HOOFDSTUK 3: OEFENINGEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "HOOFDSTUK 3: OEFENINGEN"

Transcriptie

1 HOOFDSTUK 3: raag en aanbod in werking HOOFDSTUK 3: OEFENINGEN. ntwoord met juist of fout o elk van de onderstaande beweringen. Geef telkens een korte verklaring bij je antwoord, indien mogelijk geïllustreerd met een grafiek. Zoek bij de foutieve bewering(en) naar een formulering die wél juist is. a) Een evenwijdige vershuiving van de aanbodurve naar rehts zal geen daling van de rijs tot gevolg hebben indien het aanbod erfet rijsinelastish is en de vraagurve normaal verloot. b) Door een aanhoudende hittegolf werd een groot deel van de sinazie-oogst vernield. Het aanbod van sinazie verloot erfet rijsinelastish. De invloed hiervan o de verhandelde hoeveelheid sinazie is kleiner naarmate in het oorsronkelijke evenwiht de vraag veeleer inelastish is. ) Een vershuiving van de vraagurve naar rehts zal een grotere rijsstijging tot gevolg hebben naarmate in het oorsronkelijke evenwiht het aanbod veeleer inelastish is. 2. Tijdens de zomer van 996 werd door overstromingen in China een groot deel van de rijstoogst vernield. De invloed hiervan o de rijstrijs is kleiner naarmate in het oorsronkelijk evenwiht in absolute waarde : a) ε groot is en ε klein is ; b) ε groot is en ε ) ε klein is en ε d) ε klein is en ε klein is. 3. Door de enorme vraag naar ivoor staat het olifantenbestand zwaar onder druk. In een sterk vereenvoudigde voorstelling zouden de vraag naar olifanten (vanwege de geïnteresseerden in ivoor) en het aanbod van olifanten (vanwege de stroers) er uitzien als volgt : = 200 0, 02 en = , 02 a) Geef een grafishe voorstelling van de bovenstaande vraag- en aanbodfuntie ; b) Bereken de evenwihtsrijs en de evenwihtshoeveelheid o de markt voor olifanten ; ) Om de olifanten voor uitroeiing te behoeden wil het Wereld Natuur Fonds dat er jaarlijks juist 60 olifanten worden verhandeld. Welke eenheidsrijs willen de vragers voor deze hoeveelheid betalen? Tegen welke eenheidsrijs zijn de jagers bereid deze olifanten aan te bieden? d) Het Wereld Natuur Fonds handhaaft de limiet van 60 olifanten. Maar het wil niet dat de jagers een hogere rijs krijgen dan hun vraagrijs om 60 olifanten aan te bieden. Een mogelijke olossing ligt in de invoering van vergunningen. Elk jaar worden er slehts 60 vergunningen afgeleverd. Om een olifant te kunnen koen, moet een vergunning worden voorgelegd en moet de rijs aan de jager worden betaald. De vergunningen kunnen vrij verhandeld worden o de markt. Tegen welke rijs zullen de vergunningen worden verhandeld? e) Hoe zou de overheid nog kunnen ingrijen, met hetzelfde resultaat als gevolg?

2 HOOFDSTUK 3: raag en aanbod in werking 2 4. De overheid legt aan de onsumenten een verbruiksbelasting o in de vorm van een vast bedrag er geonsumeerde eenheid. De afwenteling o de roduenten onder de vorm van een rijsverlaging is groter naarmate in het oorsronkelijk evenwiht : a) ε groot is en ε b) ε groot is en ε ) ε klein is en ε d) ε klein is en ε klein is ; klein is. 5. ntwoord met juist of fout o elk van de onderstaande beweringen. Geef telkens een korte verklaring bij je antwoord, indien mogelijk geïllustreerd met een grafiek. Zoek bij de foutieve bewering(en) naar een formulering die wél juist is. a) Een belasting van 0 euro er eenheid o de roduenten zal de rijs die de onsumenten voor het bedoelde goed betalen met minder dan 0 euro doen stijgen bij een normaal verloo van vraag- en aanbodurve. b) Wanneer de overheid aan de onsument een subsidie er eenheid rodut toekent, dan zal bij een normaal verloo van vraag en aanbod de roduentenrijs stijgen en de onsumentenrijs dalen. ) De overheid treedt onder druk van milieugroeen o tegen vervuilende ondernemingen en legt de ondernemingen een forfaitaire belasting er eenheid o. De slogan "Enkel de vervuiler betaalt" is juist als de vraagurve erfet rijsinelastish is en de aanbodurve het normale verloo heeft. 6. In een eonomie worden vraag en aanbod beshreven door de volgende vergelijkingen : = 40 2 en = 5. a) Bereken de evenwihtsrijs en -hoeveelheid ; b) Geef de wiskundige uitdrukking van de vraag- en aanbodfuntie wanneer de overheid via een subsidie aan de onsument ingrijt o de markt ; ) De overheid wil de evenwihtshoeveelheid verdubbelen. Bereken de subsidie er eenheid die de overheid aan de onsument moet geven om het gestelde doel te bereiken ; d) Bereken welk deel van de subsidie terehtkomt bij de onsumenten en welk deel ten goede komt aan de roduenten. Bereken ook de uitgaven voor de shatkist ; e) Geef een grafishe voorstelling. Benoem nauwkeurig de assen. Geef duidelijk aan : de evenwihtsrijs voor onsumenten en roduenten vóór en ná de subsidie, en de totale uitgaven voor de shatkist. 7. Een markt is in evenwiht als = 30 en = 30. De rijselastiiteit van de vraag bedraagt in dit unt -3 en die van het aanbod +3. De vraag- en de aanbodurve zijn beide lineair. De overheid kent een subsidie toe aan de roduenten van 0,5 euro er eenheid. Hoeveel bedraagt de nieuwe onsumentenrijs? a) 29,65 ; b) 29,75 ; ) 29,85 ; d) 30,25.

3 HOOFDSTUK 3: raag en aanbod in werking 3 8. Is onderstaande bewering juist of fout. Geef een korte verklaring bij je antwoord! ls gevolg van de geruhten rond de dolle-koeienziekte is het vertrouwen van de vleesonsument geshokt, waardoor ook de vraag naar varkensvlees in elkaar stort. De invloed hiervan o de rijs van varkensvlees is groter naarmate het aanbod van varkensvlees veeleer inelastish is en de vraag veeleer elastish. 9. Door een verhoging van de makelaarsvergoedingen in de verzekeringssetor nemen de rodutiekosten van verzekeringen toe. Het effet hiervan o de marktrijs van verzekeringen is groter naarmate in het oorsronkelijk evenwiht : a) ε groot is en ε b) ε groot is en ε ) ε klein is en ε d) ε klein is en ε klein is ; klein is. 0. De grote media-aandaht voor de rehtszaak tegen O.J. Simson doet de vraagurve voor tvtoestellen naar rehts vershuiven. Dat zal de sterkste rijsstijging van tv-toestellen tot gevolg hebben wanneer in het oorsronkelijke evenwiht : a) ε groot is en ε b) ε groot is en ε ) ε klein is en ε d) ε klein is en ε klein is ; klein is.. De ontwikkelingen in de Oostbloklanden oefenen een ositieve invloed uit o de vraag naar toeristishe bestemmingen in die regio. dministratieve belemmeringen zorgen er ehter voor dat het aanbod van Oostblokreizen erfet rijsinelastish is. Wat gebeurt er met de rijs van reizen naar Oost-Euroa, als de vraagurve het normale verloo heeft? Illustreer je antwoord grafish. 2. O een markt gelden de volgende vraag- en aanbodrelaties : = 0 en = Beijfer het vraag- of aanbodovershot wanneer de overheid een minimumrijs van 8 euro olegt. 3. O een markt worden het vraag- en aanbodgedrag voorgesteld door de volgende vergelijkingen : = 0 en = a) Beaal de rijs die o de markt tot stand komt wanneer de overheid een maximumuota van 6 eenheden olegt ; b) Beijfer het vraag- of aanbodovershot dat tot stand komt bij de in deel a) berekende rijs.

4 HOOFDSTUK 3: raag en aanbod in werking 4 4. De overheid legt aan de roduenten een belasting o in de vorm van een vast bedrag er eenheid. De afwenteling o de onsumenten onder de vorm van een rijsverhoging is groter naarmate in het oorsronkelijk evenwiht in absolute termen : a) ε groot is en ε klein is ; b) ε groot is en ε ) ε klein is en ε groot is; d) ε klein is en ε klein is. 5. De overheid kent aan de roduenten een subsidie toe in de vorm van een vast bedrag er gerodueerde eenheid. Het voordeel hiervan voor de roduenten bestaat uit een rijsverhoging die groter is naarmate in het oorsronkelijke evenwiht in absolute termen : a) ε groot is en ε klein is ; b) ε groot is en ε ) ε klein is en ε d) ε klein is en ε klein is. 6. De overheid kent aan de onsumenten een subsidie toe in de vorm van een vast bedrag er geonsumeerde eenheid. Het voordeel hiervan voor de roduenten is een rijsverhoging die groter wordt naarmate in het oorsronkelijke evenwiht in absolute termen : a) ε groot is en ε klein is ; b) ε groot is en ε ) ε klein is en ε d) ε klein is en ε klein is. 7. De marktvraag en het marktaanbod zijn oorsronkelijk gegeven door : = en = 200. Een belasting o de rodutie van 30 euro er eenheid doet de evenwihtshoeveelheid dalen met x eenheden, en de evenwihtsrijs voor de onsumenten stijgen met y euro. De onbekenden x en y bedragen resetievelijk : a) 0 en 20 ; b) 0 en 30 ; ) 20 en 20 ; d) 20 en O een markt wordt goed verhandeld. De evenwihtshoeveelheid en de evenwihtsrijs bedragen resetievelijk 5 eenheden en 5 euro. In dit evenwiht is de rijselastiiteit van de vraag gelijk aan -3. De vraagfuntie is lineair. De overheid beslist om aan de roduenten een belasting

5 HOOFDSTUK 3: raag en aanbod in werking 5 van een vast bedrag er eenheid o te leggen. De aanbodfuntie na de invoering van de belasting is = Bereken de oördinaten van het nieuwe evenwihtsunt. a) = 7 en = 3 ; b) = 6 en = 5 ; ) = 6 en = 4 ; d) = 6 en = De volgende vergelijkingen geven het verloo weer van vraag en aanbod : = 6 en = De gemeensha ervaart het betrokken goed als erg shadelijk. De overheid legt daarom aan de roduenten een belasting van,5 euro er gerodueerde eenheid o. a) Hoeveel bedragen de evenwihtsrijs en de evenwihtshoeveelheid vóór de invoering van de belasting? b) Geef de vergelijking voor de aanbodfuntie na de invoering van de belasting ; ) Hoeveel ontvangt de roduent er eenheid rodut vóór en na de invoering van de belasting? d) Hoeveel bedragen de obrengsten van deze belasting voor de shatkist? e) Bereken de afwentelingsgraad o de onsument ; f) Maak een volledige grafishe voorstelling. Duid roduentenrijs, onsumentenrijs, en de obrengsten voor de shatkist aan ; g) Stel dat de aanbodurve niet het hierboven beshreven verloo heeft, maar erfet rijsinelastish is. Zou de rijsverhoging ten laste van de onsument dan groter of kleiner zijn dan in bovenstaand geval? Illustreer ook dit antwoord grafish. h) Stel dat de belasting niet bij de roduent maar bij de onsument geïnd wordt. Beijfer de obrengst voor de overheid in dat geval. 20. In een eonomie worden vraag en aanbod beshreven door de volgende vergelijkingen : 3 = 2 4 en = a) Bereken de evenwihtsrijs en -hoeveelheid ; b) De overheid wil de evenwihtshoeveelheid met de helft verminderen door de onsumenten te belasten met een vast bedrag er eenheid. Geef de wiskundige uitdrukking van de vraag- en aanbodfuntie in een systeem met belasting voor het bovenstaande ijfervoorbeeld ; ) Bereken de belasting die nodig is om het gestelde doel te bereiken. d) Bereken welk deel van de belasting gedragen wordt door de onsumenten en welk deel ten laste valt van de roduenten ; e) Geef een grafishe voorstelling. Benoem nauwkeurig de assen. Geef duidelijk aan : de evenwihtsrijs voor roduenten en onsumenten vóór en ná de belasting, en de totale inkomsten voor de shatkist. BRON Carlier,., Peermans, G., Steurs, G. (997), Eonomie: van ogave tot uitkomst, Universitaire ers Leuven, 507.

6 HOOFDSTUK 3: raag en aanbod in werking 6 OPLOSSINGEN. juist/fout 0 0 E 0 = E 0 E 0 E E E E E Figuur.a Figuur.b Figuur. a) Fout. In de gegeven omstandigheden is er wel een rijsdaling. De vraagurve moet horizontaal verloen, d.w.z. moet erfet rijselastish zijn, odat de rijs niet zou veranderen. Zie figuur.a. b) Fout. Het aanbod van sinazie is erfet rijsinelastish, d.w.z. vertiaal. De verhandelde hoeveelheid in het nieuwe evenwiht zal dan ook dezelfde zijn ongeaht de rijselastiiteit van de vraag. Zie figuur.b. ) Juist. Zie figuur.. 2. De vernielde rijstoogst doet het aanbod naar links vershuiven. Beshouw de volgende limietgevallen. Wanneer het aanbod van rijst horizontaal verloot, dan zal de vershoven aanbodurve o de oorsronkelijke aanbodurve liggen. In dat geval zal, wat ook de ligging van de vraagurve is, de evenwihtsrijs o de markt niet gewijzigd worden. Een horizontale aanbodurve komt overeen met ε =. nderzijds zal een vershuiving van het aanbod bij een horizontale vraag evenmin een invloed hebben o de marktrijs, wat ook de ligging van de aanbodurve is. Een horizontale vraagurve heeft overal ε =. 3. Conlusie : het effet o de evenwihtsrijs van rijst zal kleiner zijn naarmate ε en ε groter worden. Het antwoord is b. a) - b) Het marktevenwiht wordt gevonden waar de vraag gelijk is aan het aanbod : = 200 0,02 = ,02 0,04 = 50 = 250. en = 75. ) De rijs die de vragers wensen te betalen, vinden we door = 60 in te vullen in de inverse vraagfuntie : = = = De vergoeding die de jagers vragen om een olifant aan te bieden, vinden we door = 60 in te vullen in de inverse aanbodfuntie : = = = 500. d) De vergunningen zullen verhandeld worden tegen een rijs van.500. We weten dat de koers bereid zijn in totaal uit te geven voor een olifant. Wanneer ze verliht worden 500 te betalen voor een vergunning, dan zullen ze bereid zijn maximaal 500 (= ) te betalen aan een jager om een olifant te shieten.

7 HOOFDSTUK 3: raag en aanbod in werking 7 e) De overheid zou hetzelfde resultaat kunnen verkrijgen d.m.v. een belasting er olifant gelijk aan De belasting wordt verhoudingsgewijze het meest gedragen door die artij (vrager of aanbieder), die het minst gevoelig is voor rijswijzigingen. Naarmate de rijselastiiteit van het aanbod dus kleiner wordt en/of de absolute waarde van de rijselastiiteit van de vraag groter, zal de aanbieder een groter deel van de belasting moeten dragen. Het antwoord is ). 5. juist/fout 6. a) Juist. Een gedeelte van de belasting zal afgewenteld worden o de roduent omdat zowel de vraag als het aanbod normaal verloen (d.w.z. niet horizontaal of vertiaal). b) Juist. Het goed wordt gesubsidieerd en deze subsidie wordt verdeeld onder de vragers en de aanbieders, o grond van de rijsgevoeligheid van vraag en aanbod. De roduent ontvangt méér dan de rijs die hij kreeg vóór de subsidie (d.w.z. de roduentenrijs stijgt). De onsument moet minder betalen dan de rijs die hij moest betalen vóór de subsidie (d.w.z. de onsumentenrijs daalt). ) Fout. De vragers zijn helemaal niet rijsgevoelig. Zij zullen dus de volledige belasting moeten dragen. De roduenten zullen de volledige belasting afwentelen o de onsumenten. De slogan zou wel juist zijn, indien de vraag erfet rijselastish was. In dat geval zouden de roduenten de belasting volledig dragen. a) Het marktevenwiht vinden we waar de vraag gelijk is aan het aanbod. Bij afwezigheid van overheidsinmenging imlieert dit ook dat de onsumentenrijs en de roduentenrijs gelijk zijn aan de marktrijs ( = = ) : = 40 2 = 5 3 = 45 = 5 en = 0. b) We krijgen het volgende stelsel van vergelijkingen : = 5 = 40 2 = = + t De aanbodvergelijking verandert niet ( = ). De subsidie toegekend aan de onsument ( t < 0 ) leidt ehter wel tot een nieuwe vraagfuntie : ' = = ( + t) ) De overheid wil de hoeveelheid verdubbelen tot = 20. We krijgen dan de volgende vergelijkingen : = = 20 = 5 ' = t ( ) Hieruit volgen = 25 en t = 5. De subsidie er eenheid onsumtie bedraagt dus 5. d) De onsumentenrijs vóór overheidsingrijen is 0 = 5. De onsumentenrijs ná overheidsingrijen is = 0. De afwentelingsgraad naar de onsument is : 0 = = 33%. 5 De afwentelingsgraad naar de roduent bedraagt : 0 = = 67%. 5 De uitgaven voor de shatkist zijn gelijk aan 5 20 = 300.

8 HOOFDSTUK 3: raag en aanbod in werking 8 7. Gegeven : ε = 3; ε = 3; = 30; = 30. ls eerste sta tot de olossing moeten we de funtievoorshriften van de vraag en het aanbod terugvinden. ls tweede sta wordt dan het nieuwe marktevenwiht berekend, ná de toekenning van een subsidie van 0,5 euro er eenheid rodutie. i) De algemene uitdrukking van de vraagrehte is : = a + b, waarbij a en b resetievelijk het interet en de helling van de vraagrehte voorstellen. We weten dat de ligging van een rehte volledig beaald is (m.a.w. we kunnen a en b bealen), wanneer we één unt en de, = 30, 30 is zo een unt o de helling van de rehte kennen. Het evenwihtsunt ( ) ( ) vraagrehte. erder kunnen we uit de rijselastiiteit van de vraag in het marktevenwiht de helling van de vraagrehte halen d = b. We beginnen met de helling : d ε d d = = 3 = 3 = 3 30 = 3 b = 3. d d 30 We hebben dus = a 3. De waarde van a vinden we nu door de evenwihtsrijs en de evenwihtshoeveelheid in deze vergelijking in te vullen en o te lossen naar a : a = + 3 a = = 20. Het funtievoorshrift van de vraagvergelijking luidt dan = O een analoge wijze wordt het funtievoorshrift van de aanbodrehte gezoht. De algemene uitdrukking van de aanbodrehte is : = + d. De helling van de aanbodrehte ε d d d d = = + 3 = + 3 = = + 3 d = + 3. d d 30 = d halen we uit de rijselastiiteit van het aanbod : We hebben dus = + 3. De waarde van vinden we nu door de evenwihtsrijs en de evenwihtshoeveelheid in deze vergelijking in te vullen en o te lossen naar : = 3 = = 60. Het funtievoorshrift van de aanbodvergelijking luidt dan = Bij wijze van ontrole berekenen we aan de hand van de gevonden funtievoorshriften het marktevenwiht : = 20 3 = = 80 = 30 en = 30. Dit is inderdaad het marktevenwiht zoals in de ogave vermeld. ii) In de tweede sta wordt de subsidie van 0,5 euro er eenheid rodutie toegekend t = 0, 5. Dit levert het volgende stelsel van vergelijkingen o : ( ) = 20 3 = = = t Het gaat om een subsidie die toegekend wordt aan de roduent, dus we hershrijven de aanbodfuntie als : ( ) ( ( )) ' = t = , 5 = , 5 = 58, 5+ 3.

9 HOOFDSTUK 3: raag en aanbod in werking 9 8. Fout 9. a. Het nieuwe marktevenwiht wordt dan gevonden waar : ' 78, 5 = 20 3 = 58, = 78, 5 = = 29, 75 = 6 Noot : Een kortere, meer intuïtieve olossing is mogelijk. Uit de ogave blijkt duidelijk dat de rijselastiiteit van het aanbod gelijk is aan de absolute waarde van de rijselastiiteit van de vraag. Dat betekent dat de last/baat van een overheidsingrijen (belasting/subsidie) gelijk verdeeld zal worden over beide artijen. In dit geval gaat het over een subsidie van 0,5 euro er gerodueerde eenheid. Die subsidie wordt gelijk verdeeld, wat betekent dat de vragers en de aanbieders elk 0,25 euro er eenheid ontvangen. In het oorsronkelijke evenwiht diende de onsument een rijs van 30 euro er eenheid te betalen. Bijgevolg zal hij ná de toekenning van de subsidie 30-0,25 = 29,75 euro moeten betalen. 0. d.. De rijs stijgt. 2. Het aanbodovershot is a) = 5. b) raagovershot = a a a) = 4 en = 2. ' b) = ) = en 3, = d) Obrengst = t =, 5 =, e) = = 67%.,5,5 20. f) - g) Kleiner. De roduent zou de volledige belasting voor zijn rekening nemen. h) Zelfde resultaat als in d). a) = 2 en =. 2 b) = , ' = ( + t). ) t = 4

10 HOOFDSTUK 3: raag en aanbod in werking 0 d) onsumentendeel : 73%; roduentendeel : 27%

HOOFDSTUK 2: OEFENINGEN

HOOFDSTUK 2: OEFENINGEN HOOFDSTUK 2: OEFENINGEN. Bij welke marktvorm is de individuele vraag tevens de marktvraag en is het individuele aanbod tevens het marktaanbod? a) Bij een bilateraal monoolie. b) Bij een monoolie. c) Bij

Nadere informatie

Extra oefeningen: Prijselasticiteit van de gevraagde hoeveelheid

Extra oefeningen: Prijselasticiteit van de gevraagde hoeveelheid Extra oefeningen: Prijselasticiteit van de gevraagde hoeveelheid Oefening 1: Een handelaar verkoot tijdens de maand mei 500 eenheden van zijn roduct aan een rijs van 20 EUR. Hij zou zijn verkochte hoeveelheid

Nadere informatie

Herhalingsoefeningen Thema 1: Perfect competitieve markten

Herhalingsoefeningen Thema 1: Perfect competitieve markten Herhalingsoefeningen Thema 1: Perfect competitieve markten Oefening 1: De overheid treedt onder druk van milieugroepen op tegen vervuilende ondernemingen en legt de ondernemingen een belasting per eenheid

Nadere informatie

Extra opgaven hoofdstuk 3

Extra opgaven hoofdstuk 3 Extra ogaven hoofdstuk 3 Ogave 1 Gegeven is de rijselasticiteit van de vraag naar goed X alsε 0,. Bij een toename van de rijs van X met 1% zal de gevraagde hoeveelheid van X met: a. meer dan 1% toenemen;

Nadere informatie

PW3: Overheidsinterventies. Oefening 1: Gegeven zijn vraag- en aanbodvergelijkingen op een markt gekenmerkt door volkomen concurrentie:

PW3: Overheidsinterventies. Oefening 1: Gegeven zijn vraag- en aanbodvergelijkingen op een markt gekenmerkt door volkomen concurrentie: PW: Overheidsinterventies Oefening : Gegeven zijn vraag- en aanbodvergelijkingen o een markt gekenmerkt door volkomen concurrentie: 40 0 a. Bereken de evenwichtsrijs en de evenwichtshoeveelheid o deze

Nadere informatie

HOOFDSTUK 4: OEFENINGEN

HOOFDSTUK 4: OEFENINGEN HOOFDSTUK 4: OEFENINGEN Is onderstaande bewering juist of fout? Geef een korte verklaring bij je antwoord Kruiselingse elasticiteiten meten de rocentuele wijziging in de vraag naar een goed ten gevolge

Nadere informatie

Vraag en aanbod. Vraag en aanbod Hoeveelheid (q)

Vraag en aanbod. Vraag en aanbod Hoeveelheid (q) Vraag en aanbod In de les (zie je nota s) hebben we aan de hand van een voorbeeld (aardbeien) aangetoond hoe we tot grafische voorstelling van vraag en aanbod komen. De rijs () wordt steeds o de Y-as (verticale

Nadere informatie

Colhaize Goede service Lage prijs Goede service (A,8) (6,B) Lage prijs (8,C) (D,5)

Colhaize Goede service Lage prijs Goede service (A,8) (6,B) Lage prijs (8,C) (D,5) raag O de markt voor levensmiddelen zijn twee bedrijven actief, Delruyt en Colhaize. Om otentiële klanten te overtuigen om voor hun winkel te kiezen, kunnen beide bedrijven voor twee strategieën oteren.

Nadere informatie

Het opstellen van een lineaire formule.

Het opstellen van een lineaire formule. Het opstellen van een lineaire formule. Gegeven is onderstaande lineaire grafiek (lijn b). Van deze grafiek willen wij de lineaire formule weten. Met deze formule kunnen we gaan rekenen. Je kan geen lineaire

Nadere informatie

PW EXTRA: Remediëringstaak

PW EXTRA: Remediëringstaak Naam: Nummer: Klas: 5 ECMT-ECWI PW EXTR: Remediëringstaak Lkr.: R. De Wever Herfstvakantie 2016 1. Herstudeer eerst de leerstof economie van Thema 1. 2. Hermaak schriftelijk een selectie van de klassikaal

Nadere informatie

Oefeningen vraag en aanbod

Oefeningen vraag en aanbod Oefeningen vraag en aanbod Oefening 1: Geef grafisch weer welke wijziging de vraag- en/of aanbodcurve zal ondergaan in volgende gevallen (telkens ceteris paribus). a. De productiviteit van een groot aantal

Nadere informatie

Noordhoff Uitgevers bv

Noordhoff Uitgevers bv ladzijde a Het startgetal is en het hellingsgetal is De formule die ij de lijn ast is y De lijn k heeft het zelfde hellingsgetal als de lijn l, dus d De formule is y + 7 e Het hellingsgetal van m is gelijk

Nadere informatie

HT1: Vraag en aanbod - marktevenwicht

HT1: Vraag en aanbod - marktevenwicht Naam: Nummer: HT: Vraag en aanbod - marktevenwicht Klas: 5 ECMT Lkr.: R. De Wever 20 september 202 20 Vraag : (2 ptn) ACTUA: Apple. Wie is de huidige CEO? Tim Cook. 2. Waarom kwam Apple afgelopen week

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO. Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl)

Correctievoorschrift VWO. Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl) Wiskunde A, (nieuwe stijl) Correctievoorschrift VWO Voorbereidend Wetenschaelijk Onderwijs 0 0 Tijdvak Inzenden scores Uiterlijk o 6 juni de scores van de alfabetisch eerste tien kandidaten er school o

Nadere informatie

1 Volledige of volkomen competitieve markten Om te spreken van volkomen concurrentie moeten er 4 voorwaarden vervuld zijn:

1 Volledige of volkomen competitieve markten Om te spreken van volkomen concurrentie moeten er 4 voorwaarden vervuld zijn: Competitieve markten van 6 COMPETITIEVE MARKTEN Marktvormen Welke verschilpunten stel je vast als je het aantal aanbieders en het aantal vragers vergelijkt op volgende markten? a/ Wisselmarkt b/ Markt

Nadere informatie

Oefeningen: Soorten marktvormen + Vraag en Aanbod + Marktevenwicht bij volkomen concurrentie

Oefeningen: Soorten marktvormen + Vraag en Aanbod + Marktevenwicht bij volkomen concurrentie Oefeningen: Soorten marktvormen + Vraag en Aanbod + Marktevenwicht bij volkomen concurrentie Oefening 1: Geef grafisch weer welke wijziging de vraag- en/of aanbodcurve zal ondergaan in volgende gevallen

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde A1-2 vwo 2001-I

Eindexamen wiskunde A1-2 vwo 2001-I Eindexamen wiskunde A- vwo 00-I 4 Antwoordmodel Ogave Contradansen Er zijn mogelijkheden voor elke maat Er zijn dus 8 mogelijke volgordes de conclusie: ja, de bewering is waar Maximumscore 4 Er moet driemaal

Nadere informatie

UIT accijns en btw

UIT accijns en btw Kostprijsverhogende belastingen. Zowel accijnzen als BTW zijn kostprijsverhogende belastingen. Zowel accijnzen als de BTW zijn indirecte belastingen. Ze worden via de tussenhandel geheven en niet direct

Nadere informatie

IJkingstoets burgerlijk ingenieur-architect juli 2018: feedback deel wiskunde

IJkingstoets burgerlijk ingenieur-architect juli 2018: feedback deel wiskunde IJkingstoets burgerlijk ingenieur-architect, feedback deel wiskunde, juli 8 - reeks IJkingstoets burgerlijk ingenieur-architect juli 8: feedback deel wiskunde Positionering ten ozichte van andere deelnemers

Nadere informatie

IJkingstoets burgerlijk ingenieur-architect juli 2018: feedback deel wiskunde

IJkingstoets burgerlijk ingenieur-architect juli 2018: feedback deel wiskunde IJkingstoets burgerlijk ingenieur-architect juli 8: feedback deel wiskunde Positionering ten ozichte van andere deelnemers In totaal namen studenten deel aan de ijkingstoets burgerlijk ingenieur-architect

Nadere informatie

Keuzemenu - Wiskunde en economie

Keuzemenu - Wiskunde en economie 1a a Keuzemenu - Wiskunde en eonomie ladzijde 6 TK( 00) GTK( 00) = = 300 = 71 euro per ezoeker 00 00 TK( 600) 800 = = 71, 33 euro per ezoeker 600 600 TK( 800) 9 00 GTK( 800) = = = 7 euro per ezoeker 800

Nadere informatie

Wiskunde 2 september 2008 versie 1-1 - Dit is een greep (combinatie) van 3 uit 32. De volgorde is niet van belang omdat de drie

Wiskunde 2 september 2008 versie 1-1 - Dit is een greep (combinatie) van 3 uit 32. De volgorde is niet van belang omdat de drie Wiskunde 2 september 2008 versie 1-1 - Op hoeveel verschillende manieren kun je drie zwarte pionnen verdelen over de 32 zwarte velden van een schaakbord? (Neem aan dat op elk veld hooguit één pion staat.)

Nadere informatie

HOOFDSTUK 17: OEFENINGEN

HOOFDSTUK 17: OEFENINGEN 1 HOOFDSTUK 17: OEFENINGEN 1. Antwoord met juist of fout op elk van de onderstaande beweringen. Geef telkens een korte verklaring bij je antwoord. a) Door zijn liquiditeit is geld altijd een uitstekend

Nadere informatie

KOSTPRIJSVERHOGENDE BELASTINGEN. In de onderstaande getallenvoorbeelden gaan we uit van de aanbodfunctie: Qa = 60P

KOSTPRIJSVERHOGENDE BELASTINGEN. In de onderstaande getallenvoorbeelden gaan we uit van de aanbodfunctie: Qa = 60P pdf06 KOSTPRIJSVERHOGENDE BELASTINGEN In de onderstaande getallenvoorbeelden gaan we uit van de aanbodfunctie:. Door aan producenten opgelegde belastingen (bijvoorbeeld accijnzen, invoerrechten, milieuheffingen

Nadere informatie

Oefeningen Producentengedrag

Oefeningen Producentengedrag Oefeningen Producentengedrag Oefening 1: Bij een productie van 10.000 eenheden bedragen de totale kosten van een bedrijf 90.000 EUR. Bij een productie van 12.500 bedragen de totale kosten 96.000 EUR. De

Nadere informatie

Noordhoff Uitgevers bv

Noordhoff Uitgevers bv 90 6 Differentiëren bladzijde a f ( ) b p ( q) q + 0q dk p, dp a gt () tt ( t ) t 6t, g () t 6t t b k ( u )( u + ) u + u u u, d k u 6 a f( ), f ( ) 0 0 6 b g ( ) +, g ( ) h ( ) ( ), h ( ) a A t + t ( )

Nadere informatie

HOOFDSTUK 21: OEFENINGEN

HOOFDSTUK 21: OEFENINGEN 1 HOOFDSTUK 21: OEFENINGEN 1 In een gesloten economie zonder overheid, en waar de ondernemingen niet afschrijven noch winst reserveren, geldt : BNP = Y = consumptie + investeringen, BNP = Y = consumptie

Nadere informatie

Wiskundige toepassingen bij Thermodynamica - 1 WISKUNDE. toegepast bij THERMODYNAMICA

Wiskundige toepassingen bij Thermodynamica - 1 WISKUNDE. toegepast bij THERMODYNAMICA iskudige toeassige bij Thermodyamia - ISKUNDE toegeast bij THERMODYNAMICA iskudige toeassige bij Thermodyamia - INTEGRATIETECHNIEKEN Toeassigsvoorbeeld - Het ogeome vermoge va ee omressor Beshouw oderstaad

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO. Wiskunde A Experimenteel (oude stijl) Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs. Tijdvak 1. Begin WVA011ES.

Correctievoorschrift VWO. Wiskunde A Experimenteel (oude stijl) Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs. Tijdvak 1. Begin WVA011ES. Wiskunde A Exerimenteel (oude stijl) Correctievoorschrift VWO Voorbereidend Wetenschaelijk Onderwijs 0 0 Tijdvak WVA0ES.CRV Begin Regels voor de beoordeling Het werk van de kandidaten wordt beoordeeld

Nadere informatie

Inleiding tot de economie (HIR(b)) VERBETERING Test 14 november 2008 1

Inleiding tot de economie (HIR(b)) VERBETERING Test 14 november 2008 1 Inleiding tot de economie (HIR(b)) VERBETERING Test 14 november 2008 1 Vraag 1 (H1-14) Een schoenmaker heeft een paar schoenen gerepareerd en de klant betaalt voor deze reparatie 16 euro. De schoenmaker

Nadere informatie

HOOFDSTUK 19: OEFENINGEN

HOOFDSTUK 19: OEFENINGEN 1 HOOFDSTUK 19: OEFENINGEN 1. Op de beurs van New York worden de volgende koersen genoteerd : 100 JPY = 0,8 USD ; 1 GBP = 1,75 USD en 1 euro = 0,9273 USD. In Tokyo is de notering 1 USD = 140 JPY. In Londen

Nadere informatie

HOOFDSTUK 14: OEFENINGEN

HOOFDSTUK 14: OEFENINGEN 1 HOOFDSTUK 14: OEFENINGEN 1. Antwoord met juist of fout op elk van de onderstaande beweringen. Geef telkens een korte a) Indien een Amerikaans toerist op de Grote Markt van Brussel een Deens bier drinkt,

Nadere informatie

Calculus I, 19/10/2015

Calculus I, 19/10/2015 Calculus I, 9/0/05. a Toon aan dat de rationale functie f = 3 + 3 + voor alle 0 bekomen wordt via volgende procedure: Start met een gelijkbenige rechthoekige driehoek OAB, met B het punt, 0 op de -as,

Nadere informatie

Zomercursus Wiskunde. Katholieke Universiteit Leuven Groep Wetenschap & Technologie. September 2008

Zomercursus Wiskunde. Katholieke Universiteit Leuven Groep Wetenschap & Technologie. September 2008 Katholieke Universiteit Leuven September 2008 Limieten en asymptoten van rationale functies (versie juli 2008) Rationale functies. Inleiding Functies als f : 5 5, f 2 : 2 3 + 2 f 3 : 32 + 7 4 en f 4 :

Nadere informatie

1.1 Lineaire vergelijkingen [1]

1.1 Lineaire vergelijkingen [1] 1.1 Lineaire vergelijkingen [1] Voorbeeld: Los de vergelijking 4x + 3 = 2x + 11 op. Om deze vergelijking op te lossen moet nu een x gevonden worden zodat 4x + 3 gelijk wordt aan 2x + 11. = x kg = 1 kg

Nadere informatie

1 Weergave van de voorkeurordening door een nutsfunctie. bundel is beter dan bundel, bundel is even goed als bundel, bundel is slechter dan bundel.

1 Weergave van de voorkeurordening door een nutsfunctie. bundel is beter dan bundel, bundel is even goed als bundel, bundel is slechter dan bundel. Bijlage 6A Wiskundige bijlage In deze bijlage leiden we de evenwichtsvoorwaarde van de consument af o een algemene wiskundige manier. Daartoe vertalen we de voorkeurordening eerst naar een wiskundige weergave,

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO. wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Correctievoorschrift VWO. wiskunde B1,2 (nieuwe stijl) wiskunde B, (nieuwe stijl) Correctievoorschrift VWO Voorbereidend Wetenschaelijk Onderwijs 0 04 Tijdvak inzenden scores Verwerk de scores van de alfabetisch eerste vijf kandidaten er school in het rogramma

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO

Correctievoorschrift VWO Correctievoorschrift VWO tijdvak oud rogramma wiskunde B Het correctievoorschrift bestaat uit: Regels voor de beoordeling Algemene regels 3 Vaksecifieke regels Beoordelingsmodel Inzenden scores Regels

Nadere informatie

Tentamen ConstructieMechanica 4 11 april 2016 BEKNOPTE ANTWOORDEN

Tentamen ConstructieMechanica 4 11 april 2016 BEKNOPTE ANTWOORDEN BEKNOPTE ANTWOORDEN Ogave Hieronder zijn de gevraagde invloedslijnen a) t/m e) geconstrueerd en f) en g) geschetst. De geldende afsraken voor ositieve krachtsgrootheden zijn aangehouden. A S B E C S D

Nadere informatie

Correctiemodel. Vergelijkingen oplossen. x = 12 1punt. x = 0,86 1punt. x = 25 = 5 1punt. x = 144 = 12 1punt

Correctiemodel. Vergelijkingen oplossen. x = 12 1punt. x = 0,86 1punt. x = 25 = 5 1punt. x = 144 = 12 1punt Correctiemodel T4 Deze tussentoets bestaat uit 23 onderdelen. Geef bij elke odracht een duidelijke uitleg of berekening. Je mag een rekenmachine gebruiken. Veel succes! Vergelijkingen olossen Los de volgende

Nadere informatie

auteursrechtelijk beschermd materiaal OPLOSSINGEN OEFENINGEN HOOFDSTUK 7

auteursrechtelijk beschermd materiaal OPLOSSINGEN OEFENINGEN HOOFDSTUK 7 OPLOSSINGEN OEFENINGEN HOOFDSTUK 7 Open vragen OEFENING 1 Consumptietheorie Nutsfunctie Budgetrechte Indifferentiecurve Marginale substitutievoet Marginaal nut Inkomenseffect Productietheorie Productiefunctie

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO. wiskunde B1 (nieuwe stijl)

Correctievoorschrift VWO. wiskunde B1 (nieuwe stijl) wiskunde B (nieuwe stijl) Correctievoorschrift VWO Voorbereidend Wetenschaelijk Onderwijs 0 04 Tijdvak inzenden scores Verwerk de scores van de alfabetisch eerste vijf kandidaten er school in het rogramma

Nadere informatie

Grafieken Economie Hoofdstuk 7

Grafieken Economie Hoofdstuk 7 Economie: Grafieken Hoofdstuk 7 1 Inhoud Grafieken Economie Hoofdstuk 7 door ieter Nobels ONDERNEMERSGEDRG BIJ OLKOMEN CONCURRENTIE... 3 GLOBL MRKTEENWICHT... 3 ERSCHUIINGEN N RG- EN NBODCURE (GLOBLE MRKT)...

Nadere informatie

Concrete markt: vragers, aanbieders, product op een bepaalde plaats. Abstracte markt: vraag en aanbod bepalen de prijs (denkmodel)

Concrete markt: vragers, aanbieders, product op een bepaalde plaats. Abstracte markt: vraag en aanbod bepalen de prijs (denkmodel) Concrete markt: vragers, aanbieders, roduct o een beaalde laats. Abstracte markt: vraag en aanbod bealen de rijs (denkmodel) Kenmerken: Veel aanbieders Homogeen goed Volkomen concurrentie vwo 5 herhaling

Nadere informatie

Aan de slag met de nieuwe leerplannen fysica 2 de graad ASO

Aan de slag met de nieuwe leerplannen fysica 2 de graad ASO Aan de slag met de nieuwe leerplannen fysica 2 de graad ASO M. De Cock, G. Janssens, J. Vanhaecht zaterdag 17 november 2012 Specifieke Lerarenopleiding Natuurwetenschappen: Fysica http://fys.kuleuven.be/alon

Nadere informatie

2.1 Lineaire functies [1]

2.1 Lineaire functies [1] 2.1 Lineaire functies [1] De lijn heeft een helling (richtingscoëfficiënt) van 1; De lijn gaat in het punt (0,2) door de y-as; In het plaatje is de lijn y = x + 2 getekend. Omdat de grafiek een rechte

Nadere informatie

Onderneming en omgeving - Economisch gereedschap

Onderneming en omgeving - Economisch gereedschap Onderneming en omgeving - Economisch gereedschap 1 Rekenen met procenten, basispunten en procentpunten... 1 2 Werken met indexcijfers... 3 3 Grafieken maken en lezen... 5 4a Tweedegraads functie: de parabool...

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 - Functies en de rekenmachine

Hoofdstuk 1 - Functies en de rekenmachine Hoofdstuk - Funties en de rekenmahine Voorkennis: Funties ladzijde V-a De formule is T = + 00, d Je moet oplossen + 00, d = dus dan geldt 00, d = en dan is d = : 00, 77 m V-a f( ) = = 0en f( ) = ( ) (

Nadere informatie

natuurkunde vwo 2017-I

natuurkunde vwo 2017-I natuurkunde vwo 07-I Cessna 4 maximumscore 5 uitkomst: α = 7,8 voorbeeld van een berekening: In verticale richting geldt: F = Fz = mg = 70 9,8= 6,965 0 N. De motorkracht kan berekend worden met behulp

Nadere informatie

Extra opgaven hoofdstuk 15

Extra opgaven hoofdstuk 15 Extra opgaven hoofdstuk 15 Opgave 1 Veronderstel dat de oliemarkt wordt beschreven door het onderstaande model (1) q v = 20 p + 16.000 p prijs per vat olie in euro s (2) q a = 20 p q v, q a aangeboden,

Nadere informatie

Praktische opdracht Wiskunde A Formules

Praktische opdracht Wiskunde A Formules Praktische opdracht Wiskunde A Formules Praktische-opdracht door een scholier 2482 woorden 15 juni 2006 5,5 40 keer beoordeeld Vak Wiskunde A Inleiding Formules komen veel voor in de economie, wiskunde,

Nadere informatie

wiskunde A pilot vwo 2016-II

wiskunde A pilot vwo 2016-II SMOG-index maximumscore 3 De tekst bestaat uit 3 zinnen, dus Z = 3 S =, 04 4 + 3,9 3 Het antwoord: 5 maximumscore 4 Er moet gelden: 0,85M M Z az a = =,76 0,85 Het antwoord: 8(%) ( nauwkeuriger) Een aanpak,

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde A1,2 Compex. Vragen 11 tot en met 17. In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer wel wordt gebruikt.

Examen VWO. wiskunde A1,2 Compex. Vragen 11 tot en met 17. In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer wel wordt gebruikt. Examen VWO 2008 tijdvak 1 maandag 19 mei totale examentijd 3 uur wiskunde A1,2 Compex Vragen 11 tot en met 17 In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer wel wordt gebruikt. Bij dit

Nadere informatie

Zomercursus Wiskunde. Module 4 Limieten en asymptoten van rationale functies (versie 22 augustus 2011)

Zomercursus Wiskunde. Module 4 Limieten en asymptoten van rationale functies (versie 22 augustus 2011) Katholieke Universiteit Leuven September 20 Module 4 Limieten en asymptoten van rationale functies (versie 22 augustus 20) Inhoudsopgave Rationale functies. Inleiding....................................2

Nadere informatie

1. De productiemogelijkhedencurve van een land verschuift naar boven. Waardoor kan dit verklaard worden?

1. De productiemogelijkhedencurve van een land verschuift naar boven. Waardoor kan dit verklaard worden? 1. De productiemogelijkhedencurve van een land verschuift naar boven. Waardoor kan dit verklaard worden?. een daling van het aantal werklozen B. een toename van de emigratie uit het betreffende land. de

Nadere informatie

Proeftentamen met uitwerking

Proeftentamen met uitwerking Wiskundige Economie A, academisch jaar 006-007, blok 3 Proeftentamen met uiterking Dit roeftentamen bestaat uit vier ogaven Als dit roeftentamen een echt tentamen zou zijn, zouden de ogaven een gelijk

Nadere informatie

EERSTE AFGELEIDE TWEEDE AFGELEIDE

EERSTE AFGELEIDE TWEEDE AFGELEIDE Lesrief EERSTE AFGELEIDE etreme waarden raaklijn normaal TWEEDE AFGELEIDE uigpunten 6/7Np GGHM03 Inleiding Met ehulp van de grafische rekenmachine kun je snel zien of de grafiek daalt of stijgt. Het horizontaal

Nadere informatie

Concrete markt: vragers, aanbieders, product op een bepaalde plaats.

Concrete markt: vragers, aanbieders, product op een bepaalde plaats. Concrete markt: vragers, aanbieders, roduct o een beaalde laats. Abstracte markt: vraag en aanbod bealen de rijs (denkmodel) Volkomen concurrentie Kenmerken: Veel aanbieders Homogeen goed Transarante markt

Nadere informatie

6 Geaggregeerde vraag en geaggregeerd aanbod

6 Geaggregeerde vraag en geaggregeerd aanbod 6 Geaggregeerde vraag en geaggregeerd aanbod Opgave 1 a Noem vier factoren die bij een gegeven prijsniveau tot een verandering van de Effectieve Vraag kunnen leiden. b Met welke (macro-economische) instrumenten

Nadere informatie

Compex wiskunde A1-2 vwo 2004-I

Compex wiskunde A1-2 vwo 2004-I KoersSprint In deze opgave gebruiken we enkele Excelbestanden. Het kan zijn dat de uitkomsten van de berekeningen in de bestanden iets verschillen van de exacte waarden door afrondingen. Verder kunnen

Nadere informatie

5.1 Lineaire formules [1]

5.1 Lineaire formules [1] 5.1 Lineaire formules [1] Voorbeeld : Teken de grafiek van y = 1½x - 3 Stap 1: Maak een tabel met twee coördinaten van deze lijn: x 0 2 y -3 0 Stap 2: Teken de twee punten en de grafiek: 1 5.1 Lineaire

Nadere informatie

UIT grafische elasticiteiten

UIT grafische elasticiteiten Elasticiteiten lezen uit grafieken. Een prijselasticiteit van de gevraagde hoeveelheid beschrijft het effect van een prijsverandering op de gevraagde hoeveelheid van dat product. De betalingsbereidheid

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO. Wiskunde B (oude stijl) Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs. Tijdvak CV20 Begin

Correctievoorschrift VWO. Wiskunde B (oude stijl) Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs. Tijdvak CV20 Begin Wiskunde B (oude stijl) Correctievoorschrift VWO Voorbereidend Wetenschaelijk Onderwijs 0 0 Tijdvak 0000 CV0 Begin Regels voor de beoordeling Het werk van de kandidaten wordt beoordeeld met inachtneming

Nadere informatie

Wiskunde - MBO Niveau 4. Eerste- en tweedegraads verbanden

Wiskunde - MBO Niveau 4. Eerste- en tweedegraads verbanden Wiskunde - MBO Niveau 4 Eerste- en tweedegraads verbanden OPLEIDING: Noorderpoort MBO Niveau 4 DOCENT: H.J. Riksen LEERJAAR: Leerjaar 1 - Periode 2 UITGAVE: 2018/2019 Wiskunde - MBO Niveau 4 Eerste- en

Nadere informatie

Oefeningen op monopolie

Oefeningen op monopolie Oefeningen op monopolie Oefening : De NV Imolex brengt als enige onderneming het product Mico op de markt. Met de op korte termijn gegeven productiecapaciteit kunnen maximaal 5.000 eenheden per maand worden

Nadere informatie

Hoofdstuk 6 - Periodieke functies

Hoofdstuk 6 - Periodieke functies Hoofdstuk - Periodieke funties Voorkennis: Sinusfunties ladzijde V-a De omtrek van de eenheidsirkel is. Hierij hoort een hoek van zowel radialen als 0. Dus 80 komt overeen met radialen. graden 0 0 4 0

Nadere informatie

Basiskennistoets wiskunde

Basiskennistoets wiskunde Lkr.: R. De Wever Geen rekendoos toegelaten Basiskennistoets wiskunde Klas: 6 WEWI 1 september 015 0 Vraag 1: Een lokaal extremum (minimum of maximum) wordt bereikt door een functie wanneer de eerste afgeleide

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde A1 Compex. Vragen 12 tot en met 17. In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer wel wordt gebruikt.

Examen VWO. wiskunde A1 Compex. Vragen 12 tot en met 17. In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer wel wordt gebruikt. Examen VWO 2008 tijdvak 1 maandag 19 mei totale examentijd 3 uur wiskunde A1 Compex Vragen 12 tot en met 17 In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer wel wordt gebruikt. Het gehele

Nadere informatie

HT3: Vraag en aanbod

HT3: Vraag en aanbod Lkr.: R. De Wever Naam: Nummer: HT3: Vraag en aanbod Klas: 3 ECA1 28 oktober 2016 25 Vraag 1: (6 ptn) Noteer voor elk van onderstaande uitspraken door welke grafiek (1 tot en met 8) ze worden weergegeven.

Nadere informatie

toelatingsexamen-geneeskunde.be Gebaseerd op nota s tijdens het examen, daarom worden niet altijd antwoordmogelijkheden vermeld.

toelatingsexamen-geneeskunde.be Gebaseerd op nota s tijdens het examen, daarom worden niet altijd antwoordmogelijkheden vermeld. Wiskunde juli 2009 Laatste aanpassing: 29 juli 2009. Gebaseerd op nota s tijdens het examen, daarom worden niet altijd antwoordmogelijkheden vermeld. Vraag 1 Wat is de top van deze parabool 2 2. Vraag

Nadere informatie

Hoofdstuk 1: Vraag en aanbod

Hoofdstuk 1: Vraag en aanbod Hoofdstuk 1: Vraag en aanbod 1. Voorbeeld We bevinden ons op een markt van groenten en fruit (aardbeien, sla, bloemkolen, champignons, asperges, tomaten, ). De prijzen van deze goederen variëren sterk

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 altijd toekennen Bij een lagere prijs

Nadere informatie

wiskunde A havo 2018-II

wiskunde A havo 2018-II Voedingsmiddelen maximumscore 3 Het indexcijfer an lees in 2006 is 09 9 De rocentuele erandering in deze eriode is 00(%) 09 Het antwoord: 8(%) Het indexcijfer an lees in 2006 is 09 Het indexcijfer an lees

Nadere informatie

Noordhoff Uitgevers bv

Noordhoff Uitgevers bv Hoofdstuk - Wortels Hoofdstuk - Wortels Voorkennis V- zijde vierkant in m oppervlakte vierkant in m 9 V- = = = = = 7 = 9 = 7 = 89 = 9 8 = = 9 8 = = 9 = 8 = 9 9 = = 0 = 00 = 0 = 00 V-a = 9 = b 7 = 9 = 9

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde C vwo I

Eindexamen wiskunde C vwo I Eindexamen wiskunde C vwo 2 - I Beoordelingsmodel Verzekering maximumscore 3 De groeifactor per jaar is,45 4 De kosten in 244 zijn 47 (,45) Het antwoord: 27 337 (euro) 2 maximumscore 3 De kosten voor levensonderhoud

Nadere informatie

Wiskunde - MBO Niveau 4. Eerste- en tweedegraads verbanden

Wiskunde - MBO Niveau 4. Eerste- en tweedegraads verbanden Wiskunde - MBO Niveau 4 Eerste- en tweedegraads verbanden OPLEIDING: Noorderpoort MBO Niveau 4 DOCENT: H.J. Riksen LEERJAAR: Leerjaar 1 - Periode 2 UITGAVE: 2018/2019 Wiskunde - MBO Niveau 4 Eerste- en

Nadere informatie

Hoofdstuk 7 - veranderingen. getal & ruimte HAVO wiskunde A deel 2

Hoofdstuk 7 - veranderingen. getal & ruimte HAVO wiskunde A deel 2 Hoofdstuk 7 - veranderingen getal & ruimte HAVO wiskunde A deel 2 0. voorkennis Plotten, schetsen en tekenen Een grafiek plotten Een grafiek schetsen Een grafiek tekenen Na het invoeren van de formule

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 - Periodieke bewegingen

Hoofdstuk 2 - Periodieke bewegingen Hoofdstuk - Periodieke ewegingen Voorkennis: Sinusoïden ladzijde 6 ( ) en D (,) V-a A,, B,, C, Via Interset vind je de snijpunten van = sin x en = x, 6 x, 5 of x, 67 Bij een vershuiving van eenheden naar

Nadere informatie

Wiskunde - MBO Niveau 4. Eerste- en tweedegraads verbanden

Wiskunde - MBO Niveau 4. Eerste- en tweedegraads verbanden Wiskunde - MBO Niveau 4 Eerste- en tweedegraads verbanden OPLEIDING: Noorderpoort MBO Niveau 4 DOCENT: H.J. Riksen LEERJAAR: Leerjaar 1 - Periode 2 UITGAVE: 2018/2019 Wiskunde - MBO Niveau 4 Eerste- en

Nadere informatie

WISNET-HBO NHL update jan. 2009

WISNET-HBO NHL update jan. 2009 Tweedegraadsfuncties Parabolen maken WISNET-HBO NHL update jan. 2009 Inleiding In deze les leer je wat systeem brengen in het snel herkennen van tweedegraadsfuncties. Een paar handige trucjes voor het

Nadere informatie

Kangoeroewedstrijd editie Wallabie: jaargang 2012, probleem 1. c Vlaamse Wiskunde Olympiade vzw

Kangoeroewedstrijd editie Wallabie: jaargang 2012, probleem 1. c Vlaamse Wiskunde Olympiade vzw . Bij een weerspiegeling in het water staat een beeld op zijn kop. ntwoord is dus zeker fout. De stand van de maan ten opzichte van de boom moet dezelfde blijven. Zo moet de holle kant van de maan het

Nadere informatie

Hoofdstuk 5: TABELLEN

Hoofdstuk 5: TABELLEN Hoofdstuk 5: TABELLEN 1. Wat moet ik leren? (handboek p. 172-201 5.1 Tabellen en staafdiagrammen 1 / 6 H4 Tabellen, staafdiagrammen en grafieken 5.2 Grafieken lezen Een grafiek en een staafdiagram herkennen.

Nadere informatie

Oefening 4.3. Zoek een positief natuurlijk getal zodanig dat de helft een kwadraat is, een derde is een derdemacht en een vijfde is een vijfdemacht.

Oefening 4.3. Zoek een positief natuurlijk getal zodanig dat de helft een kwadraat is, een derde is een derdemacht en een vijfde is een vijfdemacht. 4 Modulair rekenen Oefening 4.1. Merk op dat 2 5 9 2 = 2592. Bestaat er een ander getal van de vorm 25ab dat gelijk is aan 2 5 a b? (Met 25ab bedoelen we een getal waarvan a het cijfer voor de tientallen

Nadere informatie

de Wageningse Methode Antwoorden H23 VERBANDEN HAVO 1

de Wageningse Methode Antwoorden H23 VERBANDEN HAVO 1 H23 VERBANDEN HAVO 230 INTRO f a - De oven- en ondergrens van de aeroe zone 2 Op plaats 503 23 VERBANDEN IN DE PRAKTIJK 3 a km d k = 30 t + 0 e k = 30 t + 20 g Het uurtarief epaalt de helling van de grafiek

Nadere informatie

Examen HAVO. wiskunde B1

Examen HAVO. wiskunde B1 wiskunde B1 Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Vrijdag 19 mei 13.30 16.30 uur 0 06 Voor dit examen zijn maximaal 83 unten te behalen; het examen bestaat uit 3 vragen. Voor elk vraagnummer

Nadere informatie

wiskunde A vwo 2016-II

wiskunde A vwo 2016-II wiskunde A vwo 06-II Hittegolven in Nederland maximumscore 3 Uit de tabel: er waren 354 hittegolfdagen De periode 9-03 beslaat 37 595 dagen De kans is 0,9% ( nauwkeuriger) (gevolgd door een passende conclusie)

Nadere informatie

Boek: A deel 1; A deel2; A deel 3 Hoofdstukken: 3, 5, 10

Boek: A deel 1; A deel2; A deel 3 Hoofdstukken: 3, 5, 10 5 havo Wiskunde A 11 januari 2010 PTA 2 Boek: A deel 1; A deel2; A deel 3 Hoofdstukken: 3, 5, 10 Houd er rekening mee, dat aan een antwoord alleen in het algemeen geen punten worden toegekend wanneer een

Nadere informatie

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 vrijdag 17 mei uur

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 vrijdag 17 mei uur Eamen HAVO 013 tijdvak 1 vrijdag 17 mei 13.30-16.30 uur wiskunde B (pilot) Dit eamen bestaat uit 17 vragen. Voor dit eamen zijn maimaal 80 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met

Nadere informatie

Examenvragen Hogere Wiskunde I

Examenvragen Hogere Wiskunde I 1 Examenvragen Hogere Wiskunde I Vraag 1. Zij a R willekeurig. Gegeven is dat voor alle r, s Q geldt dat a r+s = a r a s. Bewijs dat voor alle x, y R geldt dat a x+y = a x a y. Vraag 2. Gegeven 2 functies

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 - Gebroken functies

Hoofdstuk 2 - Gebroken functies Wiskunde Leerjaar 3 - periode 3 Hogere machtsverbanden, gebroken functies, eponentiële functies en logaritmen Hoofdstuk 2 - Gebroken functies A. Negatieve eponenten. We kennen de volgende machten en hun

Nadere informatie

I. Vraag en aanbod. Grafisch denken over micro-economische onderwerpen 1 / 6. fig. 1a. fig. 1c. fig. 1b P 4 P 1 P 2 P 3. Q a Q 1 Q 2.

I. Vraag en aanbod. Grafisch denken over micro-economische onderwerpen 1 / 6. fig. 1a. fig. 1c. fig. 1b P 4 P 1 P 2 P 3. Q a Q 1 Q 2. 1 / 6 I. Vraag en aanbod 1 2 fig. 1a 1 2 fig. 1b 4 4 e fig. 1c f _hoog _evenwicht _laag Q 1 Q 2 Qv Figuur 1 laat een collectieve vraaglijn zien. Een punt op de lijn geeft een bepaalde combinatie van de

Nadere informatie

Functies. Verdieping. 6N-3p 2013-2014 gghm

Functies. Verdieping. 6N-3p 2013-2014 gghm Functies Verdieping 6N-p 01-014 gghm Standaardfuncties Hieronder is telkens een standaard functie gegeven. Maak steeds een schets van de bijbehorende grafiek. Je mag de GRM hierbij gebruiken. Y f ( x)

Nadere informatie

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade 1985-1986: Eerste Ronde.

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade 1985-1986: Eerste Ronde. Vlaamse Wiskunde Olmpiade 985-986: Eerste Ronde De eerste ronde bestaat uit 30 meerkeuzevragen Het quoteringsssteem werkt als volgt : een deelnemer start met 30 punten Per goed antwoord krijgt hij of zij

Nadere informatie

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 20 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 20 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Eamen HAV 0 tijdvak woensdag 0 juni 3.30-6.30 uur wiskunde B (pilot) Bij dit eamen hoort een uitwerkbijlage.. Dit eamen bestaat uit 0 vragen. Voor dit eamen zijn maimaal 8 punten te behalen. Voor elk vraagnummer

Nadere informatie

Correctievoorschrift HAVO. Wiskunde A 1,2

Correctievoorschrift HAVO. Wiskunde A 1,2 Wiskunde A, Correctievoorschrift HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs 0 00 Tijdvak Inzenden scores Uiterlijk juni de scores van de alfabetisch eerste tien, maar bij voorkeur vijftien kandidaten per

Nadere informatie

( ) wiskunde B pilot vwo 2016-I. Kettinglijn = 1. Hieruit volgt e = 4. Dus x = ln(4) (of een gelijkwaardige uitdrukking) 1. De y-coördinaat van T is 3

( ) wiskunde B pilot vwo 2016-I. Kettinglijn = 1. Hieruit volgt e = 4. Dus x = ln(4) (of een gelijkwaardige uitdrukking) 1. De y-coördinaat van T is 3 wiskunde B pilot vwo 06-I Vraag Antwoord Sores Kettinglijn maimumsore 4 f' ( ) e e = 4 f' ( ) = 0 geeft 4 e = e Hieruit volgt e = 4 Dus = ln(4) ( een gelijkwaardige uitdrukking) maimumsore 6 De y-oördinaat

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO. Wiskunde B (oude stijl) Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs. Tijdvak 2

Correctievoorschrift VWO. Wiskunde B (oude stijl) Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs. Tijdvak 2 Wiskunde B (oude stijl) Correctievoorschrift VWO Voorbereidend Wetenschaelijk Onderwijs 0 0 Tijdvak 0009 CV0 Begin Voor alle eindeamens, zie www.alleeamens.nl. Voor de erfecte voorbereiding o je eindeamen,

Nadere informatie

Oefening 4.3. Zoek een positief natuurlijk getal zodanig dat de helft een kwadraat is, een derde is een derdemacht en een vijfde is een vijfdemacht.

Oefening 4.3. Zoek een positief natuurlijk getal zodanig dat de helft een kwadraat is, een derde is een derdemacht en een vijfde is een vijfdemacht. 4 Modulair rekenen Oefening 4.1. Merk op dat 2 5 9 2 2592. Bestaat er een ander getal van de vorm 25ab dat gelijk is aan 2 5 a b? (Met 25ab bedoelen we een getal waarvan a het cijfer voor de tientallen

Nadere informatie

Inleiding We hebben gezien uit welke componenten het nationaal product en het nationaal inkomen bestaat.

Inleiding We hebben gezien uit welke componenten het nationaal product en het nationaal inkomen bestaat. Bestedingsevenwicht - 1 van 15 MACRO-ECONOMISCH BESTEDINGSEVENWICHT Welke factoren bepalen de grootte van het nationaal inkomen? Inleiding We hebben gezien uit welke componenten het nationaal product en

Nadere informatie