Uitspraak. van de Huurcommissie

Transcriptie

1 Uitspraak van de Huurcommissie Verzoek Betalingsverplichting kosten voor gas, water en licht en/of overige servicekosten (art. 7:260 Burgerlijk Wetboek; art. 4 lid 2 sub g, 7 en 18 Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte) Woonruimte Staalstraat GW EINDHOVEN Hierna te noemen: de woonruimte Zaaknummer Verzonden op Verzonden aan huurder en verhuurder Verzoeker Hierna te noemen: huurder Wederpartij (niet aanwezig op de zitting) Hierna te noemen: verhuurder Kern van de uitspraak De betalingsverplichting van de huurder voor de kosten voor gas, water en elektra en/of overige servicekosten over de periode 1 mei 2014 tot en met 31 december 2014 bedraagt 337,04 De betalingsverplichting van de huurder voor de kosten voor gas, water en elektra en/of overige servicekosten over de periode 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015 bedraagt 505, I Verloop van de procedure De Huurcommissie ontving op 11 juli 2016 de verzoeken van de huurder. Daarin vraagt hij aan de Huurcommissie om de eindafrekening van de kosten voor gas, water en elektra en/of overige servicekosten over de perioden 1 mei 2014 tot en met 31 december 2014 en 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015 te beoordelen. Onderzoek door de Huurcommissie De Huurcommissie heeft een voorbereidend onderzoek laten uitvoeren. Daarvoor is in de woonruimte op 30 november 2016 een onderzoek uitgevoerd. Bij de verhuurder zijn de rekeningen van de kosten voor gas, water en elektra en/of overige servicekosten opgevraagd. Deze rekeningen zijn gecontroleerd. De resultaten van het onderzoek zijn vastgelegd in een rapport. De Huurcommissie heeft dit rapport aan de huurder en de verhuurder gestuurd. Pagina 1 van 5

2 Correspondentie over de zaak Op 7 maart 2017 heeft de Huurcommissie een brief van de huurder ontvangen. De huurder voegt een kopie van de inboedelverzekering toe aan het dossier. Op 14 maart 2017 heeft de Huurcommissie een brief van de verhuurder ontvangen. De verhuurder voegt een kopie van het inspectierapport einde verhuur toe aan het dossier Verhuurder geeft aan dat een huurachterstand is verrekend met een deel van de borg en dat verdere gebreken niet aan huurder worden toegerekend. Daarnaast is een kopie van de brief van 23 maart 2016 aan huurder toegevoegd, waarin opmerkingen zijn gemaakt over de betalingen van huur en servicekosten en de bejegening van huurder. II Zitting Gegevens zitting Zittingsdatum: Correspondentie over de zitting De huurder en de verhuurder zijn schriftelijk uitgenodigd voor de behandeling van het verzoek op de zitting van de Huurcommissie. De verhuurder heeft schriftelijk laten weten dat hij niet bij de zitting aanwezig zal zijn. Verklaring van de partijen Korte samenvatting verklaring huurder: De kwijting betreft uitsluitend de borg en de inname van de sleutel. Ik ben akkoord met de berekening van rapporteur, behalve met de berekening van de inboedelverzekering. Ook in de huurovereenkomst wordt aangegeven dat ik een inboedelverzekering moet afsluiten. Dit heb ik gedaan, dus vind ik het niet redelijk dat ik via de servicekosten nog eens een inboedelverzekering moet betalen van verhuurder. Ik moest per februari verhuizen omdat de woning werd verkocht. Ik heb nog nooit eerder een afrekening ontvangen. Ik zal over de resterende 13 maanden nog een verzoek indienen, ik zal aangeven dat dit tot het einde van de huurovereenkomst is. III Beoordeling De Huurcommissie beoordeelt de eindafrekening voor de kosten voor gas, water en elektra en/of overige servicekosten. De Huurcommissie kan het bedrag verlagen als blijkt dat het hoger is dan de daadwerkelijk gemaakte kosten. Als er geen eindafrekening is stelt de Huurcommissie de betalingsverplichting van de huurder voor de onderzochte kostenposten vast op basis van de aangetoonde daadwerkelijk gemaakte kosten. De Huurcommissie baseert de uitspraak op alle beschikbare schriftelijke informatie over de zaak en alles wat op de zitting is besproken. Inspectierapport einde verhuurder Op 1 februari 2017 is door huurder en verhuurder een inspectierapport einde verhuur ondertekend. Door verhuurder wordt verondersteld dat hiermede alle vorderingen over en weer zijn afgehandeld. Door huurder wordt aangegeven dat dit formulier uitsluitend betrekking heeft op de oplevering van de woning, de borg en de sleutelopname. In het formulier is niet opgenomen dat de servicekostenproce- Pagina 2 van 5

3 dures bij de Huurcommissie hiermede worden beëindigd. De commissie is van oordeel dat nu huurder de verzoekschriften niet heeft ingetrokken en ook nog eens betwist dat de servicekostenafrekeningen tussen huurder en verhuurder zijn afgehandeld, er een inhoudelijk oordeel kan worden gegeven over de betalingsverplichting van huurder. Eindafrekening servicekosten De huurder heeft gedurende de perioden 1 mei 2014 tot en met 31 december 2014 en 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015 de woonruimte gehuurd. De verhuurder heeft over deze perioden een bedrag van 2265,40 aan voorschotten in rekening gebracht. Een deel van deze kosten is volgens de huurovereenkomst tussen de huurder en de verhuurder overeengekomen. Zaaknummer Rapportage De rapporteur adviseert de Huurcommissie het bedrag voor de servicekosten over vast te stellen op 447,97 (1 mei 2014 tot en met 31 december 2014) en 639,58 (1 januari 2015 tot en met 31 december 2015). Beoordeling Huurcommissie De huurder heeft de doorberekening van de post inboedelverzekering uit het rapport van onderzoek ter discussie gesteld. Huurder geeft aan dat zij in de huurovereenkomst verplicht wordt om zelf een inboedelverzekering af te sluiten. Dat heeft zij ook gedaan en zij heeft het bewijs daarvan overgelegd. Huurder acht het daarom niet redelijk om naast haar eigen inboedelverzekering ook via de servicekosten te moeten betalen voor een inboedelverzekering. Naar aanleiding van deze opmerkingen oordeelt de commissie als volgt. In de huurovereenkomst, bij artikel 11, bijzondere bepalingen wordt aangegeven dat huurder verplicht is een inboedel en WA-verzekering te hebben of af te sluiten. Huurder heeft ook bewijzen toegezonden dat er een inboedelverzekering is afgesloten. De commissie is dan ook van oordeel dat deze post niet geacht kan worden als een tussen partijen overeengekomen servicekostenpost. Deze kosten kunnen daarom niet aan huurder worden doorberekend via de servicekosten. De commissie zal daarom de berekening van rapporteur aanpassen. Pagina 3 van 5

4 In afwijking van de rapportage stelt de Huurcommissie de betalingsverplichting vast op: Periode 01/05/2014 t/m 31/12/2014 Servicecontract cv-ketel 0,00 Bijkomende kosten ketelonderhoud 0,00 Opstalverzekering 0,00 Inboedelverzekering 0,00 Waterbelasting niet van toepassing VVE-kosten 30,19 Gebruik inboedel 194,00 Kosten huismeester 96,80 Subtotaal 320,99 Administratiekosten (5% van 320,99) 16,05 Totaal 337,04 Periode 01/01/2015 t/m 31/12/2015 Servicecontract cv-ketel 0,00 Bijkomende kosten ketelonderhoud 0,00 Opstalverzekering 0,00 Inboedelverzekering 0,00 Waterbelasting niet van toepassing VVE-kosten 45,28 Gebruik inboedel 291,00 Kosten huismeester 145,20 Subtotaal 481,48 Administratiekosten (5% van 481,48) 24,07 Totaal 505,55 Belastingen en/of heffingen De voor rekening van de huurder komende belastingen en/of heffingen zijn niet in de huur inbegrepen. De huurder moet overheidsheffingen betalen als belastingplichtige, niet op grond van de huurovereenkomst. De Huurcommissie beoordeelt niet of een aanslag al dan niet terecht is opgelegd. Overigens is de huurder wel verplicht deze heffingen aan de verhuurder te betalen wanneer deze de heffingen op eigen naam voor de huurder heeft voldaan. Conclusie/ Gevolgen van deze uitspraak De betalingsverplichting van de huurder voor de servicekosten over de periode 1 mei 2014 tot en met 31 december 2014 bedraagt 337,04. De betalingsverplichting van de huurder voor de servicekosten over de periode 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015 bedraagt 505,55. Legesbeoordeling De partij die in het ongelijk wordt gesteld, moet de leges betalen. De Huurcommissie stelt de servicekosten lager vast dan op de eindafrekening van de verhuurder. De Huurcommissie stelt de huurder daarom in het gelijk. De verhuurder moet de leges betalen, de huurder krijgt de betaalde legesvoorschotten terug. Welk bedrag Volgens de wet betaalt een rechtspersoon 450,00 leges. Een huurder, en een verhuurder die geen rechtspersoon is, betaalt 25,00. Pagina 4 van 5

5 IV Beslissing De betalingsverplichting van de huurder voor de servicekosten over de periode 1 mei 2014 tot en met 31 december 2014 bedraagt 337,04. De betalingsverplichting van de huurder voor de servicekosten over de periode 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015 bedraagt 505,55. Legesveroordeling De verhuurder moet 25,00 leges per verzoek betalen. De huurder krijgt de betaalde legesvoorschotten terug. Volgens de wet worden huurder en verhuurder geacht te zijn overeengekomen wat in deze uitspraak is vastgesteld, tenzij een van hen binnen acht weken na verzending van deze uitspraak een beslissing van de rechter heeft gevorderd over het punt waarover de Huurcommissie om een uitspraak was verzocht. Bent u het niet eens met de beslissing? Dan kunt u binnen acht weken na de verzenddatum van deze uitspraak naar de rechter gaan. In de begeleidende brief leest u hoe u dit kunt doen. EINDHOVEN, De Huurcommissie, mr. W.C. Brouwer C. Kwast-Vastenhoud en L.P.J. Creugers MBA Zittingsvoorzitter Zittingsleden Pagina 5 van 5