Vragenuurtje over de uitgangspunten nieuwe aanbestedingen openbaar vervoer

Transcriptie

1 Vragenuurtje over de uitgangspunten nieuwe aanbestedingen openbaar vervoer Op woensdag 25 februari is een vragenuurtje georganiseerd voor technische vragen over de statennotitie uitgangspunten nieuwe aanbestedingen openbaar vervoer. In de onderstaande tabel zijn de daar gestelde vragen en de antwoorden weergegeven. vraag 1 Organisatie aanbestedingsproces. Welke beslismomenten 2 Wordt er in de concessie Achterhoek / Rivierenland met verschillende percelen gewerkt die aan verschillende vervoerders gegund kunnen worden. 3 Heeft het gescheiden starten van de bus en treinconcessie gevolgen voor de tijdsduur van de concessie. 4 Is er voldoende juridische expertise intern dan wel extern beschikbaar 5 Wat houdt de samenwerking met de Stadsregio en Overijssel in. 6 Is in het geraamde budget voor de aanbesteding rekening gehouden met alle kosten. 7 In de financiële notitie staat dat de Brede Doeluitkering (BDU) structureel 3 mln. ruimte biedt. Hoe wordt die ruimte nu benut. 8 Hoe staat het met de nieuwe indexering van de brandstofkosten als gevolg van de stakingen van afgelopen jaar. 9 Het risico van de reizigersopbrengsten bij de introductie van de chipkaart ligt binnen een marge van 5% bij de vervoerders. Daarbuiten voor de provincie. Hoe worden deze gedekt. antwoord In de bijgevoegde planning (bijlage 1) is het aanbestedingsproces met de belangrijkste beslismomenten weergegeven. Bijlage 2 bevat een kaartje van de concessie indeling. Het is de bedoeling de concessie Achterhoek / Rivierenland aan 1 vervoerder te gunnen. Er wordt niet met percelen gewerkt. De maximale concessieduur van een multimodale concessie waarbij grote investeringen worden gedaan bedraagt 15 jaar. Doordat de trein 2 jaar later start dan de bus bedraagt de maximale concessieduur van de multimodale concessie dus 13 jaar. De provincie heeft veel ervaring met complexe aanbestedingen. Daarvoor is voldoende juridische expertise intern aanwezig. Zonodig zal er externe deskundigheid ter aanvulling in worden gezet. Samen met Overijssel wordt gewerkt aan het opstellen van Programma s van Eisen en Bestek. Het is de bedoeling - daar waar mogelijk - zoveel mogelijk onderwerpen gelijk te behandelen en dezelfde teksten te gebruiken. Voor wat betreft de stadsregio wordt vooral gekeken naar samenwerking op het gebied Branding en Marketing met speciale aandacht betreffende de samenwerking op de spoorlijn Arnhem-Doetinchem. Daarnaast zal in de loop van dit jaar worden nagegaan in hoeverre door de drie overheden meer kan worden samengewerkt op het gebied van monitoring en concessiebeheer. In het budget zijn de totale kosten opgenomen die voor de aanbesteding relevant zijn. Niet in het budget zitten niet beïnvloedbare kosten, zoals de gebruikersheffing spoor, die rechtstreeks naar ProRail gaat. De structurele ruimte is gebaseerd op de geprognosticeerde situatie in In de huidige situatie is deze ruimte minder omvangrijk door een aantal incidentele uitgaven en de lagere bdu index over Met de vervoerbedrijven bestaat in hoofdlijnen overeenstemming over de te hanteren indexering. Dit wordt de komende weken verder uitgewerkt. Deze indexering staat nog los van de indexering van de BDU. Hierover wordt nog met de minister gesproken. Wanneer de opbrengsten buiten de 5% marges vallen zijn de tarieven van de chipkaart blijkbaar niet goed vastgesteld. Door aanpassen van deze tarieven wordt het provinciale risico gedekt 10 Wat zijn de belangrijkste verschillen In bijlage 3 zijn deze verschillen aangegeven.

2 tussen het nieuwe en het vorige programma van eisen 11 Welke keuzes kunnen de Staten maken. Welke ambities zijn mogelijk en wat zijn de financiële gevolgen. 12 Wanneer is meer bekend over de kosten van de eisen tav milieu en duurzaamheid 13 Is het mogelijk door relatief eenvoudige ingrepen de emissie van schadelijke stoffen van bestaande voertuigen te verminderen De statennotitie is vooral bedoeld om richting te geven aan de procesmatige keuzes die bij de aanbesteding gedaan moeten worden. Belangrijk daarbij is vooral de vraag of de opdrachtgever of de vervoerder leidend is. Inhoudelijk wordt in de notitie uitgegaan van het vigerende beleid. Uiteraard is het mogelijk door meer of minder ambities het vigerende beleid aan te passen. Duidelijk zal zijn dat een dergelijke keuze effect op de beschikbaar te stellen subsidie zal hebben. Als aanvullende ambities zou het volgende genoemd kunnen worden (de genoemde bedragen zijn in de meeste gevallen zeer indicatieve eerste ramingen) gratis of goedkoop openbaar vervoer (jaarlijkse kosten maximaal 31 mln) goed openbaar vervoer voor iedereen op loopafstand (jaarlijkse kosten maximaal 25 mln ) groeiambitie 4 prioritaire spoor- en 2 buscorridors (jaarljkse kosten ca. 2 mln; investeringen ca. 41 mln) ontsluiting alle grotere bedrijventerreinen met goed openbaar vervoer (jaarlijkse kosten ca. 11 mln) alle bussen op biogas (kosten worden nog uitgewerkt in onderzoek CO 2 reductie) alleen nog subsidie voor goed gebruikt openbaar vervoer. Regiotaxi verzorgt vervoer in de rest van Gelderland (jaarlijkse opbrengsten ca. 10 mln) afschaffen subsidie op het openbaar vervoer (jaarlijkse opbrengsten 42 mln) alleen subsidie voor sociale functie van het openbaar vervoer. Rest commercieel. (jaarlijkse opbrengsten ca. 32 mln) Het onderzoek is thans gaande. Daarbij worden de verschillende mogelijkheden tot CO 2 reductie geïnventariseerd en scenario s opgesteld. Uitkomst van het onderzoek moet een realistische fasering in de CO 2 reductie en de daarbij behorende kosten zijn. Door het aanbrengen van een filterpakket is het mogelijk om de bussen qua emissie van Euro 3 op Euro 5 niveau te brengen. De kosten hiervan bedragen per bus ca à Daarnaast zijn de jaarlijkse onderhoudskosten enkele honderden Euro s per bus per jaar hoger. Deze investeringen hebben in het licht van de aanbesteding alleen zin als ook de vervoerkundige kwaliteit van de bussen wordt verbeterd door een levensduurverlengende onderhoudsbeurt. Anders moeten deze bussen met een filterpakket om bijv. leeftijdsreden alsnog worden vervangen door nieuwe exemplaren. Al met al wijken de kosten van deze bussen na deze investeringen niet veel meer af van de nieuwprijs van een Euro 5 bus.

3 14 Wat is precies de taak van de ontwikkelteams. Hebben zij concrete bevoegdheden. Wat is hun mandaat en hoe verhoudt hun rol zich tot die van de Staten. 15 De aanbesteding vindt plaats op kwaliteit. Hoe wordt deze precies gemeten. De ontwikkelteams hebben geen formele bevoegdheden en geen budget. Besluitvorming blijft plaatsvinden door GS, waarbij de Staten bij beleidsrelevante ontwikkelingen zullen worden betrokken. De ontwikkelteams zijn vooral bedoeld om in de langdurige concessies tot een goede samenwerking tussen partijen en doorgaande productontwikkeling en verbetering te komen. Naar mate er door de opdrachtgever meer kwaliteit wordt voorgeschreven kunnen inschrijvers zich minder op kwaliteit onderscheiden en zal de aanbesteding noodzakelijkerwijs meer plaats vinden op prijs. Bij de komende aanbestedingen zullen de inschrijvers zich vooral kunnen onderscheiden op het punt van de wensen van opdrachtgever op het gebied van de dienstregeling, de marketing, de sociale veiligheid en de opleiding van het personeel. De offertes worden beoordeeld door een team van deskundigen die de te behalen punten toekennen.

4 Bijlage 1 Planning aanbesteding Activiteit nov dec jan feb ma apr mei jun jul aug sept okt nov dec jan feb Overdracht statennotitie PSU - 1 december Opstellen concept bestek/pve Inspraak Definitief bestek/pve Offerte uitvraag & Nota van inl. Offertes ontvangen & beoordeling Gunning & def beschikking Deze planning geldt zowel voor de busconcessie Veluwe als voor de intermodale concessie Achterhoek/Rivierenland. Voor beide concessies start de busexploitatie december 2010; de trein volgt december 2012.

5 Bijlage 3 Verschillen tussen vorige aanbestedingen en het huidig PvE Vorige aanbestedingen PvE Nu: nieuwe aspecten Netwerk (lijnennet en dienstregeling) Ontwikkelfunctie Ontsluiting bedrijventerreinen Tarieven Milieu Alleen basisvoorzieningenniveau en snelnet vastgelegd. Verder vrijheid vervoerder. Wel in de loop van de tijd steeds meer vastgelegd (ruggengraat). Niet benoemd (vrijheid vervoerder) Niet benoemd (vrijheid vervoerder) VenW verantwoordelijk voor tarief, strippenkaarten, Statistische verdeling op basis van WROOV onderzoek. Landelijke richtlijnen; Euro III emissienorm. Netwerk wordt grotendeels door de provincie vastgelegd. Minder vrijheid voor de vervoerder. Wel gezamenlijk doorontwikkelen in ontwikkelteam. Gestreefd wordt naar een ademende concessie, procesafspraken met vervoerders moeten leiden tot een soepeler verloop van zaken tussen overheid en vervoerder. Ontsluiting te benoemen aantal bedrijventerreinen als wens in PvE meenemen. GS verantwoordelijk voor tarief. Chipkaart. Uitgangspunt voor de aanbesteding: zelfde reizigersopbrengsten als onder strippenkaartsysteem. Klimaat- en luchtdoelstellingen van invloed op PvE. Gekozen voor Euronormen voor nieuw materieel en CO 2 reductie gedurende de looptijd van de concessie. Onderzoek naar extra kosten hiervan loopt nog. Belangrijk maatschappelijk thema, verdere uitwerking noodzakelijk. Sociale Veiligheid Landelijke standaardtekst Concessieduur Vaste periode Verlengingsmogelijkheid ingebouwd bij goed functioneren. Financiën Subsidiebedrag Subsidiebedrag wordt als plafond beschikbaar beschikbaar gesteld dat gesteld. Door hogere eisen van opdrachtgever ruim voldoende was voor minder ruimte voor inschrijvers zich te de gestelde eisen. onderscheiden. Indien subsidiebedrag onvoldoende Beoordeling offertes op is voor realiseren eisen kunnen inschrijvers basis van het scoren op aangeven wat ze wel voor dit subsidiebedrag de wensen. kunnen aanbieden. Proces Afstemming met aangrenzende overheden Aanbestedingsteam maakte PvE en bestek, weinig politieke bemoeienis Commentaar gevraagd op concept PvE Politiek provinciaal, regionaal en gemeentelijk wil betrokken zijn bij het item. PS heeft aangegeven meer bij het onderwerp betrokken willen zijn. Statenfracties hebben presentaties gevraagd; regionaal ambtelijk overleg, regionaal bestuurlijk overleg en vervoerberaden worden regelmatig van informatie voorzien. (Notities, presentaties, inloopspreekuur.) Op bestuurlijk niveau zijn met de Stadsregio Arnhem Nijmegen en met de provincie Overijssel afspraken gemaakt over intensivering van de samenwerking. Dit is vertaalt naar praktische werkvormen. Opzet en afstemming kosten in aanvang veel tijd.