Uitspraak. van de Huurcommissie

Transcriptie

1 Uitspraak van de Huurcommissie Verzoek Betalingsverplichting kosten voor gas, water en licht en/of overige servicekosten (art. 7:260 Burgerlijk Wetboek; art. 4 lid 2 sub g, 7 en 18 Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte) Woonruimte Kramatplantsoen LA AMSTERDAM Hierna te noemen: de woonruimte Zaaknummer Verzonden op Verzonden aan huurder en verhuurder Verzoeker Hierna te noemen: huurder Wederpartij Hierna te noemen: verhuurder Kern van de uitspraak De betalingsverplichting van de huurder voor de kostenpost 'stookkosten' over de periode 24 september 2012 tot en met 30 juni 2013 bedraagt 1019, I Verloop van de procedure De Huurcommissie ontving op 15 juni 2016 een verzoek van de huurder. Daarin vraagt hij aan de Huurcommissie om de eindafrekening van de kostenpost 'stookkosten' over de periode 24 september 2012 tot en met 30 juni 2013 te beoordelen. COU2G ENV Onderzoek door de Huurcommissie De Huurcommissie heeft een voorbereidend onderzoek laten uitvoeren. Daarvoor is op 25 juli 2016 een onderzoek uitgevoerd. Bij de verhuurder zijn de rekeningen van de kosten voor gas opgevraagd. Deze rekeningen zijn gecontroleerd. De resultaten van het onderzoek zijn vastgelegd in een rapport. De Huurcommissie heeft dit rapport aan de huurder en de verhuurder gestuurd. Pagina 1 van 5

2 II Zitting Gegevens zitting Zittingsdatum: Correspondentie over de zitting De huurder en de verhuurder zijn schriftelijk uitgenodigd voor de behandeling van het verzoek op de zitting van de Huurcommissie. Verklaring van de partijen Korte samenvatting verklaring huurder en haar gemachtigde: verhuurder heeft voor de eindafrekening de KWR-methode toegepast omdat de meterstanden waren geschat; het bedrag van de eindafrekening is nog te hoog, ook het maandelijkse voorschotbedrag is te hoog; huurder woonde van elders in dit complex in een identieke woonruimte, toen was de afrekening veel lager; in die woning waren ook verbruiksmeters aanwezig; huurder wilde het maandelijkse voorschot verlagen van 200,00 nar 85,00 maar dat mocht niet; huurder is een zuinige stoker, de KWR-berekening is ongunstig voor haar. Korte samenvatting verklaring gemachtigde van de verhuurder: de meterstanden worden eenmaal per jaar geregistreerd door het uitlezen van een zogenoemde smart-card; door een gespecialiseerd bedrijf wordt op basis van die gegevens de eindafrekeningen opgesteld; gebleken is dat in veel woningen geen of onvoldoende verbruik was geregistreerd; voor die adressen is de afrekening opgesteld op basis van de KWR-methode; eind 2015/2016 zijn er nieuwe meters geplaatst, evenals een nieuwe warmteverdeler; de c.v-ketel is niet vervangen; de hele centrale verwarmingsinstallatie (cv) is aan vervanging toe; de smart-cardinstallatie wordt niet meer gebruikt; we hebben een rapport waaruit blijkt dat het rendement van de installatie voldoende is, dat kunnen we nog nasturen; het verschil tussen de uitkomst in het rapport op basis van de KWR en die van ons ligt in de berekening van de graaddagen met de gegevens van het meetstation; wij hebben die van meetstation Schiphol gebruikt, die ligt het dichtste bij de woonruimte; als een huurder 400,00 moet bijbetalen, nemen wij een deel voor onze rekening, wel wordt het voorschot dan aangepast. Na de zitting heeft verhuurder nog nadere informatie geleverd over het periodiek onderhoud van de c.v-installatie. Pagina 2 van 5

3 III Beoordeling De Huurcommissie beoordeelt de eindafrekening voor de kostenpost 'stookkosten'. De Huurcommissie kan het bedrag verlagen als blijkt dat het hoger is dan de daadwerkelijk gemaakte kosten. Als er geen eindafrekening is stelt de Huurcommissie de betalingsverplichting van de huurder voor de onderzochte kostenposten vast op basis van de aangetoonde daadwerkelijk gemaakte kosten. Omdat de huurder alleen de kostenpost 'stookkosten' ter discussie stelt, zal de Huurcommissie de andere kostenposten niet beoordelen. De Huurcommissie baseert de uitspraak op alle beschikbare schriftelijke informatie over de zaak en alles wat op de zitting is besproken. Eindafrekening kosten voor gas De huurder heeft gedurende de periode 24 september 2012 tot en met 30 juni 2013 de woonruimte gehuurd. De verhuurder heeft over deze periode een bedrag van 1019,88 in rekening gebracht. Deze kosten zijn volgens de huurovereenkomst tussen de huurder en de verhuurder overeengekomen. De verhuurder heeft voor de overige servicekosten het voorgeschreven formulier aan de huurder en huurcommissie verstrekt. Rapportage De rapporteur heeft de Huurcommissie twee adviezen gegeven: één advies om het bedrag voor de kostenpost 'stookkosten' over de periode 24 september 2012 tot en met 30 juni 2013 vast te stellen op 1353,44 en het andere advies om de betalingsverplichting vast te stellen op basis van de KWR-norm, wat resulteert in een bedrag van 982,91. Beoordeling Huurcommissie In wat de huurder of de verhuurder ter zitting heeft verklaard, ziet de Huurcommissie aanleiding om van de in het rapport gegeven adviezen af te wijken. Gelet op de berekening in het rapport en de bedragen/uitkomsten van beide adviezen acht zij de door verhuurder aan huurder in rekening gebrachte stookkosten redelijk. Ten aanzien van verhuurders verzoek om voor het berekenen van de graaddagen uit te gaan van meetstation Schiphol heeft de commissie overwogen dat voor de graaddagen het gemiddelde van alle KNMI-weerstations in Nederland (in totaal 34 stuks) wordt gebruikt en dat zij geen reden ziet van deze werkwijze af te wijken. Voor de berekening van het aantal graaddagen van een woning dichtbij Schiphol zou dat weerstation gebruikt kunnen worden. Echt veel zal het niet uitmaken. In afwijking van de rapportage stelt de Huurcommissie de betalingsverplichting vast op 1019,88. Pagina 3 van 5

4 Conclusie / Gevolgen van deze uitspraak De huurder moet voor de kostenpost 'stookkosten' 1019,88 betalen. Legesbeoordeling De partij die in het ongelijk wordt gesteld, moet de leges betalen. De Huurcommissie oordeelt dat het bedrag aan kosten voor gas dat de verhuurder berekent, redelijk is. De Huurcommissie stelt de huurder daarom in het ongelijk. De huurder moet de leges betalen. Welk bedrag Volgens de wet betaalt een rechtspersoon 450,00 leges. Een huurder, en een verhuurder die geen rechtspersoon is, betaalt 25,00. Pagina 4 van 5

5 IV Beslissing De betalingsverplichting van de huurder voor de kostenpost 'stookkosten' over de periode 24 september 2012 tot en met 30 juni 2013 bedraagt 1019,88. Volgens de wet worden huurder en verhuurder geacht te zijn overeengekomen wat in deze uitspraak is vastgesteld, tenzij een van hen binnen acht weken na verzending van deze uitspraak een beslissing van de rechter heeft gevorderd over het punt waarover de Huurcommissie om een uitspraak was verzocht. Bent u het niet eens met de beslissing? Dan kunt u binnen acht weken na de verzenddatum van deze uitspraak naar de rechter gaan. In de begeleidende brief leest u hoe u dit kunt doen. Legesveroordeling De huurder moet 25,00 leges betalen. De huurder heeft vrijstelling van betaling van de leges gekregen en hoeft daarom geen leges te betalen. Deze uitspraak is zowel aan de verzoeker als aan de wederpartij gestuurd. AMSTERDAM, De Huurcommissie, mr. C.S. van Damme mr J.S. Buiting en C.F. Jonker Zittingsvoorzitter Zittingsleden Pagina 5 van 5