Canellales Piperales Magnoliales Laurales. Huerteales Brassicales Malvales Sapindales. Cornales Ericales. Garryales Gentianales Solanales Lamiales

Transcriptie

1 Eenzaadlobbigen Commeliniden Magnoliiden Geavanceerde tweezaadlobbigen 18 Fabiden Rosiden Malviden Asteriden Lamiiden Campanuliden Amborellales Nymphaeales Austrobaileyales Acorales Alismatales Petrosaviales Pandanales Dioscoreales Liliales Asparagales Arecales Dasypogonales Poales Commelinales Zingiberales Ceratophyllales Chloranthales Canellales Piperales Magnoliales Laurales Ranunculales Sabiales Proteales Trochodendrales Buxales Gunnerales Berberidopsidales Dilleniales Caryophyllales Santalales Saxifragales Vitales Crossosomatales Geraniales Myrtales Zygophyllales Celastrales Malpighiales Oxalidales Fabales Rosales Cucurbitales Fagales Brassicales Cornales Ericales Garryales Gentianales Solanales Lamiales Aquifoliales Apiales Dipsacales Asterales Een recente ontwikkeling is het Dipentodontaceae in een nieuw hout- en anatomische kenmerke 2 geslachten en 5 soorten van b en samengestelde bladeren, die werden geplaatst. De Dipentod sinicus, een boom uit China en die vroeger in de Violales werd De zijn voor het meren warme streken. Ze hebben vers De bast is nogal eens vezelig, st veel voor. De kroonbladen ligge Ze hebben meestal een lange st De zaden en de binnenkant van bezet. Deze orde omvatte al de Dipterocarpaceae, Bixaceae, Ne Sphaerosepalaceae. De Lindefam Bombacaceae zijn nu opgenom (Malvaceae). De Muntingiaceae afgesplitst. Nieuwkomers in de (Cistaceae), uit de Violales, en d (Thymelaeaceae) uit de Euphorb Cytinaceae (vroeger Rafflesiales ook in deze orde thuis. De meeste soorten in deze orde houtige gewassen, vaak met sam Bixaceae Malvaceae Muntingiaceae Cistaceae Dipterocarpaceae Sarcolaenaceae Sphaerosepalaceae Thymelaeaceae Neuradaceae Sapindaceae Burseraceae Anacardiaceae Kirkiaceae Simaroubaceae Meliaceae Rutaceae Nitrariaceae Biebersteiniaceae

2 en Een recente ontwikkeling is het plaatsen van de Tapisciaceae en Dipentodontaceae in een nieuwe orde, de, gebaseerd op hout- en anatomische kenmerken. De Tapisciaceae omvatten 2 geslachten en 5 soorten van bomen uit China met fluorescerend hout en samengestelde bladeren, die vroeger in de Pimpernootfamilie werden geplaatst. De Dipentodontaceae omvat 1 soort, Dipentodon sinicus, een boom uit China en Birma met gezaagde bladeren in 2 rijen, die vroeger in de Violales werd geplaatst. De zijn voor het merendeel houtige planten uit tropische en warme streken. Ze hebben verspreide, vaak handnervige bladeren. De bast is nogal eens vezelig, sterharen en haren in bundels komen veel voor. De kroonbladen liggen vaak opgerold in de knop. Ze hebben meestal een lange stijl en veel meeldraden. De zaden en de binnenkant van de vruchten zijn soms met haren bezet. Deze orde omvatte al de Kaasjeskruidfamilie (Malvaceae), Dipterocarpaceae, Bixaceae, Neuradaceae, Sarcolaenaceae en Sphaerosepalaceae. De Lindefamilie (Tiliaceae), Sterculiaceae en Bombacaceae zijn nu opgenomen in de Kaasjeskruidfamilie (Malvaceae). De Muntingiaceae zijn juist van de Lindefamilie afgesplitst. Nieuwkomers in de zijn de Zonneroosjesfamilie (Cistaceae), uit de Violales, en de Peperboompjesfamilie (Thymelaeaceae) uit de Euphorbiales. Waarschijnlijk horen de Cytinaceae (vroeger Rafflesiales), wortelparasieten zonder chlorofyl, ook in deze orde thuis. De meeste soorten in deze orde komen voor in de tropen. Het zijn houtige gewassen, vaak met samengestelde bladeren. De bloemen zijn 5-tallig en hebben vaak een Bixaceae Malvaceae Muntingiaceae Cistaceae Dipterocarpaceae Sarcolaenaceae Sphaerosepalaceae Thymelaeaceae Neuradaceae Sapindaceae Burseraceae Anacardiaceae Kirkiaceae Simaroubaceae Meliaceae Rutaceae Nitrariaceae Biebersteiniaceae nectarschijf. Deze orde is wat afgeslankt, er zijn families verplaatst naar allerlei ordes in de geavanceerde tweezaadlobbigen. Uit de vroegere samenstelling zijn nog aanwezig: de Zeepboomfamilie (Sapindaceae), de Burseraceae, de Pruikenboomfamilie (Anacardiaceae), de Hemelboomfamilie (Simaroubaceae), de Meliaceae, de Nitrariaceae en de Wijnruitfamilie (Rutaceae). Nieuw zijn de Kirkiaceae en de Biebersteiniaceae. A recent development is the combinatio of Tapisciaceae and Dipentodontaceae in a new order,, based on wood and molecular characters. Tapisciaceae contain 2 genera and 5 species of trees from China with fluorescing wood and compound leaves, which used to be placed in Staphyleaceae. Dipentodontaceae contains 1 species, Dipentodon sinicus, a tree from China an Burma with 2-ranked serrate leaves, whi used to be placed in Violales. usually are woody plants from tropical and warm areas. They have spira leaves, often with palmate venation. The bark is often fibrous, stellar hairs an hairs in bundles often occur. The corolla often contorted. Flowers usually have a long style and many stamens. The seeds and inside of the fruits are often hairy. This order already contained Malvaceae, Dipterocarpaceae, Bixaceae, Neuradacea Sarcolaenaceae, and Sphaerosepalaceae. Tiliaceae, Sterculiaceae, and Bombacacea are now included in Malvaceae, while Muntingiaceae have been taken out of Tiliaceae. Newcomers in are Cistaceae from the order Violales, and Thymelaeaceae from Euphorbiales. Cytinaceae (formerly in Rafflesiales), roo parasites without chlorophyll, probably belong in. Most species in this order grow in the tropics. They are woody, often with compound leaves. Flowers are 5-merous en often have a nectar disc. This order h become somewhat smaller, some familie are now placed elsewhere in the eudicot still contain Sapindaceae, Burseraceae, Anacardiaceae, Simaroubaceae, Meliaceae, Nitrariaceae, and Rutaceae. Newcomers are Kirkiaceae and Biebersteiniaceae.

3 s A recent development is the combination of Tapisciaceae and Dipentodontaceae in a new order,, based on wood and molecular characters. Tapisciaceae contain 2 genera and 5 species of trees from China with fluorescing wood and compound leaves, which used to be placed in Staphyleaceae. Dipentodontaceae contains 1 species, Dipentodon sinicus, a tree from China and Burma with 2-ranked serrate leaves, which used to be placed in Violales. usually are woody plants from tropical and warm areas. They have spiral leaves, often with palmate venation. The bark is often fibrous, stellar hairs and hairs in bundles often occur. The corolla is often contorted. Flowers usually have a long style and many stamens. The seeds and inside of the fruits are often hairy. This order already contained Malvaceae, Dipterocarpaceae, Bixaceae, Neuradaceae, Sarcolaenaceae, and Sphaerosepalaceae. Tiliaceae, Sterculiaceae, and Bombacaceae are now included in Malvaceae, while Muntingiaceae have been taken out of Tiliaceae. Newcomers in are Cistaceae from the order Violales, and Thymelaeaceae from Euphorbiales. Cytinaceae (formerly in Rafflesiales), root parasites without chlorophyll, probably belong in. Most species in this order grow in the tropics. They are woody, often with compound leaves. Flowers are 5-merous en often have a nectar disc. This order has become somewhat smaller, some families are now placed elsewhere in the eudicots. still contain Sapindaceae, Burseraceae, Anacardiaceae, Simaroubaceae, Meliaceae, Nitrariaceae, and Rutaceae. Newcomers are Kirkiaceae and Biebersteiniaceae. Kaasjeskruidfamilie (Malvaceae) Deze familie is 2 keer zo groot geworden, doordat de Lindefamilie (Tiliaceae), Sterculiaceae en Bombacaceae erin zijn opgenomen. De Kaasjeskruidfamilie telt nu bijna 250 geslachten en meer dan 4200 soorten die bijna overal ter wereld voorkomen, maar voornamelijk in de Muskuszaad, bloeiend takje en tropen. Het zijn meestal bomen of struiken, soms kruiden, met verspreide, handnervige bladeren met steunblaadjes, een vezelige bast en met ster- of schubvormige haren. De kelkbladen zijn met elkaar vergroeid, de kroonbladen liggen opgero in de knop. Er zijn veel meeldraden, die vaak met elkaar zijn vergroeid. In Nederland komen uit deze familie de Linde (Tilia), het Kaasjeskruid (Malva), de Straalvrucht (Anoda cristata), Heemst (Althaea), Stokroos (Alcea), Fluweelblad (Abutilon theophrasti) en Drie-urenbloem (Hibiscus trionum) voor. Veel nuttige planten behoren tot deze familie: vezelplanten zoals jute (Corchorus), katoen (Gossypium) en kapok (Ceiba en Bombax), houtleveranciers zoals Linde en Balsahout (Ochroma lagopus) en fruitbomen zoals de Doerian (Durio zibethinus). Verder Cacao (Theobro cacao) en Colanoot (Cola), met caffeïnehoudende zaden, de Okra (Abelmoschus esculentus), de Baobab (Adansonia digitata) en sierplante zoals Kamerlinde (Sparmannia) en Stokroos (Alcea). Zonneroosjesfamilie (Cistaceae) De Zonneroosjesfamilie omvat 8 geslachten en 175 soorten van geurige kruiden of kleine struike die overal ter wereld voorkomen, maar vooral in Middellandse Zeegebied. Ze hebben vaak tegenoverstaande bladeren met een brede, soms vergroeide basis. De kroonbladen zijn vrij en vaak groot en opvallend gekleurd. De vrucht is een doosvrucht. In Nederland komen het Gevlekt Cistus ladanifer zonneroosje (Tuberaria guttata) en Geel zonneroo (Helianthemum nummularium) voor. Cistaceae worden vaak als sierplant gekweekt en enkele soorten Cistus leveren ee geurige hars (ladanum). Dipterocarpaceae Deze familie van tropische bomen omvat 17 geslachten en bijna 700 soorten, met de grootste diversiteit in het westelijk Maleise gebied. Ze hebben vaak leerachtige bladeren die in 2 rijen staan. Sterharen komen veel voor, of haren in bundels. De bloemen staan vaak met meer bijeen en zijn puntig in knop, met opgerolde kroon. Ze hebben grote, gevleugelde vruchten. De meeste grote bomen in het tropisch regenwoud van Zuidoost-Azië behoren tot deze familie, en zijn belangrijke leveranciers van hardhout. Shorea robusta

4 Kaasjeskruidfamilie (Malvaceae) Peperboompjesfamilie (Thymelae Deze familie is 2 keer zo groot geworden, doordat de Lindefamilie (Tiliaceae), Sterculiaceae en Bombacaceae erin zijn opgenomen. De Kaasjeskruidfamilie telt nu bijna 250 geslachten en meer dan 4200 soorten die bijna overal ter wereld voorkomen, maar voornamelijk in de Muskuszaad, bloeiend takje en vrucht tropen. Het zijn meestal bomen of struiken, soms kruiden, met verspreide, handnervige bladeren met steunblaadjes, een vezelige bast en met ster- of schubvormige haren. De kelkbladen zijn met elkaar vergroeid, de kroonbladen liggen opgerold in de knop. Er zijn veel meeldraden, die vaak met elkaar zijn vergroeid. In Nederland komen uit deze familie de Linde (Tilia), het Kaasjeskruid (Malva), de Straalvrucht (Anoda cristata), Heemst (Althaea), Stokroos (Alcea), Fluweelblad (Abutilon theophrasti) en Drie-urenbloem (Hibiscus trionum) voor. Veel nuttige planten behoren tot deze familie: vezelplanten zoals jute (Corchorus), katoen (Gossypium) en kapok (Ceiba en Bombax), houtleveranciers zoals Linde en Balsahout (Ochroma lagopus) en fruitbomen zoals de Doerian (Durio zibethinus). Verder Cacao (Theobroma cacao) en Colanoot (Cola), met caffeïnehoudende zaden, de Okra (Abelmoschus esculentus), de Baobab (Adansonia digitata) en sierplanten zoals Kamerlinde (Sparmannia) en Stokroos (Alcea). De Peperboompjesfamilie omvat 46 ges 750 soorten van houtige planten met ee die overal ter wereld voorkomen, voora Afrika. De bladeren staan vaak tegenov evenwijdige nerven en geen steunblaad zijdeachtige haren komen veel voor. De meestal met meer bij elkaar, met een la Vaak zijn de planten giftig. In Nederlan het Rood peperboompje (Daphne meze peperboompje (D. laureola) is een tuinp en Wikstroemia leveren wierook, enkele voor de fabricage van papier en touw. Zonneroosjesfamilie (Cistaceae) De Zonneroosjesfamilie omvat 8 geslachten en 175 soorten van geurige kruiden of kleine struiken, die overal ter wereld voorkomen, maar vooral in het Middellandse Zeegebied. Ze hebben vaak tegenoverstaande bladeren met een brede, soms vergroeide basis. De kroonbladen zijn vrij en vaak groot en opvallend gekleurd. De vrucht is een doosvrucht. In Nederland komen het Gevlekt Cistus ladanifer zonneroosje (Tuberaria guttata) en Geel zonneroosje (Helianthemum nummularium) voor. Cistaceae worden vaak als sierplant gekweekt en enkele soorten Cistus leveren een geurige hars (ladanum). Dipterocarpaceae Zeepboomfamilie (Sapindaceae) Deze familie is uitgebreid met de Paardekastanjefamilie (Hippocastanaceae) en de Esdoornfamilie (Aceraceae) en omvat nu 135 geslachten en bijna 1600 soorten va en lianen die overal ter wereld voorkom Ze hebben vaak veervormig samengeste maar handvormige nervatuur komt ook De basis van de bladsteel is altijd opgez en staan in een pluim. Ze zijn van binne 8 meeldraden. De vruchten hebben slec gevleugeld. In Nederland komen uit dez (Aesculus), de Esdoorn (Acer), en de Gel paniculata), een tuinplant uit China, voo houtleveranciers en sierbomen, maar oo ramboetan (Nephelium) en lychee (Litch (Sapindus), waaraan de familie zijn naa Burseraceae Een tropische familie met 18 geslachten 550 soorten van bomen en struiken, me geveerde bladeren. Ze produceren vaak harsen, de basis voor mirre en wierook. Pruikenboomfamilie (Anacardiac Deze familie van tropische bomen omvat 17 geslachten en bijna 700 soorten, met de grootste diversiteit in het westelijk Maleise gebied. Ze hebben vaak leerachtige bladeren die in 2 rijen staan. Sterharen komen veel voor, of haren in bundels. De bloemen staan vaak met meer bijeen en zijn puntig in knop, met opgerolde kroon. Ze hebben grote, gevleugelde vruchten. De meeste grote bomen in het tropisch regenwoud van Zuidoost-Azië behoren tot deze familie, en zijn belangrijke leveranciers van hardhout. Shorea robusta Deze familie met 70 geslachten en bijna 100 soorten van bomen en struiken kom voornamelijk in de tropen voor. Ze sche een zwart of harsig sap af. De bladeren zijn oneven geveerd, de bl steenvrucht. In Nederland komen 2 soo tuinplanten waarvan de Gifsumak (Rhus da ve le en Ca oc ve Cashewnoot

5 Peperboompjesfamilie (Thymelaeaceae) Hemelboomfamilie (Simaroubaceae De Peperboompjesfamilie omvat 46 geslachten en ruim 750 soorten van houtige planten met een vezelige bast, die overal ter wereld voorkomen, vooral in Australië en Afrika. De bladeren staan vaak tegenover elkaar, hebben evenwijdige nerven en geen steunblaadjes. Lange, zijdeachtige haren komen veel voor. De bloemen staan meestal met meer bij elkaar, met een lang hypanthium. Vaak zijn de planten giftig. In Nederland komt in het wild het Rood peperboompje (Daphne mezereum) voor. Het Zwart peperboompje (D. laureola) is een tuinplant die soms verwildert. Aquilaria en Wikstroemia leveren wierook, enkele andere soorten hout of vezels voor de fabricage van papier en touw. Een voornamelijk tropische familie met 19 geslachten en bijna 100 soorten van bo en struiken. De takken zijn vaak licht en m merg gevuld, de bast smaakt bitter. De bladeren zijn oneven geveerd, met geta blaadjes. De bloemen zijn klein, de vrucht variabel. In Nederland is de Hemelboom (Ailanthus altissima) in cultuur als tuinplan die zich soms uitzaait. In deze familie kom houtleveranciers voor, zoals Quassia, en en Aquilaria Zeepboomfamilie (Sapindaceae) Deze familie is uitgebreid met de Paardekastanjefamilie (Hippocastanaceae) en de Esdoornfamilie (Aceraceae) en omvat nu 135 geslachten en bijna 1600 soorten van bomen Witte esdoorn, blad, bloeiwijze en vrucht en lianen die overal ter wereld voorkomen. Ze hebben vaak veervormig samengestelde bladeren, maar handvormige nervatuur komt ook voor. De basis van de bladsteel is altijd opgezwollen. De bloemen zijn vaak klein en staan in een pluim. Ze zijn van binnen vaak behaard, met 8 meeldraden. De vruchten hebben slechts 1 of 2 zaden en zijn vaak gevleugeld. In Nederland komen uit deze familie de Paardenkastanje (Aesculus), de Esdoorn (Acer), en de Gele zeepboom (Koelreuteria paniculata), een tuinplant uit China, voor. Tot deze familie behoren veel houtleveranciers en sierbomen, maar ook eetbare vruchten zoals de ramboetan (Nephelium) en lychee (Litchi chinensis), en een zeepvervanger (Sapindus), waaraan de familie zijn naam dankt. Burseraceae Een tropische familie met 18 geslachten en 550 soorten van bomen en struiken, met oneven geveerde bladeren. Ze produceren vaak geurende harsen, de basis voor mirre en wierook. Pruikenboomfamilie (Anacardiaceae) Deze familie met 70 geslachten en bijna Boswellia 100 soorten van bomen en struiken komt carteri voornamelijk in de tropen voor. Ze scheiden vaak een zwart of harsig sap af. De bladeren zijn oneven geveerd, de bloemen klein, de vrucht is vaak een steenvrucht. In Nederland komen 2 soorten Sumak (Rhus) voor, verwilderde tuinplanten waarvan de Gifsumak (Rhus radicans) een scherp sap afscheidt dat bij plukken huiduitslag veroorzaakt. In deze familie ook leveranciers van hout en kleurstoffen, en enkele vruchtbomen, zoals Cashewnoot (Anacardium occidentale), Pistachenootje (Pistacia vera) en Mango (Mangifera indica). Cashewnoot Meliaceae Een familie met 52 geslachten en ruim 600 soorten van bomen, die voornamelijk in het tropisch laagland van Afrika en Azië groeien. Ze hebben oneven geveerde bladeren met tegenoverstaande blaadjes, en vaak een geurende bast. De bloemknoppen zijn vaak langwerpig, de kroonbladen veel langer dan de kroon. meestal grote vruchten en zaden. Bomen u leveren vaak uitstekend hout, zoals Mahon en ook wel medicijnen en kleur- en looisto Wijnruitfamilie (Rutaceae) De Wijnruitfamilie is een voornamelijk trop en ruim 1800 soorten, van kruiden tot bom aan de Wijnruitfamilie toegevoegd, de Cne Ze hebben vaak tegenoverstaande, sameng klierpunten en zonder steunblaadjes. De b 4-5 tallig, met de meeldraden in een krans vruchtbeginsel en een grote stempel. Aller zijn de vruchten vlezig, met klierpunten. Van deze familie wordt in Nederland de Wijnruit (Ruta graveolens) al eeuwenlang gekweekt, en ook de Vuurwerkplant (Dictamnus) is een tuinplant. In deze familie komen veel sierplanten voor, medicinale planten en vruchtbomen, met als bekendste de Citrus (Citrus).

6 Hemelboomfamilie (Simaroubaceae) Aquilaria Een voornamelijk tropische familie met 19 geslachten en bijna 100 soorten van bomen en struiken. De takken zijn vaak licht en met merg gevuld, de bast smaakt bitter. De bladeren zijn oneven geveerd, met getande blaadjes. De bloemen zijn klein, de vrucht is variabel. In Nederland is de Hemelboom Quassia (Ailanthus altissima) in cultuur als tuinplant, amara die zich soms uitzaait. In deze familie komen houtleveranciers voor, zoals Quassia, en enkele medicinale en sierplanten. Meliaceae Een familie met 52 geslachten en ruim 600 soorten van bomen, die voornamelijk in het tropisch laagland van Afrika en Azië groeien. Ze hebben oneven geveerde bladeren met tegenoverstaande blaadjes, en vaak een geurende bast. De bloemknoppen zijn vaak langwerpig, de kroonbladen veel langer dan de kroon. Ze hebben meestal grote vruchten en zaden. Bomen uit deze familie leveren vaak uitstekend hout, zoals Mahonie (Swietenia), en ook wel medicijnen en kleur- en looistoffen. Melia azedarach Wijnruitfamilie (Rutaceae) De Wijnruitfamilie is een voornamelijk tropische familie met 161 geslachten en ruim 1800 soorten, van kruiden tot bomen. Recentelijk zijn 2 families aan de Wijnruitfamilie toegevoegd, de Cneoraceae en de Ptaeroxylaceae. Ze hebben vaak tegenoverstaande, samengestelde bladeren, met klierpunten en zonder steunblaadjes. De bloemen zijn regelmatig, 4-5 tallig, met de meeldraden in een krans, een schijf aan de basis van het vruchtbeginsel en een grote stempel. Allerlei vruchten komen voor, vaak zijn de vruchten vlezig, met klierpunten. Van deze familie wordt in Nederland de Wijnruit (Ruta graveolens) al eeuwenlang gekweekt, en ook de Vuurwerkplant (Dictamnus) is een tuinplant. In deze familie komen veel sierplanten voor, medicinale planten en vruchtbomen, met als bekendste de Citrus (Citrus). Bittere sinaasappel Katoen Het geslacht Katoen (Gossypium) behoort tot de Kaasjeskruidfamilie en bestaat uit 39 soorten die in warmgematigde tot tropische gebieden voorkomen. De katoenbol is een doosvrucht die de met eencellige haren bedekte katoenzaden bevat. Deze haren bestaan voornamelijk uit cellulose, zijn tot 3000 keer lang als breed, en worden, een gesponnen. Gossypium komt v gebruikte woord voor katoen, Het gebruik van de katoenvez plekken in de wereld ontstaan in duizenden jaren oude arche Egypte en in Mexico. Boomkat werd al 1800 jaar voor onze ja gebruikt en later in het Midde terwijl Gossypium herbaceum gedomesticeerd. Gossypium ba de zuidelijke VS overal is aang Voor het op grote schaal verbo veel insecticide en kunstmest g Genetisch gemanipuleerde kat minder van deze schadelijke st Cotton Cotton (Gossypium) is a member o contains 39 species from warm-tem The capsule contains the seeds that These hairs consist mainly of cellulo as wide, and are spun into threads is derived from the word the Roma The use of cotton has originated i world. Cotton has been recovered finds in places as far apart as Egyp (Gossypium arboreum) was in use later introduced into the Middle E herbaceum has been domesticated barbadense is the species cultivate Large-scale cotton cultivation requ amounts of insecticides and pestic cotton may eventually need less of

7 aceae) Katoen met an bomen t en met et getande rucht is om Quassia nplant, amara e komen en enkele medicinale en sierplanten. pig, kroon. Ze hebben men uit deze familie Mahonie (Swietenia), ooistoffen. Melia azedarach jk tropische familie met 161 geslachten ot bomen. Recentelijk zijn 2 families de Cneoraceae en de Ptaeroxylaceae. amengestelde bladeren, met. De bloemen zijn regelmatig, krans, een schijf aan de basis van het. Allerlei vruchten komen voor, vaak ten. de Het geslacht Katoen (Gossypium) behoort tot de Kaasjeskruidfamilie en bestaat uit 39 soorten die in warmgematigde tot tropische gebieden voorkomen. De katoenbol is een doosvrucht die de met eencellige haren bedekte katoenzaden bevat. Deze haren bestaan voornamelijk Katoen uit cellulose, zijn tot 3000 keer zo lang als breed, en worden, eenmaal gedroogd, tot draden gesponnen. Gossypium komt van het door de Romeinen gebruikte woord voor katoen, gossypion. Het gebruik van de katoenvezel is op verschillende plekken in de wereld ontstaan. Katoen is al aangetroffen in duizenden jaren oude archeologische vondsten in Egypte en in Mexico. Boomkatoen (Gossypium arboreum) werd al 1800 jaar voor onze jaartelling in Pakistan gebruikt en later in het Midden-Oosten geïntroduceerd, terwijl Gossypium herbaceum in Oost-Afrika is gedomesticeerd. Gossypium barbadense is de soort die in de zuidelijke VS overal is aangeplant. Voor het op grote schaal verbouwen van katoen wordt veel insecticide en kunstmest gebruikt. Genetisch gemanipuleerde katoen zou op den duur minder van deze schadelijke stoffen nodig hebben. Cotton Bittere sinaasappel Cotton (Gossypium) is a member of the family Malvaceae and contains 39 species from warm-temperate to tropical areas. The capsule contains the seeds that are covered in unicellular hairs. These hairs consist mainly of cellulose, are up to 3000 times as long as wide, and are spun into threads. The scientific name Gossypium is derived from the word the Romans used for cotton, gossypion. The use of cotton has originated in several places all over the world. Cotton has been recovered in millennia-old archaeological finds in places as far apart as Egypt and Mexico. Tree-cotton (Gossypium arboreum) was in use 1800 years BC in Pakistan and later introduced into the Middle East, while Gossypium herbaceum has been domesticated in East Africa. Gossypium barbadense is the species cultivated in the southern US. Large-scale cotton cultivation requires the use of enormous amounts of insecticides and pesticides. Genetically manipulated cotton may eventually need less of these harmful chemicals.