig van de cirkelomrek voor. Wa zijn de bewegingsformules van Q? d. Laa de beweging van P op he scherm van de GR ekenen; kies daarbij een vierkan assenselsel (de cirkel word dan redelijk rond ). e. Doe hezelfde voor de beweging van Q. f. De deelpunen in bovensaande figuur zijn de hoekpunen van een regelmaige -hoek. Hoe kun je he regelen da de GR juis deze -hoek eken? Een periode van p is in de wiskunde heel nauurlijk, maar in ermen van ijd doe he wa onwennig aan: één rondje in p seconden. a. Hoe moe je de bovensaande bewegingsformules veranderen zó da he pun precies sec over een rondje doe? b. Hoe groo is de snelheid van he pun nu? c. Hoe veranderen de bewegingsformules als één rondje in sec gaa en de sraal van de cirkel gelijk is aan 3? P() y-as + x-as P(0) Een pun doorloop me consane snelheid en in posiieve riching de eenheidscirkel. De periode is 4p en he sarpun is (0, ). a. Maak deze beweging op de GR. Welke bewegingsformules gebruik je? b. Maak een ekening van de snelheidsvecor me zijn horizonale en vericale componen op he ijdsip = --p. 3 c. Hoe groo zijn die componenen en hoe zijn ze gerich? d. Hoe veranderen de anwoorden van a, b en c als he sarpun (0, ) is en de draairiching negaief?

6 ellips in plaas van cirkel Als je de cirkelbeweging op de GR eken en je vergee op Zsquare in e sellen, krijg je geen cirkel e zien maar een in één riching opgereke cirkel. Die kromme heef de vorm van een ellips. Je kun zo n vorm ook maken als je wél in een vierkan assenselsel werk, maar dan moe je de bewegingsformules aanpassen. Bijvoorbeeld zó: x () = cos y () = sin 4 a. Teken deze beweging me de GR in een vierkan assenselsel. b. Onderzoek me TRACE de snelheid van deze beweging. Deze is nie zoals bij de eenparige beweging consan! Toon aan da de snelheid op he ijdsip gelijk is aan: + 3cos. c. Op welk momen is de snelheid maximaal en op welk momen minimaal? ip 5 a. Ui de bewegingsformules van opgave 4 is een vergelijking van de ellipsvormige baan af e leiden, namelijk: x + --y =. 4 Toon aan da di een vergelijking van die ellips is. x () = 3cos b. Welke vergelijking heef een ellips die beschreven word door y () = sin x () = 5 cos c. Dezelfde vraag voor: y () = 0sin formules gebruiken ip Op de pagina 4 saa een overzich van de belangrijkse formules en regels die je in he boekje Cirkelbewegingen ben egengekomen. Bekijk di overzich. Bij de volgende opgaven zal je die regels kunnen gebruiken. 6 Gegeven zijn de bewegingsformules: x () = cos + sin y () = cos sin a. Teken op de GR de baan van he pun op he ijdsinerval [0, p]. Wa zijn de coördinaen van he sarpun van de beweging? b. De baan lijk een cirkel e zijn. Bewijs da di inderdaad he geval is. 7 Gegeven de bewegingsformules: x () = sincos y () = cos sin a. Teken de krommen op de GR in een vierkan assenselsel. b. He lijk op een ellips. Gebruik de verdubbelingsformules (zie bladzij 4) om di e verklaren. sinusoïde, cirkel, ellips Bij een eenparige cirkelbeweging kun je ook de grafieken van x en y als funcie van beschouwen. Die beide grafieken zijn dan sinusoïden me dezelfde periode en dezelfde ampliude. Bovendien verschillen ze een kwar-periode in fase. In he geval da die sinusoïden verschillen in ampliude, maar wél dezelfde periode hebben en precies een kwar-periode in fase verschillen, beschrijf he bewegende pun geen cirkel maar een ellips.

7 8 Bekijk de funcies die de cirkelbeweging van opgave 6 bepalen. Op de GR kun je via de formules y = cos x + sin x en y = cos x - sin x de grafieken hiervan ekenen. He lijken sinusoïden e zijn me dezelfde ampliude, me periode p en me een fase-verschil van een kwar-periode (= --p ). Korom he lijk erop da: y = rsin( x+ j) en y = rcos( x + j) a. Welke waarden zouden r en j volgens opgave 6 moeen hebben? Klop da ook me wa je op de GR zie? b. Vul deze waarden in en gebruik de somformules van pagina 4 om aan e onen da de schijn hier nie bedrieg. 9 Nu de funcies bij opgave 7. a. Teken de grafieken op de GR. b. Hoe kun je zeker ween da he sinusoïden zijn? c. Welke periode en welke ampliude hebben die sinusoïden? 0 Hieronder zie je grafieken van x en y als funcies van op he -inerval [0, p]. a. Geef een formule voor beide funcies. b. Deze funcies bepalen een cirkelbeweging in he Oxy-vlak. Wa zijn de coördinaen van he middelpun en hoe groo is de sraal van de cirkel? y x y

8 Overzich van gonio-formules ui deel 4 kwadraenformule cos + sin = ransformaies sin( + p) = sin cos( + p) = cos sin( + --p) = sin( + p) = cos sin cos( + --p) = cos( + p) = sin cos sin( ) = sin cos ( ) = cos vergelijkingen me k = 0, ±, ±,... sin = sin u cos = cos u = u + k p óf + u = p + k p = u + k p óf + u = k p somformules cos ( + u) sin ( + u) cos ( - u) sin ( -u) = = = = cos u cos cos u sin cos u cos cos u sin sin u sin sin u cos sin u sin sin u cos verdubbelings formules sin ( ) = cos sin cos ( ) = cos - sin cos - cos ( ) cos ( ) = = - sin afgeleide van sin en cos snelheid van beweging: x = x(), y = y() d sin = d d cos d cos = sin v () = ( x ()) + ( y ()) 4

9 Trillingsparonen Als een semvork word aangeslagen, maken de benen van de vork een heen-en-weergaande beweging. Hoe groer de uiwijking van de benen, hoe meer de vork word vervormd. Door de veerkrach van he saal word de vervorming egengegaan. De veerkrach word groer naarmae de uiwijking groer is en daardoor rem de beweging seeds serker af. De snelheid neem af o nul in de uierse sand en daarna zorg de veerkrach voor een seeds snellere beweging naar de evenwichssand. Door de vaar die de benen dan hebben, schieen ze door de evenwichssand heen en worden ze vervolgens weer afgeremd door de veerkrach. Enzovoor. Zo onsaa een rilling die als de semvork nie seeds opnieuw word aangeslagen na verloop van ijd uidoof. Je kun bij de beweging van een semvorkbeen een rillingsparoon zichbaar maken via he volgende experimen. Bevesig een fijne sif aan één van de semvorkbenen en beweeg de semvork me consane snelheid over een carbonpapierje of een beroee glasplaa. Er onsaa dan een kromme die in he begin vrijwel een sinusoïde is. a. Hoe verander de sinusoïde als de semvork harder word aangeslagen? b. Een dunnere semvork veroorzaak een hogere oon. Hoe zal da zichbaar worden in he rillingsparoon? harmonische rilling Wiskundig gezien is de harmonische rilling de loodreche projecie van een eenparige cirkelbeweging op een middellijn. Als je he makkelijk vind, kun je daarbij denken aan de schaduw van de schildwach (zie deel 4). De ijd-plaas-funcie van een harmonische rilling kan worden geschreven in de vorm: y () = a sinw ( + j) + c Hierin sel a een posiieve consane voor die de ampliude word genoemd. De ampliude geef de maximale uiwijking en opziche van de evenwichssand c. Bij een geluidsrilling is de ampliude een maa voor de geluidsserke. periode, rillingsijd, frequenie De consane w saa voor de hoeksnelheid van de cirkelbeweging waarmee de harmonische rilling correspondeer en hang en nauwse samen me de periode. Er geld: periode = In plaas van periode spreek men in de nauurkunde meesal van rillingsijd. In di boekje gebruiken we verder de erm periode. Voor een geluidsrilling geld: hoe korer de periode, hoe hoger de oon. Of: hoe hoger de frequenie (= aanal rillingen per ijdseenheid), hoe hoger de oon. Frequenie en periode zijn precies elkaars omgekeerde. p w 5

10 In de formule: y () = a sinw ( + j) + c kom nog een vierde consane voor, namelijk j (spreek ui fi). Wa gebeur er me he rillingsparoon als de waarde van j verander? Opmerking: de verhouding ussen j en de periode word de fase genoemd. 3 Een harmonische rilling word beschreven door de formule: y () = 4sin( 0,4p) a. Hoe groo zijn de ampliude, de periode en de frequenie? b. Een weede rilling heef dezelfde ampliude en dezelfde frequenie, maar passeer de evenwichssand 0 seeds ijdseenheid laer. Door welke formule word die rilling beschreven? 4 Hiermee zie je in één figuur wee paronen van harmonische rillingen. ip ip I heef een keer zo groe ampliude als II. II heef een keer zo groe frequenie als I (ofwel een keer zo kleine periode). a. Geef formules bij beide paronen (noem de ijd en de uiwijking y). b. Als je de beide rillingen egelijkerijd waarneem, word he paroon van de resulerende rilling gevonden door de beide grafieken op e ellen (men spreek ook van superponeren ). Maak me de GR de resulane van de beide rillingen. c. Je zie da de resulane gedurende één rilling drie ruspunen (snelheid = 0) heef. Toon aan da deze ruspunen zich voordoen voor = p, p, p,enz. d. De resulane is nie harmonisch. Toch kun je ook hier wel spreken van een ampliude.toon aan da die gelijk is aan. 5 Bekijk de rillingen I en II van opgave. Halveer de ampliude van I en bekijk de resulane van II en de nieuwe I op de GR. a. Bewijs da de resulane ook beschreven kan worden me de formule: ip b. Bereken hierui de momenen in he inerval [0, p], waarop de evenwichssand word gepasseerd. 6 Onwerp zelf een mooi rillingsparoon. Maak een ekening van enminse één periode. Zijn er bijzonderheden die je ui de formule kun afleiden? 6

11

12 I II 0 - p p 3p 4p y () = sin( + cos)

13 7 Twee semvorken worden in rilling gebrach, zodanig da de rillingen dezelfde frequenie en ampliude hebben, maar verschillen in fase. Bijvoorbeeld: rilling I: y = sin ; rilling II: y = sin( - ); he faseverschil ussen I en II is /p. Hieronder zie je de rillingsparonen van I, II en van de resulane I + II, zoals die bijvoorbeeld op een zogenaamde oscilloscoop kunnen worden waargenomen. ip a. In welke ijdsinervallen ussen 0 en p verserken I en II elkaar? b. He rillingsparoon I + II lijk weer harmonisch e zijn. Da kan worden bewezen, maar maak voor je da gaa doen, eers een voorspelling. Maak de drie rillingsparonen op de GR; scha he faseverschil ussen de resulane en de beide grondparonen; scha ook de ampliude van de resulane. In de volgende opgaven ga je bewijzen da de resulane een harmonische rilling is. Daarbij zal je een beeje meekunde gebruiken. He grondprincipe is de cirkelbeweging die immers de wiskundige basis is voor kennis over de harmonische beweging. We nemen daarvoor nu wee bewegingen (van de punen P en Q) onder de loep: ip He combineren van de wee bewegingen geschied door opelling van de x- en van de y-formules. Da resuleer in de beweging van een pun R. 8 a. Maak de beweging van R op de GR (voer in: X 3T = X T + X T, Y 3T = Y T + Y T ). b. Verklaar op meekundig wijze waarom R ook over een cirkel beweeg en dezelfde hoeksnelheid heef als P en Q. 7

14

15

16 I II I + II x () = cos x () = cos( ) Beweging P: Beweging Q: y () = sin y () = sin( )

17 9 In de figuur geld: P = (cos, sin ) en Q = (cos( - ), sin( - )). P R O Q a. Hoe groo is de hoek ussen de vecoren OP en OQ (in radialen)? b. OR = OP + OQ. Wa voor een speciale vierhoek is OPRQ? c. Sel de lenge van OR is gelijk aan r. Toon aan: r = cos --. ip d. Bewijs, via de vericale componenen van OP, OQ en OR, da geld: sin + sin( - ) = cos -- sin( - -- ) e. Conroleer of deze formule in overeensemming is me je anwoord bij 7b. f. Maak een soorgelijke formule voor cos + cos( - ). formules van Simpson De formule van 9d geef een bewijs da de resulane van de slechs in fase verschillende harmonische rillingen y () = sin en y () = sin( - ) zelf ook harmonisch is. De formule die hierbij opreed, is van een ype da in de rillingsleer nogal eens word benu. Kijk eers even erug naar de somformules van hoofdsuk 4. Die gaan over de sinus (of cosinus) van de som van wee geallen. Je heb oen gezien da he leven soms minder mooi is, dan je zou wensen. Er geld immers nie: sin(a + b) = sin a + sin b. Waaraan sin(a +b) dan wél gelijk is, saa in hoofdsuk 4. Er besaa ook een formule voor sin a + sin b. sina + sinb = En nauurlijk is er ook een compagnon -formule: cosa + cosb = cos( -- ( a b) sin-- ( a + b ) cos( -- ( a b) cos-- ( a + b ) 0 De formule bij 9d is een speciaal geval van de eerse formule van Simpson; ga di na. Opmerking: he bewijs van de formules van Simpson gaa ne zo als de afleiding in 9. Formules kun je vaak esen op bijzondere gevallen. a. Een bijzonder geval voor de formules van Simpson is: a = b. Wa krijg je dan? ip b. Dezelfde vraag voor he geval b = 0. He zal je nie verbazen da er nog wee formules van Simpson besaan: sina cosa sinb = cosb = cos( -- ( a + b) sin-- ( a b ) sin( -- ( a + b) sin-- ( a b ) ip Deze wee volgen ui de eerse wee. Hoe? 8

18 3 Gegeven zijn de rillingen I: u = sin 9 en II: u = sin 0. ( in sec.) De resulane (I + II) is duidelijk nie harmonisch. zweving a. Hoe groo is he verschil in frequenie van I en II? b. Hoe groo is de periode van de resulane? c. Gebruik een formule van Simpson om sin 0 + sin 9 e herleiden. He rillingsparoon van I + II kenmerk zich door een variabele ampliude. Voor he geluid beeken di een afwisselende verserking en verzwakking. Di verschijnsel word zweving genoemd. 9

19 I 0 -- p p -- p p

20 II 0 -- p p -- p p

21 I + II 0 -- p p -- p p

22 d. He lijk er in ondersaande figuur op da he rillingsparoon I + II ingeklemd zi ussen wee sinusoïden. Welke formules horen bij deze sinusoïden? 4 a. Bekijk op de GR de rillingsgrafiek bij y() = sin + sin 3. b. Maak een andere formule voor y me behulp van een formule van Simpson. c. Toon aan da de rillingsgrafiek raak aan de -as. 5 Gegeven he rillingsparoon y() = sin + sin + sin 3. ip a. Toon aan: y() = sin (cos + ) ip b. Op welke ijdsippen, gelegen in he inerval [0, p], word de evenwichssand gepasseerd? 6 Gegeven he rillingsparoon: y() = e -a sin b a. Maak di paroon zichbaar voor a = 0. en b = 5.Waarom word di een gedempe rilling genoemd? b. Neem a = en b =. De beweging bereik regelmaig een ruspun. Op welke momenen gebeur da? 7 Bekijk de serie rillingsparonen op bladzijde. Hoe zie he volgende paroon erui? Me welke formules kun je die paronen maken? exra opgave ip 8 Er is een verband ussen de som- en verschilformules zoals die in he overzich van hoofdsuk zijn e vinden en de formules van Simpson. Tel de eerse en de derde formule van Simpson op en er onsaa een formule die je rechsreeks ui één van de som- en verschilformules kun afleiden. Laa di zien. 0

23

24

25 0 -- p p -- p p

26

27

28 Samenvaing harmonische beweging Een harmonische beweging langs een reche lijn word beschreven door een formule van de vorm: Hierbij word veronderseld: a > 0. y () = a sinw ( + j) + c c+a c 0 -j p w a c-a De grafiek van y als funcie van is een sinusoïde me: a = ampliude c = evenwichssand p = periode = w frequenie j = fase periode formules van Simpson Bij he opellen van wee harmonische rillingen die alleen in fase verschillen, kun je de resulane beschrijven via een van de formules van Simpson: sina cosa sina cosa + sinb = + cosb = sinb = cosb = cos( -- ( a b) sin -- ( a+ b ) cos( -- ( a b) cos -- ( a + b ) cos( -- ( a + b) sin-- ( a b ) sin( -- ( a+ b) sin-- ( a b ) 3

29 4

30 3 Figuren van Lissajous In he vorige hoofdsuk heb je gezien hoe rillingen die in dezelfde riching werken, kunnen worden gecombineerd (men spreek ook wel van superponeren). Als wee rillingen die in onderling loodreche richingen werken, worden gecombineerd, onsaa als resulane soms een ineressan paroon. Men spreek van een figuur van Lissajous, naar de Fransman Lissajous die zulke paronen rond 850 besudeerde bij zijn onderzoek naar geluidsgolven. Voorda we de figuren van Lissajous wiskundig gaan onderzoeken, kun je eers proberen via een experimen zo n figuur e realiseren. De eerse mogelijkheid is me wee spiegeljes door middel van elasiekjes een rillende beweging kunnen uivoeren (zie ondersaande figuur). Een lichsraal word via he ene spiegelje op he andere gekaas en daarna op de muur. Als de spiegeljes een verende beweging maken (me verschillende frequenies) in onderling loodreche richingen, beschrijf de lichsraal op de muur een mooie figuur. Je kun een figuur van Lissajous ook maken me een zandsrooier (zoals op de voorplaa van di boekje word gesuggereerd). Neem een busje waarin een klein gaaje is gemaak (of bijvoorbeeld een pepervaaje) en hang di op aan wee ouwjes zoals in de figuur is aangegeven. Geef nu de bus een duwje in schuine riching en een Lissajous-figuur word me zand beschreven... Een mogelijke zandfiguur zie je hieronder: 3

31 We gaan nu een wiskundige verkenning doen naar enige bijzonderheden van de Lissajous-figuren. Vooraf bekijken we eers een paar voorbeelden van hoekige rillingen. 3 a. Hieronder zie je een vierkan me zijde, waarin zich een pun beweeg. De horizonale posiie van he pun op ijdsip kun je aflezen ui de grafiek onder he vierkan, en de vericale ui de grafiek rechs ervan. Teken de baan van he pun in he vierkan. y y 0 x x 0 b. Dezelfde opdrach voor: y y x x 0 3 4

32 4 In he vierkan hieronder heef de beweging in de vericale riching een frequenie die wee keer zo groo is als die in de horizonale riching. Maak weer een sches van de kromme die door he pun in he vierkan word beschreven. y y x x krommen van Lissajous In de wee voorgaande opgaven is sprake van - nogal hoekig verlopende - rillingen in zowel horizonale als vericale riching. Je heb gezien da bij een verschil in frequenie, al een aardige figuur onsaa. In he vervolg werken we me meer nauurlijke, vloeiend verlopende rillingen me als rillingsparoon een sinusoïde. 5 a. Sches de kromme van Lissajous bij de gegeven rillingen hieronder. b. Conroleer je plaaje me de GR (daarvoor heb je geschike formules nodig.) y y 0 p x x 0 p 5

33 ip ip exra 6 In opgave 5 is de frequenie in de y-riching keer zo groo is als die in de x-riching. Als formules kun je nemen: x () = sin y () = sin( ) a. Ze de GR op punsgewijs ekenen (MODE DOT) om een indruk van de snelheid van de beweging e krijgen. b. Bereken de snelheidsvecor op ijdsip. Me welke snelheid verrek he pun vanui de oorsprong? c. Hoe kun je zien da de bij b gevonden snelheid evens de maximale snelheid is? 7 Verondersel da de beweging in de y-riching een frequenie heef die 3 keer zo groo is als die in de x-riching. a. Bedenk geschike bewegingsformules. b. Teken de bijbehorende Lissajous-figuur. c. Als je de baan van he pun op de GR volg, dan zie je da er wee keerpunen zijn. Hoe groo is de snelheid in die keerpunen? 8 We gaan nog even nader in op de bewegingsformules: x () = sin y () = sin( 3) De vraag is of de baan van he pun een eenvoudige vergelijking (in x en y) heef. a. Schrijf sin(3) als sin(+) en werk di ui. b. Gebruik de formules voor sin() en cos() en ga na: y() = 4 sin 3 () + 3 sin. c. Welke vergelijking (in x en y) heef dus de kromme? d. Hoe kun je he anwoord conroleren me de grafische rekenmachine? 9 Vervang in de bewegingsformules van opgave 8 de beide sinussen door cosinus. Op de GR lijk de baan nu precies he spiegelbeeld (en opziche van de x-as) e zijn van de kromme ui opgave 8. Je kun da bewijzen door de x,y-vergelijking e maken. Probeer maar. 0 Sel nu da de beweging in de y-riching keer zo snel gaa als die in de x-riching. -- Bedenk geschike bewegingsformules en eken de kromme. Gegeven zijn de bewegingsformules: x () = sin( ) y () = sin( 5) a. Teken de bijbehorende Lissajous-figuur. b. Welke periode heef de beweging? c. Vervang beide sinussen door cosinus en eken de nieuwe Lissajous-figuur op de GR. In egenselling o de figuur van a. is deze kromme nie gesloen. Hoe is da e verklaren? Onderzoek voor verschillende gehele waarden van a en b de periode van de beweging die gegeven is door: x() = sin (a) y() = sin (b) Hoe kun je in he algemeen de periode van deze beweging vinden? 6

34 ip 3 De Lissajous-figuur hiernaas lijk als wee druppels waer op de zandfiguur onderaan pagina 3. Probeer deze figuur nu zelf op de GR e maken. faseverschil Ineressane Lissajous-figuren onsaan dus doorda er een frequenieverschil is ussen de beweging in de x-riching en die in de y-riching. Variaies krijg je door één van de bewegingen als he ware e laen acherlopen, zoals gebeur in de volgende opgave. Meer hierover in de onderzoeksopdrach Lissajous-figuren in hoofdsuk 5. 4 Verondersel nu da de beweging in de y-riching 0.3 seconden acherloop op die in de x-riching. De bewegingsformules worden dan: x() = sin y() = sin ( - 0.3) a. Welke vorm krijg dan de baan van he pun? b. Laa de achersand in de y-riching, zeg a, verder oenemen me sapjes van 0.3. Maak he sripverhaal, da hieronder begin, verder af. a = 0 a = 0.3 a = 0.6 Lissajous in de ruime 5 In een rechhoekig 3-dimensionaal assenselsel (Oxyz) word de beweging van een pun in de ruime gegeven door: x = sin y = sin z = sin3 Hiernaas zie je een ekening van de baan die hierbij hoor. a. Probeer je voor e sellen hoe de zij-aanzichen in de drie asrichingen erui zien. Conroleer je vermoeden op de GR. b. Bereken de snelheid van he pun op he ijdsip = 0. ip c. He pun ref bij één complee rondgang 0 keer he buienoppervlak van de kubus. Bereken de coördinaen van die refpunen. 7

35 Samenvaing Een Lissajous-figuur is een rillingsparoon da onsaa als resulane van wee harmonische rillingen die in onderling loodreche richingen werken. Als de beide rillingen dezelfde ampliude hebben, kan zo n paroon wiskundig worden beschreven door: x () = sinm ( + a) y () = sinn ( + b) Hierbij beschouwen we m, n geheel en posiief. De baan van he bewegende pun pas precies in he vierkan gebied da kan worden beschreven door: x en y. Opmerking: als de beide rillinggen verschillen in ampliude, onsaa er een in één riching opgereke Lissajous-figuur. 8

36 4 Over de funcie an en over zeer kleine hoeken angens Naas de funcies sinus en cosinus is er nog een derde goniomerische sandaardfuncie, de zogeheen angens (= an). Ne als sin en cos ben je an he eers egengekomen in een rechhoekige driehoek. Neem zo n driehoek me basis b, hooge h en schuine zijde r. Dan geld: a r b h ana = h --- b Bewijs da ui de definiies van sin, cos en an in een rechhoekige driehoek volg: ana = sina cosa ip ip afgeleide van an sin en cos zijn alle reële waarden van gedefinieerd me behulp van een cirkelbeweging. De funcie angens kan nu (overeenkomsig bovensaande formule) ui de sin funcies sin en cos worden gedefinieerd, da wil zeggen als: an = cos a. Voor welke waarden van is an nie gedefinieerd? b. Leg ui waarom de grafiek van y = an vericale asympoen moe hebben. c. Bekijk op de GR (venser [0, p] bij [-8, 8]) de grafiek van y = an. He lijk erop of de GR vericale asympoen eken. Wa er in feie gebeur is da bij een sap van een pun (ne vóór een asympoo) naar een volgend pun (ne voorbij die asympoo) een nagenoeg vericale verbindingslijn word geekend. d. De funcie an is periodiek. Hoe groo is de periode? 3 a. Laa zien hoe ui de definiie in opgave volg: b. Laa ook zien da: d an = d cos d an = + an d c. In welke punen van de grafiek van de angensfuncie is de richingscoëfficiën van de raaklijn minimaal? d. Geef een lineaire benadering van an in de buur van = 0. 4 a. Druk de afgeleide van de funcie y(x) = an x - x ui in an x. b. Bekijk me de GR op he venser [0, 4p] bij [-, 4] de grafiek van y. c. De buigpunen van die grafiek liggen op één reche lijn. Welke lijn is da? 9

37 angens als beweging Er besaa ook een manier om de angensfuncie meer dynamisch in e voeren, namelijk via de projecie van een cirkelbeweging. l: x = Q P P P P P Q Q O Q Q In he pun (,0) van de eenheidscirkel rekken we de raaklijn l aan deze cirkel (de lijn x = ). He pun P beweeg weer in posiieve riching over de eenheidscirkel en word daarbij seeds vanui O op de lijn l geprojeceerd. Die projecie noemen we Q. De plaas van P en dus ook die van Q word bepaald door de draaihoek die de voersraal OP maak me de posiieve x-as. Er geld: x P = cos x Q = y P = sin y Q = an sin cos ip 5 Verklaar y Q = me behulp van ondersaande figuur: P Q y P y Q O x P raaklijn l Je zie da an = y Q een goede manier is om de angens e definiëren. In feie heef de angens daar ook zijn naam aan e danken; he Laijnse werkwoord angare beeken raken. De waarden die de angens voor verschillende hoeken bereik, zijn dus afsanden op de raaklijn l (boven de x-as posiief, beneden de x-as negaief gerekend). ip 6 a. Hoe kun je in de bovense figuur zien da de angensfuncie, in egenselling o sin en cos, een onbeperk bereik heef? b. Verklaar da an nie gedefinieerd is voor = -- p + kp (k =0,,,.....). c. Verklaar ook da de angensfuncie de periode p heef. 0

38 7 Als P me consane snelheid de eenheidscirkel doorloop, dan doorloop Q me veranderende snelheid de vericale lijn l. In welk pun van l is de snelheid van Q he kleins? kleine hoeken In opgave 3d heb je gezien da de lineaire benadering van an in de buur van = 0 gelijk is aan. Me andere woorden: an In hoofdsuk 5 (opgave 9) heb je ondek: sin» voor» 0» voor» 0 In woorden: voor kleine hoeken, gemeen in radialen, geld da de sinus zowel als de angens ongeveer gelijk zijn aan de hoekwaarde. Bij nauurkundige en serrenkundige berekening maak men vaak gebruik van deze regels. ip 8 Conroleer di op de GR (bijvoorbeeld me een abel van sin- en an-waarden). Bovensaande regels zijn gevonden me behulp van de afgeleide funcies van sin en an. Die regels worden vaak ook wel zó opgeschreven: sin » an » Deze laase regels zijn ook meekundig e begrijpen, zonder gebruik e maken van de afgeleide. ip 9 Bekijk ondersaande figuur. Daarin zie je drie keer de eenheidscirkel. In de eerse cirkel is een gelijkbenige driehoek geekend me wee hoekpunen op de cirkel en he derde hoekpun in O. In de weede figuur is een secor van de cirkel e zien. In de derde figuur zie je een rechhoekige driehoek me O als hoekpun en waarvan één zijde langs de raaklijn x = val. De middelpunshoek is in alle drie de gevallen gelijk aan radialen. en < < O O O ip -- sin < < Verklaar de ongelijkheid in he kader me behulp van oppervlaken. 0 a. Verklaar ui de ongelijkheid in opgave 9 da voor 0 < < -- p geld: -- sin cos < < -- an ip b. Geld deze ongelijkheid ook voor - -- p < < 0?

39 een befaamde limie Als je in de ongelijkheid: sin cos < < de waarde van zeer dich bij 0 neem, dan kom de waarde van cos dich bij cos 0 (= ). sin Auomaisch geld da dan ook voor waarvan de waarde dan immers ingeklemd zi ussen en een geal da ies kleiner is dan. sin Omda cos onbeperk dich bij kan komen, gebeur di ook me Er geld blijkbaar: sin lim = fi 0 Deze beroemde limie hang en nauwse samen me de regels voor he differeniëren van sin en cos, zoals zal blijken ui opgave 3. a. Verklaar ui 9 de ongelijkheid: an < < cos an b. Welke conclusie kun je nu rekken over he gedrag van voor nader o 0? sinw ip a. To welk geal zal naderen, als o 0 nader? b. Verklaar da ui a volg da de richingscoëfficiën van de raaklijn aan de grafiek van y = sin w in he pun (0,0) gelijk is aan w. exra: nieuw bewijs van sin = cos ip In hoofdsuk 5 heb je gezien hoe de regel sin' = cos verklaard werd me de snelheid van de cirkelbeweging en de beweging van de loodreche projecie op de y-as. Er volg nu een weede bewijs van deze regel, uigaande van he begrip differeniequoiën. 3 a. Toon aan me een regel van Simpson da voor x * x geld: sinx * sinx sin --( x * x) = cos -- ( x x * x * + x) -- ( x * x) sinx b. Verklaar hierui: * sinx lim = cosx x * fi x x * x En hier saa feielijk: als y (x) = sin x, dan y'(x) = cos x. c. Op een soorgelijke manier kun je aanonen: als y (x) = cos x, dan y'(x) = -sin x. Doe di. 4 Gegeven is de funcie y (x) = an x. a. Bekijk de grafiek op he x-inerval [-p, p] en verklaar de symmerie. b. Welke lijnen zijn asympoo van de grafiek? c. Iedere horizonale lijn die nie onder de x-as lig, word door de grafiek van y in oneindig veel lijnsukken verdeeld. Er zijn wee horizonale lijnen waarbij al die lijnsukken even lang zijn. Welke lijnen zijn da en waarom? d. Druk de afgeleide van y ui in an x. Druk die afgeleide ook ui in sin x en cos x.

40 Samenvaing angens en eenheidscirkel De angens van een hoek die een lijn door O maak me de posiieve x-as is gelijk aan de y-coördinaa van he snijpun van die lijn me de lijn x = (de raaklijn aan de eenheidscirkel in he pun (, 0)). y-as Q y Q = an O x-as verband sin, cos en an De funcie an is periodiek me periode p. an is gedefinieerd voor ¼ -- p + kp me k = 0, ±±,,... De volgende formule leg he verband ussen de goniomerische funcies sin, cos en an: an = sin cos limieen sin en an worden in de buur van = 0 lineair benaderd door. Ofwel: sin lim = en fi 0 an lim = fi 0 afgeleide van an De afgeleide van an kun je vinden me behulp van de quoiënregel en de afgeleiden van sin en cos. Er kom dan: d an d cos + an = = 3

41 5 Onderzoeksopdrachen Di hoofdsuk beva wee onderzoeksopdrachen. Ne als bij de onderzoeksopdrachen van vorige boekjes word samenwerking (me enminse één klasgenoo) warm aanbevolen. Verder is he is weer de bedoeling da je een mooi verslag maak.. Harmonische rillingen Zoals je wee spelen vier grooheden een rol bij een harmonische rilling: de ampliude, de periode (of als je wil, de frequenie), de fase(hoek) en de evenwichssand. De evenwichssand speel in he volgende geen rol, je kun deze gewoon 0 nemen. Le nu op de resulane van wee harmonische rillingen. In de figuur zie je links de harmonische rillingen I en II en rechs de resulane I + II. De periode van I is p en die van II is 0.4p;de ampliude van I is en die van II = 0.. De resulane is duidelijk nie harmonisch. Algemeen: als de wee harmonische componenen verschillen in frequenie, dan zal de resulane nie harmonisch zijn. Als de componenen gelijke frequenie hebben en gelijke ampliude, dus alleen in fase verschillen, dan is de resulane wel harmonisch. In hoofdsuk 6 is di uigelegd bij één voorbeeld, namelijk y = sin en y = sin ( - ); een zelfde uileg kan worden gebruik voor he algemene geval: y = a sin w en y = a sinw( - j). Je gaa nu onderzoeken hoe he zi bij wee rillingen die zowel in fase als in ampliude verschillen, maar wel dezelfde frequenie hebben. a. Gebruik de GR om empirisch onderzoek e doen naar de som van sinusoïden me dezelfde periode. b. Le speciaal op he geval waarbij he faseverschil precies één kwar periode is. Kun je een we bedenken die in da geval de ampliude van de somgrafiek uidruk in de ampliuden van de componenen? Je kun een heleboel formulewerk gebruiken om meer zekerheid e krijgen over de wemaigheden bij he superponeren van sinusoïden, maar he is veel inzichelijker om di meekundig aan e pakken. De harmonische rilling in verband me de cirkelbeweging! Bedenk wa verschil in ampliude en verschil in fase beeken voor de cirkelbeweging en hoe je wee bewegingen meekundig opel. Als je bij b een we gevonden heb, kun je die meekundig waar maken? En als je die we nie gevonden heb, kun je die alsnog vinden? Wa lasiger is he om een we e vinden voor de ampliude van de som bij een willekeurig faseverschil, maar zo n we is er wel! Als de perioden verschillen, is de som van harmonische bewegingen nie harmonisch. Ook da kan via de cirkelbeweging worden verklaard. 4

42

43

44 I II I+II

45 Lissajous-figuren Door een faseverschil ussen de bewegingen bij een Lissajous-paroon e nemen, onsaan nieuwe paronen. In deze onderzoeksopdrach ga je hiermee experimeneren. Gegeven zijn de bewegingsformules x () = sin y () = sin( a) Maak hiermee he volgende plaaje na op je grafische rekenmachine. Een pun beweeg zich volgens: x () = sin y () = sin( a) Laa de waarde van a variëren en maak een serie schesen waarui blijk hoe de vorm van de vlinders afhang van de waarde van a. 3 a. Onderzoek ook de familie krommen die je krijg me: x () = sin y () = sin( 3 a) Maak weer een serie schesen. a = 0 a = 0.3 a = 0.6 b. Hoeveel keer bereik de y-waarde een maximum? En een minimum? 5

46 Zelfoes Bij een eenparige cirkelbeweging is de versnelling seeds naar he middelpun gerich. Da kun je wiskundig conroleren door de weede afgeleiden van de bewegingsfuncies e berekenen. x = cos a. Hoe is da voor een beweging over de ellips die hoor bij:? x = b. En voor de Lissajous-beweging: y = cos sin y = sin Gegeven he rillingsparoon: y() = sin + sin + sin 3 + sin 4 a. Bekijk een plaaje van di paroon. Hoe vaak word de evenwichssand gepasseerd gedurende één periode? b. Bewijs da geld: y() = 4sin cos cos c. Gebruik deze formule om de momenen e berekenen waarop de evenwichssand word gepasseerd. 3 Een beweging langs een reche lijn word beschreven door: x () = sin cos( ) + cos sin( ) a. Toon aan da hier sprake is van een harmonische beweging. b. Hoe groo zijn periode en fase van de beweging? 4 Bekijk de grafiek van f(x) = an x + sin x in he gebied --p < x < --p. De grafiek heef in di gebied wee buigraaklijnen. Geef een vergelijking van elk van die buigraaklijnen. 5 He pun P beweeg in he Oxy-vlak volgens de formules: x () = sin + sin y () = sin + sin3 a. Bekijk de baan van he pun P op de GR. Je zie da in he ijdsinerval 0 < p he pun vijf keer de lijn y = x ref. Bij welke -waarden gebeur di? b. Hoe vaak ref he pun de lijn y = -x? c. De kromme heef wee raaklijnen in de oorsprong. Bereken de richingscoëfficiënen van die raaklijnen. 6

47 Tips Hoofdsuk Bewegingen en sinusoïden 5 a. --y () = cos 6 b. In he plaaje van de GR lijk de oorsprong he middelpun e zijn. Probeer e bewijzen da de punen van de baan op een vase afsand van (0, 0) liggen. Hoofdsuk Trillingsparonen 4 c. Differenieer de formule die bij I + II pas en vul de gegeven ijdsippen in. 5 a. Gebruik een van de verdubbelingsformules. b. y() = 0 beeken hezelfde als: sin = 0 of cos = 7 a. Ze verserken op de momenen da y en y beide posiief of beide negaief zijn. 8 b. Zie figuur bij opgave 9 en bekijk de beweging van he parallellogram OPRQ. 9 d. De vericale componen van een vecor OR me lenge r die een hoek u maak me de posiieve x-as is gelijk aan r sinu; druk u ui in, enzovoor. b. Voor b = 0 zou je kunnen spreken van halveringsformules ; die zijn gelijkwaardig me de verdubbelingsformules. - sin b = sin (-b) en - cos b = cos(b + p) 5 a. Combineer de eerse en de derde erm, dus sin en sin 3. b. Sel y() = 0 en gebruik de formule ui a. 7 Sel /(a + b) = en /(a - b) = u. -- Hoofdsuk 3 Figuren van Lissajous 7 c. Bepaal eers op welke ijdsippen de keerpunen worden bereik. 8 a. Gebruik de somregel voor de sinus. 3 Tel he aanal punen waarin de y-waarde maximaal is. Idem voor de x-waarde. 5 c. Voor de zes grensvlakken van de kubus geld: x =, y =, z = ; bereken nu eers de ijdsippen waarop he bewegende pun deze zijvlakken ref. Hoofdsuk 4 Over de funcie an en zeer kleine hoeken a. Een breuk me noemer 0 is nie gedefinieerd. b. Wa gebeur er me de eller en wa me de noemer als nader o -- p? 5 Le op wee rechhoekige driehoeken: de grijze driehoek me de hoekpunen O en P en de driehoek me hoekpunen O, Q en (, 0); die driehoeken zijn gelijkvormig. Da beeken da de wee rechhoekszijden van beide driehoeken dezelfde verhouding hebben. 6 a. Laa P over de cirkel bewegen en bekijk he gedrag van Q. 7

48 8 Kies bijvoorbeeld he venser [0, ] bij [0, ] en sel in TblSe de sapgrooe Druk de drie oppervlaken ui in. Voor de secor heb je eers de oppervlake van de eenheidscirkel nodig. 0 a. Le vooral op de middelse vorm; hoe krijg je die ui de middelse vorm van de ongelijkheid binnen he kader? b. Vervang door - sinu a. Sel w = u en werk oe naar u 3 b. Als x * nader o x, nader -- (x * - x) o 0 en -- (x * + x) o x. 8

49 Anwoorden Hoofdsuk Bewegingen en sinusoïden a. 0 p/6 p/3 p/ p/3 5 p/6 P() (,0) (-- 3, (0,) -- ) (,-- 3) ( --, -- 3 ) ( -- 3, -- ) p 7 p/6 4 p/3 3 p/ 5 p/3 p/6 P() (-,0) ( -- 3, -- ) ( --, -- 3) (0,-) b. = --p + k --p ; de afsand is c. f. Door T-sep = p/6 in e sellen. x () = cos( p) a. y () = sin( p) b. p lenge-eenheden per sec. c. 4 x () = cos( + --p) 6 y () = sin( + --p) x () = 3cos( p) y () = 3 sin( p) (, 3) , -- ( ) 3 a. x () = sin() y () = cos() c. Hor. componen --, naar links. Ver. componen -- 3, naar beneden d. x () = sin() y () = cos() Tekening is spiegelbeeld.o.v. de y-as Hor. componen --, naar rechs. Ver. componen -- 3, naar beneden. 4 b. x'() = -sin en y'() = cos dus de snelheid is sin + 4cos en in verband me sin + cos = dus ook gelijk aan + 3cos 9

50 c. Di is maximaal voor cos =, dus voor = k p en minimaal voor cos = 0, dus voor = --p + kp 5 a. x () + --y() cos = sin = voor iedere waarde van. 4 4 b. c. --x + y = x y = 6 a. Sarpun; (, ) b. x () + y () = ( cos + sin) + ( cos sin) = ( cos + cossin + sin ) + ( cos cossin + sin ) =. De afsand van he bewegende pun o de oorsprong is dus onafhankelijk van gelijk aan. 7 a. x() = -- sin en y () = cos. x () = sin b. Als de cirkel in horizonale riching me facor -- word vermenigvuldig, y () = cos krijg je de gegeven kromme (= ellips). 8 a. r = en j = --p 4 b. sin( x + --p) ( cos --psinx + sin -- pcosx) x = = ( sin + -- cosx) = sinx + cosx ; Analoog: cos( x + --p) = cosx sinx 9 b. sincos = -- sin en cos sin = cos c. Periode p en ampliuden respecievelijk -- en. 0 a. x = cos3 en y = sin3 b. Middelpun (0, ) en sraal. 4 Hoofdsuk Trillingsparonen a. Maximale uiwijking (ampliude) zal groer zijn. b. Kleinere periode. Verschuif in horizonale riching. 3 a. ampliude = 4, periode = 5, frequenie = /5. b. y() = 4sin 0.4p( - ) 4 a. y I () = sin en y II () = sin b. c. y III () = sin + sin, dus y III '() = cos + cos 30

51 y III '( -- p) = -- + (- -- ) = 0 3 y III '(p) = (-) + = 0 y III '( p) = + (- ) = d. De groose uiwijking vind plaas voor = -- p en = p 3 -- y III ( -- p) = = -- 3 ; y III ( p) = a. y () = sin + sin = sin + sin cos = sin ( + cos ) b. y () = 0 is gelijkwaardig me sin = 0 of cos = - -- ; de eerse vergelijking heef als oplossingen 0, p, p ;de weede heef de oplossingen --p en --p a. y en y zijn beide posiief voor < < p en beide negaief voor + p < < p b. faseverschil me de beide grondonen lijk 0.5; ampliude is ongeveer.76 8 b. P en Q bewegen me gelijke hoeksnelheid R (zeg rad/sec) over de eenheidscirkel. R is P seeds he hoekpun van parallellogram OQRP me vase hoek O ( radiaal). He parallellogram OQRP draai in zijn geheel me Q een consane hoeksnelheid om O en R maak O dus ook een eenparige cirkelbeweging. 9 a. radiaal b. rui c. PQ ^ OR ; als S = snijpun PQ en OR, dan cos ROQ = cos 0.5 = OS/OQ = OS. r = OS = cos 0.5 d. Vericale componenen van resp. OP, OQ en OR : sin, sin( - ) en r sin( - 0.5) me r = cos 0.5. en ver.comp. OR = ver. comp. OP + ver. comp. OQ. e. cos 0.5».76 f. cos + cos ( - ) = r cos ( - 0.5) = cos 0.5 cos ( - 0.5) 0 Sel a =, b = -, dan: -- (a + b) = - --, -- (a - b) = -- a. sin a = cos 0 sin a en cos a = cos 0 cos a en di klop, wan cos 0 = b. sin a = cos a sin a en cos a + = cos a Subsiuie van = -- a geef wee verdubbelingsformules. sina cosa 3 sinb sina + sin( b) -- ( a ( b ) ; -- a b = = cos sin ( + ( ) = cos --( a+ b) sin -- ( a b) ) cosb = cosa + cos( b + p) = cos -- ( a b p) sin = -- ( a + b + p ) = (-- ( a b) = = --p ) cos( --( a+ b) + --p cos ) -- sin ( a b) sin -- ( a+ b) = sin -- ( a+ b) sin -- ( a b ) 3 a. /90 b. p c. y = sin 0 + sin 9 = sin 9 -- cos -- d. y = cos -- en y = - cos

52 4 b. y = sin cos c. y() = 0 sin = 0 of cos = 0; de eerse vergelijking heef de oplossingen 0, -- p, p, -- p en de weede -- p, -- p. De dubbele oplossingen -- p, -- p horen bij de raakpunen van de rillingsgrafiek aan de -as; di blijk ook na subsiuie in de afgeleide funcie, dus in: y'.() = cos + 3cos 3 5 a. (sin + sin 3) + sin = sin cos + sin = sin (cos + ) b. sin = 0 geef: = 0, -- p, p, -- p, p ; cos + = 0 geef: = -- p, p a. de uiwijking word seeds kleiner, zelfs willekeurig klein. b. y' () = e - (- sin + cos ) = 0 voor = -- p + kp me k = 0,,, He volgende paroon heef één golfje meer ussen de pieken en dalen; bovendien zijn die pieken (dalen) ies hoger (lager). De formules waarmee je die paronen kun maken, zijn van de vorm: y () = sink k = me n =,, 3,..., 8 8 sin a = cos -- (a - b) sin -- (a + b) + cos -- (a + b)sin -- (a - b) Sel -- (a + b) = en -- (a - b) = u, dan a = + u Subsiuie in bovensaande formule geef na links en rechs delen door : sin ( + u) = cos u sin + cos sin u. n Hoofdsuk Figuren van Lissajous 3 a y = 3/ b y = 0 = 3 = 0, = = = 7/4 = 3/4 = / x = 3/ x 4 y = 7 = 3 = 0 = = 6 = 4 = 8 = = 5 x 3

53 5 a. b. Geschike formules zijn: x = sin, y = sin() 6 b. De snelheidsvecor heef de componenen (cos(), cos()). De snelheid is dan gelijk aan ( cos) + ( cos). Voor = 0 is de waarde 5.. c. Voor = 0 geld da zowel x' als y' maximaal zijn, namelijk respecievelijk. De oale snelheid is dan ook maximaal. x () = sin 7 a. De mees eenvoudige formules zijn: y () = sin3 b. c. De componenen van de snelheidsvecor zijn (cos(), 3cos(3)). De keerpunen worden bereik voor = --p en = --p. Invullen hiervan geef een snelheidsvecor me beide componenen 0. De snelheid in de keerpunen is dus gelijk aan 0 (in een keerpun saa he pun als he ware even sil). 8 a. sin( 3) = sin( + ) = sincos + cos sin b. Bovensaande vorm is gelijk aan: sin cos + ( sin ) sin. Invullen van sin voor cos en uiwerken geef he gevraagde. c. y = 4x 3 + 3x. x () = d. Door na e gaan of de kromme bepaald door: samenval me de eerder geekende Lissajous-figuur. y () = cos3 = cos( + ) = coscos sinsin = ( cos ) cos sin cos Vervanging van sin door cos, lever na uiwerking: cos3 = 4cos 3 3 cos De x,y-vergelijking van de kromme is nu: y = 4x 3 3x.o.v. de x-as van de kromme y = 4x 3 + 3x en da is he spiegelbeeld 33

54 x = sin x = sin x = sin4 0 Een paar mogelijkheden zijn: 3,, y = sin -- y = sin3 y = sin6 Bij geschike keuze van he -inerval geef da seeds dezelfde baan. a. b. De periode van x is p, en die van y is. 5 De periode van de beweging als geheel is dan p. c. He pun bereik nu wee keer een hoekpun van he vierkan waarin de Lissajousfiguur pas, namelijk de punen (, ) en (, -); op de momenen da die punen worden bereik is de snelheid 0 en is er sprake van een keerpun. In he eerse geval worden de hoekpunen van he vierkan nie bereik en hoef er ook nie gekeerd e worden. Als a en b geen gemeenschappelijke deler hebben, zoals bijvoorbeeld a= en b=5, dan is de periode van de beweging gelijk aan p. Hebben a en b wel een gemeenschappelijke deler, zoals bijvoorbeeld a=3 en b=6, dan is de periode gelijk aan p gedeeld door die gemeenschappelijke facor, in di geval dus p /3. 3 De x-waarde bereik drie keer een maximum en de y-waarde vier keer. x () = sin( 3) Me: kan de Lissajous-figuur worden gemaak. y () = sin( 4) 4 a. De vorm is een ellips (die scheef lig en opziche van he assenselsel). b. De ellips word seeds ronder, en daarna weer plaer van linksboven naar rechsonder. 5 a. De zij-aanzichen zijn de Lissajous-figuren; he bovenaanzich (in de z-riching) is de figuur van opgave 5; he vooraanzich (in de x-riching) is de figuur van opgave 0; en sloe he zijaanzich in de y-riching is de figuur van opgave 8. b. x'() = cos, y'() = cos, z'() = 3cos 3. Op = 0 heef de snelheidsvecor de componenen, en 3 en de grooe van de snelheid is dus: 4. c. De onmoeingspunen vind je ui: sin =, sin = en sin3 =. Di geef 0 verschillende waarden voor, namelijk: = --p, --p --p --p 3 --p p 4 3--p --p 5 --p p 6 5--p 6,,,,,,,, Op deze ijdsippen zijn de posiies achereenvolgens: (,, 0 0) (,, 0 0) (--,, -- ) --,,,(,,-- ),( --,, -- ), -- (,, -- )( --,-- 3, ) (, 3, ) ( --, -- 3,,,, ),( --, -- 3, ) 34

55 Hoofdsuk 3 Over de funcie an en over zeer kleine hoeken h rsina sina ana = -- = = b rcosa cosa sin a is nie gedefinieerd als cos = 0, dus als = -- p + kp,me k = 0,,,... cos sin b. Als ussen 0 en -- p lig en nader o -- p, word de waarde van onbeperk cos groo; anders gezegd: an nader o (oneindig); daarom is de vericale lijn door he pun ( -- p, 0) een asympoo van de angensgrafiek (de grafiek nader van links naar de bovenkan van de asympoo). Als ussen -- p en p lig en nader o -- p, dan nader an o - (min oneindig); de grafiek nader van rechs naar de onderkan van de asympoo. c. Tan-grafiek me asympoen: d. De periode is p. Inderdaad: an( + p) = sin( + p) = cos( + p) sin cos = an d 3 a sin cos cos sin sin cos sin = d cos cos = cos = cos d b sin cos sin cos sin d cos cos = = cos cos = + an c. In de punen (kp, 0) me k = 0,,,... d. an» voor» 0 4 a. y' (x) = an x c. De punen waarin y' (x) minimaal is, zijn (kp,-kp) me k = 0,,,... en die punen liggen op de lijn y = -x. 35

56 y 5 P y Q sin = = y, dus x P Q y Q = cos 6 a. Als P in pos. riching over de eenheidscirkel beweeg van (, 0) naar (0, ), word y Q onbeperk groo (nader y Q o ). He bereik heef dus geen grens aan de bovenkan. Als P over de cirkel beweeg (in pos. riching) van (0, ) naar (-, 0), nader y Q o -, he bereik is dus ook aan de onderkan onbegrensd. b. Voor = -- p + kp loop de lijn OP evenwijdig me de raaklijn l. c. Twee diameraal gelegen punen op de eenheidscirkel leveren hezelfde pun Q. Dus na een draaiing van de voersraal OP over p radialen kom er dezelfde angens-waarde. 7 In he pun (, 0) ; daar is de afgeleide van y = an minimaal. 9 Opp. driehoek OAP = -- y P = -- sin Opp. secor OAP = = p -- p Opp. driehoek OAQ = y Q = -- an 0 a. Ui sin < < an volg na deling door sin (is posiief!): < < en daarui volg na omkering: > > cos sin cos sin sin( ) b. Ja; dan geld volgens 0a: > > cos( ) en omda sin (-) = - sin en cos (-) = cos krijg je dezelfde ongelijkheid. a. Ui sin < < an volg na deling door an (in he geval 0 < < -- p) da: cos < < en na omkering kom er de gewense ongelijkheid. an an b nader o voor nader o 0. sinw sinu a. Sel w = u, dan = w en die laase vorm nader o w als u nader u o 0. sinw b is de richingscoëff. van de koorde door de punen (0, 0) en (, sinw); omda deze o w nader voor nader o 0, moe w de richingscoëfficiën van de raaklijn aan de grafiek zijn in he pun(0, 0). 3 a. sinx* sinx x* x -- sin --( x* x) cos -- ( x* + x) = = x* x sin -- ( x* x) b. Als x* nader x, nader -- (x* - x) o 0, en dus nader o. -- ( x* x) Bovendien nader cos -- (x* + x) dan o cos -- (x + x) = cos x. x* c. cosx sin -- ( x* x) sin (--( x* + x ) sin --( x* x) = = sin -- ( x* + x) x* x x* x ( x* x) en die laase vorm nader o - sin x als x* nader o x. sin -- ( x* x) ( x* x) cos --( x* + x) 36

57 4 a. an (-x) = - an x en (- an x) = an x b. Dezelfde lijnen als die asympoo zijn van de angens-grafiek, dus x = -- p + kp, me k = 0,,,... c. De x-as en de lijn y =. De eerse raak de grafiek van y in de punen ( -- p + kp, 0) en de weede snijd de grafiek van y in de punen ( -- p + k -- p, ); k = 0,,,... 4 d. y'(x) = an x (an sinx x + ) = cos 3 x Zelfoes a. De versnelling op he ijdsip heef de componenen -cos en -sin en de snelheidsvecor wijs dus van he pun (cos, sin ) naar de oorsprong (he middelpun van de ellips). b. Nu zijn de componenen van de versnelling -cos en -4sin en deze wijs alleen naar he middelpun op = 0, p, p. a. 8 keer b. sin + sin 4 = cos.5 sin.5 en sin + sin 3 = cos 0.5 sin.5 Dus y() = sin.5 (cos.5 + cos 0.5) = sin.5 cos 0.5 cos = = 4sin.5 cos cos 0.5 c. Bekijk de oplossingen van y() = 0 me 0 < p: sin.5 = 0 geef de oplossingen: 0, 0.4p, 0.8p,.p,.6p cos = 0 geef de oplossingen: 0.5p,.5p cos 0.5 = 0 geef de oplossing p 3 a. Ui de eerse opelformule volg: x () = sin( + ) ofwel x () = sin( 3 ) en deze formule beschrijf een harmonische beweging. --p 3 b. en p 3 = p 4 y = x (in he pun (0, 0) en y = 0 (in he pun (p, 0)). 5 a. Ui sin + sin = sin + sin3 volg: sin = sin3 en deze vergelijking heef in he genoemde -inerval de oplossingen: 0, --p, 3 --p, p, 5 --p, 7 --p en da geef de refpunen (0, 0), ( + --, + -- ), ( + --, + -- ), (0, 0), ( --, -- ) en ( --, -- ). b. Drie keer. Ui sin + sin = sin sin3 volg: sin + sin3 + sin = 0 en dus sincos + sin = 0 dus: sin = 0 of cos = -. Korom: = 0, = --p, = p, = --p. Di lever de refpunen (0, 0), (, -), (0, 0) en (-, ). c. x'() = cos + cos en y'() = cos + 3cos3 Voor = 0 geef da resp. 3 en 5, de richingscoëfficiën van de raaklijn is dan 5/3. Voor = p geef da resp. en -, de richingscoëfficiën van de raaklijn is dan -. 37

Krommen in het platte vlak

Krommen in het platte vlak Krommen in he plae vlak 1 Een komee beschrijf een baan om de zon. We brengen een assenselsel aan in he vlak van de baan van de komee, me de zon als oorsprong. Als eenheid in he assenselsel nemen we de

Nadere informatie

Examen VWO. Wiskunde B1 (nieuwe stijl)

Examen VWO. Wiskunde B1 (nieuwe stijl) Wiskunde B (nieuwe sijl) Examen VW Voorbereidend Weenschappelijk nderwijs Tijdvak Donderdag 22 mei 3.30 6.30 uur 20 03 Voor di examen zijn maximaal 83 punen e behalen; he examen besaa ui 20 vragen. Voor

Nadere informatie

Snelheid en richting

Snelheid en richting Snelheid en riching Di is een onderdeel van Meekunde me coördinaen en behoeve van he nieuwe programma (05) wiskunde B vwo. Opgaven me di merkeken kun je, zonder de opbouw aan e asen, overslaan. * Bij opgaven

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B 1 vwo 2003-I

Eindexamen wiskunde B 1 vwo 2003-I Eindexamen wiskunde B vwo 2003-I Lenge Ui saisisch onderzoek is gebleken da de volwassen Nederlandse mannen in 999 gemiddeld 80,0 cm lang waren, en da er een sandaardafwijking van 2,8 cm was in de lengeverdeling.

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B1 vwo I

Eindexamen wiskunde B1 vwo I indeamen wiskunde B vwo 009 - I Over een parabool gespannen In figuur is de grafiek van de funcie f me f ( ) = 3 geekend. Tussen wee punen en S die even ver van O op de -as liggen, word denkbeeldig een

Nadere informatie

Examen VWO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Examen VWO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl) Wiskunde B,2 (nieuwe sijl) Examen VW Voorbereidend Weenschappelijk nderwijs Tijdvak Donderdag 22 mei 3.30 6.30 uur 20 03 Voor di examen zijn maximaal 86 punen e behalen; he examen besaa ui 9 vragen. Voor

Nadere informatie

De Wageningse Methode 5&6 VWO wiskunde B Uitgebreidere antwoorden Hoofdstuk 4 Goniometrie

De Wageningse Methode 5&6 VWO wiskunde B Uitgebreidere antwoorden Hoofdstuk 4 Goniometrie De Wageningse Mehode & VWO wiskunde B Uigebreidere anwoorden Hoofdsuk Goniomerie Paragraaf Cirkelbewegingen a. De hooge van he wiel is de y-coördinaa van he hoogse pun van de grafiek, dus 80 cm b. De periode

Nadere informatie

Blok 4 - Vaardigheden

Blok 4 - Vaardigheden Havo B deel Uiwerkingen Moderne wiskunde Blok - Vaardigheden bladzijde a domein en bereik b x = = = c Me behulp van onderdeel b en de grafiek: d Eers: log x = ofwel x = = Dan me behulp van de grafiek:

Nadere informatie

1 Inleidende begrippen

1 Inleidende begrippen 1 Inleidende begrippen 1.1 Wanneer is een pun in beweging? Leg di ui aan de hand van een figuur. Rus en beweging (blz. 19) Figuur 1.1 Een pun in beweging 1.2 Wanneer is een pun in rus? Leg di ui aan de

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 - Overige verbanden

Hoofdstuk 2 - Overige verbanden Moderne Wiskunde Uiwerkingen bij vwo C deel Hoofdsuk Overige verbanden Hoofdsuk - Overige verbanden bladzijde < a D 4 4,, 8 dus heef de vergelijking 4p p +, geen oplossingen en zijn er geen snijpunen van

Nadere informatie

Uitslagen voorspellen

Uitslagen voorspellen Eindexamen vwo wiskunde A pilo 04-I Vraag Anwoord Scores Uislagen voorspellen maximumscore 3 De afsand ussen Wilders en Thieme is 4 De conclusie: nie meer dan wee maal zo groo maximumscore 3 Bij gelijke

Nadere informatie

Deel 2. Basiskennis wiskunde

Deel 2. Basiskennis wiskunde Deel 2. Basiskennis wiskunde Vraag 26 Definieer de funcie f : R R : 7 cos(2 ). Bepaal de afgeleide van de funcie f in he pun 2π/2. (A) f 0 ( 2π/2) = π (B) f 0 ( 2π/2) = 2π (C) f 0 ( 2π/2) = 2π (D) f 0

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 - Overige verbanden

Hoofdstuk 2 - Overige verbanden Hoofdsuk - Overige verbanden bladzijde < a D 4 4,, 8 dus heef de vergelijking 4p p +, geen oplossingen en zijn er geen snijpunen van de grafiek me de horizonale as. b 4p p +,, p 4p p of p 4 + c Voor p

Nadere informatie

Noordhoff Uitgevers bv

Noordhoff Uitgevers bv a b c d e a Analyse De omze was in 987 ongeveer, miljard (de recher as) De wins was ongeveer 6 miljoen (linker as) 6 miljoen 6 miljoen = %, % Er is sprake van verlies als de wins/verlies-grafiek negaief

Nadere informatie

Voorwoord. Hoofdstukken:

Voorwoord. Hoofdstukken: Voorwoord Di boek behandel de belangrijkse begrippen en mehoden ui de analyse van 'funcies van één variabele' en de analyische vlakke meekunde als een samenhangend geheel Begrippen en mehoden, waarmee

Nadere informatie

Antwoordmodel VWO wa II. Speelgoedfabriek

Antwoordmodel VWO wa II. Speelgoedfabriek Anwoordmodel VWO wa 00-II Anwoorden Speelgoedfabriek Voorwaarde II hoor bij immeren Voor immeren zijn 60x + 40y minuen nodig Voor immeren zijn 80 uur dus 4800 minuen beschikbaar 60x + 40y 4800 kom overeen

Nadere informatie

Appendix E Goniometrie. Open Universiteit Nederland Voorbereidingscursussen Wiskunde

Appendix E Goniometrie. Open Universiteit Nederland Voorbereidingscursussen Wiskunde Appendix E Goniomerie Open Universiei Nederland Voorbereidingscursussen Wiskunde november 00 ii Bewerk van een oorspronkelijk manuscrip van Hans Wisbrun en behoeve van de Voorbereidingscursussen Wiskunde

Nadere informatie

wiskunde A pilot vwo 2015-I

wiskunde A pilot vwo 2015-I Piramiden maximumscore a = en x =,5 geef h = 6,5 (dm) De oppervlake van he grondvlak is,5,5 = 6, 5 (dm²) De inhoud is 6, 5 6,5 4 (dm³) ( nauwkeuriger) maximumscore 4 I = x (9 x ) geef di 6 d = x x x x

Nadere informatie

Tentamen Golven en Optica

Tentamen Golven en Optica Tenamen Golven en Opica woensdag 9 juni 011, 15.00-18.00 uur Maak elke opgave op een apar vel voorzien van uw naam en sudennummer. Gebruik van een (grafische) rekenmachine is oegesaan. Verdeel uw ijd opimaal

Nadere informatie

faseverschuiving wisselstroomweerstand frequentieafhankelijk weerstand 0 R onafhankelijk spoel stroom ijlt 90 na ωl toename met frequentie ELI 1 ωc

faseverschuiving wisselstroomweerstand frequentieafhankelijk weerstand 0 R onafhankelijk spoel stroom ijlt 90 na ωl toename met frequentie ELI 1 ωc 6.2.5 ergelijking faseverschuiving wisselsroomweersand frequenieafhankelijk weersand 0 onafhankelijk spoel sroom ijl 90 na ω oename me frequenie E condensaor sroom ijl 90 voor ω afname me frequenie E Fasordiagramma

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B1 havo 2004-II

Eindexamen wiskunde B1 havo 2004-II Bacerieculuur De groei van he aanal baceriën van een bacerieculuur hang onder andere af van he voedingsparoon, de emperauur en de beliching. Ui onderzoek blijk da he aanal baceriën van een bepaalde bacerieculuur

Nadere informatie

Blok 1 - Vaardigheden

Blok 1 - Vaardigheden 6 Blok - Vaardigheden Blok - Vaardigheden Exra oefening - Basis B-a Bij abel A zijn de facoren achereenvolgens 8 : = 6 ; 08 : 8 = 6 en 68 : 08 = 6. Bij abel A is sprake van exponeniële groei. Bij abel

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 - Formules voor groei

Hoofdstuk 2 - Formules voor groei Moderne wiskunde 9e ediie Havo A deel Uiwerkingen Hoofdsuk - Formules voor groei bladzijde 00 V-a = 08, ; 870 08, ; 70 0, 8; 60 00 00 870 70 08,, gemiddeld 0,8 b De beginhoeveelheid is 00 en de groeifacor

Nadere informatie

1 Herhalingsoefeningen december

1 Herhalingsoefeningen december 1 Herhalingsoefeningen december Een lichaam word vericaal omhoog geworpen. Welke van de ondersaande v, diagrammen geef dan he juise verloop van de snelheidscomponen weer? Jan rijd me de fies over een lange

Nadere informatie

Uitwerkingen Toets 1 IEEE, Modules 1 en 2

Uitwerkingen Toets 1 IEEE, Modules 1 en 2 Uiwerkingen Toes IEEE, Modules en Daum: 9 sepember 007 Tijd: 0.40.0 (90 minuen) Opgave I) Di is een warmmakerje. In woorden is V is de serieschakeling van, en (de parallelschakeling van 3 en 4) of V =

Nadere informatie

OEFENTOETS HAVO B DEEL 1

OEFENTOETS HAVO B DEEL 1 EFENTETS HAV B DEEL 1 HFDSTUK 2 VERANDERINGEN PGAVE 1 Een oliehandelaar heef gedurende 24 uur nauwkeurig de olieprijs bijgehouden. Zie de figuur hieronder. Hierin is P de prijs in dollar per va. P 76 75

Nadere informatie

3) Homogene coördinaten het projectieve vlak

3) Homogene coördinaten het projectieve vlak 3) Homogene coördinaen he projecieve vlak a) Homogene coördinaen van een pun Homogene coördinaen van punen in he affiene vlak Voor een pun P me caresische coördinaen x, in he affiene vlak noemen we elk

Nadere informatie

OPQ OQ PQ p p p 3 p. C. von Schwartzenberg 1/27 A = O = = 1 1 2 = 1 1 1 = = = =. = = 1. ax A( ) 2 8 2 8 6 3 6.

OPQ OQ PQ p p p 3 p. C. von Schwartzenberg 1/27 A = O = = 1 1 2 = 1 1 1 = = = =. = = 1. ax A( ) 2 8 2 8 6 3 6. G&R vwo deel Toepassingen C von Schwarzenberg /7 a PQ y Q f ( O OPQR OP PQ b PQ yq f ( p p p OOPQR OP PQ p p p p c p p (opie maimum ma, (voor p,7 a OQ Q P p en PQ yp f ( p p O OPQ OQ PQ p p p p b d + p

Nadere informatie

C. von Schwartzenberg 1/11

C. von Schwartzenberg 1/11 G&R havo A deel C von Schwarzenberg 1/11 1a m 18:00 uur He verbruik was oen ongeveer 1150 kwh 1b Minimaal ongeveer 7750 kwh (100%), maimaal ongeveer 1150 kwh (145,%) Een oename van ongeveer 45,% 1c 1d

Nadere informatie

Het tentamen bestaat uit 4 vraagstukken die bij de beoordeling even zwaar meewegen. en van

Het tentamen bestaat uit 4 vraagstukken die bij de beoordeling even zwaar meewegen. en van Deelenamen mechanica voor BMT. vrijdag 0/07/004 He enamen besaa ui 4 vraagsukken die bij de beoordeling even zwaar meewegen. Twee vezels me dezelfde onbelase lenge l 0 en dezelfde elasische consane c zien

Nadere informatie

Analyse + Meetkunde. op de lijn en in het vlak

Analyse + Meetkunde. op de lijn en in het vlak Analyse + Meekunde op de lijn en in he vlak Voorwoord Di boek behandel de belangrijkse begrippen en mehoden ui de analyse van 'funcies van één variabele' en de analyische vlakke meekunde als een samenhangend

Nadere informatie

2.4 Oppervlaktemethode

2.4 Oppervlaktemethode 2.4 Opperlakemehode Teken he --diagram an de eenparige beweging me een snelheid an 10 m/s die begin na 2 seconden en eindig na 4 seconden. De afgelegde weg is: =. (m/s) In he --diagram is de hooge an de

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde A1-2 vwo 2003-I

Eindexamen wiskunde A1-2 vwo 2003-I Eindexamen wiskunde A- vwo 003-I 4 Anwoordmodel Levensduur van kfiezeapparaen Maximumscore 4 Na,5 jaar zijn er 500 0,99 0,97 apparaen Na 3,5 jaar zijn er 500 0,99 0,97 0,87 apparaen He verschil hierussen

Nadere informatie

Examen beeldverwerking 30/1/2013

Examen beeldverwerking 30/1/2013 Richlijnen Examen beeldverwerking 30//03 Di is een gesloen boek examen. Communicaieapparauur en beschreven of bedruk papier of andere voorwerpen zijn dus nie oegelaen. Schrijf je naam op elk blad. Schrijf

Nadere informatie

dwarsrichting Doelstellingen van dit hoofdstuk

dwarsrichting Doelstellingen van dit hoofdstuk 7 Afschuiving HOOFDSTUK in langs- en dwarsriching Ga naar www.pearsonmylab.nl voor sudiemaeriaal en oesen om je begrip en kennis van di hoofdsuk ui e breiden en e oefenen. Ook vind je daar videouiwerkingen

Nadere informatie

. Tijd 75 min, dyslecten 90min. MAX: 44 punten 1. (3,3,3,3,2,2p) Chemische stof

. Tijd 75 min, dyslecten 90min. MAX: 44 punten 1. (3,3,3,3,2,2p) Chemische stof RUDOLF STEINERCOLLEGE HAARLEM WISKUNDE HAVO CM/EM T112-HCMEM-H579 Voor elk onderdeel is aangegeven hoeveel punen kunnen worden behaald. Anwoorden moeen alijd zijn voorzien van een berekening, oeliching

Nadere informatie

elektriciteit voor 5TSO

elektriciteit voor 5TSO e Dirk Sarens 45 elekriciei voor 5TSO versie 1.0 1 2011 Dirk Sarens Versie 1.0 Schooljaar 2011-2012 Gemaak voor he leerplan D/2009/7841/036 Di boek kan worden gekoch via de websie www.nibook.com Had je

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 Exponentiële functies

Hoofdstuk 3 Exponentiële functies Havo B deel Uiwerkingen Moderne wiskunde Hoofdsuk Eponeniële funies ladzijde 6 V-a Door zih in weeën e delen vermenigvuldig he aanal aeriën per ijdseenheid zih seeds me een faor is de eginhoeveelheid,

Nadere informatie

Antwoordmodel VWO 2002-II wiskunde A (oude stijl) Speelgoedfabriek

Antwoordmodel VWO 2002-II wiskunde A (oude stijl) Speelgoedfabriek Anwoordmodel VWO 00-II wiskunde A (oude sijl) Anwoorden Speelgoedfabriek Voorwaarde II hoor bij immeren Voor immeren zijn 60x + 40y minuen nodig Voor immeren zijn 80 uur dus 4800 minuen beschikbaar 60x

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur Emen VW 018 ijdvk woensdg 0 juni 1.0-16.0 uur wiskunde B Di emen bes ui 16 vrgen. Voor di emen zijn miml 77 punen e behlen. Voor elk vrgnummer s hoeveel punen me een goed nwoord behld kunnen worden. Als

Nadere informatie

7.9. Inhomogene lineaire stelsels. We keren nu weer terug naar de situatie

7.9. Inhomogene lineaire stelsels. We keren nu weer terug naar de situatie 79 Inhomogene lineaire selsels We keren nu weer erug naar de siuaie x ( A(x( + g(, ( waarbij A( een (n n-marix is en g( een vecor me n coördinaen Vergelijkbaar me de heorie voor gewone lineaire differeniaalvergelijking

Nadere informatie

ELEKTRICITEIT WISSELSTROOMTHEORIE. Technisch Instituut Sint-Jozef, Wijerstraat 28, B-3740 Bilzen. Cursus : Ian Claesen. Versie: 19-10-2008

ELEKTRICITEIT WISSELSTROOMTHEORIE. Technisch Instituut Sint-Jozef, Wijerstraat 28, B-3740 Bilzen. Cursus : Ian Claesen. Versie: 19-10-2008 EEKTTET WSSESTOOMTHEOE Technisch nsiuu Sin-Jozef, Wijersraa 28, B-3740 Bilzen ursus : an laesen Versie: 19-10-2008 1 Sooren spanningen en sromen... 3 1.1 Gelijksroom... 3 1.2 Wisselsroom... 4 2 Sinusvormige

Nadere informatie

Hoofdstuk 5 - Differentiaalvergelijkingen

Hoofdstuk 5 - Differentiaalvergelijkingen Hoofdsuk 5 - Differeniaalvergelijkingen 5. Differenievergelijkingen ladzijde a 0 3 4 5 A 00 0 04 06 08 0 oename B 00 30 69,00 9,70 85,6 37,9 oename 30 39 50,70 65,9 85,68 C 00 3 73,60 7,68 97,98 389,38

Nadere informatie

Oplossingen van de oefeningen

Oplossingen van de oefeningen Oplossingen van de oefeningen Module ) Gegeven x[n] =,7 n. Als de bemonseringsfrequenie gelijk is aan khz, welke analoge ijdsconsane kom dan overeen me deze discree exponeniële? x[n] =,7 n = e n,7 = e

Nadere informatie

Het wiskunde B1,2-examen

Het wiskunde B1,2-examen Ger Koole, Alex van den Brandhof He wiskunde B,2 examen NAW 5/4 nr. 2 juni 2003 65 Ger Koole Faculei der Exace Weenschappen, Afdeling Wiskunde, Vrije Universiei, De Boelelaan 08 a, 08 HV Amserdam koole@cs.vu.nl

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur Emen VW 018 ijdvk woensdg 0 juni 1.0-16.0 uur wiskunde B Di emen bes ui 16 vrgen. Voor di emen zijn miml 77 punen e behlen. Voor elk vrgnummer s hoeveel punen me een goed nwoord behld kunnen worden. Als

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO

Correctievoorschrift VWO Correcievoorschrif VWO 009 ijdvak wiskunde A, He correcievoorschrif besaa ui: Regels voor de beoordeling Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores Regels voor de beoordeling

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde A1-2 vwo I

Eindexamen wiskunde A1-2 vwo I Eindexamen wiskunde A- vwo 009 - I Beoordelingsmodel Vraag Anwoord Scores Emissierechen maximumscore 3 Mogelijkheid kos 50 000 euro Mogelijkheid lever 50 000 euro aan emissierechen op Mogelijkheid kos

Nadere informatie

digitale signaalverwerking

digitale signaalverwerking digiale signaalverwerking deel 2: sampling en digiale filerechniek Hoewel we de vorige keer reeds over he samplen van signalen gesproken hebben, komen we daar nu op erug, om de ermee samenhangende effecen

Nadere informatie

Logaritmen, Logaritmische processen.

Logaritmen, Logaritmische processen. PERIODE Lineaire, Kwadraische en Exponeniele funcies. Logarimen. Logarimen, Logarimische processen. OPDRACHT 1 Gebruik je (G)RM voor de berekening van: 1) log 2) log 0 3) log 00 4) log 000 5) log 1 6)

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 - Exponentiële formules

Hoofdstuk 1 - Exponentiële formules V-1a 4 Hoofdsuk 1 - Exponeniële formules Hoofdsuk 1 - Exponeniële formules Voorkennis prijs in euro s 70 78,0 percenage 100 119 1,19 b Je moe de prijs me he geal 1,19 vermenigvuldigen. c De BTW op de fies

Nadere informatie

Oefeningen Elektriciteit I Deel Ia

Oefeningen Elektriciteit I Deel Ia Oefeningen Elekriciei I Deel Ia Di documen beva opgaven die aansluien bij de cursuseks Elekriciei I deel Ia ui he jaarprogramma van de e kandidauur Indusrieel Ingenieur KaHo Sin-Lieven.. De elekrische

Nadere informatie

Examen beeldverwerking 10/2/2006

Examen beeldverwerking 10/2/2006 Richlijnen Examen beeldverwerking 10/2/2006 Di is een gesloen boek examen. Communicaieapparauur en beschreven of bedruk papier of andere voorwerpen zijn dus nie oegelaen. Schrijf je naam op elk blad. Schrijf

Nadere informatie

op het interval 5, 15 betekent 5 x 15. 4b x op het interval 6, 10 betekent 6 x < 10. 5d Bij 3 < x π hoort het interval 3, π

op het interval 5, 15 betekent 5 x 15. 4b x op het interval 6, 10 betekent 6 x < 10. 5d Bij 3 < x π hoort het interval 3, π G&R havo B deel Veranderingen C. von Schwarzenberg / a b c Tussen en uur. Van en uur neem de sijging oe. Van o 6 uur neem de sijging af. Van o 8 uur neem de daling oe. Van 8 o uur neem de daling af. 6,,,,,

Nadere informatie

Dit tentamen bestaat uit 5 opgaven, die nagenoeg even zwaar beoordeeld zullen worden.

Dit tentamen bestaat uit 5 opgaven, die nagenoeg even zwaar beoordeeld zullen worden. Maeriaalmodellen Faculei : Werkuigbouwkunde Daum : 18 augusus 1997 Tijd : 9.00-12.00 uur Di enamen besaa ui 5 opgaven, die nagenoeg even zwaar beoordeeld zullen worden. Eerse-jaars sudenen maken de muliple-choice

Nadere informatie

8 Goniometrie. bladzijde a x = 18 en p = 100 invullen geeft 100 = a log(19) 100 a = log(19) Dus a = 78,201. b Voer in y 1

8 Goniometrie. bladzijde a x = 18 en p = 100 invullen geeft 100 = a log(19) 100 a = log(19) Dus a = 78,201. b Voer in y 1 bladzijde 33 a x = 8 en p = 00 invullen geef 00 = a log(9) 00 a = log(9) Dus a = 78,0. = 78 log(x + ) en y = 7 De opie inersec geef x Dus op sand 8,. c k =,3 geef x =,7 8 =, 6 P Dus P 8 Goniomerie bladzijde

Nadere informatie

Gebruik van condensatoren

Gebruik van condensatoren Gebruik van condensaoren He spanningsverloop ijdens he laden Als we de schakelaar s sluien laden we de condensaor op. De condensaorspanning zal oenemen volgens een exponeniële funcie en de spanning over

Nadere informatie

Hoofdstuk 8 Polarisatie

Hoofdstuk 8 Polarisatie Hoofdsuk 8 Polarisaie lecromagneische Sraling is Gepolariseerd Iedere ransversale rilling is gepolariseerd To nu alleen rillingen beschouwd waarvan (en B) in één vlak ril: Lineair gepolariseerd lich. (In

Nadere informatie

Wind en water in de Westerschelde. Behorende bij de Bacheloropdracht HS

Wind en water in de Westerschelde. Behorende bij de Bacheloropdracht HS Behorende bij de Bacheloropdrach HS Door: Julia Berkhou Lena Jezuia Sephen Willink Begeleider: Prof.dr. A.A. Soorvogel Daum: 17 juni 2013 Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 2 Achergrondinformaie 3 2.1 He geij.................................

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO. Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl)

Correctievoorschrift VWO. Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl) Wiskunde A, (nieuwe sijl) Correcievoorschrif VWO Voorbereidend Weenschappelijk Onderwijs 0 0 Tijdvak Inzenden scores Uierlijk op juni de scores van de alfabeisch eerse vijf kandidaen per school op de daaroe

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO 2015

Correctievoorschrift VWO 2015 Correcievoorschrif VWO 205 ijdvak wiskunde C (pilo) He correcievoorschrif besaa ui: Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores Regels voor

Nadere informatie

Analoge Elektronika 1 DE SCHMITT TRIGGER

Analoge Elektronika 1 DE SCHMITT TRIGGER Analoge Elekronika DE SCHMITT TIGGE Een Schmi rigger is een komparaor me hyseresis. Ne zoals bij een komparaor is de ingang een analoog signaal, erwijl de uigang een digiaal signaal is. De uigangsspanning

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde 1 HAVO Beweging

Samenvatting Natuurkunde 1 HAVO Beweging Beweging Samenvaing Nauurkunde HAVO Eenparig rechlijnige beweging a Eenparig versnelde rechlijnige beweging a a = consan a = 0 m/s Oppervlake = v = 0 m/s Oppervlake = v v v v = consan v() = a Oppervlake

Nadere informatie

Een reële sinus kan geschreven worden als een som van 2 sinoren volgens de Im. e j

Een reële sinus kan geschreven worden als een som van 2 sinoren volgens de Im. e j Naam: He examen is schrifelijk. De suden krijg,5 uur ijd, dus afgeven en laase om 6u. Schrijf op elk blad je naam. Er zijn 0 vragen, gespreid over 3 bladen (voor- én acherkan). De suden kan kladbladen

Nadere informatie

Hoofdstuk 1: Rust en beweging

Hoofdstuk 1: Rust en beweging Hoofdsuk 1: Rus en beweging 1.1 Rus en beweging zijn relaief Ten opziche van he vlieguig is de passagier in................................................ Ten opziche van he aardoppervlak is he vlieguig

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B vwo I

Eindexamen wiskunde B vwo I Eindexamen wiskunde B vwo - I Beoordelingsmodel Gelijke oervlaken maximumscore x x ax x a ( x x a y a( a a a ( a, a a lig o de lijn y ax, wan a a a( a Aangeoond moe worden da ook a a ( a ( a ( a ( a herleiden

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 - De afgeleide functie

Hoofdstuk 3 - De afgeleide functie ladzijde 7 V-a Plo de grafiek van y = x + x +. Me al-zero vind je x 8,. Plo ook de grafiek me y = x+ 5. Me al-inerse vind je x 89, en y= g( 89, ),. V-a d Exa, wan de vergelijking is lineair. Me de rekenmahine,

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 - Exponentiële functies

Hoofdstuk 3 - Exponentiële functies Hoofdsuk - Eponeniële funcies Voorkennis: Groeifacoren ladzijde 7 V-a 060, 80 8, - euro 079, 0, 9, 88 c 0, 98, - 998, V-a De facor waarmee je de oude prijs vermenigvuldig om de nieuwe prijs e krijgen is

Nadere informatie

wiskunde A vwo 2015-I

wiskunde A vwo 2015-I wiskunde A vwo 05-I Diabeesrisicoes maximumscore 4 He aanal personen me verborgen diabees is binomiaal verdeeld me n = 400 en p = 0, 0 P( X 00 ) = P( X 99 ) Beschrijven hoe di me de GR berekend word De

Nadere informatie

Opgave 1 (30 punten) + + = B h Z

Opgave 1 (30 punten) + + = B h Z Tenamen CT222 Dynamica van Sysemen 25 juni 212 14.-17. Le op: - Vermeld op ieder blad je naam en sudienummer - Maak elk van de drie opgaven op een apar vel Opgave 1 (3 punen) 2 Een bekken (links) me berging

Nadere informatie

Tentamen WISN102 Wiskundige Technieken 2 Do 2 feb :30 11:30

Tentamen WISN102 Wiskundige Technieken 2 Do 2 feb :30 11:30 Normering Tenamen WISN12 Wiskundige Technieken 2 Do 2 feb 217 8:3 11:3 voor 4 p vragen (andere vragen naar rao: 4p Goed begrepen en goed uigevoerd me voldoende oeliching, evenueel enkele onbelangrijke

Nadere informatie

Boek 3 hoofdstuk 10 Groei havo 5

Boek 3 hoofdstuk 10 Groei havo 5 Boek 3 hoofdsuk 0 Groei havo 5. Lineaire en exponeniële groei. a. Opp = 750 + 50 me = 0 op juni, per week en opp. in m. Y =750 + 50 Y (3) = 00 m en Y (5) = 500 m (mehode : voer in Y, daarna rekenscherm,

Nadere informatie

E 1. Voor de coördinaten van P geldt: x (t) = cos t + t sin t y (t) = sin t t sin t

E 1. Voor de coördinaten van P geldt: x (t) = cos t + t sin t y (t) = sin t t sin t Buieling Gegeven een halve cirkel me sraal. Lijnsuk raak de halve cirkel in pun R. De lenge van is consan π meer, erwijl he raakpun R langs de cirkel loop, me een snelheid van m/s. Gebruik de ekening.

Nadere informatie

Bij het bewerken van plaatmateriaal ontstaat vaak de situatie dat materiaal langs

Bij het bewerken van plaatmateriaal ontstaat vaak de situatie dat materiaal langs 12_DRUK_nr2_2005 19-04-2005 11:33 Pagina 12 Druk op de INLEIDING Bij he bewerken van plaamaeriaal onsaa vaak de siuaie da maeriaal langs een radius moe bewegen. Meesal heef men dan van doen me he maken

Nadere informatie

wiskunde A bezem havo 2017-I

wiskunde A bezem havo 2017-I Disribuieriem Een disribuieriem is een geribbelde riem die in een moderne verbrandingsmoor van een auo zi. Zo n riem heef en opziche van een keing voordelen: hij maak minder lawaai en er is geen smering

Nadere informatie

Dwarsliggers van spoorrails werken als balken die heel grote dwarskrachten ondersteunen. Hierdoor splijten ze, als ze van hout gemaakt zijn, aan de

Dwarsliggers van spoorrails werken als balken die heel grote dwarskrachten ondersteunen. Hierdoor splijten ze, als ze van hout gemaakt zijn, aan de Dwarsliggers van spoorrails werken als balken die heel groe dwarskrachen onderseunen. Hierdoor splijen ze, als ze van hou gemaak zijn, aan de uieinden, omda daar de dwarskrachbelasingen he groos zijn.

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO

Correctievoorschrift VWO Correcievoorschrif VWO 2007 ijdvak 2 wiskunde A,2 He correcievoorschrif besaa ui: Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores Regels voor de

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO. Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl)

Correctievoorschrift VWO. Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl) Wiskunde A, (nieuwe sijl) Correcievoorschrif VWO Voorbereidend Weenschappelijk Onderwijs 0 03 Tijdvak Inzenden scores Vul de scores van de alfabeisch eerse vijf kandidaen per school in op de opisch leesbare

Nadere informatie

Uitwerking Hertentamen Klassieke Mechanica I Dinsdag 30 juli 2002

Uitwerking Hertentamen Klassieke Mechanica I Dinsdag 30 juli 2002 Uierking Herenamen Klassieke Mecanica I Dinsdag 30 juli 00 OPGAV a) He eerse deel van de beeging, vanaf ooge o ooge nul, is een eenparig versnelde vrije val Hierna ondervind e blok naas de consane aarekrac

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO 2014

Correctievoorschrift VWO 2014 Correcievoorschrif VWO 04 ijdvak wiskunde A (pilo) He correcievoorschrif besaa ui: Regels voor de beoordeling Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores Regels voor de

Nadere informatie

1 Beweging 1.1. Inleiding

1 Beweging 1.1. Inleiding 1 Beweging 1.1 Inleiding Bovensaande woordenwolk beva begrippen die je vorige jaren in de lessen fysica zag. Om die begrippen op e frissen, gebruiken we ze bij he beschrijven van een srafschop. Terech

Nadere informatie

Noordhoff Uitgevers bv

Noordhoff Uitgevers bv 60 Hoofdsuk Eponeniële funies ladzijde 6 V-a Door zih in weeën e delen vermenigvuldig he aanal aeriën per ijdseenheid zih seeds me een faor is de eginhoeveelheid, dus 0 g is de groeifaor, dus g d gewih

Nadere informatie

Ze krijgt 60% korting op het basisbedrag van 1000,- (jaarpremie) en moet dan 400,- (jaarpremie) betalen.

Ze krijgt 60% korting op het basisbedrag van 1000,- (jaarpremie) en moet dan 400,- (jaarpremie) betalen. 1a 1b G&R havo A deel 1 Tabellen en grafieken C. von Schwarzenberg 1/14 Een buspakje kan door de brievenbus, een pakke nie. Een zending die voorrang krijg. 1c 5, 40. (Worldpack Basic prioriy Buien Europa

Nadere informatie

Noordhoff Uitgevers bv

Noordhoff Uitgevers bv a Blok - Vaardigheden ladzijde d 9 B B 6 f a a e r 9 9r r r r 8 a De rihingsoëffiiën van de lijn is gelijk aan en he sargeal is dus 7 0 de vergelijking is y x+ De rihingsoëffiiën van de lijn is gelijk

Nadere informatie

Overzicht Examenstof Wiskunde A

Overzicht Examenstof Wiskunde A Oefenoes ij hoofdsuk en Overzih Examensof Wiskunde A a X min 0, X max 0, Y min 0 en Y max 000. 0 lier per minuu. Als de ank leeg is, dan is W 0, dus 00 0 0 dus 0. Na 0 minuen is de ank leeg. a Neem de

Nadere informatie

Analoge Elektronika 1 DE KOMPARATOR

Analoge Elektronika 1 DE KOMPARATOR naloge Elekronika DE KOMPRTOR De mees eenvoudige oepassing van de operaionele verserker is de komparaor. Om de werking van de komparaor e begrijpen, bekijken we de karakerisiek van de opamp, zoals geekend

Nadere informatie

Eenparig rechtlijnige beweging. Eenparig versnelde rechtlijnige beweging a. x Steilheid van de raaklijn= v(t) Samenvatting Natuurkunde 1 VWO.

Eenparig rechtlijnige beweging. Eenparig versnelde rechtlijnige beweging a. x Steilheid van de raaklijn= v(t) Samenvatting Natuurkunde 1 VWO. Beweging Samenvaing Nauurkunde VWO Eenparig rechlijnige beweging a Eenparig versnelde rechlijnige beweging a a = consan a = 0 m/s Oppervlake = v = 0 m/s Oppervlake = v v v v = consan v() = a Oppervlake

Nadere informatie

Lineaire processen. HAVO - CM en EM

Lineaire processen. HAVO - CM en EM PERIODE STATISTIEK, COMBINATORIEK, Lineaire en Exponeniele funcies. DERDE WEEK Lineaire processen. HAVO - CM en EM Er is een duidelijk recep voor he opsellen van lineaire (rechlijnige) formules op basis

Nadere informatie

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I VWO

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I VWO UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 00-I VAK: WISKUNDE A, NIVEAU: VWO EXAMEN: 00-I De uigever heef ernaar gesreefd de aueursrechen e regelen volgens de weelijke bepalingen. Degenen die

Nadere informatie

Extra oefening hoofdstuk 1

Extra oefening hoofdstuk 1 Era oefening hoofdsuk a Meekundig, u = 76, r = en u 9 = ( ) =, 76 86 Meekundig, u =,, r =, en u =, ( ) = 9 c Rekenkundig, u =, v = en v = + 9 = 8 9 d Meekundig, u =, r = 98, en u = (, 98) =, 87776 e Geen

Nadere informatie

Antwoordmodel VWO 2003-I wiskunde A (oude stijl) Levensduur van koffiezetapparaten. Maximumscore 4 1 Na 2,5 jaar zijn er ,99 0,97 apparaten 1

Antwoordmodel VWO 2003-I wiskunde A (oude stijl) Levensduur van koffiezetapparaten. Maximumscore 4 1 Na 2,5 jaar zijn er ,99 0,97 apparaten 1 Anwoordmodel VWO 3-I wiskunde A (oude sijl) Levensduur van kfiezeapparaen Na,5 jaar zijn er 5,99,97 apparaen Na 3,5 jaar zijn er 5,99,97,87 apparaen He verschil hierussen bedraag 87 apparaen de kansen,99

Nadere informatie

Extra oefening bij hoofdstuk 1

Extra oefening bij hoofdstuk 1 Era oefening ij hoofdsuk a Een goede venserinselling voor de funie f is : X min en X ma en Y min eny ma 0. Voor de funie g X min 0 en X ma 0 en Y min 0 eny ma 0. y 0 8 8 0 y 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 Veriale

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde A1-2 vwo 2007-II

Eindexamen wiskunde A1-2 vwo 2007-II Beoordelingsmodel Vakanies maximumscore 4 De aanallen inerneboekingen zijn resp. 288, 846, 258 2 Da is samen 392 He anwoord 48 (%) 2 maximumscore 3 Er moe gekeken worden naar een groe waarde van He inzich

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO 2014

Correctievoorschrift VWO 2014 Correcievoorschrif VWO 04 ijdvak nauurkunde He correcievoorschrif besaa ui: Regels voor de beoordeling Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores Regels voor de beoordeling

Nadere informatie

www.aarde nu Voor een profielwerkstuk over de aarde Tweede Fase havo/vwo Leerlingenboekje wiskunde

www.aarde nu Voor een profielwerkstuk over de aarde Tweede Fase havo/vwo Leerlingenboekje wiskunde Voor een profielwerksuk over de aarde www.aarde nu In opdrach van: Vrije Universiei Amserdam Universiei van Amserdam Technische Universiei Delf Universiei Urech Wageningen Universiei Teksen: Gerard Heijmeriks

Nadere informatie

Eindexamen havo wiskunde A I

Eindexamen havo wiskunde A I Eindexamen havo wiskunde A 0 - I Supersize me maximumscore 3 33,6 G = 5000 G 49 (kg) He anwoord: 49 85 = 64 (kg) ( nauwkeuriger) maximumscore 4 E b = 33,6 85 = 856 Zijn energieoverscho is 5000 856 = 44

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO

Correctievoorschrift VWO Correcievoorschrif VWO 2007 ijdvak 2 wiskunde A,2 He correcievoorschrif besaa ui: Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores Regels voor de

Nadere informatie

Uitwerkingen H14 Algebraïsche vaardigheden 1a. x = 6 2 = 4 en y = 9,60 5 = 4,60

Uitwerkingen H14 Algebraïsche vaardigheden 1a. x = 6 2 = 4 en y = 9,60 5 = 4,60 Uiwerkingen H Algebraïsche vaardigheden = 6 = en y = 9,60 5 =,60 Voor km een bedrag van,60 euro Per km dus een bedrag van,5 euro. Da is he quoiën van y en. Bij km zijn de kosen 5 euro dus bij 0 km zijn

Nadere informatie

natuurkunde vwo 2017-I

natuurkunde vwo 2017-I nauurkunde vwo 07-I Zonvolgsyseem maximumscore De wee parallelle akken ABD en ACD zijn ideniek. Dus saa er geen spanning over de moor en loop er geen sroom door de moor. inzich da beide parallelle akken

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO 2015

Correctievoorschrift VWO 2015 Correcievoorschrif VWO 205 ijdvak wiskunde C He correcievoorschrif besaa ui: Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores Regels voor de beoordeling

Nadere informatie