Uitspraak. van de Huurcommissie

Transcriptie

1 Uitspraak van de Huurcommissie Verzoek Betalingsverplichting stookkosten (art. 7:260 Burgerlijk Wetboek; art. 4 lid 2 sub g, 7 en 18 Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte) Woonruimte Einsteinplaats 107 A 3069 JC ROTTERDAM Hierna te noemen: de woonruimte Verzonden op Verzonden aan huurder en verhuurder Verzoeker Hierna te noemen: huurder Wederpartij Hierna te noemen: verhuurder Kern van de uitspraak De betalingsverplichting van de huurder voor de stookkosten over de periode van 24 oktober 2014 tot en met 31 december 2014 bedraagt 239, I Verloop van de procedure Het verzoek van de huurder De Huurcommissie ontving op 19 mei 2016 een verzoek van de huurder. Daarin vraagt hij aan de Huurcommissie om de eindafrekening van de stookkosten over de periode van 24 oktober 2014 tot en met 31 december 2014 te beoordelen. Onderzoek door de Huurcommissie De Huurcommissie heeft een voorbereidend onderzoek laten uitvoeren. Bij de verhuurder zijn de rekeningen van de stookkosten opgevraagd. Deze rekeningen zijn gecontroleerd. De resultaten van het onderzoek zijn vastgelegd in een rapport. De Huurcommissie heeft dit rapport aan de huurder en de verhuurder gestuurd. Pagina 1 van 5

2 II Zitting Gegevens zitting Zittingsdatum: Correspondentie over de zitting De huurder en de verhuurder zijn schriftelijk uitgenodigd voor de behandeling van het verzoek op de zitting van de Huurcommissie. Bij brief van 4 oktober 2016 heeft gemachtigde van verhuurder de Huurcommissie commentaar doen toekomen op de inhoud van het rapport van onderzoek. De inhoud van bedoeld schrijven wordt als hier herhaald en ingevoegd beschouwd. Verklaring van de partijen Korte samenvatting verklaring van de huurder en diens gemachtigde: In mijn woning is geen plintverwarming. Om te verwarmen moet ik altijd de radiatoren aanzetten. Die zijn rechtstreeks gekoppeld aan de standleiding hetgeen tot hogere kosten leidt; Mijn woning is kleiner dan de gemiddelde woning in dit complex; Bij gebruik van de graaddagen vallen de kosten veel lager uit en verder hebben de radiatoren naar mijn idee een te lage capaciteit. Daar zou rekening mee gehouden moeten worden door de metertjes er op in te stellen; De suggestie van een nieuw onafhankelijk onderzoek wijs ik af want alles loopt nu al. Korte samenvatting verklaring van gemachtigde van de verhuurder: Het gemeten verbruik is gerealiseerd en moet dus ook betaald worden; Ik verwijs naar mijn brieven. Uit alle controles bleek dat de metertjes naar behoren werken; Er loopt nu ook een procedure bij de geschillencommissie Warmtewet; Huurder weigert medewerking aan een (nieuw) onafhankelijk onderzoek; Techem houdt rekening met de capaciteit van de radiatoren. III Beoordeling De Huurcommissie beoordeelt de eindafrekening voor de stookkosten. De Huurcommissie kan het bedrag verlagen als blijkt dat het hoger is dan de daadwerkelijk gemaakte kosten. De Huurcommissie baseert de uitspraak op alle beschikbare schriftelijke informatie over de zaak en alles wat op de zitting is besproken. COU2G ENV Eindafrekening stookkosten De huurder heeft gedurende de periode 24 oktober 2014 tot en met 31 december 2014 de woonruimte gehuurd. De verhuurder heeft over deze periode een bedrag van 169,35 als voorschot voor de stookkosten in rekening gebracht. De aan deze kosten verbonden warmtelevering is volgens de huurovereenkomst tussen de huurder en de verhuurder overeengekomen. Pagina 2 van 5

3 Rapportage De rapporteur adviseert de Huurcommissie huurders betalingsverplichting voor de stookkosten vast te stellen op 583,45 en indien de Huurcommissie uit zou gaan van de KWR-verbruiksnorm op 239,23. Beoordeling Huurcommissie De huurder stelt zich op het standpunt dat er een veel te hoog bedrag in rekening wordt gebracht als er wordt uitgegaan van verhuurders eindafrekening en ook als het bedrag wordt gehanteerd dat rapporteur berekende uitgaande van de afrekening van Techem. Verhuurder is van oordeel dat de door Techem berekende kosten correct zijn want die gaan uit van facturen en gemeten individuele verbruiken en er is niets mis met de installatie. De commissie heeft overwogen het verweer van gemachtigde van verhuurder te moeten passeren. Aanvankelijk is door 2 gespecialiseerde bureaus onderzoek gedaan naar de verdeling van de stookkosten over de 3 gebouwen die van de installatie gebruik maken. Het gaat om de Einsteinplaats, de Debeijenweg en de Zernikeplaats. De Huurcommissie is slechts in het bezit gesteld van het onderzoeksrapport van ingenieursbureau IOB BV. Uit de aanwezige stukken blijkt wel dat er volgens verhuurder grote verschillen zijn in de conclusies en bevindingen van de 2 onderzoeksbureaus. Daarom is voor nog een 3e onderzoek opdracht gegeven. Ook de resultaten van dit onderzoek zijn niet in het bezit van de Huurcommissie. Wel beschikt de commissie over de uitspraak die de Geschillen-commissie Warmtelevering deed op verzoek van een huurder van een woning in het gebouw Zernikeplaats. De geschillencommissie oordeelde dat aan deze huurder een dermate onwaarschijnlijk hoog warmteverbruik werd toegerekend dat huurder dat gelet op de omstandigheden van het geval in redelijkheid niet kan hebben verbruikt. De commissie houdt er in dit geval rekening mee dat ook gespecialiseerde bedrijven kennelijk niet tot eenduidige conclusies en aanbevelingen komen over de verdeling van de kosten. Verder is onduidelijk of, en zo ja in hoeverre, er rekening gehouden wordt met de verschillende verwarmings-voorzieningen in de woningen. Bovendien is in de periode na de mondelinge behandeling op 25 januari 2016 door huurder aan rapporteur verklaard dat momenteel de cv-ketel wordt vervangen hetgeen 4 jaar eerder is dan gepland en wordt er binnenkort opnieuw onderzoek gedaan. Verhuurder heeft aan de rapporteur verklaard dat in afwachting van de uitkomsten van het verdere onderzoek door huurder geen stookkosten hoeven worden nabetaald. Wat de commissie tenslotte ook zwaar laat wegen is het door rapporteur berekende normverbruik op basis van de KWR gegevens. De op die wijze berekende kosten over de stookperiode van iets meer dan 2 maanden van 197,95 wijken in uitzonderlijk sterke mate af van de door verhuurder berekende kosten van 542,17. Het gehele feitencomplex overziend oordeelt de commissie dat de kosten die verhuurder voor verwarming doorberekent niet redelijk zijn. De commissie neemt de door rapporteur berekende kosten op basis van de KWR gegevens over en stelt huurders betalingsverplichting zomede vast op 239,23 ( 197, , ,45). Pagina 3 van 5

4 Conclusie/ Gevolgen van deze uitspraak Huurders betalingsverplichting voor de stookkosten over de periode van 24 oktober 2014 tot en met 31 december 2014 bedraagt 239,23. Legesbeoordeling De partij die in het ongelijk wordt gesteld, moet de leges betalen. De Huurcommissie stelt huurders betalingsverplichting aanzienlijk lager vast ( 239,23) dan door verhuurder berekend ( 583,45). De Huurcommissie stelt de huurder daarom in het gelijk. De verhuurder moet de leges betalen. De huurder krijgt het betaalde legesvoorschot terug. Welk bedrag Volgens de wet betaalt een rechtspersoon 450,00 leges. Een huurder en een verhuurder die geen rechtspersoon is, betaalt 25,00. IV Beslissing Huurders betalingsverplichting voor de stookkosten over de periode van 24 oktober 2014 tot en met 31 december 2014 bedraagt 239,23. Volgens de wet worden huurder en verhuurder geacht te zijn overeengekomen wat in deze uitspraak is vastgesteld, tenzij een van hen binnen acht weken na verzending van deze uitspraak een beslissing van de rechter heeft gevorderd over het punt waarover de Huurcommissie om een uitspraak was verzocht. Bent u het niet eens met de beslissing? Dan kunt u binnen acht weken na de verzenddatum van deze uitspraak naar de rechter gaan. In de begeleidende brief leest u hoe u dit kunt doen. Legesveroordeling De verhuurder moet 450,00 leges betalen. De huurder krijgt het betaalde legesvoorschot terug. ROTTERDAM, De Huurcommissie, mr. J.H. Bloksma F.C. van Dam en J.C. Droogendijk Zittingsvoorzitter Zittingsleden Pagina 4 van 5

5 Pagina 5 van 5