Nota van Zienswijzen. Programma van Eisen. OV-concessie Gooi en Vechtstreek. Zaaknummer

Transcriptie

1 Nota van Zienswijzen Programma van Eisen OV-concessie Gooi en Vechtstreek Zaaknummer Gehele of gedeeltelijke overneming, reproductie of openbaarmaking van de Aanbestedingstukken, op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande Schriftelijke toestemming van de auteursrechthebbende is verboden, behoudens de beperkingen bij de wet gesteld. Het verbod betreft ook gehele of gedeeltelijke bewerking. KvK nr.: BTW nr.: NL B.08

2 Inhoud Inleiding Resultaat van de terinzagelegging Samenvatting reacties Algemene beantwoording Wijzigingen Verdere procedure Ingediende zienswijzen en reactie van de Provincie... 10

3 1. Inleiding Op 19 maart 2019 hebben Gedeputeerde Staten van Noord-Holland ( GS ) het ontwerp Programma van Eisen ( PvE ) voor de aanbesteding van het openbaar vervoer in de concessie Gooi en Vechtstreek vastgesteld. Het ontwerp PvE heeft van 19 maart 2019 tot en met 3 mei 2019 ter inzage gelegen. Inwoners in het concessiegebied, reizigers en andere belanghebbenden zijn gedurende deze periode in de gelegenheid gesteld om een reactie te geven. Conform de wet is ook advies gevraagd aan het Regionaal Overleg Consumentenbelangen Openbaar Vervoer ( ROCOV ), de gemeenten in het concessiegebied en de aangrenzende concessieverleners. Tevens is een marktconsultatie gehouden. In totaal zijn 23 zienswijzen en adviezen ontvangen. Het ontwerp PvE is op 20 mei 2019 besproken in de vergadering van de Interim-Statencommissie. De voorliggende Nota bevat de reacties die zijn ontvangen op het ontwerp PvE, de beantwoording van deze reacties en een overzicht van de wijzigingen die naar aanleiding van enkele reacties in het definitieve PvE zijn doorgevoerd. De vragen en suggesties uit de vergadering van de Interim- Statencommissie zijn ook opgenomen in deze Nota van Zienswijzen. Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt algemeen ingegaan op de onderwerpen waarover adviezen en reacties zijn ontvangen. In hoofdstuk 3 wordt vervolgens een overzicht gegeven van de wijzigingen in het PvE, naar aanleiding van de adviezen en reacties. Hoofdstuk 4 geeft een doorkijk naar de verdere procedure. Daarbij wordt onder andere vermeld op welke wijze de offertes van vervoerbedrijven zullen worden beoordeeld. In hoofdstuk 5 zijn ten slotte de individuele zienswijzen en de reactie van de provincie opgenomen. Iedereen die een zienswijze heeft ingediend vindt zijn zienswijze en het antwoord terug in dit hoofdstuk. Op 9 juli 2019 hebben GS het definitieve PvE inclusief deze Nota van Zienswijzen vastgesteld. 2. Resultaat van de terinzagelegging Het ontwerp PvE heeft ruim 6 weken ter inzage gelegen. Op de oproep (via gemeentelijke en provinciale websites, persbericht, nieuwsberichten en/of brief) tot het indienen van een zienswijze op het PvE hebben 23 partijen gereageerd. De partijen die gereageerd hebben zijn: 2 overheidsorganisaties in de Gooi en Vechtstreek, één daarvan namens alle gemeenten; ROCOV Noord-Holland als reizigersvertegenwoordiging; 3 omliggende vervoersautoriteiten; 10 belangengroepen/organisaties/stichtingen/bedrijven; 7 individuele inwoners. Op 20 mei heeft in de interim-commissie van Provinciale Staten de bespreking van het ontwerp PvE plaatsgevonden. De vragen die tijdens deze bespreking zijn gesteld zijn (samengevoegd) als reactie in de Nota van Zienswijzen opgenomen onder letter X. Daarnaast heeft er in de periode van ter inzage ligging ook een marktconsulatie met o.a. vervoerders plaats gevonden. De samenvatting van deze marktconsultatie en de marktconsulatie in de periode van de Nota van Uitgangspunten ( NvU ), is opgenomen in bijlage C3 van het PvE. 3 53

4 2.1 Samenvatting reacties Vanuit ROCOV en de gezamenlijke gemeenten zien wij in grote lijnen instemming met de ingezette lijn: goed en attractief OV met een duidelijke rol voor de fiets in het voor- en natransport. Daarbij wordt wel een aantal zorgpunten geuit. De zorgpunten van zowel ROCOV als de gemeenten hebben betrekking op een aantal onderwerpen: a. De keuze voor de combinatie fiets en OV: er wordt aandacht gevraagd voor de bereikbaarheid van haltes per fiets, de (sociale) veiligheid en voorzieningen om je fiets goed te kunnen stallen. b. De mogelijk grotere afstand naar de halte: er wordt verzocht om (aanvullende) maatregelen te treffen voor mensen waarvoor de afstand naar een halte of knooppunt te groot wordt. c. Toegankelijkheid en gebruik van het OV: in meerdere zienswijzen wordt aandacht gevraagd voor specifieke onderwerpen die de toegankelijkheid verbeteren, voor mensen die minder makkelijk gebruik kunnen maken van het OV. d. De bereikbaarheid van een aantal specifieke locaties in de regio; er worden verzoeken gedaan om voor specifieke locaties, haltes of buslijnen te garanderen dat deze behouden blijven in de nieuwe concessie. e. De bereikbaarheid van toeristische bestemmingen: er wordt verzocht om bepaalde musea of toeristische bestemmingen beter bereikbaar te maken met het OV. f. Meer nadruk op jaarlijkse ontwikkeling: het OV moet zich jaarlijks aan de ontwikkelingen kunnen aanpassen. 2.2 Algemene beantwoording Het moment van verlenen van een nieuwe concessie aan een vervoerder is een moment waarop opnieuw wordt gekeken welk aanbod OV de komende jaren past in deze regio. De aanbesteding is een middel om de doelen te bereiken. Aanbesteden is geen doel op zich. De provincie vindt het heel belangrijk dat de concessie zich ook na het eerste jaar zal ontwikkelen. Mobiliteitspatronen ontwikkelen zich immers ook en de concessie wordt voor lange tijd verleend. Het PvE heeft in de aanbesteding en gedurende de looptijd van de concessie een belangrijke rol. Het schetst het minimum dat de provincie aan OV gerealiseerd wil zien. Het schetst niet het eindbeeld of het aanbod dat de vervoerder zal doen. Dit volgt uit de winnende inschrijving en wordt uiteindelijk vastgelegd bij de gunning. In het voorliggende PvE is gekozen om voor een deel van het net (alles behalve R-netlijn 320) functioneel uit te vragen. Dat wil zeggen dat er een minimum wordt omschreven en er een beroep op de creativiteit en ondernemingszin van de vervoerder wordt gedaan. Een andere mogelijkheid was geweest om de vervoerder te vragen wat er nu is of precies voor te schrijven wat we van de vervoerder verwachten. Reizigers en opdrachtgevers weten dan precies waar ze aan toe zijn. Het nadeel hiervan is dat er geen vernieuwing en geen creativiteit in het netwerk ontstaat. Dat is een ongewenste situatie. Juist in deze regio is er behoefte aan het opnieuw bekijken van het net. Dat is nodig om invulling te geven aan de kracht van de combinatie OV en fiets, te bekijken hoe om te gaan met slecht bezette lijnen, en het sterker maken van sterke lijnen. Het functioneel uitvragen brengt onzekerheden met zich mee. Dit is terug te zien in de zienswijzen waarin de zorg over het vervallen van lijnen, haltes en langere loopafstanden wordt uitgesproken. Gelijktijdig wordt in zienswijzen gevraagd naar bijvoorbeeld nieuwe lijnen, nieuwe verbindingen en hogere frequenties. Meer OV vergt ook meer benodigde financiële ruimte. In de Nota van Uitgangspunten is vastgelegd dat het huidige budget voor de concessie uitgangspunt is. 4 53

5 Het niet mogelijk om hogere eisen te stellen zonder het risico te lopen dat de vervoerder geen ondernemingsvrijheid meer heeft om zelf extra s aan te bieden. Of, erger nog: indien het eisenpakket wordt opgehoogd, bestaat zelfs het gevaar dat vervoerbedrijven geen kostendekkende offerte kunnen maken en daarom afzien van inschrijving. Daarom is bij de verwerking van de reacties vooral gekeken naar de kosten van de ingediende wensen: kostprijsverhogende wensen zijn in principe niet gehonoreerd, tenzij deze kosten beperkt waren of elders konden worden gecompenseerd. Keuze voor de combinatie fiets en OV betekent ook investeren in de ketenreis en de plaatsen waar fiets en OV bij elkaar komen. Dat is bij haltes en ov-knooppunten, zoals stations. Ook de gezamenlijke gemeenten hebben op de regionale agenda de ontwikkeling van OV-knooppunten staan. GS hebben eerder besloten om de ambities voor ketenmobiliteit en de combinatie OV/fiets in Gooi en Vechtstreek verder uit te werken met de Regio. Uit deze gezamenlijke aanpak nog blijken welke voorzieningen gewenst zijn en welke daarvan tot de gezamenlijke scope of de scope van de Provincie gaan behoren. Om te borgen dat er financiële middelen zijn om de provinciale onderdelen te ontwikkelen, hebben GS besloten om hiervoor 2,0 miljoen te reserveren.de gemeenten zullen naar verwachting ook hun steentje hieraan bijdragen. Dit zal een apart traject met de gemeenten worden, buiten de aanbesteding van de concessie om. De wens is om maatregelen en voorzieningen in 2022 gereed te hebben, gelijk met de start van fase 2, waarin de vervoerder volgens zijn nieuwe netwerk gaat rijden. De mogelijk grotere afstand naar de halte is in meerdere reacties genoemd. Met name voor de groep ouderen wordt dit gezien als een negatief effect. Zoals beschreven wordt er in het PvE een beroep gedaan op de creativiteit van de inschrijvende vervoerders. De indruk dat iedereen te maken zal krijgen met een langere halteafstand is niet juist. Het grootste deel van de inwoners blijft op gelijke afstand van de bushalte of het NS-station wonen. Het huidige netwerk ligt er niet voor niets, dus de verwachting is dat een groot deel van het netwerk zeker gereden zal blijven worden. Maar de vervoerder kan ook voorstellen doen die tot veranderingen leiden. We vragen de inschrijvende vervoerders om aan te geven hoe zij op deze veranderingen willen inspelen met aanvullende mobiliteitsvormen. We vinden dit een belangrijk onderdeel van de aanbieding van de vervoerder. We vragen de aanvullende mobiliteitsvormen als optie uit omdat ook de regiogemeenten hebben aangegeven op dit vlak mogelijk samenwerking met het doelgroepenvervoer te zien. We willen de opties die de vervoerder doet daarom in samenspraak met de regiogemeenten kunnen beoordelen. Toegankelijkheid en gebruik van het OV wordt in meerdere zienswijzen genoemd. Gevraagd wordt naar specifieke onderwerpen die de toegankelijkheid verbeteren, voor mensen die minder makkelijk gebruik kunnen maken van het OV. De provincie investeert al jaren in toegankelijkheid van haltes en ook de bussen zijn inmiddels goed toegankelijk voor mindervaliden. In meerdere zienswijzen wordt gesproken over het gedrag van de chauffeurs (bejegening), niet te snel optrekken, hulp bieden etc. Dit is expliciet in het PvE opgenomen. Voor de provincie betekent dit dat de eisen die worden gesteld realistisch moeten zijn maar ook het aanbod van de vervoerder moet uitgaan van realistische rijtijden. Daar wordt bij de inschrijving door de provincie op gelet. Bij de klantinterface vraag de provincie nadrukkelijk naar voorstellen om het gebruik van het OV voor deze doelgroep te vergemakkelijken. Daarnaast is er een bonus opgenomen voor de chauffeurs als een hoge klanttevredenheid wordt bereikt. De bereikbaarheid van een aantal specifieke locaties of specifieke lijnen: er wordt verzocht om verbindingen, lijnen of haltes als garantie of eis op te nemen. Op een aantal plekken hebben we aan dit verzoek voldaan. Met name op plaatsen waar sprake was van een hele specifieke kwetsbare reizigersgroep of op plaatsen waar de inschatting is dat dit zonder extra kosten gerealiseerd kan 5 53

6 worden. Op andere plaatsen wachten we het aanbod van de vervoerder eerst af. Zoals eerder beschreven willen we voldoende ruimte in het PvE laten om de creativiteit van de vervoerder maximaal te stimuleren. Voor de bereikbaarheid van een aantal toeristische bestemmingen met in het bijzonder het Muiderslot worden meerdere verzoeken gedaan. We vragen de vervoerder naar voorstellen met potentie om deze gebieden beter te ontsluiten. Het ingewikkelde van het bedienen van toeristische locaties is dat dit veelal seizoensgebonden of tijdgebonden is en het voor de potentiele gebruiker pas aantrekkelijk wordt als het direct en met hoge frequentie bediend wordt. Dat gaat niet altijd gelijk op met het te verwachte aantal gebruikers en de bijbehorende opbrengsten. We wachten de voorstellen van de vervoerder af. Komen deze voorstellen niet, dan bieden we in de concessie ruimte voor de samenleving of organisaties om initiatieven te ontwikkelen. Meer nadruk op jaarlijkse ontwikkeling was een wens in zowel een aantal zienswijzen als van de provincie zelf. Dat heeft geleid tot het laten vervallen van fase 3, waarin een grote evaluatie zou plaatsvinden. Het accent ligt nu op de jaarlijkse evaluatie waarin het de opdrachtgever en de vervoerder vrij staat om jaarlijks veranderingen door te voeren als dat nodig is. 3. Wijzigingen In deze paragraaf zijn de belangrijkste wijzigingen in het PvE per hoofdstuk aangegeven. Deze wijzigingen zijn een gevolg van de zienswijzen, de marktconsultatie en de eigen inzichten. Hoofdstuk 1: Ambitie Er is meer aandacht voor de ketenreis. Hoofdstuk 2: Consultatie ROCOV Buiten de concessie wordt door ROCOV en een aantal indieners aandacht gevraagd voor de inspraak en advisering van de aanvullende mobiliteit. Voor het reguliere OV is ROCOV voor de provincie het wettelijke orgaan dat advies wordt gevraagd. Voor de aanvullende mobiliteit is dit niet helemaal helder. Uiteraard vragen we ROCOV advies voor zaken die uit de concessie gaan maar voor bijvoorbeeld investering in de keten of het doelgroepenvervoer zal dit niet mogelijk zijn. We gaan hierover met ROCOV in gesprek. ROCOV heeft aangegeven niet te adviseren over het veiligheidsplan. Hoofdstuk 2: Gedoogplicht Voor het Muiderslot is een ruimere gedoogplicht opgenomen. Hoofdstuk 3: Fase 1 In de marktconsultatie is aangegeven dat een vereenvoudiging van fase 1 voor de vervoerder wenselijk is. We vragen de vervoer aan te bieden op basis van de dienstregeling 2019 en in de implementatieperiode (na gunning tot start concessie) kijken we met de vervoerder samen welke onderdelen van fase 2 we al in fase 1 willen en kunnen invoeren. Hoofdstuk 3: Overgangsdatum fase 1 naar fase 2 Deze datum is nu vastgelegd op basis van de laatste inzichten en gekoppeld aan de NSdienstregeling die in december 2022 ingaat. Ook is er helderheid gegeven over het afwijken van deze datum. 6 53

7 Hoofdstuk 3: Opties We hebben de werking van de opties iets anders ingericht. Spitslijnen worden ook als mogelijke aan te bieden optie genoemd indien de inschrijver van mening is dat aanvullende mobiliteitsoplossingen niet nodig zijn. Hoofdstuk 3: Vervoerkundige eisen De eisen van R-netlijn 320 zijn vereenvoudigd opgeschreven. De verbindingen naar de categorie 5 halten moet minimaal 1 keer per uur geboden worden in de genoemde periode. Bij de garantieverbindingen zijn toegevoegd: - Muiden Centrum en de route via de Amsterdamsestraatweg - Het traject Eemnes Baarn Zandheuvelweg (daarvandaan naar Hilversum was al garantietraject) - De verbinding naar Zonnestraal is toegevoegd - Nachtlijn 32 is toegevoegd. De vakantieperiode mag bij lijnen die ook op Utrecht gericht zijn en alleen gereden worden als zowel regio Midden als Noord vakantie hebben (was alleen Midden). Goede aansluitingen beter gedefinieerd (tot 5 minuten voor Bus-Bus en 5-10 minuten Bus - Trein). Hoofdstuk 3: Ontwikkelmogelijkheden tijdens de concessie Fase 3 is vervallen en de jaarlijkse evaluatie is uitgebreid. Hoofdstuk 5: Uitvoeringskwaliteit Naar aanleiding van de marktconsultatie is de toegestane periode met staanplaatsen verruimd. Hoofdstuk 6: Materieel Voorkeur voor langere lagere vloer en ruimte onder de stoel is toegevoegd. Aanpassingen tekst over huisstijl R-net formule. Hoofdstuk 7: Informatie aan de reizigers Sterker rol voor de vervoerder t.a.v. informatieverschaffing over andere mobiliteitsoplossingen in de regio. Hoofstuk 8: OV-chipkaart en Tarieven Scherpere eis t.a.v. de nieuwe betaaltechnieken. Gewijzigde tekst t.a.v. Mobility as a Service ( MaaS"). Hoofdstuk 9: Personeel Goed werkgeverschap toegevoegd in de inleidende paragraaf. Bejegening van reizigers in het algemeen en reizigers met een beperking in het bijzonder toegevoegd. De incentive voor het personeel is uit het PvE gehaald en in de financiële bijlage geplaatst. Hoofdstuk 15: Duurzaamheid We eisen Zero Emissie voertuigen bij start van fase 2 op alle lijnen behalve R-netlijn 320. Op R- netlijn 320 eisen we geen ZE, maar belonen we vervoerders die het wel aanbieden met zowel extra gunningspunten als een financiële bijdrage. Indien vervoerders ZE-bussen op lijn 320 aanbieden, dan voeren ze dit uiterlijk in bij ingang van dienstregeling 2026 (december 2025). Als ze het eerder aanbieden, krijgen ze extra gunningspunten. 7 53

8 Hoofdstuk 16: Informatie en Monitoring Gewijzigde teksten over MaaS. Hoofdstuk 17: Ontwikkeling, participatie en social return Meer aandacht voor gebruik van het OV door mensen met een beperking. De vervoerder wordt gevraagd hier voorstellen voor te doen in het Klantinferfaceplan. Hoofdstuk 18: Overige onderwerpen Bij gegevensbescherming waren dubbelingen opgenomen. Het herzieningdeel van hoofdstuk 18 is meer toegeschreven naar de jaarlijkse evaluatie. 4. Verdere procedure Op 9 juli 2019 hebben GS deze Nota van Zienswijzen vastgesteld. Op dezelfde datum zijn ook het definitieve PvE en de Inschrijfleidraad vastgesteld. Programma van Eisen Het definitieve PvE bevat alle eisen uit het ontwerp PvE, aangevuld met tekstuele wijzigingen en de wijzigingen die vermeld zijn in hoofdstuk 3 van dit document. Inschrijfleidraad De Inschrijfleidraad is het document dat vooral van belang is tijdens de aanbestedingsprocedure. In de eerste plaats geeft het een gedetailleerde beschrijving van de aanbestedingsprocedure (wanneer moet de offerte worden ingediend, uit welke onderdelen moet de offerte bestaan, etc.). In de tweede plaats beschrijft het de voorwaarden die worden gesteld aan vervoerbedrijven die willen inschrijven (onder andere ervaring en financiële zekerheid). In de derde plaats beschrijft het de criteria waarop de offertes zullen worden beoordeeld. De in te dienen offertes zullen worden getoetst op de kwaliteit van het implementatieplan, de juridische en procedurele eisen en de geschiktheid van de vervoerders die inschrijven. Daarnaast zullen de offertes beoordeeld worden op diverse aspecten. Belangrijkste beoordelingsaspecten: a. Het vervoerplan en de wijze waarop de vervoerder daarmee invulling geeft aan de provinciale ambities. Hierin analyseert de vervoerder ook de gevolgen van dit vervoerplan voor mensen waarvoor de afstand naar een halte of knooppunt groter wordt dan de huidige situatie en kan hij voorstellen doen voor aanvullende mobiliteitsoplossingen om deze gevolgen weg te nemen. b. Het duurzaamheidsplan en dan met name de transitie naar Zero Emissie. c. Het klantinterfaceplan op aspecten als integrale aanpak, eenvoud en attractiviteit, aandacht voor de reizigers, maatregelen voor specifieke doelgroepen etc.; d. Het uitvoeringskwaliteitsplan op aspecten als een realistische dienstregeling en haalbare rijtijden, schoonmaak en onderhoud voertuigen, voorkomen van incidenten en handelen bij calamiteiten, garanties voor de reizigers, etc.; e. Het ontwikkeling- en participatieplan op aspecten als visie, proces en participatie bij doorontwikkeling, etc.. Hoe beter de vervoerder scoort op bovengenoemde onderdelen, hoe meer punten hij krijgt. De vervoerder die binnen het beschikbare budget de meeste punten behaald op bovengenoemde aspecten wint de aanbesteding. 8 53

9 Verdere procedure Op basis van de hierboven genoemde documenten wordt in medio juli 2019 de aanbestedingsprocedure gestart. Begin december 2019 is de sluitingsdatum voor het inleveren van offertes. In het eerste kwartaal van 2020 wordt de aanbestedingsprocedure afgerond met de gunning van de OV-concessie Gooi en Vechtstreek. Op dat moment is ook bekend op welke wijze het PvE is uitgewerkt door de winnende vervoerder en welke extra s deze vervoerder aanbiedt bovenop het PvE. GS zullen alle betrokken partijen hierover te zijner tijd informeren. 9 53

10 5. Ingediende zienswijzen en reactie van de Provincie Hoofdstuk Van Zienswijze in het PvE 0 N Als het gaat om de infrastructuur dan gaan wij ervan uit dat alle bushaltes en busstations toegankelijk worden gemaakt voor iedereen. De bushalte op busniveau en voorzien van geleidelijnen en gidslijnen. Verder is het ook prettig als wij aan onze informatie kunnen komen. Naast gebruik van groot letter met goed contrast ook zo veel mogelijk gebruik maken van spraak mogelijkheid als ondersteuning. Het gebruik van contact dynamische busstations is voor onze doelgroep niet prettig. Daarbij moet duidelijk worden aangegeven wanneer, welke bus waar te vinden is. Waarbij er nog tijd over is om naar de bus te lopen. 0 P Het PvE laat zien dat de provincie zich committeert aan het minimaliseren van eventuele negatieve gevolgen van een nieuw netwerk. Door actief aan de vervoerder een plan te vragen voor aanvullende mobiliteitsoplossingen kunnen mogelijke witte vlekken en negatieve effecten worden voorkomen. Wij vinden het goed dat de provincie 3% van het budget heeft gereserveerd voor deze oplossingen. Deze aanvullende mobiliteits-oplossingen moeten een redelijk alternatief vormen voor bijvoorbeeld mensen die door de veranderingen niet of moeilijker gebruik kunnen maken van de bus en hier wel van afhankelijk zijn. Wij willen dat de provincie garandeert dat er voor deze reizigers een alternatief komt. Het schrappen van buslijnen is ontoelaatbaar als er geen redelijk alternatief wordt geboden. 0 P Wij vragen de provincie om 10% extra budget beschikbaar te stellen om het volgende te realiseren: *) Realiseren van de volgende nieuwe en grensoverschrijdende lijnen: *) Een bus verbinding met de Uithof in Utrechto Een verbinding tussen Nieuw-Loosdrecht en NS-station Hollandsche Rading *) Directe aansluitingen op het metronetwerk van Amsterdam *) Ondersteunen van een stop bij P+R Muiderberg van buslijn 322 en/of 323 van concessie Almere *) Ondersteunen van een nachtlijn Almere Weesp Amsterdam *) Het verhogen van de frequentie van sterke Reactie Het toegankelijk maken van de bushaltes maakt geen onderdeel uit van de aanbesteding. Dit is en wordt door de wegbeheerders (meestal gemeenten) geregeld. De provincie en de rijksoverheid hebben de afgelopen jaren subsidies hiervoor beschikbaar gesteld. De toegankelijkheid van bushaltes is te zien op deze pagina: De geleiding en informatie op de dynamische busstations vallen ook buiten de scope van deze concessie. We hebben in het PvE extra aandacht gevraagd voor contrasterende kleuren bij de diverse uitingen door de vervoerder. We hebben ook extra aandacht voor bejegening door de chauffeur gevraagd. Herziening PvE: Bij is toegevoegd: met aandacht voor contrastkleuren en lettergebruik voor mensen met beperkt zicht. In paragraaf en paragraaf 9.2 is bejegening nadrukkelijk toegevoegd. Wij gaan graag met de Regio in gesprek als de concessie gegund is en het netwerk bekend is. Wij hebben hiervoor een procedure opgenomen in de bijlagen bij de concessiedocumenten voor de vervoerder. Wij delen een deel van de ambities die u verwoord en hebben waar mogelijk deze ambities in het PvE opgenomen: Sterke lijnen en hoge frequenties, wellicht een verbinding met de Uithof in Utrecht, directe aansluitingen op het metronetwerk (voor R-netlijn 320). Wij achten het budget adequaat om deze ambities te verwezenlijken. Maar het is een aanbestedingsproces en we moeten het aanbod vanuit de markt afwachten. Het verruimen van de exploitatieperiode voor de categorie 5 knooppunten nemen wij niet op als eis. Het aantal reizigers geeft hiertoe geen aanleiding en het past niet binnen de financiële kaders. Voor de

11 busverbindingen, zodat de bus met name in de spits een goed alternatief voor de auto wordt. *) Het verruimen van de exploitatieperiode, zodat alle categorie 5 knooppunten een busverbindingkrijgen die zeven dagen per week rijdt tussen 6.00 en 24:00 uur. 0 P In het PvE zijn verschillende punten van de inbreng van gemeenten opgenomen. Er zijn belangrijke minimale eisen gesteld aan de vervoerder door de dienstregeling van 2019 als uitgangspunt te nemen voor de exploitatie en de opgenomen knooppunten, garantieverbindingen en -trajecten. Zo wordt er tegemoetgekomen aan de oproep van gemeenten om de bereikbaarheid van buitengebieden en kleine kernen te garanderen. Daarnaast is er voldoende flexibiliteit en vrijheid voor de toekomstige vervoerder om in te spelen op de behoefte van reizigers en de bediening van nieuwbouwlocaties en nieuwe bedrijventerreinen. 0 P De gemeenten ondersteunen dat de provincie toewerkt naar een sterk buslijnennet, direct en met een hoge frequentie, gericht op multimodale knooppunten. Door de concessie in te delen in drie fases en in de eerste fase het huidige netwerk vrijwel in stand te laten tot halverwege 2022 is het mogelijk om geleidelijk toe te werken naar een nieuw netwerk. De provincie onderschrijft tevens in de omschreven ambitie in het PvE (pagina 6) het belang van het ontwikkelen van knooppunten en fietsvoorzieningen en (door)fietspaden. De gemeenten pakken deze opgaven graag samen met de provincie op. 0 V Niet genoemd in het PvE is de mogelijkheid dat de gemeente Weesp deel gaat uitmaken van de VRA als gevolg van gemeentelijke herindelingen. We gaan ervan uit dat we te zijner tijd daarover afspraken maken. In beginsel kan uitgangspunt zijn dat de lijnen 110 en 210 (Weesp-Muiden- Bussum) en 106 (Weesp-Nederhorst den Berg - Hilversum) tot de bevoegdheid van de Provincie Noord-Holland blijven behoren en deel blijven uitmaken van de concessie Gooi en Vechtstreek. De gedoogbepalingen zullen uiteraard wel worden gewijzigd. 0 X De concessie ademt ouderwetse mobiliteit. Kan er niet meer creativiteit en innovatie uitgevraagd worden? Bijvoorbeeld door de inzet van vraaggestuurd OV, gebruik van apps etc. overige vervoerkundige antwoorden verwijzen wij naar het antwoord op uw zienswijze over grensoverschrijdende lijnen. Wij zijn blij met uw reactie. Wij zijn blij met uw reactie. Wij hebben deze mogelijkheid in paragraaf genoemd in algemene zin. We maken te zijner tijd graag afspraken met u hierover. We vragen innovatie en creativiteit van de vervoerder: een goed en mooi netwerk, een optimale klanteninterface en duurzaam OV. We hopen op een mooi aanbod met creativiteit en innovatie - en beoordelen de inschrijvingen daar ook op. Het overgrote deel van de concessie vragen we echter bewust uit als busvervoer omdat het beste aansluit bij de vraag en economisch meest voordelige oplossing voor deze vraag is. Innovaties kunnen daarbij o.a. worden gevonden in het voor- en natransport, het contact met de reiziger, het serviceniveau en de verduurzaming van de concessie

12 0 X In hoeverre kan het jaarbedrag van 10 mio miljoen voor de concessie nu nog worden verhoogd? 0 X De gemeenten lijken de bestaande lijnen en frequentie allemaal te willen behouden. Hoe gaat GS hiermee om? 1 D Wij zijn zeer bezorgd over de afstand tussen de opstappunten/haltes en over de norm afstand Kern P&R station. Zie hiervoor ook de onderliggende documenten Visie Openbaar Vervoer 2020 ( OV-visie ), de Omgevingsvisie en de Nota van Uitgangspunten (NvU) voor de aanbesteding zoals vastgesteld door Gedeputeerde Staten op 18 december In deze onderliggers wordt o.a. gesproken over dat elke kern niet meer dan 2,5 km verwijderd is van een P&R station. Ook wordt de term first and last mile een aantal malen gebruikt. Los van het feit dat een mile weer 600 meter langer is dan een kilometer, vragen wij ons af hoe mensen met een beperking (lichamelijk/verstandelijk) en ouderen zo n afstand moeten overbruggen. Is het de bedoeling dat hiervoor WMO-vervoer wordt geregeld? Zo ja, hoe wordt dit geregeld en wat betekent dit voor het budget dat er in het kader van WMO beschikbaar is? 1 F OV wat uitgaat van fietsen naar de halte, dient plek in te ruimen in de bus, achter de bus of in een aanhanger van de bus om fietsen mee te nemen. Dit gebeurt bijvoorbeeld al in Denemarken en Zwitserland. Een harmonicasysteem voor fietsplaatsen achter in de - al of niet gelede - bus verdient hiervoor de voorkeur. Nauwe samenwerking met de fietsersbond en ouderenbonden bij de realisatie hiervan ligt voor de hand. Op dit moment wordt de doelgroep fietsers door het OV nauwelijks bediend, terwijl het ongeveer 50% van de potentiële reizigers, die nu de bus negeren, betreft. Het jaarbedrag van de concessie kan altijd worden verhoogd als de ambities van de provincie groter zijn en er geld beschikbaar is. Een meer- en minderwerkregeling maakt onderdeel uit van de huidige concessieafspraken en zal ook in de nieuwe concessieafspraken opgenomen zijn. Het is begrijpelijk dat de gemeenten de verandering lastig vinden en pleiten voor het behoud van het bestaande. De inspraakreactie van de Regio, namens de gemeenten, spreekt echter ook van instemming met de lijn van verandering (sterke lijnen, hoge frequenties) die wordt ingezet. In het definitieve PvE zijn voldoende garanties ingebouwd om in de gebieden die op grotere afstand van NS-haltes en R-net haltes liggen, het OV zoveel mogelijk te behouden zoals het nu is. Ook is in het definitieve PvE rekening gehouden met een aantal specifieke lijnen waar specifieke doelgroepen gebruik van maken. We denken hiermee het juiste evenwicht te hebben gevonden tussen de gewenste verandering en het behoud van het bestaande. We begrijpen uw bezorgdheid. We zoeken naar een sterker net met aanvullende mobiliteitsoplossingen. Dat moet in de loop van de jaren ontwikkeld worden. We zijn niet voornemens om een deel van de OV verplaatsingen in het WMO onder te brengen en hebben hierover nauw contact met de gemeenten. Het meenemen van fietsen in of aan de bus ziet de provincie op dit moment niet als een reële mogelijkheid. De instaptijden zouden te veel toenemen. De aard van de lijnen waar dit in Denemarken en Zwitserland wel gebeurt is niet te vergelijken met de situatie in Gooi en Vechtstreek (veel hele lange lijnen, lagere frequenties, meer hoogteverschillen) De provincie vindt de keten OV en de fiets als voor- en natransport (waarbij de (deel)fiets op het vertrekpunt achterblijft en/ of bij aankomst beschikbaar is) kansrijker

13 1 K N.a.v. bewonersbijeenkomst: Wat is het belangrijkste uitgangspunt? Kostenbesparing of bevordering van mobiliteit van de bewoners? 1 K N.a.v. bewonersbijeenkomst: Minimaal tijdsbeslag/ maximale snelheid van dorp/knooppunt naar hoofdknooppunt. 1 M Voor de fiets wordt een belangrijkere rol weggelegd in de regionale mobiliteit. De Provincie vindt dat fiets en OV elkaar aanvult. Het idee is dat de mensen naar centrale punten fietsen om vanaf daar met het OV te gaan. Hierbij wordt er dus vanuit gegaan dat iedereen lichamelijk in staat is om te fietsen, en wordt er voorbijgegaan aan alle gehandicapten en ouderen. Maar ook voorbijgegaan aan veiligheid in de avonduren, waarbij het niet fijn is om in het donker op de fiets naar een centrale plek te moeten fietsen. 1 P Grensoverschrijdende lijnen:realiseren van de onderstaande nieuwe en grensoverschrijdende lijnen: * Een busverbinding met de Uithof in Utrecht; * Een verbinding tussen Nieuw-Loosdrecht en NS-station Hollandsche Rading; * Directe aansluitingen op het metronetwerk van Amsterdam; * Ondersteunen van een stop bij P+R Muiderberg van buslijn 322 en/of 323 van concessie Almere; * Ondersteunen van een nachtbus Almere Weesp Amsterdam; Een verplichting voor de vervoerder om in het vervoerplan aan te geven of hij potentie ziet in de genoemde verbindingen zien wij graag opgenomen in het PvE. Deze lijnen en haltes kunnen ook geëxploiteerd worden vanuit de concessies Almere/ Flevoland, Utrecht of vanuit de vervoerregio Amsterdam. Wij vragen de provincie Noord-Holland om dit te ondersteunen en hier indien nodig ook middelen voor beschikbaar te stellen. Bij de verbinding met de Uithof in Utrecht willen wij in ieder geval een lijn in de spits via P+R Blaricum en de toekomstige P+R Eemnes over de A27. Als minimum rijtijden zien wij de ochtendspits van t Gooi naar Utrecht Uithof en in de middagspits vanuit Utrecht Uithof naar t Gooi. Er zijn ook varianten op deze lijn zoals de opgeheven lijn 150 die vanuit Almere via Blaricum naar de Uithof reed. Een variant startend vanuit Huizen of (via) Hilversum is ook denkbaar. Er is geen sprake van kostenbesparing. Het budget voor het OV blijft gelijk en wordt jaarlijks geïndexeerd. Met het beschikbare budget stimuleert de provincie de vervoerder een optimaal netwerk te maken. Met dit netwerk wordt de mobiliteit van de inwoners bevorderd. De combinatie fiets en OV vinden we daarin een serieus alternatief voor de auto. OV is een collectief systeem wat betekent dat niet alle individuele wensen daarin kunnen worden verenigd. Deze wens heeft de provincie ook. We streven naar snelle verbindingen van de dorpen naar knooppunten. Veel mensen wonen nu en straks in de buurt van een halte. Op sommige plekken zal de afstand tot de halte misschien groter worden. Voor sommige mensen kan dat inderdaad een probleem zijn. De vervoerder wordt gevraagd een analyse te doen waar er mogelijk te grote veranderingen gaan plaatsvinden. Daar doet hij optioneel een aanbod voor. We vinden dit een belangrijk onderdeel van zijn aanbieding. De provincie bekijkt in samenspraak met de regiogemeenten in de implementatieperiode of dit aanbod passend is en of er wellicht andere oplossingen wenselijk zijn. Voor mensen met een mobiliteitsbeperking is en blijft er WMO-vervoer dat door de gemeenten wordt geregeld. Een verbinding Huizen - Utrecht Uithof mag de vervoerder bieden, maar stellen we niet als eis. De concessieverleners Almere en provincie Utrecht hebben aangeven hier financieel niet aan bij te dragen. Vanwege de lange afstand is dit een kostbare verbinding. Een verbinding tussen Nieuw-Loosdrecht en Hollandse Rading zien wij niet als kansrijk vanwege het beperkt aantal potentiele gebruikers. Het potentieel aan gebruikers (door het aantal inwoners) van het OV in kleinere kernen is niet genoeg om goede verbindingen naar alle richtingen te kunnen bieden. Wij kiezen dan voor de verbinding met de sterkste vervoersrelatie (richting Hilversum). Hilversum heeft als voordelen boven Hollandsche Rading dat er meer treinen stoppen (4 x per uur naar Utrecht, Hollandsche Rading 2 x), en dat Hilversum zelf ook een bestemming is. De huidige nachtlijn 32 nemen we op als eis. De stop bij P+R Muiderberg is in de nieuwe concessie Almere vervallen vanwege te weinig reizigers (circa 6 per dag). Hierover is met de gemeente Gooise Meren recentelijk nog gecommuniceerd. In de concessie Gooi en Vechtstreek is het niet mogelijk de stop verplicht te stellen omdat het een lijn uit een andere concessie betreft. Over eventuele vernieuwende concepten voor een stop gaan wij graag met u en de gemeente Almere in gesprek. Herziening PvE: Nachtlijn 32 is toegevoegd als garantieverbinding

14 1 P De provincie geeft aan dat een initiatief vanuit de samenleving wellicht een betere oplossing is voor plekken waar het OV niet meer past. Wij zien graag dat de provincie zich hier inzet voor de realisatie van buurtbussen. 1 R Het Programma van Eisen opent de mogelijkheid om openbaar vervoer dat op 10 minuten fietsen van een knooppunt ligt, te verminderen of op te heffen. Dat kan een drastische ingreep betekenen in bepaalde wijken van Hilversum, Bussum en Huizen. Voor de reizigers daar zal het tot een grote verandering in de reisgewoonten leiden. Wij zijn niet fundamenteel tegen een herbezinning op het gebied van mobiliteit. Wel zijn dan flankerende maatregelen noodzakelijk. Deels zullen die buiten de reikwijdte van het PvE vallen, maar zullen geregeld moeten zijn voordat lijnen kunnen worden opgeheven of gestrekt in fase 2. Het gaat dan om maatregelen voor mensen waarvoor de afstand naar een halte of knooppunt te groot wordt. Wij adviseren om in het PvE op te nemen dat de flankerende maatregelen al tijdens fase 1 worden getest en dat het resultaat van de testen medebepalend is voor het lijnennet van fase 2. 1 S N.a.v. 'Verbeteren OV' en '..de provincie ziet concessiehouder als de aangewezen partij om het netwerk te ontwikkelen..' Niet alleen de concessiehouder maar ook een wijkorganisatie zoals SHM heeft door kennis en ervaring met lokale ontwikkelingen als demografie, mobiliteit, duurzaamheid, etc. even waardevol en misschien nog beter zicht op wensen van huidige en toekomstige reizigers. 1 S N.a.v. de ambitie: Een directe en frequente verbinding van wijken en kernen maakt het gebruik van het OV voor een grotere groep reizigers aantrekkelijk. OV is geen sluitstuk van mobiliteit maar heeft de toekomst. De ongebreidelde groei van alternatieve vormen van individueel vervoer legt een enorm beslag op de capaciteit van infrastructurele voorzieningen zoals wegen, parkeerplaatsen, stallingen, etc. Ook dient aansluiting te worden gezocht bij demografische ontwikkelingen zoals de grote toename van het aantal 65-plussers. In onze wijk maken zij ruim 33% van de bevolking uit. Deze mensen kunnen niet altijd meer op de fiets en zijn ook niet altijd meer goed ter been! De provincie zet zich al jaren in voor buurtbussen en heeft een subsidieregeling hiervoor in het leven geroepen, deze is op de provinciewebsite te vinden. De provincie is van mening dat de start van een nieuwe buurtbus moet beginnen met een initiatief uit de samenleving. Wij zijn blij met uw opmerking over de herbezinning op het gebied van mobiliteit. De zorg dat het totale systeem niet voor iedereen een goede oplossing biedt herkennen wij. De vervoerder wordt gevraagd een analyse te doen waar er mogelijk te grote veranderingen gaan plaatsvinden. Daar doet hij optioneel een aanbod voor. We vinden dit een belangrijk onderdeel van zijn aanbieding. De provincie bekijkt in samenspraak met de gemeenten in de implementatieperiode of dit aanbod passend is en of er wellicht andere oplossingen wenselijk zijn. ROCOV heeft in dit traject, net als in de reguliere vervoersplannen, een belangrijke adviserende rol. Dat zijn wij met u eens. Daarom is het volgende omschreven in paragraaf 2.4 'De Concessieverlener vindt het belangrijk dat Concessiehouder andere belangenpartijen betrekt bij deze ontwikkelingen, waaronder in ieder geval het ROCOV, de gemeenten, onderwijs- en/of zorginstellingen en het bedrijfsleven'. De provincie herkent uw zorg over de ongebreidelde groei van individueel vervoer. De provincie wil graag keuzemogelijkheden voor iedere inwoners. Voor alle leeftijdsgroepen. Waarbij niet de leeftijd maar de mogelijkheid om zelfstandig te reizen voorop moet staan

15 1 S De provincie voelt zich en is verantwoordelijk voor het bieden van OV maar vindt ook dat het gebruikt moet worden. Zijn er onvoldoende instappers in een gebied, op een Lijn of in een periode dan is dat een aanwijzing dat een bus niet de juiste mobiliteitsoplossing is': Alvorens buslijnen op te heffen dient eerst vastgesteld te worden wat de reden van onvoldoende instappers is. De ervaring leert dat eenmaal opgeheven lijnen en in frequentie teruggebrachte lijnen niet meer worden hersteld. Als verantwoordelijke partij dient de provincie juist inspanningen te plegen en faciliteiten te bieden die het gebruik bevorderen. Zo is voor wat betreft buslijn 105 bekend dat toen enige tijd geleden de frequentie is gewijzigd van een half uurs dienst naar een uurs dienst het aantal instappers duidelijk afnam (+/-20%). 1 S N.a.v. ambitie, knooppunten: Is aantrekkelijk gemaakt? Feitelijk moet dat nog gebeuren bij voorkeur op advies van (ervaren) fiets-ov-gebruiker en/of diens vertegenwoordiger. Nog niet helder is de wijze waarop concessieverlener zorg draagt voor financiering en concrete maatregelen daarvan. Toevoegen 'Veilige fietsvoorzieningen zowel in reizigers als materieel opzicht'. Goed en veilig reikt verder dan alleen voorzieningen bij knooppunten maar ook tussen knooppunten, wijken en kernen. Dit valt eigenlijk buiten de OV-concessie maar goede en veilige verplaatsing naar en tussen knooppunten is onlosmakelijk verbonden met de combinatie fiets en hoogwaardig OV. 1 S Een vijfde bullet toevoegen aan 'doelstellingen aanbesteding concessie Gooi en Vechtstreek': De provincie stimuleert en faciliteert het gebruik van OV, dit in samenwerking met relevante partijen waartoe ook behoren wijk-, kern en buurtorganisaties. 1 S Goed OV houdt regio's aantrekkelijk om te wonen, te werken, te leren, te ondernemen en te bezoeken. De Provincie kiest voor goed en toekomstvast OV waar de vraag van de Reiziger centraal staat.' SHM onderschrijft deze uitgangssituatie. Echter wat nu concreet de vraag van de Reiziger inhoudt en welk gewicht die daadwerkelijk in de schaal legt blijft in het PvE vaag. De provincie heeft de opgave om de beschikbare financiële middelen zo in te zetten dat voor het totaal het beste product wordt geleverd voor zoveel mogelijk reizigers. Tegelijkertijd heeft de provincie de taak om voor een minimum te zorgen. Dat betekent dat er altijd gezocht wordt naar een evenwicht tussen de (potentiele) vraag en de frequentie die geboden kan worden op een lijn. Verdubbeling van de frequentie leidt inderdaad tot meer reizigers maar ook tot verdubbeling van de kosten. De taak van de provincie is ook zoeken naar het juiste evenwicht tussen (maatschappelijke) kosten en opbrengsten. Het klopt dat de realisatie van goede knooppunten met goede voorzieningen niet in de OV-concessie geregeld kan worden. De provincie heeft de ambitie om de belangrijke knooppunten en haltes te blijven ontwikkelen en hoogwaardiger te maken. Daarbij werkt de Provincie samen met de gemeenten als wegbeheerder. Dit is een apart traject en behoort niet tot deze aanbesteding. Uw aanbeveling nemen we in deze ontwikkeling graag mee. Het stimuleren en faciliteren van het gebruik van het OV is onderdeel van de concessie en is op veel plekken in het PvE terug te vinden. De doelstelling van de provincie is een goed en aantrekkelijk netwerk. Het stimuleren en faciliteren in samenwerking met partijen is een manier om dit te realiseren. Voor het betrekken van relevante partijen is het volgende in paragraaf 2.4 van het PvE opgenomen: 'De Concessieverlener vindt het belangrijk dat Concessiehouder andere belangenpartijen betrekt bij deze ontwikkelingen, waaronder in ieder geval het ROCOV, de gemeenten, onderwijs- en/of zorginstellingen en het bedrijfsleven'. We gaan ervan uit dat de vervoerder een goed beeld heeft van de vraag van de reizigers. Het OV is een collectief systeem dat een collectieve vraag invult. Individuele vragen zullen niet altijd passen in het openbaar vervoersysteem

16 1 X Kunt u uitleggen hoe het zit met de fietsbereikbaarheid van de halten en stations? 1 M De provincie verleent concessies - het exclusieve recht om openbaar vervoer te mogen verzorgen aan gemeente, aan Gooi en Vechtstreek. Deze concessie loopt tot medio De wet personenvervoer 2000 verplicht de provincie om OV met een procedure van openbare aanbesteding in de markt te zetten. In het Gooi is dit Connexxion. Wat gebeurt er als medio 2021 deze concessie verloopt, vervallen er dan nog meer bussen? 1 K N.a.v. bewonersbijeenkomst: Kijken naar wat wordt gewenst en niet alleen naar (huidige) cijfers. 1 X Er staat niets over de bestendigheid van het PvE. Hoe toekomstbestendig is het? 1 X Zijn er mogelijkheden om deze kleine OV-concessie onder te brengen bij een volgende concessie voor een ander gebied? Dat levert meer continuïteit op. 2 R In paragraaf 2.2 komt de gedoogplicht aan de orde. We adviseren om hierbij op te nemen dat de provincie er voorstander van is dat voor reizen op een traject van een gedoogde lijn dat geheel binnen een andere concessie valt, de tarieven en kaartsoorten van die andere concessie zouden moeten gelden. Dit in afwachting van nadere afspraken met naburige opdrachtgevers en vervoerders of landelijk beleid hierover. Uit onderzoek blijkt dat de fiets een goed en veelgebruikt vervoermiddel is als voortransport of (in mindere mate) natransport van het openbaar vervoer. Het overgrote deel van de mensen die de fiets als voortransport gebruikt doet dit op een afstand tot circa 3,5 km. Het overgrote deel van de inwoners in Gooi en Vechtstreek woont binnen 2,5 km van een halte van R-net of NS-station. Deze 2,5 km komt overeen met ongeveer 10 minuten fietsen. Voor de bereikbaarheid van de regio zien wij daarom de fiets in combinatie met het OV als kansrijk. De huidige vervoerder van de OV-concessie Gooi en Vechtstreek (die tot 11 juli 2021 loopt) is Connexxion. Wie de nieuwe vervoerder wordt, is nog niet bekend. Door middel van een Europese aanbesteding zal begin 2020 worden bepaald wie de nieuwe vervoerder wordt. Uit het ingediende vervoersplan valt dan pas op te maken hoe het lijnennet gaat veranderen. Dit PvE gaat over de periode vanaf juli De inspraakperiode is ervoor bedoeld dat de provincie nadrukkelijk kijkt naar de wensen. De cijfers zijn echter ook belangrijk om te voorkomen dat er bussen rijden die niet gebruikt worden. Het PvE is toekomstbestending door dat er ieder jaar de mogelijkheid is om wijzigingen door te voeren. De nieuwe vervoerder maakt hiervoor een onderbouwd vervoerplan. Door een meer en minderwerk regeling kunnen we ook de omvang van de concessie per jaar iets wijzigen. Daarnaast is er een clausule dat we ook het PvE kunnen wijzigen, bijvoorbeeld als evaluaties of gewijzigd beleid daar aanleiding voor geven. Ja die mogelijkheden zijn er wel, maar niet meer voorafgaand aan de aanbesteding van deze nieuwe OV-concessie. We hebben niet onderzocht op welke manier dit zou kunnen. De eerstvolgende Noord-Hollandse concessie die aanbesteed zou moeten worden is Haarlem-IJmond. De voorbereidingen voor deze aanbesteding zullen naar verwachting medio 2024 starten. Er is dus ruim voldoende tijd om de mogelijkheden tot samenvoeging van concessies te onderzoeken. Wij verwijzen graag naar het gestelde in paragraaf van het PvE, waarin wij aangeven wat wij van de vervoerder verwachten t.a.v. interoperabele tarieven

17 2 S Een bullet toevoegen aan 'gedoogplicht' (2.2.4): in het geval dat voor wijken en kernen ongunstig gewijzigde OV-route parellel vervoer met concessiehouder wettelijk is toegestaan en wordt gefinancierd. Het gaat bijvoorbeeld om regulier aanvullend voor verbindingen waarin concessieverlener en houder niet kunnen of willen voorzien. Betreft geen doelgroepen vervoer maar voor iedereen toegankelijk vervoer. De concessieverlener ziet concessiehouder als een belangrijke, maar niet de enige partij die aanvullende mobiliteitsoplossingen kan aanbieden. 2 R In paragraaf 2.3 staat de datum van het einde van de concessie genoemd. We adviseren om na te gaan of dit in overeenstemming is met het volgende. De concessie zou eindigen op zaterdag 7 december De dienstregeling 2030 begint niet op de tweede zondag van december, maar de oude dienstregeling loopt tot en met de tweede zaterdag van december. Dat verschilt in 2030 een week. 2 X Waarom is de looptijd, ten opzichte van de Nota van Uitgangspunten verlengd van 8,5 tot 9,5 jaar? 2 A De Adviesraad wil tot slot ten sterkste aandringen bij het vernieuwen van het lijnennet in Hilversum niet alleen overleg te voeren met ROCOV maar ook met lokale vertegenwoordigers van mensen met een beperking. 2 K N.a.v. bewonersbijeenkomst: Vervoer van knooppunt naar bestemming door vrijwilligers - mogelijkheden onderzoeken Wij nemen uw zienswijze niet over. De provincie geeft ruimte voor Aanvullende Mobiliteitsoplossingen of op OV lijkende vormen van collectief vervoer. Dit kunnen lijngebonden vormen van OV zijn met een beperkte frequentie. Deze vormen van vervoer moet de nieuwe vervoerder gedogen. De gedoogplicht ruimer maken door bij een ongunstige gewijzigde OV route parallel en gefinancierd vervoer toestaan is strijdig met de wet op de concessieverlening. U heeft helemaal gelijk. Wij passen de datum van het einde van de concessie aan. Herziening PvE: datum einde concessie is aangepast naar 14 december We willen de vervoerder de maximale duur bieden om hiermee zijn businesscase te optimaliseren. 10 jaar is op dit moment wettelijk de maximale standaard concessieduur voor openbaar vervoer per bus. Met de concessieduur van 9,5 jaar verschuift de einddatum naar december (2030). Dit sluit beter aan bij het wijzigingsmoment van NS en andere vervoerders. In het ROCOV zijn veel belangengroepen vertegenwoordigd, ook vanuit Hilversum. Zij hebben op grond van de Wet Personenvervoer adviesrecht voor zaken rondom de Concessie. Met de gemeenten hebben we regelmatig overleg over zaken die het openbaar vervoer aangaan. De gemeenten vertegenwoordigen in principe de belangen van hun inwoners. Indien er specifieke zaken zijn, zoals deze concessieverlening dan geven we de WMO raden, net als andere organisaties, graag de gelegenheid om hun zienswijze te geven. Indien het nieuwe vervoerplan van de vervoerder leidt tot grote veranderingen in het netwerk dan zullen wij in overleg met de gemeenten en ROCOV bepalen óf en welke partijen aanvullend betrokken kunnen worden. Het staat de bewoners vrij een buurtbusvereniging op te zetten. In staat omschreven dat de Concessiehouder o.a. deze verenigingen faciliteert

18 2 P Bereikbaarheid van onderwijs: Een goed OV aanbod is belangrijk voor leerlingen die afhankelijk zijn van de bus om naar school te gaan. Dit geldt met name voor leerlingen die niet in hun eigen plaats naar school gaan of kunnen gaan.in de ochtend is het voor leerlingen van belang dat bussen aan het begin van de lesdag vanaf 7:30 rijden en in de middag van 14:30. In het PvE is niks opgenomen over debereikbaarheid van het onderwijs en overleg met onderwijsinstellingen. Doordat veel scholen aan hoofdroutes liggen is de bereikbaar nu vaak goed gewaarborgd. Dit willen wij in de toekomst behouden en waar mogelijk verbeteren. Wij pleiten voor het opnemen in het vervoerplan van de bediening van scholen en eenjaarlijks overleg met onderwijsinstellingen om af te stemmen of het aanbod nog past bij de vervoervraag, lestijden, enzovoort. Dat zou in de vorm van een scholendesk kunnen zoals in de concessie Noord-Holland Noord. 2 R Wij missen in het PvE de mogelijke rol van het Rocov-NH bij het op te zetten en te integreren publiek vervoer. Ook de rol van de provincie bij het (mee) financieren en goedkeuren van dit publiek vervoer, is niet in het PvE uitgewerkt. Wij adviseren om in de gevallen dat de provincie publiek vervoer meefinanciert, het Rocov-NH een adviserende rol te geven. 3 D Als Beraad Gooise Meren richten wij ons op de participatiesamenleving, zoals deze in Nederland wordt nagestreefd: iedere burger moet kunnen deelnemen aan het maatschappelijk verkeer. Vervoer is hiervoor een van de randvoorwaarden. Vele burgers zijn niet in staat om met de fiets naar een (bus)halte/ station te gaan. In het ontwerp wordt hiervoor ter compensatie de inzet van buurtbuslijnen genoemd. Deze buurtbuslijnen vallen echter niet binnen de concessie. Wij vragen ons af hoe hierin wordt voorzien. De vervoerder dient met scholen en onderwijsinstellingen te overleggen. Door de aanwezigheid van de sterke R-netlijn 320, de spoorlijnen en de relatief korte afstanden (ten opzichte van de situatie in Noord-Holland Noord) is de scholieren problematiek in deze regio anders dan in Noord- Holland Noord. Wij zien in deze regio geen noodzaak voor het eisen van een Scholendesk. Wij nemen aan dat u met Publiek Vervoer de aanvullende mobiliteitsoplossingen bedoelt. Dit kan samen met het doelgroepenvervoer maar hoeft niet. Mocht samengaan met het doelgroepen vervoer op een of meer plekken aan de orde zijn dan valt dit strikt genomen buiten de concessie waardoor er geen wettelijk adviesrecht is voor het ROCOV. Primair zijn de gemeenten dan aanzet om te bepalen wie hen adviseert bij het doel-groepenvervoer. Neemt niet weg dat wij uw advies hierover en de rol van het OV in het bijzonder wel zeer op prijs stellen. Zeker als het gaat om het incorporeren van het OV in andere vormen van vervoer. In de implemen-tatieperiode van deze concessie, waarin de keuzes voor het Aanvullend vervoer aan de orde komen, hebben wij de adviesrol van ROCOV opgenomen. Wij gaan ervan uit dat deze rol in de looptijd van de concessie gelijk blijft. Wij zijn het met u eens dat iedere inwoner in staat moet zijn om zich te verplaatsen. Gemeenten en Provincie doen daar veel voor en zijn daar voortdurend over in gesprek. De buurtbuslijnen zouden en aanvulling op het sterke netwerk kunnen zijn. Indien er een initiatief komt uit de samenleving voor de oprichting van een buurtbusvereniging, dan faciliteert de provincie dit binnen de concessie