Voortgangsrapportage voor intern toezicht

Transcriptie

1 Voortgangsrapportage voor intern toezicht

2 Inhoud 1 Inleiding Kwaliteit Leerlingen en ondersteuning Monitoring inhoudelijke doelstelling Wettelijk kader Klachten en/of geschillen Middelen Financiën Meerjarenbalans Facilitair, Informatievoorziening en ICT Personeel Organisatie Medezeggenschap en advies Communicatie Privacy Bijzondere omstandigheden Voortgangsrapportage 3- Passend Primair Onderwijs Rotterdam 2

3 1 Inleiding Om te waarborgen dat het samenwerkingsverband zijn wettelijke en maatschappelijke taken adequaat vervult, is toezicht op het bestuur (beleid en bedrijfsvoering) binnen het samenwerkingsverband belangrijk. De wet verplicht tot een scheiding tussen de functies van bestuur en het toezicht op bestuur. Binnen de governance structuur van PPO Rotterdam onderscheiden we twee organen; het Bestuur (directeur-bestuurder) en de Algemene Vergadering (AV). De directeur-bestuurder functioneert als verenigingsbestuur, de AV functioneert als intern toezichthoudend orgaan. Om de interne toezichtfunctie goed te kunnen uitoefenen, is een (intern)toezichtkader een belangrijk instrument. Het toezichtkader bevat de wettelijke taken van de interne toezichthouder, de maatschappelijke legitimatie voor het toezicht, de doelen waarop het toezicht wordt gehouden en de wijze waarop de toezichthouder het toezicht uitoefent. Dat betekent dat het bestuur er zorg voor dient te dragen dat de AV tijdig over de informatie beschikt die is vereist voor de uitoefening van het intern toezicht. Hiervoor wordt periodiek (4 maandelijks) een voortgangsrapportage geschreven. Voor u ligt de voortgangsrapportage over het derde en laatste trimester van, september tot en met december. Voortgangsrapportage 3- Passend Primair Onderwijs Rotterdam 3

4 2 Kwaliteit 2.1 Leerlingen en ondersteuning Hieronder staat het aantal leerlingen in Rotterdam vermeld per onderwijsvorm, zoals bekend bij DUO, december. Het leerlingaantal in Rotterdam laat een stijging zien. Ten opzichte van 2015 is het totale leerlingaantal gestegen met 582 leerlingen. Relatief is de grootste stijging zichtbaar in het SO. Waar in ,07% van het totaal aantal leerlingen deelnam aan het SO is dat in 2,24%. Onderwijsvorm Leerlingaantal 2015 Leerlingaantal 2016 Leerlingaantal Basisonderwijs Speciaal basisonderwijs Totaal (S)BO Speciaal onderwijs Totaal alle vormen Tabel 1 - Aantal leerlingen per onderwijsvorm Hieronder staat het aantal leerlingen in Rotterdam vermeld per schoolbestuur, met vermelding van het aantal scholen en het aantal leerlingen in (s)bo. Ook deze gegevens zijn gebaseerd op de opgave van DUO, december. Bestuur Nr. Aantal scholen 2015 Aantal scholen 2016 Aantal lln (s)bo 2015 Aantal lln (s)bo 2016 RVKO BOOR PCBO Kind en Onderwijs SHON SIPOR St v Brienenoordschool xO ICBO SPCOHS VMK VRM VGPO-WN Cosmicus Consent* RSV SVZH Kralingsche Schoolvereniging VOS Totaal alle besturen Tabel 2 - Aantal leerlingen (s)bo per schoolbestuur op 1 oktober 2015 en 1 oktober 2016, volgens opgave DUO december. *Conform artikel 4.5b uit de statuten is Stichting Consent geen lid meer van de ALV van PPO Rotterdam Voortgangsrapportage 3- Passend Primair Onderwijs Rotterdam 4

5 Onderstaande tabel laat het aantal leerlingen in Rotterdam zien in het SO, verdeeld naar schoolbestuur. Ook deze tabel is gebaseerd op de opgave van DUO, december. Bestuur Nr. Aantal scholen 2015 Aantal scholen 2016 Aantal lln SO 2015 Aantal lln SO 2016 BOOR PCBO Horizon* St. Martinusstichting Yulius* Diverse, buiten Rotterdam Totaal alle besturen Tabel 3 - aantal leerlingen SO per schoolbestuur *In het leerlingaantal van Horizon zijn de leerlingen van de buiten Rotterdam gelegen vestigingen van de Gelinckschool meegenomen; bij Yulius zijn ook de leerlingen van de Atlas in Dordrecht meegenomen. Leerlingstromen Onderstaande tabel laat het aantal nieuwe TLV s zien per bestuur, waarbij de trimesters over het jaar tegen elkaar zijn afgezet. Naam Aantal lln (s)bo op 1 okt 2015 Aantal lln (s)bo op 1 okt 2016* Aantal Nieuwe TLV Nieuwe TLV per 1000 lln 1 e trim. 2 e trim. 3 e trim. 1 e trim. 2 e trim. 3 e trim. RVKO ,1 5,3 2,0 BOOR** ,2 6,1 4,1 PCBO** ,3 10,5 5,7 Kind en Onderwijs ,2 4,5 1,6 SHON ,8 0,0 4,8 SIPOR ,8 2,4 3,1 St. van Brienenoord ,0 2,5 0,0 5maalO ,0 1,3 0,0 ICBO ,2 16,2 19,5 SPCOHS ,0 1,3 1,3 MSK ,0 0,0 0,0 VRM ,0 3,0 0,0 VGPO-WN ,0 0,0 0,0 Cosmicus ,0 0,0 0,0 RSV ,0 0,0 0,0 SVZH ,7 3,4 0,0 De Kralingsche School ,0 0,0 4,4 VOS ,0 4,2 0,0 Extern Totaal/Gemiddeld ,0 6,7 4,4 Tabel 4 Aantal nieuwe TLV s per schoolbestuur, totaal en per leerlingen. Voortgangsrapportage 3- Passend Primair Onderwijs Rotterdam 5

6 *bij de berekening van het aantal nieuwe TLV s per 1000 leerlingen is in 2016 uitgegaan van het leerlingaantal op 1 oktober 2015, en in van het leerlingaantal op 1 oktober De voortgangsrapportage over derde trimester vormt samen met de eerdere twee een compleet overzicht over. Omwille van de vergelijkbaarheid (en vanwege het tijdstip van beschikbaar komen) is ervoor gekozen om alle arrangementen gedurende het hele kalenderjaar te relateren aan het leerlingaantal op 1 oktober in het voorafgaande jaar, dus **NB. Bij leerlingen die voorafgaande aan de TLV niet op school zaten (bijv. MKD verwijzingen), wordt de TLV aangevraagd door de ontvangende SO-school. Dat leidt tot relatief hoge aantallen TLV s bij besturen die SO-scholen hebben. Daarom zijn in tabel 5 alleen de aantallen TLV s afkomstig uit het Rotterdams (S)BO weergegeven. Onderstaande tabel laat ook het aantal nieuwe TLV s zien per bestuur, maar dan alleen van die leerlingen die afkomstig zijn uit het Rotterdamse (S)BO. Dit geeft een reëler beeld van de verdeling over de schoolbesturen, omdat bij leerlingen die voorafgaand aan de TLV niet op school zaten de TLV wordt aangevraagd door de ontvangende SO-school (en niet ieder schoolbestuur heeft een SO-voorziening). Aantal Aantal lln (s)bo lln (s)bo Naam op 1 okt op 1 okt * Aantal Nieuwe TLV Nieuwe TLV per 1000 lln 1 e trim. 2 e trim. 3 e trim. 1 e trim. 2 e trim. 3 e trim. RVKO ,1 5,3 2,0 BOOR ,3 4,6 3,1 PCBO ,9 9,4 5,2 Kind en Onderwijs ,1 4,5 1,6 SHON ,8 4,8 4,8 SIPOR ,8 2,4 3,1 St. van Brienenoord ,0 2,5 0,0 5maalO ,0 1,3 0,0 ICBO ,2 16,2 19,5 SPCOHS ,0 1,3 1,3 MSK ,0 0,0 0,0 VRM ,0 3,0 0,0 VGPO-WN ,0 0,0 0,0 Cosmicus ,0 0,0 0,0 RSV ,0 0,0 0,0 SVZH ,7 3,4 0,0 De Kralingsche School ,0 0,0 4,4 VOS ,0 4,2 0,0 Extern Totaal/Gemiddeld ,1 5,1 2,8 Tabel 5 Aantal nieuwe TLV s afkomstig uit Rotterdams (s)bo per schoolbestuur *bij de berekening van het aantal nieuwe TLV s per 1000 leerlingen is in 2016 uitgegaan van het leerlingaantal op 1 oktober 2015, en in van het leerlingaantal op 1 oktober Voortgangsrapportage 3- Passend Primair Onderwijs Rotterdam 6

7 In onderstaande figuren is een vergelijking gemaakt tussen de jaren 2016 en en de afgifte van nieuwe TLV s over drie trimesters. Figuur 1 geeft cumulatief weer hoeveel nieuwe TLV s er afgegeven zijn per leerlingen. In zijn er meer nieuwe TLV s per leerlingen afgegeven dan in 2016, met een piek in het tweede trimester. Deze piek is ook duidelijk zichtbaar in figuur 2 waarin het absoluut aantal nieuw afgegeven TLV s is weergegeven over beide jaren. In het derde trimester is het aantal nieuw afgegeven TLV s over beide jaren nagenoeg gelijk T1 T2 T Figuur 1: Aantal nieuwe TLV s per leerlingen cumulatief (afkomstig uit Rotterdams (s)bo) per trimester T1 T2 T Figuur 2: Totaal aantal afgegeven nieuwe TLV s (afkomstig uit Rotterdams (s)bo) per trimester Voortgangsrapportage 3- Passend Primair Onderwijs Rotterdam 7

8 Tabel 6 geeft inzage in het aantal nieuw afgegeven TLV s per OAT (ook vanuit het Rotterdamse (S)BO). OAT Aantal Nieuwe TLV Nieuwe TLV per 1000 lln* 1 e trim. 2 e trim. 3 e trim. 1 e trim. 2 e trim. 3 e trim. A. Hoogvliet ,2 8,2 4,6 B. Charlois ,3 7,8 4,2 C. Feijenoord ,0 7,3 4,5 D. IJsselmonde ,6 6,2 3,6 E. Prins Alexander ,4 4,3 2,0 F. Delfshaven ,2 4,1 3,0 G. Kralingen Crooswijk ,5 3,2 1,5 H. Centrum Noord ,6 3,8 1,3 I. Hillegersberg Schiebroek Overschie ,5 2,0 0,8 Totaal/Gemiddeld ,1 5,1 2,8 Tabel 6 Aantal nieuwe TLV s per OAT afkomstig uit Rotterdams (S)BO *bij de berekening van het aantal nieuwe TLV s per 1000 leerlingen is in 2016 uitgegaan van het leerlingaantal op 1 oktober 2015, en in van het leerlingaantal op 1 oktober In alle OAT s is in het derde trimester van een daling zichtbaar in het aantal nieuwe TLV s per leerlingen. Deze trend is ook zichtbaar bij alle grote schoolbesturen. Bij de kleinere schoolbesturen is de vergelijking over de trimesters wat lastiger te maken, omdat het hier om veel kleinere aantallen gaat. Wel kan gesteld worden dat binnen alle OAT s en besturen grofweg de trend zichtbaar is zoals weergegeven in figuur 2. Een piek in het tweede trimester en daarna weer een afname. Overall kan nog steeds wel gesteld worden dat zowel in absolute als relatieve zin de meeste nieuwe TLV s worden afgegeven in de OAT s op de zuidoever van de stad (Hoogvliet, Charlois, Feijenoord en IJsselmonde). Daarnaast valt op dat er overall een stijgende trend zichtbaar is in het aantal afgegeven nieuwe TLV s extern (T1:25, T2: 49, T3:64). Arrangementen In onderstaande tabel staat het totaal aantal arrangementen weergegeven dat in het betreffende trimester is toegekend. 1 e trimester 2 e trimester 3 e trimester *** AB AB Lezen Groepsarrangement lezen Logopedie Maatwerkbudget* Psychodiagnostisch onderzoek Pilot ambulant SBO Integraal arrangeren Gespecialiseerd onderwijs Pilot hoogbegaafdheid Voortgangsrapportage 3- Passend Primair Onderwijs Rotterdam 8

9 Inzet ouderfunctionaris** Inkoopplek herstart/opvang Totaal Tabel 7 - Arrangementen totaal, per periode *Maatwerkarrangementen worden soms meermalen toegekend aan hetzelfde kind, in het eerste trimester gaat het om 70, in het tweede trimester om 84 en in het derde trimester om 129 unieke kinderen. **inzet ouderfunctionaris is sinds 2016 toenemend geregistreerd. Een groei hierin kan dus (gedeeltelijk) veroorzaakt zijn door betere registratie. ***Cijfers van het meest recente trimester zijn altijd voorlopig. Onderstaande tabel laat de afgifte van nieuwe arrangementen in het betreffende trimester per schoolbestuur zien. Wederom als absoluut getal en het aantal arrangementen per leerlingen. Aantal Aantal lln (s)bo lln (s)bo Naam op 1 okt op 1 okt * Aantal arrangementen Arrangementen per 1000 lln 1 e trim. 2 e trim. 3 e trim. 1 e trim. 2 e trim. ** 3 e trim. ** RVKO ,6 9,8 11,4 BOOR ,3 9,3 9,8 PCBO ,7 12,7 16,2 Kind en Onderwijs ,1 12,8 15,6 SHON ,0 9,7 4,8 SIPOR ,7 5,5 4,7 St. van Brienenoord ,5 2,5 10,0 5maalO ,3 5,2 13,1 ICBO ,0 6,5 3,2 SPCOHS ,3 7,1 8,4 MSK ,0 0,0 0,0 VRM ,0 8,9 6,0 VGPO-WN ,5 12,4 28,9 Cosmicus ,0 9,9 9,9 RSV ,0 0,0 7,1 SVZH ,9 6,9 1,7 De Kralingsche ,8 0,0 8,8 School VOS ,7 0,0 12,6 Extern Totaal/Gemiddeld ,0 10,1 12,2 Tabel 8 - Arrangementen per schoolbestuur, per periode *bij de berekening van het aantal arrangementen per 1000 leerlingen is in 2016 uitgegaan van het leerlingaantal op 1 oktober 2015, en in van het leerlingaantal op 1 oktober **cijfers van het meest recente trimester zijn altijd voorlopig Voortgangsrapportage 3- Passend Primair Onderwijs Rotterdam 9

10 In onderstaande tabel staat het aantal nieuw afgegeven arrangementen weergegeven per OAT. Hier is een aantal opmerkelijke verschuivingen zichtbaar. In OAT Hoogvliet is het aantal arrangementen per leerlingen aanzienlijk gedaald. Het zijn nu de OAT s IJsselmonde en Centrum Noord waar in verhouding de meeste nieuwe arrangementen worden afgegeven. Met name in OAT IJsselmonde is een flinke stijging zichtbaar ten opzichte van het tweede trimester. De top drie ingezette arrangementen in IJsselmonde zijn AB, psychodiagnostisch onderzoek en lezen. In OAT Centrum Noord zijn dat AB, maatwerkbudget en psychodiagnostisch onderzoek. De stijging in het gebruik van het arrangement AB is mogelijk deels te verklaren door het gegeven dat er binnen de OAT s steeds meer mensen zijn die AB trajecten kunnen oppakken. Ook de toegenomen druk in het onderwijs als gevolg van personele problemen kunnen mogelijk een oorzaak zijn van deze toename. Daarnaast raken scholen steeds meer bekend met het gebruik van maatwerkbudgetten, waardoor ook de mogelijkheden hiervan steeds meer benut worden. OAT Aantal arrangementen Arrangementen per 1000 lln 1 e trim. 2 e trim. 3 e trim. 1 e trim. 2 e trim. 3 e trim. A. Hoogvliet ,0 18,9 14,0 B. Charlois ,4 11,1 12,3 C. Feijenoord ,8 9,7 11,9 D. IJsselmonde ,6 8,1 15,1 E. Prins Alexander ,9 8,3 11,8 F. Delfshaven ,4 7,0 7,8 G. Kralingen Crooswijk ,0 10,5 12,7 H. Centrum Noord ,3 12,4 15,2 I. Hillegersberg Schiebroek Overschie ,9 10,3 11,0 Totaal/Gemiddeld * 12,0 10,1 12,2 Tabel 9 - Arrangementen per OAT, per periode * Totaal T3 is 617 arrangementen, dat is 2 minder dan bij de besturen. De ouderfunctionaris is namelijk 2 maal ingezet voor externe leerlingen, die kunnen niet toegewezen worden aan een OAT. Thuiszitters Onderstaande tabel laat zien dat het aantal leerplichtige thuiszitters in het derde trimester van sterk gedaald is ten opzichte van het derde trimester van 2016 (35 vs 44). Ten opzichte van het vorige trimester is het aantal leerplichtige thuiszitters dit trimester gelijk gebleven. Het aantal vierjarige thuiszitters is wel gestegen. Van de 7 vierjarige thuiszitters in dit trimester is bekend dat er 4 direct na de kerstvakantie (dus januari 2018) begonnen zijn op een school. Het aantal vierjarigen zonder school blijft dus gering. Ook voor de leerplichtige thuiszitters geldt dat 5 van de 27 thuiszitters per januari 2018 op een passende plek gestart zijn. PPO bemerkt dat vlak voor schoolvakanties thuiszitters vaak niet meer geplaatst worden. De voorbereidingen om een plek te vinden hebben dan wel in de eindmaanden van plaatsgevonden. De daadwerkelijke plaatsing van het kind vindt dan januari 2018 plaats. Voortgangsrapportage 3- Passend Primair Onderwijs Rotterdam 10

11 Stand op Stand op Stand op Stand op niet leerplichtig leerplichtig totaal Tabel 10 - Aantal thuiszitters naar wel/niet leerplichtige leeftijd Onder de landelijke definitie van thuiszitters vallen leerplichtige kinderen die meer dan vier weken aaneengesloten thuiszitten. Onderstaande tabel maakt duidelijk dat PPO in deze periode 27 thuiszitters heeft die onder deze definitie vallen. Vergeleken met het derde trimester van 2016 is dit een forse daling (27 vs 39). Ten opzichte van het vorige trimester is het echter een forse stijging (27 op vs 14 op ). Verder valt op dat -vergeleken met het vorige trimester- het aantal thuiszitters dat tussen de 4 weken en 6 maanden thuis zit is toegenomen. Het is in dit trimester minder vaak gelukt om thuiszitters al binnen vier weken van een passende plek te voorzien. Het aantal zeer langdurige thuiszitters (> 6 maanden) is nagenoeg gelijk gebleven. Dit trimester kent 17 langdurige thuiszitters. Van deze kinderen: zijn er 3 bij de Taskforce Thuiszitters aangemeld; zijn 7 afkomstig uit het SO: voor 5 leerlingen is zorg voorliggend, 2 leerlingen hebben een intensieve onderwijszorgcombinatie nodig; is 1 afkomstig uit het SBO; ook bij deze leerling is zorg voorliggend; zijn er 2 afkomstig uit het reguliere basisonderwijs, maar is ook zorg voorliggend; wachten er 2 op een SO-plek; zijn 2 kinderen 4 jaar en nog niet naar school geweest. Voor 4 van deze 17 langdurige thuiszitters is begin 2018 een passende plek gevonden: 2 zijn naar een reguliere basisschool gegaan, 1 naar MKD/BEO, 1 naar een SO-school en 1 leerling is verhuisd buiten Rotterdam en gaat daar naar school. Duur thuiszitten Stand op Stand op Stand op Stand op Tot 4 weken wkn tot 3 mnd tot 6 mnd Meer dan 6 mnd totaal Tabel 11 - Aantal leerplichtige thuiszitters naar duur thuiszitten Het is in dit derde trimester gelukt om maar liefst 26 van de 29 thuiszitters uit het vorige trimester van een passende plek te voorzien. Van 3 leerlingen is onbekend wat hun uitstroombestemming is of is de leerling uit beeld geraakt. De overige 23 leerlingen zijn uitgestroomd naar: Voortgangsrapportage 3- Passend Primair Onderwijs Rotterdam 11

12 SO (11 leerlingen) Regulier basisonderwijs (6) SBO (3) VO (2) Een behandelsetting (1) Net als in vorige trimesters valt op dat veel thuiszitters het SO als uitstroombestemming hebben. Eveneens zien we dat relatief veel leerlingen die thuiszitten uit het SO afkomstig zijn. We zien dat kinderen met onderwijskundige/didactische ondersteuningsvragen niet of nauwelijks thuis komen te zitten. Ook zij wisselen wel eens van school, maar als er al sprake is van thuiszitten, dan betreft het een korte periode. De handelingsverlegenheid bij zowel reguliere basisscholen als SBO/SO-scholen zit bij kinderen met een meervoudige ondersteuningsvraag. Het gaat daarbij vaak om forse gedragsproblematiek en/of een zorg/behandelingsvraag in combinatie met achterblijvende leerresultaten of een verstandelijke beperking. De leerplichtige thuiszitters zijn dit trimester gelijkelijk over alle leeftijdscategorieën verdeeld. Het betreft 8 onderbouwleerlingen (5- en 6-jarigen), 10 middenbouwleerlingen (7 t/m 9-jarigen) en 9 bovenbouwleerlingen (10 t/m 13-jarigen). Van 1 leerling is de geboortedatum niet bij PPO bekend. De verdeling tussen de leeftijdscategorieën is vergelijkbaar met het vorige trimester. In onderstaande tabel is te zien dat de thuiszitters over alle gebieden van Rotterdam verdeeld zijn. Er zijn drie gebieden met slechts één thuiszitter: Feijenoord, Delfshaven en Kralingen Crooswijk. In gebied Feijenoord is gedurende kalenderjaar een daling van het aantal thuiszitters te zien. Voorheen was dit een gebied met relatief veel thuiszitters. Het is mooi om te zien dat alle inspanningen en de versterkte samenwerkingsrelaties in dit gebied zijn vruchten afwerpen wat betreft het aantal thuiszitters. Delfshaven en Kralingen Crooswijk hebben al sinds jaren niet of nauwelijks thuiszitters. Zij zetten dit trimester deze mooie trend door. Gebied Charlois heeft in met een stijgend aantal thuiszitters te maken. Dit trimester kent zij 6 thuiszitters. Van deze 6 thuiszitters zitten er 4 minder dan 3 maanden thuis en 2 tussen de 3 en 6 maanden. Charlois is een gebied met relatief veel kinderen met extra ondersteuningsbehoeften. Charlois kent dit trimester bijvoorbeeld ook het hoogste aantal leerlingen dat wacht op een SO-plek. OAT Totaal teldatum Totaal teldatum Totaal teldatum A Hoogvliet/Pernis B Charlois C Feijenoord D IJsselmonde E Alexander F Delfshaven G Kralingen Crooswijk H Centrum Noord I Hillegersberg Overschie Schiebroek Niet bekend/extern Totaal Tabel 12 - Thuiszitters per (woon)oat Voortgangsrapportage 3- Passend Primair Onderwijs Rotterdam 12

13 2.2 Monitoring inhoudelijke doelstelling In deze paragraaf staat de monitoring van de doelrealisering van het activiteitenplan en ondersteuningsplan beschreven met eventuele benodigde acties voor bijsturing Doel: De basis op orde Belangrijk uitgangspunt voor PPO Rotterdam is dat de basisondersteuning van alle scholen op het afgesproken niveau is. De basisondersteuning wordt geboden onder regie en verantwoordelijkheid van scholen en schoolbesturen zelf en staat omschreven in het schoolondersteuningsprofiel. PPO voert hierover het gesprek met besturen en directies. Het investeren in talenten en de verdere professionalisering van leerkrachten valt ook onder de basisondersteuning. Binnen PPO Rotterdam is afgesproken dat de basisondersteuning op orde is wanneer: Scholen voldoen aan de basiskwaliteit zoals gesteld door de onderwijsinspectie 1. Scholen werken volgens de uitgangspunten van handelingsgericht werken. Scholen de organisatie van onderwijsondersteuning op orde hebben. Scholen beschikken over preventieve en licht curatieve interventies. Actie 1: Realisatie van basisondersteuning Vanaf het schooljaar 2016/ maakt PPO jaarlijks 1,2 miljoen vrij als basisbudget voor de schoolbesturen en de samenwerkende directies in de wijken. Dit bedrag wordt verdeeld over de schoolbesturen op basis van leerlingaantal en gewichtenregeling (60%) en de wijken op basis van de sociale index (40%). Het basisbudget is bedoeld om, conform het ondersteuningsplan , ondersteuning te bieden aan: Versterken van de basisondersteuning Het organiseren van extra handen in de klas Uitbreiding uren IB-er Overig passend onderwijs De toewijzing voor de budgetten heeft op bovengenoemde wijze plaatsgevonden, de besturen leggen achteraf verantwoording af voor de besteding van de middelen uit het basisbudget. Aan het einde van schooljaar is aan de ontvangende schoolbesturen middels een digitale uitvraag verantwoording gevraagd. Inmiddels is van nagenoeg alle schoolbesturen de verantwoording ontvangen. Schoolbesturen die geen verantwoording insturen, krijgen de middelen voor het schooljaar /2018 niet beschikt. In het eerste trimester van 2018 worden de verantwoordingen geanalyseerd en verwerkt in een korte notitie. Actie 2: Inzet op Professionalisering PPO Rotterdam heeft in het derde trimester van op verschillende manieren ondersteuning geboden: professionalisering (beschikbaar stellen professionaliseringsmiddelen en basisbudget), ondersteuning bij op orde brengen van de basisondersteuning (door schoolcontactpersoon, door ambulant begeleiders met expertise hoogbegaafdheid) en door middel van een pilot voor dubbelbijzondere leerlingen. 1 Onder een goede basiskwaliteit wordt verstaan: Dat elke school voldoet aan de eisen die het toezichtkader van de onderwijsinspectie stelt aan zorg en begeleiding. Dat het onderwijspersoneel voldoet aan de professionele eisen zoals vastgelegd in het Besluit bekwaamheidseisen (2005). Dat elke school beschikt over een schoolondersteuningsprofiel (SOP). Voortgangsrapportage 3- Passend Primair Onderwijs Rotterdam 13

14 2.2.2 Doel: Thuisnabij onderwijs Binnen het werkgebied van het samenwerkingsverband moeten kinderen zo veel mogelijk dichtbij huis onderwijs kunnen krijgen. Echter, voor kinderen die het beste op hun plek zijn binnen het speciaal onderwijs, is thuisnabijheid niet altijd mogelijk. Voor hen geldt de best passende onderwijsplek. Hiertoe zijn onderstaande acties uitgezet. Actie 1: PPO netwerken De PPO netwerkbijeenkomsten op de scholen hebben in de periode september-december in het teken gestaan van de start met de uitvoer van de wijkplannen nadat verschillende gremia binnen PPO en uiteindelijk de AV zich erover hebben gebogen. Voor een aantal wijken betekent dit dat er vanuit de AV aandachtspunten zijn geformuleerd die meegenomen moeten worden in het wijkplan. Naar aanleiding hiervan is in een aantal wijken een eerste stap gemaakt met het delen van het aantal afgegeven arrangementen in die wijk in relatie tot de andere wijken in Rotterdam. Dit, met de bedoeling samen met de scholen in de wijk tot conclusies te komen en kritisch te kijken naar het effect van de arrangementen. Het steeds opnieuw delen van informatie en het kader van waaruit we werken, blijkt zinvol en nodig tijdens de netwerkbijeenkomsten. Tijdens de bijeenkomsten voor de portefeuillehouders wijk in september en december, heeft de nadruk gelegen op het SBO-maatwerkbudget, het proces wijkplan, de rollen en financiën. In een volgende bijeenkomst zal gezamenlijk worden nagedacht over evaluatiecriteria van de wijkplannen en de verantwoording die in juni 2018 voor het eerste jaar gepland staat. Actie 2: Inzet ouderfunctionarissen De negen ouderfunctionarissen hebben zich op hun drie kerntaken gericht, met als overkoepelend doel ouders als samenwerkingspartner optimaal te betrekken: Ondersteuning van de OAT s in contacten met ouders Het vormgeven van educatief partnerschap op scholen Uitvoering van het voorschools maatschappelijk werk (VSMW) op kinderdagverblijven. Er hebben gedurende de periode september december twee vakgroep bijeenkomsten voor de ouderfunctionarissen plaatsgevonden. Het doel van deze vakgroep is het waarborgen- en verbreden van expertise in het werken met ouders, binnen de vakgroep en de OAT s. In dit overleg staat de jaarplanning voor het komend schooljaar centraal en daarmee actielijn 2 van het ondersteuningsplan. Hierin worden de doelstellingen voor het volgende schooljaar uitgewerkt. De volgende onderdelen zijn o.a. aan bod gekomen: Invloed uitoefenen op preventief handelen Zicht krijgen op de inzet van de ouderfunctionarissen per OAT Implementeren van de werkwijze door het monitoren van SISA-registraties Ten aanzien van genoemde punten zijn concrete acties geformuleerd voor vervolg die ook weer geëvalueerd zullen worden. Cijfers: In de laatste trimeter van zijn in totaal 95 SISA registraties gedaan in de 9 OAT s. De ouderfunctionarissen zijn in deze periode ingezet op 92 arrangementen. De gemiddelde duur van de arrangementen is 3;8 maanden. De reden van afsluiten is veelal dat er een zwaardere vorm van onderwijs (merendeel SO) of bekostigingscategorie is toegekend. Ook is te zien dat de reden van afsluiten vaak is dat ouders en school samenwerken. Dit komt met name in OAT HOS sterk naar voren. Voortgangsrapportage 3- Passend Primair Onderwijs Rotterdam 14

15 1 e trimester 2 e trimester 3 e trimester SISA registraties Inzet ouderfunctionaris Tabel 13 SISA registraties en inzet ouderfunctionaris Actie 3: Dienstverlening PPO Qua dienstverlening naar de Rotterdamse scholen is er sprake van een toenemende vraag naar AB plus en AB gedrag. De ervaringen van AB plus trajecten zijn positief. Dit heeft geresulteerd in een nieuwe ontwikkeling rond AB+ en AB gedrag die dit schooljaar beide vallen onder het aanbod AB gedrag. De AB plus medewerkers zijn verdeeld over de OAT's en hierdoor bieden alle teams zowel preventief als de meer intensievere aanpak op het gebied van AB gedrag zodat nog beter en sneller aangesloten kan worden bij de behoefte van de scholen. Een groeiend aantal medewerkers is hierdoor inzetbaar als AB'er gedrag. Dit zorgt ervoor dat in een meestal korte en intensieve tijd van begeleiding in de groep van leerling en leerkracht, het scholen regelmatig lukt om de leerling binnen het basisonderwijs zodanig te begeleiden dat de leerling (weer) kan profiteren van het geboden onderwijs op de eigen school. Ook maken scholen in toenemende mate gebruik van de inzet van maatwerkbudgetten en kan dit schooljaar ook SBO wijkmaatwerk of SBO maatwerk (individueel) ingezet worden. Actie 4: Arrangementen In toenemende mate krijgen de onderwijs-zorg en zorg-onderwijs arrangementen vorm op de scholen. Deze arrangementsaanvragen, waarbij we samenwerken met de onderwijszorgspecialisten van MEE, laten een stijgende lijn zien. Ook de maatwerkbudgetaanvragen (een arrangement ter voorkoming van doorverwijzing van leerlingen naar het speciaal onderwijs) nemen in aantal toe. Aangezien er ook een stijging van de aanvragen in de TLV arrangementen SO te zien is lijkt vooralsnog de gehoopte daling die als gevolg van het inzetten van een maatwerkbudget zichtbaar zou moeten worden, nog niet ingezet. De grootste inzet van de PPO arrangementen is preventief, uitgevoerd door de schoolcontactpersonen, en bestaat uit observatie, coaching, overleg en steeds meer uit ondersteuning in de klas. Deze laatste vorm van daadwerkelijke ondersteuning in de klas in de vorm van een soort co-teaching, laat eveneens een stijging in aanvragen zien: namelijk de zogenaamde AB+ aanvragen. De laatste maanden is er ingezet op de doorrol van de AB+ naar algemene gedrags-ab, waarbij alle ambulant begeleiders in de OAT's deze vorm van werken onder de knie krijgen, ingewerkt door collega's met een co-teachers opleiding. De scholen ervaren deze vorm van begeleiding als erg prettig en de resultaten ervan worden op dit moment geëvalueerd. In de toekomst verwachten we meer zicht op de effecten van de inzet van arrangementen met behulp van Kindkans en met daaraan gekoppeld mogelijk een kwaliteitsmeting via een app. Actie 5: Hoogbegaafdheid PPO Rotterdam zet zich in voor passend onderwijs voor alle leerlingen, ook voor talentvolle leerlingen. Uitgangspunt voor onze activiteiten voor deze doelgroep is de gezamenlijke visie die is verwoord in een apart document (zie ook figuur 1). Onze inzet is concreet de organisatie van een pilot voor dubbelbijzondere leerlingen en de inzet van specialisten hoogbegaafdheid van PPO Rotterdam ter ondersteuning van scholen. Bovendien denken we als PPO Rotterdam graag mee over initiatieven van scholen/schoolbesturen en kunnen we hierbij eventueel faciliteren als deze passen binnen de visie van het samenwerkingsverband. Voortgangsrapportage 3- Passend Primair Onderwijs Rotterdam 15

16 Voor extra (zware) ondersteuning en/of dubbel bijzondere leerlingen is expertise m.b.t. hoogbegaafdheid inzetbaar vanuit het samenwerkingsverband PPO Rotterdam in de vorm van intensieve, gespecialiseerde begeleiding. Een deel van de groep leerlingen kan gebaat zijn bij lichte ondersteuning in de vorm van onderwijs in geheel of deels aparte klassen in de reguliere school o.a. door samenwerking in de wijk. Deels door de scholen/schoolbesturen, deels vanuit samenwerkingsverband. Elke reguliere school biedt binnen de basisondersteuning een rijke voedingsbodem (d.m.v. stimulerend signaleren, differentiëren, verrijken en inspelen op de ontwikkelingsbehoefte van het kind) in de reguliere groep. De school arrangeert waar mogelijk binnen het schoolondersteuningsplan (SOP). Een plusklas maakt, indien aanwezig op school, deel uit van de basisondersteuning. Figuur 3: Piramide Hoogbegaafdheid Pilot in Hillegersberg-Schiebroek Met de tweejarige pilot met een deeltijdvoorziening voor dubbel bijzondere leerlingen in OAT HOS wordt kennis en ervaring opgedaan met deze specifieke doelgroep en wordt nagegaan of deze aanpak werkt en eventueel verder wordt uitgerold. Sinds schooljaar is de pilot voor Hoogbegaafdheid uitgebreid naar alle scholen die vallen onder OAT HOS. De opzet en begeleiding van de groep en de pijlers van het aanbod in de groep zijn onveranderd gebleven. Er is sinds dit schooljaar een onderwijsassistent toegevoegd aan de groep. De ervaringen hiermee zijn heel positief. We kunnen vaststellen dat de voorziening inmiddels volledig is geïntegreerd in het OAT. De toeleiding van een leerling naar de bovenschoolse groep gaat altijd in samenspraak met de schoolcontactpersoon van PPO Rotterdam. Binnen de pilot is met de scholen ook een scholingsaanbod geformuleerd voor de scholen in HOS om de basisondersteuning voor hoogbegaafde leerlingen nog een verdere impuls te geven. Novilon zal deze scholing in de tweede helft van het schooljaar verzorgen. Er is veel vraag naar de ervaringen in de pilot. In november zijn, op uitnodiging van het SLO, ervaringen van de pilot gedeeld door middel van een workshop op een inspiratiebijeenkomst van SLO Talentontwikkeling. Deelnemers aan de workshop waren enthousiast over de visie, het aanbod en de groep gecombineerd met ambulante steun aan de scholen waar de leerlingen vandaan komen. De pilot bleek, samen met een aantal andere initiatieven, vrij uniek in Nederland. Andere initiatieven op het gebied van Hoogbegaafdheid In de wijkplannen die zijn opgeleverd, wordt in 5 wijken van Rotterdam hoogbegaafdheid aangeduid als thema/speerpunt. Het gaat hierbij om de wijken Kop van Zuid/Katendrecht, Afrikaanderwijk, Bloemhof, Blijdorp/Provenier en Noord. Dit schooljaar worden deze plannen verder uitgewerkt door de wijken. Indien hier nieuwe projecten/pilots uit voortkomen, zullen deze in de eerstvolgende voortgangsrapportage worden vermeld. Voortgangsrapportage 3- Passend Primair Onderwijs Rotterdam 16

17 Verder vindt er beleidsmatig afstemming plaats met schoolbestuur Kind & Onderwijs dat vorig schooljaar is gestart met de Athena-afdeling (fulltime HB onderwijs) op de Talmaschool. PPO Rotterdam zou voor mogelijke, aanvullende facilitering van deze voorziening graag zien dat de Athena-afdeling toewerkt naar: een specifieke onderwijssetting voor hoogbegaafde leerlingen, waarbij ook sprake kan zijn van een dubbele ondersteuningsvraag; het bieden van een platform voor kennisuitwisseling met andere scholen in Rotterdam; toelatingscriteria waarbij onderwijsbehoeften centraal staan en niet het IQ en het afbouwen van de ouderbijdrage. Tussen de Athena-afdeling en de pilot in HOS vindt ook op operationeel/tactisch niveau regelmatig overleg plaats. Dit schooljaar staat kennisuitwisseling en elkaar leren kennen centraal. Begin 2018 zullen bezoeken over en weer worden georganiseerd. Evaluatie-onderzoek en arena De pilot en de Athena-afdeling van Kind en Onderwijs zullen in het voorjaar van 2018 in samenhang door een nog te selecteren extern onderzoeksbureau worden geëvalueerd met als doel de resultaten van beide voorzieningen voor leerlingen, ouders en leerkrachten (voor de pilot ook van aanleverende scholen) in kaart te brengen. Bovendien organiseert PPO in het voorjaar van 2018 een arena (in plaats van een congres zoals eerder aangekondigd) met als doel: in kaart brengen van het totale pallet van ondersteuning in Rotterdam voor hoogbegaafde leerlingen. De wensen en ideeën van diverse stakeholders, zoals ouders, onderwijs, experts, staan hierbij centraal. Op basis hiervan kan verdere planvorming worden gerealiseerd. Zowel de uitkomsten van het onderzoek als de arena dienen als input voor verdere besluitvorming omtrent het aanbod voor hoogbegaafde leerlingen in Rotterdam. Specialisten hoogbegaafdheid Binnen PPO Rotterdam zijn specialisten Hoogbegaafdheid werkzaam die ambulante begeleiding op school kunnen bieden. Zij vormen samen een expertisegroep binnen PPO Rotterdam. PPO gaat dit schooljaar extra inzetten op professionalisering van deze specialisten met als doel deze kennis binnen het samenwerkingsverband te versterken en de dienstverlening te verbeteren. Deze specialisten verzorgen elk schooljaar ook een themamiddag Hoogbegaafdheid voor leerkrachten. Deze themamiddag zal begin 2018 plaatsvinden. Actie 6: Poortwachtersfunctie Dyslexie Per 1 januari 2018 gaat PPO Rotterdam de poortwachtersfunctie dyslexie verzorgen in de gemeente Rotterdam. In het derde trimester van zijn de voorbereidingen getroffen om dit mogelijk te maken. Met de gemeente is frequent overleg gevoerd over alle zaken die moesten worden geregeld, zoals proces- en werkafspraken voor de toeleiding, de benodigde formulieren, communicatie-activiteiten. De gemeente Rotterdam heeft alle wijkteams geïnformeerd en heeft via gemeentelijke communicatiekanalen over de nieuwe aanpak gecommuniceerd. Op de website van PPO Rotterdam is een loket ingericht met alle informatie over aanmelding en contactinformatie. In wijkbijeenkomsten heeft PPO Rotterdam de schoolcontactpersonen van PPO en de basisscholen de laatste maanden van uitgebreid geïnformeerd over de nieuwe werkwijze. Daarbij is zoveel mogelijk gebruik gemaakt van bestaande overlegstructuren in de wijk. Ook de omringende samenwerkingsverbanden zijn middels een mailing geïnformeerd, aangezien de nieuwe werkwijze geldt voor alle kinderen (van 7 t/m 12 jaar, evt. 13 jaar indien zij nog op de basisschool zitten) die in Rotterdam wonen. Tevens heeft er in december een bijeenkomst plaatsgevonden met de gemeente, PPO Rotterdam en de vier aanbieders die per onderzoek en behandeling EED zullen leveren. De bijeenkomst was bedoeld om kennis te maken, uitleg te geven over de nieuwe werkwijze en vragen te beantwoorden. In het themateam Jeugd is, op uitnodiging, informatie gegeven over de nieuwe werkwijze. Voortgangsrapportage 3- Passend Primair Onderwijs Rotterdam 17

18 Monitoring en evaluatie zullen in het eerste kwartaal van 2018 verder in overleg met de gemeente en de dyslexie-aanbieders worden ingericht. Aspecten die hierin worden meegenomen, zijn: aantallen en herkomst van aanvragen; doorlooptijden; kwaliteit van de aanvragen; het resultaat van de aanvragen; wachttijden; doelrealisatie (in hoeverre leidt de werkwijze tot kwalitatief goede EED aanvragen?); cliënt tevredenheid van ouders en scholen m.b.t. het contact met de uitvoerder/afnemer, de aansluiting van het arrangement bij de vraag en de snelheid waarmee het arrangement beschikbaar was; ervaringen en tevredenheid van aanbieders. Actie 7: PPO Themamiddagen Schooljaar is PPO gestart met het aanbieden van themamiddagen en dat jaar begonnen we met negen themamiddagen. Ieder jaar neemt het aantal themamiddagen dat PPO verzorgd toe. Van negen in naar 14 in naar de 19 die er voor schooljaar /2018 ingepland staan. De themamiddagen worden in principe verzorgd door PPO medewerkers. Soms wordt externe expertise ingevlogen. 2015/ / /2018 Aantal themamiddagen Tabel 14 Themamiddagen In het derde trimester zijn er 6 themamiddagen aangeboden vanuit PPO. In totaal hebben 138 leerkrachten zich hiervoor opgegeven en zijn 89 leerkrachten ook daadwerkelijk aanwezig geweest bij een themamiddag. Een aantal leerkrachten heeft zich na het opgeven alsnog afgemeld en één themamiddag is niet doorgegaan vanwege ziekte van degene die de themamiddag zou verzorgen. Vanaf schooljaar worden de themamiddagen webbased geëvalueerd door de deelnemers. Zij ontvangen na afloop van een themamiddag een digitaal evaluatieformulier via de . Uit deze evaluatie komt naar voren dat ruim één derde (39,2%) van de leerkrachten vindt dat de inhoud van de middag voldoet aan de verwachtingen. Iets minder dan de helft (46,4%) staat hier neutraal in. Bijna de helft van de deelnemende leerkrachten (46,5%) is het (helemaal) eens met de stelling door deze themamiddag herken ik de onderwijsbehoeften van mijn leerlingen. De gemiddelde waardering voor de themabijeenkomsten in het derde trimester is een 7. De komende 4 maanden staan er 12 á 13 themamiddagen in de planning. De inschrijvingen verlopen goed. Actie 8: Convenanten PPO Het Convenant hogescholen is opgesteld tussen het samenwerkingsverband PPO en de drie Rotterdamse lerarenopleidingen voor Primair Onderwijs en heeft als uitgangspunt dat de partijen het belang zien van wederzijdse kennis- en vaardighedenuitwisseling met betrekking tot passend onderwijs. De professionele samenwerking houdt in dat er groepsgewijze kennisuitwisseling is middels gastcolleges die gegeven worden door PPO personeel en individuele kennisuitwisseling met de schoolcontactpersoon van PPO. September heeft er een gastcollege vanuit PPO plaatsgevonden bij de Hogeschool Rotterdam door een PPO medewerker. Hogeschool Thomas More heeft ervoor gekozen geen gebruik te maken van de gastcolleges vanuit PPO Rotterdam bij de minor Passend Onderwijs, maar van de meer praktische gastcolleges van de (speciale) basisscholen uit Rotterdam. Een student van de Hogeschool Thomas More heeft in november een aanvraag gedaan voor een meeloopdag met een ambulant begeleider van PPO, ten behoeve van een opdracht. Voortgangsrapportage 3- Passend Primair Onderwijs Rotterdam 18

19 2.2.3 Doel: Reduceren aantal thuiszitters PPO werkt nauw samen met de scholen, de schoolbesturen en de gemeente Rotterdam om voor ieder kind een passende plek te realiseren en thuiszitten te voorkomen. Behalve de reductie van het aantal thuiszitters is eveneens een doel om de duur van het thuiszitten te bekorten. Actie 1: Taskforce thuiszitters De Taskforce richt zich op leerplichtige thuiszitters en legt haar focus vooral bij die kinderen die meer dan acht weken thuis zitten. De kerngroep kent een multidisciplinaire samenstelling (gemeente, leerplicht, PPO en Koers VO) en komt eens in de twee weken bijeen. PPO gebruikt de kerngroepvergaderingen ook om advies in te winnen bij (dreigende) thuiszitterscasuïstiek. Er is veel ervaring en slagkracht om over complexe casuïstiek mee te denken en te ondersteunen bij het bewerkstelligen van een oplossing. DIt gebeurt altijd in afstemming met de betrokken collega('s) van PPO, de ouders en de school van herkomst of de school die het kind zou kunnen gaan opvangen. Dit trimester zijn drie kinderen aangemeld bij de Taskforce Thuiszitters. De samenwerking met de Taskforce is effectief. De Taskforce loopt echter ook tegen grenzen aan. Dit trimester is wederom duidelijk geworden dat bij ongeveer 50% van de thuiszitters (in het PO en VO gezamenlijk) zorg voorliggend is. De Taskforce heeft voor die groep leerlingen geen doorzettingskracht. Deze leerlingen worden soms wel besproken in de kerngroepvergadering. Vooral om in multidisciplinair verband met elkaar te kijken welke wegen het best bewandeld kunnen worden. Maar deze zorgcasuïstiek wordt nooit formele Taskforce-casuïstiek omdat het mandaat van de Taskforce niet over (jeugd)zorg gaat. Mede hierdoor haalt de Taskforce Thuiszitters haar doelstellingen niet. Dit probleem is goed met de afdeling Jeugd van de gemeente Rotterdam besproken. In 2018 zullen door de gemeente in samenspraak met PPO, het scholenveld, wijkteams en zorgaanbieders (nieuwe) werkwijzen uitgeprobeerd gaan worden om jeugdhulp dichterbij school te organiseren. Ook is de hoop gevestigd op nieuwe onderwijszorgarrangementen die ervoor zorgen dat kinderen met zorgbehoeften niet uitvallen in het onderwijs. Actie 2: Onderwijszorgarrangementen PPO participeert samen met de afdelingen Jeugd en Onderwijs van de gemeente Rotterdam en samenwerkingsverband Koers VO in de taakgroep onderwijszorgarrangementen (OZA). De taakgroep heeft in intensief gewerkt aan een OZA-visienotitie. Deze notitie is in november verschenen. Kern van de notitie is het onderwijszorg-continuüm. Alle kinderen hebben leerrecht. Voor alle kinderen proberen we onderwijs mogeijk te maken. Voor de ene leerling zal dit 100% onderwijs zijn, waar nodig aangevuld met jeugdzorg; voor een andere leerling bestaat het dagprogramma uit 90% zorg en 10% onderwijs. Dat is de andere kant van het spectrum van het onderwijszorg-continuüm. Waar het om gaat, is dat kinderen met een gecombineerde onderwijs- en zorgbehoefte een integraal aanbod krijgen. Veruit de meeste leerlingen gaan naar school en het streven is om daar passende zorg aan toe te voegen, voor die groep kinderen die dat nodig heeft. Voor een kleine groep kinderen zal het dagproramma in een zorg/behandelsetting plaatsvinden en dan is het streven om daar onderwijs aan toe te voegen. Deze onderwijs-zorgcombinaties bestaan nu ook al, vooral in het SO. De notitie is erop gericht om in 2018 en de jaren erna op meer schooltypen integrale onderwijszorgcombinaties te creëren die ervoor zorgen dat meer kinderen zich passend kunnen ontwikkelen. Eveneens streven we ernaar om tot een dekkender aanbod van onderwijszorg-combinaties te komen. De visie op onderwijszorgarrangementen, zoals in deze notitie vastgelegd, vormt de basis voor de inkoop van onderwijszorgarrangementen in de eerste helft van PPO en Koers VO worden in het volgende trimester betrokken bij de vormgeving van de aanbesteding. Voortgangsrapportage 3- Passend Primair Onderwijs Rotterdam 19

20 Pilot Integraal arrangeren In dit trimesterl is fase 2 van de pilot Integraal arrangeren in Hillesluis afgerond en is fase 3 gestart. In het volgende trimsters wordt fase 3 afgerond. Er is na fase 1 een werkgroep opgestart die onder leiding van een projectleider de aanbevelingen uit fase 1 in acties omzet. De werkgroep bestaat uit vertegenwoordigers van scholen, PPO, gemeente/wijkteam en CJG. Hieronder geven we een aantal van de geformuleerde acties weer: Scholen en partners gebruiken het handelingsgericht werken als kader om de samenwerking te verstevigen. Het verstevigen van de samenwerking met kinderdagverblijven en vroegsinalering. CJG, PPO, SMW, wijkteam en school maken inzichtelijk aan de hand van een informatiesheet en stroomschema wat hun rol en taak is. De scholen worden geïnformeerd over de leerrechtpilots en het KID project van PPO. De IB er heeft de regie (met hulp van SMW) over welk niveau van handelingsgericht werken het meest passend is. Als het nodig is om met meerdere partners en met ouders te komen tot een individueel plan, dan is dat in beginsel een handelingsgericht plan: onderwijsbehoeften staan centraal, ouders zijn partner! Als in het OZO (of daarvoor) wordt geconstateerd dat ouders zelf veel problemen ervaren, dan zet het wijkteam daarnaast een gezinsplan in. In fase 3 wordt (verder) met de acties aan de slag gegaan. Er is in Hillesluis veel enthousiasme over de resultaten van de pilot. Er is een verdiepte samenwerking tussen scholen en ketenpartners ontstaan. De werkwijze in Hillesluis wordt ook door een aantal andere wijken met belangstelling gevolgd. Verschillende wijken overwegen om een soortgelijke pilot in hun wijk te starten. Leerlingen met een leerplichtontheffing Een speciale groep OZA-leerlingen vormt de groep leerlingen met een leerplichtontheffing 5 onder a die onderwijs willen gaan volgen. Het gaat hierbij om leerlingen die nu fulltime van een kinderdagcentrum (KDC) gebruikmaken, maar de overstap naar speciaal onderwijs willen maken. In schooljaar zijn 18 kinderen op twee SO-scholen in een leerrechtgroep gestart: bij ZML Van Voorthuijzen en de Tyltylschool. Dit trimesterl zijn de leerrechtroepen op deze twee SO-scholen gecontinueerd. Er is enthousiasme over de pilots bij zowel de scholen, de betrokken zorgaanbieders en de ouders. Ook de evaluaties laten zien dat ouders erg tevreden zijn en de pilots een gunstige invloed hebben op de ontwikkeling van de kinderen. Tevens zijn er dit trimester vier nieuwe leerrechtpilots gestart: bij ZML Mattheus, ZML Regenboog, ZML Schreuder en ZML Willeboer. In totaal nemen nu zo n 50 leerlingen deel aan een leerrechtpilot. Veruit de meeste van deze leerlingen volgen nu onderwijs in een schoolgebouw, waarbij de zorg die nodig is in de school geboden wordt door zorgpersoneel. Bij twee pilots is het zo dat een leerkracht van een SO-school onderwijs geeft op een KDC. Nu er in Rotterdam meer ervaring is opgedaan met het opvangen van deze groep kinderen in het onderwijs, wordt ook duidelijk dat we tegen financiële grenzen aanlopen. Voor deze groep kinderen met intensieve zorgbehoeften zijn geen extra financiën beschikbaar als zij onderwijs gaan volgen. Dit betekent dat zowel PPO als de gemeente Rotterdam vanuit hun huidige budgetten de leerrechtgroepen bekostigen. Verschillende schoolbesturen hebben aangegeven dat zij te weinig financiële middelen ontvangen om de leerrechtgroepen goed te kunnen draaien. Dit signaal is door PPO en de gemeente in G4- en G32-bijeenkomsten afgegeven en wordt landelijk herkend. De ministeries van OCW en VWS komen in januari 2018 naar Rotterdam om samen met PPO, de gemeente, de betrokken schoolbesturen en de zorginstanties naar de successen en de knelpunten te kijken. Koers VO sluit hier ook bij aan, omdat de doorgaande lijn richting het V(S)O van groot belang is. Voortgangsrapportage 3- Passend Primair Onderwijs Rotterdam 20

21 In het verkrijgen van een leerplichtontheffing spelen artsen een belangrijke rol. KDC-artsen gaven een verklaring af dat een kind vrijgesteld mag worden van onderwijs. Met deze verklaring gaf Leerplicht vervolgens de leerplichtontheffing af. Aan het eind van dit trimester is gestart met het inzetten van onafhankelijke artsen van de GGD voor de afgifte van een verklaring. Ook is in dit trimester nagedacht over de rol van PPO bij het proces richting een vrijstelling of richting onderwijs. Naar verwachting zal in het volgende trimester deze rol voor PPO verder uitgewerkt zijn. Actie 3: Voorschools Maatschappelijk Werk In de kwaliteitscommissie van 18 januari is de noodzaak besproken van het herijken van het VSMW-beleid en ouderfunctionarissen. Voor het nieuw te voeren beleid rond Voorschools Maatschappelijk Werk (VSMW) en ouderfunctionarissen, is een drietal scenario s beschreven. In de kwaliteitscommissie van 30 maart is besloten vooralsnog geen van de scenario s of alternatieven te kiezen, daar onzekerheid over te voeren beleid en mogelijke bezuinigingen de commissie op dat moment niet het vertrouwen gaven dat de middelen gewaarborgd kunnen blijven. In het schooljaar wordt derhalve met dezelfde constructie en middelen doorgegaan. In het eerste trimester van 2018 wordt dit onderwerp opnieuw besproken in de kwaliteitscommissie. Overige ontwikkelingen binnen het VSMW In de periode november-december hebben gesprekken met nagenoeg alle VSMW-aanbieders plaatsgevonden. Enerzijds om hen te informeren over de huidige stand van zaken zoals die hierboven beschreven is. Anderzijds om hen te vragen mee te denken over de wijze waarop we toe kunnen werken naar een kwaliteitsverbetering en het verkrijgen van meer zicht op inzet en rendement van de middelen. Dit heeft ertoe geleid dat er een vragenlijst in ontwikkeling is, die indien haalbaar in het volgende trimester zal worden voorgelegd aan de aanbieders met de vraag de informatie aan het einde van dit schooljaar aan te leveren aan PPO, zodat een kwaliteitsslag kan worden gemaakt. In mei 2018 zal duidelijk moeten zijn wat de hoogte is van de impulsgelden voor de komende 3-4 jaar, welk standpunt PPO hierin inneemt met betrekking tot het al dan niet aanvullen van de middelen en wat het toekomstperspectief is ten aanzien van de beschreven scenario s. Initiatieven en ontwikkelingen vanuit de OAT s Vanuit OAT s voeren de VSMW ers verschillende activiteiten op maat uit om een betere samenwerking en afstemming te krijgen rondom zorg en onderwijs voor het jonge kind. Dit gebeurt veelal in samenwerking met de OAT teamleden en ketenpartners zoals het CJG en kinderdagverblijven. Middels de hiervoor beschreven stappen, zal meer inzicht worden verkregen in datgene wat er op wijkniveau gebeurt. Het idee is om helder te krijgen wat werkt, waar goede initiatieven liggen en op welke wijze we maatwerk in de wijk structureel kunnen vormgeven met elkaar. Zo kan gedacht worden aan integrale overleggen die geborgd zijn in de wijk, waar VSMW een onderdeel van uitmaakt. Actie 4: Beleid jonge kind (preventief) De start op de basisschool is een grote, spannende stap voor zowel het kind als de ouders. Voor sommige peuters is de overgang van een voorschoolse organisatie naar de basisschool een extra kwetsbaar moment. Vanuit PPO Rotterdam willen we tijdig (vanaf een leeftijd van 3,2 jaar) betrokken worden in het besluitvormingsproces rondom de keuze van een passende school voor deze kwetsbare Rotterdamse peuters. Op die manier kunnen we ervoor zorgen dat deze jonge kinderen zoveel mogelijk direct binnen de juiste onderwijssetting starten. Zo maakt het kind een vliegende start. Het uiteindelijke doel is om thuiszitten te voorkomen. Op een regulier KDV zijn Voorschools Maatschappelijk Werkers (VSMW) werkzaam. Voortgangsrapportage 3- Passend Primair Onderwijs Rotterdam 21