Uitspraak. van de Huurcommissie

Transcriptie

1 Uitspraak van de Huurcommissie Verzoek Betalingsverplichting kosten voor gas, water en licht en/of overige servicekosten (art. 7:260 Burgerlijk Wetboek; art. 4 lid 2 sub g, 7 en 18 Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte) Woonruimte Damsterdiep 69 KM C 9711 SJ GRONINGEN Hierna te noemen: de woonruimte Zaaknummer Verzonden op Verzonden aan huurder en verhuurder Verzoeker [xxx] Hierna te noemen: huurder [xxx] Wederpartij [xxx] (niet aanwezig op de zitting) Hierna te noemen: verhuurder [xxx] Kern van de uitspraak De betalingsverplichting van de huurder voor de kosten voor gas, water en licht en/of overige servicekosten over de periode 1 augustus 2014 tot en met 31 december 2014 bedraagt 202, I Verloop van de procedure De Huurcommissie ontving op 25 november 2015 een verzoek van de huurder. Daarin vraagt hij aan de Huurcommissie om zijn betalingsverplichting van de kosten voor gas, water en licht en/of overige servicekosten over de periode 1 augustus 2014 tot en met 31 december 2014 vast te stellen. Onderzoek door de Huurcommissie De Huurcommissie heeft een voorbereidend onderzoek laten uitvoeren. Daarvoor is op 5 januari 2016 een onderzoek uitgevoerd. Bij de verhuurder zijn de rekeningen van de kosten voor gas, water en licht en/of overige servicekosten opgevraagd. De gevraagde rekeningen zijn niet door de verhuurder opgestuurd. De resultaten van het onderzoek zijn vastgelegd in een rapport. De Huurcommissie heeft dit rapport aan de huurder en de verhuurder gestuurd. Pagina 1 van 6

2 II Zitting Gegevens zitting Zittingsdatum: Correspondentie over de zitting De huurder en de verhuurder zijn schriftelijk uitgenodigd voor de behandeling van het verzoek op de zitting van de Huurcommissie. Verklaring van de partijen Korte samenvatting verklaring gemachtigde van de huurder: Gas en elektra moeten worden berekend op basis van graaddagen/ seizoenspatroonpercentages; De zaak hoeft niet opnieuw op zitting wat mij betreft. III Beoordeling De Huurcommissie beoordeelt de eindafrekening voor de kosten voor gas, water en licht en/of overige servicekosten. De Huurcommissie kan het bedrag verlagen als blijkt dat het hoger is dan de daadwerkelijk gemaakte kosten. Als er geen eindafrekening is stelt de Huurcommissie de betalingsverplichting van de huurder voor de onderzochte kostenposten vast op basis van de aangetoonde daadwerkelijk gemaakte kosten. De Huurcommissie baseert de uitspraak op alle beschikbare schriftelijke informatie over de zaak en alles wat op de zitting is besproken. Eindafrekening kosten voor gas, water en licht en/of overige servicekosten De huurder heeft gedurende de periode 1 augustus 2014 tot en met 31 december 2014 de woonruimte gehuurd. De verhuurder heeft geen overzicht van de in die periode gemaakte kosten verstrekt. Huurder heeft in de onderzoeksperiode 125,00 x 5 maanden = 625,00 aan voorschotten betaald. Rapportage De rapporteur adviseert de Huurcommissie het bedrag voor de kosten voor gas, water en licht en/of overige servicekosten over de periode 1 augustus 2014 tot en met 31 december 2014 vast te stellen op 147,50. Beoordeling Huurcommissie De commissie constateert, net als gemachtigde van huurder, dat de verhuurder geen facturen en geen servicekostenformulier heeft gestuurd. Dan dient voor de posten gas en elektra het gemiddeld verbruik op basis van graaddagen en seizoenspatroonpercentages te worden gehanteerd. De overige posten waar geen facturen voor zijn ontvangen, moeten op 0,00 worden gesteld. De commissie heeft de zaak laten aanhouden en de rapporteur verzocht op basis hiervan een rapport van nader onderzoek op te stellen. COU2G ENV Pagina 2 van 6

3 Hieruit is het volgende naar voren gekomen: Gegevensverstrekking De Huurcommissie heeft op 1 december 2015 bij de verhuurder gegevens opgevraagd. De verhuurder heeft deze gegevens niet verstrekt. Vanaf 1 juli 2014 moet de verhuurder bij het verstrekken van de gegevens gebruik maken van het formulier "Specificatie servicekosten". Nu er geen facturen zijn ontvangen, houdt de rapporteur daarom 50% van de KWR-normen voor gas, elektra en water aan. Voor de overige betwiste kostenposten wordt 0,00 aangehouden. Stookkosten Navraag bij de (gemachtigde van) huurder wijst uit dat de kosten worden verbruikt voor verwarming en warm water Gelet hierop gaat de rapporteur voor gasverbruik verwarming, warm water en koken uit van de KWR-norm van 60 m 3 per m 2 oppervlakte per jaar. Dit is inclusief het verbruik in de gemeenschappelijke ruimten. Nadat deze verbruiksnorm is berekend haalt de rapporteur hier 40 m 3 van af omdat er elektrisch wordt gekookt. De verhuurder heeft geen gegevens verstrekt. De rapporteur houdt daarom als vergoeding voor het gasverbruik voor verwarming en koken 50% aan. Huurders woonruimte heeft een oppervlakte van 13 m 2. Het verbruik is dan 13 m 2 x 60 m 3 = 780 m 3 -/- 40 m 3 = 740 m 3. Het gemiddelde tarief voor gas bedroeg volgens het CBS in ,790 per m³. De totale kosten in het jaar 2014 bedragen 740 m 3 x 0,790 = 584,60. Maand 2014 Januari 486,4 Februari 166,5 Maart 362,1 April 201,2 Mei 169,4 Juni 103,8 Juli 24,7 Augustus 94,8 September 94,8 Oktober 164,5 November 383,5 December 526,2 Totaal: 2.777,9 * Bron: Connerga (gewogen gemiddelde graaddagen) Pagina 3 van 6

4 Het aantal graaddagen in 2014 bedraagt 2.777,90 waarvan 1.263,80 in de onderzoeksperiode. De kosten in de onderzoeksperiode bedragen daarom 1.263,80 / 2.777,90 e deel van 584,60 = 265,96. In de totaaltelling wordt een bedrag opgenomen van 50% van 265,96 = 132,98. Elektriciteit De rapporteur gaat uit van de KWR-norm van 102 kwh per m 2 oppervlakte een elektraverbruik uit van aan. Dit is inclusief het verbruik in de gemeenschappelijke ruimten. De verhuurder heeft geen gegevens verstrekt. De rapporteur houdt daarom als vergoeding voor het elektraverbruik 50% van de KWR-norm aan. Huurders woonruimte heeft een oppervlakte van 13 m 2. Het verbruik is dan 13 m 2 x 102 kwh = kwh. Het gemiddelde tarief voor elektra bedroeg volgens het CBS in ,177 per kwh. De totale kosten in het jaar 2014 bedragen kwh x 0,177 = 234,70. Maand Verbruik Maand Verbruik januari 10 % Juli 6 % februari 8 % augustus 7 % maart 9 % september 8 % april 8 % oktober 9 % mei 8 % november 10 % juni 7 % december 10 % Van de kosten heeft 44 % betrekking op de onderzoeksperiode. De kosten in de onderzoeksperiode bedragen daarom 44 / 100 e deel van 234,70 = 103,27. In de totaaltelling wordt een bedrag opgenomen van 50% van 103,27 = 51,64. Water De rapporteur gaat uit van de KWR-norm van 50 m 3 water per persoon per jaar. De verhuurder heeft geen gegevens verstrekt. De rapporteur houdt daarom als vergoeding voor het waterverbruik 50% van de KWR-norm aan. Pagina 4 van 6

5 Het betreft hier een 1 persoonshuishouden. Het verbruik is dan 50 m 3 water. Het gemiddelde tarief voor water bedroeg volgens het CBS in ,76 per m 3. De totale kosten in het jaar 2014 bedragen 50 m 3 x 1,76 = 88,00. Het aandeel van de huurder is 5/12 e deel van 88,00 = 36,66. In de totaaltelling wordt een bedrag opgenomen van 50% van 36,66 = 18,33. TV/internet Verhuurder heeft niet de gevraagde gegevens aan de Huurcommissie verstrekt. Het aandeel van huurder is 0,00. Stoffering/meubilering (wasmachine, roerende zaken) Verhuurder heeft niet de gevraagde gegevens aan de Huurcommissie verstrekt. Het aandeel van huurder is 0,00. RESULTAAT NADER ONDERZOEK Servicekosten over de periode: 1 augustus 2014 tot en met 31 december 2014 Voor huurders woonruimte: - Stookkosten 132,98 - Elektriciteit 51,64 - Water 18,33 - tv/internet 0,00 - Stoffering/meubilering (wasmachine, roerende zaken) 0,00 Totaal 202,95 De commissie ziet geen reden af te wijken van het rapport van nader onderzoek. Zij stelt huurders betalingsverplichting conform dit rapport vast. Conclusie/ Gevolgen van deze uitspraak De betalingsverplichting van de huurder voor de kosten voor gas, water en licht en/of overige servicekosten over de periode 1 augustus 2014 tot en met 31 december 2014 bedraagt 202,95. Legesbeoordeling De partij die in het ongelijk wordt gesteld, moet de leges betalen. De verhuurder heeft geen eindafrekening verstrekt en de commissie stelt huurders betalingsverplichting op een lager bedrag vast dan huurder aan voorschotten heeft betaald. De Huurcommissie stelt de verhuurder daarom in het ongelijk. De verhuurder moet de leges betalen. Pagina 5 van 6

6 Welk bedrag Volgens de wet betaalt een rechtspersoon 450,00 leges. Een huurder, en een verhuurder die geen rechtspersoon is, betaalt 25,00. IV Beslissing De betalingsverplichting van de huurder voor de kosten voor gas, water en licht en/of overige servicekosten over de periode 1 augustus 2014 tot en met 31 december 2014 bedraagt 202,95. Volgens de wet worden huurder en verhuurder geacht te zijn overeengekomen wat in deze uitspraak is vastgesteld, tenzij een van hen binnen acht weken na verzending van deze uitspraak een beslissing van de rechter heeft gevorderd over het punt waarover de Huurcommissie om een uitspraak was verzocht. Bent u het niet eens met de beslissing? Dan kunt u binnen acht weken na de verzenddatum van deze uitspraak naar de rechter gaan. In de begeleidende brief leest u hoe u dit kunt doen. Legesveroordeling De verhuurder moet 25,00 leges betalen. De huurder krijgt het betaalde legesvoorschot terug. Deze uitspraak is zowel aan de verzoeker als aan de wederpartij gestuurd. GRONINGEN, De Huurcommissie, mr. J.A.M. Schuurbiers Zittingsvoorzitter B. Robbe en A.C.P. Tamse MRE MRICS Zittingsleden Pagina 6 van 6