Werkvormen motiverende gespreksvoering

Transcriptie

1 23 september 2016 Utrecht Werkvormen motiverende gespreksvoering Congres Motiverende gespreksvoering; Trainen met Compassie Onderdeel van de workshop PRACTICE WHAT YOU PREACH Joyce Bakker Tel:

2 INHOUD 1 GOUDEN REGELS EN WERKVORMEN WAARDENLIJST

3 1 GOUDEN REGELS EN WERKVORMEN AGENDA BEPALEN De Piramide Deelnemers maken in tweetallen een keuze voor drie onderwerpen. Hier krijgen ze drie minuten de tijd voor. Vervolgens in viertallen de keuze maken voor drie onderwerpen. Ook weer in drie minuten. Dan in achttallen, twaalf-, zestien- en twintigtal. Elke keer drie minuten en er moet elke keer een eenduidig antwoord uit de groep komen. 1.1 BEGIN WITH THE END IN MIND De Schaalvraag Deelnemers interviewen elkaar enkele minuten in tweetallen. Uitgangspunt is een schaal van 0 tot 10. Vraag 1: waar sta je nu op het gebied van kennis en vaardigheden van MGV? Geef dit weer door middel van een cijfer op de schaal van 0 tot 10. Vraag 2: waar zou je willen staan? Weer een cijfer op de schaal laten benoemen. Vraag 3: wat is voor jou de volgende stap in MGV? waar zou je meer over willen weten of wat zou je willen kunnen? Laat de geïnterviewde het zo concreet mogelijk, bij voorkeur SMART, uitspreken. 1.2 FOUT IS GOED! Goud delven De deelnemers gaan in drietallen uiteen. En beslissen wie A,B en C is. ( ieder komt aan de beurt) De groepjes gaan op een rustige plek zitten waar wat privacy is. In elk groepje begint deelnemer A een voorval uit zijn werkpraktijk te vertellen waar hij niet trots op is, wat mislukte, dat niet goed ging, waar hij spijt van heeft, van baalt. Hij krijgt 4/5 minuten om dit verhaal te vertellen. B en C luisteren naar zijn verhaal zonder te reageren en schrijven alle kwaliteiten op die ze in dit verhaal horen. Na afloop van het verhaal van A geven B en C terug aan A welke kwaliteiten ze hebben gehoord. Er kan wat tijd genomen worden om dit binnen te laten komen bij A maar het is niet de bedoeling dat er een heel gesprek volgt. Vervolgens hetzelfde bij B en C. Bij terug keer in de groep plenair inventariseren wat deze oefening heeft opgeleverd

4 % INPUT / 80% RESULTAAT De Energiebalans Trainer vertelt: Stel je het gesprek met je client voor als een ronde bol. In deze bol zit 100 WATT energie. De energie wordt verbruikt door aan het woord te zijn, het gesprek te sturen en na te denken over hoe nu verder. Schrijf dan voor jezelf op hoe de verhouding is in jouw bol MGV zegt dat de cliënt aan het werk gezet moet worden. Stel je besluit om meer MGV in te zetten Wat zou dan werken om het percentage te wijzigen? Dit kun je deelnemers individueel laten doen of in tweetallen elkaar laten interviewen. Een mogelijkheid tot verdieping is om tegelijkertijd de spirit en de technieken van MGV te laten toepassen en oefenen. Plenair inventariseren wat deze oefening heeft opgelevert. 1.4 RELATIE GAAT VOOR INHOUD, WEERSTAND GAAT VOOR.. De lastige cliënt Deelnemers gaan in drietallen uiteen. Delen op in A,B en C. A neemt een lastige klant uit zijn eigen praktijk in gedachten. Beschrijft in twee, drie zinnen welk gedrag hij waarneemt bij deze klant. Stap 1: Met z n drieën vervolgens bedenken wat je kunt doen om dit gedrag te verergeren. Stap 2: Wat kun je doen om het lastige gedrag te verminderen. Vervolgens rouleren. Plenair uitvragen; wat neem je hier van mee. 1.5 DANSEN! NIET WORSTELEN De Pen Maak tweetallen. Laat ze samen een pen tussen de vingertoppen van de wijsvingers klemmen. Geef dan de volgende opdracht: Zorg dat de ander van zijn plaats gaat. ( en er mag niet gesproken worden) Als ze allebei gaan duwen, gaat het mis en valt de pen op de grond. Dit is een metafoor voor een gesprek waarin beide partijen aanvallend zijn. Als A duwt en B zich terugtrekt, valt de pen ook op de grond; metafoor voor een gesprek waarin de één aanvalt en de ander zich terugtrekt. Wanneer A echter de kracht van B op de pen opvangt en meebeweegt door naar achteren te lopen, blijkt al snel dat degene die duwt (B) helemaal niet diegene is die leidt, maar A; hij bepaalt waar B naartoe gaat. Dit is een metafoor voor een gesprek waarin de één aanvalt, de ander strijd negeert, meeveert en daarmee de situatie indirect beheerst. Plenair inventariseren wat dit heeft opgeleverd op het gebied van gespreksvoering

5 1.6. DEELNEMER IS EIGENAAR VAN ZIJN EIGEN LEERPROCES, pas op voor de reparatiereflex Verzamelen Groepjes van 4/5 personen laten maken. Elk groepje heeft een flap die in twee kolommen is verdeeld. Stap 1: Groepjes bedenken in een paar minuten een symbool voor anti-mgv en een symbool voor MGVconsistent. Deze symbolen op de flappen zodat boven elke kolom een symbool staat. Stap 2: vervolgens brainstormen en invullen in de kolommen. Wat is in houding en gedrag MGVconsistent en wat is op t gebied van houding en gedrag anti-mgv. Introspectie Denk na over een bepaald gedrag van jezelf dat risicovol of problematisch was en wat je op enig moment in je leven hebt geprobeerd om te veranderen. Je hoeft dit niet te delen in de groep. 1. Hoeveel tijd duurde het voordat je je voor het eerst bewust werd dat dat gedrag voor jezelf negatieve consequenties had. 2. Hoeveel tijd ging er vervolgens overheen voordat je serieus probeerde om dat gedrag te veranderen. 3. Heb je ervaringen met terug vallen in oud gedrag. 4. Denk aan mensen die gepoogd hebben je te helpen daarmee, maar niet helpend waren. Wat in hun gedrag was niet helpend. ( benoem in werkwoorden) 5. Denk aan mensen die je wel geholpen hebben dit gedrag te veranderen. Wat deden zij wat helpend voor je was. ( benoem ook in werkwoorden) Plenair inventariseren wat dit heeft opgeleverd MOTIVATIE IS DYNAMISCH Waardenoefening Introductie van trainer; Waarden bepalen ons handelen. Soms bewust, soms onbewust. Waarden zijn algemene criteria of principes die een houvast bieden bij het nemen van beslissingen, het vaststellen van doelen en het ondernemen van acties. Deelnemers krijgen een lijst met waarden en stellen zichzelf de vraag: wat is voor mij van belang in dit leven? Vervolgens lezen ze de woorden op de lijst door en kruisen aan welke waarden voor hen van belang zijn. Ze gaan hierbij intuïtief te werk. ( zie bijlage1 ) Dit kan een ingang zijn voor een gesprek over gedragsverandering. EVALUATIE OEFENING: De Cirkel Groep komt in een kring staan. Trainer stelt een afrondende, evaluerende vraag. En nodigt deelnemers uit om in een zin iets te zeggen terwijl ze naar voren stappen in de kring, en dan de volgende en de volgende. Afhankelijk van de tijd en de grootte van de groep kan gekozen worden om iedereen of een aantal mensen aan het woord te laten

6 Bijlage 1 2 WAARDENLIJST De waardenlijst Stel jezelf de volgende vraag: wat is voor jou van belang in dit leven? Lees dan deze woorden door en ga intuïtief aan het werk en kruis aan welke waarden voor jouw belangrijk zijn. Je kunt zoveel als mogelijk aankruisen als je wilt. Kies vervolgens de vijf belangrijkste. Prioriteer deze. Wat is waarde nummer 1? Mis je waarden? Voeg ze gewoon toe! 1. Aanbidding 2. Aandacht 3. Aanpassing 4. Aantrekking 5. Actie 6. Afronding 7. Agressiviteit 8. Altruïsme 9. Ambitie 10. Amusement 11. Assertiviteit 12. Authenticiteit 13. Avontuur 14. Balans 15. Bekwaamheid 16. Bereikbaarheid 17. Betrokkenheid 18. Bewustzijn 19. Collegialiteit 20. Comfort 21. Compassie 22. Competitie 23. Concentratie 24. Continuïteit 25. Dankbaarheid 26. Dapperheid 27. Deskundigheid 28. Dienstbaarheid 29. Discipline 30. Duidelijkheid 31. Duurzaamheid 32. Eerlijkheid 33. Efficiëntie 34. Erkenning 35. Flexibiliteit 36. Geduld 37. Gehoorzaamheid 38. Geluk 39. Gelijkwaardigheid 40. Gemak 41. Genegenheid 42. Gezondheid 43. Goedkeuring 44. Groei 45. Handigheid 46. Harmonie 47. Horen bij iets 48. Humor 49. Integriteit 50. Kalmte 51. Klantgerichtheid 52. Kwaliteit 53. Levendigheid 54. Liefde/warmte 55. Loyaliteit 56. Naastenliefde 57. Nauwkeurigheid 58. Onafhankelijkheid 59. Ontzag 60. Openheid 61. Oprechtheid 62. Originaliteit 63. Overvloed 64. Ontwikkeling 65. Plezier 66. Prestatie 67. Professionaliteit 68. Rechtvaardigheid 69. Respect 70. Resultaat 71. Rijkdom 72. Roem 73. Schoonheid 74. Solidariteit 75. Slimheid 76. Stabiliteit 77. Succes 78. Toegankelijkheid 79. Toewijding 80. Tolerantie 81. Uitdaging 82. Uniformiteit 83. Veerkracht 84. Verantwoordelijkheid 85. Verbetering 86. Verbinding 87. Vernieuwing 88. Vertrouwen 89. Volgzaamheid 90. Vriendelijkheid 91. Vrolijkheid 92. Vrijheid 93. Waardering 94. Welzijn 95. Winnen 96. Zekerheid 97. Zelfbeheersing 98. Zinvolheid 99. Zorgvuldig 100. Zorgzaamheid - 6 -