Bestuursrapportage PPO Rotterdam Januari-maart 2016 (kwartaal 1)

Transcriptie

1 Bestuursrapportage PPO Rotterdam Januari-maart 2016 (kwartaal 1) Auteurs: Nicole Teeuwen e.a.,

2 Overzicht besluitvormingstraject Datum: MT , goedgekeurd Datum: DB, ter bespreking (niet gepland) Datum: Bestuur, , goedgekeurd 2

3 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 3 Voorwoord Passend Onderwijs op school Doel: De basis op orde Actie 1: Het realiseren van de basisondersteuning Actie 2: Inzet op professionalisering Doel: thuisnabij onderwijs Actie 1: Het initiëren van PPO netwerkbijeenkomsten Actie 2: Inzet van ouderfunctionarissen Actie 3: Inzet op gecomprimeerde SOP s Actie 4: Dienstverlening vanuit PPO Actie 5: Beleidsprioriteit op hoogbegaafdheid Actie 6: Beleidsprioriteit op poortwachtersfunctie dyslexie Doel: Reduceren aantal thuiszitters Actie 1: Analyseren en monitoren thuiszitters Actie 2: Taskforce thuiszitters Actie 3: Inzetten van onderwijszorgarrangementen Actie 4: Beleidsprioriteit op beleid jonge kind (preventief) Actie 5: Beleidsprioriteit Voorschools maatschappelijk werk (preventief) Overig beleid en projecten Passend Onderwijs Afstemming met de gemeente Rotterdam Afstemming met overige ketenpartners Afstemming met SO partners Overig Wet Passend Onderwijs Proces ondersteuningsplan Herindicaties Ombudspersoon TLC Financiën Personeel en organisatie..28 3

4 Voorwoord Geachte lezer, Zoals in de vorige rapportage trachten wij ook dit kwartaal inzichtelijk te maken wat de trends in het Rotterdamse Passend Onderwijs zijn. In deze rapportage staan alle activiteiten en resultaten van het kwartaal vermeld. De koers van het passend onderwijs in Rotterdam wordt vorm en inhoud gegeven door PPO Rotterdam in samenwerking met de 22 schoolbesturen. Met de bestuursrapportage maken wij inzichtelijk wat de effecten van het gevoerde beleid zijn. De bestuursrapportage is voor ons een monitorings- en sturingsinstrument. Hiermee geven we efficiënt en effectief invulling aan de uitvoering op de Wet Passend Onderwijs in Rotterdam. In deze samenvatting focussen we op de: o Trends o Mijlpalen o Ambities voor de toekomst 1. Trends: Trend 1 Thuiszitters Bij de thuiszitters zien we een lichte daling. Door intensief overleg met de SO-scholen en gemeente in de Task Force Thuiszitters zien we steeds, zij het bescheiden, resultaten. Opvallend is het aantal thuiszitters in Charlois en Feijenoord. De komende periode zal analyse moeten uitwijzen wat hiervan de precieze oorzaak is. Trend 2 Maatwerk Was er in de vorige kwartaalrapportage nog sprake van een achterblijvende prognose, nu zien we in de eindejaarsverwachting dat scholen steeds vaker een maatwerkbudget aanvragen, zodat we nu op of net over het begrote bedrag zullen uitkomen. Wel staat het arrangement maatwerkbudget op de rol om geëvalueerd te worden. Sommige scholen geven aan er zeer mee geholpen te zijn, anderen ervaren belemmeringen door o.m. de Wet Werk en Zekerheid. Trend 3 Meer vraag naar AB plus, vraag naar leesarrangement stabiliseert In de vorige rapportage meldden we al dat AB plus een gewild arrangement is. Momenteel zien we een verdere toename van het aantal geleverde arrangementen. De vraag blijft stijgen. PPO tracht binnen de bestaande formatie zoveel mogelijk aan deze vraag tegemoet te komen, bijvoorbeeld door reeds in dienst zijnde geschikt personeel aan dit arrangement te koppelen. Zo geven we steeds meer vorm aan de transformatie. De stijging van het aantal leesarrangementen is niet toegenomen, mede doordat, om de wachtlijsten weg te werken, de vakgroep lezen is gestart met het aanbieden van groepsgewijze leesarrangementen. Trend 4 Dekkend netwerk in de wijk In veel wijken is men inmiddels met enthousiasme aan de slag. Het aantal aanvragen voor wijkbudgetten neemt gestaag toe. Een goed voorbeeld is Passend Ommoord. Daar wordt in een pilot vernieuwend gekeken, naar hoe SO en SBO-expertise gedeeld kan worden met het basisonderwijs. De eerste bijeenkomst met de scholen heeft reeds plaatsgevonden. Door scholen wordt als knelpunt de coördinatie van de initiatieven in de wijk genoemd. Dit vraagt veel tijd van de scholen zelf, die er gewoonweg niet is. PPO zal de komende tijd gebruiken om te bezien waar hier oplossingen voor liggen. 4

5 Trend 5 TLV s Er is een lichte daling van het aantal TLV s. Echter de drukste maanden voor de TLV-afgifte moeten nog komen. Die liggen traditiegetrouw aan het einde van het schooljaar. Dus voor het tweede kwartaal ontstaat er waarschijnlijk een ander beeld. Mijlpalen Mijlpaal 1 Herindicaties In de afgelopen periode hebben wij aan onze wettelijke verplichting met betrekking tot de herindicaties voor het SO kunnen voldoen. Alle leerlingen die op dit moment een indicatie voor het SO hadden, moesten voor de zomer worden geherindiceerd. Dit betrof 800 Rotterdamse leerlingen. Dit proces nadert zijn afronding. Mijlpaal 2 Ondersteuningsplan In het eerste kwartaal is veel tijd gestoken in de gesprekken met alle betrokken partijen bij PPO om tot een goed ondersteuningsplan te komen. Deze gesprekken naderen hun afronding. De OPR heeft ingestemd met het ondersteuningsplan (onder een aantal voorwaarden), en op 25 mei zal met de gemeente het Op Overeenstemming Gericht Overleg worden gehouden, waarbij we ook instemming van de gemeente hopen te krijgen. Ambitie toekomst Ambitie 1 Minder thuiszitters Hieraan wordt hard gewerkt door gemeente en PPO in gezamenlijkheid, maar ook door de SOscholen. De intensieve overlegtrajecten moeten leiden tot een goede verdeling van expertise over de stad, direct beschikbare plaatsen waar nodig, en meer inzet van AB-plus om de basisscholen te ontlasten. Daarnaast moet de financiering aansluiten op deze ambitie, en gaat PPO onderzoeken hoe we het principe; geld volgt kind, naar welke school het ook gaat, kunnen vormgeven. Ambitie 2 Afronden traject Governance PPO Het is de ambitie uiterlijk 1 augustus 2016 een nieuwe governance inrichting in werking te laten treden. Het bestuur heeft zich daarom in het 4 de kwartaal bezonnen op de vraag wat een passende governance inrichting is die past bij een organisatie als PPO Rotterdam. Eind juni 2015 heeft het bestuur hierover een studiedag gehouden met dr. Edith Hooge. Vervolgens heef in het najaar 2015 een nadere uitwerking plaatsgevonden, waarbij juridische ondersteuning is verleend door de heer Nijkamp van Nijkamp Consult. Deze uitwerking heeft geresulteerd n een voorstel voor een nieuwe governance structuur dat in januari 2016 aan de ALV is voorgelegd. We koersen op een besluit in de ledenvergadering van juni Ambitie 3 Afronden doorontwikkeling organisatie PPO Om de organisatie PPO nog dienstbaarder te laten zijn aan het proces van Passend Onderwijs in het scholenveld is het afgelopen half jaar hard gewerkt aan de professionalisering van medewerkers PPO. Naast een lichte wijziging in de structuur is er veel aandacht gegaan naar de ontwikkeling van de professionals in de teams. Teams hebben zelf sterktes en zwaktes benoemd in relatie tot de behoefte in het scholenveld in hun wijk. Waar zitten hiaten, waar zit extra expertise die gedeeld kan worden met andere teams in de stad. Dit traject krijgt nog een vervolg na de zomer. Ook de relatie met de wijkteams en de zorg in het algemeen krijgt steeds meer vorm, maar 5

6 behoeft nog aandacht. Er wordt gewerkt aan een inventarisatie van het zorglandschap per wijk, overigens sluiten we daarbij wel aan bij bestaande initiatieven. Er wordt al met al hard gewerkt aan het vormgeven van Passend Onderwijs in Rotterdam, en op sommige punten is dat een zoektocht. Scholen hebben zeer wisselende behoeftes, en een eenduidig antwoord vanuit het samenwerkingsverband is vaak niet te geven. PPO zal daar waar haar capaciteit het toelaat zoveel mogelijk maatwerk bieden. Belangrijke gemeenschappelijke deler is dat scholen behoefte hebben aan flexibiliteit, zowel in de inzet van menskracht als met middelen. Ik wens u hoe dan ook, veel leesplezier en inzichten in de trends Passend Onderwijs toe. Nicole Teeuwen Directeur PPO Rotterdam 6

7 1. Passend Onderwijs op school Voor u ligt de rapportage van het eerste kwartaal 2016 (januari - maart 2016) van samenwerkingsverband PPO Rotterdam. Met deze periodieke rapportage wordt de ontwikkeling van passend onderwijs in Rotterdam uiteengezet in woord en cijfers. De koers van het passend onderwijs in Rotterdam wordt vorm en inhoud gegeven door PPO Rotterdam in samenwerking met de 22 schoolbesturen. Onze missie en visie zijn gestoeld op de volgende 7 uitgangspunten: 1. Basis op orde 2. Thuisnabijheid 3. Regulier waar het kan, bijzonder als dat moet 4. Integraal denken en werken 5. Gebiedsgericht werken 6. Focus op professionalisering 7. Werken op basis van vertrouwen Leerlingenaantallen op teldatum Hieronder staat het aantal leerlingen van Rotterdam vermeld per onderwijsvorm zoals bekend bij DUO, teldatum 1 oktober Onderwijsvorm Leerlingaantal Basisonderwijs Speciaal basisonderwijs Speciaal onderwijs Totaal Bestuur Nr. Aantal scholen Aantal lln (s)bo RVKO BOOR PCBO Kind en Onderwijs St Hindoe Onderwijs SIPOR St v Brienenoordschool xO St Interconf. Bao PCO HbergSch Ver. Montessorisch Kralingen Ver. De Rotterdamse Montessori VGPO-WN Cosmicus Consent St Rd schoolver Sw vrije sch Kralingsche Schoolvereniging v Oldenbarnevelt Totaal Tabel: Leerlingaantallen (s)bo per bestuur op 1 oktober 2015 volgens opgave DUO, december

8 Bestuur Nr. Aantal scholen Aantal lln so BOOR PCBO Horizon St. Martinusstichting Yulius Eindtotaal Tabel: Leerlingaantallen so per bestuur op 1 oktober 2015 volgens opgave DUO, december 2015 NB: Er zijn nog 18 SO leerlingen onder PPO-bekostiging verspreid over het land. Veelal betreft dit leerlingen die na het afgeven van de TLV/beschikking verhuisd zijn. Leerlingaantallen - actueel Om prognoses te kunnen maken op basis van recente gegevens, wordt alle SBO en SO-scholen aan het begin van ieder kwartaal gevraagd door te geven hoeveel Rotterdamse leerlingen zij hebben. De onderstaande tabel geeft de resultaten van deze telling weer. Naam SBO 1 okt jan april 2016 Naam SO 1 okt jan april 2016 Hoogvliet Openluchtschool Sonnevanck De Brug Van Heuven De Recon Goedhart De Kring Tyltyl Henri Dunant Dr. A. v. Voorthuijsen Cornelis Leeflang A. Willeboer Subtotaal BOOR De Archipel SBO De Boei De Piloot Dr. J.C. Logemann Subtotaal BOOR SO Bergkristal AJ Schreuderschool Subtotaal KenO De Regenboog SBO De Koppeling Subtotaal PCBO SO Heldringschool Mr Schats Noord * Subtotaal PCBO SBO Mr Schats Zuid * Laurens-Cupertino Bergse Veld Lucas Gelinck Spijkenisse Johannes Martinus Gelinck Schiedam Subtotaal RVKO SBO Subtotaal Horizon Yulius De Wilgen * St Mattheusschool Totaal SBO Totaal SO Tabel: Aantal Rotterdamse leerlingen per school en bestuur per 1 april 2016, eigen opgave *) Sommige scholen hebben een wachtlijst, per 1 april staan hierop bij Mr Schats Noord 4, en bij Yulius De Wilgen 3 leerlingen Doel: De basis op orde Belangrijk uitgangspunt voor PPO Rotterdam is dat de basiskwaliteit en de basisondersteuning van alle scholen van goede kwaliteit is. De basisondersteuning wordt geboden onder regie en 8

9 verantwoordelijkheid van scholen en schoolbesturen. Het doel is gegarandeerd goed onderwijs voor ieder kind in Rotterdam Actie 1: Het realiseren van de basisondersteuning Realisering van de basisondersteuning is een verantwoordelijkheid van schoolbesturen en hun scholen. PPO zet diverse activiteiten in ter ondersteuning om het doel te bereiken. Met de schoolbesturen is afgesproken dat schoolcontactpersonen begin schooljaar met de scholen (IB + directie) inventariseren op welke punten de basisondersteuning nog niet op orde is. Bij dit gesprek wordt onder andere gebruik gemaakt van het schoolondersteuningsprofiel. Aanvragen voor arrangementen worden getoetst aan de basisondersteuning. Als de school onderwijsondersteuning van PPO Rotterdam nodig heeft op een gebied waarvan de basisondersteuning niet op orde is, zullen arrangementen die hiervoor ingezet worden naast effect op de leerling ook effect moeten hebben op de omissies in de basisondersteuning. Dit alles wordt ingezet om de door PPO geleverde arrangementen per onderwerp en per school, te registreren, de data tijdens PPO netwerkbijeenkomsten te delen met de scholen en het gesprek over deze data als input te laten dienen voor het wijkplan Actie 2: Inzet op professionalisering Er is door de besturen van het samenwerkingsverband euro beschikbaar gesteld voor professionalisering van de scholen ten behoeve van het realiseren van de basisondersteuning. 60% daarvan is rechtstreeks toegekend aan de schoolbesturen (actie 1) en voor het overige deel van 40% kunnen netwerken in de wijken een aanvraag doen (actie 2). In onderstaande tabellen staan de cumulatieve professionaliseringsgelden weergegeven die sinds augustus 2014 zijn toegekend. In de eerste tabel staan de gegevens per bestuur weergegeven (60%) en in de tweede tabel staan de gelden die aan de netwerken zijn toegekend (40%). Bestuur Euro R'damse Ver. v. Kath. Onderw Stichting Hindoe Onderwijs SIPOR Stichting v. Brienenoordschool Stichting 5xO Stg. Interconf. BO R'dam eo St. PCO H'berg-Schiebroek Stg. Vrije Scholen Regio R'dam Ver. Montessorisch. Kralingen Vereniging De Rotterdamse VGPO-WN Stichting BOOR Stichting Cosmicus Onderwijs Stichting Consent Rotterdam Stg. R'damse Schoolvereniging Stg. PC Basis-/Orthop. Onderw Stichting Horizon Jeugdzorg Martinusstichting Stg. Kind en Onderw. Rotterdam Stichting Yulius Onderwijs De Kralingsche School Ver. De v. Oldenbarneveltsch Totaal Tabel: Overzicht professionaliseringgelden per bestuur Netwerk Euro Hoogvliet/Pernis Hoogvliet/Pernis Carnisse Oude Noorden

10 Kralingen/Crooswijk Crooswijk Crooswijk Beverwaard Ommoord Totaal Tabel: Overzicht professionaliseringgelden per netwerk Er zijn twee aanvragen in dit kwartaal goedgekeurd. Dat is een aanvraag van een schoolbestuur (Vereniging van Oldenbarneveldtschool) en een aanvraag van een ondersteuningsnetwerk in de wijk (Ommoord) De aanvraag van de Vereniging De Van Oldenbarneveltschool is gericht op een viertal aspecten: - deskundigheidsbevordering op het gebied van het opstellen van didactische werkplannen; -het implementeren van het dyslexieprotocol; -het implementeren van het protocol ERWD (ernstige reken- en wiskundeproblematiek en dyscalculie); -deskundigheidsbevordering op het gebied van het samenwerken van leerlingen. Tevens is dit kwartaal een aanvraag goedgekeurd ten behoeve van een dekkend ondersteuningsnetwerk in de wijk Ommoord. Het betreft een omvangrijke aanvraag gericht op expertisedeling tussen SO (cluster 4 en ZML), SBO en regulier basisonderwijs op het gebied van (externaliserend) probleemgedrag. Alle scholen in Ommoord nemen eraan deel. Bij verwijzingen naar SBO en SO wordt externaliserend probleemgedrag door de scholen in Ommoord als belangrijkste oorzaak genoemd. Door kennisdeling en praktische ondersteuning in de klas, is de veronderstelling dat reguliere basisscholen zich zullen ontwikkelen op het gebied van gedrag en minder handelingsverlegenheid zullen ervaren op dit onderwerp. De subsidie bestaat uit een bedrag van ,- voor de vervanging van leerkrachten van 8 scholen in Ommoord die mee gaan draaien op cluster 4-school De Piloot en ,-- voor het inzetten van twee auditoren en twee projectleiders. Overige lopende projecten in dit kwartaal zijn; het kleuterproject in Delfshaven en de gezinsklas in HOS. Daarnaast zijn er in het kader van de professionalisering dit kwartaal themamiddagen geweest. Themamiddag Aantal deelnemers Hoogbegaafdheid 20 Positief gedrag in de klas 9 Aangepaste leerlijnen ZMLK 11 Motorische ontwikkeling bij het jonge kind Doel: Thuisnabij onderwijs Een van de doelen van Passend Onderwijs is dat binnen het werkgebied van het samenwerkingsverband kinderen zo veel mogelijk dichtbij huis onderwijs moeten kunnen krijgen. Dit geldt voor kinderen in het regulier onderwijs maar ook voor kinderen met speciale onderwijsbehoeften Actie 1: Het initiëren van PPO netwerkbijeenkomsten In januari is de (tijdelijke) werkgroep PPO netwerkbijeenkomsten opgericht, na het vertrek van Kees Schouten. De werkgroep bestaat uit een afvaardiging vanuit de stuurgroep, aangevuld met beleidsadviseurs van PPO. De werkgroep heeft als opdracht gekregen de netwerkbijeenkomsten voor directies actief te ondersteunen en mede zorg te dragen voor het realiseren van de juiste randvoorwaarden en omstandigheden die leiden tot een constructieve samenwerking tussen directeuren. De werkgroepleden werken hierin nauw samen met de OAT-leden die verantwoordelijk 10

11 zijn voor de organisatie van de netwerkbijeenkomsten. De werkgroepen faciliteren de bijeenkomsten met informatie, signaleren en bespreken kansen en knelpunten en grijpen in wanneer het proces vastloopt. De werkgroep jaagt het proces aan en ondersteunt de directies bij het komen tot een wijkvisie en uiteindelijk het wijkplan. In maart is een werkplan voor de werkgroep opgericht, die is vastgesteld door de stuurgroep. Hieronder valt onder andere een gebiedsverdeling en afspraken over aanpak/ werkwijze en randvoorwoorden. OAT A Hoogvliet, Pernis B Charlois C Feijenoord D IJsselmonde E Prins Alexander F Delfshaven G Kralingen/ Crooswijk H Centrum, Noord I Hillegersberg, Overschie, Schiebroek / Ten opzichte van het eerste kwartaal zijn alle PPO netwerkbijeenkomsten in de OAT gebieden gestart. Hoogvliet is voor PPO Rotterdam het best practice voorbeeld Actie 2: Inzet van ouderfunctionarissen De ouderfunctionarissen hebben zich dit kwartaal op hun drie kerntaken gericht: - Ondersteuning van de OAT s in contacten met ouders - Het vormgeven van educatief partnerschap op scholen - Uitvoering van het voorschools maatschappelijk werk (vsmw) op kinderdagverblijven. Dit kwartaal is voor het eerst gewerkt met het registratiesysteem voor de ouderfunctionarissen. Verschillen tussen OAT s worden daarbij inzichtelijk. De eerste resultaten laten zien dat de ouderfunctionarissen veel gevraagd worden voor het geven van voorlichtingsbijeenkomsten aan schoolteams over educatief partnerschap, het voeren van gesprekken met ouders etc. Er hebben dit kwartaal twee vakgroepbijeenkomsten voor de ouderfunctionarissen plaatsgevonden. Ouderfunctionarissen worden voor veel casussen ingezet en vervullen onmiskenbaar een belangrijke rol in de OAT s. Ook ontstaan er intensievere samenwerkingsrelaties met schoolmaatschappelijk werkers en medewerkers van een wijkteam. Een ander onderwerp dat aandacht vraagt, is de invoering van het gemeentelijk vsmw. Dat heeft immers gevolgen voor het vsmw dat nu vanuit PPO wordt uitgevoerd (zie hiervoor ook paragraaf vsmw) Actie 3: Inzet op gecomprimeerde SOP s Met de schoolbesturen is afgesproken dat het scholenveld de mogelijkheid krijgt om tot uiterlijk 1 juni 2016 een geactualiseerde versie van het gecomprimeerde SOP aan te leveren bij PPO Rotterdam. Deze geactualiseerde versies worden voor de start van het schooljaar op de websites van PPO Rotterdam geplaatst. Momenteel zit hier vanuit PPO geen capaciteit op Actie 4: Dienstverlening vanuit PPO PPO Rotterdam wil passende ondersteuning bieden aan Rotterdamse kinderen, hun leerkrachten en de basisscholen. Dit wordt gedaan door arrangementen aan te bieden die kinderen vooruit helpen, door leerkrachten te professionaliseren en door scholen te ondersteunen bij hun verantwoordelijkheden in het kader van de Wet Passend Onderwijs. Aanvullend op de (extra) ondersteuning die de scholen zelf bieden, biedt PPO Rotterdam de volgende arrangementen aan: ambulante begeleiding, AB+, leesbehandelingen, logopedie, maatwerkbudget en psychodiagnostisch onderzoek en het schoolmaatwerkbudget. 11

12 Naast het bieden van arrangementen verrichten de OAT-teamleden ook veel preventieve werkzaamheden op de scholen. Deze werkzaamheden zijn gericht op het vroegtijdig signaleren en aanpakken van ondersteuningsvragen van leerlingen. Dit gebeurt in een samenwerking tussen school, schoolcontactpersoon en steeds meer samen met ouders en leerling. Veelal voorkomt de preventieve, vaak kortdurende interventie, een opschaling naar arrangementsinzet. Zoals in onderstaande tabel te zien is, zet de in het vorige kwartaal geconstateerde stijging van het aantal afgegeven arrangementen, door in In vergelijking tot het eerste kwartaal van 2015 is sprake van een verdubbeling. Er zijn nieuwe arrangementen bijgekomen, maar ook de reeds bestaande arrangementen worden vaker ingezet. Arrangementen Periode jan-mrt apr-jun jul-sep okt-dec jan-mrt AB AB Lezen Groepsarrangement lezen 7 Logopedie Maatwerkbudget Psychodiagnostisch onderzoek Totaal Tabel: arrangementen totaal, per kwartaal *Cijfers uit het eerste kwartaal 2016 zijn voorlopig agv doorlooptijd in de administratieve verwerking van arrangementen. De in het vorige kwartaal geconstateerde stijging in toegekende leesbehandelingen heeft niet doorgezet. Wel is dit kwartaal voor het eerst een groepsarrangement lezen ingezet in OAT Kralingen-Crooswijk en OAT Centrum-Noord, om de wachttijden voor een leesbehandeling te bekorten. De in het vorige kwartaal geconstateerde opvallende toename in het aantal AB trajecten, zet door. OAT A Hoogvliet, Pernis B Charlois C Feijenoord D Ijsselmonde E Prins Alexander F Delfshaven G Kralingen/ Crooswijk H Centrum, Noord I Hillegersberg, Overschie, Schiebroek AB AB Leesbehandeling Logopedie AB Logopedie OZ Maatwerk Psychodiagnostisch OZ TLV SBO SO Laag SO midden SO Hoog Tabel: arrangementen per OAT, eerste kwartaal 2016 *) bij lezen staat een tweede getal als er een groepsarrangement lezen is toegekend, dit getal geeft het aantal leerlingen in dit groepsarrangement weer. *Cijfers uit het eerste kwartaal 2016 zijn voorlopig agv doorlooptijd in de administratieve verwerking van arrangementen. 12

13 AB AB+ Lezen* Logopedie Maatwerk Psychod. Ond. Naam RVKO BOOR PCBO Kind en Onderwijs SIPOR St. v. Brienenoord xO St Interconf bo 1 1 PCO HbergSch Ver. Montessori Kr. 1 1 Vrije scholen 2 2 VGPO-WN Cosmicus V. Oldenbarnevelt Auris 1 1 Horizon Extern/onbekend SBO SO Laag SO Midden SO Hoog Totaal Totaal Tabel: Aantal arrangementen per bestuur, eerste kwartaal 2016 *) bij lezen staat een tweede getal als er een groepsarrangement lezen is toegekend, dit getal geeft het aantal leerlingen in dit groepsarrangement weer. *Cijfers uit het eerste kwartaal 2016 zijn voorlopig agv mogelijke vertraging in de administratieve verwerking van arrangementen. Naam Aantal scholen Aantal lln (s)bo TLV per 1000 lln Overige arrangementen per 1000 lln RVKO ,1 5,8 BOOR ,6 5,0 PCBO ,5 6,0 Kind en Onderwijs ,3 5,3 St. Hindoe Onderwijs ,0 0,0 SIPOR ,0 6,4 St. v. Brienenoord ,0 9,5 5xO ,2 7,0 St. Interconf bo ,0 3,8 PCO HbergSch ,6 1,9 Ver. Montessori Kr ,0 4,3 Ver. de Rotterdamse ,0 0,0 VGPO-WN ,5 27,3 Cosmicus ,0 6,3 Consent ,0 0,0 St. Rd schoolver ,0 1,0 Sw. Vrije scholen ,0 4,9 Kralingsche ,0 0,0 V. Oldenbarnevelt ,0 0,0 Gemiddeld 1,6 5,5 Tabel: Aantal arrangementen, TLV en overig, per 1000 leerlingen 13

14 *Cijfers uit het eerste kwartaal 2016 zijn voorlopig agv mogelijke vertraging in de administratieve verwerking van arrangementen. Gemiddeld zijn er per 1000 leerlingen in het (S)BO 1,6 TLV s afgegeven in het eerste kwartaal. Ten opzichte van het vierde kwartaal 2015 (1,8) is dit een kleine daling. De nuancering is dat bij besturen met een klein leerlingenaantal het aantal arrangementen per 1000 sterk wordt beïnvloed door incidentele uitschieters. Van de TLV s is gemiddeld ongeveer 60% voor het SO en 40% voor het SBO. Per 1000 leerlingen in het (S)BO werden gemiddeld 5,5 overige arrangementen toegekend in het eerste kwartaal, in het vierde kwartaal 2015 waren dit er 4, Actie 5: Beleidsprioriteit op hoogbegaafdheid Het onderwerp Hoogbegaafdheid staat erg in de belangstelling. PPO Rotterdam heeft verschillende activiteiten ten aanzien van het organiseren van een passend aanbod voor hoogbegaafdheid: pilot Hoogbegaafdheid in OAT HOS; themamiddag Hoogbegaafdheid voor leerkrachten; overleg met scholen over de wijze waarop PPO hen extra kan ondersteunen op dit thema overleg over een initiatief in Kralingen ten aanzien van een 100% voorzieningen (n.a.v. een ouderinitiatief); interne professionalisering ambulant begeleiders Hoogbegaafdheid (bijeenkomst met Desiree Houkema (SLO Talentstimuleren). Pilot in Hillegersberg/Schiebroek De pilot Hoogbegaafdheid (inrichten van een setting waar leerlingen 50% onderwijstijd doorbrengen) is op gestart met een startbijeenkomst met de 4 scholen die direct bijdragen aan de pilot: De Wilgenstam en Tuinstad (BOOR), Emmaschool en Heijbergschool (SPCOHS). Tijdens de startbijeenkomst is gesproken over de uitgangspunten/kaders van de pilot en de wensen van de scholen. Concreet is op deze startbijeenkomst afgesproken dat de groep kan worden gevestigd in een lokaal van de Wilgenstam. Verder hebben scholen aangegeven dat zij graag een leerkracht/begeleider voor de pilotgroep fulltime zouden willen inzetten, zodat er ook voldoende ruimte is voor de transitie naar de reguliere groep waarbij de leerling en de leerkracht van de reguliere groep kunnen worden ondersteund. (Dit verzoek is inmiddels gehonoreerd). De betrokken scholen hebben verder aangegeven dat er ook ruimte moet zijn voor leerlingen van andere scholen in de wijk. Er is hierbij wel aangetekend dat er maximaal 10 leerlingen in de groep kunnen worden geplaatst. Op heeft een werkgroep met leden van de verschillende scholen zich gebogen over selectiecriteria en wervingsprocedure. Een belangrijke uitkomst van de werkgroep was dat door de focus te leggen op leerlingen met het profiel dubbel bijzondere leerlingen (Profielen van Betts en Nejhart 1) ) het risico ontstaat dat de focus teveel op (negatief) gedrag komt te liggen. In het verlengde hiervan ontstaat het risico dat de pilot een time-out plek wordt. Hier moet rekening mee worden gehouden bij het selecteren van de leerlingen en de doelstellingen van de pilot. Er is besloten om ook andere profielen, zoals aangepast succesvol, uitdagend creatief en onderduikend mee te nemen. De focus moet ook niet alleen op de pilotgroep komen te liggen, maar juist ook op de stamgroep en de school: de oorspronkelijke setting moet voor de leerling ook worden aangepast. Er zijn zorgen geuit over de afloop van het project na één schooljaar. Het zou stabieler zijn wanneer de deskundigheid wordt versterkt over een periode van meerdere jaren. De opbrengst van de pilot moet bestaan uit kennis en vaardigheden De pilot heeft een experimenteel karakter. Het is van belang hier een goede invulling aan te geven. Andere initiatieven Zoals eerder aangegeven is door ouders van de Nieuwe Park Rozenburg school een ouderinitiatief opgericht om te komen tot een onderwijslocatie voor 100% HB onderwijs. Stichting Kind en Onderwijs Rotterdam onderzoekt de mogelijkheid voor de realisatie van een fulltime onderwijsvoorziening voor hoog intelligente en hoog sensitieve kinderen. Hiermee wordt passend onderwijs gerealiseerd voor een relatief grote groep leerlingen, die nu nog gebruik maakt van speciale onderwijsvoorzieningen in de randgemeenten. Het nieuwe onderwijsconcept voorkomt tevens een stijging van het aantal leerlingen in het speciaal onderwijs en op termijn 14

15 zelfs het aantal thuiszitters. Ondersteuning vanuit PPO zal bestaan uit het verzamelen en delen van kennis m.b.t. onderwijs aan deze specifieke doelgroep. Tevens faciliteert PPO Rotterdam het onderwijsconcept vanuit de beschikbare middelen ter voorkoming van opschaling van leerlingen naar het speciaal onderwijs (SO) en reducering van het aantal thuiszitters. In vervolg op de gesprekken die eerder zijn geweest met de basisscholen Passe Partout en De Margriet over Hoogbegaafdheid is met de OAT s van Centrum-Noord en Alexander afgesproken dat zij met deze scholen zullen nagaan of in de ondersteuningsvraag van deze scholen met een arrangement van PPO (maatwerkbudget(ten)) kan worden voorzien. Dit geldt ook voor een vraag om extra ondersteuning bij Hoogbegaafdheid via de SCP van het Kompas in Charlois. De SCP zijn hierover in overleg met deze scholen. Concrete aanvragen voor maatwerkbudgetten kunnen worden verwacht. Expertisekring HB De eerste stap naar een expertisekring Hoogbegaafdheid binnen PPO Rotterddam is gezet. Er is op een interactieve presentatie verzorgd over talentontwikkeling door Desirée Houkema van SLO Actie 6: Beleidsprioriteit op poortwachtersfunctie dyslexie In maart heeft de startbijeenkomst van het project poortwachtersfunctie EED plaatsgevonden bij PPO, met daarbij aanwezig de projectleider van de gemeente Rotterdam, teamleiders van de wijkteams van de gemeente Rotterdam, projectleider vanuit PPO en betrokken leesbehandelaars vanuit de OAT s en de stuurgroep lezen. Het was een zeer informatief en constructief overleg. De basis voor een goede voorbereiding voor de pilot die start per schooljaar is gelegd. Pilotgebieden zijn: Overschie, Hoogvliet en Pernis. Dit laatste gebied is na overleg toegevoegd. De stuurgroep lezen werkt de interne werkwijze van de pilot voor PPO uit. De projectleiders van PPO en de gemeente stemmen de onderlinge samenwerking af en leggen dit vast in een gezamenlijk projectplan. Deze wordt in mei ter besluitvorming bij de gemeente en PPO voorgelegd. 1.3 Doel: Reduceren aantal thuiszitters Eén van de belangrijkste doelen van passend onderwijs is het reduceren van het aantal thuiszitters. PPO streeft er naar geen enkele thuiszitter meer te hebben en werkt hierin samen met de gemeente Rotterdam die verantwoordelijk is voor het uitvoeren van de Leerplichtwet Actie 1: Analyseren en monitoren thuiszitters Aan het einde van het eerste kwartaal telde PPO 12 leerplichtige thuiszitters en 5 niet leerplichtige thuiszitters. Van de 17 thuiszitters in totaal zijn 4 leerlingen al meer dan een half jaar thuis, 6 leerlingen zitten ruim drie maanden thuis en 7 leerlingen zitten sinds kort thuis. In de vorige bestuursrapportage vermeldden we 15 thuiszitters eind december In het eerste kwartaal van 2016 is het gelukt om 5 van hen een onderwijsplek te bieden. Voor 10 leerlingen is PPO al meer dan drie maanden op zoek naar een onderwijsplek. Voor een totaaloverzicht van de thuiszitters inclusief de ondernomen interventies wordt verwezen naar de actuele thuiszitterslijst. De 17 huidige thuiszitters zijn afkomstig van zeven verschillende OAT s. In onderstaande tabel staat hoe de verdeling over de OAT s is. OAT A Hoogvliet, Pernis - B Charlois 4 C Feijenoord 4 D IJsselmonde 2 E Prins Alexander 3 F Delfshaven 1 G Kralingen/Crooswijk - H Centrum, Noord 1 Thuiszitters 15

16 I Hillegersberg, Overschie, Schiebroek 2 Tabel: aantal thuiszitters per OAT eind 2015 Charlois en Prins Alexander zijn gebieden die relatief veel thuiszitters hebben. Dit gold ook voor het vorige kwartaal. Dit kwartaal heeft Feijenoord aanzienlijk meer thuiszitters dan vorig kwartaal. Opvallend is dat de gebieden Hoogvliet/Pernis, Kralingen/Crooswijk, Delfshaven en Centrum/Noord vrijwel nooit thuiszitters hebben en zeker geen langdurige thuiszitters. PPO gaat analyseren waar de verschillen tussen de gebieden vandaan komen Actie 2: Taskforce thuiszitters Dit kwartaal is de kerngroep van de Taskforce iedere twee weken bijeen geweest. PPO Rotterdam heeft hierin zitting. Vorig kwartaal was één nieuwe leerling door PPO bij de kerngroep van de Taskforce ingebracht. Deze leerling zit nog steeds thuis, omdat de moeder van de leerling zich niet in het SO-advies kan vinden.. Er is inmiddels een sanctie door Leerplicht aan moeder opgelegd en er is door de Taskforce een ontwerpbesluit gemaakt. Dit kwartaal zijn vijf nieuwe leerlingen in de kerngroep van de Taskforce ingebracht. Voor één van hen is een onderwijsplek in het SO gerealiseerd. De overige vier leerlingen wachten nog op een SO-plek. De Taskforce zet zo nodig het wijkteam in om het gezin te ondersteunen. Voor gezinnen betekent het veel als zij (plotseling) overdag fulltime een kind thuis hebben. Daarnaast zet de Taskforce samen met PPO in op het snel verkrijgen van een plek in het SO. De wachtlijsten die er zijn in het SO hebben dus ook volop de aandacht van de Taskforce. Er is dit kwartaal tevens aandacht gekomen voor de behandelwachtlijst. Er is besloten om met een aparte thuiszitter-behandellijst te gaan werken. De huidige thuiszitterslijst is immers vervuild doordat er ook kinderen op staan die wachten op een behandelplek in plaats van een onderwijsplek. PPO zal komend kwartaal met een behandelwachtlijst-registratie gaan werken, zodat inzichtelijk wordt hoeveel kinderen wachten op een behandelplek en hoeveel op een onderwijsplek. Het effect van de taskforce thuiszitters moet zijn een normstreven naar nul thuiszitters Actie 3: Inzetten van onderwijszorgarrangementen Op het gebied van onderwijszorgarrangementen (OZA) willen PPO en de gemeente samen optrekken. In de periode januari april 2016 is er intensief contact geweest tussen de gemeente en PPO om tot gedeelde inzichten en oplossingen te komen. PPO heeft in maart een cijfermatig overzicht gemaakt m.b.t. de onderwijszorgarrangementen. Deze analyse laat zien dat PPO ongeveer 100 leerlingen in beeld heeft die zowel extra onderwijs- als zorgbehoeften hebben. Maandelijks komen hier 1 tot 5 nieuwe leerlingen bij. Deze leerlingen bevinden zich vooral in het SO, maar komen in kleinere aantallen ook voor in het SBO en het regulier basisonderwijs. Het gaat om de volgende groepen leerlingen: kleuters die cluster 4-scholen instromen met een grote ontwikkelingsachterstand, leerlingen op cluster 4-scholen met zeer forse gedrags/psychiatrische problematiek die om een individuele aanpak vragen, leerlingen in het reguliere basisonderwijs met zeer intensieve ondersteuningsbehoeften op zowel het onderwijskundige als het zorgdomein. Gemaakte afspraken met de gemeente tot nu toe: gezamenlijke optrek naar het Rijk ten behoeve van duidelijkheid over bekostiging. Tijdelijke oplossingen: Instellen frictiepot (50-50) voor schooljaar en integraal arrangeren PPO en gemeente Rotterdam bij casussen met integrale zorg- en onderwijsaanpak. Voor de volledige analyse wordt verwezen naar het betreffende document Actie 4: Beleidsprioriteit op beleid jonge kind (preventief) Ouders met peuters met een extra ondersteuningsbehoefte die vanuit kinderdagverblijven, reguliere nulgroepen, peuterspeelzalen die vanaf 4 jaar moeten instromen in het primair onderwijs worden door VSMW of ouderfunctionaris begeleid en geadviseerd bij het vinden van een passende plek. Voor peuters die vanuit andere organisaties op 4 jarige leeftijd de overstap gaan maken naar primair onderwijs kan rechtstreeks het OAT of de commissie externe aanmeldingen worden benaderd. De commissie zal bij een aanmelding altijd nagaan of het OAT waar het kind woont met de casuïstiek aan de slag kan en waar nodig ondersteuning bieden aan het OAT (bijv. als het gaat 16

17 om regelgeving ten aanzien van afgifte TLV). Voor leerlingen van buiten Rotterdam zal de commissie de casus in eerste instantie zelf oppakken. Er zijn dit kwartaal 2 peuteraanmeldingen geweest die via de commissie externe aanmeldingen zijn afgehandeld. Door de commissie is verder veel informatie verstrekt over peuteraanmeldingen en zijn aanmeldingen ook doorgesluisd naar de verschillende OAT's. Dit kwartaal hebben er in het kader van het project Onderinstroom 2 gesprekken plaatsgevonden met Stek en Vroeghulp. Hieruit is voortgekomen dat PPO een keer is aangesloten bij het Adviesteam van Vroeghulp waar ouders op gesprek komen als zij een hulpvraag hebben voor hun kind. Hieruit is gebleken dat de beschikbare informatie over hoe PPO Rotterdam werkt niet up-todate is. Om die reden zal PPO tijdens de volgende Platformbijeenkomst netwerk Vroeghulp (waarin partijen participeren die werken met het jonge kind) een presentatie geven over PPO Rotterdam. PPO Rotterdam is zelf ook deelnemer aan deze platform bijeenkomsten. Verder zijn er in de reeks gesprekken met externen een gesprek geweest met kdc De Essenzoom (in Nieuwerkerk) en kdc Bride (Delfshaven) waar kennismaking en samenwerking de belangrijkste gespreksonderwerpen waren. Beide kdc s hebben aangegeven dat zij bij de afweging voor een passende onderwijsplek voor hun kinderen graag samen willen optrekken met PPO Rotterdam. Kdc Bride had ook al eerder contact gehad met PPO Rotterdam. Kleuterprojecten in de wijken Er vinden in de wijken Delfshaven en Feijenoord gesprekken plaats binnen de PPO netwerken over initiatieven voor extra ondersteuning van kleuters. In Delfshaven wordt door de scholen uit 1 wijk in samenspraak met het OAT, beleid PPO Rotterdam en Stek Jeugdhulp voor 1 wijk een projectvoorstel geformuleerd voor extra, integrale ondersteuning van kleuters. Er wordt hierbij gedacht aan een 2 sporenbeleid: ondersteuning in de reguliere groep en opzetten van een bovenschoolse groep waar kinderen (vanaf 3,5 jaar) extra ondersteuning (bijv. aanleren van schoolse vaardigheden, sociale vaardigheden, emotieregulatie, etc.) kunnen krijgen. Het gaat hierbij om maatwerk en altijd in combinatie met ondersteuning in de reguliere groep. Het projectvoorstel is gereed in het tweede kwartaal In Feijenoord zijn de gesprekken hierover nog in de oriënterende fase Actie 5: Beleidsprioriteit Voorschools maatschappelijk werk (preventief) PPO ontvangt jaarlijks de landelijke subsidie Impulsregeling Schoolmaatschappelijk Werk. PPO besteedt deze gelden aan ouderfunctionarissen en de uitvoering van voorschools maatschappelijk werk (VSMW) op voorschoolse instellingen. PPO heeft ervoor gekozen het voorschools maatschappelijk werk (VSMW) op de kinderdagverblijven te laten verzorgen door de ouderfunctionarissen van PPO die al in die wijk werkzaam zijn. Veruit de meeste ouderfunctionarissen van PPO worden ingeleend via Stichting MEE. Op peuterspeelzalen en nulgroepen in Rotterdam faciliteert PPO ook het VSMW. Op die voorschoolse instellingen wordt het VSMW uitgevoerd door de SMW-aanbieder die in die wijk werkzaam is. De vorm van VSMW die PPO levert, is gelieerd aan het onderwijs en heeft als voornaamste taak een goede overdracht van de voorschoolse periode naar de basisschool te faciliteren. De gemeente Rotterdam is sinds juni 2015 bezig met de invoering van gemeentelijk VSMW, gericht op het zo nodig toeleiden van jonge kinderen en hun gezinnen naar de zorg (meestal via het wijkteam). Dit gebeurde tot en met december 2015 in pilotvorm. Dit kwartaal is bekend geworden dat gemeentelijk vsmw over de gehele stad uitgerold gaat worden. De aanbieders van SMW hebben dit kwartaal de mogelijkheid gekregen om te offreren op het gemeentelijke deel van VSMW. In het volgende kwartaal zal het gemeentelijke VSMW van start gaan. Dit kwartaal is duidelijk geworden dat Stichting MEE op verschillende kinderdagverblijven in de stad het gemeentelijk VSMW gaat verzorgen. Dit zal uitgevoerd worden door de ouderfunctionarissen, die ook bij PPO werkzaam zijn. PPO denkt samen met Stichting MEE na hoe dit het best vorm te geven is. Gemeente Rotterdam en PPO trekken samen op in het zo goed mogelijk (integraal) uitvoeren van beide typen VSMW. Het voorschoolse veld heeft aangegeven sterke voorkeur te hebben voor één persoon die zowel het onderwijskundige als het zorgdeel van VSMW voor haar rekening neemt. PPO, gemeente Rotterdam en VSMW-aanbieders werken in het eerste en tweede kwartaal van 2016 de mogelijkheden uit om zoveel mogelijk aan de wensen vanuit het voorschoolse veld tegemoet te komen. 17

18 1.4 Overig beleid en projecten Passend Onderwijs - Pilot functioneringsprofielen YOEP PPO wil onderzoeken of de ondersteuning van YOEP, in eerste instantie door implementatie van het functioneringsprofiel, een wezenlijke bijdrage kan leveren aan optimalisering van de informatieuitwisseling tussen scholen en PPO voor het vaststellen en organiseren van de juiste ondersteuning. De pilot is in januari gestart met twee scholen in Delfshaven, te weten obs Delfshaven (BOOR) en Mariaschool Taandersplein (RVKO). In april wordt de pilot geëvalueerd. - SISA en meldcode: De training Meldcode door Seaske is dit kwartaal voor alle OAT s afgerond. Er is in de werkgroep aandachtsfunctionarissen als uitvloeisel van het SISA convenant een conceptprotocol voor SISA opgesteld. SISA kan zich vinden in het concept-protocol. Tevens is er een plan van aanpak voor de meldcode Huiselijk geweld opgesteld. Er vindt nog overleg plaats met SISA over de communicatie. Protocol en plan van aandacht staan ter goedkeuring op de agenda van MT d.d I juni worden alle medewerkers van de OAT s getraind door SISA. Er zijn 4 bijeenkomsten gepland en gecommuniceerd. - Dialooggerichte gespreksvoering: Er is besloten om alle medewerkers van de OAT s deze training van het CJG in-company te laten volgen. Er is gekozen voor de werktitel Dialoog in beeld. De training wordt per OAT verzorgd. De 9 medewerkers uit de verschillende OAT s die de training vorig jaar al hebben gevolgd, zullen hierbij ondersteunend optreden en ook een rol krijgen bij de borging. De training zal starten na de laatste bijeenkomst van de doorontwikkeling (d.d ). Er vindt afstemming plaats tussen beide trajecten. - Warme overdracht PO-VO: PPO is als gast deelnemer aan de regiegroep PO-VO die de Rotterdamse Plaatsingswijzer ontwikkelt. Er vindt overleg plaats met Koers VO over warme overdracht en doorgaande leerlijn. - Beleid stages en kennisuitwisseling, met als onderdeel de samenwerking met hogescholen. - Privacy en juridische richtlijnen: Een juridische toets wordt uitgevoerd, daarna kan de werkgroep de informatie verwerken. Een volgende stap is de implementatie van het reglement. - Convenant Rijndam: In het vierde kwartaal is er een convenant opgesteld met Rijndam Revalidatie. In het convenant zijn afspraken opgenomen over het vragen van ergotherapeutisch advies door PPO Rotterdam aan Rijndam Revalidatie. 1.5 Afstemming met ketenpartners Afstemming met de gemeente Rotterdam PPO neemt deel aan gemeentelijke overleggen m.b.t. de voorschoolse periode en de aansluiting tussen onderwijs en jeugdhulp. Het laatste onderwerp is het hoofdthema van het themateam van de gemeente. PPO neemt wekelijks aan het themateam deel, samen met Koers VO en vertegenwoordigers van PO- en VO-schoolbesturen. Dit kwartaal is in het themateam hard gewerkt aan het themaplan Aansluiting Onderwijs en Jeugdhulp. Het themaplan geeft invulling aan de doelen die in Leren Loont genoemd zijn m.b.t. dit thema. Het themaplan zal volgend kwartaal gereed komen en dan aan de sectorkamers PO en VO voorgelegd worden. OZA is een onderwerp dat veelvuldig aan de orde is geweest in het themateam Afstemming met overige ketenpartners Begin januari vond het bondgenotenoverleg plaats. Dit is een overleg op bestuurlijk niveau met de belangrijkste ketenpartners in zorg, onderwijs en gemeente. In dit bondgenotenoverleg zijn vertegenwoordigd de bestuurders van PPO Rotterdam, Koers VO, Flexus Jeugdplein, MEE Rotterdam, CJG Rijnmond en de gemeente Rotterdam. Tijdens dit overleg stond onder andere de Taskforce Thuiszitters op de agenda Afstemming met SO partners Ieder kwartaal vindt minimaal één gesprek met de SO-aanbieders plaats. Dit kwartaal heeft zowel een operationeel als een strategisch overleg met de SO-aanbieders plaatsgevonden. De wachtlijsten in het SO vormen het belangrijkste onderwerp. Aan het strategische overleg nemen ook twee beleidsmedewerkers van de gemeente deel. In het strategische overleg is afgesproken 18

19 dat er in het volgend kwartaal een snelkookpansessie plaatsvindt om tot oplossingen voor de wachtlijstproblematiek te komen. Deze oplossingen worden dan volgend kwartaal aan de Rotterdamse schoolbesturen voorgelegd. 19

20 2. Overig Wet Passend Onderwijs 2.1 Proces ondersteuningsplan Het eerste kwartaal van 2016 stond onder andere in het teken van het ondersteuningsplan In januari lag de eerste conceptversie voor aan de OPR en het bestuur. In februari hebben Koers VO, de Stuurgroep, de BAG IB, de BAG directeuren, de MR en de SO en SBO-scholen het ondersteuningsplan van feedback voorzien. Ook de OAT s hebben gereageerd. In maart is het 1 e concept ook met de gemeente besproken. Alle reacties en opmerkingen hebben geleid tot de (geheel herziene) 2 e versie van het Ondersteuningsplan. Ook deze is weer in alle formele gremia besproken (ALV, bestuur, OPR, MR en gemeente). Ook na deze ronde zijn er nog aanpassingen gedaan, met name op het gebied van onderwijszorgarrangementen, de governance structuur, de mogelijkheid tot een basisbudget voor scholen en de rol/ draagkracht van IB ers en leerkrachten. De definitieve versie van het ondersteuningsplan wordt naar verwachting eind april vastgesteld door het bestuur en voor 1 mei toegestuurd aan de Inspectie. 2.2 Herindicaties Vanuit de wet passend onderwijs is PPO Rotterdam verplicht om voor de leerlingen die voor 1 augustus 2014 van een REC-indicatie zijn voorzien en die in het speciaal onderwijs naar school gaan voor 1 augustus 2016 een toelaatbaarheidsverklaring (tlv) af te geven. Het gaat hierbij om ongeveer 800 Rotterdamse leerlingen die geherindiceerd moeten worden. Er zijn vorig kwartaal en dit kwartaal individuele gesprekken gevoerd met alle SO-scholen over de herindicaties. Hierbij zijn de ondersteuningsbehoeften (op het gebied van onderwijs en waar van toepassing ook op het gebied van zorg) van alle te herindiceren leerlingen doorgenomen. Opvallend resultaat is dat vrij veel SO-scholen (vooral cluster 4) aangeven met de huidige tlv (vaak tlv bekostigingscategorie laag) niet te kunnen bieden wat het kind nodig heeft. Voor verhoudingsgewijs veel leerlingen die voor de invoering van passend onderwijs automatisch een bekostigingscategorie laag kregen, is nu de wens voor een bekostigingscategorie midden geuit. Binnen de cluster 4-scholen zijn de verschillen groot. De ene school kan binnen haar zorgstructuur en met tlv s laag de ondersteuning bieden die de kinderen nodig hebben. Andere cluster 4-scholen geven voor behoorlijk wat leerlingen aan met de huidige financiën niet de passende ondersteuning te kunnen bieden. Intern is er dit kwartaal overleg geweest om tot een goede verdeling van de beschikbare middelen te komen. Op 31 maart zijn alle resultaten en de besluitvorming teruggekoppeld in een plenaire bijeenkomst met alle SO-directeuren. De volgende besluiten zijn genomen: -aan 37 leerlingen wordt een tlv-ophoging gegeven. De ondersteuningsbehoeften van deze leerlingen zijn dermate intensief dat bekostigingscategorie laag niet toereikend is; - 3 leerlingen krijgen een tlv-verlaging (van tlv hoog naar tlv midden) omdat hun ondersteuningsbehoeften afgenomen zijn t.o.v. de vorige indicatie ; - van de leerlingen van 1 SO-school wordt volgend kwartaal de beslissing genomen over de herindicaties. Deze school kon onvoldoende zicht geven op de ondersteuningsbehoeften van hun leerlingen. -voor 32 leerlingen van 3 verschillende cluster 3-scholen wordt een OZA-gesprek met de gemeente georganiseerd. Het betreft leerlingen die extra ondersteuningsbehoeften hebben op zowel het onderwijskundige als het zorgdomein. De beslissing over de herindicaties van deze leerlingen wordt pas na dit OZA-gesprek genomen. De OZA-gesprekken en de herindicatie-beslissingen vinden volgend kwartaal plaats. -met de cluster 4-scholen worden praktijksessies georganiseerd met de gemeente, PPO en zorgaanbieders om tot oplossingen te komen voor 1) de kleuters met intensieve ondersteuningsbehoeften en 2) de leerlingen die om individuele begeleiding op school vragen. -twee cluster 4-scholen hebben te maken met in totaal zo n 20 leerlingen die gebarenondersteunend onderwijs vragen. De scholen betalen deze ondersteuning uit eigen middelen, maar ervaren hierbij een financieel knelpunt. Het betreft leerlingen die vanuit cluster 2 20

21 vanwege hun ernstige gedragsproblematiek de overstap hebben gemaakt naar cluster 4. PPO zal het volgende kwartaal met Auris (cluster 2-aanbieder) de mogelijkheden verkennen om tot een oplossing te komen. De SO-scholen hebben hun waardering uitgesproken over zowel de herindicatiegesprekken die met de SO-scholen gevoerd zijn als de heldere en transparante wijze waarop de resultaten in een gezamenlijke bijeenkomst gepresenteerd zijn. 2.3 Ombudspersoon In maart zijn de werkzaamheden van de ombudsman geëvalueerd en is besloten de functie van ombudsman te behouden voor PPO en in te zetten wanneer casuïstiek daar om vraagt (oproepbasis). In het vierde kwartaal is de ombudspersoon als adviseur betrokken geweest bij een aantal casussen. Contact Aantal Vragen van ouders 2 Advies bij klachten van ouders 2 Casusoverleg met of advies aan collega s TLC In september 2015 heeft het laatste gesprek met de TLC (toelaatbaarheidscommissie) plaatsgevonden. Dit kwartaal is er uitsluitend telefonisch en mailcontact geweest met de TLC. Het gaat hierbij om contacten over de verstrekking van de toelaatbaarheidsverklaringen. Vanwege de herindicaties is er wat meer telefonisch contact met de TLC geweest om de procedures rondom de herindicatie-tv s goed af te stemmen. Er zijn dit kwartaal iets minder toelaatbaarheidsverklaringen (tlv s) afgegeven dan vorig kwartaal (78 t.o.v. 83). Wat vooral opvalt, is dat er dit kwartaal 32 verklaringen minder afgegeven zijn dan in dezelfde periode vorig jaar (78 t.o.v. 110). De daling is vooral terug te zien in SBO-tlv s. Het aantal tlv s dat uitgegeven is voor het SO (48 in totaal) is ongeveer gelijk t.o.v. het vorige kwartaal. De afgifte van SO-tlv s in het eerste kwartaal van 2016 is wel gedaald t.o.v. de afgifte in het eerste kwartaal van 2015 (48 t.o.v. 57). Opvallend is dat de leerlingenaantallen in het SBO en het SO dit beeld nog niet bevestigen, in het SO is dit kwartaal sprake van een duidelijke stijging, en ook bij het SBO lijkt een kleine stijging op te treden. Toelaatbaarheidsverklaringen Periode aug-dec 2014 jan-mrt 2015 apr-jun 2015 jul-sep 2015 okt-dec 2015 jan-mrt 2016 SBO SO Laag SO Midden SO Hoog Totaal *Cijfers uit het eerste kwartaal 2016 zijn voorlopig agv mogelijke vertraging in de administratieve verwerking van arrangementen. 21

22 3. Financiën 3.1 Financiële regelingen PPO Rotterdam kent verschillende financiële regelingen waarbij geld wordt uitgekeerd aan de schoolbesturen. De wettelijke regelingen zijn verplicht. De overgangsregelingen zijn een voortzetting van voormalig WSNS-beleid. Deze zijn afgerond per 1 augustus 2015 met uitzondering van de overgangsregeling LGF, die eindigt per augustus De financiële regelingen worden toegekend ten behoeve van een schooljaar. PPO Rotterdam begroot en verantwoordt op kalenderjaar. In het onderstaande overzicht wordt daarom alleen het deel 2016 weergegeven, voor zover beschikt tot en met het eerste kwartaal OVERZICHT FINANCIELE REGELINGEN PER SCHOOLBESTUUR, KALENDERJAAR 2016 Bestuur Wettelijke regelingen Overgangs regeling Beleid Nr_bg Naam Groei SO SBO >2% LGF (School)maat Professionalisering deel deel deel 2016 werkbudget deel deel R'damse Ver. v. Kath. Onderw Stichting Hindoe Onderwijs SIPOR Stichting v. Brienenoordschool Stichting 5xO Stg. Interconf. BO R'dam eo St. PCO H'berg-Schiebroek Stg. Vrije Scholen Regio R'dam Ver. Montessorisch. Kralingen Vereniging De Rotterdamse VGPO-WN Stichting BOOR Stichting Cosmicus Onderwijs Stichting Consent Rotterdam Stg. R'damse Schoolvereniging Stg. PC Basis-/Orthop. Onderw Stichting Horizon Jeugdzorg Martinusstichting Stg. Kind en Onderw. Rotterdam Stichting Yulius Onderwijs De Kralingsche School Ver. De v. Oldenbarneveltsch totaal Groei SO In de wet is geregeld dat het samenwerkingsverband verplicht is de personele ondersteuningsbekostiging over te dragen voor de groei van het leerlingenaantal op het SO tussen 1 oktober T-1 en 1 februari T. De groei wordt bepaald aan de hand van het aantal leerlingen met een toelaatbaarheidsverklaring dat in die periode is ingeschreven en uitgeschreven. De PO-raad adviseert ook de personele basisbekostiging en de materiële basis- en ondersteuningsbekostiging over te dragen zodat voor iedere 'groeileerling' de volle bekostiging voor de SO-school beschikbaar komt. Het bestuur van PPO Rotterdam heeft op 20 mei 2015 besloten het advies van de PO-Raad voorlopig over te nemen, maar de resultaten te relateren aan de visie op passend onderwijs in Rotterdam. De groei van het SO wordt vastgesteld per schoolbestuur. 22

23 3.1.2 SBO>2% In de lichte ondersteuning geldt het SBO >2% principe. Voor alle leerlingen op het SBO boven 2% van het totaal aantal leerlingen BAO en SBO in het verzorgingsgebied betaalt PPO Rotterdam het ondersteuningsdeel per leerling SBO. De berekening wordt gebaseerd op de teldatum van 1 oktober. Het bestuur van PPO Rotterdam heeft op 20 mei 2015 besloten het advies van de PO-Raad voor de vereenvoudigde bekostiging SBO over te nemen. Dat betekent dat PPO Rotterdam zowel voor de personele bekostiging als de materiële bekostiging het volgende betaalt aan het SBO: -de basisbekostiging o.b.v. het verschil van het aantal leerlingen 1 februari T, min het aantal leerlingen 1 oktober T-1 -de ondersteuningsbekostiging o.b.v. het verschil van het aantal leerlingen 1 februari T, min de 2% van het aantal leerlingen SWV op 1 oktober T-1 De groei van het SBO wordt vastgesteld per schoolbestuur. Er wordt uitgegaan van onderlinge verrekening tussen de samenwerkingsverbanden voor wat betreft het grensverkeer LGF In het Ondersteuningsplan van PPO Rotterdam is aangegeven dat PPO Rotterdam de leerlingebonden financiering garandeert tot 1 augustus 2016 voor leerlingen met een CvI-indicatie afgegeven voor 31 juli De hoogte van de financiering is gelijk aan de laatste opgave van DUO over (School)maatwerkbudget Voor kinderen die zonder financiële ondersteuning op speciaal onderwijs aangewezen zouden zijn kan de school bij PPO Rotterdam een maatwerkbudget aanvragen van maximaal 7.000,- voor één kind per schooljaar. In incidentele gevallen kan dit opgehoogd worden tot ,-. Voor materialen is maximaal 700 euro per kind per schooljaar beschikbaar. In incidentele gevallen kan dit opgehoogd worden tot 1100 euro. Voor het schooljaar zijn basisschool Het Pluspunt (BOOR) en PPO Rotterdam één totaalbedrag van ,- overeengekomen voor de extra ondersteuningsbekostiging. De aanleiding voor deze overeenkomst was het aflopen van een aantal LGF-indicaties per 1 augustus 2015 en het aflopen van de overgangsregeling LGF in zijn geheel per 1 augustus Daarnaast ontving Het Pluspunt geld van SCOOR in plaats van ambulante begeleiding. Deze overeenkomst heeft vooruitgelopen op, en model gestaan voor het inmiddels ontwikkelde arrangement schoolmaatwerk. Het eerste schoolmaatwerkbudget is toegekend aan basisschool Het Plein. Inmiddels zijn Kind en Onderwijs en PPO Rotterdam overeengekomen om het budget behorende bij het schoolmaatwerkarrangement voor schooljaar vast te stellen op ,-. Het schoolmaatwerkarrangement vervangt ook de overgangsregeling LGF die op Het Plein nog voor enkele leerlingen van toepassing was Aanvraag professionalisering De besturen kunnen een subsidie van 12,- per leerling aanvragen ten behoeve van professionalisering. Deze subsidie wordt ingezet voor het versterken van de basisondersteuning van de scholen en het verbreden en verdiepen van het aanbod in de schoolondersteuningsprofielen. Voor een overzicht zie paragraaf Kostendragers beleid 23

24 KDr Begroot 2016 Realisatie 1e kwartaal 2016 EJV * School maatschappelijk werk * Crisisplaatsen * Toelaatbaarheidsverklaringen * AB * (School)maatwerkbudget * Nieuw beleid * Professionalisering Verdeling nieuw beleid Actielijn 1: Rotterdamse kinderen volgen thuisnabij onderwijs Basisbudget passend onderwijs Pilot hoogbegaafdheid, aanvulling Project extra ondersteuning kleuters Themamiddagen SUBTOTAAL actielijn Actielijn 3: Samenwerken op het snijvlak van onderwijs en zorg Frictiepot/ AWBZ compensatiemaatregel Herindicatie toelaatbaarheidsverklaringen SUBTOTAAL actielijn TOTAAL Realisatie van de begroting In de onderstaande tabel wordt de voortgang van de begroting gegeven. De realisatie tot en met het eerste kwartaal wordt afgezet tegen de begroting voor heel In de laatste kolom wordt de eindejaarsverwachting gegeven. In de eindejaarsverwachting wordt op basis van de huidige inzichten het te verwachten eindresultaat gegeven. De rentebaten en eventueel benodigde onttrekking aan bestemmingsreserves zijn buiten beschouwing gelaten. De begroting kent meerdere niveaus. Voor de overzichtelijkheid worden in deze rapportage de lasten op het hoogste niveau weergegeven. Het is goed te realiseren dat de begroting van PPO Rotterdam een kalenderjaar betreft terwijl de doorbetalingen als gevolg van financiële regelingen per schooljaar worden toegekend. 24

25 Begroot 2016 Realisatie 1e kwartaal 2016 EJV 2016 BATEN Vergoeding salariskosten * Lichte ondersteuning * Normatieve zware ondersteuning Correctiebedrag verevening Vermindering zware ondersteuning Netto zware ondersteuning Doorbetalingen vanuit SWV personele * SBO > 2% *Grensverkeer *(School)maatwerkbudget *Groei SO *Schooldl rugzak (overg.budg.) Subsidie OCW niet geoormerkt * School maatschappelijk werk Rijksbijdrage OCW Materieel * Lichte ondersteuning * Normatieve zware ondersteuning Correctiebedrag verevening Vermindering zware ondersteuning Netto zware ondersteuning Doorbetalingen vanuit SWV materiële * SBO > 2% *Grensverkeer *(School)maatwerkbudget *Groei SO *Schooldl rugzak (overg.budg.) Overige baten Overige vergoedingen Totale Baten Toelichting baten Bij de berekening van de eindejaarsverwachting zijn de bedragen uit de meest recente regelingen gebruikt: Regeling bekostiging personeel PO en aanpassing bedragen voor ondersteuning van leerlingen in het PO en VO , Regeling vaststelling bedragen programma's van eisen basisonderwijs, (v)so en bekostiging materiële instandhouding samenwerkingsverbanden PO en VO voor het jaar 2016, Voor het schooljaar is uitgegaan van de leerlingenaantallen op 1 oktober 2014 en voor het schooljaar en het kalenderjaar 2016 van de leerlingaantallen op 1 oktober Voor de subsidie schoolmaatschappelijk werk is het schoolgewicht 2015 nog niet bekend en is het schoolgewicht 2014 aangehouden. Rijksbijdragen Het samenwerkingsverband ontvangt van het Rijk een bedrag per leerling BaO (lichte ondersteuning) en een bedrag per leerling BaO+SBO (zware ondersteuning). De normatieve zware 25

26 ondersteuning wordt gecorrigeerd vanwege de verevening en vervolgens verminderd met de ondersteuningskosten van de leerlingen die op 1 oktober op het SO aanwezig zijn. Deze ondersteuningskosten worden rechtstreeks door DUO aan het SO betaald vanuit het budget van het samenwerkingsverband. Deze kosten zullen in 2017 hoger uitvallen dan in de meerjarenbegroting door de herindicaties per Doorbetalingen aan de schoolbesturen Overdracht SBO Voor het schatten van het aantal SBO-leerlingen op 1 februari 2016 is gebruik gemaakt van de eigen opgave van de SBO-scholen per 1 januari Er wordt vanuit gegaan dat de SBO-scholen bij krimp niet hoeven terug te betalen. Een eerste inschatting van het grensverkeer is dat er meer inkomend grensverkeer is (dat een ander samenwerkingsverband moet betalen) dan uitgaand grensverkeer (dat PPO Rotterdam moet betalen). Er wordt een bedrag van 0,- aangehouden. Overdracht SO De groei van het aantal SO-leerlingen is nog niet bekend; Kijkglas 3 wordt verwacht in de loop van april Overgangsregeling LGF Op basis van de afgegeven beschikkingen en de doorgegeven wijzigingen is bepaald hoeveel er in de periode januari-juli 2016 nog uitgekeerd zal worden. De eindejaarsverwachting is veel lager dan begroot. Bij de begroting is uitgegaan van de leerlingen die in gebruik maakten van deze overgangsregeling, maar hiervan bleken in veel leerlingen afgevallen. Maatwerkbudget Op basis van de afgegeven beschikkingen en de doorgegeven wijzigingen is bepaald hoeveel er in de periode januari-juli 2016 nog uitgekeerd zal worden. Het gaat om 69 leerlingen. Geschat wordt dat er in deze periode nog 10 nieuwe maatwerkbudgetten a 7.700,- toegekend worden. Voor de periode augustus-december 2016 wordt globaal hetzelfde aantal leerlingen aangehouden (80) plus 30 leerlingen die van de overgangsregeling LGF gebruik maakten. Dit laatste aantal is gebaseerd op de inventarisatie van de OAT s. Schoolmaatwerkbudget Op basis van de afgegeven beschikkingen is bepaald hoeveel er in de periode januari-juli 2016 nog uitgekeerd zal worden. Het gaat om twee schoolmaatwerkbudgetten. Voor de periode augustus-december 2016 wordt hetzelfde aantal schoolmaatwerkbudgetten aangehouden. 26

27 Begroot 2016 Realisatie 1e kwartaal 2016 EJV 2016 LASTEN 4.1 Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige mat.lasten Kosten bijz. activiteiten *Nieuw beleid (projecten) *Professionalisering Leermiddelen (ICT) ICT Totale lasten Saldo baten en lasten Toelichting lasten De eindejaarsverwachting van de personele lasten is hoger dan begroot. Dat heeft te maken met de inhuur van ambulant begeleiders van SCOOR tot 1 augustus Bij de afschrijvingen, huisvestingslasten en ICT is de eindejaarsverwachting ongeveer conform begroting. De eindejaarsverwachting van de overige materiële lasten is lager dan begroot. Hierbij speelt mee dat de pm-posten nog niet zijn ingevuld. 27

28 4. Personeel en organisatie 4.1 Personeel De afdeling P&O wordt met ingang van 1 mei a.s. versterkt met een personeelsadviseur die ruime ervaring heeft op het gebied van P&O. De afdeling P&O zal bestaan uit een personeelsmedewerker en een personeelsadviseur. Tevens start in het tweede kwartaal een opleidingsadviseur die zich samen met de personeelsadviseur sterk zal maken om het professionaliseringstraject van PPO te implementeren c.q. uit te voeren. Bijzonder is dat de opleidingsadviseur ook Koers VO zal ondersteunen met haar verdere professionalisering. Zelfsturing als resultante, impliceert dat de afdeling P&O van PPO goed moet nadenken over hoe zij met haar dienstverleningsproducten de zelfsturende teams van PPO en de centrale PPO-organisatie zal ondersteunen. Het eerste kwartaal heeft de afdeling P&O een bijdrage geleverd aan het bestuursverslag en het bestuursformatieplan voor PPO. Het bestuursformatieplan is met name belangrijk omdat de regio s en de daaronder vallende OAT s precies weten hoeveel medewerkers in dienst zijn cq in dienst mogen zijn. Het is met andere woorden een sturingsmiddel voor de teams maar natuurlijk ook voor het management van PPO. Recentelijk is voorbereid met Dyade dat het personeelsinformatiesysteem voor het volgende kwartaal heringericht wordt naar regio s en OAT teams. Positief is dat de teams inzicht krijgen in een aantal kengetallen van hun teams. De behoefte aan managementinformatie vanuit de personele hoek moet nog worden afgestemd met de respectievelijke regiomanagers.3333 In het kader van het tripartite akkoord wordt 12 fte met ingang van 1 augustus 2016 overgenomen van SCOOR, PCBO en ZML de Regenboog. Tot slot is PPO met ingang van 1 januari jl. eigen risicodrager geworden. Dit betekent dat PPO de kosten van vervanging zelf betaald. PPO betaalde aan het vervangingsfonds het veelvoudige van de bedragen die ontvangen werden van het participatiefonds. De langdurig zieken zullen bij het risicofonds herverzekerd worden. Ziekteverzuim Het ziekteverzuim stond het laatste kwartaal van 2015 op 4,39%. In het eerste kwartaal van 2016 is het ziekteverzuim 5,7 %. Met name in februari en maart is het ziekteverzuim gestegen. De oorzaken van de hieraan ten grondslag liggende ziekteverzuim zal in het SMT worden besproken in aanwezigheid van het management. Besproken moet worden op welke manier de ziekteverzuimcijfers in het tweede kwartaal gerapporteerd gaan worden. In aantallen met typering lang/kort verzuim of in percentages (kan een vertekenend beeld geven in verband met het aantal medewerkers). Tevens zou het goed zijn als het ziekteverzuim% maandelijks gepubliceerd wordt. Formatie In het eerste kwartaal werkten 104 (78,882 fte) medewerkers bij PPO. De verhouding tijdelijk/vast is 26%. Van de 104 medewerkers, werken 82% parttime. Er zijn geen medewerkers uit dienst getreden bij PPO en twee medewerkers zijn in dienst getreden. Urenregistratie De medewerkers van PPO Rotterdam registreren hun uren in de volgende vier categorieën: * preventie (bijvoorbeeld uren schoolcontactpersoon en ouderfunctionaris) * arrangementen (bijvoorbeeld ambulante begeleiding) * verlof (niet-vakantie verlof en ziekte) * overig (overhead uren, bijvoorbeeld professionalisering en overleg) De urenregistratie gebeurt per schooljaar, niet per kalenderjaar. In deze kwartaalrapportage zijn de gegevens gebruikt van schooljaar tot en met het eerste kwartaal van 2016, dus van augustus 2015 tot en met maart Urenregistraties die niet volledig zijn ingevuld en urenregistraties van stafmedewerkers zijn in deze berekeningen buiten beschouwing gelaten. Dan resteert 57% van het vaste personeel en ongeveer 20% van het ingeleende personeel. De urenregistratie zoals deze momenteel gehanteerd wordt is eigenlijk niet geschikt voor analyse. Voor volgend schooljaar wordt gezocht naar een alternatief. 28

29 De taartdiagrammen geven de urenverhouding weer voor het vaste personeel en het ingeleende personeel. URENVERHOUDING VAST PERSONEEL Preventie Arrangement Overig Verlof en ziekte 14% 13% 50% 23% Het vaste personeel heeft de helft van de uren besteed aan preventieve werkzaamheden en bijna een kwart aan arrangementen. Het aantal overheaduren ligt met 13% boven de vooraf geschatte 10%. Het verlof en ziekte percentage is 14%, maar hierin zit ook ouderschapsverlof tot het einde van het schooljaar. URENVERHOUDING INGELEEND PERSONEEL Preventie Arrangement Overig Verlof en ziekte 9% 1% 25% 65% Bij het ingeleende personeel is dit kwartaal 65% van de uren besteed aan preventieve werkzaamheden en een kwart van de uren aan arrangementen. Dat is een heel andere verdeling dan vorig kwartaal, maar de huidige resultaten zijn slechts gebaseerd op 10 medewerkers. Het aantal overheaduren ligt netjes op 9% en het verlof en ziekte percentage is 1%. 4.2 Huisvesting Om de samenwerking te versterken vinden er verschillende overleggen plaats tussen PPO Rotterdam, Koers VO en CJG. De volgende overleggen zijn opgericht en hebben plaatsgevonden: Naam vergadering Deelnemers Frequentie/ data Doel 29