LESBOEK b. Zwijsen BEGRIJPEND EN STUDEREND LEZEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "LESBOEK b. Zwijsen BEGRIJPEND EN STUDEREND LEZEN"

Transcriptie

1 LESBOEK b Zwijsen BEGRIJPEND EN STUDEREND LEZEN

2 Zwijsen Paul Stapel Dianne Manders Maril Rijks Jos Cöp HAnDlEIDInG b

3 Hl InHoUD Algemene handleiding Aan de slag met Lezen in beeld 3 Kenmerken 3 Uitgangspunten 3 Opbouw methode 4 Activiteiten 5 Organisatie 6 Toetsing en evaluatie 6 Differentiatie en zorgverbreding 7 Materialen 8 Leerstof 9 Handleiding online 14 blok 1 omgeving Basislessen 18 Toetstaak 24 Herhalingstaak en plustaken 26 blok 2 natuur Basislessen 30 Toetstaak 36 Herhalingstaak en plustaken 38 blok 3 Reizen Basislessen 42 Toetstaak 48 Herhalingstaak en plustaken 50 blok 4 Gevoel Basislessen 54 Toetstaak 60 Herhalingstaak en plustaken 62 blok 5 Verhalen Basislessen 66 Toetstaak 72 Herhalingstaak en plustaken 74 blok 6 Samen leven Basislessen 78 Toetstaak 84 Herhalingstaak en plustaken 86 blok 7 cultuur Basislessen 90 Toetstaak 96 Herhalingstaak en plustaken 98 blok 8 Andere tijden Basislessen 102 Toetstaak 108 Herhalingstaak en plustaken 110 Colofon 112 VORIGE << >> VOLGENDE

4 AlGEMEnE HAnDlEIDInG jaargroep 5 Aan de slag met Lezen in beeld Een overzicht van alles wat u moet weten U gaat werken met Lezen in beeld. Deze handleiding helpt u om snel met de methode aan de slag te gaan. Daartoe wordt in een beperkt aantal pagina s de belangrijkste informatie gegeven die u nodig heeft. Alle overige gegevens over de methode, waaronder meer uitgebreide onderdelen die bij deze handleiding horen, vindt u op de website Hebt u vragen, opmerkingen of suggesties, dan kunt u hiermee ook terecht op de website. Hoe meer informatie wij van u krijgen, hoe beter wij in staat zijn om de methode mee te laten groeien met uw wensen en verwachtingen. overzicht Lezen in beeld bestaat uit vijf delen. Het onderstaande schema geeft aan welk deel bestemd is voor welke jaargroep van het reguliere basisonderwijs. Op andere typen (basis)scholen kunt u ervoor kiezen de leerstof op een andere manier te verdelen. Deel a b c d e Jaargroep De kenmerken van Lezen in beeld Lezen in beeld heeft drie belangrijke kenmerken. Het pakket is compleet, compact en flexibel. compleet Lezen in beeld is een complete methode, omdat het programma alle leerstof aanbiedt die u als school op basis van de kerndoelen geacht wordt aan te bieden. Bij de ontwikkeling van Lezen in beeld is uitdrukkelijk rekening gehouden met de kerndoelen Nederlandse taal, zoals die door de overheid zijn vastgesteld. Een school die werkt met Lezen in beeld is er dus van verzekerd dat het onderwijsaanbod van de methode correspondeert met de leerstof voor begrijpend en studerend lezen die genoemd wordt in de kerndoelen Nederlandse taal. compact Lezen in beeld is een compacte methode. Zowel het aantal lessen als het aantal schoolweken dat nodig is om het programma uit te voeren, is beperkt gehouden. Hierdoor hoeft u als leerkracht geen tijdsdruk te ervaren. Voor de leerlingen is er voldoende tijd beschikbaar om de leerstof goed op te nemen en toe te passen. Verder is ook in de hoeveelheid materialen terug te zien dat de methode compact is. Er is een duidelijke keuze gemaakt voor een overzichtelijk pakket. flexibele organisatievorm Lezen in beeld is een flexibele methode. Leerlingen verschillen, leerkrachten verschillen, scholen verschillen en omstandigheden verschillen. Lezen in beeld houdt rekening met deze verschillen door diverse organisatievormen mogelijk te maken. Zo kunt u interactief met de hele groep aan de slag gaan, maar u kunt ook alle onderdelen van het programma door de leerlingen zelfstandig laten uitvoeren. U kunt de leerlingen daarbij individueel of in tweetallen laten werken. Doordat de leeractiviteiten geschikt zijn voor diverse organisatievormen, hoeft u niet te kiezen tussen interactief onderwijs of zelfstandig leren. U kunt met Lezen in beeld de kracht van beide vormen combineren. U bepaalt in welke mate u de leerlingen direct begeleidt of meer zelfstandig aan de slag laat gaan. Maar uiteindelijk werken de leerlingen wel aan dezelfde lessen. De organisatie van de lessen blijft daardoor overzichtelijk en uitvoerbaar. De uitgangspunten van Lezen in beeld Lezen in beeld is een methode voor strategisch leesonderwijs. De leerlingen leren bij het lezen strategieën toe te passen om moeilijke teksten aan te pakken. In Lezen in beeld worden zes sleutelstrategieën aangeboden. Voor de leerlingen zijn die vertaald als zes sleutels (om teksten te openen). De leerlingen leren in de lessen allerlei vaardigheden om teksten aan te pakken. Die worden regelmatig, maar niet voortdurend, geplaatst in het kader van de zes sleutelstrategieën. Bij het samenstellen van de lessen is er bewust naar gestreefd, dat de leerlingen niet het idee krijgen steeds dezelfde stappen te volgen. Dat leidt snel tot verveling. De meeste leerlingen steken te weinig op van alleen maar teksten verwerken. Instructie is een wezenlijk onderdeel van goed onderwijs in begrijpend en studerend lezen. In iedere les van Lezen in beeld is daarom een instructieblok opgenomen. In Lezen in beeld komen fictieteksten en non-fictieteksten voor. Het onderwijs in begrijpend en studerend lezen op de basisschool is er mede op gericht dat de leerlingen in het voortgezet onderwijs kunnen werken met de studieteksten die zij dan gepresenteerd krijgen. Om die reden nemen non-fictieteksten een belangrijke plaats in de methode in. Bij teksten gaat het overigens niet alleen om teksten in boeken, maar ook om teksten in kranten en tijdschriften, op borden, op verpakkingen, enzovoort. De zes sleutelstrategieën voor begrijpend lezen zijn ook zeer geschikt voor studerend lezen, met name de sleutelstrategie Verwerk de informatie uit de tekst. Voor studerend lezen zijn daarom geen aparte sleutelstrategieën geformuleerd. Als kinderen leren de informatie in teksten te verwerken, is het belangrijk dat zij de gelegenheid krijgen het geleerde ook toe te passen. Bij de methode hoort een pakket plustaken: Leesstudio. Veel opdrachten bij de teksten van Leesstudio zijn gericht op het >> VOLGENDE

5 Hl AlGEMEnE HAnDlEIDInG toepassen van leerstof die eerder is aangeleerd. Sommige teksten van Leesstudio haken in op actuele ontwikkelingen. Die worden via internet verspreid en regelmatig vervangen. Zo leren leerlingen het geleerde toe te passen op teksten met actualiteitswaarde. Voor de meeste leerlingen is de organisatievorm zelfstandig leren geschikt. Leerlingen nemen zelfstandig de instructie door en verwerken die ook zelfstandig. Hoewel de leerlingen hierdoor een gevoel van verantwoordelijkheid voor hun eigen leerproces ontwikkelen, blijft u de vinger aan de pols houden. Aan de hand van de toetstaak aan het eind van ieder blok, kunt u makkelijk constateren welke leerlingen onvoldoende profiteren van zelfstandig leren en op basis daarvan maatregelen nemen. In de lessen van Lezen in beeld kunnen verschillende organisatievormen gehanteerd worden. Het is mogelijk dat leerlingen (individueel of in tweetallen) zelfstandig leren. Maar Lezen in beeld is ook geschikt voor begeleid leren. Doordat de organisatievorm zelfstandig leren met Lezen in beeld mogelijk is, is de methode zeer geschikt voor het gebruik in combinatiegroepen. Lezen in beeld spreekt geen voorkeur uit voor een organisatievorm van de lessen. Het streven is verschillende organisatievormen mogelijk te maken. Zo hebben leerkrachten de vrijheid de organisatie van hun lessen af te stemmen op hun eigen situatie. Leerkrachten die de voorkeur geven aan begeleid leren kunnen met de methode goed uit de voeten. Maar ook zij profiteren van de mogelijkheden voor zelfstandig leren, bijvoorbeeld in situaties waarin door onvoorziene omstandigheden een begeleide les geen doorgang kan vinden. Bij begrijpend en studerend lezen gaat het om denkprocessen. Het is goed als leerlingen de gelegenheid krijgen naar aanleiding van teksten met elkaar van gedachten te wisselen. Dat kan met Lezen in beeld. Niet alleen als u kiest voor de organisatievorm begeleid leren. U kunt kiezen voor samenwerkend leren waarbij u de leerlingen in tweetallen met elkaar laat overleggen over teksten en opdrachten. Maar ook als u kiest voor individueel zelfstandig leren kunt u met de leerlingen van gedachten wisselen over de teksten, bijvoorbeeld door bij iedere les een actieve nabespreking te houden. Lezen in beeld is concentrisch opgezet. Ieder jaar komen dezelfde sleutelstrategieën op hetzelfde moment aan de orde. Dan wordt voortgebouwd op de leerstof die het voorgaande jaar is aangeboden. In de lessen zit een thematisch aspect, dat in de teksten van elke les terugkomt. Het gaat hierbij om acht overkoepelende thema s die elk jaar op hetzelfde moment terugkeren. Lezen in beeld speelt in op verschillen tussen leerlingen. Voor goede lezers zijn er mogelijkheden om zelfstandig te leren, individueel of samenwerkend met een ander kind. In de handleiding wordt aangegeven hoe u zwakke lezers kunt begeleiden. Uiteindelijk kan dit leiden tot een aanpak die neerkomt op zelfstandig leren als dat kan en begeleid leren als dat moet. Naast Lezen in beeld zijn Taal in beeld en Spelling in beeld verschenen. Ook met deze methodes is de organisatievorm zelfstandig leren mogelijk. De thema s van Lezen in beeld komen overeen met die van Taal in beeld en Spelling in beeld. Maar Lezen in beeld is ook uitstekend los van de methodes Taal in beeld en Spelling in beeld te gebruiken. De opbouw van de methode Lezen in beeld Jaarprogramma Lezen in beeld b biedt een jaarprogramma voor 34 schoolweken, opgebouwd uit acht blokken van vier weken. Na de blokken 4 en 8 is er een zogenaamde breekweek. Deze weken kunnen dienen als uitloopweken en als weken om op een andere manier met lezen bezig te zijn. Algemene opbouw van een blok Een blok bestaat uit vier weken. Per week is er één les. Afhankelijk van de gewenste lengte van het lesmoment kunt u ervoor kiezen om de les in twee gedeelten aan te bieden. De eerste drie weken van een blok bestaan uit de basislessen. Deze lessen zijn opgenomen in het lesboek en het werkboek. In iedere les wordt telkens één leesvaardigheid aangeboden en ingeoefend. Na deze drie lessen is er een toetstaak. Aan de hand van deze toetstaak kijkt u of de leerlingen de aangeboden leerstof voldoende beheersen. In de vierde week, na de toetstaak, gaan de meeste leerlingen aan de slag met de taken van Leesstudio. Dat zijn plustaken met een toepassingskarakter. Ook kunnen ze werken met de extra doelwoorden uit het computerprogramma Lezen in beeld. De leerlingen die de doelen van het blok nog niet bereikt hebben, werken in de vierde week aan een herhalingstaak. Ze krijgen de leerstof die ze nog niet beheersen, nogmaals aangeboden en verwerken die. Deze opbouw sluit aan bij de opbouw van de methodes Taal in beeld en Spelling in beeld. Ook in die methodes werken de leerlingen drie weken aan de basislessen. Na de toetstaak gaan de leerlingen die onvoldoende scoren aan de slag met een herhalingstaak. De overige leerlingen gaan aan de slag met de plustaken van Taalmaker of met het computerprogramma. Alleen Lezen in beeld a heeft een afwijkende opbouw. De lessen hebben het karakter van een kennismaking met het vakgebied. De leerlingen worden op een speelse manier ingeleid in een aantal termen en activiteiten die bij begrijpend lezen horen. Ieder blok bestaat uit drie lessen. De leerlingen werken alleen in een werkboek. Hierdoor is Lezen in beeld a een compact programma van 24 lessen geworden. Dat geeft de leerkracht van groep 4 ruimte, die bijvoorbeeld gebruikt kan worden om meer aandacht aan technisch lezen te besteden. VORIGE << >> VOLGENDE

6 jaargroep 5 week blok weekprogramma dag 1 dag 2 dag 3 dag 4 dag 5 1 blok 1 les 1 (facultatief) 2 blok 1 les 2 (facultatief) 3 blok 1 les 3 (facultatief) 4 blok 1 toetstaak h/p (facultatief h/p) 5 blok 2 les 1 (facultatief) 6 blok 2 les 2 (facultatief) 7 blok 2 les 3 (facultatief) 8 blok 2 toetstaak h/p (facultatief h/p) 9 blok 3 les 1 (facultatief) 10 blok 3 les 2 (facultatief) 11 blok 3 les 3 (facultatief) 12 blok 3 toetstaak h/p (facultatief h/p) 13 blok 4 les 1 (facultatief) 14 blok 4 les 2 (facultatief) 15 blok 4 les 3 (facultatief) 16 blok 4 toetstaak h/p (facultatief h/p) 17 breekweek 18 blok 5 les 1 (facultatief) 19 blok 5 les 2 (facultatief) 20 blok 5 les 3 (facultatief) 21 blok 5 toetstaak h/p (facultatief h/p) 22 blok 6 les 1 (facultatief) 23 blok 6 les 2 (facultatief) 24 blok 6 les 3 (facultatief) 25 blok 6 toetstaak h/p (facultatief h/p) 26 blok 7 les 1 (facultatief) 27 blok 7 les 2 (facultatief) 28 blok 7 les 3 (facultatief) 29 blok 7 toetstaak h/p (facultatief h/p) 30 blok 8 les 1 (facultatief) 31 blok 8 les 2 (facultatief) 32 blok 8 les 3 (facultatief) 33 blok 8 toetstaak h/p (facultatief h/p) 34 breekweek h/p = herhalingstaak/plustaken Jaarplanning deel b De opbouw van Lezen in beeld b (jaargroep 5) Het schema biedt een overzicht van de opbouw van het programma van Lezen in beeld b. Lezen in beeld gaat uit van één les per week. In dit voorbeeld geeft u uw les begrijpend lezen op dag 2. Mogelijk geeft u er de voorkeur aan per week twee lesmomenten te plannen. Dat doet u bijvoorbeeld als u als u de leerstof van één les Lezen in beeld wilt verdelen over twee lesmomenten. Een andere mogelijkheid is dat u het belangrijk vindt dat de leerlingen meer toepassingstaken maken. U kunt dan een tweede les in de week plannen om de leerlingen met de plustaken van Leesstudio te laten werken. Daartoe is in het schema op dag 4 een facultatieve les opgenomen. De activiteiten in Lezen in beeld Sleutelstrategieën en leesvaardigheden In iedere les van Lezen in beeld wordt een leesvaardigheid aangeboden. Alle leesvaardigheden zijn afgeleid van de zes sleutelstrategieën. De leesvaardigheden die in de drie instructielessen van één blok aan de orde komen, horen steeds bij één sleutelstrategie. Er zijn per jaar acht blokken. De leerstof is concentrisch opgebouwd. In ieder jaar komen de sleutelstrategieën (voor de leerlingen: sleutels ) in dezelfde blokken aan de orde. Dan wordt voortgebouwd op de leerstof van het voorgaande jaar. In Lezen in beeld b wordt in blok 1 begonnen met de instructie en verwerking van een aantal belangrijke termen en activiteiten van begrijpend lezen en studerend lezen. In Lezen in beeld c, d en e wordt in blok 1 steeds een deel van de leerstof van het voorgaande jaar herhaald. In blok 2 tot en met 7 wordt aandacht besteed aan de volgende sleutelstrategieën: blok 2: sleutel: Verken de tekst. blok 3: sleutel: Lees de tekst. Denk vooruit bij het lezen. blok 4: sleutel: Controleer of je begrijpt wat er staat. blok 5: sleutel: Bepaal de bedoeling van de schrijver. blok 6: sleutel: Verwerk de informatie uit de tekst. blok 7: sleutel: Kijk terug. Trek conclusies. In blok 8 wordt teruggekeken op de leerstof van het afgelopen jaar. Die wordt dan in het kader van de zes sleutelstrategieën geplaatst. Didactische fasering De lessen in Lezen in beeld hebben een vaste opbouw. De lesfasen zijn: introductie, instructie, verwerking en evaluatie/reflectie. Deze onderdelen zijn voor de leerlingen vertaald in de volgende begrippen: Op verkenning, Uitleg, Aan de slag en Terugkijken. Deze begrippen geven de leerlingen greep op hun eigen leerproces. Aan de hand daarvan kunnen zij op een effectieve en efficiënte manier de leerstof zelfstandig doorwerken. De verschillende lesfasen worden hieronder toegelicht. Het begin van de les staat steeds in het lesboek. Boven iedere les staat voor de leerlingen de doelstelling geformuleerd. op verkenning Hierin wordt de leesvaardigheid die in de les aan de orde is, geplaatst in een herkenbare, alledaagse context. Het zijn verkennende en introducerende opdrachten. De leerlingen oriënteren zich hiermee op het onderwerp van de les. Met behulp van de opdrachten is het vaak mogelijk om de essentie van de uitleg die daarna volgt zelf te ontdekken. Uitleg De fase Uitleg is het instructiemoment in de les. De instructie wordt weergegeven in een uitgeschreven blok tekst gecombineerd met VORIGE << >> VOLGENDE

7 Hl AlGEMEnE HAnDlEIDInG ondersteunend beeldmateriaal. De leerlingen kunnen deze instructie zelfstandig doornemen. Als u kiest voor begeleid leren kan de instructie dienen als basis voor mondelinge uitleg. Aan de slag De derde fase is Aan de slag en bevat de verwerkingsopdrachten. De meeste opdrachten van Aan de slag staan in het werkboek. Voor de laatste opdracht van Aan de slag keren de leerlingen terug naar het lesboek. Terugkijken De vierde fase is Terugkijken. Hierbij reflecteren de leerlingen op de les. De centrale vraag hierbij is: Wat heb ik geleerd? De opdracht houdt altijd verband met het lesdoel dat boven de les staat vermeld. De opdracht heeft tot doel om globaal vast te stellen of de leerlingen het lesdoel hebben bereikt. De opdracht is ook steeds een geschikt aanknopingspunt voor een mondelinge evaluatie van de les, ook als de leerlingen zelfstandig hebben gewerkt. De organisatie van Lezen in beeld Zelfstandig leren, samenwerkend leren en begeleid leren Lezen in beeld maakt verschillende organisatievormen gelijktijdig mogelijk. De methode is namelijk zo opgezet dat u als leerkracht kunt bepalen welke leerlingen zelfstandig (individueel of op basis van samenwerkend leren) aan de slag gaan en welke leerlingen onder begeleiding (klassikaal of in een groepje onder uw leiding) aan de opdrachten gaan werken. U kunt alle leerlingen zelfstandig laten werken, alle leerlingen begeleid laten werken of een tussenvorm kiezen. Alle lessen zijn zo opgezet dat ze geschikt zijn voor zelfstandig leren. Leerlingen kunnen daardoor zelfstandig alle introductie-, instructie-, verwerkings- en evaluatie-/reflectieopdrachten maken. Maar niets verplicht u om de leerlingen de les zelfstandig te laten doorlopen. U kunt er op basis van dezelfde leeractiviteiten ook voor kiezen om de les gezamenlijk op een interactieve manier door te werken. Alle leerlingen doorlopen dezelfde opdrachten en gebruiken dezelfde materialen, ongeacht de organisatievorm. Dit betekent dat de lessen voor u als leerkracht makkelijk te organiseren zijn. U bepaalt zelf in welke mate er sprake is van mondelinge interactie tijdens de les en u kunt er per les voor kiezen om die te beperken. Omdat alle leerlingen aan dezelfde opdrachten werken, kunt u bij de introductie van de les en bij de evaluatie/reflectie de hele groep aanspreken, ook als de meeste leerlingen bezig zijn met zelfstandig leren. Omdat alle antwoorden in de antwoordenboekjes staan, heeft u de mogelijkheid om de leerlingen hun eigen werk na te laten kijken. Tijdsindicaties Een les in Lezen in beeld zal ongeveer 35 tot 45 minuten duren. Het is een bekend gegeven dat er bij zelfstandig lerende kinderen een aanzienlijk verschil kan zijn in de tijd die ze nodig hebben om tot een resultaat te komen. Organisatorische problemen zullen zich echter niet voordoen, want de snelle kinderen kunnen aan de slag gaan met een plustaak uit Leesstudio of het computerprogramma Lezen in beeld. Wanneer de les met de hele groep wordt doorgewerkt, zal deze ongeveer 45 minuten duren. Vanwege verschillen in de benodigde tijd in relatie tot de organisatievorm, is ervoor gekozen de lesonderdelen zelf niet te voorzien van tijdsindicaties. De les verdelen over twee lesmomenten Lezen in beeld gaat uit van één les per week. Maar het is geen enkel bezwaar om die les te verdelen over twee lesmomenten. Tijdens het eerste lesmoment werken de leerlingen dan aan de introductie, instructie en het begin van de verwerking. En tijdens het tweede lesmoment nemen ze de instructie nogmaals door en werken ze verder aan de verwerking en de evaluatie/reflectie. Een extra les per week Wilt u de leerlingen meer laten werken met toepassingsopdrachten dan bij het basisprogramma staat aangegeven? Rooster dan regelmatig een extra les in, waarin u de leerlingen met de plustaken van Leesstudio laat werken. Als u dat wilt, kunt u op deze manier per week twee lessen begrijpend/studerend lezen plannen. lezen in beeld in combinatiegroepen Alle lessen in Lezen in beeld zijn in beginsel geschikt voor zelfstandig leren. Hierdoor is de methode zeer geschikt voor het gebruik in combinatiegroepen of stamgroepen. De leerlingen kunnen leerkrachtonafhankelijk aan de opdrachten werken. Daardoor kunt u bepalen welke leerlingen u op welk moment intensiever begeleidt. U kunt zich richten op die leerlingen die uw hulp het hardst nodig hebben, onafhankelijk van de jaargroep waarin ze zitten. Toetsing en evaluatie in Lezen in beeld Lezen in beeld kent verschillende manieren om de resultaten van de leerlingen te evalueren. Bij de evaluatie van leerlingresultaten gaat het om de evaluatie per les en per blok en daarnaast over de evaluatie op de langere termijn. Evaluatie per les Iedere les eindigt met een terugkijkopdracht. Ook deze is door leerlingen zelfstandig uit te voeren. De opdracht maakt duidelijk of de leerling het lesdoel bereikt heeft. Wanneer leerlingen de opdracht zelfstandig maken, leidt dit in principe tot zelfreflectie. De opdracht Terugkijken aan het eind van iedere les is ook een geschikt handvat om met de leerlingen te bespreken wat zij in deze les hebben geleerd. Dat kunt u doen als afronding van een interactieve les, maar de opdracht Terugkijken is ook een geschikt aanknopingspunt om te reflecteren VORIGE << >> VOLGENDE

8 jaargroep 5 op een les die door de leerlingen zelfstandig is verwerkt. De reflectie kunt u zowel richten op de leerstof als op het leerproces. Evaluatie per blok De evaluatie per blok is bedoeld om vast te stellen of de leerlingen de doelen van het blok bereikt hebben. Aan het begin van de vierde week van elk blok neemt u een toetstaak af. De opdrachten hebben betrekking op de leerstof die in de drie voorgaande lessen is aangeboden. De toetsopgaven staan in een apart toetsboekje. De resultaten van de toetstaak noteert u op het registratieblad. Dat vindt u in het kopieerboek. De toetstaak levert een score op. Op het registratieblad staat de adviesnorm vermeld. Op basis daarvan krijgt u een advies over de gewenste vervolgactiviteiten. Enkele leerlingen zullen de herhalingstaak moeten gaan uitvoeren. De meeste leerlingen zullen worden verwezen naar de plustaken. Iedere toets bestaat uit 15 opdrachten. De meeste opdrachten hebben betrekking op de leesvaardigheden die in de drie lessen van het blok zijn aangeboden. Maar sommige vragen en opdrachten hebben een algemener karakter. Enerzijds zijn dat herhalings- en toepassingsopdrachten die een beroep doen op het combineervermogen van de leerlingen. Anderzijds zijn het opdrachten die een beroep doen op algemene redeneervaardigheden. Zulke algemene vaardigheden zijn maar ten dele met gerichte instructie en oefening aan te leren. Het vermogen om dit soort opdrachten te maken, hangt nadrukkelijk samen met de algemene cognitieve ontwikkeling van de leerling. Zulke opdrachten komen veel voor in methode-onafhankelijke toetsen. Mede daarom zijn in Lezen in beeld zowel in de lessen als in de toetsen zulke opdrachten opgenomen. Evaluatie op lange termijn De toetstaken zijn methodeafhankelijk. Ze toetsen vooral de beheersing van de leerstof die in Lezen in beeld is aangeboden. Op basis van de resultaten op de toetstaken kunt u dus maar beperkt een uitspraak doen over het algemene niveau van begrijpend en studerend lezen van een leerling in vergelijking tot leeftijdgenoten. Om een compleet beeld van de vorderingen en het niveau van de leerlingen te krijgen, raden wij u aan om naast de toetstaken ook methodeonafhankelijke toetsen af te nemen. Die zijn speciaal voor dit doel ontwikkeld. Een bekend voorbeeld zijn de toetsen van de Cito-groep. Differentiatie en zorgverbreding in Lezen in beeld Met Lezen in beeld heeft u veel mogelijkheden om te differentiëren. Hierna staan de belangrijkste mogelijkheden. Differentiatie naar begeleidingsbehoefte Bij alle lessen kunt u differentiëren met de mate van begeleiding die u geeft. Veel leerlingen kunt u met een gerust hart zelfstandig laten werken, terwijl u andere leerlingen juist veel instructie en begeleiding wilt bieden. In de handleiding worden onder het kopje Begeleid leren steeds suggesties gegeven voor interactieve begeleiding. De leerlingen die hier minder behoefte aan hebben, laat u zelfstandig werken. Dit kan in de vorm van individueel of samenwerkend leren. Voorinstructie (preteaching) Onder differentiatie naar begeleidingsbehoefte valt ook voorinstructie (preteaching). Die is voornamelijk geschikt voor twee groepen leerlingen: leerlingen met een beperkte woordenschat en leerlingen met onvoldoende technische leesvaardigheid. Leerlingen met een beperkte woordenschat profiteren ervan als zij voorafgaand aan de les instructie krijgen over de betekenis van woorden uit de teksten. In het lesboek staan vooraan in ieder blok twee pagina s waarop woorden en uitdrukkingen die in de teksten en opdrachten aan de orde komen, worden uitgelegd. Vervolgens kunnen de leerlingen de woorden gaan herhalen met behulp van het computerprogramma Woordenschat Lezen in beeld. Daarin krijgen ze eerst de woorden uit de basislessen aangeboden. Deze worden uitgelegd, geoefend en getoetst. Kennen ze deze woorden, dan biedt het programma extra woorden aan. Deze zijn tevens een onderdeel van de plustaken. Leerlingen die nog moeite hebben met technisch lezen kunt u de teksten van de methode vooraf onder uw begeleiding laten lezen. Tempodifferentiatie: extra stof Tijdens de lessen zullen sommige leerlingen eerder klaar zijn dan andere. Deze leerlingen kunnen (verder) werken aan de plustaken: Leesstudio of het computerprogramma. Leesstudio is de naam van de set extra opdrachten bij Lezen in beeld. Die set extra leestaken bestaat uit kaarten, werkbladen (kopieerbladen) en computerbladen (software). Hierin passen de leerlingen de leerstof van Lezen in beeld in allerlei situaties toe. niveaudifferentiatie in week 4: herhalingstaak en plustaken Aan het begin van de vierde week (of eventueel aan het eind van de derde week) maken de leerlingen een toetstaak. Aan de hand daarvan stelt u vast welke leerlingen de doelen van het blok bereikt hebben. Leerlingen die de doelen nog niet bereikt hebben, maken in de vierde week de herhalingstaak. De herhalingstaak is opgenomen in het kopieerboek. De leerlingen kunnen deze herhalingstaak in beginsel zelfstandig maken, maar wij adviseren u hen hierbij te begeleiden. De andere leerlingen gaan aan de slag met de plustaken. VORIGE << >> VOLGENDE

9 Hl AlGEMEnE HAnDlEIDInG Herhalingstaak De herhalingstaak is opgebouwd uit drie delen. Ieder deel bevat een korte instructie. Deze instructie komt overeen met de instructie in het lesboek uit de basislessen (deel 1 hoort bij les 1, deel 2 bij les 2, deel 3 bij les 3). Leerlingen die op de toetstaak onvoldoende scoren, maken deze herhalingstaak. Laat een leerling die alleen moeite heeft met de leerstof van één van de drie lessen, alleen het deel van de herhalingstaak maken dat bij die les hoort. U kunt de leerlingen de herhalingstaak zelfstandig laten maken. Maar het verdient de voorkeur hen daarbij te begeleiden. In de handleiding vindt u na iedere toets een verwijzing naar de herhalingstaak die bij het blok hoort. Plustaken (verdiepingsstof) Plustaken zijn leesactiviteiten met uiteenlopende teksten. De meeste opdrachten bij deze taken zijn gericht op toepassing van geleerde kennis en vaardig heden. De plustaken vindt u in het onderdeel Leesstudio. Leesstudio bestaat uit een set kaarten, werkbladen (kopieerbladen) en computerbladen (software). De teksten op de werk- en computerbladen sluiten voor een deel aan op voor kinderen interessante actualiteit. Periodiek zullen de plus taken in Leesstudio aangevuld en vernieuwd worden, waardoor de uitdaging voor de leerlingen groot blijft. De meeste leerlingen werken in week 4 na de toetstaak aan de plustaken van Leesstudio. De plustaken kunt u ook inzetten voor leerlingen die in de gewone lessen snel klaar zijn. Ten slotte kunt u de plustaken gebruiken als u per week niet één les, maar twee lessen aan begrijpend en studerend lezen wilt besteden. Extra hulp en begeleiding voor zwakke lezers Lezen in beeld is er in beginsel op gericht dat alle leerlingen de leerstof in dezelfde tijd doorlopen. Wij raden u aan deze doelstelling ook voor zwakke lezers zo veel mogelijk aan te houden. Dit kunt u het beste realiseren door zwakke lezers tijdens de lessen begeleide instructie en verwerking te bieden. Daarnaast kunt u voor deze leerlingen eventueel extra instructie- en inoefentijd inroosteren. Deze benadering, waarbij u zwakke leerlingen ondersteunt, blijkt effectiever te zijn dan de aanpak waarbij u de doelstellingen voor groepjes leerlingen aanpast (en dus verlaagt). Een bijkomend voordeel van deze benadering is dat u bij de introductie van de les en de evaluatie/ reflectie de hele groep kunt aanspreken, ook als de meeste leerlingen bezig zijn met zelfstandig leren. Uiteraard kan het daarnaast noodzakelijk zijn voor individuele leerlingen de doelstellingen wel aan te passen. Daarbij gaat het om leerlingen die door een diepere oorzaak structureel moeite met begrijpend lezen hebben en het tempo van de groep daardoor niet kunnen volgen. De materialen van Lezen in beeld Het materialenoverzicht basismaterialen: Lesboek b, waarin de basislessen zijn uitgewerkt. Werkboek b, waarin de meeste opdrachten zijn uitgewerkt. Antwoordenboek b, waarin de antwoorden op de opdrachten uit het lesboek, werkboek en kopieerboek zijn te vinden. Handleiding b, waarin het volledige lesprogramma voor de leerkracht is uitgewerkt. Hier vindt u ook de activiteitenbeschrijvingen bij de toetstaken en de toetsantwoorden, de herhalingstaken en de verwijzingen naar de plustaken. Kopieerboek b, waarin alle kopieerbladen zijn opgenomen. Het gaat hierbij om de herhalingstaken en de registratiebladen. Toetsboek b, waarin alle toetstaken zijn opgenomen. Leerkrachtassistent b, het complete pakket om Lezen in beeld aan te bieden met behulp van een digitaal schoolbord. Differentiatiematerialen: Leesstudio b, met alle plustaken op kaarten, werkbladen (kopieerbladen) of computerbladen (software). In het online gedeelte worden ook actuele teksten en filmpjes aangeboden. Computerprogramma Woordenschat Lezen in beeld b, met instructie-, oefen- en toetsmogelijkheden voor de doelwoorden uit de basislessen en extra doelwoorden. Wat wordt wanneer gebruikt? basismaterialen: In lesboek b en werkboek b zijn de lessen 1 tot en met 3 van ieder blok opgenomen. De opdrachten in het lesboek verwerken de leerlingen in een schrift. Dat zijn enerzijds korte, inleidende opdrachten, die meestal beantwoord worden door een woord of een letter op te schrijven. Anderzijds is dat een productieve opdracht, een verwerkingsopdracht met een open karakter, die aan het eind van iedere les is opgenomen. De meeste verwerkingsopdrachten staan in het werkboek. In antwoordenboek b zijn de antwoorden bij de opdrachten uit het lesboek, werkboek en kopieerboek terug te vinden. Bij open vragen uit het lesboek staat een suggestie voor een goed antwoord. U gebruikt het antwoordenboek om het werk na te kijken, of u laat de leerlingen dat zelf doen. In handleiding b is het volledige lesprogramma voor de leer kracht beschreven. Bij iedere les zijn suggesties voor begeleid leren opgenomen. U vindt hier ook de activiteitenbeschrijvingen bij de toetstaken en de toetsantwoorden, de herhalingstaken en de verwijzingen naar de plustaken. VORIGE << >> VOLGENDE

10 jaargroep 5 Een blok Lezen in beeld 1 basisles 1 basisles 1 basisles week 1 week 2 week 3 toetstaak herhalingstaken plustaken week 4 In kopieerboek b zijn alle kopieerbladen opgenomen. Het gaat hierbij om de herhalingstaken en de registratiebladen bij de toetsen. De herhalingstaken zet u als extra oefenstof in als leerlingen onvoldoende scoren op de toetsen. Maar u kunt ze eventueel ook gebruiken als preteaching om de leerlingen voor te bereiden op de basisstof. In toetsboek b staan de toetstaken bij de verschillende blokken. De Leerkrachtassistent b bestaat uit software voor het digitale schoolbord. Hiermee kunt u op zeer efficiënte en effectieve wijze aanvullende instructie geven. Het programma bevat lessen uit het lesboek, het complete werkboek en aanvullende interactieve onderdelen. Differentiatiematerialen: De verdiepings- en toepassingsstof bij Lezen in beeld staat in het onderdeel Leesstudio. Leesstudio bestaat uit een doos met kaarten en een website met werk- en computerbladen. Voor deze taken geldt: het is niet méér van hetzelfde, maar het zijn leesactiviteiten vanuit verschillende invalshoeken. Bij iedere taak staat een aantal opdrachten met een toepassingskarakter. Leerstof die eerder is aangeboden en verwerkt, komt hier opnieuw aan de orde. Ook filmmateriaal krijgt via Leesstudio een plek in het leesonderwijs. Een deel van de teksten op de kopieer- en computerbladen sluit aan op de actualiteit. Periodiek zullen de plustaken in Leesstudio aangevuld en vernieuwd worden, waardoor de uitdaging voor de leerlingen groot zal blijven. De plustaken van Leesstudio kunnen op drie momenten gebruikt worden. In de eerste plaats vormen de plustaken van Leesstudio voor veel kinderen de leerstof voor week 4. Leerlingen die na de toets geen herhalingstaak hoeven te maken gaan ermee aan de slag. Verder kunt u de plustaken van Leesstudio gebruiken als tempodifferentiatie in de basislessen. Als leerlingen snel klaar zijn, kunnen ze (verder) aan de slag gaan met de plustaken. Ten slotte kunt u de plustaken van Leesstudio gebruiken als materiaal voor een tweede begrijpend leesles in de week. Lezen in beeld gaat uit van één begrijpend leesles per week. Wilt u dat de leerlingen twee keer per week met begrijpend lezen bezig zijn, dan gebruikt u daarvoor de plustaken van Leesstudio. Meer informatie over de plustaken uit Leesstudio vindt u op de website Ook het computerprogramma Woordenschat Lezen in beeld kunt u inzetten als differentiatiemateriaal. In het programma worden woorden uitgelegd, geoefend en getoetst. Het programma bevat doelwoorden uit de basislessen en een fors aantal extra doelwoorden. Hierdoor biedt het programma u mogelijkheden om te differentiëren, zowel tijdens de basislessen als na de toetstaak. Het programma kan tijdens de lessen gebruikt worden als tempodifferentiatie en na de toets als herhalingsmateriaal (basiswoorden) en als plusmateriaal (extra doelwoorden). De leerstof in Lezen in beeld Strategisch lezen met zes sleutelstrategieën Lezen in beeld is een methode voor strategisch begrijpend en studerend lezen. Dat betekent dat de leerlingen aanpakgedrag leren om verschillende soorten teksten te verwerken. Bij dat aanpakgedrag horen verschillende vaardigheden. Bij Lezen in beeld zijn alle vaardigheden ondergebracht bij zes sleutelstrategieën die leerlingen helpen om teksten te begrijpen. Er is gekozen voor zes sleutelstrategieën om het aantal voor de leerlingen beperkt en overzichtelijk te houden. In het leerlingmateriaal wordt niet de term sleutelstrategieën gebruikt, maar de term sleutels. Door het werken met Lezen in beeld krijgen de leerlingen als het ware zes sleutels in handen om teksten te openen. Alle vaardigheden die de leerlingen leren, passen bij deze zes sleutels. Maar dat gegeven wordt in de lessen niet steeds benadrukt. Zo wordt voorkomen dat de leerlingen het idee krijgen steeds dezelfde stappen te moeten zetten. Bij iedere sleutel horen dus verschillende vaardigheden. De belang rijkste begrippen in die verschillende vaardigheden zijn de zogenaamde sleuteltermen. Die sleuteltermen vatten de bijbehorende verschillende vaardigheden als het ware in één of enkele woorden samen. In het overzicht van de sleutelvaardigheden hierna zijn de sleuteltermen gekleurd. Aan het eind van Lezen in beeld b maken de leerlingen voor het eerst kennis met de term sleutel. overzicht sleutelstrategieën, sleutelvaardigheden en sleuteltermen Hierna volgt een overzicht van de sleutelstrategieën, sleutelvaardigheden en de sleuteltermen die bij Lezen in beeld in jaargroep 4 tot en met 8 aan bod komen. VORIGE << >> VOLGENDE

11 Hl AlGEMEnE HAnDlEIDInG SlEUTElSTRATEGIE VOOR HET LEZEN 1 Verken de tekst. Sleutelvaardigheden: Letten op de plaats van de tekst. De illustraties bekijken. Letten op de titel. De eerste zinnen van de tekst lezen. Voorspellen waar de tekst over gaat. letten op de plaats van de tekst, de illustraties, de titel, de eerste zinnen, voorspellen waar de tekst over gaat Uit onderzoek blijkt dat goede lezers een tekst niet zomaar lezen. Voordat ze gaan lezen verkennen ze de tekst. Ze bekijken waar de tekst vandaan komt, ze bekijken de illustraties en lezen de titel en de eerste zinnen. Op basis van deze verkenning voorspellen zij waar de tekst over zal gaan en lezen zij de tekst verwachtingsvol. Dat maakt hen meer gespitst op de inhoud van de tekst. Daardoor pikken ze meer informatie uit de tekst op dan lezers die zonder enige gedachte vooraf de tekst beginnen te lezen. Dit oriënteren op de tekst doen goede lezers meestal onbewust. In Lezen in beeld leren de leerlingen deze vaardigheid bewust toe te passen. SlEUTElSTRATEGIE TIJDENS HET LEZEN 2 Lees de tekst. Denk vooruit bij het lezen. Sleutelvaardigheden: Vragen bedenken over het onderwerp. Bij het lezen vooruit denken. Letten op signaalwoorden (zoals maar, want, toch, dus, daarom en omdat). Vragen bedenken over het onderwerp Leerlingen leren vragen te bedenken bij het onderwerp van een tekst. Het gaat daarbij in de eerste plaats om vragen die mogelijk in de tekst beantwoord worden. Een lezer die vragen over een onderwerp heeft bedacht, laat de tekst bij het lezen niet over zich heen komen, maar leest actief, gericht op de inhoud. Daarnaast kan het stellen van vragen de algemene nieuwsgierigheid prikkelen. Dat kan ertoe leiden dat leerlingen elders antwoorden gaan zoeken op vragen die niet in de tekst beantwoord zijn. In Lezen in beeld bedenken de leerlingen regelmatig vragen bij het onderwerp van een tekst. Hun voorkennis over dat onderwerp activeren ze bijvoorbeeld door een aantal begrippen over het onderwerp te noemen of een woordweb te maken. bij het lezen vooruit denken Een goede lezer leest verwachtingsvol. Hij maakt tijdens het lezen voorspellingen over het vervolg van de tekst. Of die voorspellingen uitkomen, is eigenlijk van minder belang. Wie een tekst verwachtingsvol leest, leest actiever en gerichter. In Lezen in beeld wordt verwachtingsvol lezen vooruit denken genoemd. Een tekst die als een verhaaltekst begint, zal niet verdergaan als een weettekst of een meningtekst. Alleen al daardoor kunnen leerlingen tijdens het lezen meer vooruit denken dan ze zich realiseren. In Lezen in beeld wordt de leerlingen regelmatig gevraagd hoe een tekst verder zal gaan, welk fragment in de tekst zou passen, enzovoort. letten op signaalwoorden Een ander aspect van verwachtingsvol lezen is het letten op signaalwoorden. Signaalwoorden zoals maar, want, toch, dus, daarom en omdat kondigen bijvoorbeeld een tegenstelling, een reden of een gevolg aan. De leerlingen voelen zulke relaties aan. Ze weten gevoelsmatig wat een tegenstelling is, ook als ze die term niet kennen. Daardoor weten ze wat een passage na zo n signaalwoord ongeveer zal betekenen. Als ze daar bewust aan denken, kunnen signaalwoorden hen helpen om greep te krijgen op moeilijke passages. In Lezen in beeld leren de leerlingen bewust te letten op zulke signaalwoorden. SlEUTElSTRATEGIE TIJDENS HET LEZEN 3 Controleer of je begrijpt wat er staat. Sleutelvaardigheden: De betekenis van woorden en zinnen uit de tekst bepalen. Bepalen waar verwijswoorden (zoals hij, hun, dat) naar verwijzen. Een tekstdeel opnieuw lezen als dat nodig is. De tekst in drie zinnen navertellen. Jezelf een voorstelling van de tekst maken. Antwoorden op vragen uit de tekst halen. De betekenis van woorden en zinnen uit de tekst bepalen Leerlingen hebben moeite met het begrijpen van een tekst, als zij tijdens het lezen op onbekende woorden en begrippen stuiten. Gelukkig is de betekenis van een onbekend woord of begrip vaak af te leiden uit de zinnen die vóór en na de zin met dat begrip staan. Soms staat daar zelfs letterlijk wat het begrip betekent, of wat het juist niet betekent. Wie de zinnen van een tekstdeel met een onbekend begrip in gedachten kan samenvoegen tot een logisch geheel, kan de betekenis van een onbekend woord of begrip meestal goed genoeg benaderen om de tekst te begrijpen. Zo oefenen de leerlingen in Lezen in beeld met het afleiden van woordbetekenissen. Daarnaast leren zij ook om moeilijke woorden op te zoeken in een woordenboek. Dat blijft een belangrijke strategie om de betekenis van onbekende begrippen te achterhalen. VORIGE << >> VOLGENDE

12 jaargroep 5 bepalen waar verwijswoorden naar verwijzen Een schrijver gebruikt verwijswoorden in een tekst om die tekst vaart te geven. Door verwijswoorden te gebruiken hoeft hij de namen van personen en zaken niet steeds opnieuw te noemen. Weten waar een verwijswoord naar verwijst, kan in een lastige passage de sleutel zijn om tot begrip te komen. Daarom leren de leerlingen in Lezen in beeld tijdens het lezen te letten op verwijswoorden als hij, zij, hem, haar, zijn, hun, dit, dat, hier, daardoor, hierbij, daarachter, enzovoort. Een tekstdeel opnieuw lezen als dat nodig is Wanneer je een deel van een tekst niet begrijpt, lees je dat deel opnieuw. Als je de hele tekst niet begrijpt, lees je de hele tekst opnieuw. Onderzoek heeft aangetoond dat dit een heel effectieve strategie voor begrijpend lezen is. Meestal volstaat het om alleen een deel van de tekst te herlezen. Als dat met aandacht gebeurt, schiet een leerling daar meer mee op dan met het ijverig herlezen van de hele tekst. Hoewel de meeste lezers deze strategie uit hun dagelijkse routine herkennen, besteedt Lezen in beeld daar expliciet aandacht aan. Niet voor alle leerlingen ligt deze aanpak zo voor de hand. Soms wordt de leerlingen gevraagd één of twee lastige tekstdelen aan te wijzen. Dit gebeurt om de aandacht van de leerlingen te richten op fragmenten. begrip controleren door: de tekst in drie zinnen na te vertellen, jezelf een voorstelling van de tekst te maken, antwoorden op vragen uit de tekst te halen Het is belangrijk dat leerlingen greep hebben op hun eigen leesproces. Daar hoort bij dat ze zich afvragen of ze een tekst die ze gelezen hebben, ook echt begrijpen. Lezen in beeld reikt de leerlingen daarbij drie handvatten aan. Een manier om het begrip te controleren is nagaan of je een tekst in drie zinnen kunt navertellen. Een tweede controlemiddel is visualiseren. Wie in zijn hoofd de inhoud van een tekst vóór zich kan zien, zal in de meeste gevallen de tekst begrepen hebben. Uiteraard is het niet mogelijk alle teksten te visualiseren. Sommige teksten zijn daarvoor te abstract. Een derde controlemiddel is nagaan of je inhoudelijke vragen over de tekst kunt beantwoorden. Geen van deze drie handvatten biedt op zichzelf een hard controlemiddel. Maar als een leerling deze drie opdrachten goed kan uitvoeren, mag hij ervan uitgaan dat hij de tekst begrepen heeft. SlEUTElSTRATEGIE NA HET LEZEN 4 Bepaal de bedoeling van de schrijver. Sleutelvaardigheden: De tekstsoort bepalen. Het onderwerp van de tekst of de alinea bepalen. De hoofdzaak van de alinea bepalen. Bij verhaalteksten: bepalen wie de hoofdpersoon is en wat het plan of het probleem van de hoofdpersoon is. Bepalen wat de bedoeling van een tekstdeel is. De tekstsoort bepalen De leerlingen leren verschillende soorten teksten te onderscheiden: verhaalteksten, weetteksten, meningteksten, doeteksten en verslagteksten. Bij de bespreking van teksten komt vaak het doel van de schrijver ter sprake. De leerlingen moeten zich gaandeweg steeds meer realiseren dat een schrijver met een tekst dingen duidelijk wil maken en dat hij op basis daarvan keuzes maakt, waaronder de keuze voor een tekstsoort. Omdat de tekstsoort bij de keuzes hoort die een schrijver maakt, is de vaardigheid tekstsoort bepalen in Lezen in beeld b en c bij een sleutel ná het lezen geplaatst. Omdat leerlingen bij het verkennen van een tekst steeds makkelijker de tekstsoort herkennen, zal de vaardigheid tekstsoort bepalen in Lezen in beeld d en e bij de sleutel vóór het lezen worden geplaatst. Het onderwerp van de tekst of de alinea bepalen, de hoofdzaak van de alinea bepalen De leerlingen leren het onderwerp en de hoofdzaak van een tekst(deel) te bepalen. Daarbij horen de vragen: Wat is het onderwerp van de tekst? Wat wil de schrijver daarover vooral duidelijk maken? Soms beantwoorden de leerlingen die vraag door bij een tekst een geschikte titel te kiezen. Voor sommige leerlingen is het lastig om te bepalen wat de hoofdzaak van een tekst is. Mede daarom is er bij Lezen in beeld voor gekozen om die hoofdzaak vanuit de schrijver te benaderen: wat wil de schrijver vooral over het onderwerp duidelijk maken? De hoofdzaken van de verschillende alinea s vormen de basis voor de korte tekstsamenvattingen die de leerlingen in het kader van studerend lezen in Lezen in beeld d en e leren schrijven. bij verhaalteksten: bepalen wie de hoofdpersoon is en wat het plan of het probleem van de hoofdpersoon is In verhaalteksten volgt de lezer één of enkele hoofdpersonen. In bijna alle verhaalteksten heeft de hoofdpersoon een plan of een wens, maar ondervindt hij problemen bij de uitvoering daarvan. In Lezen in beeld leren de leerlingen dat patroon te herkennen. bepalen wat de bedoeling van een tekstdeel is Een schrijver wil met een tekst dingen duidelijk maken. Om dat te doen, kiest de schrijver een tekstsoort en vertelt hij de dingen die hij belangrijk vindt. In Lezen in beeld leren de leerlingen te letten op de bedoeling van de schrijver. Daarbij gaat het niet alleen om de bedoeling die de schrijver met een tekst als geheel heeft. Het kan ook gaan om de bedoeling van een tekstdeel of een enkele zin. Wil de schrijver daarin bijvoorbeeld de lezers vermaken, enthousiast maken of waarschuwen? Wil hij informatie of een advies geven? VORIGE << >> VOLGENDE

13 Hl AlGEMEnE HAnDlEIDInG SlEUTElSTRATEGIE NA HET LEZEN 5 Verwerk de informatie uit de tekst. Sleutelvaardigheden: Informatie uit een schema (of tabel) halen. Informatie uit de tekst in een schema (of tabel) plaatsen. De opbouw van de tekst in alinea s bepalen. Waarom-vragen stellen naar aanleiding van de informatie in de tekst. Een samenvatting maken. Informatie uit een schema (of tabel) halen, informatie uit de tekst in een schema (of tabel) plaatsen In het dagelijks leven wordt veel informatie in schema s en tabellen gepresenteerd. Daarom moeten leerlingen leren schema s en tabellen te lezen. In Lezen in beeld leren zij informatie te verwerken die in schema s en tabellen staat afgedrukt. Omgekeerd moeten leerlingen ook zelf informatie uit teksten in schema s en tabellen kunnen plaatsen. Dat geeft leerlingen meer inzicht en overzicht over die informatie. De geordende informatie helpt de leerlingen bij het trekken van conclusies en het beantwoorden van vragen over de tekst. Dat is bijvoorbeeld een goede voorbereiding op het maken van werkstukken en presentaties. In Lezen in beeld leren de leerlingen gegevens uit teksten in schema s en tabellen weer te geven. De opbouw van de tekst in alinea s bepalen Veel teksten zijn opgebouwd uit verschillende tekstdelen (alinea s). In Lezen in beeld leren de leerlingen de opbouw van een tekst te bepalen. Dat is bijvoorbeeld van belang als je gericht informatie zoekt. Soms kunnen de kopjes boven de alinea s daarbij helpen. Signaalwoorden helpen om het verband tussen de verschillende alinea s te bepalen. Dat kan een tijdsverband zijn (met signaalwoorden als eerst, daarna, toen), maar ook een ander verband dat met een voegwoord als maar of toch wordt ingeleid. In Lezen in beeld d en e leren de leerlingen in het kader van studerend lezen in een aantal teksten het verband tussen twee alinea s te benoemen. Ze bepalen of daarbij sprake is van een verband als probleem-oplossing, oorzaakgevolg of een tegenstelling. Waarom-vragen stellen naar aanleiding van de informatie in de tekst Vragen die met Waarom beginnen hebben betrekking op de verbanden in een tekst. Het stellen en beantwoorden van waaromvragen richt de aandacht van de leerlingen op oorzaken (redenen) en gevolgen. Vragen die met Waarom beginnen prikkelen meestal meer tot nadenken dan vragen die met Wie, Wat, Waar of Wanneer beginnen. Niet op alle waarom-vragen die een kind kan bedenken, zal het antwoord in de tekst te vinden zijn. Op veel waarom-vragen is zelfs buiten de tekst geen antwoord te vinden. Maar ook in dat geval prikkelen zulke vragen de nieuwsgierigheid. Het stellen van waarom-vragen leidt dus tot meer begrip van teksten en bevordert een nieuwsgierige leerhouding. Daarom wordt in Lezen in beeld speciale aandacht besteed aan het stellen en beantwoorden van dit type vragen. Een samenvatting maken In een samenvatting staat de belangrijkste informatie uit de tekst. Voor veel basisschoolleerlingen is het een lastige opgave om een samenvatting van een tekst te maken. In Lezen in beeld d leren de leerlingen bij het maken van de tekst uit te gaan van de hoofdzaken per alinea. Wat wil de schrijver in een alinea over het onderwerp duidelijk maken? Dat is de hoofdzaak van die alinea. Als je die hoofdzaken achter elkaar zet, heb je de kortste samenvatting van de tekst. Om daarvan een afgeronde samenvatting te maken, kun je bijvoorbeeld een beginzin en een eindzin toevoegen. SlEUTElSTRATEGIE NA HET LEZEN 6 Kijk terug. Trek conclusies. Sleutelvaardigheden: Na het lezen van de tekst conclusies trekken. De tekst beoordelen. Jezelf de vraag stellen: Heb ik zoiets zelf ook meegemaakt? Kan ik dit herkennen? Bedenken wat je van de tekst hebt geleerd. Bedenken wat je nog meer over het onderwerp zou willen weten: meer informatie. Na het lezen van de tekst bedenken wat je zult gaan doen. na het lezen van de tekst conclusies trekken Goede lezers trekken regelmatig conclusies. Dat doen zij na het lezen. Soms trekt de schrijver van een tekst aan het eind van een alinea of aan het eind van een tekst zelf een conclusie. In Lezen in beeld leren de leerlingen na het lezen van een alinea of een tekst zelf ook conclusies te trekken met vragen als: Nu je dit gelezen hebt, wat denk je dan? Wat is je conclusie? Zulke conclusies kunnen uitgelokt worden met het woordje dus: Na het optreden van Ghalied bleven de mensen in de zaal minutenlang klappen. Dus... De tekst beoordelen Iedere schrijver heeft een bedoeling met een tekst. Dat geldt voor de tekst als geheel, maar ook voor tekstdelen of losse zinnen. In Lezen in beeld leren de leerlingen niet alleen de bedoeling van de schrijver te bepalen. Zij leren ook aan te geven of de schrijver naar hun mening in die bedoeling geslaagd is. Daarbij horen vragen als: Is de schrijver geslaagd in zijn bedoeling? Is de tekst voldoende duidelijk? Is de tekst tot het einde interessant? VORIGE << >> VOLGENDE

14 jaargroep 5 Jezelf de vraag stellen: Heb ik zoiets zelf ook meegemaakt? kan ik dit herkennen? In verhalen zijn de emoties van de hoofdpersonen voor de meeste lezers herkenbaar. Dat geldt ook voor de beschreven gevoelens in persoonlijke teksten, zoals verslagen en brieven. Vragen als Heb jij ook wel eens zoiets meegemaakt? Herken je dat? helpen kinderen om hun eigen ervaringen te spiegelen aan die van de hoofdpersonen in verhalen en persoonlijke teksten. In verhalen staan de hoofdpersonen vaak voor dilemma s: welke keuze moet ik maken? Door mee te leven met hoofdpersonen met zulke overwegingen leren kinderen dingen te bekijken vanuit verschillende perspectieven. Bij zulke teksten wordt in Lezen in beeld vaak de vraag gesteld: Zou jij dat ook zo doen, of juist anders? bedenken wat je van de tekst hebt geleerd, bedenken wat je nog meer over het onderwerp zou willen weten: meer informatie Kinderen leren van de teksten die ze lezen. Als kinderen leren, verbinden ze nieuwe informatie aan hun voorkennis. In Lezen in beeld wordt leerlingen regelmatig gevraagd wat zij van een tekst geleerd hebben. Zij verbinden dan nieuwe kennis met hun voorkennis. Om die voorkennis te activeren, hebben zij meestal eerst begrippen bij het tekstonderwerp gezocht, bijvoorbeeld in de vorm van een woordweb. Over ieder onderwerp is altijd méér te zeggen dan de informatie in één tekst kan bieden. Het is goed om naar aanleiding van een tekst dóór te vragen (Wat zou ik nog meer willen weten?). Zo n nieuwsgierige houding leidt niet altijd tot de gezochte antwoorden, ook als je op internet zoekt. Maar meestal stuit je al zoekend op allerlei andere interessante informatie die met het onderwerp te maken heeft. na het lezen van de tekst bedenken wat je zult gaan doen Een tekst die de leerlingen raakt kan de leerlingen aanzetten om iets te gaan doen. Het lezen van een tekst over een bedreigde diersoort kan de aanleiding zijn om informatie in te winnen of een handtekeningenactie te starten. Een tekst over een kind dat gepest wordt kan de aanleiding zijn om iets te veranderen aan de situatie in de eigen klas. In Lezen in beeld komt ook dat aspect van lezen aan de orde. Regelmatig wordt de leerlingen na het lezen van een tekst gevraagd wat zij voor mogelijkheden zien om naar aanleiding van de tekst iets te doen. Algemene opzoekvaardigheid In het kader van studerend lezen is het belangrijk dat leerlingen het register in een informatieboek kunnen hanteren. Daarin staan de onderwerpen die in dat boek aan de orde komen als trefwoorden in een alfabetische lijst. Ook veel andere gedrukte informatie staat alfabetisch geordend. Dat geldt ook voor allerlei informatie die digitaal wordt aangeboden. Daarom leren de leerlingen in Lezen in beeld ook informatie op te zoeken in alfabetische lijsten. Studerend lezen Ook de vaardigheden die betrekking hebben op studerend lezen zijn opgenomen bij de zes sleutelstrategieën. Bij studerend lezen is steeds sprake van een expliciet leesdoel. Een leerling leest een tekst niet zomaar, hij is op zoek naar bepaalde informatie om (schriftelijk) vast te leggen en te verwerken. De grens tussen begrijpend en studerend lezen hoeft niet scherp getrokken te worden. In de concentrische opzet van Lezen in beeld gaat een aantal vaardigheidsleerlijnen na groep 6 in een breder perspectief geplaatst worden. Hiermee krijgt het naast een gerichtheid op het begrijpend lezen ook nadrukkelijk een verbinding met het studerend lezen. Dat betreft de volgende vaardigheden: 4 Bepaal de bedoeling van de schrijver. Sleutelvaardigheden: Het onderwerp van de tekst of de alinea bepalen. De hoofdzaak van de alinea bepalen. 5 Verwerk de informatie uit de tekst. Sleutelvaardigheden: Informatie uit een schema (of tabel) halen. Informatie uit de tekst in een schema (of tabel) plaatsen. De opbouw van de tekst in alinea s bepalen. Een samenvatting maken. Algemene opzoekvaardigheid Vaardigheid: Alfabetisch geordende informatie opzoeken. leerstofverdeling over de blokken In blok 1 wordt steeds belangrijke leerstof van het voorgaande jaar kort herhaald. In de blokken 2 tot en met 7 van ieder deel van Lezen in beeld wordt de nadruk gelegd op de leerstof van één van de sleutelstrategieën. In blok 8 wordt de leerstof van dat jaar geplaatst in het kader van de zes sleutels. blok sleutel/ herhaling 1 herhaling belangrijke leerstof voorgaande jaar 2 sleutel 1: Verken de tekst 3 sleutel 2: Lees de tekst. Denk vooruit bij het lezen. 4 sleutel 3: Controleer of je begrijpt wat er staat. 5 sleutel 4: Bepaal de bedoeling van de schrijver. 6 sleutel 5: Verwerk de informatie uit de tekst. 7 sleutel 6: Kijk terug. Trek conclusies. 8 het werken met de zes sleutels VORIGE << >> VOLGENDE

15 Hl AlGEMEnE HAnDlEIDInG Handleiding online Deze handleiding is bedoeld om u zo effectief en prettig mogelijk met Lezen in beeld te laten werken. Om deze reden is er ook voor gekozen om dit algemene gedeelte van de handleiding zo compact mogelijk te houden. Mocht u behoefte hebben aan meer of meer gedetailleerde informatie over Lezen in beeld, dan kunt u hiervoor terecht op de website Hier vindt u het onlinegedeelte van de handleiding met aanvullende informatie. VORIGE << >> VOLGENDE

16 jaargroep 5 leerstofoverzicht Lezen in beeld b blok/les onderwerp/vaardigheid doel termen 1/1 teksten en tekstdragers De leerlingen leren dat ze bij een tekst moeten letten op de plaats waar die tekst staat. tekst illustratie verhalenboek leesboek informatieboek 1/2 herhaald lezen De leerlingen leren dat ze een deel van de tekst of de hele tekst opnieuw moeten lezen als ze een tekst niet begrijpen. 1/3 navertellen in drie zinnen De leerlingen leren dat je een tekst die je begrepen hebt, in drie zinnen kunt navertellen. 2/1 opzoeken in een alfabetisch register De leerlingen leren wat een register is en hoe ze daarin trefwoorden kunnen opzoeken. register trefwoord 2/2 voorspellen aan de hand van uiterlijke kenmerken De leerlingen leren te voorspellen waar een tekst over gaat door vóór het lezen de tekst te verkennen: door te kijken naar de tekstdrager, de illustratie(s), de titel en de eerste zinnen. 2/3 leeswijze bepalen De leerlingen leren een geschikt tekstdeel te kiezen bij een informatieve vraag. leesdoel kopje 3/1 verwachtingsvol lezen naar aanleiding van een tekstpassage De leerlingen leren vooruit te denken bij het lezen van een tekst. 3/2 verwachtingsvol lezen naar aanleiding van signaalwoorden 3/3 verwachtingsvol lezen naar aanleiding van bedachte vragen De leerlingen leren tijdens het lezen te letten op de signaalwoorden maar, want, toch, dus en daarom. De leerlingen leren vóór het lezen van een tekst vragen te bedenken die mogelijk in de tekst beantwoord worden. 4/1 betekenis moeilijke woorden bepalen De leerlingen leren de betekenis van moeilijke woorden uit de tekst af te leiden. 4/2 betekenis verwijswoorden bepalen De leerlingen leren te bepalen waar verwijswoorden in een tekst naar verwijzen. verwijswoord 4/3 begrip controleren De leerlingen leren hoe ze kunnen controleren of ze een tekst begrepen hebben. 5/1 tekstsoort, verschil tussen feiten en meningen De leerlingen leren de tekstsoort te bepalen. De leerlingen leren het verschil tussen feiten en meningen. 5/2 belangrijke woorden, De leerlingen leren het onderwerp van een tekst te bepalen. onderwerp bepalen 5/3 de bedoeling van de schrijver bepalen De leerlingen leren te letten op de bedoeling van de schrijver. verhaaltekst weettekst meningtekst feit mening onderwerp 6/1 schema s lezen De leerlingen leren informatie uit een tabel te halen en te verwerken. tabel schema 6/2 schema s maken/invullen De leerlingen leren informatie uit een tekst in een tabel in te vullen. 6/3 structuur van een tekst (alinea s) De leerlingen leren dat de informatie in een tekst vaak in stukjes bij elkaar staat. 7/1 tekst koppelen aan eigen kennis De leerlingen leren na het lezen van een tekst te bedenken wat ze van de tekst geleerd hebben. 7/2 tekst koppelen aan eigen kennis - vervolgvragen formuleren De leerlingen leren dat het goed is om naar aanleiding van de informatie in een tekst dóór te vragen en meer informatie te zoeken. 7/3 tekst koppelen aan eigen ervaringen De leerlingen leren dat in verhaalteksten vaak situaties en keuzes beschreven worden die voor hen herkenbaar zijn. 8/1 toepassen van de zes belangrijkste strategieën: sleutels 8/2 toepassen sleutels voor en tijdens het lezen De leerlingen leren dat ze bij het lezen van een tekst zes sleutelstrategieën (sleutels) kunnen toepassen om een tekst (beter) te begrijpen. De leerlingen leren welke leesvaardigheden bij de sleutels vóór en tijdens het lezen passen. 8/3 toepassen sleutels na het lezen De leerlingen leren welke leesvaardigheden bij de sleutels na het lezen passen. sleutel VORIGE << >> VOLGENDE

17 jaargroep 5 blok 4

18 Hl blok 4 GEVoEl les 1 Doel De leerlingen leren de betekenis van moeilijke woorden uit de tekst af te leiden. Materialen/lesstof basisstof l b, pagina 34 en 35 W b, pagina 20 en 21 A b S extra stof (differentiatie) Leesstudio plustaken computerprogramma Woordenschat Lezen in beeld Moeilijke woorden In de teksten staan de volgende woorden en uitdrukkingen die voor problemen kunnen zorgen: de breuk dagelijks enorm het geheim genezen het gips hockey het kunstje het proefje het vlies U kunt aan de hand van de woordenschatpagina s in het lesboek aan het begin van dit blok extra aandacht besteden aan de betekenis van deze woorden. Bespreek de woorden dan vooraf met de leerlingen die over een beperkte woordenschat beschikken, of bespreek ze met de hele groep. Wijs de leerlingen erop dat ze de woordenschatpagina s ook als naslagmogelijkheid kunnen ge - bruiken. De woorden op deze pagina s worden ook uit gelegd, geoefend en getoetst in het computerprogramma Woordenschat Lezen in beeld. Didactische achtergrond Leerlingen hebben vaak moeite met het begrijpen van een tekst als ze tijdens het lezen op onbekende begrippen stuiten. De leerlingen leren dat ze dan niet meteen moeten afhaken. Want de betekenis van zo n onbekend begrip is vaak af te leiden (of te benaderen) uit de zinnen die vóór en na dat begrip staan. Soms staat daar zelfs letterlijk wat het begrip betekent, of wat het juist niet betekent. Wie de zinnen van een stukje met een onbekend begrip in gedachten kan samenvoegen tot een logisch geheel, kan de betekenis van een onbekend begrip meestal goed genoeg benaderen om de tekst als geheel te begrijpen. Dat vergt soms enig puzzelwerk. Daarnaast blijft het opzoeken in een woordenboek een belangrijke strategie om de betekenis van onbekende begrippen te achterhalen. lesactiviteiten op verkenning De leerlingen lezen de tekst Het geheime dagboek. Ze beantwoorden een vraag over de betekenis van het begrip waterdicht en geven aan welke zin die betekenis duidelijk maakt. Ze geven aan welke pijl op een foto naar het begrip kruin wijst (opdracht 1 tot en met 4). Uitleg De leerlingen krijgen uitleg over het afleiden van een woordbetekenis uit de tekst. De kern van de uitleg is dat je de betekenis van een woord vaak kunt afleiden door de zinnen vóór en de zinnen na dat woord nog eens te lezen. Aan de slag Bij opdracht 5 beantwoorden de leerlingen een vraag over de betekenis van het woord sleutelbeen. Ze lezen de tekst Een gebroken sleutelbeen en geven met een pijl de plaats van het sleutelbeen aan (opdracht 6 en 7). Ze kruisen aan op welk plaatje een mitella te zien is en geven aan welke zin in de tekst de betekenis van dat woord duidelijk maakt (opdracht 8 en 9). Ze bedenken een passende titel bij de tekst en kiezen welk plaatje bij de tekst past (opdracht 10 en 11). De leerlingen lezen daarna de tekst De dokter vertelt en bepalen de betekenis van twee woorden uit die tekst (opdracht 12 tot en met 14). Terug in het lesboek schrijven de leerlingen een tekst van vijf zinnen over een geheim dagboek en gebruiken daarin een moeilijk woord dat ze in de tekst uitleggen. Ze kleuren de zin of zinnen die de betekenis van dat woord duidelijk maken (opdracht 15). Terugkijken Ter evaluatie leiden de leerlingen de betekenis van een woord uit een tekst af (opdracht 16). Extra opdracht De leerlingen die eerder klaar zijn, kunnen verder werken aan de plustaken uit Leesstudio. Leerlingen die moeite hebben met woordenschat kunnen ook verder werken met het computerprogramma Woordenschat Lezen in beeld. VORIGE << >> VOLGENDE

19 jaargroep 5 organisatie en differentiatie Individueel leren Bij deze werkvorm werken de leerlingen zelfstandig de opdrachten door. Er zijn geen beperkingen om de les individueel te laten maken. Samenwerkend leren Bij deze werkvorm werken de leerlingen de opdrachten samen door. Dit kan gebeuren door de leerlingen in tweetallen te laten werken. Een mogelijke vorm van samenwerking is: de leerlingen lezen samen de opdrachten, overleggen over de mogelijke antwoorden en schrijven deze gezamenlijke antwoorden op. Laat terugkijkopdracht 16 in verband met het evaluatieve karakter bij voorkeur individueel maken. begeleid leren Bij deze organisatievorm werkt u klassikaal of met een groepje de opdrachten door. Als u hiervoor kiest, dan zijn er de volgende aanvullende mogelijkheden. Extra bij Op verkenning Bespreek de tekst. Laat de leerlingen kort vertellen over de boeken van Roald Dahl. Bespreek opdracht 2 en 3. Laat de leerlingen andere dingen noemen die waterdicht (moeten) zijn. Bijvoorbeeld een regenjas of een paraplu. Bespreek de voorbeelden. Laat de leerlingen bij ieder voorbeeld aangeven hoe de betekenis van het woord bitje duidelijk wordt gemaakt. Kun je de betekenis afleiden uit de zin ervoor of de zin erna, of wordt de betekenis gewoon uitgelegd? Noem een ander moeilijk begrip, bijvoorbeeld perforator. Laat zien wat dat is. Laat de leerlingen zinnen bedenken waarmee je de betekenis van dat begrip kunt afleiden. Bijvoorbeeld: Hij maakte met een perforator twee gaatjes in het blad en borg het toen op in een map. Extra bij Aan de slag Geef een korte uitleg over de bedoeling van de opdrachten. Laat de leerlingen bij opdracht 8 toelichten hoe je de betekenis van het woord mitella uit de tekst kunt afleiden. Extra bij Terugkijken Laat enkele leerlingen de tekst die ze bij opdracht 15 geschreven hebben, voorlezen. Laat hen het moeilijke woord noemen en aangeven in welke zin de betekenis daarvan duidelijk wordt gemaakt. Bespreek met de leerlingen wat ze in deze les geleerd hebben. Gedifferentieerd leren Uiteraard hebt u de mogelijkheid om de les gedifferentieerd aan te bieden, waarbij u bepaalde leerlingen intensiever begeleidt en andere meer individueel of samenwerkend aan de slag laat gaan. Extra bij Uitleg Bespreek de uitleg. Maak hierbij eventueel gebruik van de leerkrachtassistent voor het digitale schoolbord. Aantekeningen Tip In het verlengde van deze les kunt u op een later moment ook bij teksten van zaakvakken aandacht besteden aan het afleiden van woordbetekenissen. Stimuleer de leerlingen de betekenis van een moeilijk woord af te leiden uit de zinnen ervoor of erna. Laat ze eventueel ook een (digitaal) woordenboek gebruiken als ze de betekenis niet uit de tekst kunnen halen. VORIGE << >> VOLGENDE

20 Hl blok 4 GEVoEl les 2 Doel De leerlingen leren te bepalen waar verwijswoorden in een tekst naar verwijzen. Materialen/lesstof basisstof l b, pagina 36 en 37 W b, pagina 22 en 23 A b S Didactische achtergrond Een schrijver gebruikt verwijswoorden in een tekst om de tekst vaart te geven. Door verwijswoorden te gebruiken, hoeft hij de namen van personen en zaken niet steeds opnieuw te noemen. Als voor de lezer duidelijk is welke personen en zaken met die verwijswoorden worden bedoeld, kunnen verwijswoorden in ingewikkelde passages een sleutel zijn om tot begrip van een tekst te komen. In Lezen in beeld b leren de leerlingen bewust te letten op persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden als hij, zij, ze, hem, haar, zijn, hen en hun. Later leren ze ook te letten op verwijswoorden als die, dat, hier, daar, hierdoor, daarna, enzovoort. extra stof (differentiatie) Leesstudio plustaken computerprogramma Woordenschat Lezen in beeld Moeilijke woorden In de teksten staan de volgende woorden en uitdrukkingen die voor problemen kunnen zorgen: aanmoedigen een hekel hebben aan klieren (plagen) nablijven ontdekken de personen de schuld van top tot teen verdacht voorlopig U kunt aan de hand van de woordenschatpagina s in het lesboek aan het begin van dit blok extra aandacht besteden aan de betekenis van deze woorden. Bespreek de woorden dan vooraf met de leerlingen die over een beperkte woordenschat beschikken, of bespreek ze met de hele groep. Wijs de leerlingen erop dat ze de woordenschatpagina s ook als naslagmogelijkheid kunnen ge - bruiken. De woorden op deze pagina s worden ook uit gelegd, geoefend en getoetst in het computerprogramma Woordenschat Lezen in beeld. lesactiviteiten op verkenning De leerlingen lezen een tekst en beantwoorden enkele vragen over verwijswoorden in de tekst (opdracht 1 tot en met 4). Uitleg De leerlingen krijgen uitleg over het gebruik van verwijswoorden in een tekst. De kern van de uitleg is dat verwijswoorden verwijzen naar iets anders, bijvoorbeeld naar mensen. De leerlingen leren de volgende verwijswoorden: hij, zij, ze, hem, haar, zijn, hen en hun. Ze leren de term verwijswoord. Aan de slag De leerlingen lezen de tekst Na - blijven. Ze geven aan waar de tekst over gaat (opdracht 5 en 6). Ze bepalen dan waar twee verwijswoorden in de tekst naar verwijzen en kleuren in de tekst zes verwijswoorden met verschillende kleuren (opdracht 7 en 8). Bij opdracht 9 geven ze aan welke verwijswoorden bij een jongen (René) en welke verwijswoorden bij een meisje (Selma) passen. De leerlingen lezen vervolgens een tweede tekst en bepalen ook daar waar twee verwijswoorden naar verwijzen (opdracht 10 tot en met 12). Bij opdracht 13 beantwoorden ze een vraag over een woordbetekenis en bij opdracht 14 geven ze aan hoe ze de betekenis van dat woord bepaald hebben. Terug in het lesboek schrijven de leerlingen een korte tekst waarin ze zes verschillende verwijswoorden gebruiken en vervolgens kleuren. Bij hun tekst maken ze ook een tekening (opdracht 15). Terugkijken Ter evaluatie schrijven de leerlingen de verwijswoorden uit twee zinnen op en geven aan waarnaar de woorden verwijzen (opdracht 16). Extra opdracht De leerlingen die eerder klaar zijn, kunnen verder werken aan de plustaken uit Leesstudio. Leerlingen die moeite hebben met woordenschat kunnen ook verder werken met het computerprogramma Woordenschat Lezen in beeld. VORIGE << >> VOLGENDE

LESBOEK d. Zwijsen BEGRIJPEND EN STUDEREND LEZEN

LESBOEK d. Zwijsen BEGRIJPEND EN STUDEREND LEZEN LESBOEK d Zwijsen BEGRIJPEND EN STUDEREND LEZEN Zwijsen Paul Stapel Dianne Manders Maril Rijks Jos Cöp HANDLEIDING d HL INHOUD Algemene handleiding Aan de slag met Lezen in beeld 3 Kenmerken 3 Uitgangspunten

Nadere informatie

Leerstofoverzicht Lezen in beeld

Leerstofoverzicht Lezen in beeld Vaardigheden die bij één passen, worden in Lezen in beeld steeds bij elkaar, in één blok aangeboden. Voor Lezen in beeld a geldt het linker. Voor Lezen in beeld b t/m e geldt het rechter. In jaargroep

Nadere informatie

Alles over. Lezen in beeld. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Lezen in beeld. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Alles over Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen maken. In samenwerking met de educatieve

Nadere informatie

Taal in beeld Beschrijvingsgegevens en toelichting bij het compacten

Taal in beeld Beschrijvingsgegevens en toelichting bij het compacten Taal in beeld Beschrijvingsgegevens en toelichting bij het compacten SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Taal in beeld Beschrijvingsgegevens en toelichting bij het compacten November 2009

Nadere informatie

Proefkatern Taal in beeld

Proefkatern Taal in beeld Proefkatern Taal in beeld In dit katern vindt u onderdelen uit de materialen van Taal in beeld, groep 4: 1 handleiding A2: het algemene gedeelte en blok 7 2 taalboek A2: de introductiepagina s en blok

Nadere informatie

Proefkatern Taal in beeld

Proefkatern Taal in beeld Proefkatern Taal in beeld In dit katern vindt u onderdelen uit de materialen van Taal in beeld, groep 4: 1 handleiding A1: het algemene gedeelte en blok 4 2 taalboek A1: de introductiepagina s en blok

Nadere informatie

Brochure Begrijpend lezen VMBO 1

Brochure Begrijpend lezen VMBO 1 Brochure Begrijpend lezen VMBO 1 Brochure Begrijpend lezen VMBO 2 Inleiding Het belang van begrijpend lezen kan nauwelijks overschat worden. Het niveau van begrijpend lezen dat kinderen aan het einde van

Nadere informatie

Proefkatern Taal in beeld

Proefkatern Taal in beeld Proefkatern Taal in beeld In dit katern vindt u onderdelen uit de materialen van Taal in beeld, groep 8: 1 handleiding E2: het algemene gedeelte en blok 7 2 taalboek E2: de introductiepagina s en blok

Nadere informatie

Checklist Begrijpend lezen en woordenschat Curriculum Nederlands ? - + +

Checklist Begrijpend lezen en woordenschat Curriculum Nederlands ? - + + Checklist Begrijpend lezen en woordenschat Curriculum Nederlands? - + + De gebruikte methoden stellen duidelijke (toetsbare) doelen en leerlijnen voor begrijpend lezen. Zwakke lezers krijgen een aanvullend

Nadere informatie

Proefkatern Taal in beeld

Proefkatern Taal in beeld Proefkatern Taal in beeld In dit katern vindt u onderdelen uit de materialen van Taal in beeld, groep 7: 1 handleiding D2: het algemene gedeelte en blok 7 2 taalboek D2: de introductiepagina s en blok

Nadere informatie

Wat te doen met zwakke begrijpend lezers?

Wat te doen met zwakke begrijpend lezers? Wat te doen met zwakke begrijpend lezers? Cor Aarnoutse Wat doe je met kinderen die moeite hebben met begrijpend lezen? In dit artikel zullen we antwoord geven op deze vraag. Voor meer informatie verwijzen

Nadere informatie

en 2 Brochure Begrijpend lezen VMBO 1

en 2 Brochure Begrijpend lezen VMBO 1 en 2 Brochure Begrijpend lezen VMBO 1 Brochure Begrijpend lezen VMBO 2 Inleiding Het belang van begrijpend lezen kan nauwelijks overschat worden. Het niveau van begrijpend lezen dat kinderen aan het einde

Nadere informatie

Alles over. Grip op lezen. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Grip op lezen. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Alles over Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen maken. In samenwerking met de educatieve

Nadere informatie

Proefkatern Taal in beeld

Proefkatern Taal in beeld Proefkatern Taal in beeld In dit katern vindt u onderdelen uit de materialen van Taal in beeld, groep 5: 1 handleiding B1: het algemene gedeelte en blok 4 2 taalboek B1: de introductiepagina s en blok

Nadere informatie

Informatie. vakgebieden. Groep 6

Informatie. vakgebieden. Groep 6 Informatie vakgebieden Groep 6 Taal Gehanteerde methode: Taal in beeld - Spelling in beeld Uitgever: Zwijsen Taal in beeld is een taalmethode voor groep 4 tot en met 8 van het basisonderwijs. De methode

Nadere informatie

Informatie. vakgebieden. Groep 4

Informatie. vakgebieden. Groep 4 Informatie vakgebieden Groep 4 Taal Gehanteerde methode: Taal in beeld - Spelling in beeld Uitgever: Zwijsen Taal in beeld is een taalmethode voor groep 4 tot en met 8 van het basisonderwijs. De methode

Nadere informatie

Alles over. Taal in beeld. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Taal in beeld. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Alles over Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen maken. In samenwerking met de educatieve

Nadere informatie

L e e s p. Presentatie. Wat is Leesparade?

L e e s p. Presentatie. Wat is Leesparade? Presentatie L e e s p a r a de Wat is Leesparade? Complete methode voortgezet technisch lezen Doorlopende leerlijn van groep 4 t/m 8 Lijn voor leesbegrip, leespromotie & woordenschat Passend onderwijs:

Nadere informatie

PROGRAMMA VOOR BEGRIJPEND LEZEN DE ZUID-VALLEI

PROGRAMMA VOOR BEGRIJPEND LEZEN DE ZUID-VALLEI PROGRAMMA VOOR BEGRIJPEND LEZEN DE ZUID-VALLEI (Dit programma is in 2011 aangepast aan de meest recente AVI-indeling van het CITO.) Het leren lezen is voor veel leerlingen een proces dat veel inspanning

Nadere informatie

Tips bij het bestellen van nieuwe boeken

Tips bij het bestellen van nieuwe boeken Tips bij het bestellen van nieuwe boeken Versie: juni 2015 Leidseveer 2, 3511 SB Utrecht Telefoon: 088-999 0 444 Email: info@snappet.org Nieuwe methode aanschaffen? Dat kan nu veel voordeliger. Snappet

Nadere informatie

Proefkatern Spelling in beeld

Proefkatern Spelling in beeld Proefkatern Spelling in beeld In dit katern vindt u onderdelen uit de materialen van Spelling in beeld, groep 8: 1 handleiding E2: het algemene gedeelte en blok 7 2 werkboek E2: de introductiepagina s

Nadere informatie

Informatie. vakgebieden. Groep 5

Informatie. vakgebieden. Groep 5 Informatie vakgebieden Groep 5 Taal Gehanteerde methode: Taal in beeld - Spelling in beeld Uitgever: Zwijsen Taal in beeld is een taalmethode voor groep 4 tot en met 8 van het basisonderwijs. De methode

Nadere informatie

Proefkatern Spelling in beeld

Proefkatern Spelling in beeld Proefkatern Spelling in beeld In dit katern vindt u onderdelen uit de materialen van Spelling in beeld, groep 5: 1 Handleiding b1: algemene gedeelte en lesbeschrijvingen bij blok 4 2 Werkboek b1: introductiepagina

Nadere informatie

Handleiding Vervolgmodule OGO- Extra materiaal na Taalsituaties 3-6-9

Handleiding Vervolgmodule OGO- Extra materiaal na Taalsituaties 3-6-9 Handleiding Vervolgmodule OGO- Extra materiaal na Taalsituaties 3-6-9 Extra materiaal na de Taalsituaties, Vervolgmodule OGO Algemeen In Extra materiaal na de Taalsituaties wordt de leerstof uit drie voorgaande

Nadere informatie

Nieuwe generatie rekenmethodes vergeleken

Nieuwe generatie rekenmethodes vergeleken Nieuwe generatie rekenmethodes vergeleken Ruud Janssen Alles telt (2e editie - ThiemeMeulenhoff) De methode biedt een doorgaande lijn vanuit de kleuterbouw. De leerlijnen zijn digitaal beschikbaar. Het

Nadere informatie

Proefkatern Taal in beeld

Proefkatern Taal in beeld Proefkatern Taal in beeld In dit katern vindt u onderdelen uit de materialen van Taal in beeld, groep 5: 1 handleiding B2: het algemene gedeelte en blok 7 2 taalboek B2: de introductiepagina s en blok

Nadere informatie

Alles over. Wijzer! Natuur en techniek. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Wijzer! Natuur en techniek. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Alles over Wijzer! Natuur en techniek Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen maken.

Nadere informatie

TAAL EN LEESMETHODEN Begrijpend Lezen Goed Gelezen

TAAL EN LEESMETHODEN Begrijpend Lezen Goed Gelezen TAAL EN LEESMETHODEN Begrijpend Lezen Goed Gelezen Praktische handvatten voor het taallees- en rekenonderwijs zoals deze methode zijn te vinden op www.taalpilots.nl en www.rekenpilots.nl. De rubriek implementatiekoffer

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE VOORWOORD 1 ALGEMENE HANDLEIDING BLIKSEM

INHOUDSOPGAVE VOORWOORD 1 ALGEMENE HANDLEIDING BLIKSEM INHOUDSOPGAVE VOORWOORD ALGEMENE HANDLEIDING BLIKSEM. Wat is BLIKSEM en voor wie is het bedoeld?.2 Wetenschappelijke onderbouwing.2. Wat is er bekend uit onderzoek naar effectieve begrijpend leesinstructie?.2.2

Nadere informatie

Muiswerk Strategisch Lezen is gericht op het aanleren van deelvaardigheden die nodig zijn voor een strategische leesaanpak.

Muiswerk Strategisch Lezen is gericht op het aanleren van deelvaardigheden die nodig zijn voor een strategische leesaanpak. Strategisch Lezen Muiswerk Strategisch Lezen is gericht op het aanleren van deelvaardigheden die nodig zijn voor een strategische leesaanpak. Doelgroepen Strategisch Lezen Muiswerk Strategisch Lezen is

Nadere informatie

Snappet is een alternatief voor...

Snappet is een alternatief voor... Snappet is een alternatief voor... Hulp bij het bestellen van nieuwe boeken. Versie: mei 2014 Leidseveer 2, 3511 SB Utrecht Telefoon: 088-999 0 444 Email: info@snappet.org Informatie Nieuwe methode aanschaffen?

Nadere informatie

Alles over. Wijzer! Natuur en techniek. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Wijzer! Natuur en techniek. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Alles over Wijzer! Natuur en techniek Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen maken.

Nadere informatie

LES 1: VOORLEZEN met STRATEGIE WEEK 1.1 0, 1, 4 en 6

LES 1: VOORLEZEN met STRATEGIE WEEK 1.1 0, 1, 4 en 6 LES 1: VOORLEZEN met STRATEGIE WEEK 1.1 0, 1, 4 en 6 Lesdoel: De kinderen vergroten hun tekstbegrip door interactie over het verhaal en hun metacognitieve vaardigheden door het oefenen en toepassen van

Nadere informatie

Zwijsen. Ben Verschuren Hans van Wessel. Jos Cöp. Adriaan Maters Maril Rijks. handleiding e1

Zwijsen. Ben Verschuren Hans van Wessel. Jos Cöp. Adriaan Maters Maril Rijks. handleiding e1 Zwijsen Ben Verschuren Hans van Wessel Adriaan Maters Maril Rijks Jos Cöp handleiding e1 hl inhoud algemene handleiding met Taal in beeld 3 Kenmerken 3 Opbouw methode 3 Activiteiten 5 Differentiatie 5

Nadere informatie

Proefkatern Taal in beeld

Proefkatern Taal in beeld Proefkatern Taal in beeld In dit katern vindt u onderdelen uit de materialen van Taal in beeld, groep 6: 1 handleiding C1: het algemene gedeelte en blok 4 2 taalboek C1: de introductiepagina s en blok

Nadere informatie

TAAL- EN LEESMETHODEN. Het aanbod Taal- en leesmethoden Begrijpend Lezen. Begrijpend lezen. Effectieve strategieën voor begrijpend lezen ALGEMEEN

TAAL- EN LEESMETHODEN. Het aanbod Taal- en leesmethoden Begrijpend Lezen. Begrijpend lezen. Effectieve strategieën voor begrijpend lezen ALGEMEEN TAAL- EN LEESMETHODEN ALGEMEEN Het aanbod Taal- en leesmethoden Begrijpend Lezen Algemeen: aandachtspunten bij methode Begrijpend lezen Om een goede begrijpend lezer te zijn, is het in de eerste plaats

Nadere informatie

Begrijpend lezen, lessenserie. voor het VO

Begrijpend lezen, lessenserie. voor het VO Begrijpend lezen, lessenserie voor het VO Handleiding Antwoorden Jeltje Harnmeijer Hedy van Hemert Voorwoord en Handleiding Inleiding Voor u ligt de lessenserie Begrijpend lezen, ontwikkeld door Jeltje

Nadere informatie

Workshop Handleiding. Verhalen schrijven. wat is jouw talent?

Workshop Handleiding. Verhalen schrijven. wat is jouw talent? Workshop Handleiding Verhalen schrijven wat is jouw talent? Inhoudsopgave Hoe gebruik je deze workshop? Hoe kun je deze workshop inzetten in je klas? Les 1: Even voorstellen stelt zich kort voor en vertelt

Nadere informatie

TAAL- EN LEESMETHODEN. Het aanbod Taal- en leesmethoden Begrijpend Lezen. Begrijpend lezen. Effectieve strategieën voor begrijpend lezen ALGEMEEN

TAAL- EN LEESMETHODEN. Het aanbod Taal- en leesmethoden Begrijpend Lezen. Begrijpend lezen. Effectieve strategieën voor begrijpend lezen ALGEMEEN TAAL- EN LEESMETHODEN ALGEMEEN Het aanbod Taal- en leesmethoden Begrijpend Lezen Algemeen: aandachtspunten bij methode Begrijpend lezen Om een goede begrijpend lezer te zijn, is het in de eerste plaats

Nadere informatie

Richtlijn Het Activerende Directe Instructie Model

Richtlijn Het Activerende Directe Instructie Model Richtlijn Het Activerende Directe Instructie Model Omschrijving Verwijzing naar Doelgroep Opsteller Intern document die uitleg geeft over het activerende directe instructiemodel. Vaardigheidsmeter Betrokken

Nadere informatie

Alles over. Wijzer! Geschiedenis. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Wijzer! Geschiedenis. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Alles over Wijzer! Geschiedenis Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen maken. In

Nadere informatie

Muiswerk Strategisch Lezen is gericht op het aanleren van deelvaardigheden die nodig zijn voor een strategische leesaanpak.

Muiswerk Strategisch Lezen is gericht op het aanleren van deelvaardigheden die nodig zijn voor een strategische leesaanpak. Strategisch Lezen Muiswerk Strategisch Lezen is gericht op het aanleren van deelvaardigheden die nodig zijn voor een strategische leesaanpak. Doelgroepen Strategisch Lezen Muiswerk Strategisch Lezen is

Nadere informatie

Alles over. Leeslink. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Leeslink. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Alles over Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen maken. In samenwerking met de educatieve

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE VOORWOORD 1 ALGEMENE HANDLEIDING BLIKSEM

INHOUDSOPGAVE VOORWOORD 1 ALGEMENE HANDLEIDING BLIKSEM INHOUDSOPGAVE VOORWOORD ALGEMENE HANDLEIDING BLIKSEM. Wat is BLIKSEM en voor wie is het bedoeld?.2 Wetenschappelijke onderbouwing.2. Wat is er bekend uit onderzoek naar effectieve begrijpend leesinstructie?.2.2

Nadere informatie

Handleiding. Pagina 1 van 9

Handleiding. Pagina 1 van 9 Begeleiding De website is opgebouwd uit stappen. De stappen op de website volgen elkaar logisch op en alle opdrachten staan duidelijk op de website beschreven. De informatie op de website is voor iedere

Nadere informatie

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar Startles 35 Introductieles Het vak begrijpend en studerend lezen. Wat houdt het in? Wat heb je er aan? Nu en straks op de middelbare school? de 1 36 De leerling kan: - verschillende leesdoelen noemen -

Nadere informatie

Met welk werk kunnen kinderen uit groep 5-6 thuiskomen en hoe kunt u uw kind thuis helpen?

Met welk werk kunnen kinderen uit groep 5-6 thuiskomen en hoe kunt u uw kind thuis helpen? Met welk werk kunnen kinderen uit groep 5-6 thuiskomen en hoe kunt u uw kind thuis helpen? In groep 5-6 nemen kinderen steeds vaker werk mee naar huis. Vaak vinden kinderen het leuk om thuis aan schooldingen

Nadere informatie

Proefkatern Spelling in beeld

Proefkatern Spelling in beeld Proefkatern Spelling in beeld In dit katern vindt u onderdelen uit de materialen van Spelling in beeld, groep 4: 1 handleiding A1: het algemene gedeelte en blok 4 2 werkboek A1: de introductiepagina s

Nadere informatie

Voordoen (modelen, hardop denken)

Voordoen (modelen, hardop denken) week 11-12 maart 2012 - hardop-denktekst schrijven B Voordoen (modelen, hardop denken) Waarom voordoen? Net zoals bij lezen, leren leerlingen heel veel over schrijven als ze zien hoe een expert dit (voor)doet.

Nadere informatie

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar 2013-2014

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar 2013-2014 Startles 35 Introductieles Het vak begrijpend en studerend lezen. Wat houdt het in? Wat heb je er aan? Nu en straks op de middelbare school? de 1 36 De leerling kan: - verschillende leesdoelen noemen -

Nadere informatie

Proefkatern Spelling in beeld

Proefkatern Spelling in beeld Proefkatern Spelling in beeld In dit katern vindt u onderdelen uit de materialen van Spelling in beeld, groep 4: 1 handleiding A2: het algemene gedeelte en blok 7 2 werkboek A2: de introductiepagina s

Nadere informatie

Een overtuigende tekst schrijven

Een overtuigende tekst schrijven Een overtuigende tekst schrijven Taalhandeling: Betogen Betogen ervaarles Schrijftaak: Je mening geven over een andere manier van herdenken op school instructieles oefenlesles Lesdoel: Leerlingen kennen

Nadere informatie

Alles over. Speurtocht. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Speurtocht. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Alles over Speurtocht Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen maken. In samenwerking

Nadere informatie

Lesvoorbereidingsmodel

Lesvoorbereidingsmodel Gegevens student Gegevens basisschool Naam Naam Groep Voltijd Deeltijd Dagavond Plaats Studiejaar/periode Sem 1 Sem 2 Soort onderwijs Regulier Montessori Dalton OGO Studentnummer Stagementor(en) Email

Nadere informatie

Leerlijn Leeslink niveau 2 (groep 5-6) Schooljaar 2012-2013

Leerlijn Leeslink niveau 2 (groep 5-6) Schooljaar 2012-2013 Startles 35 Introductieles Het vak begrijpend en studerend lezen. Wat houdt het in? Wat heb je er aan? de 1 36 De leerling kan: - vertellen waarom hij een tekst leest - een leesdoel kiezen 1 37 De leerling

Nadere informatie

Alles over. Naut. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Naut. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Alles over Naut Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen maken. In samenwerking met

Nadere informatie

Waarom een samenvatting maken?

Waarom een samenvatting maken? Waarom een samenvatting maken? Er zijn verschillende manieren om actief bezig te zijn met de leerstof. Het maken van huiswerk is een begin. De leerstof is al eens doorgenomen; de stof is gelezen en opdrachten

Nadere informatie

3 Hoogbegaafdheid op school

3 Hoogbegaafdheid op school 3 Hoogbegaafdheid op school Ik laat op school zien wat ik kan ja soms nee Ik vind de lessen op school interessant meestal soms nooit Veel hoogbegaafde kinderen laten niet altijd zien wat ze kunnen. Dit

Nadere informatie

mijnplein 30 okt 2013 Begrijpend lezen = Begrijpend leren

mijnplein 30 okt 2013 Begrijpend lezen = Begrijpend leren mijnplein 30 okt 2013 Begrijpend lezen = Begrijpend leren Doelen Aan het eind van deze masterclass: Ken je het belang en de plek van begrijpend lezen/luisteren binnen het onderwijs Ken je de belangrijkste

Nadere informatie

Alles over. Alles telt. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Alles telt. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Alles over Alles telt Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen maken. In samenwerking

Nadere informatie

Alles over. Reken zeker. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Reken zeker. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Alles over Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen maken. In samenwerking met de educatieve

Nadere informatie

Informatie groep 5 Daltonschool In Balans Schooljaar 2015/2016

Informatie groep 5 Daltonschool In Balans Schooljaar 2015/2016 Informatie groep 5 Daltonschool In Balans Schooljaar 2015/2016 Leerkrachten: 4/5 Anja Smits en Jennie van Laarhoven 5A Marloes Bongers ALGEMEEN GEDEELTE Zelfstandig werken In de groepen 5 werken de leerlingen

Nadere informatie

Informatieavond groep 3/4 september 2014

Informatieavond groep 3/4 september 2014 Informatieavond groep 3/4 september 2014 Welkom Voorstellen juf Marjolein meester Wim Doel van de avond Werkwijze in de klas Dagritme Zelfstandig werken Computer Hulp vragen Taakje in de klas Een aantal

Nadere informatie

Alles over. Reken zeker. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Reken zeker. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Alles over Reken zeker Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen maken. In samenwerking

Nadere informatie

Alles over. Rekenrijk. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Rekenrijk. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Alles over Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen maken. In samenwerking met de educatieve

Nadere informatie

Checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F - handleiding

Checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F - handleiding Checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F - handleiding Inleiding De checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F is ontwikkeld voor leerlingen die moeten leren schrijven op 2F. In deze handleiding wordt toegelicht

Nadere informatie

Rekenen staat vijf keer in de week op het rooster. We werken met de vierde versie van de methode De wereld in getallen.

Rekenen staat vijf keer in de week op het rooster. We werken met de vierde versie van de methode De wereld in getallen. Rekenen Rekenen staat vijf keer in de week op het rooster. We werken met de vierde versie van de methode De wereld in getallen. Niet alle kinderen rekenen even makkelijk en vlot. Onze methode houdt daar

Nadere informatie

Leerlijn Leeslink niveau 2 (groep 5-6) Schooljaar

Leerlijn Leeslink niveau 2 (groep 5-6) Schooljaar Startles 35 Introductieles Het vak begrijpend en studerend lezen. Wat houdt het in? Wat heb je er aan? de 1 36 De leerling kan: - vertellen waarom hij een tekst leest - een leesdoel kiezen 1 37 De leerling

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE 1 ALGEMENE HANDLEIDING BLIKSEM

INHOUDSOPGAVE 1 ALGEMENE HANDLEIDING BLIKSEM INHOUDSOPGAVE ALGEMENE HANDLEIDING BLIKSEM. Wat is BLIKSEM en voor wie is het bedoeld?.2 Wetenschappelijke onderbouwing.2. Wat is er bekend uit onderzoek naar effectieve begrijpend leesinstructie?.2.2

Nadere informatie

Aantekeningen die je moet leren voor het SE Leesvaardig voor Eldeweek 2 en je eindexamen!! Goed bewaren dus!!!! Naam: Leesvaardig Blok 1

Aantekeningen die je moet leren voor het SE Leesvaardig voor Eldeweek 2 en je eindexamen!! Goed bewaren dus!!!! Naam: Leesvaardig Blok 1 Aantekeningen die je moet leren voor het SE Leesvaardig voor Eldeweek 2 en je eindexamen!! Goed bewaren dus!!!! Naam: Leesvaardig Blok 1 Tekstverband Signaalwoord Voorbeeld Reden Omdat, want, daarom Ik

Nadere informatie

Handleiding Snappet vervanging

Handleiding Snappet vervanging Handleiding Snappet vervanging Hulp bij het bestellen van nieuwe boeken. Versie: mei 2014 Leidseveer 2, 3511 SB Utrecht Telefoon: 088-999 0 444 Email: info@snappet.org Rekenen met Snappet De leerlingen

Nadere informatie

Alles over. Timboektoe. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Timboektoe. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Alles over Timboektoe Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen maken. In samenwerking

Nadere informatie

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar 2013-2014

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar 2013-2014 Startles 35 Introductieles Het vak begrijpend en studerend lezen. Wat houdt het in? Wat heb je er aan? Nu en straks op de middelbare school? de 1 36 De leerling kan: - verschillende leesdoelen noemen -

Nadere informatie

Alles over. Alles telt. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Alles telt. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Alles over Alles telt Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen maken. In samenwerking

Nadere informatie

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar Startles 35 Introductieles Het vak begrijpend en studerend lezen. Wat houdt het in? Wat heb je er aan? Nu en straks op de middelbare school? de 1 36 De leerling kan: - verschillende leesdoelen noemen -

Nadere informatie

Rekenen staat vijf keer in de week op het rooster. We werken met de vierde versie van de methode De wereld in getallen.

Rekenen staat vijf keer in de week op het rooster. We werken met de vierde versie van de methode De wereld in getallen. Rekenen Rekenen staat vijf keer in de week op het rooster. We werken met de vierde versie van de methode De wereld in getallen. Niet alle kinderen rekenen even makkelijk en vlot. Onze methode houdt daar

Nadere informatie

HUISWERKBELEID 1. AANLEIDING

HUISWERKBELEID 1. AANLEIDING HUISWERKBELEID 1. AANLEIDING In het schooljaar2013-2014 staat onder andere een beleidsplan over huiswerk centraal. Met dit nieuwe beleidsplan krijgen de leerkrachten een afgewogen werkinstrument ter beschikking.

Nadere informatie

Alles over. Wijzer! Aardrijkskunde. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Wijzer! Aardrijkskunde. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Alles over Wijzer! Aardrijkskunde Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen maken. In

Nadere informatie

Informatie. vakgebieden. Groep 7

Informatie. vakgebieden. Groep 7 Informatie vakgebieden Groep 7 Taal Gehanteerde methode: Taal in beeld - Spelling in beeld Uitgever: Zwijsen Taal in beeld is een taalmethode voor groep 4 tot en met 8 van het basisonderwijs. De methode

Nadere informatie

werkwoordspelling brochure

werkwoordspelling brochure werkwoordspelling brochure Uitgangspunten Voordat kinderen met de werkwoordspelling beginnen, hebben ze al veel kennis opgedaan met betrekking tot: spelling van de onveranderlijke woorden het mondeling

Nadere informatie

8-10-2015. Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Modelen. Contactgegevens

8-10-2015. Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Modelen. Contactgegevens Nationaal congres Taal en Lezen 15 oktober 2015 Modelen WWW.CPS.NL Contactgegevens Willem Rosier w.rosier@cps.nl 06 55 898 653 Hoe ziet het modelen er in de 21 ste eeuw uit? Is flipping the classroom dan

Nadere informatie

Zwijsen. Ben Verschuren Hans van Wessel. Jos Cöp. Adriaan Maters Maril Rijks. handleiding d1

Zwijsen. Ben Verschuren Hans van Wessel. Jos Cöp. Adriaan Maters Maril Rijks. handleiding d1 Zwijsen Ben Verschuren Hans van Wessel Adriaan Maters Maril Rijks Jos Cöp handleiding d1 hl inhoud algemene handleiding met Taal in beeld 3 Kenmerken 3 Opbouw methode 3 Activiteiten 5 Differentiatie 5

Nadere informatie

Alles over. Blits. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Blits. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Alles over Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen maken. In samenwerking met de educatieve

Nadere informatie

Informatie. vakgebieden. Groep 8

Informatie. vakgebieden. Groep 8 Informatie vakgebieden Groep 8 Taal Gehanteerde methode: Taal in beeld - Spelling in beeld Uitgever: Zwijsen Taal in beeld is een taalmethode voor groep 4 tot en met 8 van het basisonderwijs. De methode

Nadere informatie

Instapmodule Niveau AA

Instapmodule Niveau AA Instapmodule Niveau AA Instapmodule ter voorbereiding op Nieuwsrekenen in het S(B)O: Geleid probleemoplossen augustus 2012 www. nieuwsrekenen.nl Inhoudsopgave Gebruikswijzer... 3 Deel 1: Samen... 4 Deel

Nadere informatie

Alles over. Tijdzaken. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Tijdzaken. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Alles over Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen maken. In samenwerking met de educatieve

Nadere informatie

Beoordelingsinstrument Digitale Leermiddelen Taalonderwijs

Beoordelingsinstrument Digitale Leermiddelen Taalonderwijs kennisnet.nl Beoordelingsinstrument Digitale Leermiddelen Taalonderwijs Op de volgende pagina s treft u het beoordelingsinstrument Digitale Leermiddelen Taalonderwijs. Het instrument is ingedeeld in acht

Nadere informatie

Rekenen staat vijf keer in de week op het rooster. We werken met de vierde versie van de methode De wereld in getallen.

Rekenen staat vijf keer in de week op het rooster. We werken met de vierde versie van de methode De wereld in getallen. Rekenen Rekenen staat vijf keer in de week op het rooster. We werken met de vierde versie van de methode De wereld in getallen. Niet alle kinderen rekenen even makkelijk en vlot. Onze methode houdt daar

Nadere informatie

Logopedie en Nieuwsbegrip. Yvet van Noordt

Logopedie en Nieuwsbegrip. Yvet van Noordt Logopedie en Nieuwsbegrip Yvet van Noordt Wat beïnvloedt het begrijpend lezen? Levenservaring Kennis van de wereld Kennis van teksten GJLSKJLS;D Taal Mondelinge taalvaardigheid Kennis structuur taal Woordenschat

Nadere informatie

Muiswerk Studievaardigheid richt zich op de belangrijkste deelvaardigheden die nodig zijn voor studievaardigheid.

Muiswerk Studievaardigheid richt zich op de belangrijkste deelvaardigheden die nodig zijn voor studievaardigheid. Studievaardigheid Muiswerk Studievaardigheid richt zich op de belangrijkste deelvaardigheden die nodig zijn voor studievaardigheid. Doelgroep Studievaardigheid Muiswerk Studievaardigheid is bedoeld voor

Nadere informatie

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar Startles 35 Introductieles Het vak begrijpend en studerend lezen. Wat houdt het in? Wat heb je er aan? Nu en straks op de middelbare school? de 1 36 De leerling kan: - verschillende leesdoelen noemen -

Nadere informatie

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten Subdomein A 1.1: Woordenschat 1.1 h/v de betekenis van onbekende woorden afleiden uit de context; 1.2 h/v de betekenis

Nadere informatie

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar Startles 35 Introductieles Het vak begrijpend en studerend lezen. Wat houdt het in? Wat heb je er aan? Nu en straks op de middelbare school? de 1 36 De leerling kan: - verschillende leesdoelen noemen -

Nadere informatie

Checklist Presentatie geven 2F - handleiding

Checklist Presentatie geven 2F - handleiding Checklist Presentatie geven 2F - handleiding Inleiding De checklist Presentatie geven 2F is ontwikkeld voor leerlingen die een presentatie moeten kunnen geven op 2F. In deze handleiding wordt toegelicht

Nadere informatie

Blauwe stenen leer je zo

Blauwe stenen leer je zo Handleiding groep 3-8 Blauwe stenen leer je zo Wijzers Jeelo heeft gele wijzers om samen met leerlingen te verkennen hoe je een steen van Jeelo leert. Voor groep 3-4 wijzer 2009 Zo leer je blauwe stenen

Nadere informatie

Paul Stapel handleiding e1

Paul Stapel handleiding e1 Zwijsen Paul Stapel handleiding e1 hl algemene handleiding Aan de slag met Spelling in beeld Een overzicht van alles wat u moet weten U gaat werken met Spelling in beeld. Deze handleiding helpt u om snel

Nadere informatie