Opleiding APOTHEKERSASSISTENT

Transcriptie

1 Naam student: Praktijk: Opleiding APOTHEKERSASSISTENT Handboek bij de beroepspraktijkvorming Voor student en praktijkopleiders Cohort 2016 BOL Leerjaar 3

2 INHOUD Algemeen Voor wie is dit handboek 3 Het kwalificatiedossier apothekersassistent 3 De plaats van de BPV in het onderwijs 4 Beoordeling BPV 6 Ziekteverzuim 7 De rol van de student, praktijkopleider, BPV coördinator en SLB ér 8 Begrippenlijst 9 Bijlagen 12 Verklaring tot geheimhouding 14 Formulier informatie communicatie 17 Formulier kennismakingsgesprek 20 Formulier voortgangsgesprek 21 Formulier eindgesprek 22 Formulier POP/PAP 23 Formulier beoordeling werkhouding BPV 24 BPV opdrachten 26 BPV model Kellebeek College, BPV Handboek Opleiding Apothekersassistent, BOL, cohort 2016, leerjaar 3 Pagina 2

3 Voor wie is dit handboek Dit handboek is bedoeld voor zowel praktijkopleiders als studenten. Met dit handboek willen we een ieder zo goed mogelijk informeren over de stage. Het bevat handvatten om de beroepspraktijkvorming vorm en inhoud te geven. Het Handboek is digitaal aanwezig voor studenten op It s learning en voor de praktijkopleiders op Vragen over de inhoud van dit handboek: - de student bespreekt het met de SLB docent - de praktijkopleiders kunnen het beste contact opnemen met de BPV coördinatoren of met de domeinhouder BPV Marlies Grommen M.Grommen@rocwb.nl Het Kwalificatiedossier De basis van de opleiding wordt bepaald door het beroepsprofielcompetentieprofiel van de apothekersassistent. Vervolgens is door de MBO Raad en het ministerie van OC&W bepaald dat om voor een diploma in aanmerking te komen, je moet voldoen aan gestelde eisen, die beschreven staan in: het kwalificatiedossier (2015) van de betreffende opleiding de kwalificatie-eisen loopbaan en burgerschap Kellebeek 2013 regelgeving m.b.t. taal- en rekenvaardigheden MBO Het kwalificatiedossier maakt duidelijk hoe binnen het onderwijs gehoor gegeven wordt aan het beroepsprofiel. Hierin worden op hoofdlijnen de diploma-eisen beschreven. Deze eisen geven samen weer wat de gediplomeerde moet kunnen als hij/zij op de arbeidsmarkt start. Het kwalificatiedossier Apothekersassistent crebo is opgebouwd uit de volgende kerntaken: Kerntaak 1: Kerntaak 2: Kerntaak 3: Bieden van farmaceutische patiëntenzorg Bereiden van geneesmiddelen Uitvoeren van organisatie- en professie gebonden taken In het kwalificatiedossier wordt de inhoud van de opleiding beschreven. Je kunt dus in het kwalificatiedossier lezen wat je allemaal moet weten en kunnen aan het einde van de opleiding. Elk beroep heeft een aantal kerntaken, dit zijn kenmerkende werkzaamheden van de beroepsbeoefenaar. Bij elke kerntaak worden werkprocessen beschreven die iemand als startende beroepsbeoefenaar in de beroepspraktijk moet kunnen uitvoeren. Iedere kerntaak heeft meerdere werkprocessen. De werkprocessen behorende bij een kerntaak zijn een bundeling van beroeps-handelingen. Een werkproces heeft een begin en een eind. Dit leidt tot een bepaald resultaat. Je kunt het kwalificatiedossier van jouw opleiding vinden op de website: Kellebeek College, BPV Handboek Opleiding Apothekersassistent, BOL, cohort 2016, leerjaar 3 Pagina 3

4 De BPV van de Apothekersassistent Sleutelrol voor beroepspraktijk Leren in de beroepscontext is van groot belang. Zo ontwikkelen studenten de gevraagde kwaliteiten door integratie van kennis vaardigheden en houding. De eisen van de beroepspraktijk staan centraal bij beroepsgericht opleiden. Handelingsbekwaam worden op de werkvloer, daar gaat het om. De praktijk is de beste leerschool. De leervraag van de student vormt daarin het vertrekpunt. Praktijkbegeleiding coacht Zelfstandige studenten moeten hun eigen leertraject kunnen volgen. Begeleiders stemmen hun aanpak hierop af. Meer coachend en ondersteunend zijn, minder docerend en sturend. Dat betekent zelfsturing stimuleren, alsmede zelfleren en reflectie op het eigen handelen. De praktijkbegeleiding schept voorwaarden om dit mogelijk te maken. Kerntaak 3 en 4 De student zal in de laatste BPV periode (3.2) van haar opleiding op het praktijkadres de Proeve van Bekwaamheid Kerntaak 3 en 4 afleggen. Tijdens het examen van kerntaak 3 en 4 moeten onze studenten opdrachten uit voeren. De opdrachten en de beoordeling zal de student meebrengen. Een voorlichtingsbijeenkomst voor het BPV adres is georganiseerd. op Datum: maandag 18 februari 2019 Plaats: Oostelijke Havendijk 1, 4704 AD Roosendaal Tijd: 19:00 20:30 uur U kunt u aanmelden door middel van een aan kcwerkvelden@rocwb.nl, met vermelding van kerntaak 3 en 4 Voor uitgebreide informatie verwijzen we naar Beoordeling Proeve van Bekwaamheid ofwel assessment Kerntaak 3 en 4 De student legt in haar laatste BPV periode de Proeve van Bekwaamheid Kerntaak 3 en 4 af op het praktijkadres. De student ontvangt hiervoor de laatste versie van de door STeAG ontwikkelde proeve van bekwaamheid kerntaak 3. Zij heeft hierover op school uitleg gekregen en is toegerust om de praktijkopleiders te informeren. Assessment KT 3 /4 betreft een exameninstrument wat bedoeld is om vast te stellen of een student voldoende competent is op het gebied van uitvoeren van organisatie- en professie gebonden taken. Voor de uitvoering van de Proeve plant de student samen met de praktijkopleiders momenten in waarop de verschillende werkprocessen kunnen/zullen worden afgetoetst. De student wordt door twee onafhankelijke beoordelaars geobserveerd en beoordeeld op het vereiste niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar volgens de in STeAG aangegeven methode. Kellebeek College, BPV Handboek Opleiding Apothekersassistent, BOL, cohort 2016, leerjaar 3 Pagina 4

5 In fase 3 doorloopt de student 1 BPV- periode. BPV dagen: maandag en vrijdag BPV - periode: (start m.i.v. week 35, t/m ) Week: 35 Start BPV Week: 40 / 41 BPV adres bellen Week: 44 t/m 2 1 e BPV bezoek Week 6 Inleveren werkhouding BPV (tussenbeoordeling) Week 11 t/m 21 2 e BPV bezoek Week 23 Inleveren werkhouding BPV (eindbeoordeling) (uiterlijk ) Week: 24 Inleveren getekende BPV urenregistratie (van totale BPV) Week: 25 Einde BPV periode Alleen na overleg met alle partijen kan de BPV fase 3 ingedeeld worden in 2 perioden. De wisseling van BPV adres is dan vanaf periode 3 van het schooljaar (vanaf ). Studenten hebben geen BPV gedurende vakantieperioden (tenzij in onderling overleg anders is bepaald). Vakantie schooljaar Week: t/m Herfstvakantie Week: t/m Kerstvakantie Week: t/m Kerstvakantie Week: t/m Voorjaarsvakantie Week Goede vrijdag Week: t/m Meivakantie Week: t/m Meivakantie Week: t/m Zomervakantie Kellebeek College, BPV Handboek Opleiding Apothekersassistent, BOL, cohort 2016, leerjaar 3 Pagina 5

6 Beoordeling BPV Naast de uitvoering en beoordeling van de BPV opdrachten vindt er periodiek een beoordeling plaats van de werkhouding van betreffende student. Aan het eind van elke BPV periode moeten alle vijf benoemde houdingsaspecten ( afspraken nakomen, werken volgens regels en voorschriften, communicatie, geheimhouding en samenwerken en overleggen) met een voldoende zijn beoordeeld. Het beoordelingsformulier Werkhouding in de BPV (zie bijlage) wordt ook bij tussentijdse evaluatie gesprekken ingezet bij voorkeur voorafgaand aan een studentbespreking op school. Voorafgaand aan afsluiting van de gehele BPV periode vraagt de student de praktijkopleider om het beoordelingsformulier in te vullen. De student zorgt ervoor dat de SLB er deze formulieren direct ingevuld en ondertekend ontvangt. Ter voorbereiding op de beoordeling vult ook de student zelf betreffend formulier in en plant een overlegmoment. Per houdingsaspect volgt een beoordeling op basis van waargenomen gedrag. De praktijkopleider stelt de definitieve beoordeling vast en ondertekent het formulier. Bij een TOTAAL-beoordeling onvoldoende voor de werkhouding aan het eind van de BPV periode voor diplomering volgt er automatisch een negatief (oranje ) studieadvies. De SLB ér (BPV coördinator) stelt in overleg met de beroepspraktijk een contract op waarin de verbeter-acties die door de student dienen te worden ingezet, worden vastgelegd. In de navolgende stage moeten de onvoldoende aspecten een duidelijke verbetering/voortgang/ontwikkeling laten zien met een voldoende score. De student krijgt dan geen diploma en een verlening van de opleiding. De BPV werkhouding moet voor diplomering voldoende of goed zijn. Week 6 Inleveren werkhouding BPV (tussenbeoordeling) Week 23 Inleveren werkhouding BPV (eindbeoordeling) (uiterlijk ) Kellebeek College, BPV Handboek Opleiding Apothekersassistent, BOL, cohort 2016, leerjaar 3 Pagina 6

7 Ziekteverzuim Verzuim gedurende de BPV dient zoveel mogelijk te worden voorkomen. Verzuim door ziekte (of andere oorzaken) moet door de student tijdig en voor aanvang van een BPV werkdag worden gemeld bij de praktijk en op school. Wanneer een student zich niet afmeld, dan is er sprake van ongeoorloofd verzuim. Kellebeek College is wettelijk verplicht ongeoorloofd verzuim te melden bij het Verzuimloket. Wij verzoeken de praktijk dan ook dit verzuim te melden via In geval van ziekte dient een student dit zowel op het BPV-adres als aan de opleiding (receptie, SLB docent en BPV coördinator) te melden. Indien zij weer beter is, meldt zij dit eveneens op beide locaties. Aanwezigheidsregistratie Om te kunnen verantwoorden dat er voldoende BPV-uren zijn gemaakt vult de student digitaal het formulier aanwezigheidsregistratie stage in. In de beroepspraktijkvorming (BPV) houdt de student een aanwezigheidsregistratie bij, die elke leerperiode wordt gecontroleerd door de studieloopbaanbegeleider. Bij een dreigend tekort aan te maken BPV-uren worden er aanvullende afspraken gemaakt hoe deze uren te compenseren. Deze afspraken worden gemaakt na overleg met de BPV coördinator en SLB docent. De BPV coördinator heeft hierover overleg met de BPV. Kellebeek College, BPV Handboek Opleiding Apothekersassistent, BOL, cohort 2016, leerjaar 3 Pagina 7

8 De rol van de student De student zal zich presenteren in een kennismakingsgesprek. Zij zal daarin aandacht vragen voor haar specifieke leerdoelen en inventariseert duidelijk de eisen die aan haar gedurende betreffende stageperiode worden gesteld door het praktijkadres zowel wat betreft inhoudelijke taken als regels en gewoonten. De student voert taken en werkzaamheden uit in opdracht van de praktijkopleiders en ontplooit daarnaast ook eigen initiatieven. Ze is er zich tevens van bewust dat er van haar verwacht wordt dat ze zelf leerrijke situaties opzoekt. De student stelt zich leergierig op en vraagt om feedback. De rol van de praktijkopleider Het is belangrijk dat de beroepspraktijk de student voldoende ruimte biedt om zich te kunnen ontwikkelen tot een competent beroepsbeoefenaar. Voor een goed verloop van het leerproces is een gerichte instructie en begeleiding tijdens de beroepspraktijkvorming van cruciaal belang. Het heeft de voorkeur dat de begeleiding in handen is van één of twee personen. De student is gebaat bij opleiders die haar persoonlijk stimuleren in het ontwikkelen van haar competenties en wijst op verbeterpunten door middel van het regelmatig geven van feedback. Dit zal vaak tussentijds gebeuren maar er kan ook voor worden gekozen om een voortgangsgesprek te laten plaatsvinden. Het eindgesprek wordt in overleg met de student gepland. Hierin komt de verwerking en beoordeling van de BPV opdrachten aan de orde als onderdeel van de totale beoordeling van de stageperiode.. De rol van de studieloopbaanbegeleider (SLB'er) De student wordt bij de beroepspraktijkvorming (BPV) vanuit de opleiding ondersteund door de SLB er. Deze docent houdt overzicht over het individuele leerproces van de student en treedt hierin, indien nodig, sturend op. Eventueel met behulp van de POP/PAP gesprekken op school. De rol van de BPV coördinatoren (praktijkbegeleider van school). De BPV coördinator onderhoudt het contact met het praktijkadres. De BPV coördinator neemt gedurende deze stageperiode telefonisch contact op met het praktijkadres en bezoek het BPV adres. Mocht het zijn dat er behoefte is aan persoonlijk contact, dan maakt deze BPV coördinator zo snel mogelijk een afspraak. Het initiatief tot telefonisch contact ligt bij de BPV coördinator. Tijdens het telefonisch contact staat de voortgang van de student centraal. Eventuele knelpunten, bijvoorbeeld met betrekking tot het gebruik van de formulieren of beoordelingen uit dit handboek BPV, kunnen worden besproken. Echter wanneer er zich tussentijds problemen voordoen, dan kan de praktijkopleider ook eerder contact opnemen met de BPV coördinator. BPV coördinator Naomi Beets Week: 40/41 Week: 44 t/m 2 Week: 11 t/m 21 BPV coördinatoren nemen telefonisch contact op met het adres 1 e BPV bezoek 2 e BPV bezoek Kellebeek College, BPV Handboek Opleiding Apothekersassistent, BOL, cohort 2016, leerjaar 3 Pagina 8

9 BEGRIPPENLIJST Assessment Assessor /examinator Een instrument van STeAG dat wordt ingezet voor toetsing en beoordeling wat voldoet aan de volgende voorwaarden: 1. Kennisconstructie (geen kennisreproductie) 2. Toepassen van kennis en vaardigheden zijn het doel van de meting (kennen en kunnen); 3. In authentieke of levensechte situaties. Een bevoegd en bekwaam beoordelaar Begeleiding Begeleiding is de professionele ondersteuning van de student, gericht op competentieontwikkeling, eigen verantwoordelijkheid en zelfstandigheid van de student. Mate van begeleiding: Geleid In een geleide beroepssituatie krijgt de student opdrachten en instructie van de begeleider. De student volgt bij het uitvoeren van werkzaamheden de aangereikte richtlijnen, procedures en protocollen. Begeleid In een begeleide beroepssituatie is er overleg met de begeleider over de aanpak van de uitvoering. De student doet zelf onderzoek en komt met voorstellen voor de uit te voeren werkzaamheden, daarbij gebruikmakend van bestaande richtlijnen, procedures en protocollen. Zij krijgt ondersteuning op afstand van de begeleider als dat nodig is. De student rapporteert bevindingen aan de begeleider of verantwoordelijke functionaris. Zelfstandig Bij het zelfstandig functioneren in een beroepssituatie handelt de student naar eigen inzicht, rekening houdende met de geldende richtlijnen, procedures en protocollen. De student kan zelfstandig functioneren in wisselende situaties en in nieuwe situaties en rapporteert bevindingen aan de begeleider of verantwoordelijke functionaris. Kellebeek College, BPV Handboek Opleiding Apothekersassistent, BOL, cohort 2016, leerjaar 3 Pagina 9

10 Beroepsprofiel Een door de beroepsorganisatie NMT opgesteld document waarin de beroepscompetenties behorende bij het vak van tandartsassistent worden beschreven. De laatste versie is het Beroepscompetentieprofiel BPV BPV coördinator ( praktijkbegeleider) SBB Beroepspraktijkvorming ( stageperiode). Aangewezen door de onderwijsinstelling, ziet er op toe dat de begeleiding en de ontwikkeling van de deelnemer in de beroepspraktijkvorming zich voltrekt volgens de afgesproken werkwijze in de regeling met betrekking tot het onderwijs en de examinering. Landelijk orgaan Kenniscentrum SBB dat verantwoordelijk is voor de erkenning van leerbedrijven en voor het onderhoud van de kwalificatiestructuur voor de sectoren Zorg, Welzijn en Sport. Competentie Kwalificatiedossier Leerbedrijf Praktijkopleider Een specifiek, ontwikkelbaar vermogen van een individu, bestaande uit kennis, inzicht, houding en vaardigheden. De beschrijving van de startpositie van de beginnende beroepsbeoefenaar op de arbeidsmarkt e5 in de maatschappij. Het Kwalificatiedossier 2014 beschrijft de kerntaken van de beroepsopleiding. Iedere kerntaak is opgebouwd uit werkprocessen. Aan de werkprocessen zijn beroepscompetenties verbonden. Het bedrijf of de organisatie waar de beroepspraktijkvorming plaatsvindt. De persoon op het BPV-adres die de student directe begeleiding geeft. POP en PAP Portfolio Persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) en Persoonlijk activiteitenplan (PAP). In het POP beschrijft de student zijn leerdoelen op korte en lange termijn. In het PAP beschrijft zij op welke wijze, waar en wanneer zij haar competentieontwikkeling, leerdoelen en dergelijke wil verwezenlijken. Een registratiesysteem wat een overzicht biedt van individuele leer- en werkervaringen, onderbouwd met Kellebeek College, BPV Handboek Opleiding Apothekersassistent, BOL, cohort 2016, leerjaar 3 Pagina 10

11 bewijsstukken en gerelateerd aan de eisen uit het beroepenveld en de opleiding. Stagiaire STeAG Studieloopbaanbegeleiding SLB'er Werkproces WIP Student van de opleiding Tandartsassistent die in een erkend leerbedrijf/ praktijk werkzaam is. De Stichting Examinering Assisterende Beroepen in de Gezondheidszorg Begeleiding aan groepen en/of individuele studenten met als doel het leerproces van de studenten te monitoren, afgestemd op specifieke behoeften en vragen van de student, zodat deze steeds beter in staat is zelfstandig te functioneren en een reële kans kan verwerven op de arbeidsmarkt. Uitgangspunt hierbij is dat de student verantwoordelijkheid draagt voor haar eigen leerproces. De studieloopbaanbegeleider. Dit is een docent die de student begeleidt tijdens het opleidingstraject. Een geheel aan beroepshandelingen gericht op een specifiek doel binnen de beroepspraktijk, vastgelegd in het Kwalificatiedossier Stichting Werkgroep Infectie Preventie biedt richtlijnen op het gebied van infectiepreventie. Kellebeek College, BPV Handboek Opleiding Apothekersassistent, BOL, cohort 2016, leerjaar 3 Pagina 11

12 Bijlagen Verklaring tot geheimhouding Formulier Informatie- communicatie Kennismakingsgesprek Eindgesprek Voortgangsgesprekken POP/PAP formulieren Formulier Beoordeling werkhouding BPV Formulier stand van zaken kennis en vaardigheden student BPV opdrachten BPV model N.B. Van alle formulieren is er een voorbeeld bijgevoegd. Er mogen extra kopieën worden gemaakt. Kellebeek College, BPV Handboek Opleiding Apothekersassistent, BOL, cohort 2016, leerjaar 3 Pagina 12

13 Geheimhouding van medische en/of persoonlijke gegevens Beroepsgeheim en geheimhoudingsplicht Op grond van artikel 88 Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg hebben artsen, tandartsen, apothekers, gezondheidszorgpsychologen, psychotherapeuten, fysiotherapeuten, verloskundigen en verpleegkundigen een medisch beroepsgeheim. Aan het medisch beroepsgeheim wordt nadere invulling gegeven in de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst WGBO. De WGBO is opgenomen in het Burgerlijk Wetboek (BW). Het medisch beroepsgeheim houdt in dat een hulpverlener geen gegevens aan anderen dan de patiënt of de medebehandelaar mag verstrekken. De apothekersassistent is verplicht tot geheimhouding van alle gegevens die hem of haar zijn toevertrouwd en die de hulpverlener in de uitoefening van haar beroep te weten komt. Het gaat hierbij niet alleen om medische gegevens, maar ook om alle persoonlijke informatie die aan de hulpverlener is toevertrouwd. Denk hierbij ook aan informatie ten aanzien van ziekte, relaties, meningen en financiën. Hoewel tijdens de studie geen eed of belofte wordt afgelegd, geldt het beroepsgeheim ook voor stagiaires. Zij mogen over datgene wat onder het beroepsgeheim valt, uitsluitend contact hebben met hun praktijkopleider(s). Buiten de BPV-praktijk mogen nooit namen van patiënten en/of zorgverleners worden genoemd; ook niet op school of in BPV-verslagen. Op de volgende pagina is een verklaring tot geheimhouding opgenomen. Door ondertekening geeft de stagiaire aan dat zij zich ervan bewust is dat zij een geheimhoudingsplicht heeft. Kellebeek College, BPV Handboek Opleiding Apothekersassistent, BOL, cohort 2016, leerjaar 3 Pagina 13

14 Opleiding Apothekersassistent Verklaring tot geheimhouding Ondergetekende Naam student:... Voornamen:... Geboortedatum:..... Verklaart hierbij: "Ik beloof geheim te zullen houden al wat mij tijdens de uitoefening van mijn stage als geheim is toevertrouwd, of wat daarbij als geheim te mijner kennis is gekomen en waarvan ik het vertrouwelijk karakter zou moeten begrijpen." Roosendaal,... Handtekening student:.. Getuige is de studieloopbaanbegeleider, Naam en handtekening van de SLB er:. Kellebeek College, BPV Handboek Opleiding Apothekersassistent, BOL, cohort 2016, leerjaar 3 Pagina 14

15 Communicatie Om de communicatie tussen school en het BPV-adres snel en efficiënt te laten verlopen, vullen studenten het bijgevoegde informatie-communicatie-formulier voor de BPV-begeleiding in. Het is de verantwoordelijkheid van de student dat zowel de praktijkopleider als de SLB ér een volledig ingevuld exemplaar ontvangen. POK Op de praktijkovereenkomst (POK) staat vermeldt hoeveel uren de student in een bepaalde periode op het BPV-adres aanwezig moet zijn. Verzekering: zie toelichting POK Voor meer info over de praktijkovereenkomst: zie Om te kunnen verantwoorden dat er voldoende BPV-uren zijn gemaakt vult de student digitaal het formulier urenregistratie stage in. De student levert het origineel op school in bij de SLB docent. Een kopie ervan wordt toegevoegd aan het portfolio. Een aantal malen tussentijds en bij beëindiging van de betreffende stage print de student dit bestand en biedt het ter ondertekening aan bij de praktijkopleider en bij de SLB ér. Kellebeek College, BPV Handboek Opleiding Apothekersassistent, BOL, cohort 2016, leerjaar 3 Pagina 15

16 Kellebeek College, BPV Handboek Opleiding Apothekersassistent, BOL, cohort 2016, leerjaar 3 Pagina 16

17 Formulier Informatie-communicatie Naam student: adres student: Mobiel nummer student: Telefoonnummer thuis: Naam domeinhouder BPV: Bereikbaar op werkdagen: adres: Telefoon: Naam BPV coördinator : Bereikbaar op werkdagen: adres: Telefoon: Marlies Grommen ma t/m donderdag m.grommen@rocwb.nl / Naomi Beets Maandag en vrijdag Telefonisch bereikbaar dinsdag, woensdag en donderdag voor de adressen. n.beets@rocwb.nl / Stage matching: RBB Periode 3 Naam leerbedrijf/ praktijk: Straat: Plaats: Telefoon: Periode 3 Naam praktijkopleider: Bereikbaar op werkdagen: adres: Telefoon: rbb@partnersinopleiden.nl voor vragen stagebereidheid/werving selectie en stageplanning Kellebeek College, BPV Handboek Opleiding Apothekersassistent, BOL, cohort 2016, leerjaar 3 Pagina 17

18 Het kennismakingsgesprek De student kan contact opnemen met het praktijkadres nadat hiervoor toestemming is gegeven door het RBB. Inventariseren van eigen specifieke leerdoelen is van groot belang als voorbereiding op dit kennismakingsgesprek. In een kennismakingsgesprek worden de verwachtingen van de student en de praktijkopleider(s) uitgesproken en wordt eventueel de overdracht van de voorafgaande BPV besproken. Naast de eigen leerdoelen heeft de student haar eigen theoretische kennis en praktische vaardigheden in kaart gebracht en bespreekt deze met de praktijkopleider.(bijlage) De student maakt kennis met de organisatie en indien mogelijk vindt er een rondleiding door de praktijk plaats. Verwachtingen en afspraken worden vastgelegd met behulp van formulier kennismakingsgesprek. (bijlage) De student neemt mee: - ID of paspoort - Praktijkovereenkomst - Uitwerking POP/PAP formulier, voorbereiding BPV fase 3 - Formulier kennis en vaardigheden Student - Aanwezigheidsregistratie BPV uren - BPV opdrachten Het voortgangsgesprek Voortgangsgesprekken vinden bij regelmaat plaats. Het voortgangsgesprek is een gesprek tussen de student en de praktijkopleider(s) en heeft tot doel de student te ondersteunen in het leerproces door kritisch te kijken naar de manier waarop zij tot dan toe heeft gewerkt aan de competenties in de BPV. Belangrijk hierbij is dat de student bewust wordt van haar gedrag in relatie tot anderen en dat er feedback gegeven wordt op haar functioneren in de beroepspraktijk. Reflecteren, ofwel kritisch nadenken over eigen handelen zal altijd deel uitmaken van dit gesprek. Het formulier POP/PAP kan een hulpmiddel zijn bij dit gesprek. De student geeft hierop duidelijk aan, aan welke leerdoelen ze gewerkt heeft en evalueert haar eigen handelen. Zij gaat na wat goed ging en waar nog aan gewerkt moet worden. De student krijgt de gelegenheid vragen te stellen over haar functioneren. De praktijkopleider geeft de student adviezen en tips over het leren en functioneren. De praktijkopleider stelt vast of alles volgens plan verloopt en bepaalt of er moet worden bijgesteld. Uit het gesprek zal duidelijk worden aan welke competenties en/of leerdoelen de student nog moet werken. De student komt daarop met verbeteracties. Alle voortgangsgesprekken worden vastgelegd met behulp van formulier voortgangsgesprek. (bijlage) Het eindgesprek Het eindgesprek heeft tot doel het opleidingsproces en het verloop van de begeleiding te bespreken. Het eindgesprek wordt gepland in de laatste of voorlaatste week van de BPV-periode. Het betreft een gesprek tussen de student en praktijkopleider(s). Het eindgesprek wordt goed voorbereid door de student. De onderstaande vragen kunnen de student hierbij helpen. Wat heb ik de afgelopen periode geleerd? Wat is er goed en wat minder goed gegaan? Hoe heb ik de afgelopen periode geleerd (van wie en door welke ervaringen)? Waar wil ik de volgende periode aan gaan werken? Waar zie ik tegenop? Kellebeek College, BPV Handboek Opleiding Apothekersassistent, BOL, cohort 2016, leerjaar 3 Pagina 18

19 Wat lijkt mij een uitdaging? Hoe ben ik omgegaan met het beroepsgeheim? Hoe ga ik om met de gevoelens van anderen? Kan ik me inleven in de situatie van anderen? Het eindgesprek wordt vastgelegd en ondertekend door de student en de praktijkopleider op het formulier eindgesprek.(bijlage) Belangrijk onderdeel van dit eindgesprek vormen de beoordeling van de BPV opdrachten en de werkhouding. Kellebeek College, BPV Handboek Opleiding Apothekersassistent, BOL, cohort 2016, leerjaar 3 Pagina 19

20 Formulier kennismakingsgesprek BPV-periode 3 Naam praktijkopleider:... Naam student: De student bespreekt haar leerdoelen en verwachtingen voor deze periode. De student overlegt een document waaruit blijkt wat de student al weet en kan en bespreekt dit. 2. De praktijkopleider maakt duidelijk aan welke leerdoelen gewerkt kan worden en welke verwachtingen de praktijk heeft. De praktijkopleider komt eventueel met een plan hoe dit vorm kan krijgen. 3. Student en praktijkopleider maken afspraken over de wijze van begeleiding en beoordeling.(hoe vaak-welk tijdstip) Tevens worden afspraken betreffende de praktijkregels (kleding/ sieraden/ schoeisel), werktijden, houding en gewenst gedrag besproken. 4. De student kiest in overleg met de praktijkopleider BPV opdrachten om aan te werken. Student vult samen met praktijkopleider het formulier informatie- communicatie in. Datum: Handtekeningen voor akkoord en gezien: Praktijkbegeleider: Student: Kellebeek College, BPV Handboek Opleiding Apothekersassistent, BOL, cohort 2016, leerjaar 3 Pagina 20

21 Formulier voortgangsgesprek BPV-periode 3 Naam praktijkopleider:... Naam student: Wat zijn de ervaringen van de student ten aanzien van samenwerking, de ontvangen instructies, eigen initiatief, inzet. 2. Wat zijn de ervaringen van de praktijkbegeleider ten aanzien van samenwerking, het opvolgen van instructies, initiatief nemen, inzet, houding en motivatie. Hoe staat het met de theoretische kennis en praktische vaardigheden. Is een en ander in overeenstemming met hetgeen de student tijdens het kennismakingsgesprek heeft aangegeven 3. Welke leerdoelen zijn al gerealiseerd. Welke zaken dienen bijgesteld te worden. 4. Afspraken en/of aandachtspunten voor praktijklessen op school. Waar moet aan gewerkt worden Datum: Handtekeningen voor akkoord en gezien: Praktijkbegeleider: Student: Kellebeek College, BPV Handboek Opleiding Apothekersassistent, BOL, cohort 2016, leerjaar 3 Pagina 21

22 Formulier eindgesprek BPV-periode 3 Naam praktijkopleider:..... Naam student:... 1 De student bespreekt welke positieve ervaringen zij heeft opgedaan en geeft ook aan wat ze liever anders had gezien. 2. De begeleider bespreekt de sterke en minder sterke kanten van de student en geeft tips voor een volgende bpv periode. 3. De student geeft aan hoe ze de begeleiding heeft ervaren en wat ze tijdens haar BPV heeft geleerd. 4. De student geeft tips aan de begeleider om begeleiding te verbeteren in de toekomst: De begeleider bespreekt met de student De aanwezigheid c.q. verzuim de uitwerking van de BPV opdrachten de werkhouding in de BPV. Datum: Onvoldoende/ voldoende *omcirkel wat van toepassing is Handtekeningen voor akkoord en gezien: Praktijkbegeleider: Student: Kellebeek College, BPV Handboek Opleiding Apothekersassistent, BOL, cohort 2016, leerjaar 3 Pagina 22

23 Formulier POP/PAP BPV-periode 3 Persoonlijk ontwikkelingsplan Leerdoelen Noteer globaal wat je de komende periode wilt leren. Werk de activiteiten die je daarvoor gaat ondernemen uit in je PAP. Zijn er bepaalde zaken die het behalen van je leerdoelen kunnen belemmeren? Netwerk Wie kun je inschakelen bij het realiseren van je leerdoelen? Overige Ondertekening Student SLB-er Praktijkopleider (optioneel) Naam Naam Naam Datum Datum Datum Kellebeek College, BPV Handboek Opleiding Apothekersassistent, BOL, cohort 2016, leerjaar 3 Pagina 23

24 Formulier Beoordeling werkhouding in de BPV fase 3 Student: Praktijkopleider: Tussenbeoordeling Leerperiode Opleiding: SLB er: Eindbeoordeling Houding/gedrag 1. Afspraken nakomen 2. Werken volgens de regels en voorschriften van de instelling 3. Communicatie Dit betekent onder andere dat je: afspraken nakomt op tijd en helder communiceert over de redenen als dit niet lukt. op tijd BPV-opdrachten laat beoordelen/ op tijd feedback vraagt volgens de regels van de praktijkinstelling werkt; je aan de (kleding) voorschriften en aanwijzingen houdt van de instelling; interesse toont voor het werk en de organisatie. vriendelijk en beleefd bent; een correct taalgebruik hebt; naar anderen luistert; een actieve, geïnteresseerde houding hebt; op de juiste manier omgaat met feedback. o v g Toelichting Afspraken 4. Geheimhouding 5. Samenwerken en overleggen zorgvuldig omgaat met informatie; je houdt aan de geheimhoudingsplicht; initiatief neemt en inzet toont; advies aan collega s en leidinggevende(n) vraagt; bereid bent om taken op je te nemen en uit te voeren; over je werk overlegt en afstemt met collega s; jouw collega s informeert en leidinggevende(n) uit jezelf (proactief). Totaal beoordeling Alle houdingsaspecten moeten voldoende zijn voor een voldoende eindbeoordeling van de werkhouding aan het eind van de BPV-periode! Datum: Handtekening praktijkopleider: Voor gezien, handtekening student Kellebeek College, BPV Handboek Opleiding Apothekersassistent, BOL, cohort 2016, leerjaar 3 Pagina 24

25 Formulier Beoordeling werkhouding in de BPV voor diplomering Student: Praktijkopleider: Leerperiode Opleiding: SLB er: Eindbeoordeling Houding/gedrag 1. Afspraken nakomen 2. Werken volgens de regels en voorschriften van de instelling 3. Communicatie Dit betekent onder andere dat je: afspraken nakomt op tijd en helder communiceert over de redenen als dit niet lukt. op tijd BPV-opdrachten laat beoordelen/ op tijd feedback vraagt volgens de regels van de praktijkinstelling werkt; je aan de (kleding) voorschriften en aanwijzingen houdt van de instelling; interesse toont voor het werk en de organisatie. vriendelijk en beleefd bent; een correct taalgebruik hebt; naar anderen luistert; een actieve, geïnteresseerde houding hebt; op de juiste manier omgaat met feedback. o v g Toelichting Afspraken 4. Geheimhouding 5. Samenwerken en overleggen zorgvuldig omgaat met informatie; je houdt aan de geheimhoudingsplicht; initiatief neemt en inzet toont; advies aan collega s en leidinggevende(n) vraagt; bereid bent om taken op je te nemen en uit te voeren; over je werk overlegt en afstemt met collega s; jouw collega s informeert en leidinggevende(n) uit jezelf (proactief). Totaal beoordeling Alle houdingsaspecten moeten minimaal voldoende zijn voor diplomering. Datum: Naam en handtekening praktijkopleider: Voor gezien, handtekening student Kellebeek College, BPV Handboek Opleiding Apothekersassistent, BOL, cohort 2016, leerjaar 3 Pagina 25

26 BPV-opdrachten Fase 3 Toelichting BPVopdrachten Beste student, stagebegeleider, Voor jullie liggen de stage opdrachten voor leerjaar 3 aan de opleiding apothekersassistent van het Kellebeek college in Roosendaal. Jullie gaan deze stageopdrachten uitvoeren in de BPV periode. Van de stageopdrachten maak je een klein portfolio, mapje. Per opdracht staat aangegeven of je deze op school of op het BPV adres uit moet voeren. Daarbij staat ook een uitleg van de opdracht en welke bewijsstukken je in moet leveren. Terwijl je stage loopt krijg je ondersteuning op school, deze lessen gebruik je om je opdrachten uit te werken, vragen te stellen en de schoolopdrachten te maken. In de bijlage zit een feedbacklijst die je meerdere keren nodig hebt, zorg dus dat je deze kopieert. Op het einde van je stage is de beoordelingstabel achter in dit document volledig ingevuld en ondertekend. Zowel door je begeleider, de docent en jezelf. Tip: op het moment dat een opdracht volledig is afgerond laat de opdracht dan al aftekenen op de eindbeoordeling. Als allerlaatste lever je het mapje in met al je stageopdrachten, bewijsstukken en beoordelingen. Veel succes en plezier op de BPV! Kellebeek College, BPV Handboek Opleiding Apothekersassistent, BOL, cohort 2016, leerjaar 3 Pagina 26

27 Opdracht 1: Interacties In de apotheek krijg je regelmatig een signaal op je scherm als je een recept invoert. Vaak betreft het een interactie of een contra-indicatie, maar ook MFB s (Medisch Farmaceutische Beslisregels) zal je steeds vaker tegenkomen. In de apotheek zijn afspraken over hoe je met een interactie, contra-indicatie of MFB om moet gaan. Uiteraard moet elke interactie, contra-indicatie of MFB zorgvuldig beoordeeld en afgehandeld worden. Beschrijf minimaal vier interacties die veel voorkomen. Waar vind je gedegen informatie over interacties? Beschrijf wat je moet doen (op basis van de werkafspraken in de apotheek) als er zo n interactie op het scherm verschijnt. Welke actie moet je ondernemen en welke literatuur gebruik je hiervoor? Beschrijf van deze verschillende soorten interacties die je in de apotheek tegen komt: o Welke geneesmiddelen zorgen voor de interactie, eventueel het interactie nummer noteren. o Wat er precies aan de hand is o Hoe deze ontstaat o Wat het effect/gevolg is van de interactie o Hoe de interactie is afgehandeld. Beschrijf op welke wijze de patiënt voorgelicht wordt over de beschreven interacties en welke vervolgstappen er dienen te worden ondernomen. Resultaat Je hebt met deze opdracht kennis gemaakt met de afhandeling van interacties in de apotheek. Dit heb je verwerkt in een verslag. Bewijsstukken Verslag interacties Opdracht 2: MFB s In de apotheek krijg je regelmatig een signaal op je scherm als je een recept invoert. Vaak betreft het een interactie of contra-indicatie, maar ook MFB s (Medisch Farmaceutische Beslisregels), zal je steeds vaker tegenkomen. In de apotheek zijn afspraken over hoe je met een interactie, contra-indicatie of MFB om moet gaan. Uiteraard moet elke interactie, contra-indicatie of MFB zorgvuldig beoordeeld en afgehandeld worden. Enkele MFB s zijn op school in de theorielessen behandeld. Ook kun je informatie vinden over MFB s op de KNMP-kennisbank. Afhankelijk van het apotheekinformatiesysteem (AIS) wordt de MFB volgens een stappenplan afgehandeld, met als resultaat een afhandeling gebaseerd op risicofactoren bij de patiënt (zorg op maat). Enkele MFB s die behoren tot de landelijke set MFB s en met betrekking tot maagbescherming, osteoporose profylaxe, diabetes, inhalatiemedicatie, reuma, laxantia. Kellebeek College, BPV Handboek Opleiding Apothekersassistent, BOL, cohort 2016, leerjaar 3 Pagina 27

28 1. Verstrekking antimycoticum 2. Antipaemica 3. Antitrombotica, trombocytenaggregatieremmers bij nitraten 4. Antitrombotica, verhogen acetylsalicylzuur 5. Nierfunctie en cotrimoxazol 6. Maagbescherming bij NSAID- gebruik 7. Maagbescherming bij salicylaat- en/of coxib- gebruik Beschrijf wat MFB`s zijn en waarom ze er zijn. Zoek uit hoe in de apotheek met MFB s omgegaan wordt. Beschrijf van 2 verschillende MFB`s uit bovenstaande voorbeelden 1 t/m 7: o Hoe deze afgehandeld zouden moeten worden: geef toelichting over de achtergrond (zie ook theorielessen school en informatie op de KNMP Kennisbank). o Hoe deze in de apotheek waar je de BPV volgt afgehandeld worden. Maakt de apotheek waar je de BPV volgt gebruik van N-Control of een ander systeem? Zoek uit wat dit inhoudt en beschrijf kort en via welke stappen MFB`s binnen dit systeem afgehandeld worden. Resultaat Met deze opdracht heb je geoefend met de medische farmaceutische beslisregels. Tijdens de theorielessen gaan we hier nog verder op in. Bewijsstukken Verslag van twee verschillende MFB s Opdracht 3: Maken van een actueel medicatieoverzicht (AMO) Opdracht 3a: AMO In de apotheek vraagt een patiënt regelmatig om een actueel medicatieoverzicht, bijvoorbeeld om mee te nemen op vakantie of omdat de patiënt opgenomen wordt in het ziekenhuis. Verifiëren drie medicatieoverzichten van een patiënt die minimaal 5 chronische medicijnen gebruikt. Doe dit volgens de 9 tips van de KNMP die je vorige schooljaar hebt opgezocht. Samen met de informatie die je van de patiënt krijgt (en eventueel collega s, andere zorgverleners). Geef aan welke veranderingen je hebt aangebracht in het Medicatieoverzicht volgens deze 9 tips en draai vervolgens het Actueel Medicatieoverzicht uit. Opdracht 3b: Medicatiebeoordeling In de apotheek zal de apotheker regelmatig medicatiebeoordelingen uitvoeren. Vraag aan de apotheker of farmaceutisch consulent of het mogelijk is om bij zo n gesprek aanwezig te zijn. Mocht dit niet mogelijk zijn ga dan na wat er in zo n gesprek besproken wordt en hoe dit vervolgens wordt teruggekoppeld naar de behandeld arts. Maak hiervan een verslag. Resultaat Na het uitvoeren van deze opdracht weet je precies waar je rekening mee moet houden bij het controleren van een medicatieoverzicht en het up to date maken. Kellebeek College, BPV Handboek Opleiding Apothekersassistent, BOL, cohort 2016, leerjaar 3 Pagina 28

29 Bewijsstukken 3x Het oude en het nieuwe medicatieoverzicht (zonder patiëntengegevens!) Een verslag over je eigen handelen Een verslag over de medicatiebeoordeling Opdracht 4: Medicatie evaluatie profiel (MEP) Als je goed wilt kijken of de medicatie op de juiste wijze wordt gebruikt door een patiënt dan moet je goed letten op start en einddata van de verschillende geneesmiddelen. Dit gaat heel eenvoudig als je een medicatieprofiel uitdraait van een patiënt. Vraag aan je stagebegeleider of je van een patiënt een MEP uit mag draaien. Knip de patiëntgegevens weg en maak een verslag waarbij de volgende vragen worden beantwoord: let op dit doe je 3x Wat kun je allemaal zien op een MEP? Waarvoor wordt de MEP in de apotheek wel gebruikt door bijvoorbeeld de apothekers of farmaceutisch consulent? Waarom wordt er soms gebruik gemaakt van een MEP en niet bijvoorbeeld van de medicatiestatus van de patiënt? Kun je ziektebeelden afleiden uit het geneesmiddelgebruik? Zijn er in deze MEP dingen die je opvallen, bijvoorbeeld te vroeg of te laat ophalen van geneesmiddelen? Probeer zoveel mogelijk opvallende zaken op te schrijven. Resultaat Na het uitvoeren van deze opdracht weet je wanneer een MEP gebruikt wordt en welke informatie je hieruit kan halen. Bewijsstukken 3x verslag waarin alle vragen worden beantwoord. Opdracht 5: Afleveren van medicatie met voorlichting en advies Je levert medicatie af aan patiënt. Je controleert of voorgeschreven medicatie aansluit op het actuele medicatieoverzicht. Je geeft, indien van toepassing, informatie over de leveringstermijn. Je past onder toezicht het gesprek aan op eerste-, tweede- of vervolguitgifte. Je voert deze gesprekken ook telefonisch. Je registreert BNG (begeleidingsgesprek nieuw geneesmiddel) in AIS. Opdracht 5a: Eerste-, tweede- en vervolguitgifte Je verzorgt tenminste vier eerste uitgiftes, drie tweede uitgiftes en tenminste twee vervolguitgiftes rechtstreeks aan de patiënt. En maakt hier een verslag van. Stel vragen aan de patiënt, controleer of de NAW-gegevens (naam, adres en woonplaats) en eventueel geboortedatum op het recept overeenkomen met de patiënt aan de balie. Controleer in het AIS of voorgeschreven medicatie aansluit op het geactualiseerde medicatieoverzicht Toon de patiënt de medicatie en lever af Pas het gesprek aan op de tweede- of vervolguitgifte. Bespreek met de patiënt indien van toepassing: o Het gebruik van het geneesmiddel o Wat zijn/haar ervaring is met het gebruik van het geneesmiddel Kellebeek College, BPV Handboek Opleiding Apothekersassistent, BOL, cohort 2016, leerjaar 3 Pagina 29

30 o Eventuele bijwerkingen o Adviezen om bijwerkingen te voorkomen en therapietrouw te bevorderen o De te verwachten levertijd als een gedeelte van de aanvraag later zal moeten worden geleverd o Welke (schriftelijke) informatie aan de patiënt moet worden verstrekt Rond het gesprek af en groet de patiënt Handel het recept administratief af door het bijvoorbeeld: o Te registreren o Te paraferen o Op de juiste plaats op te bergen Registreer het BNG (begeleidingsgesprek nieuw geneesmiddel) in het AIS Indien nodig schakel je tijdig een collega, apotheker of behandelaar. Eventueel voer je het gesprek in een rustige gespreksruimte. Opdracht 5b: Telefonisch begeleidingsgesprek nieuw geneesmiddel (BNG) Voer telefonisch een begeleidingsgesprek nieuw geneesmiddel (BNG) met een patiënt waarvan het geneesmiddel is thuisbezorgd. Veel van de bij opdracht 5a genoemde stappen en aandachtspunten kunnen je helpen bij het voeren van het telefoongesprek. Opdracht 5c: Begeleidingsgesprek nieuw geneesmiddel (BNG) Maak een verslag van een door jou uitgevoerd begeleidingsgesprek nieuw geneesmiddel en laat het gesprek beoordelen door je begeleider. Uit deze opname moet blijken dat je: ordelijk en systematisch hebt gewerkt nauwkeurig volgens voorgeschreven procedures, richtlijnen en protocollen hebt gehandeld een op de persoon gerichte patiëntbenadering hebt toepast therapietrouw hebt bevorderd geneesmiddelenkennis hebt toegepast kennis over verschillende basisverschijningsvormen van een product hebt toegepast kennis hebt toegepast m.b.t. de menselijke anatomie gerelateerd aan farmacologie Opdracht 5d (op school): Oefenen begeleidingsgesprek nieuw geneesmiddel (BNG) Samen met een klasgenoot oefen je een begeleidingsgesprek nieuw geneesmiddel. Hou daarbij rekening met de aandachtspunten bij opdrachten 5c. Je neemt het begeleidingsgesprek op in het praktijklokaal. Daarna vergelijk je samen met je klasgenoot de door jullie gemaakte opnames. Maak nu een duidelijke beschrijving over: waarom jij jouw begeleidingsgesprek goed of slecht vindt en waarom? welke vijf Tops en drie Tips jij in het vervolg gaat toepassen Kellebeek College, BPV Handboek Opleiding Apothekersassistent, BOL, cohort 2016, leerjaar 3 Pagina 30

31 resultaat Je hebt ervoor gezorgd dat de patiënt het ter hand gestelde geneesmiddel heeft ontvangen, dat het voor toediening gereed is en aansluit op de zorgvraag en op de (gebruiks)situatie. De therapietrouw van de patiënt is gestimuleerd. Bewijsstukken Beoordeling begeleidingsgesprek nieuw geneesmiddel Verslag eerste-, tweede- en vervolg uitgifte Verslag oefenopdracht school Opdracht 6: Zelfstandig een instructie geven Het geven van een instructie met betrekking tot een geneesmiddel gerelateerd hulpmiddel en het begeleiden van patiënten bij ziekenhuis polibezoek, ziekenhuisopname/-ontslag, zijn verplichte zorgprestaties waaraan de apotheek moet voldoen. Jouw zelfstandigheid bij het geven van instructies met betrekking tot geneesmiddelgerelateerde hulpmiddelen zal je verder vergroten. Voor de juiste overdracht kan je bijvoorbeeld een actueel medicatieoverzicht (AMO) hanteren. Opdracht 6a: Zelfstandig instrueren Geef zelfstandig een instructie aan patiënten van tenminste vijf onderstaande hulpmiddelen en het bewaren van de hierbij passende geneesmiddelen. Minimaal drie instructies gaan over een hulpmiddel m.b.t. inhalatie en diabetes. medicijnrol en houder medicijn doseerdoos (bv. per dag of per week) tabletsplitter en/of tabletverpulveraar tubecanule of doseerspuit (bv. Dose-pac) hulpmiddel voor het vaginaal toedienen van een crème, ovule of tablet hulpmiddel voor het oogdruppels poeder inhalator aerosol met voorzetkamer geneesmiddel gerelateerd hulpmiddel m.b.t. diabetes (bv. insulinepen) eigen keus geneesmiddel gerelateerd hulpmiddel Maak bij je instructie, indien van toepassing, gebruik van: voorlichtings- en demonstratiemateriaal het apotheek Informatiesysteem (AIS) een gespreksruimte. Opdracht 6b: Begeleidingsgesprek i.v.m. ziekenhuis polibezoek, ziekenhuisopname of ontslag Voer bij tenminste twee patiënten een begeleidingsgesprek op basis van een ziekenhuis polibezoek, ziekenhuisopname en/of ontslag. Bespreek, indien nodig alles in een gespreksruimte: hun actuele medicatie overzicht (AMO) en de eventuele wijzigingen hierin n.a.v. het ziekenhuis polibezoek, ziekenhuisopname/-ontslag gevolgen voor de patiënt in verband met wijziging van geneesmiddel, dosering en/of toedieningsweg Kellebeek College, BPV Handboek Opleiding Apothekersassistent, BOL, cohort 2016, leerjaar 3 Pagina 31

32 eventuele vervolgstappen. Geef instructie over het toedienen van de geneesmiddelen. Maak notities, en indien mogelijk in het EPD, de overdracht en vervolgstappen. Informeer een collega over de afhandeling van de vervolgstappen. Handel volgens protocol en werkafspraken. Opdracht 6c: Verslag instructie geven en een begeleidingsgesprek Beschrijf per opdracht 6a en 6b een situatie, waarvan jij vindt dat je bij het geven van de instructie of begeleiding het meest hebt geleerd. Onderbouw je keuze op basis van: toegepaste kennis klantbejegening volledigheid resultaat Resultaat Je hebt de patiënt geïnstrueerd over het bewaren van geneesmiddelen, over het gebruik van de geneesmiddel gerelateerde hulpmiddelen en over het gebruik van geneesmiddelen i.v.m. ziekenhuis polibezoek, -opname en/of ontslag. Bewijsstukken Verslag instructie geven en een begeleidingsgesprek (twee situaties, opdracht 6a & 6b) Ingevulde feedbacklijst Opdracht 7: Verwerken van patiënt gerelateerde informatie in AIS Een apothekersassistent brengt een groot deel van haar werktijd achter de computer door. Het computersysteem in de apotheek (AIS) is zeer uitgebreid en biedt vele mogelijkheden. In deze oefenopdracht leer je nog meer essentiële vaardigheden en vergroot je jouw routine. Opdracht 7a: AIS t.b.v. patiëntveiligheid Voer bij een of meerdere (test)patiënten onderstaande gegevens in het AIS in. Laat d.m.v. schermafdrukken de verschillen zien hoe het AIS voor en na jouw invoer reageert op: een allergie of intolerantie voor een geneesmiddel een contra-indicatie (bv. ziekte van Crohn, hypertensie, hartfalen) een tijdelijke contra-indicatie (bv. kinderwens, zwangerschap, 't geven van borstvoeding). Maak hier een verslag van waarin je de schermafdrukken toevoegt. Denk aan de privacy van jouw patiënt! Opdracht 7b: Medicatieprofiel Print een medicatieprofiel uit van een patiënt over een periode van 1 jaar. Laat aan de hand van de print en jouw toelichting zien dat een patiënt therapieontrouw is geweest of dat er sprake is van misbruik van geneesmiddelen. Denk aan de privacy van jouw patiënt! Kellebeek College, BPV Handboek Opleiding Apothekersassistent, BOL, cohort 2016, leerjaar 3 Pagina 32

33 Opdracht 7c: Overleg met behandelaren Schrijf een verslag over een voorgekomen situatie waarbij jij contact hebt gehad met een of meerdere behandelaren uit de eerste en/of tweede lijn om het medicatieoverzicht van een patiënt actueel te houden of te brengen. Laat in jouw beschrijving zien welke kennis en vaardigheden m.b.t. het AIS je hierbij hebt toegepast en hoe jij nu terugkijkt op het gehele proces. Opdracht 7d (op school): Recept- en gegevensverwerking in AIS Je stelt zelfstandig een patiëntendossier op van iemand die als nieuwe (test)patiënt wordt ingeschreven. Verwerk alle benodigde persoonsgegevens. Maak het dossier compleet door invoering van medicatiegegevens t.b.v. een actueel medicatie overzicht (AMO). Verwerk zelfstandig gegevens in het AIS m.b.t. uitgifte en verkoop van geneesmiddelen, zelfzorg- en hulpmiddelen. Houdt hierbij rekening met o.a. de medicatie bewakingssignalen en medisch farmaceutische beslisregels. Indien nodig, pas je het medicatieoverzicht aan en voer je informatie in het EPD in. Resultaat Je hebt de gegevens volledig en betrouwbaar, volgens geldende procedures, richtlijnen en wet- en regelgeving- vastgelegd, beheerd en gearchiveerd. Het medicatieoverzicht is actueel, beschikbaar en toegankelijk voor behandelaars uit de eerste en tweedelijn. Bewijsstukken Verslag AIS, patiëntveiligheid Verslag medicatieprofiel met toelichting Verslag overleg met behandelaren Opdracht 8: Complexe voorlichting en advies In de apotheek kom je veel patiënten tegen. Deze patiënten hebben allen een andere behoefte aan voorlichtingen advies. In deze oefenopdracht ga je aan de slag met specifieke informatiebehoefte. Daarnaast ga je voorlichting en advies geven aan een groep patiënten. Vanuit je werk ga je oefenen met het schrijven vaneen verantwoordingsverslag. Opdracht 8a (op school): Specifieke informatiebehoefte Geef voorlichting en advies aan een patiënt met een specifieke informatiebehoefte. Je geeft een presentatie aan de klas over een van de specifieke onderwerpen. Evalueer de uitvoering met de docent. Voorbeelden van specifieke informatie zijn: leefstijlinterventie m.b.t. voeding, alcoholgebruik en/of bewegen Leefstijlinterventie m.b.t. stoppen met roken en ondersteunende therapie het gebruik van verschillende geneesmiddel-/producttypen met de daarin gebruikte hulpstoffen zoals bv. gluten, conserveermiddel, lactose, glucose, kleur-/smaakstoffen en/of E-nummers het voorkomen van tropische ziekten, reizigersadvies co morbiditeit functieproblemen/-uitval polyfarmacie Je maakt: Kellebeek College, BPV Handboek Opleiding Apothekersassistent, BOL, cohort 2016, leerjaar 3 Pagina 33