Uitspraak. van de Huurcommissie

Transcriptie

1 Uitspraak van de Huurcommissie Verzoek Betalingsverplichting stookkosten (art. 7:260 Burgerlijk Wetboek; art. 4 lid 2 sub g, 7 en 18 Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte) Woonruimte Brugweg ME VELP GLD Hierna te noemen: de woonruimte Zaaknummer Verzonden op Verzonden aan huurder en verhuurder Verzoeker Hierna te noemen: verhuurder Wederpartij Hierna te noemen: huurder Kern van de uitspraak De betalingsverplichting van de huurder voor de stookkosten over de periode van 1 december 2013 tot en met 30 juni 2014 bedraagt 1.868, I Verloop van de procedure Het verzoek van de verhuurder De Huurcommissie ontving op 5 april 2016 een verzoek van de verhuurder. Daarin vraagt hij aan de Huurcommissie om de redelijke betalingsverplichting van de huurder voor de stookkosten over de periode van 1 december 2013 tot en met 30 juni 2014 vast te stellen. Onderzoek door de Huurcommissie De Huurcommissie heeft een voorbereidend onderzoek laten uitvoeren. Bij de verhuurder zijn de rekeningen van de stookkosten opgevraagd. Deze rekeningen zijn gecontroleerd. De resultaten van het onderzoek zijn vastgelegd in een rapport. De Huurcommissie heeft dit rapport aan de huurder en de verhuurder gestuurd. Pagina 1 van 5

2 II Zitting Gegevens zitting Zittingsdatum: Correspondentie over de zitting De huurder en de verhuurder zijn schriftelijk uitgenodigd voor de behandeling van het verzoek op de zitting van de Huurcommissie. Verklaring van de partijen Korte samenvatting verklaring van gemachtigde van de huurder: Ik overleg een pleitnota (pleitnota wordt voorgedragen); De afrekening is veel te hoog; De afgelezen en berekende cijfers kloppen niet. Naar de mening van huurder zou dit te maken kunnen hebben met een defect in het meetsysteem; Huurder overlegt een afrekening van haar huidige woning welke groter is maar waarbij de stookkosten beduidend lager uitvallen; Huurster heeft ook bij verhuurder geklaagd over de hoge temperaturen in de woning; Vanwege nalatigheid aan de zijde van verhuurder is het naar de mening van huurder niet redelijk om deze kosten alsnog in rekening te brengen. Korte samenvatting verklaring van gemachtigde van de verhuurder: Waar de 10% marge over het jaar 2014 voor staat, kan ik niet verklaren. Verder is de berekening van de rapporteur in lijn met onze afrekening; We kijken altijd naar piekgevallen en we leggen dat ook voor aan Ista maar die konden hier niets vinden. Van defecten in het meetsysteem is niet gebleken; We hebben ook gekeken naar het verbruik van de voorgaande en opvolgende huurders. De voorgaande en opvolgende huurder hebben normale verbruiken. Alleen bij deze huurder viel het hoger. De inhoud van de door gemachtigde van huurder overgelegde pleitnota wordt als hier herhaald en ingevoegd beschouwd. III Beoordeling De Huurcommissie beoordeelt de eindafrekening voor de stookkosten. De Huurcommissie kan het bedrag verlagen als blijkt dat het hoger is dan de daadwerkelijk gemaakte kosten. De Huurcommissie baseert de uitspraak op alle beschikbare schriftelijke informatie over de zaak en alles wat op de zitting is besproken. COU2G ENV Eindafrekening stookkosten De huurder heeft gedurende de periode van 1 december 2013 tot en met 30 juni 2014 de woonruimte gehuurd. De verhuurder heeft over deze periode een bedrag van 1.930,76 in rekening gebracht. De aan deze kosten verbonden levering van warmte is volgens de huurovereenkomst tussen de huurder en de verhuurder overeengekomen. Pagina 2 van 5

3 Rapportage De rapporteur adviseert de Huurcommissie het bedrag voor de stookkosten over de periode van 1 december 2013 tot en met 30 juni 2014 vast te stellen op 1.868,06. Beoordeling Huurcommissie Gemachtigde van de verhuurder heeft zich akkoord verklaard met de bevindingen en conclusies van de rapporteur. De gemachtigde van de huurder verzet zich tegen de inhoud van het rapport en heeft als onderbouwing een pleitnota overgelegd. Gemachtigde stelt dat het voorschotbedrag van 59,00 per maand is overeengekomen omdat het een logische inschatting is gelet op het gemiddelde verbruik van huishoudens in Nederland. Dat er nu bijna 5 maal zoveel in rekening wordt gebracht kan volgens gemachtigde alleen maar worden verklaard uit het feit dat de afgelezen berekende cijfers/eenheden niet kloppen. De commissie passeert dit verweer. Het gemiddelde verbruik van Nederlandse huishoudens is een gemiddelde en niet meer dan dat. Om een gemiddeld verbruik te bepalen worden zeer uiteenlopende individuele verbruiken gehanteerd. Van zeer hoge tot zeer lageverbruiken en alles daartussen in. Ook gaat het om verbruiken van zeer verschillende woonruimtes waarbij de grootte van een woning niet allesbepalend is. Het gemiddelde verbruik van Nederlandse huishoudens zegt dan ook niets over het individuele gebruik van deze huurder. De commissie sluit niet uit dat het voorschotbedrag is gebaseerd op de verbruiken van voorgaande huurders. Een tweede overweging van gemachtigde is dat het gaat om een meetsysteem dat mogelijk niet accuraat is of waarvan de meetkastjes niet goed functioneren. Als voorbeeld wijst gemachtigde op de gemeten verbruiken in de badkamer van respectievelijk 51 eenheden over de maand december 2013 en 58 eenheden over de eerste 6 maanden van Dat deze cijfers opvallend zijn moge dan zo zijn maar dat dit bewijst dat het systeem defect is acht de commissie niet bewezen. Het is niet uit te sluiten dat huurder simpelweg de verwarming in de badkamer gedurende de periode van 6 maanden in 2014 minder heeft gebruikt. Vervolgens wijst gemachtigde van huurder op de omstandigheid dat over de firma die de kosten verdeelt, de laatste jaren veel wordt geklaagd. Een aantal klachten zijn bij het schriftelijk verweer gevoegd. Dat in dit geval het systeem gefaald kan hebben is op zichzelf mogelijk. Dat is echter niet af te leiden uit een aantal klachten die van klaagsites op internet zijn gehaald en evenmin van een publicatie van de Woonbond over de firma die de kosten verdeelt. De commissie zou wel tot de conclusie gekomen zijn dat het systeem niet is te vertrouwen indien de opvolgende en de vorige huurder vergelijkbare verbruiken zouden hebben gerealiseerd. Dat is echter niet het geval zoals gemachtigde van de verhuurder gedurende de mondelinge behandeling overtuigend heeft verklaard. Evenmin ziet de commissie een aanknopingspunt in het feit dat huurder in de huidige woning minder verbruikt dan in de woning waar het hier om gaat. Pagina 3 van 5

4 Gemachtigde van huurder verzet zich als laatste tegen de bevindingen en conclusies van de rapporteur omdat de verhuurder pas laat de eindafrekening verstrekte. Dat zou in beginsel moeten binnen 6 maanden na afloop van de afrekenperiode maar indien dat niet gebeurt betekent dat wettelijk niet dat daarmee verrekening van de voorschotten niet meer mogelijk is. Overigens is niet gebleken dat huurder zelf het initiatief nam om sneller na beëindiging van de overeenkomst een eindafrekening te krijgen. Samenvattend concludeert de Huurcommissie dat niet is gebleken van feiten of omstandigheden die aanleiding zijn om af te wijken van de bevindingen en conclusies van de rapporteur. Het rapport bevat voor zover bekend geen onjuistheden. De Huurcommissie stelt de betalingsverplichting van de huurder voor de stookkosten over de periode van 1 december 2013 tot en met 30 juni 2014 vast op 1.868,06. Conclusie/ Gevolgen van deze uitspraak De betalingsverplichting van de huurder voor de stookkosten over de periode van 1 december 2013 tot en met 30 juni 2014 bedraagt 1.868,06. Legesbeoordeling De partij die in het ongelijk wordt gesteld, moet de leges betalen. De Huurcommissie stelt de stookkosten nagenoeg gelijk vast ( 1.868,06) als op de eindafrekening van de verhuurder ( 1.930,76). Daarom wijst de commissie in dit geval de huurder aan als in het ongelijk gestelde partij. De huurder moet de leges van 25,00 betalen. IV Beslissing De betalingsverplichting van de huurder voor de stookkosten over de periode van 1 december 2013 tot en met 30 juni 2014 bedraagt 1.868,06. Volgens de wet worden huurder en verhuurder geacht te zijn overeengekomen wat in deze uitspraak is vastgesteld, tenzij een van hen binnen acht weken na verzending van deze uitspraak een beslissing van de rechter heeft gevorderd over het punt waarover de Huurcommissie om een uitspraak was verzocht. Bent u het niet eens met de beslissing? Dan kunt u binnen acht weken na de verzenddatum van deze uitspraak naar de rechter gaan. In de begeleidende brief leest u hoe u dit kunt doen. Pagina 4 van 5

5 Legesveroordeling De huurder moet 25,00 leges betalen. De verhuurder krijgt het betaalde legesvoorschot van 450,00 terug. ARNHEM, De Huurcommissie, mr. M.L. Bondrager drs. A.H.M.G. Engbers en H.J.M. Groenemeijer Zittingsvoorzitter Zittingsleden Pagina 5 van 5