Samenvatting Economie Module 2
|
|
- Dirk de Kooker
- 4 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Samenvatting Economie Module 2 Samenvatting door een scholier 3255 woorden 4 mei ,3 19 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1: De verzorgingsstaat 1. De Nederlandse verzorgingsstaat - Verzorgingsstaat: Staat voor een samenleving waarin de overheid alle inwoners een aanvaardbaar bestaansminimum garandeert. - Nachtwakersstaat: De staat in de 19e eeuw wordt hiermee aangeduid. In de nachtwakersstaat was de rol van de overheid: - zorgen voor de veiligheid van de burgers door leger en politie - de rechtsorde handhaven met wetgeving en rechtsspraak De ontwikkeling van nachtwakersstaat tot verzorgingsstaat heeft deze fasen doorlopen: - De arbeidswetgeving: Wetten die de werkomstandigheden hebben verbeterd, o.a. Wet op kinderarbeid. - De werknemersverzekeringen: Werknemers die door ziekte of werkloosheid geen geld meer kunnen verdienen, hebben recht op een uitkering. Om in aanmerking te komen voor zo n uitkering moeten de werknemers een bepaald percentage van hun loon betalen als verzekeringspremie. - De volksverzekeringen: Deze gelden voor iedereen die in Nederland woont. De premie is een bepaald percentage van het inkomen, maar de uitkering is een vast bedrag. De hoogte van de uitkering is dus niet afhankelijk van de betaalde premie. Mensen met een hoog inkomen betalen relatief meer, dan mensen met een laag inkomen. (solidariteitsgedachte) - De sociale voorzieningen: Verzekeringselement is helemaal verdwenen. Ze zijn geheel gebaseerd op de solidariteitsgedachte en worden dan ook betaald uit de belastingopbrengsten. Voorbeeld: Algemene Bijstandswet. 2. Het Nederlandse stelsel van sociale zekerheid Werknemersverzekeringen Sociale verzekeringen Volksverzekeringen Sociale zekerheid Pagina 1 van 13
2 Sociale voorzieningen - Werknemersverzekeringen: Zijn alleen bedoeld voor werknemers. - Volksverzekeringen: Voor iedereen in Nederland - Sociale voorzieningen: Vormen een aanvulling op de sociale verzekeringen. Wie niet in het eigen levensonderhoud kan voorzien en niet in aanmerking komt voor een uitkering uit één van de sociale verzekeringen, kan een beroep doen op de sociale voorzieningen. (worden betaald uit de belastingopbrengsten) - Waardevaste uitkering: De uitkering stijgt even veel als de gemiddelde prijsstijging. - Welvaartsvaste uitkering: De uitkering stijgt even veel als de gemiddelde loonstijging. (economische groei) - Collectieve lasten: Als de collectieve lasten heel hoog zijn, zal het verschil tussen de bruto loonkosten en het nettoloon ook heel groot zijn. - WIG: Het verschil tussen de totale loonkosten voor de werkgever en het nettoloon van de werknemer. De wig wordt meestal uitgedrukt in procenten van de totale loonkosten wig : loonkosten van werkgever 3. Overzicht van de sociale zekerheidswetten Zie boek 4. Sociaal-economische ontwikkelingen in Nederland na Collectieve uitgaven: De overheidsuitgaven en de uitgaven voor sociale zekerheid. Een stijging van de collectieve uitgaven heeft tot gevolg dat ook de collectieve lasten de belastingen en de sociale premies sterk stijgen. Versterking van de structuur van de Nederlandse economie door de regering. De regering probeert een enorme werkloosheid in combinatie met uit de hand gelopen collectieve uitgaven, een groot tekort van de overheid en een economische groei van nul procent te voorkomen door: - Bezuinigingen op de collectieve uitgaven, waaronder de sociale zekerheid - Loonmatiging - Lastenverlichting voor de bedrijven - Een betere werking van de arbeidsmarkt Pagina 2 van 13
3 Verder zie tekst 5. Meer markt, minder overheid Nadelen van een te grote nadruk op het collectief regelen van allerlei producten en voorzieningen: - Het kan betekenen dat er te weinig een beroep wordt gedaan op de individuele verantwoordelijkheid van mensen om in hun eigen bestaan te voorzien. Het vangnet kan dan een hangmat worden. Het terugtreden van de overheid komt op verschillende manieren tot uitdrukking: - Deregulering: Vermindering van de wettelijke regels. Overheid laat meer over aan werkgevers/werknemers. Bijv. hoe laat de winkel open gaat enzo. - Privatisering: Als een overheidsbedrijf overgaat in particulier bezit, bijv. de KPN bank. verzelfstandiging: hiervan is sprake bij de Nederlandse Spoorwegen. Dat betekent dat de staat eigenaar blijft maar dat de NS zich in financieel opzicht zelf moet kunnen redden. - Decentralisatie: De overheid wil minder op centraal niveau regelen en overheidsinstellingen op een lager niveau meer ruimte geven om beslissingen te nemen. - Profijtbeginsel: Iemand die voordeel heeft van het gebruik van bepaalde goederen of diensten moet er ook voor betalen. 6. Veranderingen in de sociale zekerheid - Oneigenlijk gebruik: Een sociale voorziening wordt voor andere doeleinden gebruikt dan waar ze oorspronkelijk voor was bedoeld. Maatregelen van de regering om misbruik en oneigenlijk gebruik van de sociale zekerheid tegen te gaan: - De fraudebestrijding werd door strengere controles nog meer gecontroleerd. (geïntensiveerd) - De Wet boeten - De keurings- en herkeuringseisen bij de WOA werden verscherpt. - De sancties bij het ontduiken van de regels werden verzwaard, zoals het verliezen van een gedeelte van de uitkering. - De duur van de werkloosheidsuitkering werd gekoppeld aan het aantal gewerkte jaren. - Het begrip passende arbeid werd verruimd. Daardoor werd je als uitkeringsgerechtigde eerder verplicht om een baan te accepteren. - De sancties op het weigeren van passend werk werden verzwaard. - Preventiebeleid: Moet voorkomen dat werknemers arbeidsongeschikt raken, bijv. door het scheppen van een goed werkklimaat. - Reïntegratiebeleid: Moet de terugkeer van zieke werknemers in het bedrijf bevorderen, bijv. door aangepast meubilair, omscholing of aanpassing van de werkplek. - Volumebeleid: Gericht op het verminderen van het aantal mensen dat een beroep doet op de sociale zekerheid. Pagina 3 van 13
4 7. Omslagstelsel en kapitaaldekkingsstelsel - Omslagstelsel: De sociale premies worden in een bepaald jaar door de werkenden betaald en worden gebruikt voor de betalingen van de AOW-uitkeringen aan 65-plussers in datzelfde jaar. - Kapitaaldekkingsstelsel: De mensen die niet meer werken krijgen een pensioenuitkering die betaald wordt uit het vermogen van een pensioenfonds. - Flexibele pensionering: Doet meer recht aan de individualiseringstendens in onze samenleving dan gelijkvormige regelingen. 8. Sociale zekerheid en arbeidsmarkt: participatie en reïntegratie - Substitutie: Arbeid wordt vervangen door kapitaal. veroorzaakt structuurwerkloosheid. - Arbeidsparticipatie: Het percentage van de bevolking dat tot de beroepsbevolking behoort. In Nederland is het percentage van de bevolking dat tot de beroepsbevolking behoort in vergelijking met andere landen, laag. De overheid probeert op verschillende manieren de arbeidsparticipatie te vergroten: - De Jeugdwerkgarantiewet (JWG), heeft tot doel werkloze jongeren tot 21 jaar en werkloze schoolverlaters tot 27 jaar die min. 6 maanden werkloos zijn, een tijdelijke baan aan te bieden. - De Melkertbanen. Hierbij ontvangt de werkgever van de overheid een subsidie voor het in dienst nemen van langdurig werklozen. - Het reïntegreren opnieuw in het arbeidsproces inschakelen - van zieke werknemers. - Het toepassen van individuele trajectbegeleiding. Om werkzoekenden zo goed mogelijk aan een baan te helpen wordt eerst nagegaan wat er allemaal nog moet gebeuren voordat de werkzoekende met succes bemiddeld kan worden naar werk. Hoofdstuk 2: De collectieve sector 9. De derde dinsdag in september - Uitvoerende macht: De regering (ministers + koningin) - Rechtsprekende macht: Openbaar ministerie - Wetgevende macht: Regering + parlement - Overheid: Alle instellingen die de bevoegdheid hebben om burgers verplichtingen op te leggen of juist om burgers rechten toe te kennen. (bijv. schoolplicht, belasting betalen enz.) - Rijksbegroting: Alle begrotingsvoorstellen samen. - Staten-Generaal: De Eerste en Tweede kamer. - CPB Centraal Planbureau Adviseert regering - MEV Macro Economische Verkenning Staan econ. vooruitzichten in voor Pagina 4 van 13
5 komende jaar + de gevolgen v/d ingediende begroting voor de Nederlands economie. - CEP Centraal Economisch Plan Gegevens over de Nl. econ. in het jaar zelf + vorig jaar + komende jaar. Ook worden er regelmatig verkenningen van de middellange termijn(komende 4 j.)gepubliceerd. - CBS Centraal Bureau voor de Statistiek Levert belangrijke gegevens voor het regeringsbeleid. Houdt zich bezig met een vaststelling achteraf. - SER Sociaal Economische Raad Advies geven aan de regering, voordat die belangrijke beslissingen op sociaal-economisch gebied neemt. 10. De collectieve sector in Nederland - Marktsector: Producenten en consumenten mogen produceren en consumeren wat ze willen. Bijv. Milieuwetgeving, winkeltijdenwet etc. - Kartels: Afspraken tussen ondernemingen om de concurrentie op de markt te beperken. - Semi-collectieve sector: Instellingen die niet tot de overheid behoren, maar wel voor n groot deel uit de belastingopbrengsten worden gefinancierd. Bijv. Ziekenhuizen, musea enz. - Collectieve sector: Er wordt via belastingen en sociale premies collectief betaald voor voorzieningen, waar we allemaal beroep op kunnen doen. De collectieve sector: de overheid en instellingen die de sociale verzekeringen uitvoeren. - Budgetsector: Collectieve en semi-collectieve sector samen. Ze worden allebei grotendeels via het overheidsbudget gefinancierd. Rijk (centrale overheid) Overheid (incl. onderwijs) Provincies, gemeentes Collectieve sector Instellingen sociale verzekeringen Budgetsector Semi-collectieve sector 11. Rijksbegroting en Miljoenennota De plannen van de regering die in de rijksbegroting tot uitdrukking komen, zijn zowel gebaseerd op de actuele economische situatie als op het financieel-economische beleid voor het komende jaar. De regering kan met haar begrotingsvoorstellen de economische situatie van het komende jaar beïnvloeden door bijv. belastingverlaging. Pagina 5 van 13
6 - Miljoenennota: Bevat een algemene toelichting op de rijksbegroting, een overzicht van de nationale en internationale economische situatie en een toelichting op het regeringsbeleid. De volksvertegenwoordiging heeft het laatste woord. 12. De overheidsuitgaven - Overdrachtsuitgaven: Het verstrekken van een subsidie. De overheid draaft geld over aan personen of instellingen die daarvoor geen tegenprestatie hoeven te leveren. - Overheidsbesteding: De overheid geeft geld uit en krijgen er ook wat voor terug. Personeelskosten rekenen we ook tot de overheidsbestedingen. - Overheidsinvesteringen: Kan in toekomst ook nog van worden geprofiteerd. Bijv. uitbreiding van Schiphol, aanleg van de Betuwelijn. - Overheidsconsumptie: Overheidsbestedingen die de volgende dag niet meer aanwezig zijn. Bijv. Politieagent die het verkeer regelt, een leraar die les geeft. - Immateriële overheidsconsumptie: Gaat bij de salarissen om productie van diensten. Je kan een dienst niet pakken, hij is niet materieel. (Het is niet zichtbaar) - Materiële overheidsconsumptie: Omgekeerde van Immaterieel. Zoals de aankoop van papier voor de ministeries en benzine voor alle dienstauto s. (Het is wel zichtbaar) - Overheidsproductie: Materiele overheidsconsumptie Overheidsconsumptie Immateriële Overheids- overheidsinvesteringen Bestedingen Overheids- Overheidsinvesteringen uitgaven Overdrachts- Uitgaven 13. De overheidsinkomsten Belastingen zijn verplichte bijdragen aan de overheid waar geen directe tegenprestatie van de overheid tegenover staat. Directe belastingen Belastingen Pagina 6 van 13
7 Indirecte belastingen Overheidsinkomsten Niet-belastingontvangsten / kostprijsverhogende bel. - Directe belastingen: Worden binnengehaald bij degene die de belasting ook moet betalen. Deze belastingen worden door de ondernemers afgedragen aan het Rijk maar uiteindelijk door de consument betaald in de vorm van een hogere prijs van het betreffende product. Ze verhogen dus de prijs en ze worden op een indirecte manier binnengehaald. - Inkomstenbelasting: Dit moet je betalen als huur als je bijv. kamers/huizen verhuurt of op aandelen, rente enz. - Vennootschapsbelasting: Dit moeten bedrijven in de vorm van een besloten vennootschap (BV) of naamloze vennootschap (NV) betalen over de gemaakte winst. Tot de overige belastingen op inkomen, winst en vermogen behoren o.a. de vermogensbelasting en de kansspelbelasting. - Toegevoegde waarde: De omzet van het bedrijf de waarde van de ingekochte producten en diensten. Van sommige producten wil de overheid het gebruik afremmen, d.m.v. niet alleen BTW, maar ook accijnzen in de prijs te verwerken. Bijv. Tabaksproducten, alcohol, benzine enz. Onder de kostprijsverhogende belastingen vallen verder o.a.: - Invoerrechten - Motorrijtuigenbelasting - Milieubelasting. De inkomsten van de overheid die geen belasting zijn, bestaan uit: - De aardgasinkomsten - De bonte verzameling: - Opbrengsten uit de STER-reclame - Boetes - Kijk- en luistergelden - School- en collegegelden 14. Begrotingstekort, financieringstekort en staatsschuld - Begrotingstekort: Het verschil tussen de totale uitgaven en de totale inkomsten. De aflossingen op de staatsschuld (leningen die de overheid in het verleden heeft gesloten) bevinden zich onder de uitgaven. Instellingen (vooral verzekeringsmaatschappijen en pensioenfondsen) die dat geld aan de overheid hebben geleend zijn meestal wel bereid om deze aflossingen meteen weer aan de minister van Financiën Pagina 7 van 13
8 uit te lenen. Wat er dan nog meer extra geleend moet worden, noemen we het financieringstekort. - Financieringstekort: Begrotingstekort opnieuw geleende aflossingen. (in % uitgedrukt) - Obligatie: Dit ontvang je als bewijs dat je geld hebt uitgeleend. Daarom worden dit soort leningen ook wel obligatieleningen genoemd. Door aankoop van een obligatie ontvang je jaarlijks rente. Na een periode wordt de obligatie weer afgelost en krijg je het uitgeleende geld weer terug. - Staatsschuldquote: De staatsschuld uitgedrukt als percentage van het nationaal inkomen. De staatsschuldquote daalt als de procentuele toename van de staatsschuld kleiner is dan de procentuele toename van het nationaal inkomen. Nadelige gevolgen van een groot financieringstekort en een hoge staatsschuld: - De rentelasten gaan steeds meer de andere overheidsuitgaven verdringen. - De overheid moet bij een groot tekort veel geld lenen. Daardoor kan de rente gaan stijgen, waardoor de bestedingen afnemen en de economische groei afneemt. 15. De functies van de overheid - Allocatieve functies: De overheid oefent invloed uit op het gebruik van de productiefactoren. (De overheid beïnvloedt de allocatie van de productiefactoren.) - Herverdelingsfuctie: De overheid kan door haar uitgaven- en inkomstenbeleid ook de inkomens van de burgers herverdelen. Door enerzijds belastingen en premies te heffen en anderzijds door het verlenen van subsidies en uitkeringen wordt geld overgeheveld van de ene groep naar de andere groep burgers. - Stabilisatiefunctie: De economie gelijkmatig proberen te houden enzo. * Door de herverdeling van inkomens kan de overheid rekening houden met de draagkracht van mensen. * Door het verlagen van zowel belastingen en sociale premies als van de uitkeringen kunnen de inkomensverschillen groter worden. - Anti-cyclische conjunctuurpolitiek: De overheid stabiliseert de economie door tegen de conjunctuurgolf in te gaan. Er zijn verschillende oorzaken waardoor een anti-cyclische conjunctuurpolitiek nogal eens mislukt: - Het politieke besluitvormingsproces verloopt nogal traag. Daardoor bestaat het gevaar dat een maatregel om de bestedingen af te remmen tijdens de hoogconjunctuur, pas in werking treedt als de economie al is omgeslagen naar een laagconjunctuur. En dan versterkt die maatregel juist de laagconjunctuur in plaats van dat ze die tegengaat. - Het blijkt moeilijk te zijn om exact aan te geven in welke fase van de conjunctuurgolf de economie zich Pagina 8 van 13
9 bevindt. - Het verlagen van de overheidsuitgaven en het verhogen van de belastingen stuit vaak op veel bezwaren, waardoor die maatregelen politiek niet haalbaar zijn. 16. Doelstellingen van sociaal-economische politiek De vijf doelstellingen van de sociaal-economische politiek zijn: - Een evenwichtige economische groei: De economische groei moet voldoende groot zijn om de groeiende beroepsbevolking werk te geven en waarbij economische -en milieu belangen tegen elkaar worden afgewogen. Er wordt gestreefd naar een groei die over het hele land verspreid is. - Een evenwichtige arbeidsmarkt: Ze willen volledige werkgelegenheid.alleen frictiewerkloosheid en seizoenswerkloosheid mogen bestaan. Deze doelstelling bestaat uit de volgende aspecten: o Het bestrijden van de langdurige werkloosheid o Het voorkomen van overschotten en tekorten op de verschillende deelmarkten van de arbeidsmarkt o De verbetering van de werking van de arbeidsmarkt door betere vacaturebemiddeling, na- en bijscholing, deregulering en meer stimulans voor bepaalde groepen om werk te zoeken. - Een rechtvaardige inkomensverdeling: Het behouden van de koopkracht voor de minst betaalde arbeiders. Dit gebeurt aan de hand van de zogeheten koopkrachtplaatjes waarin de verbetering van de koopkracht voor verschillende groepen in de samenleving wordt berekend. - Prijsstabiliteit: Als er sprake is van prijsinflatie dan stijgen de prijzen en wordt het geld dus minder waard. De overheid zal dan maatregelen nemen om de inflatie te remmen. - Een evenwichtige betalingsbalans: De overheid streeft naar een evenwicht tussen de bedragen die ons land ontvangt voor de export en de bedragen die wij moeten betalen voor de import. 17. Gevolgen van sociaal-economisch beleid - Economische politiek: De regering probeert de economische situatie bij te sturen, naar een door haar gewenste situatie. Zij probeert door het voeren van een sociaal-economisch beleid de bestaande situatie te veranderen, zodat die overeen komt met de gewenste situatie. Dat is niet eenvoudig, omdat - Als men één onderdeel van de economie probeert te beïnvloeden, heeft het vaak effect op veel meer beleidsterreinen - Het nastreven van de ene doelstelling van economische politiek kan een andere doelstelling negatief beïnvloeden. Verder zie tekst 18. Instrumenten van sociaal-economische politiek Pagina 9 van 13
10 - Het economisch structuurbeleid: De overheid heeft de beschikking over een aantal instrumenten om het sociaal-economische beleid uit te voeren. Sommige instrumenten hebben vooral te maken met de aanbodkant van de economie. Kenmerkend voor het structuurbeleid is dat het gericht is op de aanbodkant van de economie en op het versterken van onze concurrentiepositie. Zo kan de overheid - door premies of subsidies bepaalde investeringen stimuleren zoals investeringen in energiebesparende productiemethoden of investeringen in economisch zwakke regio s zoals de noordelijke provincies. (investeringspolitiek) - onderzoek naar nieuwe productiemethoden (innovaties) bevorderen door subsidies of door zelf technologie-instituten op te richten. (technologiebeleid) - door deregulering het bedrijfsleven meer speelruimte geven zoals op het gebied van vestigingswetgeving en ontslagrecht. - De wig verkleinen door een verlaging van de belasting- en premiedruk waardoor de winsten van het bedrijfsleven kunnen toenemen (belastingpolitiek). Hierdoor kan de vervanging van arbeid door kapitaal afnemen. * Met het inkomens- en prijsbeleid kan de overheid invloed uitoefenen op de hoogte van lonen en prijzen. Niet op de loonhoogte en de prijzen op de markt, maar wel op de inkomens van ambtenaren. * Bij het begrotingsbeleid van de overheid moet je in de 1e plaats denken aan het stabiliseren van de conjunctuurbeweging. Dat kan door middel van een verandering van de overheidsbestedingen en de belastingtarieven. * Het monetaire beleid kan de kredietverlening door banken aan bedrijven en particulieren beïnvloeden. Mon. Bel. heeft ook invloed op de wisselkoers. Bij een aantrekkelijke rente zullen buitenlandse beleggers in NL willen beleggen. - Consumptiepolitiek: Maatregelen van de overheid die gericht zijn op het gedrag van de consument. Verder zie tekst Hoofdstuk 3: Economische orde 20. Verschillende behoeften en verschillende goederen Het begrip welvaart is ruimen dan het begrip productie. Bij welvaart horen ook stilte, vrije tijd, schoon milieu enz. - Schaars: De productie van een goed kost geld. Er zijn productiemiddelen, zoals arbeid, grondstoffen en gereedschap voor gebruikt. Pagina 10 van 13
11 - Alternatief aanwendbaar: Productiemiddelen kunnen gebruikt worden voor andere producten te maken. - Collectieve goederen: Je kunt niemand van het gebruik uitsluiten. Bijv. dijken, politie enz. - Individuele goederen: Bijv. onderwijs, cd s, openbaar vervoer, wegen. - Quasi-collectieve goederen: Individuele goederen die door de overheid worden geproduceerd of gesubsidieerd. Ze worden voor een groot deel betaald uit de belastingopbrengsten van de overheid, net als de collectieve goederen. Bijv. snelwegen, onderwijs, musea enz. 21. Motieven om quasi-collectieve goederen te produceren of te subsidiëren Redenen waarom de overheid de quasi-collectieve goederen produceert en subsidieert: - Het toegankelijk maken en houden van goederen: Zorgen dat de prijs niet te hoog wordt. Bijv. het openbaar vervoer, onderwijs enz. - Het bestaan van merit goods en demerit goods : * Merit goods: Stimuleren van goederen zoals bijv. musea, theater enz. Overheid Goederen subsidiëren, waardoor ze goedkoop blijven. * Demerit goods: Afremmen van goederen zoals tabak, alcohol enz. Overheid Goederen via accijnzen duur maken. (negatieve subsidie) - Praktische problemen: Nederland heeft een dicht wegennet met vele op- en afritten. Een tolwegensysteem is daardoor in NL moeilijk uitvoerbaar. Daardoor neemt de overheid de aanleg van snelwegen voor haar rekening en via belastingen het benodigde geld binnenkrijgt. - De positieve externe effecten van een aantal goederen: Als veel inwoners van ons land een goede opleiding hebben gehad, dan stijgt de omvang en de kwaliteit van de geproduceerde goederen. - Schaalvoordelen: Dergelijke investeringen zijn vaak niet door particuliere ondernemingen op te brengen. Bijv. de aanleg en onderhoud van het spoorwegnet. - Externe effecten: Kosten die niet worden meegerekend bij het vaststellen van de verkoopprijs van de goederen. De effecten blijven buiten de prijs van de geproduceerde goederen en diensten. (bijv. milieuschade) 22. De voorziening in behoeften en het allocatieprobleem - Allocatiemechanisme: Een manier om de productie af te stemmen op de behoeften van de consumenten. - Allocatie: Lett. toewijzing - Optimale allocatie: De beschikbare productiemiddelen worden zoveel mogelijk gebruikt waar ze de grootste bijdrage leveren aan de productie, maar ook dat juist die goederen worden geproduceerd die door de consumenten worden verlangd. Deze aanwijzing (allocatie) is nodig omdat de hoeveelheid productiemiddelen niet onbeperkt is. Daarom moeten er keuzes worden gemaakt. Het allocatievraagstuk omvat de volgende vragen: Pagina 11 van 13
12 - Wat moet er worden geproduceerd? - In welke hoeveelheden? - Waar? - Hoe? - Waarmee? - Wanneer? - Door wie? (overheid of particuliere bedrijven) De antwoorden op deze vragen worden zowel bepaald door de behoeften van de consumenten als door de productiemogelijkheden binnen een economie. In een economie kunnen we verschillende allocatiemechanismen werkzaam zijn: - het marktmechanisme (zie. 23) - het budgetmechanisme (zie. 24) - het planmechanisme (zie. 25) 23. Het marktmechanisme: vraag en aanbod - Marktmechanisme: Vraag en aanbod (de markt) bepalen wat er geproduceerd wordt. Ieder beslist voor zich. Voordeel: Er wordt altijd gemaakt wat de consument wil. Nadeel: - Niet alles is voor iedereen betaalbaar - Geen collectieve goederen - Er wordt geen rekening gehouden met externe effecten 24. Het budgetmechanisme - Budgetmechanisme: Democratisch gekozen groep die beslist waar geld aan uitgegeven wordt. Het geld wordt niet altijd doelmatig uitgegeven. Betaler is niet gelijk aan de gebruiker. Voordeel: - Er wordt rekening gehouden met externe effecten. Er kunnen allerlei overwegingen worden ingebracht in het besluitvormingsproces. Nadeel: - Je moet afwachten of de beslissingen van de politici ook echt de behoeften van de consumentenkiezers weerspiegelen. Bij het budgetmechanisme vindt de toewijzing van productiemiddelen plaats via begrotingen of budgetten. De politieke vertegenwoordigers discussiëren over wat en hoeveel er geproduceerd gaat worden. Uiteindelijk leggen ze hun besluiten vast in de vorm van een begroting of een budget. Budget is een ander woord voor begroting. Pagina 12 van 13
13 25. Het planmechanisme - Planmechanisme: De beslissingen over de omvang en de richting van de productie worden op centraal niveau genomen. Dat leidt tot een centraal geleide economie. - Voordeel: - Duidelijkheid en stabiliteit - Geen werkloosheid (wel verborgen werkloosheid) - Weinig inkomens verschillen - Nadeel: - Er wordt niet geproduceerd wat de consument wil - Weinig prikkels voor economische groei Verder zie tekst Pagina 13 van 13
Samenvatting Economie Module 7 De Overheid
Samenvatting Economie Module 7 De Overheid Samenvatting door een scholier 946 woorden 15 november 2007 5 8 keer beoordeeld Vak Economie Economie module 7: de overheid Samenvatting voor GR ECONOMISCHE ORDE
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 7 Belasting en Sociale premies: Lust of Last?
Samenvatting Economie Hoofdstuk 7 Belasting en Sociale premies: Lust of Last? Samenvatting door een scholier 1592 woorden 30 oktober 2004 8 49 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting Hoofdstuk 7 Belasting
Nadere informatieBegrippen: - Overheid: Onder overheid verstaan we het Rijk en de overige publiekrechtelijke lichamen, zoals provincies en gemeenten.
Samenvatting door een scholier 919 woorden 20 juni 2007 6,8 6 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie Hoofdstuk 4 Productie door de overheid 4.1 De sector overheid - Overheid: Onder overheid
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 4, 12 en 13
Samenvatting Economie Hoofdstuk 4, 12 en 13 Samenvatting door een scholier 934 woorden 16 jaar geleden 6,8 59 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Hoofdstuk 4. Onder de collectieve sector verstaan
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 7
Samenvatting Economie Hoofdstuk 7 Samenvatting door Wil 902 woorden 6 juli 2014 6,6 29 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Overheid: Alle gemeentes, provincies en het rijk in Nederland. Collectieve
Nadere informatie6,9. Samenvatting door Larissa 659 woorden 18 januari keer beoordeeld. Samenvatting Economie Werk & Inkomen H1. Actieven en inactieven:
Samenvatting door Larissa 659 woorden 18 januari 2016 6,9 10 keer beoordeeld Vak Methode Economie Index Samenvatting Economie Werk & Inkomen H1 Actieven en inactieven: Actieven; mensen die betaald werk
Nadere informatieGroep Wegingsfactor Prijsverandering Partieel prijsindexcijfer Woning 40% +10% 110 Voeding 30% -10% 90 Kleding 20% +20% 120 Diversen 10% +15% 115
Samenvatting door M. 1480 woorden 6 januari 2014 7,2 17 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Tijd is geld De ECB leent geld uit aan de banken. Ze rekenen daar reporente voor. Banken
Nadere informatieGroei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2
Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2 Als je moet kiezen welk plaatje je op je cijferlijst zou willen hebben,
Nadere informatie5,9. Samenvatting door een scholier 2002 woorden 14 juni keer beoordeeld
Samenvatting door een scholier 2002 woorden 14 juni 2011 5,9 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans H8 Collectieve lasten (8.1) - Collectieve sector = overheidssector + instellingen voor sociale
Nadere informatieRente de prijs van tijd. Als rente hoger is dan de opofferingskosten individuele prijs van tijd niet lenen maar sparen
Rente de prijs van tijd. Als rente hoger is dan de opofferingskosten individuele prijs van tijd niet lenen maar sparen Ruilen over de tijd Intertemporele substitutie Bedrijven lenen geld om te investeren
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 8
Samenvatting Economie Hoofdstuk 8 Samenvatting door een scholier 1279 woorden 6 december 2005 5,7 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie Kern van de economie Economie Hoofdstuk 8 Paragraaf 1 Functies van
Nadere informatieDomein E: Ruilen over de tijd. fransetman.nl
Domein E: Ruilen over de tijd Rente : prijs van tijd Nu lenen: een lagere rente Nu sparen: een hogere rente Individuele prijs van tijd: het ongemak dat je ervaart Algemene prijs van tijd: de rente die
Nadere informatieH1: Economie gaat over..
H1: Economie gaat over.. 1: Belangen Geld is voor de economie een smeermiddel, door het gebruik van geld kunnen we handelen, sparen en goederen prijzen. Belangengroep Belang = Ze komen op voor belangen
Nadere informatie5.5. Boekverslag door D woorden 8 april keer beoordeeld. Samenvatting Economie Mod.7
Boekverslag door D. 1344 woorden 8 april 2003 5.5 28 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting Economie Mod.7 Hoofdstuk 1 1 De inrichting van de productie De allocatie is de toedeling van de productiemiddelen,
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 7
Samenvatting Economie Hoofdstuk 7 Samenvatting door een scholier 1637 woorden 13 juni 2004 6,5 14 keer beoordeeld Vak Economie Economie hoofdstuk 7 7.1 * Collectieve lasten bestaan uit: - belastingen die
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 4.1 t/m 4.6
Samenvatting Economie Hoofdstuk 4.1 t/m 4.6 Samenvatting door een scholier 1377 woorden 29 maart 2010 7 6 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans Economie samenvatting Hoofdstuk 4 Beroepsbevolking
Nadere informatieEconomie Elementaire economie 3 VWO
Economie Elementaire economie 3 VWO Les 13 Introductie overheid Ontwerp power point: Henk Douna docent: Jeannette de Beus De komende weken: de overheid Consumenten De markt Producenten Bijvoorbeeld Goederenmarkt
Nadere informatieParticuliere sector: Bedrijven en gezinnen. Deze sector streeft naar winst, bijvoorbeeld supermarkten, bakkers en kledingwinkels.
Samenvatting door A. 952 woorden 14 juni 2013 6,3 11 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie 1 De collectieve sector: Particuliere sector: Bedrijven en gezinnen. Deze sector streeft naar
Nadere informatieBegrippenlijst Economie Hoofdstuk 7 en 8
Begrippenlijst Economie Hoofdstuk 7 en 8 Begrippenlijst door een scholier 1298 woorden 26 februari 2004 6,2 13 keer beoordeeld Vak Economie Begrippen hoofdstuk 7 en 8 Collectieve sector -> bestaat uit
Nadere informatieDOMEIN E: RUILEN OVER DE TIJD. Module 4 Nu en later
DOMEIN E: RUILEN OVER DE TIJD Module 4 Nu en later Inflatie Definitie: stijging van het algemeen prijspeil Gevolgen van inflatie koopkracht neemt af Verslechtering internationale concurrentiepositie Bij
Nadere informatieA. Collectieve lastendruk (overheidsinkomsten) = Belastingen en soc. Premies/Nationaal inkomen X 100%
Samenvatting door een scholier 475 woorden 11 juni 2001 3,3 107 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Hoofdstuk 4 Productie door de overheid Paragraaf 1 Collectieve sector: 1. Overheid (Rijk, provincies,
Nadere informatieSamenvatting Economie Collectieve sector
Samenvatting Economie Collectieve sector Samenvatting door een scholier 187 woorden 10 maart 2009 8,3 6 keer beoordeeld Vak Economie Belastinginkomsten. Je hebt twee soorten belastingen namelijk de directe
Nadere informatie5,6. Praktische-opdracht door een scholier 2583 woorden 20 december keer beoordeeld
Praktische-opdracht door een scholier 2583 woorden 20 december 2002 5,6 76 keer beoordeeld Vak Economie Iedereen heeft met geld te maken, jong en oud. Jongeren misschien wat minder dan oudere mensen, maar
Nadere informatieRuilen over de tijd (havo)
1. Leg uit dat het sparen door gezinnen een voorbeeld is van ruilen in de tijd. 2. Leg uit waarom investeren door bedrijven als ruilen over de tijd beschouwd kan worden. 3. Wat is intertemporele substitutie?
Nadere informatieDomein GTST havo. 1) Gezinnen, bedrijven, overheid en buitenland; of anders geformuleerd: (C + I + O + E M)
1) Geef de omschrijving van trendmatige groei. 2) Wat houdt conjunctuurgolf in? 3) Noem 5 conjunctuurindicatoren. 4) Leg uit waarom bij hoogconjunctuur de bedrijfswinsten zullen stijgen. 5) Leg uit waarom
Nadere informatieSamenvatting Economie Lesbrief Arbeidsmarkt
Samenvatting Economie Lesbrief Arbeidsmarkt Samenvatting door een scholier 1291 woorden 7 maart 2004 8,4 13 keer beoordeeld Vak Economie Lesbrief 'de Arbeidsmarkt' Hoofdstuk 1 Concrete markt: een vaste
Nadere informatieDomein E: Concept Ruilen over de tijd
1. Het bruto binnenlands product is gestegen met 0,9%. Het inflatiepercentage bedraagt 2,1%. Bereken de reële groei van het BBP. 2. Waarmee wordt het inflatiepercentage gemeten? 3. Lees de onderstaande
Nadere informatieEindexamen economie havo II
Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 import: 250 + 29 + 139 + 415 460
Nadere informatieSamenvatting Economie Module 2, Hoofdstuk 1
Samenvatting Economie Module 2, Hoofdstuk 1 Samenvatting door een scholier 2073 woorden 9 juni 2007 5,1 9 keer beoordeeld Vak Methode Economie Economie voor jou Economie Module 2 Hoofdstuk 1 Tekst 1 In
Nadere informatieAls de lonen dalen, dalen de loonkosten voor de producent. Hetgeen kan betekenen dat de producent niet overgaat tot mechanisatie/automatisering.
Top 100 vragen. De antwoorden! 1 Als de lonen stijgen, stijgen de productiekosten. De producent rekent de hogere productiekosten door in de eindprijs. Daardoor daalt de vraag naar producten. De productie
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 6
Samenvatting Economie Hoofdstuk 6 Samenvatting door een scholier 2139 woorden 16 oktober 2005 7,4 25 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Paragraaf 1 Micro-economie: als we de productie door 1
Nadere informatieStartkwalificatie Het minimale onderwijsniveau dat volgens de overheid nodig is om en baan te vinden. Het gaat dan om een diploma, havo, vwo of mbo.
Samenvatting door D. 1363 woorden 7 februari 2016 0 keer beoordeeld Vak Economie Paragraaf 1; De werknemer Startkwalificatie Het minimale onderwijsniveau dat volgens de overheid nodig is om en baan te
Nadere informatieRelatieve schaartste (met productie factoren bereikt(prijs)) Vrij goed (zonder de mens bereikt (gratis))
Samenvatting door een scholier 421 woorden 11 maart 2002 6 51 keer beoordeeld Vak Economie Economie Lesbrief Welvaart Hoofstuk 1 Goederen Diensten Materieel Immaterieel Stoffelijk
Nadere informatieSamenvatting Economie samenvatting overheid + hfdst 1 consumenten en producenten
Samenvatting Economie samenvatting overheid + hfdst 1 consumenten en producenten Samenvatting door J. 1607 woorden 28 augustus 2012 5,5 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie Index H1: De omvang van de
Nadere informatieTe weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken.
Hoofdstuk 4 Inkomen Paragraaf 4.1 De inkomensverschillen Waardoor ontstaan inkomens verschillen. Inkomensverschillen ontstaan door: Opleiding Verantwoordelijkheid Machtspositie Onregelmatigheid of gevaar
Nadere informatieWerkstuk Economie Lesbrief inkomen
Werkstuk Economie Lesbrief inkomen Werkstuk door een scholier 2411 woorden 19 februari 2000 6,2 173 keer beoordeeld Vak Economie HOOFDSTUK 1 INKOMEN 1.1 SOORTEN INKOMEN Als we het in de economie over inkomen
Nadere informatieECONOMIE. Begrippenlijst H6 VMBO-T2. PINCODE 5 e editie vmbo-kgt onderbouw. Bewerkt door D.R. Hendriks. Sint Ursula Scholengemeenschap, Horn
ECONOMIE VMBO-T2 Begrippenlijst H6 PINCODE 5 e editie vmbo-kgt onderbouw Bewerkt door D.R. Hendriks Sint Ursula Scholengemeenschap, Horn Versie 1 2013-2014 Hoofdstuk 6 Overheid overbodig? Paragraaf 6.1
Nadere informatieEconomie Pincode klas 4 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 4: Aan het werk! Exameneenheid: Arbeid en productie
4.1 Werk je voor loon of voor winst? Werknemer Werkgever zzp = je werkt in loondienst in opdracht van een werkgever en je ontvangt loon = je werkt als zelfstandige met werknemers in dienst en de nettowinst
Nadere informatie1. Leg uit dat het sparen door gezinnen een voorbeeld is van ruilen in de tijd. 2. Leg uit waarom investeren door bedrijven als ruilen over de tijd beschouwd kan worden. 3. Wat is intertemporele substitutie?
Nadere informatie5.1 Wie is er werkloos?
5.1 Wie is er werkloos? Volgens het CBS behoren mensen tot de werkloze beroepsbevolking als ze een leeftijd hebben van 15 tot en met 64 jaar, minder dan 12 uur werken, actief op zoek zijn naar betaald
Nadere informatieSamenvatting Economie Module 7, Hoofdstuk 1 t/m 3
Samenvatting Economie Module 7, Hoofdstuk 1 t/m 3 Samenvatting door een scholier 1689 woorden 12 juni 2004 6 21 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Hoofdstuk 1, Module 7 Bij het produceren
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 2
Samenvatting Economie Hoofdstuk 2 Samenvatting door een scholier 1990 woorden 6 december 2010 3,6 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans 2.1 produceren Produceren: het maken van goederen en het
Nadere informatiesituatie febr 2010 Volksverzekeringen Algemene Ouderdomswet 2 Algemene Nabestaandenwet 2 ANW Algemene kinderbijslagwet 2 AKW
situatie febr 2010 Sociale zekerheid te verdelen in twee stukken: Sociale verzekeringen Sociale voorzieningen Sociale verzekeringen worden beheerd/ uitgevoerd door de sociale verzekeringsfondsen (o.a.
Nadere informatieBoek 4 Hoofdstuk 7: De overheid en ons inkomen
Boek 4 Hoofdstuk 7: De overheid en ons inkomen Valt het mee of tegen? a Als Yara een appartement koopt moet ze een hypotheek afsluiten. Hiervoor betaalt ze iedere maand een bepaald bedrag. Dit zijn haar
Nadere informatie*nederland = verzorgingsstaat > veel geld naar sociale zekerheid (uitkeringen e.d)
Samenvatting door een scholier 1561 woorden 9 oktober 2003 7,7 57 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans Economie H7 7.1 *Collectieve sector bestaat uit: overheidssector instellingen die de sociale
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur
Samenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur Samenvatting door een scholier 1286 woorden 9 januari 2013 6,8 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent 19.1 Personele inkomensverdeling
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 4
Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting door een scholier 1972 woorden 21 april 2005 7,1 35 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Hoofdstuk 4 onder de collectieve sector wordt de overheid
Nadere informatieDe overheid. Uitgaven: uitkeringen en subsidies. De overheid. Ontvangsten: belasting en premies. De grote herverdeler van inkomens
Overheid H2 De overheid De grote herverdeler van inkomens Ontvangsten: belasting en premies De overheid Uitgaven: uitkeringen en subsidies De grote herverdeler van inkomens 2 De Nederlandse overheid Belangrijke
Nadere informatie7,5. Samenvatting door een scholier 1363 woorden 7 februari keer beoordeeld. Lesbrief: Arbeidsmarkt. Hoofdstuk 1: De arbeidsmarkt op
Samenvatting door een scholier 1363 woorden 7 februari 2002 7,5 813 keer beoordeeld Vak Economie Lesbrief: Arbeidsmarkt Hoofdstuk 1: De arbeidsmarkt op Concrete markt: een plek waar vragers en aanbieders
Nadere informatie5.2 Wie is er werkloos?
5.2 Wie is er werkloos? Volgens het CBS behoren mensen tot de werkloze beroepsbevolking als ze een leeftijd hebben van 15 tot en met 64 jaar, minder dan 12 uur werken, actief op zoek zijn naar betaald
Nadere informatie1)Waaruit bestaat de vraag op de Werkenden en arbeidsmarkt? (openstaande)vacatures. 2)Noem een ander woord voor Werkenden werkgelegenheid.
1 1)Waaruit bestaat de vraag op de arbeidsmarkt? 2)Noem een ander woord voor werkgelegenheid. 3)Wie vragen arbeid? 4)Met welk woord wordt het aanbod van arbeid ook aangeduid? 5)Geef de omschrijving van
Nadere informatieRendement = investeringsopbrengst/ investering *100% Reëel rendement = Nominaal rendement / CPI * 100-100 Als %
Inflatie Stijging algemene prijspeil Consumenten Prijs Indexcijfer Gewogen gemiddelde Voordeel: Mensen met schulden Nadeel: Mensen met loon, spaargeld Reële winst bedrijven daalt Rentekosten bedrijven
Nadere informatie6,1. Samenvatting door een scholier 2162 woorden 3 juni keer beoordeeld. De collectieve sector blauwe boekje H1 + H2
Samenvatting door een scholier 2162 woorden 3 juni 2010 6,1 13 keer beoordeeld Vak Economie De collectieve sector blauwe boekje H1 + H2 De rijksoverheid is onderdeel van de collectieve sector. Om de uitgaven
Nadere informatieEconomie Pincode klas 4 VMBO-GT 5 e editie Samenvatting Hoofdstuk 7 De overheid en ons inkomen Exameneenheid: Overheid en bestuur
Paragraaf 7.1 Groeit de economie? BBP = Bruto Binnenlands Product, de totale productie in een land in één jaar Nationaal inkomen = het totaal van alle inkomens in een land in één jaar Inkomen = loon, rente,
Nadere informatieSamenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3
Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3 Samenvatting door H. 1812 woorden 16 juni 2013 6 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Economie samenvatting Werk hoofdstuk 1, 2 en 3 Hoofdstuk 1. Werken
Nadere informatieSamenvatting Economie 3.5 & 3.6 & Hoofdstuk 5
Samenvatting Economie 3.5 & 3.6 & Hoofdstuk 5 Samenvatting door een scholier 1511 woorden 9 april 2003 5,7 18 keer beoordeeld Vak Economie 3,5 Stelsel sociale zekerheid: Sociale verzekeringen: Worden allen
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 4
Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting door een scholier 977 woorden 10 maart 2004 7,8 10 keer beoordeeld Vak Economie Beroepsbevolking: aantal mensen tussen 15-65 jaar Werkzame beroepsbevolking:
Nadere informatieModule 8 havo 5. Hoofdstuk 1 conjunctuurbeweging
Module 8 havo 5 Hoofdstuk 1 conjunctuurbeweging Economische conjunctuur hoogconjunctuur Reëel binnenlands product groeit procentueel sterker dan gemiddeld. laagconjunctuur Reëel binnenlands product groeit
Nadere informatieArbeidsmarkt Vraag naar arbeid Werkgelegenheid Aanbod van arbeid: b Marktmechanisme Loonkosten per product
Arbeidsmarkt Vraag naar arbeid = mensen Door werkgevers: bedrijven en overheid Werkgelegenheid Hoe lager het loon, hoe groter de vraag naar arbeid Aanbod van arbeid: beroepsbevolking (iedereen tussen de
Nadere informatieSamenvatting Economie Jong & Oud
Samenvatting Economie Jong & Oud Samenvatting door S. 1109 woorden 25 april 2017 7,3 3 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1: School of baantje Budgetlijn - Geeft verschillende combinaties
Nadere informatieEindexamen vwo economie 2014-I
Opgave 1 1 maximumscore 2 De kredietcrisis in de VS leidt ertoe dat Nederlandse banken verlies lijden op hun beleggingen in de VS en daardoor minder makkelijk krediet verstrekken aan bedrijven. Hierdoor
Nadere informatie5,7. Samenvatting door een scholier 1664 woorden 2 januari keer beoordeeld 4.1
Samenvatting door een scholier 1664 woorden 2 januari 2016 5,7 6 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode H4 4.1 Mensen hebben verschillende motieven om te werken. Behalve om geld te verdienen, werken
Nadere informatieInkomsten en uitgaven van de landsoverheid Curaçao in 2014
Inkomsten en uitgaven van de landsoverheid Curaçao in 2014 Inleiding Joyce Mahabali De inkomsten van de overheid zijn de gelden die de overheid binnenkrijgt, overheidsuitgaven zijn de gelden die de overheid
Nadere informatie6,1. Samenvatting door M. 884 woorden 28 december keer beoordeeld. Economie Hoofdstuk 5
Samenvatting door M. 884 woorden 28 december 2015 6,1 5 keer beoordeeld Vak Economie Economie Hoofdstuk 5 1 Stroomgrootheden: meten tijden een bepaalde periode sparen, lenen, inkomen etc Voorraadgrootheden:
Nadere informatie4,8. Samenvatting door een scholier 1776 woorden 6 december keer beoordeeld
Samenvatting door een scholier 1776 woorden 6 december 2010 4,8 1 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans 4.1 het aanbod van arbeid Arbeid is een productiefactor. De arbeidsmarkt is de abstracte
Nadere informatieGeboorteoverschot: Bij een geboorteoverschot worden er per jaar meer mensen geboren dan er sterven.
Boekverslag door Een scholier 1354 woorden 17 december 2002 7.6 26 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans Economie PW Hoofdstuk 4 4.1 Beroepsbevolking: Het aantal mensen tussen 15 en 65 jaar, dat
Nadere informatieEconomie Collectieve sector hoofdstuk 1,2,3 Hoofdstuk 1
Samenvatting door een scholier 1763 woorden 29 november 2009 9,4 16 keer beoordeeld Vak Economie Economie Collectieve sector hoofdstuk 1,2,3 Hoofdstuk 1 Directe belastingen: zijn belastingen die je betaalt
Nadere informatieOverheid in ruime zin - centrale overheid + lagere overheden (provincies en gemeenten)
Begrippenlijst door V. 1548 woorden 7 juni 2013 4 3 keer beoordeeld Vak Methode Economie Kern van de economie Economie begrippen hoofdstuk 12 12.1 de collectieve sector Collectieve sector - (overheid in
Nadere informatieInhoud. 1 Inleiding. Markt of overheid. 1 wat is economie? 11 Productiefactoren 11 Schaarste en welvaart 12 2
Inhoud 1 Inleiding 1 wat is economie? 11 Productiefactoren 11 Schaarste en welvaart 12 2 modellen 12 2 Markt of overheid 1 de vraag 14 Prijzen en gevraagde hoeveelheid 14 D De vraagfunctie 14 D Verschuiving
Nadere informatieEindexamen economie havo I
Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 9 en 10
Samenvatting Economie Hoofdstuk 9 en 10 Samenvatting door een scholier 2188 woorden 14 februari 2016 8,6 15 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Hoofdstuk 9: Schommelingen in de economie 9.1 Schommelingen
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 havo 2006-II
Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Voorbeelden van een juist antwoord zijn: kosten van politie-inzet
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 havo 2004-I
4 Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juist antwoord
Nadere informatieSamenvatting Economie Nationale Rekeningen
Samenvatting Economie Nationale Rekeningen Samenvatting door een scholier 1747 woorden 18 november 2004 4,8 57 keer beoordeeld Vak Methode Economie Kern van de economie 1.1 Macro-economie Kenmerk macro-economie
Nadere informatieEconomische conjunctuur
Economische conjunctuur hoogconjunctuur Reëel binnenlands product groeit procentueel sterker dan gemiddeld. Ontstaat door veel vraag naar producten Trend (Gemiddelde groei over groot aantal jaren) laagconjunctuur
Nadere informatie6,3 ECONOMIE. Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari keer beoordeeld. Lesbrief Globalisering INFLATIE
Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari 2011 6,3 17 keer beoordeeld Vak Economie ECONOMIE Lesbrief Globalisering INFLATIE Soort Oorzaken OPLOSSINGEN Vraag Bestedingsinflatie Door de oplevende
Nadere informatiePraktische opdracht Economie Prijsveranderingen door de Euro
Praktische opdracht Economie Prijsveranderingen door de Euro Praktische-opdracht door een scholier 2050 woorden 10 jaar geleden 7,6 15 keer beoordeeld Vak Economie Voorwoord Het onderwerp dat we hebben
Nadere informatie6,6. Samenvatting door een scholier 768 woorden 3 maart keer beoordeeld. Economie in context. Hoofdstuk Bruto- en nettoloon
Samenvatting door een scholier 768 woorden 3 maart 2015 6,6 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie Economie in context Hoofdstuk 1 1.1 Bruto- en nettoloon Loonstrook/Salarisspecificatie -> krijg je elke
Nadere informatieSamenvatting Economie Voor in GR: examen
Samenvatting Eco Voor in GR: examen eco Samenvatting door een scholier 653 woorden 20 mei 2007 6,5 9 keer beoordeeld Vak Methode Eco Centraal examen Examen eco Zet dit in je rekenmachine voor je (havo)
Nadere informatieSamenvatting Economie Lesbrief Inkomen, Hoofdstuk 1 t/m 6
Samenvatting Economie Lesbrief Inkomen, Hoofdstuk 1 t/m 6 Samenvatting door een scholier 1640 woorden 19 januari 2004 7,8 48 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1 Paragraaf 1 Directe ruil=
Nadere informatieGoede tijden, slechte tijden. Soms zit het mee, soms zit het tegen
Slides en video s op www.jooplengkeek.nl Goede tijden, slechte tijden Soms zit het mee, soms zit het tegen 1 De toegevoegde waarde De toegevoegde waarde is de verkoopprijs van een product min de ingekochte
Nadere informatieBruto binnenlands product
Bruto binnenlands product Binnenlands = nationaal Productie bedrijven Individuele goederen Omzet Inkoop van grond- en hulpstoffen - Bruto toegevoegde waarde Afschrijvingen- Netto toegevoegde waarde = Beloningen
Nadere informatieSamenvatting door een scholier 1905 woorden 16 maart keer beoordeeld. Economie Hoofdstuk 4
Samenvatting door een scholier 1905 woorden 16 maart 2011 0 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans Economie Hoofdstuk 4 4.1 Het aanbod van arbeid Het aanbod van arbeid is gelijk aan de omvang van
Nadere informatieH2: Economisch denken
H2: Economisch denken 1 : Produceren Produceren: Het voortbrengen van goederen en diensten met behulp van de productiefactoren door bedrijven en de overheid. Alleen bedrijven en de overheid kunnen produceren
Nadere informatieDeelvraag van hoofdstuk 1 = Hoe komen de verschillende inkomens tot stand?
Samenvatting door een scholier 2055 woorden 10 oktober 2001 7,3 256 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 Inkomen Deelvraag van hoofdstuk 1 = Hoe komen de verschillende inkomens tot stand? Looninkomen,
Nadere informatieWelvaart en groei. 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte kunnen voorzien. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten?
1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten? 3) Wat zijn negatief externe effecten? 4) Waarom is deze maatstaf niet goed genoeg? Licht toe. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 havo 2008-II
Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 De werkgelegenheid verandert met
Nadere informatieKleurpagina vraagkaartjes beginner Ruilen over de tijd Quiz. Deze pagina 2 keer printen daarna op de achterkant de vraagkaartjes Ruilen over de tijd
Kleurpagina vraagkaartjes beginner Ruilen over de tijd Quiz. Deze pagina 2 keer printen daarna op de achterkant de vraagkaartjes Ruilen over de tijd quiz beginner printen en uitsnijden of knippen. Bijlage
Nadere informatie6,7. Samenvatting door een scholier 1150 woorden 10 oktober keer beoordeeld. De productiefactoren noemen en hun beloningen onderscheiden.
Samenvatting door een scholier 1150 woorden 10 oktober 2015 6,7 9 keer beoordeeld Vak Economie De productiefactoren noemen en hun beloningen onderscheiden. Productiefactoren: arbeid, ondernemerschap, kapitaal
Nadere informatie8,5. Samenvatting door Nienke 1188 woorden. 2 keer beoordeeld 6 mei Domein G: Risico en informatie. Informatie bij marktpartijen
8,5 Samenvatting door Nienke 1188 woorden 2 keer beoordeeld 6 mei 2017 Vak Economie Domein G: Risico en informatie Informatie bij marktpartijen Symmetrische informatie alle partijen dezelfde informatie
Nadere informatieKiezen Theorieles 1 1 Schriftelijke toets
A. LEER EN TOETSPLAN Onderwerp: Kiezen Kerndoel(en): 40 De leerling leert betekenisvolle vragen te stellen over maatschappelijke kwesties 46 De leerling leert in de eigen omgeving effecten te herkennen
Nadere informatieIedereen betaalt btw. Daarnaast betaalt iedereen die werkt ook loon- of inkomstenbelasting.
Hoofdstuk 7: De overheid en ons inkomen Valt het mee of tegen? a b c Als Yara een appartement koopt moet ze een hypotheek afsluiten. Hiervoor betaalt ze iedere maand een bepaald bedrag. Dit zijn haar vaste
Nadere informatieExamen HAVO. Economie 1
Economie 1 Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 21 juni 13.30 16.00 uur 20 00 Dit examen bestaat uit 31 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel punten met een goed
Nadere informatie7.6. Inkomen HOOFDSTUK 5 SOCIALE ZEKERHEID 5.1 GESCHIEDENIS VAN DE SOCIALE ZEKERHEID 5.2 COLLECTIEF OF PARTICULIER?
Boekverslag door I. 1977 woorden 22 april 2007 7.6 10 keer beoordeeld Vak Economie Inkomen HOOFDSTUK 5 SOCIALE ZEKERHEID 5.1 GESCHIEDENIS VAN DE SOCIALE ZEKERHEID o Sociale zekerheid is eigenlijk het stelsel
Nadere informatieSamenvatting Economie Inkomen, H. 1-4, 6, 7
Samenvatting Economie Inkomen, H. 1-4, 6, 7 Samenvatting door een scholier 1525 woorden 14 februari 2007 7,6 5 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1: Een inkomen in natura: een inkomen in goederen Arbeidsverdeling:
Nadere informatieEindexamen economie 1 vwo 2001-II
4 Antwoordmodel Opgave Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. ja Uit de toelichting moet blijken dat de stijging
Nadere informatieSamenvatting Economie Lesbrief Modellen
Samenvatting Economie Lesbrief Modellen Samenvatting door een scholier 1385 woorden 6 mei 2006 6,2 13 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO H. 1, Crisis. Conjunctuurtheorie = theorie over crisis met
Nadere informatieEconomie Samenvatting M4
Economie Samenvatting M4 Hoofdstuk 1 De prijs van tijd Ruilen over tijd is een belangrij onderdeel van economisch handelen. Dat geldt voor huishoudens, bedrijven en de overheid. Gezinnen sparen voor hun
Nadere informatie