STICHTING PENSIOENFONDS PGB JAARVERSLAG ste BOEKJAAR

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "STICHTING PENSIOENFONDS PGB JAARVERSLAG ste BOEKJAAR"

Transcriptie

1 Jaarverslag 2018

2 STICHTING PENSIOENFONDS PGB JAARVERSLAG ste BOEKJAAR

3 Inhoud Bestuursverslag... 7 Voorwoord... 8 De belangrijkste cijfers De ontwikkelingen in beeld Profiel Hoofdlijnen Bestuur en intern toezicht Pensioenregeling Pensioencommunicatie Financiële situatie Balans- en vermogensbeheer Risicomanagement Kosten pensioenfonds Toekomstverkenning Bijlagen bij het bestuursverslag Bijlage 1: Samenstelling fondsorganen Bijlage 2: Overige betrokkenen Bijlage 3: Nieuwe aansluitingen Bijlage 4: Statuten- en reglementswijzigingen Bijlage 5: Toelichting op het buffervermogen Jaarrekening Balans per 31 december Staat van baten en lasten over Kasstroomoverzicht over Algemene toelichting op de jaarrekening Toelichting op de balans per 31 december Toelichting op de staten van baten en lasten over Overige gegevens Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Verklaring van de actuaris Verslag van het verantwoordingsorgaan Verantwoording van de raad van toezicht Bijlagen bij het jaarverslag Begrippenlijst

4 Bestuursverslag Jaarverslag Pensioenfonds PGB 7

5 BESTUURSVERSLAG Voorwoord De financiële situatie van het pensioenfonds en daarmee van het pensioen voor onze deelnemers is in 2018 niet verder hersteld. Hierover is het bestuur teleurgesteld, net als de medewerkers en andere betrokkenen bij Pensioenfonds PGB. Het jaar kende een grillig verloop. Na negen goede beleggingsmaanden naderde de beleidsdekkingsgraad in het najaar de belangrijke grens van 110 procent, waarna we voorzichtig zouden kunnen beginnen met indexatie. In plaats daarvan sloten we het jaar af met een verlies op onze beleggingen, door een terugval op de aandelenmarkten. Gelukkig hadden we in de voorgaande jaren een buffer opgebouwd, en zijn we daardoor tegen een stootje bestand. Bovendien herstelden de aandelenkoersen begin De ontwikkelingen geven echter aan hoe veranderlijk het beursklimaat is en hoe onzeker de vooruitzichten zijn. Het is een reden te meer om voorzichtig te zijn met verwachtingen over de ontwikkeling van de pensioenen in de toekomst. Het bestuur heeft helaas moeten constateren dat er nog altijd geen akkoord is over een nieuw pensioenstelsel. Dat is jammer omdat voortdurende onzekerheid over het stelsel het vertrouwen erin geen goed doet. We staan bij Pensioenfonds PGB open voor nieuwe ideeën. Voor het bestuur telt daarbij vooral of er draagvlak is bij werkgevers en werknemers en of de belangen van deelnemers evenwichtig kunnen worden behartigd. Er zijn nadelen aan de manier waarop pensioen nu wettelijk is geregeld. Tegelijkertijd vinden we dat er binnen het huidige stelsel veel mogelijk is. Daar richten we, voor nu, onze focus op. We bereiden ons natuurlijk wel voor op mogelijke veranderingen. We hebben onze strategie tegen het licht gehouden en we hebben tijd en energie gestoken in de vraag hoe we als pensioenfonds onze rol het best kunnen vervullen voor onze deelnemers. Ons uitgangspunt daarbij is en blijft dat pensioen iets van ons samen is. We regelen het met elkaar. Wij zijn partners in pensioen voor werkgevers en werknemers en hun vertegenwoordigers die hun regeling bij ons onderbrengen. Samen optrekken met alle belanghebbenden, ook de gepensioneerde deelnemers, is een belangrijk onderdeel van onze identiteit. Zo doen we dat bij Pensioenfonds PGB en zo willen we dat blijven doen. Dat geldt ook voor open zijn naar elkaar en aandacht geven aan onze deelnemers en de wereld waarin we leven. Onze oorsprong gaat terug tot 1929, maar officieel bestaat Pensioenfonds PGB vanaf Dat betekent dat het fonds dit jaar de AOW-leeftijd van 66 jaar en 4 maanden bereikt. Als we naar onze historie kijken zien we een pensioenfonds dat meebeweegt met de tijd, inspeelt op de behoeften en soms iets voor de troepen uit loopt. Die lijn trekken we door, via creatief inspelen op de mogelijkheden die er zijn om onze prestaties, producten of dienstverlening te verbeteren. Terugkijkend op het afgelopen jaar moeten we vaststellen dat in de uitvoering van onze missie, een goed pensioen voor onze deelnemers, niet alles gaat zoals we het zouden willen. Na twee positieve jaren behaalden we in 2018 geen extra rendement met ons dynamische balansbeheer. En ondanks het harde werk om onze pensioenadministratie robuuster te maken en onze pensioencommunicatie te verbeteren, kan dit nog meer op de deelnemer gericht en beter. We zien ook ontwikkelingen waar we trots op kunnen zijn. Onze financiële situatie is voldoende solide om niet te hoeven korten. Samen met het verantwoordingsorgaan en de raad van toezicht hebben we gewerkt aan een grotere veranderkracht van ons fonds en is de gezamenlijke visie op de besturing van het pensioenfonds helder vastgelegd. De dienstverlening aan werkgevers wordt stapsgewijs verbeterd, door hun salarissystemen te koppelen aan onze pensioenadministratie. En onze duurzaamheid gaat vooruit, onder meer door de afbouw van beleggingen die niet passen bij de opvattingen van onze deelnemers. Ook op die manier werken we samen aan een goed pensioen in een leefbare wereld. Amsterdam, 18 april 2019 Ruud Degenhardt Voorzitter bestuur Pensioenfonds PGB Jaarverslag Pensioenfonds PGB 8

6 BESTUURSVERSLAG De belangrijkste cijfers Aan het einde van, respectievelijk over de jaren 2014 t/m NB: alle bedragen van de kerncijfers zijn afgerond op miljoenen euro s met uitzondering van de pensioenuitvoeringskosten per deelnemer. De percentages zijn berekend op basis van de niet-afgeronde bedragen Aantal werkgevers Aangesloten werkgevers Aantal deelnemers Premiebetalende deelnemers Deelnemers met toerekening wegens arbeidsongeschiktheid Premievrije deelnemers ¹ Totaal Aantal pensioenen Ingegane ouderdomspensioenen Ingegane partnerpensioenen Ingegane wezenpensioenen Totaal Pensioenuitvoering Premieloon (pensioengrondslag) Premiebijdragen Pensioenuitvoeringskosten Reguliere kosten pensioenbeheer per deelnemer Uitkeringen Beleggingen Beleggingen voor risico pensioenfonds exclusief negatieve derivaten Beleggingen voor risico deelnemers exclusief negatieve derivaten Totale waarde beleggingsportefeuille inclusief negatieve derivaten Beleggingsopbrengst totale portefeuille Totaal rendement in % -2,3 6,7 10,9 1,4 18,3 Z-score -0,29 0,51 1,01 0,21-0,09 Performancetoets 0,60 0,87 0,67 0,30 0,36 Kosten vermogensbeheer in % gemiddeld belegd vermogen 0,42 0,44 0,41 0,30 0,31 Vermogensmutatie en solvabiliteit Technische voorzieningen risico pensioenfonds Technische voorzieningen risico deelnemers Eigen vermogen Aanwezig pensioenvermogen (exclusief risico deelnemers) Minimaal vereist eigen vermogen Vereist vermogen o.b.v. strategische beleggingsportefeuille Vrije reserve (+) reservetekort (-) o.b.v. strategische beleggingsportefeuille Gemiddelde rekenrente in % 1,35 1,47 1,31 1,67 1,84 Actuele UFR-dekkingsgraad in % 103,8 108,7 100,5 99,8 n.b Beleidsdekkingsgraad in % 108,7 106,1 96,0 101,4 105,7 Reële dekkingsgraad in % 89,2 86,6 79,0 82,1 n.b Vereiste dekkingsgraad in % o.b.v. werkelijke beleggingsportefeuille 119,2 121,5 121,1 120,7 114,8 Vereiste dekkingsgraad in % o.b.v. strategische beleggingsportefeuille 121,3 122,1 121,5 121,7 116,8 Verhoging ingegane pensioenen en aanspraken per 1 januari in % Toeslag _ 1 Pensioengerechtigden die hun pensioen nog niet hebben aangevraagd zijn meegeteld bij premievrije deelnemers. Jaarverslag Pensioenfonds PGB 9

7 BESTUURSVERSLAG De ontwikkelingen in beeld Ontwikkeling deelnemers en werkgevers Deelnemers Werkgevers Ontwikkeling dekkingsgraad Ontwikkeling beleggingsportefeuille en rendement Beleggingsportefeuille Rendement Jaarverslag Pensioenfonds PGB 10

8 BESTUURSVERSLAG Profiel Pensioenfonds PGB verzorgt de pensioenregeling van ruim mensen. Opgericht in 1953 door werkgevers en werknemers uit de grafimedia, maar inmiddels actief voor meerdere sectoren en bedrijfstakken. Pensioenfonds PGB is er voor en door sociale partners en werkt zonder winstoogmerk. Missie Ervoor zorgen dat (gewezen) deelnemers en gepensioneerden een zo goed mogelijk pensioen ontvangen door de pensioenregelingen van sociale partners in sectoren en bedrijven evenwichtig, solidair en toekomstbestendig uit te voeren. Het doel op de lange termijn is om zoveel mogelijk koopkracht te behouden voor de deelnemers. Het uitgangspunt is dat de koopkracht over een toekomstige periode van 15 jaar minimaal 90 procent moet zijn, maar het streven is erop gericht 100 procent koopkracht te bereiken. Tegelijkertijd moet het risico op een verlaging van de pensioenen beperkt en acceptabel zijn. Het uitgangspunt is dat de kans dat pensioenen in enig jaar meer dan 1 procent zullen worden gekort, niet hoger is dan 5 procent. Pensioenfonds PGB is hét pensioenloket voor sectoren en bedrijven in de: industrie, met onder meer grafische bedrijven, kartonnage- en flexibele verpakkingen-bedrijven, chemische bedrijven zoals verf- en drukinktbedrijven, bedrijven die farmaceutische grondstoffen en producten maken en bedrijven die kunststof, rubber en lijm maken of verwerken; informatie- en communicatiesector waaronder uitgeverijen; groothandel met onder meer de groothandel in bloemen en planten; financiële en zakelijke dienstverlening; (maritieme) aannemerij en zeevisserij. Visie Werkgevers en werknemers kunnen rekenen op: professionele besturing van hun pensioenfonds; een solide en duurzaam beheer van het vermogen op basis van actief risicobeheer en maatschappelijk verantwoorde beleggingen; een effectieve, efficiënte en flexibele uitvoering van pensioenregelingen; eigentijdse pensioenproducten en optimale dienstverlening; toekomstbestendig beleid dat gericht is op beheerste groei in het belang van deelnemers en sociale partners. Kernwaarden De kernwaarden zijn betrouwbaar, betrokken, flexibel, resultaatgericht, transparant, solidair en duurzaam. Strategie Pensioenfonds PGB is door zijn flexibele uitvoering van pensioenregelingen een aantrekkelijke pensioenpartner voor werkgevers en werknemers en hun vertegenwoordigers. Samen optrekken met alle belanghebbenden, ook de gepensioneerde deelnemers, is een belangrijk onderdeel van de identiteit van het pensioenfonds. Daarbij hoort ook het open delen van informatie en het bieden van houvast in een veranderende pensioenwereld. Rekening houdend met diverse scenario s voor hervorming van het pensioenstelsel zet het bestuur in op optimale benutting van de bestaande mogelijkheden. Het streven is om de belanghebbenden te ondersteunen en te faciliteren in hun pensioenbehoeften, te zoeken naar gemeenschappelijke samenwerkingsvormen die wederzijdse versterking opleveren en eraan bij te dragen dat het pensioen nu en later genoten kan worden in een sociale, schone en stabiele samenleving. Om voldoende slagkracht te hebben richt Pensioenfonds PGB zich op beheerste groei van deelnemers en vermogen. Dat wil zeggen dat door nieuwe aansluitingen voordelen ontstaan, zoals meer mogelijkheden voor beleggingen, een betere spreiding van de kosten en meer ruimte voor investeringen om te kunnen voldoen aan de wensen en verwachtingen van deelnemers, werkgevers en hun vertegenwoordigende organisaties. Jaarverslag Pensioenfonds PGB 11

9 BESTUURSVERSLAG Hoofdlijnen 2018 Het jaar 2018 eindigde voor de beleggingen in mineur. In de laatste drie maanden verslechterde de financiële situatie door koersdalingen van aandelen en een lagere rente. Over het hele jaar gezien daalde de actuele UFR-dekkingsgraad hierdoor met 4,9 procentpunt. De beleidsdekkingsgraad, een gemiddelde gerekend over 12 maanden, verbeterde in 2018 met 2,6 procentpunt. Dat kwam door de positieve trend in de eerste 9 maanden van het jaar. Financiële situatie verslechterd Het vermogen daalde als gevolg van een negatief rendement op de beleggingen van 2,3 procent. Aan het eind van het jaar bedroeg het belegde vermogen circa 25,7 miljard euro (2017: 25,8 miljard euro). De gemiddelde rekenrente voor de verplichtingen daalde van 1,5 procent eind 2017 naar 1,4 procent eind Het fonds moet hierdoor per 31 december 2018 meer reserveren voor de uitbetaling van de pensioenen. De waarde van de verplichtingen steeg in 2018 van 23,5 naar 24,5 miljard euro. Beleidsdekkingsgraad hoger, actuele dekkingsgraad lager De beleidsdekkingsgraad steeg van 106,1 procent (eind 2017) naar 108,7 procent (eind 2018). De actuele UFRdekkingsgraad ging van 108,7 procent naar 103,8 procent. De beleidsdekkingsgraad en de actuele UFR-dekkingsgraad zijn van belang voor het verhogen ( indexeren ) en verlagen ( korten ) van pensioenen. Geen verlaging van pensioenen Er zijn 2 scenario s waarin het pensioenfonds de pensioenen wettelijk moet verlagen. Dit moet als de beleidsdekkingsgraad 5 jaar aaneengesloten lager is dan het minimaal vereist vermogen van 104,2 procent. Omdat de beleidsdekkingsgraad eind 2018 hoger was, is een verlaging van de pensioenen om deze reden voor de komende 5 jaar uitgesloten. Het pensioenfonds moet de pensioenen ook verlagen als de actuele UFR-dekkingsgraad onder de kritische dekkingsgraad komt. Dat was eind 2018 niet het geval. Deze dekkingsgraad lag met 103,8 procent ruim boven de kritische dekkingsgraad van circa 88 procent. De kans op een verlaging van de pensioenen om deze reden is de komende jaren klein. Geen verhoging van pensioenen Toeslag ( indexatie ) kan wettelijk worden verleend als de beleidsdekkingsgraad hoger is dan 110 procent. De pensioenen zijn niet verhoogd per 1 januari 2018, net als voorgaande jaren. Dit betekent dat gepensioneerden en deelnemers de koopkracht van hun pensioen de afgelopen 11 jaar hebben zien dalen. Omdat de beleidsdekkingsgraad in de afgelopen jaren verbeterde en eind ,7 procent bedroeg, komt toeslagverlening wel weer in zicht voor de komende jaren. Mocht de beleidsdekkingsgraad aan het eind van 2019 hoger zijn dan 110 procent, dan kan het bestuur besluiten tot een beperkte indexatie. Slecht beursjaar In 2018 groeide de wereldeconomie en bleef de rente op een laag niveau. Desondanks werd 2018 geen goed beleggingsjaar. De oorzaken hiervan waren het afnemende stimuleringsbeleid van de centrale banken en naar beneden bijgestelde verwachtingen over de toekomstige economische groei. Daarnaast was er gedurende het jaar onrust over de handelsbetrekkingen tussen de Verenigde Staten (VS) en China, de invoering van handelstarieven door de VS en de uittreding van Groot-Brittannië uit de Europese Unie (EU). Een sterke daling van aandelenkoersen in het laatste kwartaal kon niet worden opgevangen door de beleggingen in obligaties en andere vastrentende waarden. Dynamisch balansbeheer uitgebreid Pensioenfonds PGB heeft een dynamische balanssturing. Het dynamisch balansbeheer is in 2018 verder uitgebreid door de introductie van dynamische aandelenrisicobeheersing. Het doel hiervan is om de gevolgen van een grote aandelencrisis enigszins te beperken. Het dynamisch balansbeheer heeft tot doel om risico s te beperken en tegelijkertijd de kans op extra rendement te vergroten. De hoeveelheid risico die wordt genomen beweegt mee met de dekkingsgraad en de hoogte van de rente. Ook wordt er ingespeeld op marktontwikkelingen. In 2018 is, na twee positieve jaren, een kleine negatieve bijdrage aan het rendement gemaakt met het dynamische beleid. Jaarverslag Pensioenfonds PGB 12

10 BESTUURSVERSLAG Verdere stappen Maatschappelijk Verantwoord Beleggen Eind 2018 was het fonds één van de ondertekenaars van het Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Beleggen convenant in de pensioensector. In het najaar werden verdere stappen gezet op het gebied van klimaat door het besluit om beleggingen in thermische kolen af te bouwen. De uitsluitingslijst werd eerder dat jaar uitgebreid met handvuurwapens die aan particulieren worden verkocht. Verder is er in 2018 beleid ontwikkeld om bij het beleggen rekening te houden met de VN-doelen voor duurzame ontwikkeling. In het deelnemersonderzoek dat in 2018 is gehouden hebben deelnemers aangegeven welke VN-doelen zij belangrijk vinden. Ook wordt extra verantwoording afgelegd over de voortgang in het maatschappelijk verantwoord beleggen (MVB) via een afzonderlijk MVB-jaarverslag. Premie PGB-basisregeling gelijk gebleven In 2018 bleef de premie voor de basisregeling gelijk op 24,0 procent. Ondanks de iets lagere rente heeft het bestuur in 2019 de premie gelijk gehouden. Met een premie van 24,0 procent heeft de premiedekkingsgraad een aanvaardbaar niveau en wordt naar oordeel van het bestuur recht gedaan aan een evenwichtige afweging van de belangen van deelnemers. Wettelijke veranderingen In mei 2018 is de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) ingevoerd. Die leidde onder meer tot uitbreiding van de privacyrechten en de instelling van een functionaris gegevensbescherming. Nieuwe kleine pensioenen worden vanaf 2019 door het fonds automatisch overgedragen naar een nieuwe pensioenuitvoerder. Nieuwe minipensioenen (onder 2 euro per jaar) komen te vervallen. Door invoering van Europese pensioenwetgeving (IORP II) gelden vanaf 2019 nieuwe regels voor onder meer pensioencommunicatie, sleutelfuncties en governance. Begin 2019 is in de EU voorlopig overeenstemming bereikt om de uitzondering voor pensioenfondsen van de plicht om derivaten centraal te clearen met twee jaar te verlengen. Pensioenfondsen met een beheerd vermogen van meer dan 10 miljard euro worden volgens een concept-besluit van de Nederlandse overheid hierover aangewezen als organisatie van groot belang. Voor hen geldt straks de plicht tot het instellen van een auditcommissie. De termijn wanneer het fonds als organisatie van groot belang classificeert is nog niet bekend. Good governance en strategie Het bestuur heeft de governance van het fonds herijkt samen met het verantwoordingsorgaan en de raad van toezicht. Ook heeft het bestuur zich met behulp van een analyse van toekomstscenario s voorbereid op veranderingen in het pensioenstelsel. In het strategietraject zijn enkele speerpunten benoemd voor de komende jaren: beheerste groei, optimale benutting van de mogelijkheden van het bestaande stelsel, klantbediening en binding met de achterban. In 2019 wordt de koers verder aangescherpt en worden stappen gezet om de veranderkracht en wendbaarheid van het fonds en de uitvoeringsorganisatie te optimaliseren. Ontwikkeling deelnemerskring In 2018 nam het aantal actieve deelnemers en gepensioneerden toe van tot Dat kwam vooral door uitbreiding van het aantal aangesloten werkgevers in de sectoren Groothandel in Bloemen en Planten en Kunststof-, Rubber- en Lijmindustrie. Het totale aantal deelnemers (inclusief deelnemers die geen pensioen meer opbouwen) steeg van eind 2017 tot eind Het aantal werkgevers steeg van eind 2017 tot eind Jaarverslag Pensioenfonds PGB 13

11 BESTUURSVERSLAG Bestuur en intern toezicht Pensioenfonds PGB is een multisectoraal pensioenfonds voor en door sociale partners. Dit betekent dat werkgevers- en werknemersorganisaties nauw betrokken zijn bij het pensioenfonds via hun vertegenwoordiging in bestuur, verantwoordingsorgaan, sectorcommissies en werkgeversraad. Schema 1: Bestuursmodel Pensioenfonds PGB Bestuur Het bestuur is paritair samengesteld en bestaat uit tien personen. Het bestuur heeft vier zetels voor werkgevers, vier voor werknemers en twee voor gepensioneerden. De werkgeversraad van Pensioenfonds PGB is verantwoordelijk voor de voordracht van bestuurders namens werkgevers. Vakbonden FNV, NVJ en CNV Vakmensen dragen bestuurders voor namens werknemers. De VVG, de vereniging van gepensioneerden van Pensioenfonds PGB, en vakbonden doen een voordracht voor bestuursleden namens gepensioneerden. Benoemd De heer Busweiler is voorgedragen door de gepensioneerden en is per april 2018 benoemd. Hij is verantwoordelijk voor het aandachtsgebied communicatie. De heer Dijckmeester is per januari 2019 benoemd tot plaatsvervangend voorzitter als vervanger van de heer De Haan. DNB heeft op basis van de beschikbare informatie en eigen onderzoek vastgesteld dat beide heren geschikt zijn voor de functie. De toezichthouder heeft het fonds geïnformeerd in te stemmen met bovenstaande benoemingen. Herbenoemd De heer Degenhardt is herbenoemd tot 1 januari 2020 als voorzitter van het bestuur en tot 1 januari 2021 als bestuurder. De heer Degenhardt is verantwoordelijk voor het aandachtsgebied bestuurszaken. De heer De Haan is herbenoemd tot 1 juli 2020 als bestuurder. Hij is verantwoordelijk voor het aandachtsgebied relatiebeheer. De heer Vollebergh is herbenoemd per juni 2018 voor een periode van 4 jaar. Zijn aandachtsgebied is informatievoorziening en uitbesteding. Jaarverslag Pensioenfonds PGB 14

12 BESTUURSVERSLAG De heer Jansen is herbenoemd voor vier jaar tot april De portefeuille van de heer Jansen behelst juridische zaken en compliance. DNB heeft bij deze herbenoemingen aangegeven geen feiten of omstandigheden te zien die aanleiding geven tot het opnieuw toetsen van de geschiktheid en betrouwbaarheid. Een overzicht van de samenstelling van het bestuur is te vinden in bijlage 1 Samenstelling fondsorganen. De vergoeding voor alle bestuurders bedraagt 950 euro per dag. Als een bestuurder voor een werkgevers- of werknemersorganisatie werkt, krijgt de bestuurder de vergoeding niet zelf. Het geld gaat dan naar de betreffende organisatie. De tijdsbesteding per bestuurslid bedraagt minimaal anderhalve dag tot maximaal drie dagen per week. Bijeenkomsten bestuur 2018 Het bestuur kwam in 2018 in zijn totaliteit 46 maal bijeen. De belangrijkste onderwerpen op de bestuurstafel waren: Onderwerp Waardeoverdracht klein pensioen Strategische koers Good governance Huisvesting uitvoeringsorganisatie Uniforme pensioenaangifte Wijziging in bestuurscommissies Toelichting Zie hoofdstuk Hoofdlijnen Wettelijke veranderingen Zie hoofdstuk Bestuur en intern toezicht Strategische koers Zie hoofdstuk Bestuur en intern toezicht Governance Zie hoofdstuk Bestuur en intern toezicht Ontwikkelingen uitvoeringsorganisatie Zie hoofdstuk Bestuur en intern toezicht Ontwikkelingen relatiebeheer Zie hoofdstuk Bestuur en intern toezicht Wijzigingen in bestuurscommissies Naleving code pensioenfondsen Zie hoofdstuk Bestuur en intern toezicht Code Pensioenfondsen 2018 Implicaties IORP II Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) Shoprecht Premiebeleid MVB en klimaat Brexit Actualisatie risicomanagementbeleid DNB-onderzoeken Communicatie Dynamische aandelenrisicobeheersing Beleggingsovertuigingen Zie hoofdstuk Bestuur en intern toezicht Implicaties IORP II Zie hoofdstuk Bestuur en intern toezicht Algemene verordening gegevensbescherming Zie hoofdstuk Pensioenregeling Beschikbare premieregeling Zie hoofdstuk Financiële situatie Premiebeleid Zie hoofdstuk Balans- en vermogensbeheer Maatschappelijk Verantwoord Beleggen Zie hoofdstuk Balans- en vermogensbeheer Brexit Zie hoofdstuk Risicomanagement Zie hoofdstuk Bestuur en intern toezicht Zie hoofdstuk Pensioencommunicatie Zie hoofdstuk Balans- en vermogensbeheer Zie hoofdstuk Balans- en vermogensbeheer Strategische koers In 2015 heeft Pensioenfonds PGB gekozen voor een strategie van beheerste groei. Dit in het belang van de deelnemers en sociale partners. In 2018 is een start gemaakt met het herijken van deze strategie. Deze herijking is ingegeven door een aantal factoren. Allereerst is Pensioenfonds PGB de afgelopen jaren, door de beheerste groei, veranderd. Ook is de omgeving van Pensioenfonds PGB anders dan in Verder zullen in de toekomst aan de uitvoering andere eisen worden gesteld. Voor de ontwikkeling van een visie op de toekomst van het fonds zijn aan de hand van scenario s besluiten genomen die de strategische richting voor de komende jaren gaan bepalen. Dit betreft onder andere de propositie die Pensioenfonds PGB biedt, de bedrijfsvoering, klantenbinding en identiteit. Hierbij blijft het bestuur inzetten op beheerste groei in het belang van de deelnemers. In het voorjaar van 2019 worden al deze elementen samengevoegd tot de Strategie Jaarverslag Pensioenfonds PGB 15

13 BESTUURSVERSLAG Governance In 2018 is gebleken dat er tussen bestuur en raad van toezicht een verschil van inzicht was, dat kon worden teruggevoerd op een niet goed werkende governance. Voor bestuur, raad van toezicht en verantwoordingsorgaan is dit aanleiding geweest het project good governance op te zetten. Daarbij is er tussen en binnen de drie organen een intensieve en constructieve dialoog gevoerd, die heeft geleid tot het opnieuw vastleggen van onze governance principes. Deze zijn vastgelegd in het transparantiedocument dat binnen Pensioenfonds PGB wordt gebruikt om de helderheid over besluitvorming te bevorderen. Pensioenfonds PGB heeft de volgende principes vastgesteld: Principe 1: Heldere keuzes en heldere richting geven sturing aan het pensioenfonds. Principe 2: Een robuust besluitvormingsproces is essentieel voor het functioneren van de totale governance. Principe 3: Ieder fondsorgaan voegt waarde toe voor alle belanghebbenden. Principe 4: Uitvoering van besluiten wordt gemonitord op doelmatigheid, efficiency en eenvoud. Principe 5: Ieder fondsorgaan investeert continu in kwaliteit van het eigen handelen. In dit proces zijn ook de functieprofielen voor leden van het bestuur en raad van toezicht aangepast en is er een competentievisie voor leden van het verantwoordingsorgaan bij Pensioenfonds PGB vastgesteld. Het bestuur is verantwoordelijk voor een goede aansturing van het fonds. De geschiktheidseisen voor bestuursleden zijn dan ook afgestemd op de omvang en complexiteit waar Pensioenfonds PGB als een multisectoraal fonds mee te maken heeft. Tevens heeft het bestuur in 2018 het continuïteits- en opvolgingsplan voor de komende jaren geactualiseerd. Het bestuur voert jaarlijks een zelfevaluatie uit. Het bestuur evalueert hierbij het functioneren van het bestuur als geheel. Bij de evaluatie komen onderwerpen aan de orde als geschiktheid, diversiteit, wijze van besluitvorming en gedrag en cultuur. Over 2018 heeft de zelfevaluatie plaatsgevonden onder begeleiding van een externe partij. Het bestuur heeft als resultaat hiervan onder meer de vergaderstructuur aangepast om de executiekracht te vergroten. Ontwikkeling bedrijfsvoering In 2018 is de aanzet gemaakt tot een wezenlijke aanpassing en modernisering van het proces- en systeemlandschap voor zowel het vermogensbeheer als de pensioenadministratie. Om klaar te zijn voor de toekomst zijn kostenverlaging en kwaliteitsverbetering van de uitvoeringsprocessen nodig. De modernisering is daarnaast ingegeven door externe ontwikkelingen bij leveranciers en de mogelijkheden van nieuwe technologieën. In 2019 zal in dit kader de ondersteuning van de kantoorautomatisering en de IT-basisinfrastructuur worden uitbesteed. Ontwikkelingen uitvoeringsorganisatie PGB Pensioendiensten B.V. heeft zijn plannen volledig afgestemd op de strategie van Pensioenfonds PGB. Het jaarplan van PGB Pensioendiensten B.V. stond in 2018 primair in het teken van het robuuster maken van de pensioenuitvoering en het verbeteren van de klantbediening voor werkgevers en deelnemers. PGB Pensioendiensten B.V. rapporteert periodiek over de voortgang van de realisatie van het jaarplan en herijkt gedurende het jaar prioriteiten in overleg met het bestuur. De dienstverlening aan werkgevers en deelnemers is in 2018 op verschillende vlakken verbeterd. Zo leveren werkgevers met een DC-regeling vanaf 2018 eenvoudig en direct vanuit hun salarisadministratie de juiste gegevens aan door de implementatie van Uniforme Pensioen Aangifte (UPA). Deze methodiek zorgt voor meer gebruiksgemak bij werkgevers en actuelere gegevens. Ook ontvangen deze werkgevers voortaan een actuele factuur in plaats van een voorschotfactuur en eindafrekening. In 2018 is gestart met de voorbereidingen om werkgevers met een DB-regeling vanaf 2019 ook gebruik te laten maken van UPA. Ook zijn diverse verbeteringen doorgevoerd aan de publieke websites en de portalen om deze nog beter aan te laten sluiten bij de behoeften van de deelnemers en werkgevers. Mede door deze verbeteringen zien we een toename in de tevredenheid van deelnemers. PGB Pensioendiensten B.V. heeft daarnaast zijn interne organisatie op diverse onderdelen versterkt. De informatiebeveiliging is aantoonbaar op het vereiste volwassenheidsniveau gebracht en de organisatie is gereed gemaakt voor continuous development en agile werken. Jaarverslag Pensioenfonds PGB 16

14 BESTUURSVERSLAG Tenslotte, in 2018 is een nieuw kantoorpand aangekocht. PGB Pensioendiensten B.V. gaat verhuizen naar Amstelveen. Het komende jaar zal het nieuwe pand verbouwd en ingericht worden, zodat het aan alle medewerkers een goede werkplek biedt en er ruimte is voor modernere werkvormen. Ontwikkelingen relatiebeheer Sociale partners en pensioenfonds staan via de sectorcommissies nauw met elkaar in contact. De 8 sectorcommissies kwamen in 2018 gemiddeld 2 à 3 keer bijeen om thema s die van wederzijds belang zijn te bespreken. Ook is via deze platforms de beoogde verdere ontwikkeling van de klantbediening besproken. Uit onderzoek in 2018 is gebleken dat er behoefte is aan een commissie in de sector chemie. Die zal in 2019 voor het eerst bijeenkomen. Op de afdeling relatiebeheer van de uitvoeringsorganisatie is een traject voor verdere professionalisering en efficiencyverbetering voortgezet. Dit heeft onder meer geleid tot nauwere contacten met werkgevers, betere invulling van telefonische bereikbaarheid en betere ondersteuning bij de informatieverstrekking over de pensioenregeling aan werkgevers en hun werknemers. Ook op het gebied van digitale dienstverlening zijn in 2018 weer stappen gezet. Regionale bijeenkomsten In 2018 zijn 4 regionale themabijeenkomsten gehouden om vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers (ondernemingsraden) bij te praten over actuele onderwerpen. In Rotterdam, Zwolle, Eindhoven en Hilversum werden de onderwerpen premie en klantbediening besproken. Daarnaast zijn verschillende bestuursleden op bezoek gegaan bij aangesloten ondernemingen. Ontwikkelingen corporate communicatie en public affairs De identiteit van Pensioenfonds PGB als multisectoraal pensioenfonds is in 2018 verder ingevuld en getoetst aan de herijking van de strategie. Voor de interne en externe communicatie is een canon ontwikkeld waarmee vorm is gegeven aan het verhaal van Pensioenfonds PGB. Om een bijdrage te kunnen leveren aan discussies over de toekomst van het stelsel en de belangen van deelnemers goed te behartigen is het fonds lid geworden van denktank Netspar en de commissie public affairs van de Pensioenfederatie. Hiermee is ook de zichtbaarheid in de buitenwereld vergroot. Deelnemersonderzoek In het najaar van 2018 is een online onderzoek gehouden om de mening van deelnemers te peilen over communicatie en MVB. Hieruit bleek onder meer dat de waardering van actieve deelnemers voor het pensioenfonds is gestegen naar een 7,2 (2017: 6,9). De pensioenkennis is ook verbeterd, maar het kennisniveau kan nog verder omhoog. Duurzaamheid is een belangrijk thema, zo blijkt. De meeste deelnemers vinden het een verantwoordelijkheid van het pensioenfonds om te letten op maatschappelijke en milieueffecten van beleggingen. Organisatie van openbaar belang Het kabinet wil grote pensioenfondsen met een beheerd vermogen groter dan 10 miljard aanwijzen als organisaties van openbaar belang (OOB). Door de OOB-status worden onder meer strengere eisen gesteld aan de accountantscontrole en de accountants die bij deze instellingen het jaarverslag controleren. Ondanks dat de uitgebreide controleverklaring nog niet verplicht is, is net als voorgaand jaar met de accountant afgesproken deze uitgebreide controleverklaring vooruitlopend op de nieuwe regelgeving wel te hanteren bij het jaarverslag van Pensioenfonds PGB. Wijzigingen in bestuurscommissies Het fonds maakt gebruik van commissies en tijdelijke werkgroepen voor de uitwerking van bestuurlijke en strategische projecten. Besluitvorming over beleid vindt plaats in het voltallige bestuur. Een aantal commissies heeft een permanent karakter. Commissie pensioenzaken De commissie pensioenzaken is per januari 2018 van start gegaan. De commissie adviseert het bestuur over pensioenen/of pensioenproductontwikkeling en bereidt besluitvorming voor. Daarnaast monitort de commissie de uitbesteding en uitvoering van de pensioenadministratie alsook de uitvoering van het beleid met betrekking tot pensioenen. Jaarverslag Pensioenfonds PGB 17

15 BESTUURSVERSLAG Commissie financiën, risicomanagement en actuariële zaken In verband met de invoering van IORP II is de adviescommissie audit en riskmanagement per 13 december 2018 gewijzigd in de commissie financiën, risicomanagement en actuariële zaken (FRAC). De commissie adviseert het bestuur over de financiële opzet van het fonds en beoordeelt de resultaten van het fonds in relatie tot de gehanteerde tarieven, parameters en budgetten. Zij coördineert de werkzaamheden met betrekking tot de (externe) financiële en actuariële verslaggeving, inclusief de daarbij behorende externe audit- en assurancewerkzaamheden. De commissie brengt advies uit aan het bestuur over de risicostrategie, het risicobeleid en de risicobereidheid van het fonds, de inrichting van de AO/IC en de analyse van diverse assurancerapportages. Daarnaast kan de commissie ook ongevraagd advies uitbrengen. Code Pensioenfondsen 2018 De herziene code Pensioenfondsen is op 3 oktober 2018 in werking getreden en wettelijk verankerd in de Pensioenwet. De wet kent 65 (voorheen: 83) normen voor goed pensioenfondsbestuur. Nieuwe onderdelen in de herziene code pensioenfondsen zijn: Het specifieker maken van de benoeming en ontslag van leden van het verantwoordingsorgaan; Het vragen van een stappenplan waar het gaat om het bevorderen van diversiteit in het pensioenfondsbestuur; De rapportage van het intern toezicht over de naleving en toepassing van de Code Pensioenfondsen; De tweejaarlijkse zelfevaluatie van het bestuur onder begeleiding van een derde partij is veranderd in een driejaarlijkse; De zelfevaluatie voor het verantwoordingsorgaan dient met enige regelmaat plaats te vinden. Ten aanzien van de nog openstaande normen zijn de volgende ontwikkelingen te melden: Er is een conceptovereenkomst van opdracht tussen Pensioenfonds PGB en een sector met een verplichtgestelde regeling geaccordeerd. Dit model zal vervolgens worden geïntroduceerd bij sociale partners van ander verplichtgestelde sectoren; De inventarisatie van de opleidingsbehoefte per bestuurder is in gang gezet. De vervolgstap is om een doorlopend programma van permanente educatie vast te stellen; Het bestuur voldoet aan de normen voor diversiteit en heeft in zijn opvolgingsbeleid expliciet aangegeven minimaal hieraan te willen blijven voldoen of dit te verbeteren. Er is echter nog geen diversiteitsbeleid inclusief stappenplan voor Pensioenfonds PGB als geheel vastgesteld. Het verantwoordingsorgaan voldoet op het punt van vertegenwoordiger jonger dan 40 jaar nog niet aan de diversiteitsnorm. Om de diversiteit te borgen zal Pensioenfonds PGB dit aspect meenemen bij het onderhouden van contacten met voordragende en benoemende partijen. Implicaties IORP II De introductie van de nieuwe IORP II wetgeving heeft tot gevolg gehad dat Pensioenfonds PGB sleutelfuncties heeft ingericht voor de risicofunctie, actuariële functie en interne audit functie. Functieprofielen, beleidsdocumenten en de communicatie en informatievoorziening zijn naar aanleiding van IORP II aangepast. De adviescommissie audit en riskmanagement is gewijzigd in de commissie financiën, risicomanagement en actuariële zaken. Onderwerpen op het terrein van internal audit zullen voortaan apart worden geagendeerd. Algemene verordening gegevensbescherming Per 25 mei 2018 moesten pensioenfondsen en pensioenuitvoeringsorganisaties voldoen aan de nieuwe Europese Privacyverordening (Algemene verordening gegevensbescherming AVG ). Dat betekent dat er vanaf die datum dezelfde privacywetgeving geldt in de hele Europese Unie (EU). De verordening heeft als doel een verbetering van de privacyrechten van personen en meer verantwoordelijkheden voor organisaties. Pensioenfonds PGB voldoet aan de nieuwe wettelijke verplichtingen en heeft controlemaatregelen doorgevoerd in de bedrijfsvoering. Er is tevens een functionaris gegevensbescherming aangesteld. De raad van toezicht Jaarlijks stelt de raad een jaarplan op waarin hij aangeeft hoe hij zijn taken invult en welke onderwerpen in de toezicht- en adviesrol centraal zullen staan bij het toezicht op het bestuurlijk functioneren. De raad komt maandelijks bij elkaar. In 2018 heeft regelmatig en intensief overleg plaatsgevonden met (een delegatie van) het bestuur en het verantwoordingsorgaan in het kader van het good-governance-traject. Daarnaast vinden sinds 2019 op periodieke basis overleggen plaats met het Jaarverslag Pensioenfonds PGB 18

16 BESTUURSVERSLAG gehele bestuur in plaats van alleen met de voorzitters en zijn er regelmatig incidentele gesprekken met beleidsbepalers en andere functionarissen, zowel intern als extern. Twee keer per jaar vindt overleg plaats met het verantwoordingsorgaan. Eenmaal om de verantwoording over het voorgaande jaar te bespreken en het jaarplan voor het komende jaar. Daarnaast was er regelmatig overleg met de commissie governance van het verantwoordingsorgaan over het good governancetraject. En het verantwoordingsorgaan is geïnformeerd over de voortgang van het jaarplan en de waarnemingen van de raad. Ook heeft er overleg plaatsgehad met de externe toezichthouder De Nederlandsche Bank (DNB). Werkzaamheden in 2018 waren onder meer: Het jaarverslag 2017 van het fonds is goedgekeurd, waarin de raad zijn verantwoording heeft opgesteld. De raad heeft twee collectieve waardeoverdrachten goedgekeurd. De raad is akkoord gegaan met de geactualiseerde functieprofielen van de bestuursleden. De raad is nauw betrokken geweest bij het good governancetraject en heeft daarnaast regelmatig met het bestuur gesproken over herijking van de strategie. Mevrouw Bisschop en de heer Meeuwisse zijn per 14 juni 2018, na daartoe opnieuw voorgedragen te zijn door het verantwoordingsorgaan, door het bestuur herbenoemd als lid van de raad van toezicht. Nadien heeft de heer Meeuwisse zijn functie als voorzitter van de raad van toezicht neergelegd per 1 januari Het bestuur dankt hem voor zijn inzet voor het fonds. In 2019 is een procedure gestart voor zijn opvolging. Een overzicht van de samenstelling van de raad van toezicht is te vinden in bijlage 1 Samenstelling fondsorganen. Het verslag van de raad van toezicht is opgenomen onder de Overige gegevens. Het verantwoordingsorgaan Het verantwoordingsorgaan kwam 7 keer bijeen voor overleg met het bestuur. Er was tweemaal een overleg met de raad van toezicht. Het verantwoordingsorgaan boog zich onder meer over aansluitingen, het communicatieplan en het premiebeleid. Het verantwoordingsorgaan is verder geïnformeerd over de ontwikkelingen op het gebied van balansbeheer, IORP II, de DC-regeling, jaarverslag 2018 en het jaarplan en de begroting 2019 van de uitvoeringsorganisatie. Het verantwoordingsorgaan heeft mevrouw Bisschop en de heer Meeuwisse bij bindende voordracht voorgedragen voor herbenoeming bij de raad van toezicht per 1 juli De heer Broere heeft in februari 2018 zijn functie als lid van het verantwoordingsorgaan neergelegd. Hij was voorafgaand aan deze functie voorzitter van het bedrijfstakpensioenfonds Kartonnage en Flexibele Verpakkingen en was benoemd door het KVGO. Hij is opgevolgd door de heer Van der Peijl, die in oktober 2018 werd benoemd door de werkgeversraad. De heer Busweiler heeft in januari 2018 zijn functie als lid van het verantwoordingsorgaan neergelegd. Hij zat in het orgaan namens gepensioneerden. Hij is in mei 2018 opgevolgd door mevrouw Maarschalk Meijer. De termijn van de heer Klein Hemmink liep af per mei Hij is herbenoemd voor een termijn van vier jaar namens gepensioneerden. Het bestuur dankt alle afgetreden leden voor hun inzet en betrokkenheid. In september 2018 overleed oud-lid van het verantwoordingsorgaan Victor Doorn. Het bestuur betreurt zijn overlijden en zegt dank voor de waardevolle bijdrage die hij aan het fonds heeft gegeven. Een overzicht van de samenstelling van het verantwoordingsorgaan is te vinden in bijlage 1 Samenstelling fondsorganen. Het verslag van het verantwoordingorgaan is opgenomen onder de Overige gegevens. Communicatie met de toezichthouders Pensioenfonds PGB staat onder toezicht van De Nederlandsche Bank (DNB), de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en de Autoriteit Persoonsgegevens (AP). Het pensioenfonds had in 2018 regelmatig contact met de toezichthouders en nam deel aan een aantal onderzoeken. Jaarverslag Pensioenfonds PGB 19

17 BESTUURSVERSLAG De Nederlandsche Bank DNB ziet erop toe dat er een gedegen financieel beleid wordt gevoerd. Gedurende het verslagjaar is met de toezichthouder contact geweest over diverse onderwerpen. Hierbij moet worden gedacht aan strategische onderwerpen, governance onderwerpen, aansluitingen en overige onderzoeken. De volgende DNB-onderzoeken waren in 2018 op Pensioenfonds PGB van toepassing: Naam onderzoek Strategische risico's en verandervermogen Robuuste pensioenadministratie Vragenlijst IORP II Vragenlijst niet-financiële risico's Data uitvraag Nederlandse woninghypotheken Informatiebeveiliging Korte omschrijving onderzoek Naar aanleiding van de nulmeting van het strategisch risico zijn in dit vervolgonderzoek fondsspecifieke strategische risico's verder verdiept en is onderzocht in hoeverre concrete maatregelen zijn genomen ter vergroting van het verandervermogen. Het bestuur heeft in dit kader gesproken met de toezichthouder over de volgende thema s: 1. De toekomstkansen van Pensioenfonds PGB in een veranderende Nederlandse pensioenmarkt; 2. De identiteit en uitstraling van Pensioenfonds PGB; 3. De ontwikkeling van de lange termijn-strategie en bijbehorende transitie, de visie op de relatie met de deelnemer en de implicaties voor de bijbehorende bedrijfsvoering; 4. De verheldering van de samenwerking tussen bestuur, raad van toezicht en verantwoordingsorgaan; 5. De uitkomsten van het onderzoek Robuuste Pensioenadministratie. Het fonds blijft in gesprek met de toezichthouder over deze strategische thema s. Naar aanleiding van het in 2017 uitgevoerde onderzoek robuuste pensioenadministratie heeft DNB de opvolging van de bevindingen gemonitord en beoordeeld. Er is besloten om de bevindingen binnen een breder programma op te lossen. Binnen dit verbeterprogramma zijn drie werkstromen gedefinieerd, te weten: risicomanagement, organisatie en processen pensioenuitvoering en pensioenadministratiesysteem en governance. Concrete acties en deliverables zijn per werkstroom verwerkt in een plan van aanpak. Het project is per 31 december afgerond en de eindrapportage is begin 2019 door het bestuur vastgesteld. De toezichthouder is hierover geïnformeerd. DNB heeft aangegeven de implementatie te zullen monitoren. DNB heeft een uitvraag uitgestuurd over de mate waarin de pensioenfondsen zijn voorbereid op de implementatie van (een aantal aspecten van) IORP II, zoals de inrichting van de risicobeheerfunctie, interne auditfunctie en de actuariële functie. De toezichthouder is hierover schriftelijk geïnformeerd. Sectorbrede uitvraag naar de niet-financiële risico's, zoals integriteits-, operationeleen IT-risico's. Doel van de uitvraag was het verkrijgen van inzicht in deze risico's en de beheersing ervan. De toezichthouder is hierover schriftelijk geïnformeerd. Uitvraag naar de uitzettingen op Nederlandse hypotheken op het niveau van individuele leningen. In deze uitvraag is onder meer informatie opgevraagd over loan to value ratio's, loan to income ratio's en rentevaste perioden. De toezichthouder is hierover schriftelijk geïnformeerd. Een vervolgmeting aangaande informatiebeveiliging (IB) en specifiek cybersecurity uitvoeren bij Pensioenfonds PGB. Deze meting geeft DNB inzicht in het volwassenheidsniveau van de informatiebeveiliging van Pensioenfonds PGB. Op basis van de met het fonds gevoerde gesprekken en de gedurende 2018 ontvangen stukken heeft DNB geen verdere vragen over de maatregelen die zijn getroffen om de gewenste volwassenheid van de informatiebeveiliging te realiseren en om de beheersing ervan duurzaam te borgen. Jaarverslag Pensioenfonds PGB 20

18 BESTUURSVERSLAG Naam onderzoek Onderzoek SDG's Enquête premie en indexatie 2019 Korte omschrijving onderzoek DNB heeft een onderzoek uitgevoerd naar de implicaties van de Sustainable Development Goals (SDG s) voor de Nederlandse financiële sector. Middels dit (beleids)onderzoek is een verkenning uitgevoerd van de activiteiten van financiële instellingen ten aanzien van of gerelateerd aan de SDG s en duurzaamheidsaspecten. Januari 2019 heeft DNB het rapport: Op waarde geschat? Duurzaamheidsrisico s en -doelen in de Nederlandse financiële sector gepubliceerd. Dit betreft een enquête naar de ontwikkeling van de pensioenpremie en de indexatie van pensioenen. Zowel het Ministerie van Sociale Zaken als het Centraal Planbureau heeft behoefte aan adequate pensioengegevens voor het vaststellen van koopkrachtontwikkelingen. Het Centraal Planbureau gebruikt de informatie bovendien bij ramingen over belastinginkomsten, loonkosten en het EMU-saldo. De toezichthouder is hierover schriftelijk geïnformeerd. Autoriteit Financiële Markten De AFM let vooral op de pensioencommunicatie. In 2018 is contact geweest met de AFM over de verzending van het UPO 2018 voor actieve deelnemers. Verder heeft de AFM een uitvraag gedaan over keuzebegeleiding bij premieregelingen. Omdat het fonds geen beleggingsvrijheid kent en er ook geen voorlopig keuzemoment is, heeft de AFM dit onderzoek in 2018 afgesloten bij het fonds. Het volgende AFM-onderzoek was in 2018 op Pensioenfonds PGB van toepassing: Naam onderzoek Keuzebegeleiding door pensioenfondsen die een premieregeling uitvoeren Korte omschrijving onderzoek Dit onderzoek richt zich op de begeleiding van deelnemers bij het voorlopige keuzemoment en op de zorgplicht bij premieregelingen met beleggingsvrijheid. Omdat het fonds geen beleggingsvrijheid kent en er ook geen voorlopig keuzemoment is, heeft de AFM dit onderzoek in 2018 afgesloten bij het fonds. Autoriteit Persoonsgegevens Ernstige datalekken moeten verplicht en direct gemeld worden bij de AP. Daarnaast gelden er regels ten aanzien van het melden van een datalek aan betrokkenen. Pensioenfonds PGB heeft een beperkt aantal meldingen gedaan aan de AP en aan betrokkenen. Deze meldingen waren voor de AP geen aanleiding om een onderzoek te starten naar de naleving van de privacywetgeving. Klachten en geschillen Pensioenfonds PGB heeft een klachtenregeling en een geschillenregeling. In 2018 waren er 90 klachten over de dienstverlening (2017: 94). De meeste klachten kwamen voort uit te late of onjuiste informatieverstrekking. De meeste klachten zijn afgehandeld door de klantenservice. Uiteindelijk zijn geen klachten voorgelegd aan de klachtencommissie. In 2018 waren er 2 deelnemers die een bezwaarschrift indienden bij de onafhankelijke commissie van bezwaar (2017:0). Het ging in het ene geval om een pensioenverevening en in het andere geval om een bijzondere toezegging bij een collectieve waardeoverdracht. Beide bezwaren zijn door de commissie afgewezen. Boetes, dwangsommen, verplichte aanwijzing en bewindvoering Er zijn in 2018 geen boetes of dwangsommen opgelegd. Er was in 2018 geen sprake van een verplichte aanwijzing en geen sprake van bewindvoering. Jaarverslag Pensioenfonds PGB 21

19 BESTUURSVERSLAG Pensioenregeling Pensioenfonds PGB kent twee verschillende pensioenregelingen: uitkeringsregelingen op basis van middelloon (DB-regeling) en beschikbare premieregelingen (DC-regeling). Combinaties daarvan zijn ook mogelijk. Middelloonregeling Aangesloten bedrijfstakken en ondernemingen kunnen keuzes maken over opbouwpercentage, partnerpensioen, franchise, loonbegrip en premievrijstelling. Voorwaarde hiervoor is dat de pensioenregeling binnen de fiscaal toegestane grenzen blijft. Pensioenfonds PGB berekent de premie voor uitvoering van een pensioenregeling naar rato van een vastgestelde prijs per eenheid pensioen. Die prijs is afgeleid van de doorsneepremie voor de DB-basispensioenregeling. In 2018 bedroeg deze premie 24,0 procent. Deze DB-basispensioenregeling heeft de volgende kenmerken: Het jaarlijkse opbouwpercentage voor ouderdomspensioen is 1,75 procent bij een pensioenrichtleeftijd van 68 jaar vanaf Het partnerpensioen wordt voor 35 procent van het te bereiken ouderdomspensioen opgebouwd en voor 35 procent op risicobasis verzekerd. Het wezenpensioen bedraagt 14 procent van het te bereiken ouderdomspensioen. Het uitkeringsbedrag is gemaximeerd op 5 wezen; zijn er meer dan 5 wezen dan gaat het pensioen per wees omlaag. De premievrijstellingsregeling bij arbeidsongeschiktheid is gemaximeerd op 70 procent in geval van volledige arbeidsongeschiktheid. De toeslagverlening is voorwaardelijk en wordt gefinancierd uit overrendement. Daarnaast kunnen ondernemingen aanvullende afspraken maken over premiemaximalisatie (CDC) of een eenmalige verbetering van pensioenaanspraken. Het pensioenfonds voert voor 98 (2017: 69) ondernemingen in 3 sectoren (2017: 3) een regeling uit waarbij een maximale premie (CDC) is afgesproken. Beschikbare premieregeling Werkgevers en werknemers in de bedrijfstakken groothandel in bloemen en planten en zeevisserij nemen deel aan de beschikbare premieregeling (DC-regeling) van Pensioenfonds PGB. Een beperkt aantal ondernemingen heeft een hybride regeling, een combinatie van een uitkeringsregeling met een beschikbare premieregeling, bij het pensioenfonds ondergebracht. Voor de beschikbare premieregeling geldt een pensioenrichtleeftijd van 68 jaar. De DC-basispensioenregeling bevat een aantal standaardelementen: Het partnerpensioen is voor 70 procent van het ouderdomspensioen op risicobasis verzekerd. Het wezenpensioen is voor 20 procent van het partnerpensioen op risicobasis verzekerd. De opbouw van pensioenkapitaal bij arbeidsongeschiktheid is premievrij tot maximaal 100 procent. Het persoonlijk pensioenkapitaal wordt vanaf 10 jaar voor de pensioendatum in stapjes omgezet naar een pensioenaanspraak vanaf pensioendatum. Voor alle deelnemers geldt dezelfde lifecycle (verdeling van het kapitaal over de matching- en returnportefeuille per leeftijdscategorie). Tabel 1: Lifecycle Leeftijd Matching Return < 37 jaar 15% 85% jaar 25% 75% jaar 35% 65% jaar 45% 55% Jaarverslag Pensioenfonds PGB 22

20 BESTUURSVERSLAG Aangesloten bedrijfstakken en ondernemingen kunnen een keuze maken over pensioengevend salaris, franchise, staffel en benuttingspercentage. Voorwaarde hiervoor is dat de pensioenregeling binnen de fiscaal toegestane grenzen blijft. Deelnemers kunnen individueel extra Anw-pensioen verzekeren of extra pensioenkapitaal opbouwen. Verder kunnen ze keuzes maken bij pensionering, net zoals bij de uitkeringsregelingen. Voor verplichte bedrijfstakregelingen wordt de beschikbare premieregeling uitgevoerd met een doorsneepremie. Het bestuur heeft op 22 november 2018 besloten om met ingang van 2020 deelnemers aan de beschikbare premieregeling de keuze tussen een vaste en een variabele uitkering te geven. Omdat Pensioenfonds PGB geen variabele uitkering uitvoert, krijgen deelnemers die een variabele uitkering kiezen het recht om een uitkering in te kopen bij een andere pensioenuitvoerder dan Pensioenfonds PGB ( shoprecht ). Aanvullende regelingen Ondernemingen kunnen ook aanvullende regelingen afsluiten zoals een WIA-Excedent-verzekering, Anw-verzekering of een verzekering voor partnerpensioen boven het wettelijk maximum pensioensalaris. In 2018 waren deelnemers verzekerd via hun werkgever voor een WIA-Excedent-uitkering (2017: ). Van de deelnemers werd er voor premie afgedragen omdat ze boven het gemaximeerde dagloon verdienden. Aan de collectieve verzekering voor netto partnerpensioen nemen 382 werknemers deel (2017: 356). Via collectieve contracten hebben deelnemers een verzekering voor een aanvullende Anw-uitkering (2017: ). Voor alle uitkeringsregelingen geldt dat deelnemers binnen de fiscaal gestelde grenzen kunnen kiezen voor extra pensioenopbouw via een pensioenkapitaal. Via PGB Pensioen Plus hebben deelnemers een pensioenkapitaal staan bij Pensioenfonds PGB, met een vermogen van 39,5 miljoen euro (2017: deelnemers met een vermogen van 45,2 miljoen euro). Het rendement over 2018 was 3,3 procent negatief 2 (2017: 5,7 procent positief). Deelnemers kunnen verder aanvullende regelingen afsluiten om hun partner beter te beschermen bij een eventueel overlijden van de deelnemer. In 2018 waren er deelnemers met een individuele PGB Partnerpensioen Plus regeling (2017: 1.085), en met een individuele verzekering voor een aanvullende Anw-uitkering (2017: 3.229). Regelingen voorwaardelijk extra pensioen Voor een aantal opdrachtgevers voert Pensioenfonds PGB een zogenaamde VPL-regeling voorwaardelijk extra pensioen uit. Hiervoor geldt dat deelnemers aan bepaalde voorwaarden moeten voldoen om een verhoogde pensioenopbouw te krijgen. In de sector kartonnage- en flexibele verpakkingenbedrijf werd in 2018 voor de VPL-regeling een premie geheven van 1,5 procent over de loonsom. In de verf- en drukinktindustrie is voor de VPL-regeling een premie geheven van 4,0 procent van het loonsom. Ontwikkeling in deelnemers- en werkgeversbestand In 2018 nam het aantal premiebetalende werknemers (inclusief toerekening wegens arbeidsongeschiktheid) en gepensioneerden toe van tot Het aantal deelnemers en pensioengerechtigden inclusief gewezen deelnemers kwam eind 2018 uit op De toename is vooral het gevolg van nieuwe aansluitingen. Het totaal aantal werkgevers nam in 2017 per saldo toe van tot In 2018 gingen ouderdomspensioenen in (2017: 4.271). Het totaal aantal mensen dat pensioen ontvangt (inclusief partner- en wezenpensioen) steeg van eind 2017 naar eind Het rendement van PGB Pensioen Plus is het rendement van het pensioenfonds, verminderd met 1,0 procentpunt voor administratiekosten en garantieopslag Jaarverslag Pensioenfonds PGB 23

21 BESTUURSVERSLAG Tabel 2: Aantal deelnemers (uitgesplitst per branche) 31 december december 2017 Grafimedia en reprografie Uitgeverijbedrijf Chemis che en farmaceutis che indus trie Groothandel in bloemen en planten Proces indus trie Kartonnage- en flexibele verpakkingenbedrijf Kuns ts tof-, rubber- en lijmindus trie Papierindus trie (Technis che) Groothandel Diens tverlening Maritieme aannemerij Verf- en drukinktindus trie Zeevis s erij Aantal deelnemers met toekenning wegens arbeids onges chikheid Inclusief de deelnemers met toekenning wegens arbeidsongeschiktheid Aa ntal gewezen deelnemers Aa ntal pens ioengerechtigden Stand per 31 december Tabel 3: Aantal werkgevers (uitgesplitst per branche) 31 december december 2017 Grafimedia en reprografie Groothandel in bloemen en planten Kartonnage- en flexibele verpakkingenbedrijf Uitgeverijbedrijf Kuns ts tof-, rubber- en lijmindus trie Verf- en drukinktindus trie Chemis che en farmaceutis che indus trie (Technis che) Groothandel Proces indus trie Zeevis s erij Diens tverlening Papierindus trie Maritieme aannemerij Stand per 31 december Jaarverslag Pensioenfonds PGB 24

22 BESTUURSVERSLAG Tabel 4: Overzicht aantallen ingegane pensioenen Overzicht ingegane pensioenen Ouderdomspensioen Partnerpensioen Wezenpensioen Totaal Stand per 31 december Ingegaan op bas is van toekenningen Ingegaan op basis van collectieve waardeoverdrachten Beëindigingen Stand per 31 december Ontwikkeling 3,14% 2,14% -0,61% 2,81% Tabel 5: Uitkeringen 31 december december 2017 Ouderdomspensioenen Nabestaandenpensioen (Partnerpensioen) Wezenpensioen 2 2 Premierestitutie/afkoopsommen 4 8 Vervroegd pensioen 4 4 ANW hiaat 4 4 Ten laste van staat van baten en lasten Jaarverslag Pensioenfonds PGB 25

23 BESTUURSVERSLAG Pensioencommunicatie De pensioencommunicatie ontwikkelde zich in 2018 positief. De communicatiekanalen en -middelen werden verder verbeterd. De standaard dienstverlening op het gebied van pensioencommunicatie is geactualiseerd, gemoderniseerd en gebruiksvriendelijker gemaakt. Daarnaast is succesvol geëxperimenteerd met nieuwe vormen van communicatie. Verheugend is dat deelnemers volgens het jaarlijkse onderzoek meer tevreden zijn over de communicatie. Wegnemen van misverstanden Een van de prioriteiten in 2018 was het wegnemen van misverstanden over pensioen. Het misverstand dat pensioen een omslagstelsel is waarbij de premie wordt betaald om het pensioen van de huidige gepensioneerden te betalen, is afgenomen onder deelnemers. Aandacht hiervoor blijft nodig, omdat nog altijd bijna de helft van de PGB-deelnemers dit denkt. Het belangrijkste misverstand bij gepensioneerden, dat indexatie een recht is, is niet afgenomen. Verbeteringen van de communicatie In 2018 is succesvol geëxperimenteerd met animatiefilmpjes over pensioen. Het eerste filmpje over pensioenaanvragen kreeg gemiddeld een 8 van het klantenpanel. Verder is de navigatie op de algemene website verbeterd en zijn de pensioenvoorlichtingsbijeenkomsten gemoderniseerd. Op mijnpgbpensioen.nl is de informatie voor deelnemers met een beschikbare premieregeling uitgebreid en is de planner nu ook in het Engels beschikbaar. Er is veel aandacht besteed aan de toegankelijkheid van de schriftelijke communicatie met deelnemers. Helaas zijn dit jaar enkele tekortkomingen in het UPO geconstateerd, die leidden tot een herstelactie. Om de kwaliteit van de persoonlijke communicatie te waarborgen worden periodieke steekproeven uitgevoerd door de uitvoeringsorganisatie. Deelnemersonderzoek 2018 In oktober 2018 heeft Pensioenfonds PGB een online communicatieonderzoek uitgevoerd onder actieve deelnemers en gepensioneerden. Over de gehele linie zien we dat meer deelnemers kennis hebben over de eigen pensioensituatie en de opbouw van pensioen in het algemeen. Dit betekent dat we op de goede weg zijn, ook al is er ruimte voor verdere verbetering. De tevredenheid met de communicatie van het pensioenfonds bleef gelijk bij gepensioneerden (7,7) en ging omhoog bij actieve deelnemers (degenen die pensioen opbouwen): van 6,8 naar 7,1. Ook het algemene rapportcijfer voor Pensioenfonds PGB ging bij actieve deelnemers omhoog: van 6,9 naar 7,2. Bij gepensioneerden ging de tevredenheid omhoog van 7,7 naar 7,8. Communicatie in cijfers Informatieverzoeken Deelnemers aan voorlichtingsbijeenkomsten voor bijna-gepensioneerden 673 Deelnemers met digitale post Bijna Lezers van digitale jaarverslag Ongeveer Toename unieke bezoekers website pensioenfondspgb.nl 4% Toename unieke bezoekers website mijnpgbpensioen.nl 6% 3 Lees- en bezoekerscijfers gemeten via Google Analytics Jaarverslag Pensioenfonds PGB 26

24 BESTUURSVERSLAG Financiële situatie De beleidsdekkingsgraad nam in 2018 toe van 106,1 naar 108,7 procent. De toename is vooral toe te schrijven aan de positieve beleggingsresultaten in de eerste drie kwartalen van De UFR-dekkingsgraad eindigde op 31 december op 103,8 procent (2017: 108,7 procent). Door de stijging van de beleidsdekkingsgraad nam ook de reële dekkingsgraad in 2018 toe van 86,6 naar 89,2 procent. Rekenrente Pensioenfondsen hebben langetermijnverplichtingen en beleggen daarom ook voor de lange termijn. De vermogenspositie, en dus ook de dekkingsgraad, wordt daarbij op marktwaarde bepaald. Dit leidt ertoe dat bij sterk schommelende rentestanden of beurzen ook de dekkingsgraad hevig beweegt. Een lastig aspect bij de waardering op marktwaarde is dat de looptijd van pensioenverplichtingen zo lang is, dat daar geen goede marktnotering voor bestaat. Om aan dit bezwaar enigszins tegemoet te komen wordt bij de rekenrente voor lange looptijden uitgegaan van de UFR. In 2018 daalde de UFR van 2,6 procent per 31 december 2017 naar 2,3 procent per 31 december De gemiddelde rekenrente eind 2018 bedroeg 1,35 procent. Met deze rekenrente wordt elke maand de actuele dekkingsgraad berekend: de UFR-dekkingsgraad. Dekkingsgraad Vanaf 1 januari 2015 wordt de UFR-dekkingsgraad over de afgelopen twaalf maanden gemiddeld. De uitkomst wordt de beleidsdekkingsgraad genoemd. De beleidsdekkingsgraad is bepalend bij het vaststellen of sprake is van een tekort en de beleidsdekkingsgraad is bepalend bij het vaststellen of een toeslag mag worden verleend. Zowel de beleidsdekkingsgraad als de UFR-dekkingsgraad op 31 december zijn van belang voor de vraag of het pensioenfonds de pensioenen moet verlagen. In onderstaande grafiek is het verloop van de UFR-dekkingsgraad en de beleidsdekkingsgraad weergegeven ten opzichte van de minimaal vereiste dekkingsgraad (oftewel minimaal vereiste vermogen: ultimo ,2 procent). Grafiek 1: Ontwikkeling dekkingsgraden Pensioenfonds PGB In 2018 is het pensioenvermogen gedaald van 25,5 naar 25,4 miljard euro, onder meer door de wereldwijde daling van de aandelenbeurzen. De verplichtingen stegen van 23,5 naar 24,5 miljard euro. De uitkeringen in het verslagjaar (0,7 miljard euro) zijn hoger dan de toevoeging van nieuwe pensioenaanspraken (0,5 miljard). Mede door de daling van de door DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur stegen de technische voorzieningen met 1,0 miljard. Dit betreffen de technische voorzieningen voor Jaarverslag Pensioenfonds PGB 27

25 BESTUURSVERSLAG rekening en risico van het fonds. De technische voorzieningen voor rekening en risico van de deelnemers stegen naar 0,1 miljard euro. Tabel 6 geeft weer hoe de daling van de UFR-dekkingsgraad van 108,7 (de dekkingsgraad op 31 december 2017) naar 103,8 procent in het verslagjaar tot stand is gekomen. Tabel 6: Verklaring ontwikkeling UFR-dekkingsgraad 31 december december 2017 % %-punt % %-punt Dekkings graad 1 januari 108,7 100,5 M1 Premie -0,3-0,4 M2 Uitkering 0,3 - M3 Indexering - - M4 Rentetermijns tructuur -4,2 1,3 M5 Overrendement -2,2 7,1 M6 Overig 1,5 0,2 Dekkingsgraad 31 december 103,8 108,7 De ontwikkeling van de UFR-dekkingsgraad kan als volgt worden toegelicht: Het resultaat op premie (M1) in 2018 is in lijn met de verwachting uit het herstelplan De premiedekkingsgraad in 2018 (93,5 procent) was lager dan de dekkingsgraad primo 2018 (108,7 procent) zodat de premie een negatief effect heeft op de dekkingsgraad. De primo 2018 dekkingsgraad van 108,7 procent zorgde voor een vrijval van het eigen vermogen door uitkeringen. De uitkeringen (M2) hebben daardoor een positief effect op de dekkingsgraad. In 2017 was dit zeer beperkt. Er is geen toeslag per 1 januari 2019 verleend waardoor M3 0 procent bedraagt. De wijziging van de rentetermijnstructuur betreft de aanpassingen in de rentetermijnstructuur als gevolg van marktontwikkelingen. In 2018 is de gemiddelde rente uit de rentetermijnstructuur gedaald waardoor de technische voorzieningen zijn gestegen. Dit heeft een negatief effect van 4,2 procentpunt op de dekkingsgraad (M4). Het feitelijke rendement is lager dan de benodigde interesttoevoeging aan de technische voorzieningen. De beleggingsrendementen, na aftrek van de benodigde rente, hebben een negatief effect op de dekkingsgraad van 2,2 procentpunt (M5). Het positieve effect op de dekkingsgraad onder overige resultaten (M6) van 1,5 procentpunt in 2018 bestaat voornamelijk uit de wijzigingen van de actuariële uitgangspunten die ten grondslag liggen aan de vaststelling van de technische voorzieningen. In 2018 hebben de beleggingen van Pensioenfonds PGB een negatief rendement behaald van 2,3 procent (2017: 6,7 procent positief). Het belegd vermogen daalde van 25,8 naar 25,7 miljard euro voornamelijk door de negatieve beleggingsopbrengsten. De gewogen gemiddelde rente waarmee de technische voorzieningen moeten worden berekend, daalde van 1,47 procent eind 2017 naar 1,35 procent eind 2018, waardoor de technische voorzieningen zijn gestegen. In totaal zijn de technische voorzieningen gestegen van 23,5 naar 24,5 miljard euro. Jaarverslag Pensioenfonds PGB 28

26 BESTUURSVERSLAG Tabel 7: Kengetallen Financieel Toetsingskader op basis van de rentetermijnstructuur van DNB 31 december december 2017 Totaal vermogen Technis che voorzieningen ris ico pens ioenfonds Technis che voorzieningen ris ico deelnemers Res erves Actuele UFR-dekkings graad 103,8% 108,7% Vereis te dekkings graad werkelijke beleggings portefeuille 119,2% 121,5% Vereiste dekkingsgraad strategische beleggingsportefeuille 121,3% 122,1% Herstelplan Er is in 2015 met de invoering van het nftk een nieuw herstelplan opgesteld voor risico pensioenfonds. In dit herstelplan is aangegeven hoe het fonds binnen de wettelijke termijn naar verwachting uit het reservetekort komt. Dit betekent dat onder de gehanteerde aannames het vermogen binnen de wettelijke termijn minimaal gelijk zal zijn aan het vereist vermogen (VV) op basis de strategische beleggingsportefeuille. Jaarlijks wordt getoetst of Pensioenfonds PGB naar verwachting binnen de gestelde termijn van 10 jaar het VV zal bereiken. Volgens het herstelplan van 31 december 2017 werd per 31 december 2018 een beleidsdekkingsgraad van 111,1 procent verwacht. De daadwerkelijke beleidsdekkingsgraad bedraagt 108,7 procent. Voor de UFR-dekkingsgraad geldt dat deze 103,8 procent is, terwijl deze dekkingsgraad op basis van het verwachte herstelpad 113,4 procent zou zijn. Er is dus een achterstand vooral door de ongunstige beleggingsresultaten en de gedaalde rente. De actualisatie van het herstelplan vanaf 31 december 2018 laat zien dat de beleidsdekkingsgraad bij de gehanteerde aannames binnen de wettelijke termijn van 10 jaar herstelt. Toeslagverlening (gedeeltelijk) is weer mogelijk als de beleidsdekkingsgraad hoger is dan 110 procent. Grafiek 2: Herstelpad herstelplan 2018 onder de gehanteerde aannames Haalbaarheidstoets De haalbaarheidstoets geeft inzicht in de samenhang tussen de financiële opzet, het verwachte pensioenresultaat en de risico s die daarbij gelden. Er wordt jaarlijks een haalbaarheidstoets uitgevoerd waarmee wordt getoetst of het verwachte pensioenresultaat overeenkomt met de gewekte verwachtingen (ambitie). Jaarverslag Pensioenfonds PGB 29

27 BESTUURSVERSLAG De resultaten van de haalbaarheidstoets op basis van de door DNB voorgeschreven scenario-set per 31 december 2018 en de grenzen zijn als volgt: Tabel 8: Uitkomsten haalbaarheidstoets Uitkomst Ondergrens % % Pens ioenres ultaat vanuit actuele dekkings graad 100,3 82,5 Pens ioenres ultaat vanuit vereis te dekkings graad n.v.t. 87,5 Maximale afwijking in s lechte oms tandigheden 28,4 37,5 De resultaten van de haalbaarheidstoets geven aan dat de doelen en grenzen ook haalbaar zijn. Dit betreft een statistische analyse met een horizon van 60 jaar, zoals die door de regelgever is gedefinieerd. Het pensioenresultaat op basis van de vereiste dekkingsgraad wordt alleen berekend indien een aanvangshaalbaarheidstoets wordt uitgevoerd. In boekjaar 2018 is er geen aanvangshaalbaarheidstoets uitgevoerd omdat het beleid niet significant is aangepast. Toeslagverlening Het bestuur streeft ernaar een toeslag te verlenen op de pensioenaanspraken en pensioenrechten. Dit wordt jaarlijks bepaald op basis van de financiële situatie van dat moment. Er is sprake van een voorwaardelijke toeslagverlening waarvoor geen bestemmingsreserve is gevormd en geen premie wordt betaald. De toeslagverlening wordt uit het beleggingsrendement dan wel eigen vermogen gefinancierd. Het toeslagbeleid, als bedoeld in artikel 13 van het pensioenreglement, is als volgt: Tabel 9: Toeslagbeleid Financiële positie (peildatum 30 september): Mogelijke toeslagverlening op pensioenen: Beleidsdekkingsgraad MVV Geen toeslag, korting mogelijk MVV < beleidsdekkingsgraad 110% Geen toeslag 110% < beleidsdekkingsgraad toeslagdekkingsgraad Pro rata toeslag (percentage van 2% ambitie) > Toeslagdekkingsgraad Volledige toeslag (2%) plus: 1. ongedaan maken korting; 2. extra toeslag tot maximaal 1%. Per 31 december 2018 bedraagt het minimaal vereist vermogen (MVV) 104,2 procent. Er wordt geen toeslag verleend tot een beleidsdekkingsgraad van 110 procent. Bij een dekkingsgraad van meer dan 110 procent wordt de maximale hoogte van de toeslagverlening bepaald door de wettelijk voorgeschreven systematiek van toekomstbestendige indexering. Bij een beleidsdekkingsgraad hoger dan de toeslagdekkingsgraad kan het bestuur, op grond van artikel 13 pensioenreglement, besluiten om een door Pensioenfonds PGB eerder toegepaste korting ongedaan te maken voor zover zich dit heeft voorgedaan. De toeslagdekkingsgraad is afhankelijk van de door DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur per 30 september van het jaar waarin het besluit tot toeslagverlening wordt genomen. Pas nadat een eventuele eerder toegepaste korting ongedaan is gemaakt, kan eventueel een extra toeslag worden verleend van maximaal 1 procent. Er zal geen inhaaltoeslag worden verleend. De beleidsdekkingsgraad per 30 september 2018 bedroeg 108,7 procent. Het bestuur heeft zoals wettelijk verplicht en conform het reglement besloten om per 1 januari 2019 geen toeslag te verlenen. In het uiterste geval kan het bestuur genoodzaakt zijn om op grond van de financiële situatie de pensioenen van deelnemers en pensioengerechtigden te korten. Tot nu toe heeft Pensioenfonds PGB deze maatregel niet hoeven nemen. Individuele waardeoverdrachten In het gehele boekjaar 2018 is de beleidsdekkingsgraad hoger dan 100 procent. Er mochten daarom gedurende het gehele jaar individuele waardeoverdrachten worden uitgevoerd. Jaarverslag Pensioenfonds PGB 30

28 BESTUURSVERSLAG Premiebeleid Het bestuur bepaalt jaarlijks de premie van de basismiddelloonregeling, waarvan de kenmerken zijn beschreven in het hoofdstuk Pensioenregeling. Hierbij streeft het bestuur een evenwichtige premie na. Het premiebeleid in boekjaar 2018 is als volgt vormgegeven: een zoveel als mogelijk dekkingsgraadneutrale premie gemeten over een periode van 5 tot 7 jaar; een zo stabiel mogelijke premie met draagbare premiestappen van maximaal 2 procentpunt; de premie wordt niet als sturingsinstrument gebruikt in geval van een tekort: er is geen sprake van verhoging van de premie of bijstortingen indien de dekkingsgraad onder de (minimaal) vereiste dekkingsgraad ligt; er is geen sprake van premiekorting of terugstorting van premie. Het bestuur heeft een discretionaire bevoegdheid hiervan af te wijken. De zogenaamde kostendekkende premie volgens de definitie van de Pensioenwet wordt ten behoeve van stabiliteit gedempt, zoals mogelijk is conform artikel 128 van de Pensioenwet. De premie is sinds 2013 gebaseerd op een voortschrijdend gemiddelde rekenrente (over 120 maanden) tot en met 30 september van het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor de premie wordt vastgesteld. Met ingang van de premie voor boekjaar 2019 wordt de systematiek van premiedemping gewijzigd en hanteert Pensioenfonds PGB een systematiek van premiedemping op basis van verwacht rendement. Een toetspremie op basis van verwacht rendement past beter bij het beleid van het fonds en is gebruikelijk bij grote bedrijfstakpensioenfondsen. De premie voor de PGB-basismiddelloonregeling is voor 2018 vastgesteld op 24,0 procent (voor 2017: 24,0 procent). De premie voor 2019 is eveneens vastgesteld op 24,0 procent. De samenstelling van de zuivere kostendekkende premie volgens de definitie van de Pensioenwet op basis van de door DNB gepubliceerde rekenrente per 31 december 2017 (premie 2018) respectievelijk 31 december 2016 (premie 2017) en de gedempte toetspremie wordt in onderstaande tabel toegelicht: Tabel 10: Samenstelling feitelijke premie, zuivere kostendekkende premie en gedempte toetspremie Feitelijke premie Werkgevers gedeelte Werknemers gedeelte Totaal feitelijke premie Zuivere kostendekkende premie Inkoop aans praken ouderdoms- en partnerpens ioen Ris ico nabes taandenpens ioen en AO Kos ten 8 7 Ops lag s olvabiliteit Totaal zuivere kostendekkende premie Gedempte toetspremie Inkoop aans praken ouderdoms- en partnerpens ioen Ris ico nabes taandenpens ioen en AO Kos ten 8 7 Ops lag s olvabiliteit Totaal gedempte toetspremie In 2018 was de feitelijke premie hoger dan de gedempte toetspremie, hiermee is voldaan aan de gestelde wettelijke eisen. Jaarverslag Pensioenfonds PGB 31

29 BESTUURSVERSLAG Bij de berekening van de zuivere kostendekkende premie en de gedempte toetspremie zijn de structurele pensioenuitvoeringskosten opgenomen. De incidentele pensioenuitvoeringskosten worden niet in de kostendekkende premie opgenomen. De gepresenteerde zuiver kostendekkende premie is inclusief een solvabiliteitsopslag van 22,2 procent (2017: 21,5 procent). De zuivere kostendekkende premie en de gedempte toetspremie worden bepaald op basis van de grondslagen aan het begin van het boekjaar. De gewogen gemiddelde rekenrente van de zuivere kostendekkende premie begin 2018 bedroeg 1,70 procent (2017: 1,56 procent). Er wordt tot 2019 gebruik gemaakt van de mogelijkheid om te toetsen tegen de gedempte toetspremie. Deze wordt gedempt door de 120-maandsgemiddelde rente te hanteren. Begin 2018 was de premiedekkingsgraad 93,5 procent. De UFR-dekkingsgraad bedroeg ultimo ,7 procent. De peildatum voor de vaststelling van de premie is 30 september voorafgaand aan het jaar van de premie. Op basis van de gegevens op 30 september 2017 was de verwachte premiedekkingsgraad 94,2 procent en de UFR-dekkingsgraad was 108,3 procent. Actuariële analyse Het pensioenfonds maakt voor de financiële opzet gebruik van veronderstellingen. De actuariële analyse geeft inzicht in de verschillen tussen de veronderstellingen en de werkelijkheid zoals die na afloop van het verslagjaar kan worden vastgesteld. De actuariële analyse van het saldo van baten en lasten is als volgt: Tabel 11: Actuariële analyse Premieresultaat Premiebijdragen Pens ioenopbouw (inclus ief ris icokoops ommen) Kostenresultaat In premie begrepen bedrag voor kos ten Vrijval voor kos ten uit voorziening Pens ioenuitvoerings kos ten (betaalde kos ten) Interestresultaat Beleggingsresultaten (direct en indirect, na aftrek kosten vermogens beheer) Rentetoevoeging technis che voorzieningen Wijziging gemiddelde rekenrente Overig resultaat Resultaat op waardeoverdrachten (saldo-overdracht van rechten) Res ultaat op kans s ys temen (overige wijzigingen) Wijziging overige actuariele uitgangs punten Overige baten Overige las ten Totaal saldo baten en lasten Jaarverslag Pensioenfonds PGB 32

30 BESTUURSVERSLAG Premieresultaat De pensioenopbouw bestaat voor de middelloonregelingen uit de ingekochte aanspraken. De premies worden gefinancierd op basis van een doorsneepremie. De koopsommen worden gefinancierd op basis van de in 2018 geldende inkooptarieven. Voor de beschikbare premieregelingen bestaat de pensioenopbouw uit de ingelegde staffelpremies. De verschuldigde premie voor de PGB-basismiddelloonregeling was 24,0 procent in Deze premie is in oktober 2017 vastgesteld op basis van de door DNB gepubliceerde rekenrente eind september 2017 en het premiebeleid van het fonds. De actuarieel benodigde premies zijn berekend op de grondslagen eind Het premieresultaat is weergegeven inclusief koopsommen en exclusief de premies VPL en exclusief de opslag voor pensioenuitvoeringskosten. De opslag voor pensioenuitvoeringskosten is in het kostenresultaat opgenomen. Totaal bedraagt de inkoop uit de premies en koopsommen, inclusief bijstellingen inkoop voor voorgaande boekjaren, 544 miljoen euro. Financieel stond hier 557 miljoen euro tegenover waardoor er een positief resultaat van 13 miljoen euro resteert. Dit positieve resultaat wordt mede veroorzaakt door overloop vanuit boekjaar Kostenresultaat Totaal beschikbaar voor kosten zijn de in de premie begrepen kostenopslag (9 miljoen euro) en de vrijval van excassokosten uit hoofde van uitkeringen (13 miljoen euro). In 2018 bedroegen de pensioenuitvoeringskosten (exclusief kosten vermogensbeheer) 28 miljoen euro. In dit bedrag zijn eenmalige kosten van 6 miljoen euro opgenomen voor incidentele projecten. In 2018 is een negatief resultaat behaald van 6 miljoen euro. Interestresultaat Voor 2018 bedraagt de benodigde interesttoevoeging aan de technische voorzieningen 0,26 procent negatief (dit is de eenjaarsrente per 31 december 2017). In 2018 is de rekenrente gedaald. Dit wordt enerzijds veroorzaakt door de daling van de UFR van 2,6 naar 2,3 procent. Daarnaast is de swaprentecurve gedaald. Hierdoor is het resultaat op wijziging rekenrente negatief. De beleggingsresultaten waren eveneens negatief (2,3 procent negatief) waardoor er een negatief interestresultaat was van miljoen euro. Overig resultaat Het totaal van de overige resultaten bedraagt 331 miljoen euro positief. Het positieve resultaat op waardeoverdrachten bedraagt 40 miljoen euro. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door de collectieve waardeovername van Stichting Pensioenfonds Archimedes. Het positieve resultaat wordt voor een groot deel veroorzaakt door de dekkingsgraadopslag per 1 januari 2018 die betaald is bij de collectieve waardeoverdracht. Daarnaast wordt de koopsom gebaseerd op de swaprentecurve terwijl de toevoeging aan de technische voorzieningen is gebaseerd op de door DNB gepubliceerde rentecurve per 31 december Het resultaat op kanssystemen bedraagt 29 miljoen euro positief en bestaat uit het resultaat op sterfte, arbeidsongeschiktheid en overige mutaties. Het resultaat op sterfte is 33 miljoen euro positief. Er gingen minder nabestaandenpensioenen in en meer deelnemers, gepensioneerden en nabestaanden overleden dan verwacht. Op arbeidsongeschiktheid bedroeg het resultaat 3 miljoen euro negatief en op overige mutaties 1 miljoen euro negatief. Het resultaat op wijziging overige actuariële uitgangspunten bedraagt 256 miljoen euro positief. In boekjaar 2018 is overgegaan op de nieuwe prognosetafel AG2018 voor de inschatting van de sterftekansen. Daarnaast heeft er een update plaatsgevonden van de fondsspecifieke ervaringssterftecorrectie en zijn de gehanteerde partnerfrequenties gewijzigd. De overige baten waren 6 miljoen euro. Een belangrijk deel hiervan betreft overloop uit boekjaar Jaarverslag Pensioenfonds PGB 33

31 BESTUURSVERSLAG Balans- en vermogensbeheer Pensioenfonds PGB belegt met de ambitie om tegen een acceptabel risico de koopkracht van deelnemers en gepensioneerden op peil te houden. De portefeuille van Pensioenfonds PGB heeft een lange-termijn verwacht rendement van 3,3 procent ten opzichte van de pensioenverplichtingen. Daarmee kan het pensioenfonds voldoen aan het benodigd rendement om op lange termijn toekomstbestendig te kunnen indexeren. Deze verwachting is in 2018 echter niet gehaald, met name vanwege de turbulente markten in het vierde kwartaal van het jaar. In 2018 was het netto rendement op de matchingportefeuille 4,5 procent, en 7,3 procent negatief op de returnportefeuille. Het totale netto rendement kwam daarmee uit op 2,3 procent negatief. Resultaten in 2018 Financiële markten en economie in 2018 Met lage rentes en hoge aandelenwaarderingen voorspelde 2018 een moeilijk jaar te worden. De eerste drie kwartalen van 2018 verliepen echter nog voortvarend met redelijke goede rendementen op alle beleggingscategorieën. In de laatste maanden van 2018 begonnen negatieve verwachtingen en politieke onrust te domineren. Oplopende handelsspanningen tussen de VS en China, de afzwakkende economische groei van de Chinese economie, toenemende onzekerheid over de Brexit, spanningen over het Italiaanse begrotingstekort en politieke onrust in Frankrijk hadden een negatieve impact. Samen met de renteverhogingen in de VS zorgde dit ervoor dat de koersen van risicovollere beleggingen, zoals aandelen, over heel 2018 gezien wereldwijd daalden. Verwachtingen voor 2019 Vooruitkijkend zijn de groeiverwachtingen voor 2019 gematigd. Zowel de OECD als het IMF verwachten een groei van 2,2 procent voor ontwikkelde markten. Beide instituten verwachten voor 2019 een iets lagere groei in Europa (1,9 procent). Ook op de financiële markten zijn verwachtingen naar beneden bijgesteld. Daar waar beleggers eerder nog een renteverhoging in Europa verwachtten voor september 2019, is dit inmiddels verschoven naar medio In de VS, waar rentes sinds 2015 al structureel zijn verhoogd, ziet men nu zelfs de mogelijkheid op rentedalingen in reactie op afnemende wereldgroei en toegenomen volatiliteit op de beurzen. Jaarverslag Pensioenfonds PGB 34

32 BESTUURSVERSLAG Beleggingsresultaten 2018 Tabel 12: Rendement beleggingen Rendement Pensioenfonds PGB Benchmark % % Totaal rendement -2,3-2,5 Matchingportefeuille 4,5 2,4 Euro-s taats obligaties, rentes waps en - futures 10,4 - Euro-bedrijfs obligaties -0,2 - Hypotheken 2,1 - Returnportefeuille -7,3-6,2 Aa ndelen -9,6-8,6 Al ternatieve zakelijke waarden* 9,2 6,8 Al ternatieve vas trentende waarden -7,5-4,2 *Alternatieve zakelijke waarden 9,2 6,8 Onroerend goed 12,9 8,3 Infras tructuur 4,8 3,8 Private equity 17,3 17,3 De matchingportefeuille bevat vastrentende beleggingen met een laag risico, die bedoeld zijn om de ontwikkeling van de waarde van de pensioenverplichtingen bij te houden. Het noodzakelijke rendement ten opzichte van de pensioenverplichtingen bedroeg over ,4 procent (de benchmark), terwijl op de beleggingen in de matchingportefeuille een aanzienlijk hoger netto rendement van 4,5 procent behaald werd. Door het integraal matchingbeleid, ingevoerd sinds begin 2018, staan de pensioenverplichtingen centraal in het beheer van de matchingportefeuille. Het matchen van de euroswaprente, in plaats van het volgen van benchmarks per beleggingscategorie, geeft het pensioenfonds de mogelijkheid om rendement en risico versus de pensioenverplichtingen beter af te wegen. Euro-staatsobligaties (Nederland en Duitsland) vormden de belangrijkste positieve bijdrage aan het netto overrendement van de matchingportefeuille. Deze obligaties rendeerden, mede door de Brexit-perikelen en spanningen tussen de EU en Italië over diens begrotingstekort, duidelijk beter dan de euroswaprente. Euro-bedrijfsobligaties leverden een negatieve bijdrage doordat de opslag voor kredietrisico in 2018 opliep, met een netto rendement in 2018 van 0,2 procent negatief. Ondanks een negatief resultaat op kredietrisico rendeerden hypotheken met 2,1 procent toch nog positief vanwege de daling van rentes op langere looptijden. De renteafdekking per ultimo 2018 is 44 procent. De returnportefeuille bevat beleggingen in zakelijke waarden en vastrentende waarden met een hoger risico. Het doel hiervan is het op lange termijn verdienen van extra rendement bovenop de euroswaprente. Over 2018 was het verschil ten opzichte van de pensioenverplichtingen 9,7 procent negatief. Het netto rendement van de totale beleggingen kwam daarmee uit op 2,3 procent negatief. De beurscorrecties in het laatste kwartaal van 2018 resulteerden uiteindelijk in een negatief jaar voor aandelen. Over 2018 behaalde de aandelenportefeuille (80 procent van de returnportefeuille) een netto rendement van 9,6 procent negatief versus de passieve markt gewogen benchmark van 8,6 procent negatief. Dit is met name te wijten aan underperformance van de actieve managers in opkomende landen en de wereldwijde factorfondsen value en momentum. Alternatieve zakelijke waarden boekten, ondanks een negatief jaar op zakelijke waarden, toch een positief rendement van 9,2 procent versus de benchmark van 6,8 procent. Met name de stijgende prijzen van onroerende goed in Nederland droegen positief bij aan dit resultaat. De portefeuille alternatieve vastrentende waarden, bestaande uit bedrijfsobligaties uit opkomende landen, bleef fors achter bij de benchmark (7,5 procent negatief versus 4,2 procent negatief) door een aantal actieve posities die slecht uitpakten. Inmiddels is afscheid genomen van de desbetreffende vermogensbeheerder. Jaarverslag Pensioenfonds PGB 35

33 BESTUURSVERSLAG Een positieve factor op de rendementen van de returnportefeuille vormde de exposure naar vreemde valuta. De Amerikaanse dollar, de vreemde valuta waarnaar het fonds de grootste exposure heeft, versterkte ten opzichte van de euro. Doordat Pensioenfonds PGB een valutabeleid hanteert waarbinnen het wisselkoersrisico niet volledig is afgedekt, kwamen de in euro gemeten rendementen in 2018 hoger uit. Het dynamische beleggingsbeleid had een negatieve impact op het netto rendement van de totale beleggingsportefeuille van 0,1 procent negatief (in ,1 procent positief). Dit resultaat bestaat uit sturing op rente (in de matchingportefeuille) van 0,1 procent positief, en sturing op aandelen (in de returnportefeuille) van 0,2 procent negatief. Hoewel de beweeglijkheid in de rente positief was voor het dynamische renteafdekkingsbeleid (het verschil tussen de dynamische renteafdekking en de statische normafdekking), pakte het wisselend sentiment op de aandelenmarkten juist negatief uit voor de sturing op aandelen. Het dynamisch beleid op aandelen heeft namelijk baat bij een duidelijk sentiment op de financiële markten, zij het positief of negatief. Verwachte koopkracht De ambitie van Pensioenfonds PGB is om op de lange termijn zoveel mogelijk koopkracht te behouden voor zijn deelnemers. Pensioenfonds PGB tracht deze ambitie te realiseren via zijn balans- en beleggingsbeleid. Per eind 2018 is de financiële situatie zodanig dat de verwachte koopkracht over een periode van 15 jaar van 104 procent voldoet aan de doelstelling van minimaal 90 procent. De kans op een korting groter dan 1 procent, ofwel de kans op een grote korting van pensioenen, is eind procent. Deze voldoet daarmee aan de gestelde norm van maximaal 5 procent (zie grafiek 3). De beleidsdekkingsgraad is hoger dan de norm van minimaal vereist vermogen van 104,2 procent. Dit betekent dat een korting om deze reden de komende vijf jaar uitgesloten is. Korten kan wel noodzakelijk zijn als de beleidsdekkingsgraad beneden de kritische dekkingsgraad van ongeveer 88 procent komt. De kans hierop is echter beperkt. Het bestuur analyseert en bespreekt periodiek de financiële rendementen en risico s en de mate waarin voldaan wordt aan de geformuleerde pensioendoelstellingen. Hierbij steunt het bestuur op onafhankelijke week-, maand- en kwartaalrapportages, waarin tevens de verwachte impact van een aantal vooraf gedefinieerde beleidsscenario s (combinaties van negatieve schokken) en gevoeligheidsanalyses worden gepresenteerd. Grafiek 3: Koopkracht en kans op korten per eind 2018 Jaarverslag Pensioenfonds PGB 36

34 BESTUURSVERSLAG Z-score Over 2018 is een Z-score behaald van 0,29 negatief (2017: 0,51 positief). De performancetoets over de periode 2014 tot en met december 2018 bedraagt 0,60 (2017: 0,87). Daarmee blijft de performancetoets ruim boven het vereiste minimum. Het Vrijstellingsbesluit Wet Bpf 2000 heeft als belangrijkste doel ondernemingen vrijstelling te verlenen van de verplichtstelling van deelname aan een bedrijfstakpensioenfonds als uit de performancetoets, uitgevoerd over een periode van vijf kalenderjaren, blijkt dat het feitelijk behaalde beleggingsrendement van het pensioenfonds in negatieve zin aanzienlijk afwijkt van het rendement van de door het fonds vastgestelde normportefeuille. Er is sprake van een aanzienlijke afwijking in negatieve zin als de uitkomst van de berekening van de performancetoets, nadat bij die uitkomst 1,28 is opgeteld, negatief is. Beleggingsbeleid 2018 Beleggingsbeleid Aan de basis van het dynamisch beleggingsbeleid van Pensioenfonds PGB ligt de pensioenregeling en de risicobereidheid van de deelnemers. Om koopkrachtbehoud van de pensioenrechten van de deelnemers te kunnen realiseren is het uitgangspunt dat een zekere mate van risico genomen moet worden om het rendement te kunnen realiseren dat nodig is. Het te nemen risico wordt uitgedrukt als risicobudget en is gebaseerd op de methodiek van het vereist vermogen (VV) van DNB. Grafiek 4: Risicobudget 30% 25% 20% 15% 10% 80% 90% 100% 110% 120% 130% 140% 150% Strategisch risicobudget 21,8% Herbalanceringsbandbreedten ±1,5% Het risicobudget beweegt mee met de hoogte van de actuele swapdekkingsgraad van Pensioenfonds PGB (zie grafiek 4). Bij lage dekkingsgraden wordt het risicobudget beperkt om de kans op en impact van eventuele kortingen te beperken. Er blijft wel voldoende risicobudget met bijbehorend verwacht rendement over om naar hogere dekkingsgraden te kunnen herstellen. Bij hogere dekkingsgraden wordt het risicobudget weer afgebouwd. Er wordt bij hoge dekkingsgraden niet meer risico genomen dan nodig om de koopkrachtambitie te verwezenlijken. Het maximale strategische VV-risicobudget is 22,3 procent. Grafiek 5 toont het risicobudget per jaareinde 2018 (21,8 procent) en het feitelijke risicogebruik (21,0 procent). De onderweging in risicogebruik wordt met name verklaard door de aandelenrisicobeheersing (aandelenindexputopties), die het zakelijke waarden risico (S2) verlaagt. Jaarverslag Pensioenfonds PGB 37

35 BESTUURSVERSLAG Grafiek 5: Risicogebruik, impact risicofactor op dekkingsgraad, DNB rapportage Het risicobudget van het fonds wordt vervolgens omgezet naar de gewenste verhouding tussen de matching- en de returnportefeuille. In de praktijk liggen illiquide beleggingen voor lange tijd vast en vinden verschuivingen tussen matchingen returnportefeuille plaats via de liquide beleggingen aandelen (returnportefeuille) en eurostaatsobligaties, eurorenteswaps en euroliquiditeiten (matchingportefeuille). In tabel 13 is de verdeling van de beleggingen over de matching- en returnportefeuille en de onderliggende beleggingscategorieën per eind 2018 opgenomen. Tabel 13: Beleggingsportefeuille Werkelijke portefeuille 31 december 2018 Strategische portefeuille 31 december 2018 % % Matching portefeuille 44,1 46,3 Euro-s taats obligaties, rentes waps en futures 15,2 18,6 Euro-bedrijfs obligaties 20,6 21,6 Hypotheken 6,1 6,1 Euro-liquiditeiten 2,2 - Return portefeuille 55,9 53,7 Aa ndelen 46,4 44,9 Al ternatieve zakelijke waarden* 5,2 5,2 Al ternatieve vas trentende waarden 3,8 3,6 Liquiditeiten 0,7 - Valuta-afdekking -0,2 - *Alternatieve zakelijke waarden 5,2 5,2 Onroerend goed 2,8 2,8 Infras tructuur 2,2 2,2 Private equity 0,2 0,2 Renteafdekkingspercentage 44,0 44,0 Valuta-afdekkingspercentage 49,4 47,5 Jaarverslag Pensioenfonds PGB 38

36 BESTUURSVERSLAG Belangrijkste wijzigingen beleggingsbeleid in 2018 Beleggingsovertuigingen Beleggingsovertuigingen zijn de overtuigingen of uitgangspunten die een fonds toepast bij zijn beleggingsbeleid. Deze overtuigingen zijn leidend in het besluitvormingsproces, zoals bij het opstellen van het strategisch beleggingsplan, het inbrengen van beleggingsvoorstellen of het verantwoorden van beleid. In 2018 heeft Pensioenfonds PGB de beleggingsovertuigingen aangescherpt: deze zijn nu meer kaderstellend, maar met behoud van voldoende keuzevrijheid voor invulling van het beleid en de portefeuille. De in 2018 vastgestelde beleggingsovertuigingen luiden als volgt: Pensioenfonds PGB gelooft: in marktinefficiënties: systematisch afwijken van de markt voegt waarde toe; dat markten dynamisch zijn: neem enkel risico wanneer het wordt beloond; in adaptief en innovatief vermogen: inspelen op nieuwe ontwikkelingen biedt kansen; in diversificatie over risicofactoren: beleggingscategorieën zijn de instrumenten; in MVB en klimaat als onderscheidende risicofactor. Het fonds is betrokken bij de maatschappij en ondernemend Nederland. In de toepassing van de beleggingsovertuigingen in de praktijk maakt het pensioenfonds een continue afweging tussen rendement, risico, kosten en MVB. Naast de beleggingsovertuigingen heeft het fonds ook implementatie- en organisatieovertuigingen die ingaan op hoe het fonds de beleggingsovertuigingen toepast in zijn portefeuille en organisatie: Rendementrisico: lange termijn nettorendement en risico zijn leidend in de beleggingskeuzes; Kosten: Pensioenfonds PGB stelt een grens aan de kosten. Dynamische aandelenrisicobeheersing Het dynamisch beleggingsbeleid van het fonds is in 2018 verder uitgebreid met dynamische aandelenrisicobeheersing (DAR). Pensioenfonds PGB belegt meer dan 50 procent in de returnportefeuille, waarbij aandelen de grootste categorie zijn. Op lange termijn hebben aandelen als doel om overrendement versus de pensioenverplichtingen te realiseren, om vervolgens de pensioenen te kunnen indexeren. Het pensioenfonds is hierdoor echter ook kwetsbaar voor grote crises, zoals de aandelencrash in Deze crash en de wensen van de deelnemers van het fonds om de kans op grote kortingen van de pensioenen te beschermen hebben mede aan de basis gestaan van DAR. DAR zorgt voor een beperking van het neerwaarts aandelenrisico bij een negatief aandelensentiment. Belangrijke kenmerken van DAR zijn: DAR gaat over beheersing van het aandelenrisico door middel van het op bepaalde momenten aan- en verkopen van aandelenindexputopties. De strategie biedt geen beheersing tegen daling van de dekkingsgraad door andere risico s. DAR kent een dynamisch beleid: er wordt alleen geïnvesteerd in bescherming tegen aandelenkoersdalingen door middel van het aankopen van aandelenindexputopties als de kans hierop toeneemt, er recent geen extreme aandelenkoersdalingen zijn geweest en de kosten acceptabel zijn. Pensioenfonds PGB koopt, om kosten te besparen, dus niet altijd bescherming tegen aandelenkoersdalingen. Het kan dus gebeuren dat aandelenkoersen sterk dalen en de strategie geen bijdrage levert. Dit is het geval bij plotselinge aandelenkoersdalingen als gevolg van specifieke gebeurtenissen. DAR geeft een gedeeltelijke beheersing van aandelenrisico, de dekkingsgraad zal bij een aandelencrash nog steeds sterk dalen, alleen naar verwachting minder. Jaarverslag Pensioenfonds PGB 39

37 Afdekkingspercentage BESTUURSVERSLAG Renteafdekking Het renteafdekkingsbeleid is ontwikkeld om het renterisico zo goed mogelijk aan te laten sluiten bij de ambitie en het risicoprofiel van het fonds. In 2018 is het renteafdekkingsbeleid gevoerd aan de hand van de rentestaffel in grafiek 6, waarbij de hoogte van de renteafdekking afhankelijk was van de hoogte van de 20-jaars euroswaprente. Dit sluit aan bij het beleid alleen daar risico te nemen waar ook een acceptabele vergoeding is te verwachten. Het renteafdekkingsbeleid is via de matchingportefeuille geïmplementeerd. Grafiek 6: Rentestaffel 100% 80% 60% 40% 20% 0% 0,00% 0,50% 0,75% 1,00% 1,50% 2,00% 2,50% 3,00% 3,50% 4,00% 4,50% 5,00% 5,50% 6,00% 20-jaars euroswaprente De rentestaffel is zo gekozen dat de renteafdekking varieert tussen minimaal 20 procent (bij een 20-jaars euroswaprente van 0,75 procent en lager) en maximaal circa 80 procent (bij een 20-jaars euroswaprente van circa 5 procent). Deze invulling leidt ertoe dat het risicobudget voor renterisico gelijk blijft, ongeacht het renteniveau. Alleen bij renteniveaus lager dan circa 1 procent is het risicobudget voor rente lager wegens de ondergrens van 20 procent renteafdekking. Grafiek 7 geeft de renteafdekking gedurende 2018 weer. Het niveau van de renteafdekking bedroeg eind 2018 circa 44 procent. Grafiek 7: Renteafdekking 60% 55% 50% 45% 40% 35% Rente-afdekking 30% dec-17 jan-18 feb-18 mrt-18 apr-18 mei-18 jun-18 jul-18 aug-18 sep-18 okt-18 nov-18 dec-18 Jaarverslag Pensioenfonds PGB 40

38 BESTUURSVERSLAG Valuta-afdekking Een deel van het vermogen is belegd in andere valuta dan de euro, met als voornaamste vreemde valuta s de Amerikaanse dollar, het Britse pond en alle valuta s van de opkomende landen tezamen. Bij deze beleggingen wordt het risico gelopen dat de vreemde valuta in waarde daalt tegenover de euro, waardoor de belegging in euro s gemeten in waarde daalt. Dit risico wordt deels afgedekt via het valutabeleid. De valuta-afdekking is als volgt vormgegeven: 1. Beleggingen in valuta s van opkomende landen worden niet afgedekt; 2. Beleggingen in vastrentende waarden worden volledig afgedekt, tenzij het valuta s van opkomende landen betreft; 3. Overige beleggingen in veilige haven valuta s (Amerikaanse dollar en de Zwitserse frank) worden voor 50 procent afgedekt; 4. Overige beleggingen in andere valuta s dan veilige haven valuta s worden voor 75 procent afgedekt. Het niveau van het valutarisico over de hele beleggingsportefeuille dat hierdoor niet afgedekt was bedroeg eind 2018 circa 21 procent. European Market Infrastructure Regulation Sinds 2012 is European Market Infrastructure Regulation (EMIR) van kracht, een Europese verordening die onder meer eist dat derivatentransacties via een Central Counterparty (CCP) centraal afgewikkeld worden ( centrale clearing ). Pensioenfondsen vallen ook onder de reikwijdte van deze verordening, maar waren van deze eis uitgezonderd tot augustus De lidstaten zijn in februari 2019 akkoord gegaan om pensioenfondsen, met terugwerkende kracht vanaf augustus 2018, nog eens drie jaar uit te zonderen van centrale clearing. Het tot nu toe nog niet gepubliceerde voorstel verlengt daarmee de uitzondering van pensioenfondsen tot augustus In de praktijk betekent dit voorstel dat pensioenfondsen vooralsnog niet aan de eis van centrale clearing zouden hoeven te voldoen, maar ook nog directe ( bilaterale ) contracten met tegenpartijen af mogen sluiten. In hoeverre deze verdere uitzondering veel impact zal hebben is de vraag. Pensioenfonds PGB is reeds vergevorderd met de voorbereidingen voor centrale clearing. Het is goed mogelijk dat de komende jaren reeds een groot deel van de derivatentransacties vrijwillig centraal afgewikkeld zal worden, bijvoorbeeld omdat de markt voor centrale clearing goedkoper en meer liquide wordt dan de markt voor bilaterale derivatentransacties. Brexit Vooralsnog zal het Verenigd Koninkrijk (VK) de Europese Unie verlaten. Delen van de Europese financiële regelgeving kunnen hierdoor niet langer geldig zijn in het VK. Bovendien is het mogelijk dat in het VK gevestigde partijen in de toekomst niet langer gebruik kunnen maken van hun Europese paspoort voor het verlenen van beleggingsdiensten in Europa. Partijen als pensioenfondsen hebben op verschillende manieren hiermee te maken, bijvoorbeeld bij het afnemen van beleggingsdiensten als vermogensbeheer en orderuitvoering. De Brexit heeft daardoor mogelijk juridische en operationele gevolgen. Omdat de wijze waarop het VK de EU zal verlaten nog onduidelijk is, is Pensioenfonds PGB uitgegaan van het meest ingrijpende scenario: een harde Brexit, waarbij het VK zonder overeenkomst de EU verlaat. Het fonds heeft daarom maatregelen getroffen om de impact van de Brexit in kaart te brengen en te beperken: Pensioenen: werkgevers, werknemers en gepensioneerden worden niet direct geraakt door de Brexit. Er zijn geen uitvoeringsovereenkomsten met werkgevers overeengekomen die gevestigd zijn in het VK. Het fonds heeft alleen uitvoeringsovereenkomsten met Nederlandse werkgevers en deze vallen onder de Nederlandse pensioenwetgeving. Derivatencontracten: de uitvoeringsorganisatie heeft de bestaande overeenkomsten met betrekking tot derivatencontracten geïnventariseerd. De VK tegenpartijen waar het fonds mee handelt, hebben een Europese vestiging geopend of uitgebreid waarmee na Brexit transacties kunnen worden aangegaan. Op de nieuwe EUentiteiten is een due diligence uitgevoerd, met aandacht voor de kapitalisatie ervan. Vermogensbeheer en investeringen in beleggingsfondsen: per partij is getoetst of het vermogensbeheercontract in stand kan blijven, of dat met een andere entiteit een overeenkomst moet worden gesloten. Deze toets is ook gedaan bij investeringen in VK-beleggingsfondsen; daarbij is de uitkomst dat bestaande investeringen na Brexit in stand kunnen blijven. Op het gebied van clearing heeft de ESMA (Europese financiële toezichthouder) aangekondigd drie centrale tegenpartijen in de VK te zullen erkennen, zodat zij hun centrale clearingdienstverlening voor Europese partijen kunnen continueren. Verzekeringen en overige leveranciers: verzekeringsmaatschappijen die zich hebben verplaatst van het VK naar de EU zijn geïnventariseerd. Voor overige leveranciers van producten en diensten geldt dat er geen Brexitimpact is voor zover nu kan worden overzien. Jaarverslag Pensioenfonds PGB 41

39 BESTUURSVERSLAG Maatschappelijk Verantwoord Beleggen Het bestuur streeft er naar het pensioenvermogen van deelnemers en pensioengerechtigden maatschappelijk verantwoord te beleggen (MVB). Maatschappelijk verantwoord beleggen houdt in dat er bij de beleggingsbeslissingen rekening wordt gehouden met uitgangspunten voor het milieu en klimaat, mensenrechten en sociale verhoudingen. Het vergroot de kans op een goed resultaat op de lange termijn en verkleint de risico s van beleggingen. Uitgangspunten MVB-beleid De belangrijkste taak van Pensioenfonds PGB is te streven naar een goed financieel pensioen voor de deelnemers. Voor de deelnemers is het van belang dat daarbij ook overwegingen worden meegenomen die zij belangrijk vinden. Zo kan worden bewerkstelligd dat deelnemers niet alleen hun verwachte pensioen krijgen, maar beleggingen ook een bijdrage leveren aan de kwaliteit van het leven. Om die reden is eind 2018 in het deelnemersonderzoek hier onder meer naar gevraagd. Dat is gedaan aan de hand van de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties. Deze doelstellingen vormen een mondiale agenda voor een betere wereld in De belangrijkste doelen die door de deelnemers gekozen zijn, luiden als volgt: goede gezondheid en welzijn geen armoede betaalbare en duurzame energie klimaat Voor een betere wereld in 2030 zijn álle doelstellingen belangrijk en dat wordt in het huidige MVB-beleid al meegenomen. Bij de keuze voor specifieke speerpunten in het beleid zal rekening worden gehouden met de opinie van de deelnemers. Grafiek 8: Doel: PGB heeft positieve impact op zijn omgeving Jaarverslag Pensioenfonds PGB 42

40 BESTUURSVERSLAG Inhoud van het beleid Een belangrijk onderdeel van het MVB-beleid zijn uitsluitingen. Uit onderzoek onder de deelnemers bleek onder meer dat zij liever niet willen dat hun pensioengeld wordt belegd in controversiële wapens en tabak. Die beleggingen worden daarom uitgesloten met uitzondering van kernwapens uit landen die onder het non-proliferatieverdrag vallen. In 2018 zijn ook alle beleggingen verkocht in bedrijven die handvuurwapens verkopen aan particulieren. Het uitsluitingsbeleid van Pensioenfonds PGB is verder gebaseerd op de tien Global Compact principes voor verantwoord ondernemen van de Verenigde Naties (VN), aangevuld met het wettelijke verbod op beleggingen in bepaalde controversiële wapens en ingestelde sancties door de VN of de Europese Unie. Actief in gesprek en stemmen: meer focus Pensioenfonds PGB voert een actief engagement- en stembeleid. Dit houdt in dat een gespecialiseerd bedrijf, BMO Global Asset Management namens het fonds de dialoog voert met ondernemingen waarin wordt belegd. Ook wordt voor het fonds gestemd op basis van maatschappelijke criteria, zoals extreme beloningen, mensenrechten, en gezondheid en milieu. Klimaatbeleid De klimaatafspraken die in december 2015 in Parijs zijn gemaakt vormen een blauwdruk voor de overgang naar een klimaatneutrale wereld. Het klimaatakkoord heeft als doel een grote fundamentele verandering teweeg te brengen waarbij de wereld zo weinig mogelijk broeikasgassen uitstoot. Klimaatverandering raakt de beleggingen van het fonds op verschillende manieren. Allereerst kunnen veranderingen in de regelgeving ertoe leiden dat de waarde daalt van beleggingen in ondernemingen die sterk afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen. Daarnaast kan klimaatverandering zelf leiden tot toenemende schade als gevolg van extreem weer. Het bestuur heeft daarom begin 2018 besloten om in kaart te brengen welke maatregelen er moeten en kunnen worden genomen om de risico s van klimaatverandering op haar beleggingen te beperken. Om die reden is in 2018 begonnen met het reduceren van de kolenbeleggingen in de portefeuille. Daarnaast neemt het fonds via BMO deel aan het Climate Action 100+ engagementinitiatief. Hierin hebben de grootste pensioenfondsen van de wereld zich georganiseerd om gezamenlijk de grootste vervuilers van de wereld aan te spreken en aan te moedigen om hun ondernemingsbeleid in overeenstemming te brengen met de doelstellingen van het klimaatakkoord. IMVB-convenant Het Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Beleggen (IMVB) Convenant Pensioenfondsen (voorheen IMVO Convenant), is het resultaat van onderhandelingen tussen ngo s, vakbonden, overheid en pensioenfondsen. In 2018 heeft het bestuur het IMVB-convenant ondertekend. Pensioenfondsen die het convenant ondertekenden kiezen daarmee voor een aanpak waarbij de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen en de VN-richtlijnen hoe bedrijven met mensenrechten moeten omgaan dienen als basis om risico s voor samenleving en milieu te identificeren, prioriteren en adresseren. Daarmee wordt ook een bijdrage geleverd aan de Sustainable Development Goals, de duurzame ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties. Erkenning Pensioenfonds PGB heeft erkenning gekregen voor de stappen die in het afgelopen jaar zijn gezet om de beleggingen duurzamer te maken. Op de jaarlijkse ranglijst van de Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling (VBDO) is het fonds één van de grootste stijgers van Dit wordt erkend met 2 sterren. Het bestuur ziet dit als steun in de rug voor de ontwikkeling van het beleid voor MVB. Jaarverslag Pensioenfonds PGB 43

41 BESTUURSVERSLAG Risicomanagement Onze missie, visie, kernwaarden en strategische doelstellingen zijn het uitgangspunt voor de invulling van het risicomanagement. Het doel van ons risicomanagement is een beheerste en integere bedrijfsvoering die bijdraagt aan het realiseren van onze doelstellingen. Het bestuur volgt een integrale risicomanagementaanpak die begint bij de regie vanuit het bestuur: zorg dragen voor inrichting, werking en evaluatie van onze risicosystemen waarin we steeds zoeken naar de onderlinge samenhang tussen elementen om onze risicobeheersing daarop af te stemmen. Tevens is de aanpak gericht op het stimuleren van het risicobewustzijn in de bestuurlijke, primaire, secundaire en uitbestedingsprocessen van het pensioenfonds en zijn omgeving. Risicomanagement draagt zo bij aan de geloofwaardigheid en continuïteit van het pensioenfonds. Proces en organisatie Het risicomanagementproces van het fonds bestaat uit 4 stappen die continu doorlopen worden en die het zelfcorrigerende vermogen van het bestuur en de uitvoeringsorganisatie stimuleren. Dit proces sluit aan bij het raamwerk risicomanagement van DNB (Firm/Focus!) en wereldwijde risicomanagementstandaarden (COSO ERM, ISO31000). Risico-identificatie Het fonds beschikt over een risico/control-matrix die de verschillende bestuursleden gebruiken om de risico s op hun aandachtsgebied te identificeren, te analyseren en de beheersing te beoordelen. Risicoanalyse Het bestuur bespreekt en beoordeelt regelmatig de risico s die het fonds loopt. Risicobeheersing Op ieder risicoterrein heeft het bestuur beleid en beheersmaatregelen vastgesteld. De werking van deze beheersmaatregelen wordt periodiek getoetst. Risicomonitoring en -herziening Het bestuur houdt toezicht op de naleving van het beleid en de realisatie van de fondsdoelstellingen door onafhankelijke rapportages over de strategische, operationele en financiële risico s. Waar nodig stuurt het bestuur bij door aanvullende beheersmaatregelen en/of aanscherping van het beleid. Het bestuur steunt voor deze risicomanagementactiviteiten op een aantal commissies waarin risicobeheer systematisch aandacht krijgt. De belangrijkste commissies op dit gebied zijn de commissie finance, riskmanagement en actuariaat (FRAC 4 ), de commissie balansmanagement (BAC) en de commissie pensioenzaken. 4 De adviescommissie audit en riskmanagement is gewijzigd in de commissie financiën, risicomanagement en actuariële zaken Jaarverslag Pensioenfonds PGB 44

42 BESTUURSVERSLAG Risicoclassificatie De onderstaande tabel geeft een algemeen overzicht van de risicostructuur die het bestuur en de uitvoeringsorganisatie hanteren bij risicoanalyses. Het MVB-risico is in 2018 toegevoegd aan de bestaande risicoclassificatie en het bestuur heeft de volgende risico-overtuiging daarbij geformuleerd: Pensioenfonds PGB gelooft in MVB en klimaat als onderscheidende risicofactor. Het fonds neemt MVB- en klimaatfactoren integraal mee in het beleggingsproces. De implicatie van dit besluit is dat de ontwikkeling in het MVB-risico en de wijze van beheersing voortaan expliciet wordt betrokken in de strategische risicobeoordeling die het pensioenfonds twee maal per jaar uitvoert. Strategische risico s Financiële risico s Operationele risico s (S9) Strategie Bedrijfsmodel/infrastructuur Governance Gedrag- en cultuur Omgeving MVB-risico Renterisico (S1) Zakelijke waarden risico (S2) Valutarisico (S3) Grondstoffen (S4) Kredietrisico (S5) Verzekeringstechnisch risico (S6) Liquiditeitsrisico (S7) Concentratierisico (S8) Actief beheer risico (S10) Procesinrichting Organisatie en mensen Uitbestedingsrisico s IT-risico s Juridische risico s Risico datakwaliteit Organisatorische inrichting risicomanagement Risicobewust handelen is een verantwoordelijkheid van het bestuur. Dat is de eerste verdedigingslinie ( first line of defence ) die moet waarborgen dat besluiten conform de vastgestelde normenkaders en het risicoprofiel worden genomen. Bestuursleden dienen daarom countervailing power uit te oefenen ten opzichte van elkaar en richting de uitbestedingsrelaties. Het bestuurslid met het aandachtsgebied integraal risicomanagement is tevens voorzitter van de FRAC. Het bestuursbureau beschikt over een manager risk en control die zich bezighoudt met monitoring in de tweede lijn ( second line of defence ). Dit is van belang om de opzet, bestaan en werking van risicomanagement te toetsen en om het normenkader van het pensioenfonds te bewaken. De risk- en controlfunctie geeft ondersteuning en countervailing power richting de eerste lijn. De functie houdt zich onder meer bezig met het beoordelen van alle bestuursvoorstellen in relatie tot de risicobereidheid en het geldende beleidsuitgangspunten van het pensioenfonds en de ontwikkeling en beheersing van strategische risico s en integriteitsrisico s. Assurance in de derde lijn is een belangrijke aanvulling op de monitoring in de tweede lijn. Het pensioenfonds laat strategische onderwerpen beoordelen door objectieve externe partijen die eventuele hiaten in de (samenhang van) de eerste en tweede lijn inzichtelijk maken en daarmee de bestuurlijke besluitvorming ondersteunen ( third line of defence ). De uitvoeringsorganisatie kent een risicomanagementafdeling die zich zowel richt op de financiële als niet-financiële risico s en nauw samenwerkt met de FRAC, de BAC en de commissie Pensioenzaken ten behoeve van het bestuur. De afdeling heeft een brede opzet en een inhoudelijke focus. Naast het gangbare takenpakket zijn de volgende taken specifiek gedelegeerd aan de afdeling risicomanagement van de pensioenuitvoeringsorganisatie: beoordeling van risico-implicaties van nieuwe beleggingsvoorstellen; inhoudelijke analyse van beleggingsrapportages; uitvoering van kwartaalreviews op de beleggingsportefeuille. Jaarverslag Pensioenfonds PGB 45

43 BESTUURSVERSLAG Binnen de uitvoeringsorganisatie is het risico- en beheersingsraamwerk als volgt ingericht op basis van het three lines of defence model: Eerste lijn Afdelingen De afdelingen zijn verantwoordelijk voor het inrichten van adequate risicobeheersing in de (uitvoering van de) operationele processen, de beheerste uitvoering van de processen en het afleggen van verantwoording. Tweede lijn Toezicht De afdeling Riskmanagement is verantwoordelijk voor het objectief monitoren en beoordelen van de risicobeheersing op financieel, operationeel en compliance gebied en rapporteert hierover aan het managementteam van de uitvoeringsorganisatie en rechtstreeks aan enkele commissies van het bestuur van het pensioenfonds. Derde lijn Onafhankelijk oordeel Voor een onafhankelijk oordeel gebruikt de uitvoeringsorganisatie de diensten van een externe accountant of andere gespecialiseerde partijen. De uitvoeringsorganisatie beschikt niet over een interne auditfunctie. Het controleplan van de tweede en derde lijn binnen de uitvoeringsorganisatie wordt minimaal jaarlijks afgestemd met de FRAC. Uiterlijk op 13 januari 2019 moest de Institutions for Occupational Retirement Provision richtlijn (IORP II) in Nederlandse wetgeving geïmplementeerd zijn en werd die regelgeving van kracht. Pensioenfonds PGB heeft in 2018 de gevolgen van IORP II in kaart gebracht en de nodige acties ondernomen om tijdig aan de wetgeving te kunnen voldoen. Eén van die acties betrof de inrichting van de 3 sleutelfuncties voor actuariaat, risicomanagement en internal audit die binnen het bestuur zijn ondergebracht, daarmee aansluitend bij de bestaande verdeling van de aandachtgebieden. Onderwerpen op het terrein van internal audit worden voorbereid aan de hand van een auditplan en worden voortaan op een bestuursvergadering met een specifieke audit agenda besproken. Daarnaast heeft het bestuur de nodige stappen gezet om te voldoen aan de Algemene Verordening Gegevensbescherming waarmee het privacybeleid van bedrijven, waaronder pensioenfondsen, wordt aangescherpt. Het fonds beschikt nu over een functionaris gegevensbescherming en heeft diverse beleidsregels geïntroduceerd op terrein van dataprivacy voor de pensioendeelnemers. Monitoren van risico s Het bestuur houdt toezicht op de naleving van het beleid en de realisatie van de fondsdoelstellingen door onafhankelijke rapportages over zowel de identificatie als de beheersing van de strategische, operationele en financiële risico s. Uit de bestudering van de strategische risico s van het pensioenfonds komt naar voren dat het toeslagrisico hoog blijft: een eventuele eerste toeslagverlening in de komende jaren zal een beperkte omvang hebben. De dekkingsgraad is weliswaar gestegen, maar heeft nog een onvoldoende hoog niveau om een toeslag te kunnen verlenen. Het bestuur accepteert financiële risico s die inherent zijn aan beleggen, dit mede als gevolg van bewust beleid om in (buitenlandse)zakelijke waarden te beleggen. Enkele strategische risico s zijn tevens als materieel beoordeeld, vanwege de voortdurende onzekerheid over de uitkomst van de nationale pensioendialoog en de strategische veranderingen op uitvoering van de pensioenregelingen (ICT systemen) die slagvaardigheid en wendbaarheid van pensioenfondsbesturen vragen. In het jaar 2018 werd voorts een aantal gerichte risicoanalyses uitgevoerd op het gebied van integriteitsrisico, informatiebeveiliging, cloudtoepassingen en belangrijke (sub)uitbestedingsrelaties. Daarnaast werden inhoudelijke analyses en enkele modelvalidaties uitgevoerd op het terrein van dynamisch balansbeheer en het actuariaat. Het pensioenfonds heeft aandacht besteed aan de beheersing van het Brexitrisico. Tot slot is een noodprocedure geoefend om in spoedeisende situaties te kunnen handelen. Met het IRM dashboard wordt gevolgd hoe de risico s van het pensioenfonds zich verhouden tot de door het bestuur geformuleerde risicotolerantiegrenzen. In 2018 was er extra aandacht voor het verbeteren van de bestuurlijke regie en is geconstateerd dat de invulling van een aantal dienstverleningsafspraken in de uitbestedingsketen van het fonds niet volledig aan de gestelde eisen voldeed. Dit betrof met name de informatieverstrekking aan deelnemers en de Jaarverslag Pensioenfonds PGB 46

44 BESTUURSVERSLAG aantoonbaarheid van de risicobeheersing in informatiesystemen. Op beide terreinen zijn maatregelen genomen waarmee de interne beheersing in de bedrijfsvoering is verbeterd. De uitvoeringsorganisatie, die verantwoordelijk is voor de pensioenadministratie en het vermogensbeheer, rapporteert over de werking van haar beheersmaatregelen via periodieke service level rapportages, incidentenrapportages en een COS3000-rapport met een assurancerapport van een onafhankelijke accountant. Door automatiseringsinspanningen bleek het niet mogelijk de reguliere beheersingsmaatregelen voor de beschikbare premieregeling en de rapportage van het uniforme pensioen overzicht met voldoende lengte en diepgang uit te voeren. Daarvoor zijn aanvullende controle- en herstelmaatregelen uitgevoerd. Het bestuur ontvangt zowel tussentijdse als afsluitende rapportages over de implementatie van aansluitende werkgevers (inclusief collectieve waardeoverdrachten). De actuariële en financiële nacalculaties zijn hierin opgenomen. Het bestuur houdt toezicht op de beheersing van de balansrisico s door middel van onafhankelijke balansrapportages, waarbij de aandacht gaat naar allocaties, rendementen, risico s en kosten. De financiële risico s worden gestuurd en gemonitord op in de beleggingsrichtlijnen vastgelegde bandbreedtes. Om de selectie, monitoring en ontslag van uitbestedingspartners in goede banen te leiden beschikt het fonds over een formeel uitbestedingsbeleid dat nauwgezet wordt gevolgd. Het bestuur ontvangt een periodieke evaluatie van de uitvoeringsorganisatie over de uitbesteding aan externe vermogensbeheerders en over de custodian die de effectenbewaring en beleggingsadministratie voert. Voor twee partijen is een aanvullende risico-analyse uitgevoerd en zijn risico s verminderd door de betreffende taken elders uit te besteden. Het bestuur heeft een externe (vervolg)beoordeling laten uitvoeren op beheersing van de pensioenadministratie, de onafhankelijke ophanging van risicomanagement, het liquiditeitsbeleid en de (organisatie van) informatiebeveiliging. Alle bevindingen zijn overgenomen en verbeteracties zijn geïmplementeerd. Risicobereidheid en risicoprofiel In 2018 heeft het bestuur, in samenwerking met externe adviesbureaus, bijzondere aandacht besteed aan het risicoprofiel van het pensioenfonds. Het risicoprofiel is gebaseerd op: het eigen normenkader van het pensioenfonds dat bestaat uit de missie, visie en strategie van het fonds; de risicohouding van de deelnemers en het bestuur; de risicobereidheid van de deelnemers en het bestuur; de beheersmaatregelen van alle risico s die het fonds als belangrijk heeft bestempeld. Bij het uitvoeren van de strategie maakt het bestuur gebruik van de risicohouding en de risicobereidheid van de stakeholders en de risicotolerantiegrenzen die daarbij gehanteerd worden. Het pensioenfonds had reeds een risicobereidheid op financieel terrein die past bij de risicohouding van de deelnemers en de solvabiliteitspositie van het pensioenfonds. Deelnemers hebben eerder in een onderzoek naar risicobereidheid aangegeven wel enig risico met hun pensioendoelstelling te willen lopen zodat op termijn een inflatiecompensatie weer haalbaar wordt. Mede als gevolg daarvan is het pensioenfonds bereid een zeker risico te lopen op de financiële markten (aandelenkoersen, rentestanden en valutakoersen). In 2018 is de risicohouding op niet-financieel terrein uitgewerkt. Het bestuur heeft zijn risicobereidheidsprincipes concreet geformuleerd op het terrein van besturingsfilosofie met 15 uitspraken over gedrag, leiderschap en cultuur. Op het terrein van kapitaalmanagement zijn enkele financiële uitgangspunten toegevoegd aan de bestaande beleggingsbeginselen (zie hoofdstuk Balans- en vermogensbeheer). Op het terrein van reputatiemanagement zijn 9 uitgangspunten geformuleerd over gewenst imago, identiteit en integriteit en op terrein van markten, klanten en producten zijn 10 risicobereidheidsprincipes geformuleerd die zich ook uitstrekken naar IT- en uitbestedingsprocessen. Jaarverslag Pensioenfonds PGB 47

45 BESTUURSVERSLAG In het algemeen heeft het bestuur een motivatie voor een gebalanceerde risicohouding. Enerzijds zijn we risicozoekend, om waarde te creëren voor onze deelnemers en werkgevers en anderzijds willen we risicobewust en zorgvuldig handelen om te voorkomen dat we risico s nemen die een te grote impact hebben op onze deelnemers en werkgevers. We handelen ondernemend om kansen te benutten, maar willen ook het vertrouwen van deelnemers en werkgevers waarmaken. Dit vraagt om zorgvuldigheid en om een proactieve werkhouding ten opzichte van compliance met zowel externe wet- en regelgeving, alsmede het interne beleid op diverse vlakken zoals balansmanagement, informatiebeveiliging, bescherming persoonsgegevens en leveranciersmanagement, inclusief (de selectie van) professionele uitbestedingsrelaties. Het bestuur heeft zijn risicobereidheid en risicotoleranties gespecificeerd voor de verschillende niet-financiële risico s die het pensioenfonds loopt. Het risicomanagementbeleid is hierop aangepast. In de kernprocessen van het pensioenfonds willen we namelijk de mate van blootstelling aan risico s relatief laag houden door gebruik te maken van proven concepts en robuuste uitbestedingspartners, omdat we streven naar minimalisatie van fouten in de uitvoering. Tegelijkertijd zien we de behoefte en kansen voor vernieuwing, waarbij IT een drijvende kracht is. In de ondersteunende processen zoeken we iets meer risico op om innovatiekracht te realiseren. Jaarverslag Pensioenfonds PGB 48

46 BESTUURSVERSLAG Kosten pensioenfonds De uitvoeringskosten van het pensioenfonds moeten passend zijn voor de kwaliteit van de dienstverlening en het behaalde beleggingsrendement. Het bestuur bewaakt de ontwikkeling van de dienstverlening en het kostenniveau in vergelijking met soortgelijke fondsen. Daarvoor wordt gebruik gemaakt van benchmarkonderzoeken, zoals van CEM Benchmarking, en eigen analyses van publieke informatie, zoals DNB statistieken. Het bestuur bewaakt ook de betaalbaarheid van de totale uitvoeringskosten van het fonds. Hierbij kijkt het bestuur naar de totale uitvoeringskosten in basispunten van het belegd vermogen. Uit openbare informatie over 2017 blijkt dat de kosten die het fonds maakt voor zowel pensioenbeheer als vermogensbeheer lager zijn dan het gemiddelde van vergelijkbare fondsen. Pensioenfonds PGB stond met een totale kostenbelading van 0,55 procent op een negende plaats van de lijst van 51 bedrijfstakpensioenfondsen. Door de grootte van het fonds is het mogelijk om de dienstverlening efficiënt uit te voeren. In 2018 is de totale kostenbelading gedaald tot 0,53 procent, doordat de kosten voor vermogensbeheer dalen ten opzichte van het voorgaande jaar. Tabel 14: Kosten pensioenbeheer, vermogensbeheer en transactiekosten Pensioenbeheerkosten (in euro per deelnemer) (als percentage van het gemiddeld belegd vermogen) 0,11 0,11 Reguliere vermogensbeheerkosten (als percentage van het gemiddeld belegd vermogen) 0,32 0,34 Transactiekosten vermogensbeheer (als percentage van het gemiddeld belegd vermogen) 0,10 0,10 Totale vermogensbeheerkosten (als percentage van het gemiddeld belegd vermogen) 0,42 0,44 Totale uitvoeringskosten (als percentage van het gemiddeld belegd vermogen) 0,53 0,55 Kosten pensioenbeheer De pensioenbeheerkosten bestaan uit een aandeel in de algemene kosten van de pensioenfondsorganisatie en de direct toerekenbare kosten van de uitvoeringsorganisatie. De algemene kosten van de pensioenfondsorganisatie hebben betrekking op het bestuur en de adviesorganen, het bestuursbureau, effectenadministratie en -bewaring en doorbelaste kosten voor het toezicht. Deze algemene kosten zijn verdeeld op basis van de direct aan pensioenbeheer en vermogensbeheer toerekenbare kosten. De direct toerekenbare kosten van de uitvoeringsorganisatie houden verband met de deelnemers- en werkgeversadministratie, het doen van uitkeringen, de voorlichting aan deelnemers en werkgevers en de uitvoering van projecten. Tabel 15: Kosten pensioenbeheer Kos ten pens ioenfonds organis atie 2,1 1,5 Kos ten uitvoerings organis atie 25,4 24,9 Totale kosten pensioenbeheer 27,5 26,4 De kosten van de pensioenfondsorganisatie zijn in 2018 met 0,6 miljoen euro gestegen door de uitvoering van een breed verbeterprogramma. Dit was onder meer gericht op het robuuster maken van de pensioenadministratie, het implementeren van IORP II, het helder vastleggen van de governance en op de strategische heroriëntatie van het fonds. Daarnaast zijn de kosten gestegen door een grotere toerekening van algemene kosten aan pensioenbeheer. Jaarverslag Pensioenfonds PGB 49

47 BESTUURSVERSLAG De kosten van de uitvoeringsorganisatie stegen in het verslagjaar met 0,5 miljoen euro tot 25,4 miljoen euro. Per actieve en pensioengerechtigde deelnemer zijn de kosten met 1 euro gestegen naar 176 euro. De hogere advieskosten voor de strategische heroriëntatie van het fonds en de grotere toerekening van algemene kosten aan pensioenbeheer leidden tot een stijging met 4 euro per deelnemer. Door de groei in het verslagjaar is er binnen de uitvoeringsorganisatie een efficiencyvoordeel behaald van 3 euro per deelnemer. In het lopende verslagjaar heeft het fonds niet deelgenomen aan de CEM Benchmark Pensioenen over De uitkomsten over 2016 toonden aan dat de kosten per deelnemer in lijn liggen met een kleine groep vergelijkbare fondsen. De ontwikkeling van het kostenniveau in 2018 geeft geen reden om te denken dat dit wezenlijk veranderd is. Aansluitende partijen betalen een vergoeding voor de inregeling. Deze kosten bedragen 0,8 miljoen euro (2017: 1,0 miljoen euro) en worden niet meegenomen in de kosten per deelnemer. Kosten vermogensbeheer De kosten voor het beheer van het vermogen bestaan uit kosten voor het portefeuillebeheer, selectie en monitoring door de uitvoeringsorganisatie van externe beheerders, bewaarloon, accountants en juridische adviseurs en eventuele prestatieafhankelijke vergoedingen. Gezien de beperkte omvang van de kosten voor administratievoering en bewaarloon heeft Pensioenfonds PGB er voor gekozen deze niet separaat te verantwoorden, maar op te nemen onder de kosten pensioenfondsorganisatie. Voor de vermogensbeheerkosten streeft het bestuur een voortdurende optimalisatie na van het rendement-/risicoprofiel. Hogere uitvoeringskosten zijn acceptabel, zolang zij perspectief bieden op een hoger rendement voor de deelnemers of een lager risico. Daar waar de toegevoegde waarde van een actieve beleggingsstijl niet opweegt tegen de meerkosten, wordt gekozen voor het volgen van een index. In de loop van het jaar is om deze reden 7,5 miljard euro aan aandelenbeleggingen omgezet naar indexbeleggingen. De transitie kost eenmalig 4,6 miljoen euro, maar levert een besparing op van 7 miljoen euro per jaar. Tabel 16: Kosten vermogensbeheer Beheerkos ten directe en indirecte beleggingen 51,3 49,9 Kos ten uitvoerings organis atie 15,9 14,6 Kos ten pens ioenfonds organis atie 6,4 5,7 Subtotaal 73,6 70,2 Pres tatievergoeding directe en indirecte beleggingen 10,9 13,3 Totaal 84,5 83,5 Toelichting: In de jaarrekening worden de kosten verantwoord die in rekening worden gebracht bij het fonds (toelichting 14 bij de beleggingsresultaten). Deze kosten bedragen 49 miljoen euro (2017: 44 miljoen euro). De overige beheerkosten zijn ten laste van het rendement gebracht. De beheerkosten voor directe en indirecte beleggingen zijn met 1,4 miljoen euro gestegen. Deze kostenstijging bedraagt 3 procent en blijft daarmee achter bij de toename van het gemiddeld belegd vermogen van 6 procent. Het kostenvoordeel is vooral het resultaat van de herschikkingen in de portefeuille die per saldo tot lagere beheerkosten hebben geleid. De kosten van de uitvoeringsorganisatie zijn met 1,3 miljoen euro gestegen door een toename van de beheeractiviteiten en door een stijging van de operationele kosten, vooral vanwege het robuuster maken van de IT-organisatie. De kosten van de pensioenfondsorganisatie zijn per saldo met 0,7 miljoen euro gestegen door hogere advieskosten voor de strategische heroriëntatie van het fonds en door een kleinere toerekening van algemene kosten aan vermogensbeheer. Jaarverslag Pensioenfonds PGB 50

48 BESTUURSVERSLAG De prestatievergoeding van externe vermogensbeheerders bedraagt 10,9 miljoen euro (2017: 13,3 miljoen euro). Vooral op fondsbeleggingen in infrastructuur is in 2018 minder prestatievergoeding betaald door lagere rendementen. De vergoedingen zijn door de fondsbeheerders ingehouden op het fondsresultaat. Transactiekosten De transactiekosten worden gemaakt om een beleggingstransactie tot stand te brengen en uit te voeren. Deze kosten zijn in de meeste gevallen onderdeel van de aan- en verkoopprijs en in eerste instantie verwerkt in het behaalde rendement. Voor het grootste deel van de transacties zijn de werkelijke kosten alsnog vastgesteld. Waar dat niet mogelijk bleek, is gebruik gemaakt van schattingen. Van de totale transactiekosten is 10 procent geschat. Dit heeft betrekking op de categorieën vastrentende waarden en afdekkingsportefeuilles en in beide gevallen gaat het om een geschat bedrag van 1,3 miljoen euro. Tabel 17: Transactiekosten Vas trentende waarden 7,9 9,2 Aandelen 10,2 8,1 Alternatieve beleggingen 4,7 6,6 Afdekkings portefeuilles 2,5 0,9 Totaal 25,2 24,8 In 2018 zijn de transactiekosten 0,4 miljoen euro hoger dan in het voorgaande jaar. Deze stijging is een gevolg van de transitie van actieve mandaten naar indexbeleggingen. Zonder deze eenmalige kosten is er sprake van een daling van 4,1 miljoen euro. Beleggingsstijl en kosten Bij de inrichting van de beleggingsportefeuille kijkt het bestuur naar de samenhang tussen kosten, rendement en risico van de verschillende beleggingscategorieën. Jaarlijks worden de resultaten geëvalueerd, onder andere door deelname aan de CEM Benchmark Vermogensbeheer. Middels deze deelname is het mogelijk om de beleggingsmix, het beleggingsresultaat en de uitvoeringskosten te vergelijken met vergelijkbare fondsen. De uitkomsten over 2017 tonen aan dat het fonds gedurende de laatste vijf jaar een bovengemiddeld rendement heeft behaald. Het gemiddelde fondsrendement, onder aftrek van gemaakte kosten, bedraagt 7,5 procent, terwijl dat voor vergelijkbare fondsen 7,1 procent bedraagt. Alhoewel de gekozen beleggingsmix van het fonds niet wezenlijk afwijkt van de vergelijkbare fondsen, is er een hoger rendement behaald door actief beleid te voeren en door de specifieke selectie van stijlen en managers. De meerkosten van deze keuzes bedragen 0,03 procent, maar worden ruimschoots goed gemaakt door de behaalde rendementen. Het fonds heeft per saldo een half miljard euro meer verdiend dan vergelijkbare fondsen. In 2018 is 7,5 miljard euro aan actieve aandelenbeleggingen tijdelijk omgezet in indexbeleggingen, omdat de verwachte meerwaarde van de actieve beleggingsstijl van deze mandaten niet opweegt tegen de hogere beheerkosten. De eenmalige kosten van deze omzetting bedragen 4,6 miljoen euro. Deze kosten zijn binnen één jaar terugverdiend door de lagere beheerkosten van de indexbeleggingen. Jaarverslag Pensioenfonds PGB 51

49 BESTUURSVERSLAG Tabel 18: Vermogensbeheerkosten per beleggingscategorie (inclusief transactiekosten) Gemiddeld belegd vermogen Kosten 2018 kosten in basispunten Gemiddeld belegd vermogen Kos ten 2017 kosten in basispunten Staats obligaties , ,8 15 Bedrijfs obligaties , ,6 18 Hypotheken , ,6 41 Obligaties opkomende markten 860 7, ,3 92 Vas trentende waarden , ,3 25 Aa ndelen , ,1 34 Vas tgoed en infras tructuur , ,7 210 Liquiditeiten en derivaten , ,6 114 Private equity 45 2, ,6 494 Totaal vermogensbeheerkosten , ,3 44 De totale kosten voor vermogensbeheer stegen in het verslagjaar met 1,4 miljoen euro tot 109,7 miljoen euro. De kostenstijging komt volledig voor rekening van de aandelenportefeuille en de derivaten. De kostenstijging op de aandelenportefeuille is vooral een gevolg van de groei van de portefeuille. De hogere kosten voor derivaten is een gevolg van de actieve inzet van derivaten voor de renteafdekking en de dynamische aandelenrisicobeheersing. Op alle andere deelportefeuilles is sprake van een kostendaling. Vooral de kosten van vastgoed en infrastructuur zijn gedaald. Dit is niet alleen het gevolg van de afname van het gemiddeld belegd vermogen, maar ook de lagere prestatievergoedingen op infrastructuur dragen daaraan bij. De kostenstijging is lager dan de groei van het gemiddeld belegd vermogen. Daardoor dalen de relatieve kosten tot een niveau van 42 basispunten (0,42 procent). Dit is een daling van twee basispunten ten opzichte van De kostenreductie op de vastrentende waarden en de lagere prestatievergoedingen op infrastructuur dragen het meeste bij aan de daling. Jaarverslag Pensioenfonds PGB 52

50 BESTUURSVERSLAG Toekomstverkenning We kijken terug op een jaar waarin opnieuw veel is gesproken over vernieuwing van het stelsel voor aanvullend pensioen. Het vele beraad leidde helaas niet tot een akkoord. Kabinet en sociale partners werden het niet eens. Daarmee houdt de onzekerheid over het pensioen van de toekomst aan. Dat is jammer. Voor onze deelnemers en voor ons als pensioenfonds. Het is prettig om duidelijkheid te hebben over de toekomst. Want dat zorgt voor een stevig fundament voor onze strategie en geeft onze uitvoering de mogelijkheid om zich daarop voor te bereiden. Dat er nog geen duidelijkheid is, betekent echter niet dat we nu alleen maar kunnen afwachten. Het bestuur heeft in het afgelopen jaar een uitgebreide toekomstverkenning verricht, en verschillende scenario s de revue laten passeren. We bereiden ons voor op een toekomst waarin de doorsneepremie mogelijk ten einde komt, maar werkgevers en werknemers samen verantwoordelijk blijven voor de pensioenregelingen. Of dit scenario werkelijkheid wordt, weten we niet. We weten wel dat het huidige stelsel voldoende ruimte biedt om samen met sociale partners te werken aan vernieuwing, bijvoorbeeld op het gebied van individuele pensioenkapitalen en meer keuzevrijheid. Door optimaal gebruik te maken van die ruimte willen we een aantrekkelijke partner blijven voor bestaande en nieuwe werkgevers in de sectoren die we bedienen. Dat betekent dat we de komende jaren inzetten op partnerschappen, zorgen voor flexibiliteit in regelingen en keuzemogelijkheden, innoveren in productontwikkeling en balansbeheer en investeren in IT-oplossingen om onze deelnemers en werkgevers zo persoonlijk mogelijk digitaal te bedienen. Onze ambitie is om meer te doen dan alleen zorgen voor een zo goed mogelijk pensioen. Om een partner in pensioen te zijn is binding met onze achterban onontbeerlijk. Evenals inzicht in de behoeften van onze deelnemers en de middelen om hen te kunnen voorzien van informatie en ondersteuning op het juiste moment, via het juiste kanaal. Daarom zijn dat onze speerpunten voor de komende tijd. Hoe de pensioendiscussie in de polder ook afloopt, we weten dat een stelselherziening veel tijd in beslag neemt. Dat is ook het uitgangspunt van minister Wouter Koolmees (Sociale Zaken), die probeert het pad te effenen door dit jaar al met wetgeving te komen om meer keuzemogelijkheden te creëren en de doorsneeopbouw af te schaffen. In een systeem met degressieve opbouw is de opbouw lager, naarmate de leeftijd stijgt. In dit systeem krijgen jongere deelnemers meer pensioen voor hun premie, omdat hun euro s langer kunnen renderen. Hoewel deze systematiek op zich niet onwenselijk hoeft te zijn, kan deze niet zomaar in het Nederlandse stelsel worden toegepast. Hiervoor zijn de effecten op deelnemers die al pensioen hebben opgebouwd te groot, met name voor de 50-plus-werknemers. Het is van groot belang dat zij niet de dupe worden van afschaffing van de doorsneeopbouw. Het is daarom te hopen dat het onderzoek van minister Koolmees naar dit onderwerp inzichten oplevert die het voor sociale partners en de pensioensector mogelijk maken de door het kabinet gewenste overgang te realiseren. We hopen ook dat in het pensioenoverleg een oplossing komt voor de pensioenfondsen bij wie pensioenverlagingen dreigen in 2020 of 2021 omdat hun buffer te laag is. Ook al zitten wij niet in die situatie, wij begrijpen heel goed hoe moeilijk het is voor de deelnemers van die fondsen. Het wordt steeds lastiger om aan onze deelnemers uit te leggen waarom geen toeslag mogelijk is. Vaak merken we dat er wordt gedacht dat indexeren ten koste gaat van jongeren en alleen maar in het voordeel is van gepensioneerden. Dat is niet zo, jarenlang uitblijvende indexatie holt ook de pensioenopbouw van werknemers uit, van jong tot oud. Wellicht laat een grote stelselherziening nog vele jaren op zich wachten. Daarom zou het mooi zijn als er in het huidige stelsel iets meer ruimte gegeven wordt aan de buffereisen. Zodat het stelsel aantrekkelijker wordt voor de mensen die decennialang gespaard hebben voor hun pensioen én voor de mensen die nu elke maand een bedrag opzij leggen voor hun oude dag. Jaarverslag Pensioenfonds PGB 53

51 BESTUURSVERSLAG Amsterdam, 18 april 2019 Stichting Pensioenfonds PGB Het Bestuur Jaarverslag Pensioenfonds PGB 54

52 Bijlagen bij het bestuursverslag Jaarverslag Pensioenfonds PGB 55

53 BIJLAGEN BIJ HET BESTUURSVERSLAG Bijlage 1: Samenstelling fondsorganen Bestuur Het bestuur is verantwoordelijk voor de uitvoering van de pensioenregelingen die sociale partners of andere opdrachtgevers hebben ondergebracht. Het bestuur zorgt ervoor dat de belangen van (gewezen) deelnemers, pensioengerechtigden en werkgevers evenwichtig worden afgewogen. Het bestuur is verantwoordelijk voor het goed beheer van het belegde vermogen en het behalen van de financiële doelstellingen. Samenstelling bestuur ultimo 2018 Bestuurder drs. L. Coenradie RA drs. R. Degenhardt J.H. Dijckmeester MSc lid Geslacht voorzitter F. de Haan plv. voorzitter drs. R.W.J. Heerkens mr. M.M. Jansen Portefeuille Financiële en actuariële zaken Bestuurlijke zaken/voorzitterschap Functie Geboortedatum Voordragende organisatie Datum ingang man werkgevers juli 2014* man werkgevers juli 2014* lid Public affairs man werknemers januari 2016 lid lid Relatiebeheer/ plv.voorzitterschap Vermogensbeheer en balansmanagemen Juridische zaken/ compliance man werknemers juli 2014* man werknemers juli 2014* man werkgevers juli 2014* Aftredend volgens rooster december 2020 december 2020 januari 2020 juni 2020 maart 2019 maart 2023 drs. H. Kapteijn RA lid Risicomanagement vrouw werkgevers juli 2014* mei 2020 ir. T.J.F. Vollebergh drs. P.M.B. Wilson RFMI lid lid Informatievoorziening en uitbesteding Pensioeninhoudelijke zaken man gepensioneerden juli 2014* vrouw werknemers augustus 2015 juni 2022 augustus 2019 E.J.F. Busweiler lid Communicatie man gepensioneerden april 2018 april 2022 *Ingangsdatum Wet versterking bestuur pensioenfondsen Bestuur 2018 Benoemd De heer Busweiler is voorgedragen door de gepensioneerden en is per april 2018 benoemd. De heer Busweiler is verantwoordelijk voor het aandachtsgebied communicatie. De heer Dijckmeester is benoemd tot plaatsvervangend voorzitter per januari Hij vervangt de heer De Haan, die zijn functie als voorzitter namens werknemers heeft neergelegd. DNB heeft op basis van de beschikbare informatie en eigen onderzoek vastgesteld dat beide heren geschikt zijn voor de functie. De toezichthouder heeft het fonds geïnformeerd in te stemmen met bovenstaande benoemingen. Jaarverslag Pensioenfonds PGB 56

54 BIJLAGEN BIJ HET BESTUURSVERSLAG Herbenoemd De heer Degenhardt is herbenoemd tot 1 januari 2020 als voorzitter van het bestuur en tot 1 januari 2021 als bestuurder. De heer Degenhardt is verantwoordelijk voor de portefeuille bestuurszaken. De heer De Haan is herbenoemd tot 1 juli 2020 als bestuurder en is verantwoordelijk voor het aandachtsgebied relatiebeheer. De heer Vollebergh is herbenoemd per juni 2018 voor een periode van 4 jaar. Zijn aandachtsgebied is informatievoorziening en uitbesteding. De heer Jansen tenslotte is herbenoemd voor 4 jaar tot april De portefeuille van de heer Jansen behelst juridische zaken en compliance. DNB heeft bij deze herbenoemingen aangegeven geen feiten of omstandigheden te zien die aanleiding geven tot het opnieuw toetsten van de geschiktheid en betrouwbaarheid. Nevenfuncties bestuurders ultimo 2018 drs. L. Coenradie RA geen relevante nevenfuncties drs. R. Degenhardt voorzitter commissie pensioenfondsbestuur Pensioenfederatie J.H. Dijckmeester MSc belanghartiger NVJ bestuurder Stichting Bedrijfstakbureau voor het Uitgeverijbedrijf bestuurder Stichting AOV Uitgeverijbedrijf F. de Haan bestuurder vakbond FNV drs. R.W.J. Heerkens lid vermogensbeheer- en risicocommissie Telegraafpensioenfonds adviseur Stichting Pensioenfonds SABIC adviseur FNV - Horeca mr. M.M. Jansen beleidsadviseur brancheorganisatie KVGO bestuurslid grafimediafondsen ASF lid commissie pensioenzaken Pensioenfederatie drs. H. Kapteijn RA voorzitter raad van Toezicht Shell pensioenfonds lid raad van Commissarissen Achmea Investment Management adviseur beleggings- en balanscommissie Hoogovens pensioenfonds adviseur algemeen bestuur ING pensioenfonds adviseur audit en risk committee Philips Pensioenfonds adviseur audit en risk committee Stichting Pensioenfonds TNO ir. T.J.F. Vollebergh geen relevante nevenfuncties drs. P.M.B. Wilson RFMI bestuurder CNV Vakmensen bestuurslid Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Zorgverzekeraars (niet uitvoerend bestuurslid) uitvoerend bestuurder bij Spoorwegpensioenfonds (toehoorder) Jaarverslag Pensioenfonds PGB 57

55 BIJLAGEN BIJ HET BESTUURSVERSLAG E.J.F. Busweiler geen relevante nevenfuncties Bestuurscommissies Pensioenfonds PGB Het fonds maakt gebruik van commissies en tijdelijke werkgroepen voor de uitwerking van bestuurlijke en strategische projecten. Besluitvorming vindt plaats in het voltallige bestuur. Een aantal adviescommissies hebben een permanent karakter. Commissie financiën, risicomanagement en actuariële zaken In verband met de introductie van IORP II is de adviescommissie audit en riskmanagement per 13 december 2018 gewijzigd in de commissie financiën, risicomanagement en actuariële zaken. De commissie adviseert het bestuur over de financiële opzet van het fonds en beoordeelt de resultaten van het fonds in relatie tot de gehanteerde tarieven, parameters en budgetten. Het coördineert de werkzaamheden met betrekking tot de (externe) financiële en actuariële verslaggeving, inclusief de daarbij behorende externe audit- en assurancewerkzaamheden. De opdrachtverstrekking aan en rapportage door de externe auditor en de externe actuaris in het kader van de jaarrekeningcontrole wordt goedgekeurd door het bestuur. De commissie brengt advies uit aan het bestuur over de risicostrategie, het risicobeleid en de risicobereidheid van het fonds, de inrichting van de AO/IC en de analyse van diverse assurancerapportages. Daarnaast kan de commissie ook ongevraagd advies uitbrengen. Balansbeheercommissie De balansbeheercommissie adviseert het bestuur over het balans- en het beleggingsbeleid. Ze bereidt de besluitvorming voor over onder meer beleggings- en balansrisicostrategieën, actief en passief beheerde mandaten en het jaarlijkse beleggingsplan. Het bestuur heeft aan de commissie, voor zover het bestaande beleggingsproducten en beleggingsmandaten respectievelijk fondsen betreft, de bevoegdheid gedelegeerd om binnen de bandbreedtes van het geldende strategisch beleggingsplan besluiten te nemen. Het bestuur wordt op het gebied van balansbeheer ondersteund door twee vaste externe adviseurs te weten drs. L. Meijaard en drs. J.L.M.J. Klijnen. Commissie juridische zaken en compliance De commissie juridische zaken en compliance adviseert het bestuur bij de voorbereiding van juridische zaken en toetst of het beleid in overeenstemming is met wet- en regelgeving. Tot de taken van de commissie behoren onder meer het beoordelen en actueel houden van juridische documentatie zoals statuten, pensioen- en uitvoeringsreglement en de overeenkomsten en contracten voor uitbesteding van werkzaamheden en vermogensbeheer. Ook bewaakt de commissie dat het bestuur werkt volgens de gedragscode en het integriteitsbeleid. Commissie communicatie De commissie communicatie adviseert het bestuur over de communicatie van het pensioenfonds en relevante ontwikkelingen op het gebied van communicatie. De commissie zorgt voor een jaarlijks communicatieplan en ziet erop toe dat de pensioencommunicatie voldoet aan de wettelijke normen. Commissie pensioenzaken De commissie pensioenzaken is per januari 2018 van start gegaan. De commissie adviseert het bestuur over pensioen - en/of pensioenproductontwikkeling en bereidt besluitvorming voor. Daarnaast monitort de commissie de uitbesteding en uitvoering van de pensioenadministratie alsook de uitvoering van het beleid met betrekking tot pensioenen. Jaarverslag Pensioenfonds PGB 58

56 BIJLAGEN BIJ HET BESTUURSVERSLAG Intern toezicht Pensioenfonds PGB Raad van toezicht De raad van toezicht bestaat uit drie leden en houdt toezicht op het beleid van het bestuur en de algemene gang van zaken binnen het pensioenfonds. De raad van toezicht is tevens belast met het toezien op adequate risicobeheersing en evenwichtige belangenafweging door het bestuur. De raad van toezicht ziet toe op de naleving van de Code Pensioenfondsen 2018 en staat het bestuur met raad terzijde. Daarnaast heeft de raad het recht een aantal belangrijke bestuursbesluiten goed te keuren zoals het jaarverslag, het functieprofiel van bestuurders, het beloningsbeleid en de overname van pensioenrechten van andere fondsen. De raad is ook betrokken bij benoeming en ontslag van bestuurders. De verantwoording van de raad van toezicht is opgenomen onder de Overige gegevens. Samenstelling raad van toezicht ultimo 2018 Naam Functie Geboortedatum drs. O. Bisschop EMIM EMFC RC mr. N.C.J. Meeuwisse prof. dr. A.M.H. Slager RBA lid voorzitter lid Geslacht Aandachtsgebieden Datum ingang vrouw man man Administratieve organisatie, interne controle, compliance en integriteit Governance, pensioenen, wet- en regelgeving en communicatie Balansmanagement, actuariaat, vermogensbeheer en risicomanagement Aftredend volgens rooster juli 2014 juli 2022 juli 2014 juli 2022 december 2015 december 2019 Wijzigingen in 2018 Mevrouw Bisschop en de heer Meeuwisse zijn per 14 juni 2018 door het bestuur herbenoemd als lid van de raad van toezicht. Zij zijn beiden voorgedragen door het verantwoordingsorgaan. Wijzigingen in 2019 De heer Meeuwisse is per 1 januari 2019 afgetreden als voorzitter van de Raad van toezicht. Door zijn vertrek is een vacature ontstaan. Nevenfuncties raad van toezicht ultimo 2018 drs. O. Bisschop EMIM EMFC RC directeur bij Blue Sky Group Holding B.V. adviseur risk management bij Stichting Pensioenfonds PNO lid raad van toezicht van Het nederlandse pensioenfonds lid audit committee Pensioenfonds Banden en Wielen mr. N.C.J. Meeuwisse geen relevante nevenfuncties prof. dr. A.M.H. Slager RBA vice-president bij de CFA Society VBA Netherlands bestuurder balans- en vermogensbeheer Beroepspensioenfonds voor Huisartsen (SPH) adviserend lid commissie balans- en vermogensbeheer Pensioenfonds van de Metalektro (PME) lid beleggingscommissie pensioenfonds SNS Reaal lid visitatiecommissie pensioenfonds Provisum hoogleraar TIAS School for Business and Society Jaarverslag Pensioenfonds PGB 59

57 BIJLAGEN BIJ HET BESTUURSVERSLAG Verantwoordingsorgaan Het verantwoordingorgaan beoordeelt het beleid en de uitvoering daarvan door het bestuur. Het verantwoordingsorgaan bestaat uit achttien leden in een verdeling zes-zes-zes (namens werkgevers, werknemers en pensioengerechtigden). Het verantwoordingsorgaan heeft recht op overleg met het bestuur en de raad van toezicht. Het verslag van het verantwoordingsorgaan is opgenomen onder de Overige gegevens. Samenstelling verantwoordingsorgaan ultimo 2018 Naam Functie Groep Geboortedatum I.J. Akkerman plv. voorzitter werknemers drs. J.H.M. Brader lid gepensioneerden R. de Bree lid werkgevers drs. L. Dijkema lid werkgevers A.J.H.M. Duivis lid werknemers A. Emmink lid werkgevers B. Hoekstra lid werkgevers C.A.M. lid werknemers Hoendervangers 1958 H. Jansen lid gepensioneerden T. Klein Hemmink lid gepensioneerden K.J.M. Langen lid gepensioneerden W.J. Monsieurs lid werknemers N. Maarschalk- lid gepensioneerden Meijer 1951 G. van der Peijl lid werkgevers A.A.A. Rensen lid werknemers J.G.C. van voorzitter gepensioneerden Rijsingen 1953 P. Verhorst lid werknemers R. Warnar lid werkgevers *Ingangsdatum Wet versterking bestuur pensioenfondsen Geslacht Aanwijzende organisatie Datum ingang Aftredend volgens rooster man FNV juli 2014* mei 2019 man CNV juli 2014* juli 2022 man Werkgeverraad juli 2014* maart 2019 man Werkgever- juli 2014* december raad 2019 man FNV januari 2015 januari 2019 man Werkgever- juli 2014* december raad 2019 man Werkgever- juli 2014* maart raad 2019 man FNV juli 2014* mei 2019 man FNV juli 2014* mei 2019 man VVG juli 2014* mei 2022 man FNV juli 2014* oktober 2020 man NVJ juli 2014* mei 2019 vrouw VVG mei 2018 mei 2022 man Werkgeverraad oktober 2018 oktober 2022 man FNV augustus augustus man VVG mei 2016 mei 2020 man CNV juli 2014* juli 2022 man Werkgeverraad juli 2014* december 2018 Wijzigingen 2018 De heer Busweiler heeft in januari 2018 zijn functie als lid van het verantwoordingsorgaan neergelegd. Hij zat in het orgaan namens gepensioneerden. Hij is in mei 2018 opgevolgd door mevrouw Maarschalk-Meijer. Zij is voorgedragen door gepensioneerden. De heer Broere heeft zijn functie als lid in februari 2018 neergelegd. Hij is opgevolgd door de heer Van der Peijl. Hij is per oktober 2018 benoemd door de werkgeversraad. De termijn van de heer Klein Hemmink liep af per mei Hij is herbenoemd voor een termijn van 4 jaar namens gepensioneerden. Jaarverslag Pensioenfonds PGB 60

58 BIJLAGEN BIJ HET BESTUURSVERSLAG De zittingstermijn van de heer Warnar is geëindigd per december Hij heeft aangegeven zijn functie als lid van het verantwoordingsorgaan neer te willen leggen. Hierbij is de afspraak gemaakt dat hij de functie blijft uitoefenen totdat er een geschikte vervanger is gevonden. Met het oog hierop is hij herbenoemd door de werkgeversraad. Wijzigingen 2019 De zittingstermijn van de heer Duivis is geëindigd per januari Hij heeft aangegeven zijn functie als lid van het verantwoordingsorgaan neer te willen leggen. Hierbij is de afspraak gemaakt dat hij de functie blijft uitoefenen totdat er een geschikte vervanger is gevonden. De heren De Bree en Hoekstra zijn herbenoemd door de werkgeversraad. Het verantwoordingsorgaan kent de volgende commissies Commissie governance Aandachtsgebieden: overleg met bestuur, raad van toezicht en bedrijfsbureau, agendastelling en generiek risicomanagement Samenstelling: J.H.M Brader, L. Dijkema, H. Jansen en J.G.C. van Rijsingen Commissie jaarverslag en begroting Aandachtsgebieden: het voorbereiden van het advies op het jaarverslag en het door het bestuur gevoerde beleid, alsmede de eerste beoordeling van de begroting Samenstelling: A.A.A. Rensen, A.J.H.M. Duivis, A. Emmink en K.J.M. Langen Commissie aansluitingen Aandachtsgebieden: het beoordelen van het aansluitingenbeleid en van adviesaanvragen voor specifieke aansluitingen Samenstelling: I.J. Akkerman, R. de Bree en T. Klein Hemmink Commissie beleggingen Aandachtsgebieden: het beleid van het bestuur ten aanzien van beleggingen en de risico s gepaard gaande met het beleggingsbeleid en de beleggingskeuzes Samenstelling: I.J. Akkerman, R. de Bree, C.A.M. Hoendervangers, H. Jansen en R. Warnar Commissie communicatie Aandachtsgebieden: het signaleren van relevante ontwikkelingen op het beleidsterrein pensioencommunicatie Samenstelling: K.J.M. Langen, R. de Bree, N. Maarschalk-Meijer, A. Emmink en J.G.C. van Rijsingen Jaarverslag Pensioenfonds PGB 61

59 BIJLAGEN BIJ HET BESTUURSVERSLAG Bijlage 2: Overige betrokkenen Klachtencommissie Pensioenfonds PGB heeft een klachtencommissie die oordeelt over schriftelijke bezwaren van belanghebbenden over de klantenbehandeling. De bevoegdheden van deze commissie zijn vastgelegd in een reglement. De samenstelling van de klachtencommissie ultimo 2018 mr. M.M. Jansen drs. P.M.B. Wilson RFMI Commissie van bezwaar Belanghebbenden kunnen zich tot de commissie wenden als zij het niet eens zijn met een beslissing van het bestuur over de toepassing van de pensioenregeling. De bevoegdheden van deze commissie zijn vastgelegd in een reglement. De onafhankelijke leden worden voorgedragen door het verantwoordingsorgaan en benoemd door het bestuur. De samenstelling van de commissie van bezwaar ultimo 2018 Naam Functie T. van Veen voorzitter in 2018 J. Spaargaren Lid A. Burgers Lid Vacature Lid mr. F.A. van Hout secretaris In de vergadering van 20 december 2018 heeft het bestuur mevrouw Van der Wal en de heer Blom benoemd als lid van de commissie van bezwaar per 1 januari Het lidmaatschap van de heer Spaargaren is per 1 januari 2019 beëindigd. Sectorcommissies Pensioenfonds PGB biedt sectoren waarvoor het de pensioenregeling verzorgt, de mogelijkheid tot het instellen van een sectorcommissie. Deze sectorcommissies bestaan uit vertegenwoordigers van de sociale partners betrokken bij het arbeidsvoorwaardenoverleg in de specifieke bedrijfstakken. De diverse sectorcommissies komen op gezette tijden bij elkaar en bepalen zelf de agenda-onderwerpen. De sectorcommissies kennen een reglement. Deze commissies worden secretarieel ondersteund door het bestuursbureau. Ze zijn er nu voor de volgende sectoren: de grafimedia het kartonnage- en flexibele verpakkingenbedrijf de verf- en drukinktindustrie het uitgeverijbedrijf de groothandel in bloemen en planten de zeevisserij papier en glas kunststof-, rubber- en lijmindustrie Het voornaamste doel van de sectorcommissies is de uitwisseling van informatie tussen het pensioenfonds en de sociale partners in de aangesloten sectoren over zaken die van belang zijn voor de inhoud en uitvoering van de pensioenregelingen. Werkgeversraad Werkgevers kunnen participeren in de werkgeversraad. Die draagt kandidaten voor bij vacatures voor bestuurders namens de werkgevers en benoemt leden van het verantwoordingsorgaan namens werkgevers. Jaarverslag Pensioenfonds PGB 62

60 BIJLAGEN BIJ HET BESTUURSVERSLAG Bestuursbureau Het bestuur en de commissies worden ondersteund door een bestuursbureau. Dit verzorgt het bestuurssecretariaat, de bestuursagenda, de beleidsvoorbereiding, de monitoring van de uitvoeringsorganisatie, de aansluitingen van nieuwe branches of bedrijven en de public affairs. Op het bestuursbureau werken 17 mensen. De directeur mr. I.J. van Vliet heeft zijn functie met ingang van 31 december 2018 neergelegd in verband met pensionering. Hij is opgevolgd door de heer E.D.O. de Jong. Kantoor bestuursbureau Bestuursbureau Pensioenfonds PGB: A.J. Ernststraat 595-H (kantoorgebouw De Gelder ), 1082 LD Amsterdam. Telefoon Uitvoeringsorganisatie Het pensioen- en balansbeheer is uitbesteed aan PGB Pensioendiensten B.V. waarvan Pensioenfonds PGB de enige aandeelhouder is. De uitvoeringsorganisatie ondersteunt het bestuur bij de uitvoering van de strategie en het beleid. De dienstverlening van de uitvoeringsorganisatie bestaat uit pensioenadministratie en -communicatie, vermogensbeheer, balansmanagement, businessinformatiemanagement, finance, risk en actuariaat. Naast het werk voor Pensioenfonds PGB verzorgt PGB Pensioendiensten B.V. van oudsher de administratie en het vermogensbeheer van Stichting Algemeen Sociaal Fonds voor de Grafimediabranche. Bij de uitvoeringsorganisatie werken 240 mensen. Kantoor uitvoeringsorganisatie: PGB Pensioendiensten B.V. Zwaansvliet 3, 1081 AP Amsterdam Postbus 7811, 1008 AA Amsterdam Telefoon Certificerend Actuaris Dhr. R. Kruijff AAG van Willis Towers Watson Netherlands B.V. Accountant Dhr. W. Teeuwissen RA van KPMG Accountants N.V. Compliance officer Mw. B. van Tilburg van HVG Law LLP Jaarverslag Pensioenfonds PGB 63

61 BIJLAGEN BIJ HET BESTUURSVERSLAG Bijlage 3: Nieuwe aansluitingen Bedrijven (Gewezen) deelnemers en pensioengerechtigd Overgedragen verplichtingen Aa ntallen Aa ntallen Groothandel in bloemen en planten Grafimedia en reprografie Uitgeverijbedrijf Chemis che en farmaceutis che indus trie Kuns ts tof-, rubber- en lijmindus trie Diens tverlening Kartonnage- en flexibele verpakkings bedrijf Proces indus tie Verf- en drukindus trie Papierindus trie Zeevis s erij Jaarverslag Pensioenfonds PGB 64

62 BIJLAGEN BIJ HET BESTUURSVERSLAG Bijlage 4: Statuten- en reglementswijzigingen Pensioenreglement uitkeringsovereenkomst Per 1 januari 2018 Deel II pensioenreglement uitkeringsovereenkomst De gebruikelijke jaarlijkse wijzigingen van diverse parameters per 1 januari 2018: voor de grafimedia bedraagt de franchise euro (2017: euro) en het maximum loon voor pensioenopbouw euro (2017: euro); voor het kartonnage- en flexibele verpakkingenbedrijf bedraagt de franchise euro (2017: euro) en het maximum loon voor pensioenopbouw euro (2017: euro ). De pensioenrichtleeftijd van de Voorwaardelijke Backserviceaanspraken is gewijzigd naar 68 jaar; voor de bereide verf- en/of drukinktindustrie blijft de franchise euro. Het maximum loon voor pensioenopbouw bedraagt euro (2017: euro). De pensioenrichtleeftijd van de Voorwaardelijke Backserviceaanspraken is gewijzigd naar 68 jaar. Per 1 januari 2019 (bestuursbesluit 22 november 2018) Deel I Basisregeling De volgende artikelen zijn aangepast: artikel 2 lid 1: verschil tussen definitie deelnemer aanvang deelname weggenomen; artikel 2 lid 2: verduidelijking dat deelname niet eindigt bij vrijwillige voortzetting; artikel 4 lid 4: tekstuele aanpassing bij herleven arbeidsongeschiktheid. Tweemaal deelnemer vervangen door werknemer ; artikel 4 lid 10: premievrije pensioenopbouw bij arbeidsongeschiktheid wordt voortaan jaarlijks met de prijsindex in plaats van de loonindex van de Grafimedia; artikel 4 lid 11: nieuw lid waarin is bepaald dat een eventuele uitbreiding van de dekking vanuit de werkgever/ verbetering van de pensioenregeling niet geldt voor de arbeidsongeschikte deelnemer; artikel 9 lid 4: door wijziging pensioendatum in pensioeningangsdatum wordt verduidelijkt dat het terugvloeien van bijzonder partnerpensioen naar de aanspraken van de (gewezen) deelnemer na vooroverlijden van de ex-partner niet geldt voor gepensioneerden; artikel 10: verduidelijking dat ouderdomspensioen ook wordt verevend op het moment van scheiding van tafel en bed; artikel 10 lid 6: lid geschrapt omdat Pensioenfonds PGB niet langer meewerkt aan pensioenverevening als de tweejaarstermijn is verstreken; artikel 11 lid 1: verduidelijking van de grondslag voor het wezenpensioen als percentage van het ouderdomspensioen; artikel 15 lid 1 en 2: verduidelijking van uitruil van ouderdomspensioen in partnerpensioen; artikel 15 lid 3: toevoeging dat automatisch wordt uitgeruild door Pensioenfonds PGB indien de (gewezen) deelnemer binnen de gestelde termijn van de keuzemogelijkheid komt te overlijden; artikel 16 lid 7: verschrijving gecorrigeerd; artikel 17 lid 2: vervallen eis stoppen met werken bij tijdelijk ouderdomspensioen; artikel 24a en 25 (nieuw): aanpassing in verband met mogelijkheid waardeoverdracht van kleine pensioenen en laten vervallen kleine pensioenaanspraken; artikel 26: verwijzing naar gewijzigd besluit Belastingdienst opgenomen; artikel 27 lid 1 en 8 onder e: verduidelijking dat combinatie vrijwillige voortzetting en uitstel van de pensioendatum niet mogelijk is; artikel 27 leden 2 tot en met 5: aanpassing criteria voor vrijwillig voortzetting drie jaar voorafgaande aan de pensioendatum; artikel 27 lid 3: aanpassing maximale termijn vrijwillige voortzetting conform het bepaalde in de Pensioenwet; artikel 28 lid 4: aanpassing waardoor einddata van de uitkeringen uit de Anw-verzekeringen aansluiten op de AOWgerechtigde leeftijd van de partner/ weduwe; artikel 28 lid 6: wijziging notariële vastlegging van een gezamenlijke huishouding in aanmelding van een gezamenlijke huidhouding ; artikel 28 lid 10: opnemen termijn van drie maanden voor aanvraag vrijwillige voortzetting Anw-verzekering; Jaarverslag Pensioenfonds PGB 65

63 BIJLAGEN BIJ HET BESTUURSVERSLAG artikel 28a lid 3: toevoeging premievrije voortzetting individueel aanvullend partnerpensioen bij ouderschapsverlof. Deel II Grafimedia Verduidelijking in artikel 3 lid 3 dat het totale partnerpensioen voor een deelnemer 70 procent van het ouderdomspensioen bedraagt. Deel II Kartonnage en Flexibele verpakkingenbedrijf In de nieuwe cao Kartonnage en Flexibele verpakkingenbedrijf is het loonbegrip voor het pensioen en de VPL-regeling gelijkgetrokken. Deel III Bijlage III Wijziging betreft de jaarlijkse aanpassing aan het wettelijk kader voor indexatie van de pensioenaanspraken. Pensioenreglement premieovereenkomst Per 1 januari 2018 Deel II Werkgevers-specifieke bepalingen premieovereenkomst Voor de sectoren Zeevisserij respectievelijk Groothandel in Bloemen en Planten zijn de volgende wijzigingen per 1 januari 2018 in werking getreden: Zeevisserij: Het benuttingspercentage voor de groep Vissers bedraagt 87 procent (2017: 83 procent) en het fictieve opbouwpercentage 1,631 procent (2017: 1,556 procent). Voor de groep Walpersoneel bedragen deze percentages respectievelijk 43 procent (2017: 41 procent) en 0,806 procent (2017: 0,769 procent). Tevens zijn de beschikbare premiepercentages per leeftijdsklasse aangepast; Het jaarlijks beoogd partnerpensioen bij overlijden voor de pensioendatum is aangepast. Deze bedraagt voor de groep Vissers 0,958 procent (2017: 0,919 procent) van de pensioengrondslag per deelnemersjaar en 0,958 procent (2017: 0,919 procent) van de pensioengrondslag vermenigvuldigd met het aantal jaren, rekening houdend met het bepaalde in artikel 11 van het Pensioenreglement Premieovereenkomst, gerekend vanaf het moment van overlijden tot de reguliere pensioendatum (nog te vervullen deelnemersjaren). Voor de groep Walpersoneel bedragen deze percentages respectievelijk 0,564 procent (2017: 0,538 procent) en 0,564 procent (2017: 0,538 procent); Het maximum loon voor pensioenopbouw euro (2017: euro). De franchise blijft euro; De hoogte van de Anw Plus verzekering bedraagt euro (2017: euro). Groothandel in Bloemen en Planten: Het benuttingspercentage bedraagt 73 procent (2017: 70 procent) en het fictieve opbouwpercentage 1,36875 procent (2017: 1,313 procent). Tevens zijn de beschikbare premiepercentages per leeftijdsklasse aangepast; De franchise voor de beschikbare premie bedraagt euro (2017: euro). Per 1 januari 2019 (bestuursbesluit 22 november 2018) Deel I Basisregeling Naast de overeenkomstige aanpassingen van het Pensioenreglement uitkeringsovereenkomst per 22 november 2018 zijn de volgende bepalingen aangepast: artikel 3 lid 3: verduidelijking van de vaststelling van het partnerpensioen in geval van overlijden van een gewezen deelnemer met een WW-uitkering; artikel 10 lid 2: wijziging van het artikel zodat naast de fiscale toets voor de 4 procent en de 3 procent staffel dienovereenkomstig ook de fiscale toets voor de marktrentestaffel is geregeld; artikel 15 (titel): tekstuele aanpassing van pensioendatum in pensioenrichtleeftijd ; artikel 15 leden 1 en 2: verduidelijking dat van het pensioenkapitaal tevens wezenpensioen wordt ingekocht; artikel 25: aanpassing dat bij overlijden van de gewezen deelnemer van het pensioenkapitaal naast partnerpensioen ook wezenpensioen wordt aangekocht; Jaarverslag Pensioenfonds PGB 66

64 BIJLAGEN BIJ HET BESTUURSVERSLAG artikel 30a: vervallen van de zinsnede waaruit zou kunnen blijken dat het extra pensioenkapitaal alleen ten goede komt aan het ouderdomspensioen. Betreffende zinsnede is komen te vervallen. Uitvoeringsreglement uitkeringsovereenkomst Per 1 januari 2019 (bestuursbesluit 22 november 2018) De volgende artikelen zijn aangepast: artikel 1, 3, 5 en 8 / project UPA DB: onder voorbehoud dat UPA per 2019 wordt ingevoerd: Na de invoering van UPA voor DB regelingen dienen werkevers informatie over werknemers- en loongegevens op een andere wijze aan te leveren bij Pensioenfonds PGB; artikel 1: gewijzigde definitie Loontijdvak welke beter aansluit bij artikel 25 Wet LB en de gehanteerde loontijdvakken van de aangesloten werkgevers; artikel 5 lid 1: boekjaar wordt gewijzigd in loontijdvak; artikel 5 lid 2: betere aansluiting informatieaanlevering bij de vier-wekelijkse of maandelijkse UPA aanlevering; artikel 8 lid 2: wijziging waardoor vrijwillig aangesloten werkgevers eveneens de gevraagde informatie elektronisch aanleveren; artikel 8 lid 7: kalenderjaar wordt gewijzigd in loontijdvak. Reglement Anw Plus Collectief Per 1 januari 2019 (bestuursbesluit 22 november 2018) Artikel 5 lid 1: aanpassing waardoor einddata van de uitkeringen uit de Anw-verzekeringen aansluiten op de AOWgerechtigde leeftijd van de partner / weduwe. Reglement PGB Netto Partnerpensioen Plus Per 1 januari 2019 (bestuursbesluit 22 november 2018) De volgende artikelen zijn aangepast: artikel 5 lid 1: verduidelijking dat gebroken dienstjaren worden meegenomen bij de berekening van de hoogte van het Netto Partnerpensioen; artikelen 5 en 10: aanpassing pensioenrichtleeftijd. De einddatum van de Netto Partnerpensioen Plus verzekering is de pensioenrichtleeftijd. De einddatum is dienovereenkomstig aangepast; artikel 10: correctie van de verwijzingen naar het arbeidsongeschiktheidsartikel. Reglement PGB WIA excedentpensioen Per 22 november 2018 Artikel 8: in lijn met de herverzekeringsovereenkomst wordt de WIA-uitkering beëindigd op het moment dat de deelnemer zijn pensioen laat ingaan. Jaarverslag Pensioenfonds PGB 67

65 BIJLAGEN BIJ HET BESTUURSVERSLAG Bijlage 5: Toelichting op het buffervermogen Pensioenfonds PGB heeft in 2018 een nieuw herstelplan ingediend, dat is opgesteld volgens het Financieel Toetsingskader. Solvabiliteitsbuffers ultimo 2018 versus 2017 (strategisch beleggingsbeleid): %Vereis t Vermogen %Vereis t Vermogen S1 Renteris ico 3,3% 3,4% S2 Ris ico zakelijke waarden 17,8% 17,6% S3 Valutaris ico 4,5% 4,2% S5 Kredietris ico 2,1% 3,7% S6 Verzekerings technis che ris ico 2,5% 2,5% S10 Actief-beheerris ico 3,3% 3,2% Divers ificatie-effect -12,2% -12,5% Totaal Vereist Eigen Vermogen 21,3% 22,1% Pensioenfonds PGB houdt geen solvabiliteitsbuffers aan voor het liquiditeitsrisico (S7), concentratierisico (S8) en operationeel risico (S9). Het pensioenfonds heeft veel liquide beleggingen die relatief snel te gelde kunnen worden gemaakt zonder direct tot waardeverlies te leiden. Een specifiek buffervermogen voor eventueel liquiditeitsrisico (S7) is niet noodzakelijk. Het belangrijkste instrument tegen het concentratierisico (S8) is spreiding van beleggingen over verschillende beleggingscategorieën, regio s, landen, sectoren en debiteuren. Het pensioenfonds accepteert bewust concentratierisico op hoogwaardige Europese staatsobligaties. Voor het risico van actief beheer (S10) maakt het pensioenfonds een correctie op de standaardtoets voor indirecte vastgoedbeleggingen en voor aandelenbeleggingen in opkomende markten. Voor het operationeel risico (S9) wordt eveneens geen buffervermogen aangehouden. Het pensioenfonds mitigeert operationele risico s door hoge kwaliteitseisen te stellen aan de uitvoeringsorganisatie, door operational due diligence onderzoek en door het opvragen en analyseren van controlverklaringen van de meeste uitbestedingsrelaties. De uitvoeringsorganisatie rapporteert rechtstreeks aan de commissie financiën, risicomanagement en actuariële zaken over de doeltreffendheid van de beheersingsmaatregelen. Er is een incidentenmanagementbeleid voor integriteitsincidenten en voor operationele incidenten. Jaarverslag Pensioenfonds PGB 68

66 Jaarrekening Jaarverslag Pensioenfonds PGB 69

67 JAARREKENING Balans per 31 december 2018 (na bestemming van saldo van baten en lasten) ACTIVA 31 december december 2017 Toelichting* Vastgoed en infrastructuur Aandelen Vastrentende waarden Derivaten Beleggingen voor ris ico pens ioenfonds (1) Vastgoed en infrastructuur 9 11 Aandelen Vastrentende waarden Derivaten 3 2 Beleggingen voor ris ico deelnemers (2) Herverzekerings deel technis che voorziening (3) 2 2 Deelneming (4) 1 1 Materiële vas te activa (5) 14 - Vorderingen en overlopende activa (6) Overige activa (7) Totaal activa PASSIVA Stichtings kapitaal en res erves (8) Technis che voorzieningen ris ico pens ioenfonds (9) Technis che voorzieningen ris ico deelnemers (10) Overige s chulden en overlopende pas s iva (11) Totaal passiva Actuele UFR dekkings graad 103,8 108,7 Beleids dekkings graad 108,7 106,1 *De bij de posten vermelde nummers verwijzen naar de toelichting op de balans. Jaarverslag Pensioenfonds PGB 70

68 JAARREKENING Staat van baten en lasten over 2018 BATEN Toelichting* Premiebijdragen voor ris ico pens ioenfonds (12) Premiebijdragen voor ris ico deelnemers (13) Beleggings res ultaten voor ris ico pens ioenfonds (14) Beleggings res ultaten voor ris ico deelnemers (15) -5 9 Totaal baten LASTEN Pens ioenuitkeringen (16) Pens ioenuitvoerings kos ten (17) Saldo herverzekering (18) -1-1 Mutatie technische voorzieningen voor risico pensioenfonds (19) Pens ioenopbouw Rentetoevoeging Onttrekking voor uitkeringen en uitvoerings kos ten Wijziging gemiddelde rekenrente Wijziging actuariële uitgangs punten Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten Overige mutaties technis che voorzieningen Mutatie technische voorzieningen voor risico deelnemers (20) 7 26 Saldo overdracht van rechten (21) Totaal lasten Saldo van baten en lasten Bestemming van het saldo van baten en lasten Vereis te res erve Vrije res erve *De bij de posten vermelde nummers verwijzen naar de toelichting op de staat van baten en lasten. Jaarverslag Pensioenfonds PGB 71

69 JAARREKENING Kasstroomoverzicht over 2018 Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de directe methode Toelichting* Kasstroom uit pensioenactiviteiten Ontvangen premies van werkgevers en werknemer Ontvangen premies voor ris ico deelnemers Betaalde pens ioenuitkeringen Betaalde pens ioenuitvoerings kos ten Ontvangen waardeoverdrachten Betaalde waardeoverdrachten Ontvangen overige mutaties Totaal kasstroom uit pensioenactiviteiten Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Verkopen beleggingen voor ris ico pens ioenfonds Verkopen beleggingen voor ris ico deelnemers Ontvangen directe beleggings gopbrengs ten Aa nkopen beleggingen voor ris ico pens ioenfonds Aa nkopen beleggingen voor ris ico deelnemers Betaalde kos ten vermogens beheer Ges telde zekerheden in liquide middelen Ontvangen overige mutaties beleggingen Totaal kasstroom uit beleggingsactiviteiten Mutatie liquide middelen Samenstelling geldmiddelen 31 december december 2017 Liquide middelen einde boekjaar (7) Liquide middelen begin boekjaar Mutatie liquide middelen *De bij de posten vermelde nummers verwijzen naar de toelichting op de balans. Jaarverslag Pensioenfonds PGB 72

70 JAARREKENING Algemene toelichting op de jaarrekening Inleiding Het doel van de Stichting Pensioenfonds PGB, statutair gevestigd te Amsterdam (hierna Pensioenfonds PGB ), opgericht in 1953, ingeschreven in het handelsregister onder nummer , is het nu en in de toekomst verstrekken van uitkeringen aan gepensioneerden en nabestaanden ter zake van ouderdom en overlijden. Pensioenfonds PGB geeft invulling aan de uitvoering van de pensioenregeling voor ondernemingen en onderdelen van ondernemingen die bedrijfsactiviteiten uitoefenen die vallen onder de werkingssfeer van Pensioenfonds PGB. Alle bedragen zijn in miljoenen euro s, tenzij anders vermeld. Consolidatiekring Pensioenfonds PGB houdt alle aandelen in de uitvoeringsorganisatie PGB Pensioendiensten B.V. te Amsterdam. PGB Pensioendiensten B.V. is een groepsmaatschappij, maar wordt niet geconsolideerd in de jaarrekening van het pensioenfonds in verband met de te verwaarlozen betekenis, hetgeen wordt afgemeten aan de invloed van de dochtermaatschappij op solvabiliteit en liquiditeit. Het pensioenfonds maakt gebruik van de vrijstelling zoals bepaald in art. 2:407 lid 1 BW. Verslaggevingsperiode Deze jaarrekening heeft betrekking op het boekjaar 2018, dat is geëindigd op balansdatum 31 december Continuïteit Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling. Overeenstemmingsverklaring De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen zoals deze zijn opgenomen in Titel 9 Boek 2 BW en met inachtneming van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, in het bijzonder Richtlijn 610 Pensioenfondsen. Het bestuur heeft op 18 april 2019 de jaarrekening vastgesteld. Vergelijking met voorgaand jaar De gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van het voorgaand jaar. Presentatiewijzigingen Er zijn geen presentatiewijzigingen. Schattingswijziging De actuariële grondslagen en methoden worden periodiek beoordeeld en mogelijk herzien ten behoeve van de berekening van de actuele waarde van de technische voorzieningen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van interne en externe actuariële deskundigheid. Dit betreft onder meer de vergelijking van veronderstellingen ten aanzien van sterfte, langleven en arbeidsongeschiktheid met werkelijke waarnemingen voor zowel de gehele bevolking als specifiek voor de populatie van het fonds. Vanaf 30 september 2018 is de grondslag voor de overlevingskansen gebaseerd op de Prognosetafel AG2018 zoals gepubliceerd door het Koninklijk Actuarieel Genootschap (AG). De algemene sterftekansen die volgen uit de tafel worden voor het fonds gecorrigeerd in verband met de ervaringssterfte aan de hand van recente gegevens over het deelnemersbestand. Er heeft aan het einde van het boekjaar een update plaatsgevonden van deze ervaringssterfte. Daarnaast is in boekjaar 2018 een onderzoek uitgevoerd naar de gehanteerde partnerfrequenties. Naar aanleiding van dit onderzoek zijn de partnerfrequenties verlaagd. De overgang naar de nieuwe prognosetafel, de update van de correctie voor de ervaringssterfte en de wijziging van de partnerfrequenties heeft geleid tot een verlaging van de technische voorzieningen met 256 miljoen euro. Jaarverslag Pensioenfonds PGB 73

71 JAARREKENING Algemene grondslagen Opname van een actief of een verplichting Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar Pensioenfonds PGB zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Dit betekent dat transacties worden verwerkt op handelsdatum en niet op afwikkelingsdatum. Als gevolg hiervan kan sprake zijn van een post Nog af te wikkelen transacties. Deze post kan zowel een actief als een passief zijn. Indien een transactie ertoe leidt dat alle of nagenoeg alle toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico s met betrekking tot een actief of een verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de balans opgenomen. Als gevolg hiervan kan sprake zijn van een post nog af te wikkelen transacties. Deze post kan zowel een actief als een passief zijn. Verder worden activa en verplichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde. Saldering van een actief en een verplichting Een financieel actief en een financiële verplichting worden gesaldeerd als nettobedrag in de balans opgenomen indien sprake is van een wettelijke of contractuele bevoegdheid om het actief en de verplichting gesaldeerd en gelijktijdig af te wikkelen en bovendien de intentie bestaat om de posten op deze wijze af te wikkelen. De met de gesaldeerd opgenomen financiële activa en financiële verplichtingen samenhangende rentebaten en rentelasten worden eveneens gesaldeerd opgenomen. Verantwoording van baten en lasten Baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. Baten worden in de staat van baten en lasten opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Schattingen en veronderstellingen De opstelling van de jaarrekening in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW vereist dat het bestuur een oordeel vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen en van baten en lasten. De schattingen en hiermee verbonden veronderstellingen zijn gebaseerd op ervaringen uit het verleden en verschillende andere factoren die gegeven de omstandigheden als redelijk worden beschouwd. De uitkomsten hiervan vormen de basis voor het oordeel over de boekwaarde van activa en verplichtingen die niet op eenvoudige wijze uit andere bronnen blijkt. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden periodiek beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft. Wijzigingen in schattingen in de voorziening voor pensioenverplichtingen worden toegelicht onder de betreffende waarderingsgrondslag. Het financieel effect wordt gekwantificeerd vermeld in de toelichting op de jaarrekening. Jaarverslag Pensioenfonds PGB 74

72 JAARREKENING Verwerking van waardeveranderingen van beleggingen Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen. Alle waardeveranderingen van beleggingen, inclusief valutakoersverschillen, worden als beleggingsopbrengsten in de staat van baten en lasten opgenomen. Bepaling vereiste reserve De vereiste reserve wordt bepaald volgens de in het nieuwe Financieel Toetsingskader (nftk) voor pensioenfondsen gehanteerde normen voor beleggingsrisico s en verzekeringstechnische risico s. Voor de bepaling van de vereiste reserve wordt gebruik gemaakt van het standaardmodel. Er wordt uitgegaan van de strategische beleggingsportefeuille. Vreemde valuta Activa en verplichtingen in vreemde valuta worden omgerekend naar euro s, zijnde de functionele valuta, tegen de koers per balansdatum. Deze waardering is onderdeel van de waardering tegen reële waarde. Baten en lasten voortvloeiende uit transacties in vreemde valuta s worden omgerekend tegen de koers per transactiedatum. Alle valutakoersverschillen zijn verwerkt in de staat van baten en lasten. Valutaresultaten voortvloeiend uit beleggingen zijn opgenomen in het resultaat beleggingen. 31 december december 2017 GBP 0,90 0,89 JPY 125,83 135,27 USD 1,15 1,20 CHF 1,13 1,17 HKD 8,98 9,39 AUD 1,63 1,54 CAD 1,56 1,50 SEK 10,15 9,83 Specifieke grondslagen Beleggingen voor risico pensioenfonds Algemeen In overeenstemming met de Pensioenwet en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving worden beleggingen gewaardeerd op actuele waarde. Participaties in beleggingsinstellingen die gespecialiseerd zijn in een bepaald soort beleggingen, worden gerubriceerd en gewaardeerd volgens de grondslagen voor die soort beleggingen. Beleggingen voor risico pensioenfonds en voor risico deelnemers worden op dezelfde wijze gewaardeerd. De overige vorderingen en schulden inzake vastgoedbeleggingen, aandelen en vastrentende waarden betreffen de te vorderen respectievelijk te betalen posities of tijdelijke banksaldi in verband met beleggingstransacties zijn opgenomen in de waardering van de betreffende beleggingscategorie. In de specificaties worden deze als overig gerapporteerd. Vastgoed en infrastructuur Beursgenoteerde (indirecte) beleggingen in vastgoed en infrastructuur worden gewaardeerd tegen de per balansdatum geldende beurskoers. Niet-beursgenoteerde (indirecte) beleggingen in vastgoed en infrastructuur worden gewaardeerd tegen de actuele waarde, welke is bepaald op de nettovermogenswaarde volgens opgave van de fondsbeheerder. Aandelen Beursgenoteerde aandelen en participaties in beursgenoteerde beleggingsinstellingen zijn gewaardeerd tegen de per balansdatum geldende beurskoers. Niet-beursgenoteerde aandelen of participaties in beleggingsfondsen worden gewaardeerd tegen de actuele waarde, welke is bepaald op de nettovermogenswaarde volgens opgave van de fondsbeheerder danwel de gecontroleerde jaarrekening Jaarverslag Pensioenfonds PGB 75

73 JAARREKENING van het beleggingsfonds. Waar nodig worden correcties gemaakt op basis van meer betrouwbare informatie aangaande deze opgaven. Vastrentende waarden Beursgenoteerde vastrentende waarden en participaties in beursgenoteerde beleggingsinstellingen zijn gewaardeerd tegen de per balansdatum geldende beurskoers, inclusief de opgelopen rente. Indien vastrentende waarden of participaties in beleggingsinstellingen niet-beursgenoteerd zijn, vindt waardebepaling plaats op basis van de geschatte toekomstige netto kasstromen (rente en aflossingen) die uit de beleggingen zullen voortvloeien, contant gemaakt tegen de geldende rekenrente en rekening houdend met het risicoprofiel (kredietrisico en/of oninbaarheid) en de looptijd, of anders conform opgave van de fondsbeheerder. Derivaten Derivaten worden gewaardeerd tegen reële waarde, te weten de relevante marktnotering of, indien die niet beschikbaar is, de waarde die wordt bepaald met behulp van marktconforme en toetsbare waarderingsmodellen, onder toevoeging van de opgelopen rente. Derivaten met een positieve marktwaarde worden opgenomen onder de beleggingen. Derivatenposities met een negatieve marktwaarde worden opgenomen onder de overige schulden en overlopende passiva. Beleggingen voor risico deelnemers De grondslagen voor de waardering van de beleggingen voor risico deelnemers zijn gelijk aan die voor de beleggingen voor risico pensioenfonds. Herverzekeringsdeel technische voorziening Uitgaande herverzekeringspremies worden verantwoord in de periode waarop de herverzekering betrekking heeft. Vorderingen uit herverzekeringsovereenkomsten worden verantwoord op het moment dat de verzekerde gebeurtenis zich voordoet. Bij de waardering worden de herverzekerde uitkeringen contant gemaakt tegen de door DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur voor pensioenfondsen per 31 december 2018, onder toepassing van de actuariële grondslagen van het fonds. Vorderingen uit hoofde van winstdelingsregelingen in herverzekeringsovereenkomsten worden verantwoord op het moment van toekenning door de herverzekeraar. Deelnemingen Deelnemingen worden gewaardeerd tegen nettovermogenswaarde, op basis van de grondslagen van het pensioenfonds. Onder gebruikmaking van de vrijstelling in art. 2: 407 lid 1 BW wordt er geen geconsolideerde jaarrekening opgesteld. De deelneming PGB Pensioendiensten B.V. brengt zelfstandig een jaarverslag uit. Materiële vaste activa Materiële vaste activa worden in de balans verwerkt indien het waarschijnlijk is dat de toekomstige prestatie-eenheden met betrekking tot dat actief zullen toekomen aan het Pensioenfonds PGB en de kosten van het actief betrouwbaar kunnen worden vastgesteld. De bedrijfsgebouwen en -terreinen, machines en installaties, andere vaste bedrijfsmiddelen en materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen hun kostprijs, verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. De kostprijs van de genoemde activa bestaat uit de verkrijgings- of vervaardigingsprijs en overige kosten om de activa op hun plaats en in de staat te krijgen noodzakelijk voor het beoogde gebruik. De afschrijvingen worden berekend als een percentage over de aanschafprijs volgens de lineaire methode op basis van de economische levensduur, rekening houdend met de eventuele restwaarde van de individuele activa. Op bedrijfsterreinen, materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa wordt niet afgeschreven. Jaarverslag Pensioenfonds PGB 76

74 JAARREKENING Afschrijving start op het moment dat een actief beschikbaar is voor het beoogde gebruik en wordt beëindigd bij buitengebruikstelling of bij afstoting. Materiële vaste activa met een beperkte gebruiksduur worden afzonderlijk afgeschreven op basis van de economische levensduur. De onderneming past de componentenbenadering toe voor materiële vaste activa indien belangrijke afzonderlijke bestanddelen van een materieel vast actief van elkaar te onderscheiden zijn. Rekening houdend met verschillen in gebruiksduur of verwacht gebruikspatroon, worden deze bestanddelen afzonderlijk afgeschreven. De volgende afschrijvingstermijnen worden hierbij gehanteerd: Bedrijfsgebouwen : 40 jaar Verbouwingen : 25 jaar Andere vaste bedrijfsmiddelen : 4-5 jaar Onderhoudsuitgaven worden slechts geactiveerd als zij de gebruiksduur van het object verlengen en/of leiden tot toekomstige prestatie-eenheden met betrekking tot het object. Vorderingen en overlopende activa Vorderingen en overlopende activa worden bij eerste verwerking gewaardeerd op reële waarde. Na eerste verwerking, worden vorderingen gewaardeerd op geamortiseerde kostprijs (gelijk aan de nominale waarde indien geen sprake is van transactiekosten), voor zover van toepassing onder aftrek van noodzakelijk geachte voorzieningen voor het risico van oninbaarheid. Vorderingen en overlopende activa worden onderscheiden van vorderingen in verband met beleggingstransacties. Vorderingen uit hoofde van beleggingstransacties worden gepresenteerd onder de beleggingen. Overige activa Liquide middelen Liquide middelen worden tegen nominale waarde opgenomen. Onder de liquide middelen zijn opgenomen de banktegoeden die onmiddellijk opeisbaar zijn. Zij worden onderscheiden naar tegoeden in verband met beleggingstransacties. Liquide middelen uit hoofde van beleggingstransacties worden gepresenteerd onder de beleggingen. Stichtingskapitaal en reserves Het eigen vermogen van Pensioenfonds PGB bestaat uit het stichtingskapitaal en verschillende reserves. Het stichtingskapitaal en de reserves worden bepaald door het bedrag dat resteert nadat alle activa en verplichtingen, inclusief technische voorzieningen, volgens de van toepassing zijnde waarderingsgrondslagen zijn verwerkt in de balans. Op basis van de Pensioenwet moet minimaal een eigen vermogen van circa 5 procent van de voorziening pensioenverplichtingen aangehouden worden. De grondslagen voor de verschillende componenten van het eigen vermogen worden hieronder nader toegelicht: Stichtingskapitaal Het stichtingskapitaal is het in de statuten vermelde kapitaal. Vereiste reserve Onder de vereiste reserve wordt opgenomen het bedrag aan solvabiliteitsbuffers dat moet worden aangehouden in de zogenaamde evenwichtssituatie van het vereiste vermogen van Pensioenfonds PGB. Vrije reserve Het saldo van baten en lasten wordt, voor zover niet toegevoegd aan de vereiste reserve, toegevoegd aan de vrije reserve. Solvabiliteitsreserve Hieronder wordt het bedrag aan solvabiliteitsreserves opgenomen dat moet worden aangehouden in relatie tot de technische voorzieningen voor risico deelnemers. Jaarverslag Pensioenfonds PGB 77

75 JAARREKENING Technische voorzieningen risico pensioenfonds De technische voorzieningen worden gewaardeerd op actuele waarde (marktwaarde). De actuele waarde wordt bepaald op basis van de contante waarde van de beste inschatting van toekomstige kasstromen die samenhangen met de op balansdatum onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen. Onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen zijn de opgebouwde nominale aanspraken en de onvoorwaardelijke (toeslag-)toezeggingen. De contante waarde wordt bepaald met gebruikmaking van de door DNB voorgeschreven rentetermijnstructuur. Bij de berekening van de technische voorzieningen is uitgegaan van het op de balansdatum geldende pensioenreglement en van de over de verstreken deelnemersjaren verworven aanspraken. Jaarlijks wordt door het bestuur besloten of op de opgebouwde pensioenaanspraken een toeslag kan worden verleend. Alle per balansdatum bestaande toeslagbesluiten zijn in de berekening begrepen. Er wordt geen rekening gehouden met toekomstige salarisontwikkelingen. Bij de berekening van de voorzieningen wordt rekening gehouden met de contante waarde van de pensioenopbouw waarvoor premievrijstelling is verleend wegens arbeidsongeschiktheid. De actuariële uitgangspunten zijn bepaald op prudente grondslagen, waarbij rekening is gehouden met de te verwachten trend in overlevingskansen. De technische voorzieningen zijn de actuarieel bepaalde gekapitaliseerde waarden van de tot de berekeningsdatum verworven pensioenaanspraken en pensioenrechten inclusief, indien van toepassing, de toeslag op de verworven pensioenaanspraken en pensioenrechten per 1 januari van het volgende jaar. Bij de technische voorzieningen worden de volgende verzekeringstechnische grondslagen in acht genomen: Overlevingstafel: Prognosetafel AG2018; Factoren met fondsspecifieke ervaringssterfte ter correctie van de overlevingstafel, toegepast op de overlevingskansen van de hoofd- en medeverzekerde variërend naar geslacht en leeftijd; Bij collectieve waardeovernames wordt eveneens een populatie specifieke ervaringssterfte afgeleid. Aan de hand van deze populatie specifieke ervaringssterfte wordt de koopsom gecorrigeerd met een langlevenopslag. De ontvangen langlevenopslag worden aangehouden in de langlevenvoorziening. Op het moment dat de fondsspecifieke ervaringssterfte wordt herijkt kan deze langlevenvoorziening (ten dele) vrijvallen tegen de (eventuele) verzwaring van de technische voorzieningen; Alle mannen zijn drie jaar ouder verondersteld dan hun echtgenote, respectievelijk partner; Toepassing van partnerfrequenties. Voor niet-gepensioneerde deelnemers wordt er een factor toegepast die enerzijds de kans weergeeft dat de hoofdverzekerde een partner heeft en er daarom na overlijden een partnerpensioen op de medeverzekerde ingaat. Anderzijds is de factor vanaf de 66-jarige leeftijd 100 procent om te bereiken dat er voldoende voorziening voor partnerpensioen is aangelegd indien de hoofdverzekerde besluit tot uitruil of andere vormen van flexibilisering conform het Pensioenreglement. Voor gepensioneerde deelnemers wordt uitgegaan van de feitelijke burgerlijke staat; Voor alle actieve verzekerden is een latent nabestaandenpensioen verzekerd; Rente: rekenrentes geldend voor pensioenfondsen volgens de door DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur; Financiering van de op te bouwen aanspraken tot de pensioendatum van verzekerden die arbeidsongeschikt zijn: bij de bepaling van de technische voorzieningen voor arbeidsongeschikte deelnemers is geen rekening gehouden met een revalidatiekans; Excassokosten: ter dekking van toekomstige uitvoeringskosten van ingegane pensioenen is in de technische voorzieningen een opslag van 2 procent opgenomen. De 2 procent is voldoende om de kosten van de uitvoering te betalen indien er geen premieontvangsten meer zijn; IBNR: dit is een voorziening voor deelnemers die in enig jaar ziek zijn en als gevolg daarvan binnen twee jaar arbeidsongeschikt worden en dan in aanmerking komen voor premievrijstelling voor toekomstige pensioenopbouw. De voorziening IBNR wordt vastgesteld als de opslag die door het pensioenfonds voor premievrijstelling in de premie is opgenomen in de afgelopen twee jaren. Daarnaast worden IBNR-opslagen vanuit collectieve waardeovernames aan de IBNR toegevoegd; Afwijkingen van de pensioenregeling zijn vastgelegd in excedentcontracten en worden meegenomen bij de bepaling van de technische voorzieningen. Jaarverslag Pensioenfonds PGB 78

76 JAARREKENING Technische voorzieningen risico deelnemers De waarde van de technische voorzieningen risico deelnemers is gelijk aan de waarde van de tegenover deze voorziening aangehouden beleggingen vermeerderd met een solvabiliteitsopslag van 1 procent. Overige schulden en overlopende passiva Overige schulden en overlopende passiva worden bij eerste verwerking gewaardeerd op reële waarde. Na eerste verwerking, worden overige schulden en overlopende passiva gewaardeerd op geamortiseerde kostprijs (gelijk aan de nominale waarde indien geen sprake is van transactiekosten). Onder overige schulden wordt de reeds beschikbare financiering voor de uitvoering van de voorwaardelijke backservice verantwoord. De toekenning van onvoorwaardelijke pensioenrechten vindt plaats op basis van besluiten van sociale partners. In het kader van de wet VPL (VUT, Prepensioen, Levensloop) kunnen voorwaardelijke backservicerechten tot 2021 worden gefinancierd. De VPL gelden zijn belegd in deposito's waarop de EONIA-rente wordt vergoed. Als de EONIA-rente negatief is, dan wordt het negatieve rendement niet onttrokken uit de VPL-gelden. Collectieve waardeovernames Aansluitingen worden verwerkt op het overdrachtsmoment van de verplichtingen. Het resultaat dat ontstaat vanaf het moment dat het contract is afgesloten tot het overdrachtsmoment, wordt, indien van toepassing, verantwoord onder het resultaat beleggingen. Dekkingsgraden Voor de berekening van de dekkingsgraad wordt de actuele waarde van de beleggingen gedeeld door de contante waarde van de technische voorzieningen. Voor de berekening van de contante waarde van de technische voorzieningen wordt gebruik gemaakt van de door DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur. De beleidsdekkingsgraad van een pensioenfonds is de gemiddelde dekkingsgraad van de 12 maanden voorafgaand aan de moment van vaststelling. Bij het berekenen van de reële dekkingsgraad van het fonds wordt ten behoeve van deze berekening de voorziening pensioenverplichtingen herrekend rekening houdend met de verwachte loon- en prijsinflatie. Premiebijdragen voor risico pensioenfonds Premiebijdragen zijn aan de periode toegerekend waarop zij betrekking hebben en waarin de arbeidsprestatie geleverd is. De premie wordt berekend op basis van het pensioenreglement. Op basis van extrapolatie vindt een schatting plaats voor zover de van werkgevers te ontvangen informatie niet is verkregen. De premiebijdragen bestaan uit: de feitelijke premie op basis van het reglement; onttrekking voor inkoop toegekende VPL -aanspraken; overlopende post inzake nog te ontvangen premie over het boekjaar. Premiebijdragen voor risico deelnemers Premiebijdragen zijn aan de periode toegerekend waarop zij betrekking hebben en waarin de arbeidsprestatie geleverd is. De premie wordt berekend op basis van het pensioenreglement. Beleggingsresultaten voor risico pensioenfonds Beleggingsresultaten zijn aan de periode toegerekend waarop ze betrekking hebben. Directe en indirecte resultaten en aan de verslagperiode toe te rekenen (gefactureerde of nog te factureren) kosten van beleggingen, worden afzonderlijk gepresenteerd. Onder de directe resultaten worden opbrengsten uit rente, dividend en dergelijke gepresenteerd. Dividend wordt op het moment van betaalbaarstelling verantwoord. Waardeveranderingen zijn indirecte beleggingsresultaten en worden aan de periode toegerekend waarin zij optreden. Beleggingsresultaten voor risico deelnemers Voor de grondslag verwijzen wij naar de beleggingsresultaten voor risico pensioenfonds. Jaarverslag Pensioenfonds PGB 79

77 JAARREKENING Pensioenuitkeringen De pensioenuitkeringen worden in de staat van baten en lasten opgenomen in de periode waarop zij betrekking hebben. Pensioenuitvoeringskosten De pensioenuitvoeringskosten worden in de staat van baten en lasten opgenomen in de periode waarop zij betrekking hebben. Wijziging technische voorzieningen voor rekening pensioenfonds Pensioenopbouw Onder pensioenopbouw is opgenomen de actuarieel berekende waarde van de diensttijdopbouw. Dit is het effect op de technische voorzieningen van de in het verslagjaar opgebouwde nominale rechten ouderdomspensioen en nabestaandenpensioen. Toeslagverlening (korting) In boekjaar 2018 heeft er geen toeslagverlening plaatsgevonden. Rentetoevoeging De pensioenverplichtingen worden contant gemaakt tegen de nominale marktrente op basis van de door DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur. Aan de technische voorziening wordt een rente toegevoegd op basis van de eenjaarsrente op de interbancaire swapmarkt primo verslaggevingsperiode. Onttrekking pensioenuitkeringen en pensioenuitvoeringskosten De vrijval wordt ten gunste van de staat van baten en lasten gebracht in de periode waarin de lasten bij de berekening van de voorziening waren voorzien. Wijziging gemiddelde rekenrente De wijziging marktrente op balansdatum als gevolg van wijzigingen in de door DNB gepubliceerde rente-termijnstructuur, wordt in de staat van baten en lasten opgenomen. Wijziging actuariële uitgangspunten (en actualiseren overlevingskansen) In boekjaar 2018 is overgegaan op de nieuwe prognosetafel AG2018 voor de inschatting van de sterftekansen. Daarnaast heeft er een update plaatsgevonden van de fonds specifieke ervaringssterftecorrectie en zijn de gehanteerde partnerfrequenties gewijzigd. Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten In 2018 heeft er een collectieve waardeoverdracht plaatsgevonden. Stichting Pensioenfonds Archimedes heeft hun pensioenverplichtingen ondergebracht bij Pensioenfonds PGB. Overige mutaties technische voorzieningen De overige mutaties worden toegekend aan de periode waarop ze betrekking hebben. Wijziging technische voorzieningen voor risico deelnemers De mutatie in de voorziening heeft betrekking op ontvangen premiebijdragen, toegevoegd rendement, onttrekking voor pensioenuitvoeringskosten en omzetting naar technische voorziening. Saldo herverzekering De mutatie herverzekeringsdeel technische voorzieningen heeft betrekking op rentetoevoeging, wijziging marktrente, onttrekking voor pensioenuitkeringen, mutatie kredietafslag en overige mutaties. Jaarverslag Pensioenfonds PGB 80

78 JAARREKENING Saldo overdracht van rechten Waardeoverdrachten worden in de staat van baten en lasten opgenomen op het moment van overdracht van de pensioenverplichtingen. Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is conform de directe methode opgesteld. Dit houdt in dat alle ontvangsten en uitgaven ook als zodanig worden gepresenteerd. Onderscheid wordt gemaakt tussen kasstromen uit pensioenactiviteiten en beleggingsactiviteiten. Onder de post ontvangen waardeoverdrachten zijn de liquide middelen verantwoord die bij de waardeovernames zijn ontvangen. Jaarverslag Pensioenfonds PGB 81

79 JAARREKENING Toelichting op de balans per 31 december 2018 Activa 1. Beleggingen voor risico pensioenfonds De ontwikkelingen in de beleggingsportefeuille zijn als volgt samen te vatten: Vastgoed en infrastructuur Aandelen Vastrentende waarden Derivaten Totaal Stand per 1 januari Aa nkopen/vers trekkingen Verkopen /aflos s ingen Herwaardering Overige mutaties Stand per 31 december Schuldpos itie derivaten -73 Vastgoed en infrastructuur Aandelen Vastrentende waarden Derivaten Totaal Stand per 1 januari Aa nkopen/vers trekkingen Verkopen /aflos s ingen Herwaardering Overige mutaties Stand per 31 december Schuldpos itie derivaten -43 De totale waarde van de portefeuille is inclusief cash collateral van 304 miljoen euro (2017: 226 miljoen euro). Deze middelen worden in het kader van risicospreiding uitgezet op geldmarktfondsen Van de beleggingen wordt 51 miljoen euro (2017: 45 miljoen euro) aangehouden voor de VPL. De beschikbare middelen worden belegd in deposito s. In 2018 zijn de beleggingen in beursgenoteerd vastgoed- en infrafondsen verkocht en zijn er binnen de aandelenportefeuille nieuwe mandaten gestructureerd. Daarnaast is de renteafdekking dynamisch, waarbij de afdekking wordt aangepast aan het renteniveau. Bij fluctuerende rente stijgen de aan- en verkopen in vastrentende waarden. Hierdoor zijn de aankopen en verkopen in 2018 hoger dan in Voor de meerderheid van de beleggingen van het fonds kan gebruik worden gemaakt van marktnoteringen. Echter, bepaalde beleggingen zijn gewaardeerd door middel van gebruikmaking van verschillende waarderingsmodellen, inclusief verwijzing naar de huidige reële waarde van vergelijkbare instrumenten. Niveau 1: Genoteerde marktprijzen Beleggingen met genoteerde marktprijzen worden verhandeld aan een effectenbeurs of digitale handelsplatformen, of betreffen liquide middelen. Hieronder vallen onder meer geldmarktfondsen, aandelen en obligaties. Jaarverslag Pensioenfonds PGB 82

80 JAARREKENING Niveau 2: Onafhankelijke taxaties Een deel van de beleggingen in vastgoed wordt gewaardeerd tegen de reële waarde per balansdatum, gebaseerd op door onafhankelijke deskundigen verrichte taxaties. Dit kunnen ook zijn, beleggingsfondsen gewaardeerd op netto vermogenswaarde, waarbij de waardering van het vastgoed op de balans plaats vindt op basis van onafhankelijke taxaties. Niveau 3: Netto contante waarde Bij deze methode wordt de waardering bepaald door de (verwachte toekomstige) te ontvangen kasstromen contant te maken op basis van de geldende rekenrente. In de waardering is rekening gehouden met het oninbaarheidsrisico. Niveau 4: Andere methode Marktwaardebepaling niet gebaseerd op marktdata, maar gebaseerd op aannames en schattingen die de prijs significant beïnvloeden. Onder deze methode horen ook de beleggingen waarvan de waardering op basis van de intrinsieke waarde plaatsvindt. Bij de intrinsieke waarde wordt de marktwaarde ontleent aan de meest recente rapportages van de fundmanagers en de fund-to-fund managers. Voor fondsbeleggingen in private equity en infrastructuur wordt de waardering bepaald op basis van de laatst ontvangen geschatte waarderingen fondsrapportages. Deze rapportages zijn door een onafhankelijke accountant gecontroleerd maar de periode van deze rapportages loopt niet synchroon met het boekjaar van het fonds. Om deze onzekerheid te mitigeren wordt jaarlijks achteraf een aansluiting gemaakt. Jaarverslag Pensioenfonds PGB 83

81 JAARREKENING Op basis van de hiervoor beschreven indeling is de beleggingsportefeuille als volgt in te delen: Per 31 december 2018 niveau 1 niveau 2 niveau 3 niveau 4 Totaal Vastgoed en infrastructuur Indirect vas tgoed en infras tructuur Aandelen Aa ndelen volwas s en markten Aa ndelen opkomende markten Private equity Overig Vastrentende waarden Bedrijfs obligaties Staats obligaties Hypotheken Depos ito's Leningen met s chuldbekentenis Overig Derivaten Rentederivaten Aa ndelenderivaten Valutaderivaten Overig Totaal beleggingen Procentuele verdeling 87% 2% 8% 3% 100% De waarde van de derivaten is inclusief derivaten met een negatieve marktwaarde. Hierdoor wijkt de waarde met 73 miljoen euro (2017: 43 miljoen euro) af van de balanswaarde beleggingen. Jaarverslag Pensioenfonds PGB 84

82 JAARREKENING Per 31 december 2017 niveau 1 niveau 2 niveau 3 niveau 4 Totaal Vastgoed en infrastructuur Indirect vas tgoed en infras tructuur Direct vas tgoed Overig Aandelen Aa ndelen volwas s en markten Aa ndelen opkomende markten Private equity Overig Vastrentende waarden Staats obligaties Bedrijfs obligaties Hypotheken Depos ito's Leningen met s chuldbekentenis Overig Derivaten Rentederivaten Valutaderivaten Totaal beleggingen Procentuele verdeling 89% 2% 7% 2% 100% Jaarverslag Pensioenfonds PGB 85

83 JAARREKENING Vastgoed en infrastructuur Het deel van de waarde aan vastgoedbeleggingen dat is opgenomen op basis van verschillende waarderingsmodellen betreft indirect vastgoed. Zoals bij de grondslagen staat vermeld is de waarde van direct vastgoed gebaseerd op de taxatiewaarde. De eerste waardering is verkrijgingsprijs inclusief transactiekosten. Deze taxaties worden verricht door verscheidene externe erkende taxateurs. Iedere externe taxateur hanteert, binnen de algemene richtlijnen zoals binnen de branche gelden, eigen uitgangspunten. De richtlijnen binnen de branche geven aan dat voor de waardebepaling in dit geval moet worden uitgegaan van de verkoopwaarde van een object met als doelstelling om met het object huurinkomsten te genereren. Als basis wordt hiervoor een contante waardeberekening gebruikt van de toekomstige kasstromen. Vastgoedbeleggingen welke op een actieve markt worden verhandeld, worden gewaardeerd tegen de genoteerde marktprijzen. Aandelen Nagenoeg alle aandelen worden gewaardeerd tegen genoteerde marktprijzen. De aandelenfondsen worden gewaardeerd op basis van de nettovermogenswaarde. Bij een aandelenfonds bestaat de nettovermogenswaarde uit de som van de onderliggende aandelen die tegen genoteerde marktprijzen worden gewaardeerd. Het onderscheid tussen volwassen markten en opkomende markten wordt gemaakt door middel van de indeling van de OECD (Organisation for Economic Co-operation and Development). Private equity beleggingen worden gewaardeerd op reële waarde, zijnde de intrinsieke waarde. Deze waarde wordt ontleend aan de meest recente rapportages van de fundmanagers en de fund-of-fund-managers, eventueel gecorrigeerd voor kasstromen in de periode van datering van de meest recent ontvangen rapportage tot balansdatum. Daarnaast wordt bij de waardering rekening gehouden met eventuele negatieve gevolgen van materiële gebeurtenissen in het verslagjaar na ontvangst van deze rapportages. De managers bepalen de intrinsieke waarde op basis van lokale wet- en regelgeving en conform, in de private equity geldende, marktconforme waarderingsmethodieken en -voorschriften zoals IPEV (International Private Equity and Venture Capital Valuation Guidelines) Vastrentende waarden Genoteerde vastrentende waarden worden gewaardeerd tegen handelsprijs. Deze zijn afkomstig van betrouwbare externe partijen zoals benchmarkleveranciers. Indien er geen liquide prijs voorhanden is wordt een samengestelde prijs gebruikt van bijvoorbeeld BVAL van Bloomberg. Dit houdt in dat er een prijs wordt samengesteld op basis van prijzen uit representatieve transacties. Tot slot wordt er gewaardeerd op netto contante waarde, waarbij de toekomstige kasstromen worden verdisconteerd met een curve die het kredietrisico van de debiteur weergeeft. Het deel van de vastrentende waarden waarvan de reële waarde op basis van de netto contante waarde wordt vastgesteld, betreft hypotheken. De berekeningsgrondslag staat vermeld in de algemene toelichting op de grondslagen. Derivaten Bij de waardering van rente- en valutaderivaten wordt uitgegaan van verwachte toekomstige kasstromen, verdisconteert tegen geldende rekenrente, eventueel gecorrigeerd voor kredietrisico. Opties en futures worden gewaardeerd tegen officiële slotkoersen aan handelsbeurzen. Overig De binnen de categorieën opgenomen regel overig bestaat uit liquide middelen die administratief in de beleggingsstructuur aan die categorie worden toegerekend, en moeten dus in samenhang met elkaar worden gezien. Securities lending Pensioenfonds PGB heeft zelf geen programma lopen voor het uitlenen van effecten. Bij de participatie in enkele beleggingsfondsen staan de fondsvoorwaarden het gebruik van effecten uitleen toe. Pensioenfonds PGB heeft de voorwaarden van eventuele leenprogramma s beoordeeld en voldoende prudent bevonden. Jaarverslag Pensioenfonds PGB 86

84 JAARREKENING Vastgoed en infrastructuur voor risico pensioenfonds 31 december december 2017 Beursgenoteerd Niet beursgenoteerd Beursgenoteerd Niet beursgenoteerd Indirect vastgoed en infras tructuur Direct vas tgoed Overig Subtotaal Totaal (niet) beursgenoteerd De niet-beursgenoteerde beleggingen betreffen participaties in vastgoedmaatschappijen en infrastructuur. Deze zijn vooral geconcentreerd in Europa 75 procent (2017: 51 procent) en Noord Amerika 19 procent (2017: 28 procent). In 2018 zijn de beleggingen in beursgenoteerd vastgoed- en infrafondsen verkocht. Dit verklaart de daling ten opzichte van Aandelen voor risico pensioenfonds Beursgenoteerd 31 december december 2017 Niet beursgenoteerd Beursgenoteerd Niet beursgenoteerd Aandelen volwas s en markten Aandelen opkomende markten Private equity Overig Subtotaal Totaal (niet) beursgenoteerd In bovenstaande opstelling is gebruik gemaakt van het inzicht in de feitelijke posities op de beleggingsfondsen en zijn de exposures toegedeeld aan de verschillende marktsegmenten. De beursgenoteerde aandelen zijn voor 85 procent (2017: 81 procent) belegd in volwassen markten en voor 15 procent (2017: 19 procent) in opkomende markten. Jaarverslag Pensioenfonds PGB 87

85 JAARREKENING Vastrentende waarden voor risico pensioenfonds Beursgenoteerd 31 december december 2017 Niet beursgenoteerd Beursgenoteerd Niet beursgenoteerd Bedrijfs obligaties Staats obligaties Hypotheken Depos ito's Leningen op s chuldbekentenis Overig Subtotaal Totaal (niet) beursgenoteerd Staatsobligaties betreffen vastrentende waarden uitgegeven door overheden in Nederland, Duitsland en Verenigde Staten. De bedrijfsobligaties betreffen uitsluitend emissies in euro's en hebben een goede kredietwaardigheid. De verhouding waarmee in bedrijfsobligaties en staatsobligaties wordt geïnvesteerd, is in 2018 gewijzigd door de implementatie van nieuw matchingbeleid. Hierbij is niet langer sprake van een vaste allocatie aan verschillende categorieën, maar wordt gestuurd op renteafdekking en vindt de allocatie plaats op basis van de aantrekkelijkheid van de betreffende categorie. Hierdoor is in de loop van het jaar de allocatie aan bedrijfsobligaties verhoogd. Hypotheken betreffen uitsluitend Nederlandse woninghypotheken. Deze zijn belegd in een fonds. Derivaten voor risico pensioenfonds Onderdeel van het beleggingsbeleid is het gebruik van financiële derivaten, voor zover dit passend is. De portefeuillestructuur en het risicoprofiel, berekend inclusief de economische effecten van derivaten, dienen zich binnen de door het bestuur vastgestelde grenzen te bevinden. 31 december december 2017 Rentederivaten Aandelenderivaten Valutaderivaten Overig Om het risico op vorderingen uit hoofde van derivaten posities te verminderen, wordt dagelijks onderpand uitgewisseld met de tegenpartij. Op balansdatum is sprake van een vordering van 437 miljoen euro. Hiervoor was 404 miljoen euro onderpand aanwezig. Op 31 december ontstaan vaak verschillen tussen de derivatenposities en het beschikbare onderpand, doordat de waarde van de derivaten wel veranderd, maar er geen onderpand wordt uitgewisseld vanwege bank holidays. Pensioenfonds PGB monitort dagelijks de hoogte van de ontvangen zekerheden. Indien hiertoe aanleiding is, worden van tegenpartijen aanvullende zekerheden gevraagd. De omvang van de ontvangen zekerheden moet, per individuele tegenpartij, in samenhang worden gezien met derivatenposities met een negatieve marktwaarde. Jaarverslag Pensioenfonds PGB 88

86 JAARREKENING 2. Beleggingen voor risico deelnemers Beleggingen voor risico deelnemers bestaat uit de DC-regeling voor een bedrag van 101 miljoen euro (2017: 88 miljoen euro) en PGB Pensioen Plus voor een bedrag van 40 miljoen euro (2017: 46 miljoen euro). De ontwikkelingen in de beleggingsportefeuille zijn als volgt samen te vatten: Vastgoed en infrastructuur Aandelen Vastrentende waarden Derivaten Totaal Stand per 1 januari Aa nkopen/vers trekkingen Verkopen /aflos s ingen Herwaardering Overige mutaties Stand per 31 december Schuldpos itie derivaten - Vastgoed en infrastructuur Aandelen 141 Vastrentende waarden Derivaten Totaal Stand per 1 januari Aa nkopen/vers trekkingen Verkopen /aflos s ingen Herwaardering Overige mutaties Stand per 31 december Schuldpos itie derivaten Jaarverslag Pensioenfonds PGB 89

87 JAARREKENING Beleggingen per waarderingsniveau voor risico deelnemers: Per 31 december 2018 niveau 1 niveau 2 niveau 3 niveau 4 Totaal Vastgoed en infrastructuur Indirect vas tgoed en infras tructuur Aandelen Aa ndelen volwas s en markten Aa ndelen opkomende markten Overig Vastrentende waarden Bedrijfs obligaties Staats obligaties Hypotheken Overig Derivaten Rentederivaten Aa ndelenderivaten Totaal beleggingen Procentuele verdeling 87% 3% 7% 3% 100% Jaarverslag Pensioenfonds PGB 90

88 JAARREKENING Per 31 december 2017 niveau 1 niveau 2 niveau 3 niveau 4 Totaal Vastgoed en infrastructuur Indirect vas tgoed en infras tructuur Aandelen Aa ndelen volwas s en markten Aa ndelen opkomende markten Overig Vastrentende waarden Staats obligaties Bedrijfs obligaties Hypotheken Deposito's Overig Derivaten Rentederivaten Totaal beleggingen Procentuele verdeling 89% 2% 7% 2% 100% Vastgoed en infrastructuur voor risico deelnemers 31 december december 2017 Beursgenoteerd Niet beursgenoteerd Beursgenoteerd Niet beursgenoteerd Indirect vastgoed en infras tructuur Totaal (niet) beursgenoteerd 9 11 Jaarverslag Pensioenfonds PGB 91

89 JAARREKENING Aandelen voor risico deelnemers Beursgenoteerd 31 december december 2017 Niet beursgenoteerd Beursgenoteerd Aandelen volwas s en markten Aandelen opkomende markten Private equity Overig Subtotaal Totaal (niet) beursgenoteerd Vastrentende waarden voor risico deelnemers Niet beursgenoteerd Beursgenoteerd 31 december december 2017 Niet beursgenoteerd Beursgenoteerd Niet beursgenoteerd Bedrijfs obligaties Staats obligaties Hypotheken Deposito's Overig Subtotaal Totaal (niet) beursgenoteerd Derivaten voor risico deelnemers 31 december december 2017 Rentederivaten 2 2 Aandelenderivaten Herverzekeringsdeel technische voorziening Stand per 1 januari 2 1 Mutatie herverzekerings deel technis che voorziening - 1 Stand per 31 december 2 2 De uitgestelde herverzekerde uitkeringen hebben betrekking op uitkeringen uit overlijdens- en arbeidsongeschiktheid risicoherverzekeringscontracten. Jaarverslag Pensioenfonds PGB 92

90 JAARREKENING 4. Deelneming Onder de deelneming wordt de 100 procent deelneming in PGB Pensioendiensten B.V. verantwoord. 5. Materiële vaste activa Begin verslagjaar 2018 Aa ns chafwaarde - Cumulatieve afs chrijving - Boekwaarde 1 januari - Mutatie verslagjaar Inves teringen 14 Afs chrijvingen - Mutatie vers lagjaar 14 Ultimo verslagjaar Aa ns chafwaarde 14 Cumulatieve afs chrijving - Stand per 31 december 14 Op 24 september 2018 is het kantoorgebouw Atria aangekocht voor een bedrag van 14 miljoen euro ten behoeve van de toekomstige huisvesting van de uitvoeringsorganisatie. 6. Vorderingen en overlopende activa 31 december december 2017 Premie Overig Alle vorderingen hebben een resterende looptijd van korter dan één jaar. Onder de post premie is een voorziening voor oninbaarheid opgenomen voor een bedrag van 0,2 miljoen euro (2017: 0,3 miljoen euro). 7. Overige activa 31 december december 2017 Liquide middelen Onder de overige activa worden de liquide middelen verantwoord. Onder de liquide middelen worden de kasmiddelen en tegoeden op bankrekeningen opgenomen die onmiddellijk dan wel op korte termijn opeisbaar zijn. Jaarverslag Pensioenfonds PGB 93

91 JAARREKENING Passiva 8. Stichtingskapitaal en reserves Stichtingskapitaal en reserve risico pens ioenfonds Solvabiliteitsreserve risico deelnemers Totaal Stand per 1 januari Uit bestemming saldo van baten en lasten Stand per 31 december Uit bes temming s aldo van baten en las ten Stand per 31 december Dekkingsgraad en vermogenspositie De dekkingsgraden zijn als volgt: 31 december december 2017 % % Actuele UFR-dekkings graad 103,8 108,7 Reële dekkings graad 89,2 86,6 Beleidsdekkingsgraad 108,7 106,1 De ontwikkeling in de bovenstaande dekkingsgraden kan als volgt worden verklaard: De actuele UFR-dekkingsgraad is in 2018 gedaald. Deze daling is met name het gevolg van de wereldwijde daling van de aandelenbeurzen in het vierde kwartaal van Daarnaast is de door DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur in het vierde kwartaal van 2018 gedaald. Doordat het renterisico gedeeltelijk is afgedekt nemen de technische voorzieningen meer toe dan het aanwezige vermogen. De reële dekkingsgraad is in boekjaar 2018 gestegen. De stijging van de reële dekkingsgraad wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door de stijging van de beleidsdekkingsgraad. De beleidsdekkingsgraad is in 2018 gestegen. De stijging van de beleidsdekkingsgraad wordt veroorzaakt doordat de UFR-dekkingsgraden in de eerste drie kwartalen van 2018 hoger waren dan de UFR-dekkingsgraden in Deze stijging wordt met name veroorzaakt doordat de aandelenbeurzen tot en met het derde kwartaal een positief resultaat lieten zien en de door DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur slechts beperkt was gewijzigd. Doordat de beleidsdekkingsgraad gelijk is aan de gemiddelde UFR-dekkingsgraad van de laatste twaalf maanden, werkt de daling van de UFR-dekkingsgraden in het vierde kwartaal van 2018 slechts gedeeltelijk door in de hoogte van de beleidsdekkingsgraad per eind Voor het bepalen van het vereist eigen vermogen (de solvabiliteitstoets) maakt het fonds gebruik van het standaardmodel. Het bestuur acht het gebruik van het standaardmodel passend voor de risico s van het fonds. De uitkomsten van de solvabiliteitstoets zijn opgenomen onder toelichting in het hoofdstuk Risicomanagement. Op basis hiervan bedraagt het (minimaal) vereist eigen vermogen op 31 december: 31 december december 2017 Aanwezig eigen vermogen Minimaal vereis t eigen vermogen Vereist eigen vermogen Per eind 2018 is het aanwezig eigen vermogen lager dan het minimaal vereist eigen vermogen. Jaarverslag Pensioenfonds PGB 94

92 JAARREKENING Actualisatie herstelplan Doordat het aanwezige eigen vermogen per eind 2017 lager was dan het vereist eigen vermogen is er een herstelplan ingediend bij DNB. Met de brief van 18 mei 2018 heeft DNB ingestemd met dit herstelplan. Aangezien het aanwezig eigen vermogen per eind 2018 eveneens lager is dan het vereist eigen vermogen, zal er begin 2019 wederom een herstelplan worden ingediend bij DNB. Een nadere toelichting op het herstelplan is opgenomen in het bestuursverslag in het hoofdstuk Financiële situatie. 9. Technische voorzieningen risico pensioenfonds De technische voorzieningen van Pensioenfonds PGB zijn gewaardeerd tegen de actuele waarde per balansdatum. Deze actuele waarde wordt vastgesteld met behulp van de door het Actuarieel Genootschap gepubliceerde prognosetafel 2018, met toepassing van de Pensioenfonds PGB leeftijdsafhankelijke ervaringssterfte en een kostenopslag van 2 procent. Inherent aan schattingen, zoals voor de ervaringssterfte, is dat deze op een later moment op basis van meer recente informatie bijgesteld kunnen worden. De technische voorzieningen kunnen hierdoor hoger of lager uitvallen. Het mutatieoverzicht voor de technische voorzieningen is als volgt: Stand per 1 januari Pens ioenopbouw Rentetoevoeging Onttrekking voor uitkeringen en uitvoerings kos ten Wijziging gemiddelde rekenrente Wijziging actuariële uitgangs punten Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten Overige mutaties technis che voorzieningen Stand per 31 december De technische voorzieningen voor risico pensioenfonds zijn naar categorieën als volgt samengesteld: 31 december december 2017 Actieve deelnemers Pens ioengerechtigden Gewezen deelnemer Technische voorzieningen risico pensioenfonds De technische voorzieningen bestaan uit de contante waarde van de verwachte toekomstige kasstromen, vermeerderd met een opslag van 2 procent (2017: 2 procent) voor toekomstige uitvoeringskosten. De pensioenverplichtingen zijn zodanig bepaald dat er geen sprake is van een financieringsachterstand. Naar hun aard hebben de technische voorzieningen in het algemeen een langlopend karakter. Korte beschrijving pensioenregeling De PGB-basispensioenregeling is een voorwaardelijk geïndexeerde middelloonregeling met een pensioenrichtleeftijd van 68 jaar. Jaarlijks wordt een aanspraak op ouderdomspensioen opgebouwd van 1,75 procent van de in dat jaar geldende pensioengrondslag en een nabestaandenpensioen, deels op risico en deels op spaarbasis. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om bij Pensioenfonds PGB regelingen onder te brengen met specifieke afwijkingen op de hoofdregeling. De pensioengrondslag is gelijk aan het loon verminderd met de franchise. De franchise wordt jaarlijks vastgesteld. Overeenkomstig artikel 10 van de Pensioenwet kwalificeert de pensioenregeling zich als een uitkeringsovereenkomst. Jaarverslag Pensioenfonds PGB 95

93 JAARREKENING Toeslagverlening Jaarlijks wordt besloten of en in hoeverre pensioenrechten en pensioenaanspraken worden aangepast. Er is sprake van een voorwaardelijke toeslagverlening waarvoor geen bestemmingsreserve is gevormd en geen premie wordt betaald. De toeslagverlening wordt uit beleggingsrendement dan wel vermogen gefinancierd. Het toeslagbeleid, als bedoeld in artikel 13 van het Pensioenfonds PGB pensioenreglement, is in onderstaande tabel weergegeven: Financiële positie (peildatum 30 september): Mogelijke toeslagverlening op pensioenen: Beleidsdekkingsgraad MVV Geen toeslag, korting mogelijk MVV < beleidsdekkingsgraad 110% Geen toeslag 110% < beleidsdekkingsgraad toeslagdekkingsgraad Pro rata toeslag (percentage van 2% ambitie) > Toeslagdekkingsgraad Volledige toeslag (2%) plus: 1. ongedaan maken korting; 2. extra toeslag tot maximaal 1%. Het Minimaal Vereist Vermogen (MVV) bedraagt 104,2 procent per 31 december De toeslagdekkingsgraad is afhankelijk van de beleidsdekkingsgraad per 30 september van het jaar waarin het besluit tot toeslagverlening wordt genomen. Als de beleidsdekkingsgraad lager is dan 110 procent wordt geen toeslag verleend conform het wettelijke kader. Bij een beleidsdekkingsgraad hoger dan de toeslagdekkingsgraad kan, op grond van artikel 13 uit het pensioenreglement, besloten worden om een extra toeslag te verlenen en al dan niet een eerder toegepaste korting ongedaan te maken. Het fondsbeleid kent geen inhaaltoeslagen. Het bestuur heeft besloten om op de pensioenaanspraken per 1 januari 2019 geen toeslag te verlenen. Pensioenopbouw Onder pensioenopbouw is opgenomen de actuarieel berekende waarde van de diensttijdopbouw. Dit is het effect op de technische voorzieningen van de in het verslagjaar opgebouwde nominale rechten ouderdomspensioen en nabestaandenpensioen. Indexering en overige toeslagen De ambitie voor toeslagverlening is om pensioenrechten en pensioenaanspraken jaarlijks met 2 procent te verhogen. Het bestuur beslist jaarlijks in hoeverre pensioenrechten en pensioenaanspraken kunnen worden aangepast. De voorwaardelijke toeslagverlening wordt gefinancierd uit overrendementen. De premie bevat dus geen opslag voor toeslagverlening. Er is geen vermogen gereserveerd voor toekomstige toeslagen. In de richtlijn besluitvorming dekkingsgraad en ontwikkeling pensioen is als uitgangspunt gehanteerd dat bij een dekkingsgraad vanaf de ondergrens (dekkingsgraad van 110 procent) wordt getracht een gedeeltelijke toeslagverlening te realiseren. Deze toeslagverlening vindt op basis van toekomstbestendig indexeren plaats. Dat betekent dat slechts die toeslag gegeven wordt die ook in de toekomst gegeven kan worden. Bij een dekkingsgraad van meer dan circa 125 procent wordt de volledige toeslag van 2 procent verleend en zal vervolgens in eerste instantie gekeken worden naar (indien van toepassing) het ongedaan maken van een door Pensioenfonds PGB doorgevoerde korting. Rentetoevoeging De technische voorzieningen zijn afgenomen door de negatieve 1-jaars forward rente van 0,260 procent (2017: 0,0217 procent negatief), zijnde de rente uit het eerste jaar van de door DNB voorschreven rentetermijnstructuur ultimo 2017 (respectievelijk 2016). Onttrekking voor uitkeringen en uitvoeringskosten Verwachte toekomstige pensioenuitkeringen worden actuarieel berekend en opgenomen in de technische voorzieningen. De onder dit hoofd opgenomen afname van de voorziening betreft het bedrag dat vrijkomt ten behoeve van de financiering van de uitkeerbare pensioenen van de verslagperiode. Toekomstige pensioenuitvoeringskosten (in het bijzonder Jaarverslag Pensioenfonds PGB 96

94 JAARREKENING excassokosten) worden actuarieel berekend en opgenomen in de technische voorzieningen. De onder dit hoofd opgenomen afname van de voorziening betreft het bedrag dat vrijkomt ten behoeve van de financiering van de kosten van de verslagperiode. Wijziging rekenrente Jaarlijks wordt per 31 december de marktwaarde van de technische voorzieningen herrekend door toepassing van de door DNB voorgeschreven rentetermijnstructuur. Het effect van de verandering van de rentetermijnstructuur wordt verantwoord onder het hoofd wijziging rekenrente. Wijziging overige actuariële uitgangspunten Jaarlijks worden de actuariële grondslagen en methoden beoordeeld en mogelijk herzien ten behoeve van de berekening van de actuele waarde van de technische voorzieningen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van interne en externe actuariële deskundigheid. Dit betreft onder meer de vergelijking van veronderstellingen ten aanzien van sterfte, langleven en arbeidsongeschiktheid met werkelijke waarnemingen voor zowel de gehele bevolking als voor de populatie van Pensioenfonds PGB. Voor de waardering van de verplichtingen per eind 2018 is gebruik gemaakt van de overlevingskansen volgens de Prognosetafel AG2018. Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten In 2018 heeft er een collectieve overdracht van rechten plaatsgevonden. Het betreft de overdracht van Stichting Pensioenfonds Archimedes. Collectieve overdrachten van rechten vinden dekkingsgraadneutraal plaats, waarbij de belangen worden bewaakt van zowel de aansluitende partijen als Pensioenfonds PGB. Overige mutaties technische voorzieningen Resultaten op kanssystemen Sterfte Arbeids onges chikheid 4-1 Mutaties 1-2 Overige mutaties De toename als gevolg van overige wijzigingen bestaat voornamelijk uit overige mutaties. Dit wordt veroorzaakt door diverse koopsommen. Jaarverslag Pensioenfonds PGB 97

95 JAARREKENING 10. Technische voorzieningen risico deelnemers Technische voorzieningen voor risico deelnemers bestaan uit de DC-regeling voor een bedrag van 100 miljoen euro (2017: 87 miljoen euro) en PGB Pensioen Plus voor een bedrag van 40 miljoen euro (2017: 46 miljoen euro). De pensioenregeling voor risico deelnemers is een beschikbarepremieregeling (premieovereenkomst). Ook is de regeling bedoeld voor deelnemers met een salaris boven de maximale pensioengrondslag in de middelloonregeling die over dit meerdere ook pensioen wensen op te bouwen (excedentregeling). Het fonds ontvangt jaarlijks de premie van de werkgever en belegt deze na aftrek van kosten. De hoogte van de beleggingsrendementen (en daarmee het te bereiken eindkapitaal) is naast de premie afhankelijk van het door de deelnemer geselecteerde beleggingsprofiel en de binnen dit profiel aangekochte beleggingen. Het uiteindelijk te bereiken kapitaal is hiermee onzeker en volledig voor risico van de deelnemer. Op de pensioengerechtigde leeftijd heeft de deelnemer de mogelijkheid (c.q. plicht) om op basis van het tot dan toe opgebouwde kapitaal (aanvullend) pensioen in te kopen bij het fonds of een zelf geselecteerde pensioenverzekeraar. Tussentijds opnemen van het kapitaal anders dan door middel van een waardeoverdracht is niet mogelijk. De deelnemers aan de PGB Pensioen Plus regeling hebben onder specifieke voorwaarden een inleggarantie zoals vastgelegd in het pensioenreglement Pensioenfonds PGB. De waardering van de inleggarantie bedraagt ultimo miljoen euro (2017: 2 miljoen euro) en is onderdeel van de technische voorzieningen voor risico fonds. Het verloop van de technische voorzieningen risico deelnemers is als volgt: 31 december december 2017 Stand per 1 januari Inleg en s tortingen Uitkeringen en onttrekkingen -7-7 Beleggings res ultaten ris ico deelnemers -5 8 Stand per 31 december Overige schulden en overlopende passiva 31 december december 2017 Schulden uit hoofde van onderpand in liquide middelen Derivaten VPL Derdengelden Belas tingen en premies s ociale verzekeringen Nog te verwerken uit collectieve waardeovernames 13 4 Overig Op de VPL na, hebben deze schulden een resterende looptijd van korter dan één jaar. VPL heeft een resterende looptijd van langer dan één jaar. Jaarverslag Pensioenfonds PGB 98

96 JAARREKENING Schulden uit hoofde van onderpand in liquide middelen Pensioenfonds PGB ontvangt liquide middelen als zekerheid voor de reële waarde van derivatencontracten. Deze middelen worden in het kader van risicospreiding uitgezet op kortlopende deposito s. Einde boekjaar bedraagt de omvang van de liquide middelen inzake verkregen onderpand 304 miljoen euro (2017: 226 miljoen euro). Derivaten In onderstaande tabel wordt de derivaten in categorie weergegeven: 31 december december 2017 Valutaderivaten Rentederivaten VPL De VPL (VUT-prepensioen en introductie levensloopregeling) heeft betrekking op de reeds beschikbare financiering voor de uitvoering van de voorwaardelijke backservice. De toekenning van onvoorwaardelijke pensioenrechten vindt plaats op basis van besluitvorming door sociale partners. In het kader van de wet VPL kunnen voorwaardelijke backservicerechten tot 2021 worden gefinancierd. De VPL gelden zijn belegd in deposito s. Op grond van reglementaire bepalingen wordt binnen de sector Kartonnage- en Flexibele Verpakkingenbedrijf een premie geheven van 1,3 procent van de loonsom tot 31 augustus en vanaf 1 september ,0 procent. In de verf- en drukinktindustrie is voor de VPL-regeling een premie geheven van 4,0 procent van het loon. De premie over 2018 is toegevoegd aan de VPL-gelden. Toekenningen vinden plaats voor 1 januari 2021 of indien van toepassing bij eerdere ingang van het pensioen. Voor deelnemers aan de regeling van de sector Kartonnage en Flexibele Verpakkingenbedrijf en voor de sector Verf- en Drukinkt worden de voorwaardelijke backservicerechten onvoorwaardelijk gemaakt bij pensionering. De VPL-regeling van Grafimedia is door de sociale partners begin 2016 beëindigd. In onderstaande tabel wordt het verloop van de VPL-gelden weergegeven: Stand per 1 januari Stortingen Onttrekkingen voor inkoop toegekende VPL-aans praken Stand per 31 december Nog te verwerken uit collectieve waardeovernames Per balansdatum zijn er uit collectieve waardeovernames nog te verwerken bedragen uit separate overeenkomsten van overdracht. Deze saldi zullen worden aangewend voor een correctie op de overgedragen aanspraken. Jaarverslag Pensioenfonds PGB 99

97 JAARREKENING Risicobeheer Beleid en risicobeheer Het bestuur beschikt over meerdere beleidsinstrumenten om risico s te beheersen. De belangrijkste financiële risico s worden beheerst met de normstelling, risicomaatstaven en afspraken uit het beleggingsbeleid, premiebeleid, toeslagenbeleid, kortingbeleid en de pensioenregeling. De inzet van deze instrumenten is toegelicht in het bestuursverslag. Voorts beschikt het bestuur over een specifiek risicobeleid en risicoregister met een beschrijving van de gekozen risicomaatstaven en risiconormen. Het bestuur voert periodiek een risicoanalyse uit en gebruikt de uitkomsten om haar beleid bij te sturen. Solvabiliteitsrisico's Pensioenfonds PGB wordt bij het beheer van de technische voorzieningen en de financiering daarvan geconfronteerd met risico s. De belangrijkste doelstelling van Pensioenfonds PGB is het nakomen van de pensioentoezeggingen. Voor het realiseren van deze doelstelling wordt gestreefd naar een toereikende solvabiliteit op basis van de marktwaarde van de technische voorzieningen. Het belangrijkste risico voor Pensioenfonds PGB betreft het solvabiliteitsrisico, ofwel het risico dat Pensioenfonds PGB niet beschikt over voldoende vermogen ter dekking van de technische voorzieningen. De solvabiliteit wordt gemeten op basis van algemeen geldende normen welke door de toezichthouder worden opgelegd. In het uiterste geval kan het noodzakelijk zijn dat Pensioenfonds PGB verworven pensioenaanspraken en pensioenuitkeringen moet verminderen. Dekkingsgraad De actuele UFR-dekkingsgraad heeft zich als volgt ontwikkeld: % % Dekkingsgraad 1 januari 108,7 100,5 M1 Premie -0,3-0,4 M2 Uitkering 0,3 - M3 Indexering - - M4 Rentetermijns tructuur -4,2 1,3 M5 Overrendement -2,2 7,1 M6 Overig 1,5 0,2 Dekkingsgraad 31 december 103,8 108,7 De premie 2018 draagt niet bij aan herstel, waardoor M1 negatief is. De uitkeringen (M2) hebben een positief effect op de dekkingsgraad. Er is geen toeslag verleend waardoor M3 0,0 procent bedraagt. De wijziging van de rentetermijnstructuur heeft een negatief effect van 4,2 procent op de dekkingsgraad (M4). De wijziging van de rentetermijnstructuur betreft de aanpassingen in de rentetermijnstructuur als gevolg van marktontwikkelingen. Tevens hebben de beleggingsrendementen na aftrek van de benodigde rente een negatief effect op de dekkingsgraad van 2,2 procent (M5). In M6 zijn begrepen de overige effecten en kruiseffecten die invloed op de dekkingsgraad hebben en zijn voor ,5 procent. De overige effecten bestaan voornamelijk uit de wijzigingen van de actuariële uitgangspunten die ten grondslag liggen aan de vaststelling van de technische voorzieningen. Jaarverslag Pensioenfonds PGB 100

98 JAARREKENING Opstelling Vereist Eigen Vermogen Om het solvabiliteitsrisico te beheersen worden bij Pensioenfonds PGB buffers in het vermogen aangehouden. Bij de berekening van deze buffers past Pensioenfonds PGB het standaardmodel toe. Pensioenfonds PGB belegt in langlopende vastrentende waarden waarmee al een deel van de risico s wordt afgedekt. Ter afdekking van renterisico s heeft Pensioenfonds PGB rentederivaten (nominale renteswaps) afgesloten. Bij het bepalen van de vereiste buffer voor het renterisico is rekening gehouden met de netto positie, dus inclusief de derivaten met een negatieve marktwaarde. De berekening van het vereist eigen vermogen en het hieruit voortvloeiende tekort aan het einde van het boekjaar is als volgt: 31 december december 2017 Technische voorzieningen risico pensioenfonds Buffers: S1 Renteris ico S2 Ris ico zakelijke waarden S3 Valutaris ico S5 Kredietris ico S6 Verzekerings technis che ris ico S10 Actief-beheerris ico Divers ificatie-effect Toetswaarde solvabiliteit (In de evenwichtsituatie) Vereis t vermogen (artikel 132 pens ioenwet) Aa nwezig vermogen Saldo aanwezig versus vereist vermogen Het Aanwezig vermogen bestaat uit het Stichtingskapitaal en reserves en de Technische voorzieningen. Bij de vaststelling van het vereist eigen vermogen wordt van de strategische beleggingsmix uitgegaan. Daarbij wordt gerekend met de evenwichtssituatie. De evenwichtssituatie is de fictieve situatie waarbij de algemene reserve exact toereikend is om het totale effect van voorgeschreven negatieve scenario s op te vangen. De eerste stap (iteratie) bij de vaststelling van het vereist eigen vermogen is ter bepaling van de buffer voor het aanwezig vermogen en de aanwezige verplichtingen. Einde boekjaar bedraagt deze zogeheten toetswaarde solvabiliteit 4,5 miljard euro (2017: 4,6 miljard euro). Het vereist eigen vermogen in de evenwichtssituatie bij de strategische beleggingsmix bedraagt 5,2 miljard euro (2017: 5,0 miljard euro). De waarde in de evenwichtssituatie is hoger dan de berekening volgens de eerste iteratie, omdat er voor het verschil tussen het vereist eigen vermogen en het aanwezige vermogen ook weer een buffer moet worden aangehouden. Marktrisico s (S1-S4) Het marktrisico omvat het renterisico, het risico zakelijke waarden, het valutarisico en het grondstoffenrisico. De strategie van Pensioenfonds PGB met betrekking tot het marktrisico wordt bepaald door de beleggingsdoelstellingen. Het marktrisico wordt op dagelijkse basis beheerst in overeenstemming met de aanwezige beleidskaders en richtlijnen. De overall marktposities worden periodiek gerapporteerd aan het bestuur. Jaarverslag Pensioenfonds PGB 101

99 JAARREKENING Renterisico (S1) Het renterisico is het risico dat het saldo van de waarden van de beleggingsportefeuille in vastrentende waarden en van de technische voorzieningen verandert als gevolg van veranderingen in de rekenrente. Het beheersen van het renterisico en curverisico dat Pensioenfonds PGB loopt, neemt een belangrijke plaats in het beleggingsbeleid van het fonds in. Ingeval Pensioenfonds PGB namelijk geen maatregelen zou nemen om het renterisico van het fonds te beheersen, dan zou elke daling van de actuele rente van 1 procent leiden tot een mutatie van de nominale dekkingsgraad op marktwaarde van circa 20 procent. Het doel van het renterisicobeleid is dan ook om het genoemde renterisico dusdanig te beheersen dat het resterende renterisico na renteafdekking zo goed als mogelijk aansluit bij het ambitie en risicoprofiel van het fonds. De solvabiliteit van Pensioenfonds PGB is gevoelig voor wijzigingen in het renteniveau en deze gevoeligheid wordt dagelijks beoordeeld. Een daling van de rentestand met 1 procent heeft een negatief effect op de solvabiliteit van circa 2,8 miljard euro en een stijging van de rentestand met 1 procent heeft een positief effect van circa 1,7 miljard euro. Onderstaande tabellen geven een indruk daarvan. Stand bij 1% rentedaling stand 31 december Stand bij 1% 2018 rentestijging Technische voorzieningen risico pens ioenfonds (A) Vastrentende waarden exclusief derivaten (B) Rentederivaten inclusief s chuldpos itie (C) Totaal (B+C-A) Meer specifiek, het renterisicobeleid van Pensioenfonds PGB is gericht op het matchen van de kasstromen van de nominale technische voorzieningen, de toekomstige nominale pensioenuitkeringen, waarbij ook het zogenoemde 'basisrisico' zoveel als mogelijk gemitigeerd wordt. Om dit te realiseren dient de matchingportefeuille dusdanig samengesteld te zijn dat de coupons en aflossingen van de matchingportefeuille per gedefinieerd tijdvak (bucket) de omvang en de kredietwaardigheid (gewogen gemiddeld) heeft van het gekozen renteafdekkingspercentage per gedefinieerd tijdvak vermenigvuldigd met de nominale technische voorzieningen. Hierdoor is het fonds in elk tijdvak (bucket) gematched en is de curvepositionering neutraal. De beleggingscategorieën die opgenomen zijn in de matchingportefeuille, zijnde eurostaatsobligaties, eurobedrijfsobligaties, euro-inflatieobligaties, Nederlandse woninghypotheken (in euro's), rentederivaten, renteswaps en euroliquiditeiten, dienen voor die benodigde kasstromen te zorgen. Aan het begin van het verslagjaar bedroeg de strategische renteafdekking 45 procent. In het boekjaar is de strategische renteafdekking niet gewijzigd. De duratie en het effect van de renteafdekking kan als volgt worden samengevat: 31 december december 2017 Duratie Duratie Vas trentende waarden (voor rentederivaten) , ,7 Totale beleggings portefeuille (excl. negatieve derivaten) , ,8 Technis che voorzieningen ris ico pens ioenfonds , ,3 Op de balansdatum is de duratie van de totale beleggingsportefeuille korter dan de duratie van de nominale technische voorzieningen. Er is derhalve sprake van een zekere vorm van duratieongelijkheid. Dit betekent dat bij een rentestijging de waarde van de totale beleggingen minder snel daalt dan de waarde van de technische voorzieningen (bij toepassing van de actuele marktrentestructuur), waardoor de dekkingsgraad zal stijgen. Bij een rentedaling zal de waarde van de totale beleggingen minder snel stijgen dan de waarde van de technische voorzieningen, waardoor de dekkingsgraad zal dalen. Jaarverslag Pensioenfonds PGB 102

100 JAARREKENING De looptijdverdeling van de vastrentende waarden naar marktwaarde is als volgt: 31 december december 2017 % % Res terende looptijd < 1 jaar Res terende looptijd 1-5 jaar Res terende looptijd 5-10 jaar Res terende looptijd >10 jaar Risico zakelijke waarden (S2) Het vereist eigen vermogen voor aandelenrisico inclusief vastgoedbeleggingen en infrastructuur is gebaseerd op een grote koersdaling van de index. Daarbij geldt een onderscheid tussen beursgenoteerde aandelen in volwassen en opkomende markten, niet beursgenoteerde aandelen en niet beursgenoteerde vastgoedbeleggingen. Per categorie wordt een andere schok voorgeschreven. Een nadere detaillering van de beleggingen in vastgoed en infrastructuur naar de aard van de belegging is als volgt: % % Fonds beleggingen in vas tgoed en infras tructuur Winkels Kantoren De segmentatie van vastgoed en infrastructuur naar regio is als volgt: 31 december december december december 2017 % % Europa (EU) Noord-Amerika Europa (Niet-EU) Pacific Centraal en Zuid-Amerika Azië Overig Bij deze tabel is gebruik gemaakt van het inzicht in de feitelijke posities van de indirecte beleggingen. Van de beleggingen in Europees vastgoed en infrastructuur bevindt 424 miljoen euro (2017: 402 miljoen euro) zich in Nederland. In de loop van het jaar zijn fondsbeleggingen in beursgenoteerd vastgoed in de regio s Noord-Amerika en Pacific afgebouwd. Jaarverslag Pensioenfonds PGB 103

101 JAARREKENING De segmentatie van de aandelenportefeuille naar sector is als volgt: % % Handel en indus triële bedrijven Financiële ins tellingen Serviceorganis aties Andere ins tellingen De segmentatie van de aandelenportefeuille naar regio is als volgt: 31 december december december december 2017 % % Noord-Amerika Europa (EU) Azië Pacific Europa (Niet-EU) Centraal en Zuid-Amerika Overig Bij bovenstaande tabel is gebruik gemaakt van het inzicht in de feitelijke posities van de indirecte beleggingen. Valutarisico (S3) Het strategische beleid is om maximaal 24 procent aan exposure in vreemde valuta toe te staan. Valutarisico is het risico dat de waarde van een belegging wijzigt als gevolg van veranderingen in valutakoersen. Met het beleggen in vreemde valuta wordt een valutarisico genomen, aangezien de nominale pensioenverplichtingen in euro s luiden. Het uitgangspunt van Pensioenfonds PGB is dat het lopen van valutarisico niet beloond wordt. Het levert op lange termijn geen risicopremie op. Dit pleit er in principe voor om valutarisico volledig af te dekken. Wetenschappelijk onderzoek geeft een genuanceerder beeld. Een algemeen inzicht is dat valutarisico van obligaties afgedekt moet worden en dat valutarisico van aandelen niet volledig afgedekt moet worden. Wat niet volledig precies betekent, daar is geen gedeeld beeld over. De meeste studies wijzen op ergens tussen de 50 en 100 procent. Pensioenfonds PGB kiest ervoor vastrentende waarden volledig af te dekken in opkomende landen, veilige haven valuta voor 50 procent en overige valuta voor 75 procent af te dekken. Het aandeel dat buiten de euro wordt belegd, bedraagt ultimo jaar circa 43 procent (2017: circa 43 procent) van de beleggingsportefeuille. De belangrijkste vreemde valuta daarin zijn in procenten: USD 21 procent, GBP 5 procent en JPY 3 procent (2017: USD 21 procent, GBP 5 procent en JPY 3 procent). Jaarverslag Pensioenfonds PGB 104

102 JAARREKENING De beleggingen (exclusief valutaderivaten) die in vreemde valuta luiden, kunnen per categorie als volgt worden gespecificeerd: 31 december december 2017 % % Aandelen Vas trentende waarden Vas tgoed en infras tructuur Derivaten en overige beleggingen De valutapositie per 31 december 2018 voor en na afdekking door valutaderivaten is als volgt weer te geven: 31 december 2018 Vastgoed en infrastructuur Aandelen Vastrentende waarden Derivaten Totaal Valutaderivaten Nettopositie Voor afdekking Afdekking Na afdekking EUR USD HKD GBP JPY CHF AUD CAD SEK Overige Jaarverslag Pensioenfonds PGB 105

103 JAARREKENING De valutapositie per 31 december 2017 voor en na afdekking door valutaderivaten is als volgt weer te geven: Vastgoed en infrastructuur Aandelen Vastrentende waarden 31 december 2017 Derivaten Totaal Valutaderivaten Nettopositie Voor afdekking Afdekking Na afdekking EUR USD HKD GBP JPY CHF AUD CAD SEK Overige Bij deze tabel is gebruik gemaakt van het inzicht in de feitelijke posities van de indirecte beleggingen. In de tabel is aangesloten met de balanswaarde van de beleggingen. Grondstoffenrisico (S4) Pensioenfonds PGB heeft geen posities in grondstoffen en is daarom niet direct gevoelig voor een daling van de grondstoffenprijzen. Kredietrisico (S5) Kredietrisico is het risico van financiële verliezen voor Pensioenfonds PGB als gevolg van faillissement of betalingsonmacht van tegenpartijen waarop Pensioenfonds PGB (potentiële) vorderingen heeft. Hierbij kan onder meer worden gedacht aan partijen die obligatieleningen uitgeven, banken waar deposito s worden geplaatst en marktpartijen waarmee over the counter (OTC-) derivatenposities worden aangegaan. Beheersing van het kredietrisico vindt plaats door diversificatie, het stellen van positielimieten voor tegenpartijen, zowel op product- als op totaalniveau, het stellen van limieten voor de kredietbeoordeling van de portefeuilles, tegenpartijen, het vragen van onderpand en het hanteren van prudente verstrekkingsnormen. Ter afdekking van het settlementrisico wordt door Pensioenfonds PGB enkel direct belegd in markten waar een voldoende betrouwbaar clearing- en settlementsysteem functioneert. Met betrekking tot niet-beursgenoteerde beleggingen, met name OTC-derivaten, wordt door Pensioenfonds PGB enkel gewerkt met tegenpartijen waarmee ISDA/CSA overeenkomsten zijn afgesloten, zodat posities van Pensioenfonds PGB adequaat worden afgedekt door onderpand. Deze zekerheden bestaan uit liquide middelen en hoogwaardige staatsobligaties. Liquide middelen worden op deposito uitgezet bij tegenpartijen met een kredietwaardigheid van minimaal A. Voorts worden positielimieten aangehouden voor deposito s en voor een totaalbedrag aan vorderingen (bijvoorbeeld als gevolg van netto-derivaten posities). Per instrumenttype is het kredietrisico berekend op basis van de verwachte kasstromen (kasstroommethodiek). Jaarverslag Pensioenfonds PGB 106

104 JAARREKENING De samenstelling van de vastrentende waarden naar regio's is als volgt: 31 december 2018 Overheid Financiële instelling Reële economie Totaal Europa (EU) Noord-Amerika Centraal en Zuid-Amerika Pacific Europa (Niet-EU) Azië Overig december 2017 Overheid Financiële instelling Reële economie Totaal Europa (EU) Noord-Amerika Centraal en Zuid-Amerika Pacific Europa (Niet-EU) Azië Overig Bij deze tabellen is gebruik gemaakt van het inzicht in de feitelijke posities van de indirecte beleggingen. Ten aanzien van de kredietwaardigheid van de debiteuren van de vastrentende portefeuille wordt het volgende overzicht weergegeven: % % AAA AA A BBB Lager dan B Geen rating De post Geen rating bestaat voor het grootste deel uit geldmarktfondsen (1.022 miljoen euro). 31 december december Vanwege het besluit slechts in hoogwaardige Europese staatsobligaties te beleggen, heeft Pensioenfonds PGB bewust een concentratierisico geaccepteerd op voornamelijk Nederland en Duitsland. Pensioenfonds PGB heeft in de matchingportefeuille bijna geen bedrijfsobligaties met een kredietwaardigheid lager dan BBB en stuurt de portefeuille op een gewogen gemiddelde kredietkwaliteit van A. Vanwege de risicoconcentratie in de financiële sector in het universum van de benchmark heeft het bestuur besloten een maximum van 25 procent in te stellen voor de financiële instellingen. Voorts beperken beleggingen in banken zich tot banken met een hoge kredietwaardigheid. Pensioenfonds PGB heeft geen staatsleningen in Cyprus, Griekenland, Hongarije, Portugal en Italië. Jaarverslag Pensioenfonds PGB 107

105 JAARREKENING Verzekeringstechnische risico's (S6) De belangrijkste verzekeringstechnische risico's zijn de risico's van langleven, kortleven en arbeidsongeschiktheid. Gelet op de materialiteit van het arbeidsongeschiktheidsrisico worden bij vaststelling van het vereist eigen vermogen alleen risico's meegenomen die verband houden met sterfte (conform handreiking DNB). Langlevenrisico Het langlevenrisico is het belangrijkste verzekeringstechnische risico. Langlevenrisico is het risico dat deelnemers langer blijven leven dan gemiddeld verondersteld wordt bij de bepaling van de technische voorzieningen. Als gevolg hiervan volstaat de opbouw van het pensioenvermogen niet voor de uitkering van de pensioenverplichtingen. Kortlevenrisico Het kortlevenrisico betekent dat Pensioenfonds PGB in geval van overlijden voor de pensioenleeftijd (dit is de eerste dag van de maand waarin de AOW wordt ontvangen) mogelijk een nabestaandenpensioen moet toekennen. Voor vaststelling van de voorziening worden overlevingskansen gehanteerd die zijn gebaseerd op de AG Prognosetafel 2018 gecorrigeerd met fondsspecifieke ervaringssterfte. Ultimo 2018 heeft er een update van de ervaringssterfte plaatsgevonden. Arbeidsongeschiktheidsrisico Het arbeidsongeschiktheidsrisico betreft het risico dat Pensioenfonds PGB voorzieningen moet treffen voor premievrijstelling bij invaliditeit. De risico's van overlijden voor de pensioenleeftijd en van arbeidsongeschiktheid zijn verdisconteerd in de doorsneepremie. Het verschil met de werkelijke kosten wordt verwerkt via het resultaat. Collectieve waardeoverdrachten Voor de collectief overgedragen pensioenverplichtingen waarvoor een opslag is gevraagd op de koopsom wegens naar verwachting betere overlevingskansen is deze opslag in de voorziening opgenomen. Bij een hernieuwde vaststelling van de ervaringssterfte (zoals ultimo 2018) vervalt deze extra voorziening voor de waardeovernames waarmee bij deze vaststelling rekening is gehouden. Liquiditeitsrisico (S7) Liquiditeitsrisico is het risico dat beleggingen niet tijdig en/of niet tegen een aanvaardbare prijs kunnen worden omgezet in liquide middelen, waardoor Pensioenfonds PGB op korte termijn niet aan verplichtingen kan voldoen. Waar de overige risicocomponenten vooral de langere termijn betreffen (solvabiliteit), gaat het hierbij om de kortere termijn. Het liquiditeitsrisico kan worden beheerst door in het strategische beleggingsbeleid voldoende ruimte aan te houden voor de liquiditeitsposities. Pensioenfonds PGB heeft ook relatief grote posities in (passief beheerde) staatsobligaties en (passief beheerde) aandelen in Noord-Amerika en in Europa. Deze beleggingen kunnen relatief snel, zonder direct waardeverlies te leiden, te gelde worden gemaakt om een eventuele onvoorziene uitstroom van geldmiddelen te financieren. Mogelijke bronnen van liquiditeitsbehoefte zijn vooral het doen van pensioenuitkeringen, het doorrollen van valutatermijncontracten, het betalen van (korte) rente op de eurorenteswaps, het opgevraagd worden van commitments voor onroerend goed, infrastructuur en private equity en herbalanceringsbeleid. Het liquiditeitsrisicobeleid van Pensioenfonds PGB is gesplitst in een korte- en een langetermijnliquiditeitsbeleid. Het kortetermijnliquiditeitsbeleid stelt normen aan cash, deposito s en andere korte geldmarktinstrumenten om te kunnen voldoen aan de liquiditeitsbehoefte in een normaal en in een stress -scenario voor de komende vijf weken (kasmanagement). Het langetermijnliquiditeitsbeleid stelt maxima aan illiquide beleggingen in de matchingportefeuille en returnportefeuille voor het kunnen opvangen van liquiditeitsbehoefte in een lange termijn stress -scenario en het waarborgen van herbalanceringsvereisten. Het liquiditeitsrisicobeleid van Pensioenfonds PGB wordt halfjaarlijks geëvalueerd en, indien nodig, aangepast op basis van onder meer stress -scenario s, balanssturing en derivatenbeleid. Jaarverslag Pensioenfonds PGB 108

106 JAARREKENING Concentratierisico (S8) Het concentratierisicobeleid is erop gericht om te voorkomen dat als gevolg van ontoereikende spreiding binnen de portefeuille een specifieke ontwikkeling of gebeurtenis een bovengemiddeld effect heeft op de waarde van de beleggingsportefeuille van Pensioenfonds PGB. Het belangrijkste instrument dat Pensioenfonds PGB hiertoe inzet betreft spreiding over meerdere beleggingscategorieën, regio s, landen, sectoren en debiteuren. Om het concentratierisico te bepalen, worden alle instrumenten met dezelfde tegenpartij gesaldeerd. Als grote post wordt aangemerkt elke gesommeerde positie die meer dan 2 procent van het balanstotaal uitmaakt. Per 31 december 2018 is hier alleen sprake van staatsobligaties van de volgende landen: 31 december december 2017 % % Nederland Duits land Door het besluit uitsluitend in hoogwaardige Europese staatsobligaties te beleggen, heeft Pensioenfonds PGB bewust een concentratierisico geaccepteerd op voornamelijk Nederland en Duitsland. De belangrijkste vorm van concentratierisico in de verplichtingen van Pensioenfonds PGB is de opbouw van het deelnemersbestand. Gegeven de aard is dit risico niet te beïnvloeden. Voor Pensioenfonds PGB is ultimo 2018, gewogen naar de verplichtingen, een man/vrouwverhouding van 80/20 (2017: 80/20) van toepassing. De gemiddelde leeftijd van alle deelnemers, gewogen naar de verplichtingen, is 62,8 jaar (2017: 62,6 jaar). Het bestuur volgt de potentiële concentraties in de activa of verplichtingen nauwlettend en beoordeelt de grote posities op maandbasis. Er worden geen financiële buffers voor concentratierisico s aangehouden. Operationeel risico (S9) Operationeel risico is het risico van een onjuiste afhandeling van transacties, fouten in de verwerking van gegevens, het verloren gaan van informatie, fraude en dergelijke. Dergelijke risico s worden door Pensioenfonds PGB beheerst door het stellen van hoge kwaliteitseisen aan de uitvoeringsorganisatie. Het niveau van de dienstverlening is vastgelegd in een Service Level Agreement. Op basis van periodieke rapportages wordt de kwaliteit van de dienstverlening door het bestuur getoetst. Aanvullend beheerst de uitvoeringsorganisatie via een stelsel van beheersmaatregelen (controls) de operationele risico s van de uitvoering van de pensioenregeling en van het vermogensbeheer. Elk kwartaal toetst riskmanagement de uitvoering van deze beheersmaatregelen en rapporteert haar bevindingen (in een control assessment) aan de FRAC. De beheersmaatregelen en bevindingen worden vastgelegd in het COS3000 rapport dat door de externe accountant wordt beoordeeld. De uitvoeringsorganisatie van Pensioenfonds PGB beoordeelt ieder jaar de ISAE3402-verklaringen van de grote uitbestedingsrelaties van Pensioenfonds PGB. Op basis van het uitbestedingsbeleid van Pensioenfonds PGB wordt een analyse gemaakt en worden de aandachtspunten gerapporteerd aan de FRAC. Indien nodig worden aanvullende controlemaatregelen uitgevoerd, zoals een ad-hoc operational audit. De uitvoeringsorganisatie rapporteert de uitkomsten van de risicoanalyse en de belangrijkste incidenten aan de FRAC. Voor het operationeel risico wordt geen buffer aangehouden. Actief beheer risico (S10) Onder actief beheer worden afwijkende posities in portefeuilles verstaan die worden ingenomen ten opzichte van de strategische portefeuilles. De mate van actief beheer kan worden bepaald aan de hand van de tracking error. De tracking error meet de mate van afwijking tussen het rendement van een beleggingsportefeuille en het rendement op een benchmarkportefeuille. Een lage tracking error impliceert dat de beleggingsportefeuille dusdanig wordt begrensd dat het Jaarverslag Pensioenfonds PGB 109

107 JAARREKENING feitelijke rendement dicht bij de gekozen benchmark ligt, terwijl een hoge tracking error aangeeft dat het rendement duidelijk van de benchmark af kan wijken. Een hogere tracking error impliceert daarmee een hogere mate van actief risico. In het beleggingsbeleid is een maximale tracking error voor de totale aandelenportefeuille opgenomen van 3 procent. Specifieke financiële instrumenten (derivaten) Voor de uitvoering van het beleggingsbeleid wordt gebruik gemaakt van financiële derivaten. Als hoofdregel geldt dat derivaten uitsluitend worden gebruikt voor zover dit passend is binnen het algemene beleggingsbeleid. Pensioenfonds PGB gebruikt derivaten hoofdzakelijk om grote financiële risico s af te dekken binnen de door het bestuur gestelde limieten of tijdelijke posities uit hoofde van het dynamisch beleid. Een van de belangrijkste risico s bij derivaten is het kredietrisico. Dit is het risico dat tegenpartijen niet aan hun betalingsverplichtingen kunnen voldoen. Dit risico wordt beperkt door alleen transacties aan te gaan met te goeder naam en faam bekend staande partijen. Valutatermijncontracten Dit zijn met individuele banken afgesloten contracten waarbij de verplichting wordt aangegaan tot het verkopen van een valuta en de aankoop van een andere valuta, tegen een vooraf vastgestelde prijs en op een vooraf vastgestelde datum. Door middel van valutatermijncontracten worden valutarisico s afgedekt. Renteswaps Dit betreft met individuele banken afgesloten contracten waarbij de verplichting wordt aangegaan tot het uitwisselen van rentebetalingen over een nominale hoofdsom. Door middel van renteswaps kan Pensioenfonds PGB de rentegevoeligheid van de portefeuille sturen. Futures en opties Sinds 2018 handelt Pensioenfonds PGB in rentefutures en aandelenopties. De rentefutures zijn een aanvulling op het productenpakket binnen de matchingportefeuille en zijn beurs verhandelde derivaten waarmee het renterisico wordt afgedekt. Bij rentefutures wordt dagelijks de waardeontwikkeling van de future met de tegenpartij afgerekend. De aandelenopties worden aangeschaft om neerwaarts aandelenrisico af te dekken. Pensioenfonds PGB heeft verschillende maatregelen genomen om de posities in verstrekte en ontvangen zekerheden te beheersen en te monitoren. Zo stelt Pensioenfonds PGB limieten aan tegenpartijen op totaalniveau. Daarbij volgt Pensioenfonds PGB op dagbasis de hoogte van de ontvangen en gestelde zekerheden. De omvang van de zekerheden moet in samenhang worden gezien met de gesaldeerde waarde van de derivatenposities per tegenpartij. Indien hiertoe aanleiding is, worden van tegenpartijen aanvullende zekerheden gevraagd of gesteld. De afwikkeling hiervan vindt niet per dezelfde datum plaats, waardoor kortstondig een over- of onderdekking ontstaat. Niet in de balans opgenomen verplichtingen Investeringsverplichtingen Vooruitlopend op verwachte inkomende kasstromen bestaan er per balansdatum de volgende investerings- en stortingsverplichtingen: 31 december december 2017 Infras tructuur Vas tgoed - 38 Hypotheken - 23 Private equity 3 5 Vas trentende waarden Jaarverslag Pensioenfonds PGB 110

108 JAARREKENING Overnameverplichtingen In 2018 is met een aantal bedrijven overeenstemming bereikt over hun aansluiting in Aan deze aansluitingen zijn per 31 december 2018 geen overnameverplichtingen verbonden. Langlopende contractuele verplichtingen Pensioenfonds PGB en PGB Pensioendiensten B.V. hebben de volgende overeenkomsten gesloten: een (overkoepelende) uitbestedingsovereenkomst met (daaronder): een fiduciair beheerovereenkomst en een overeenkomst van pensioenadministratie en overige diensten. Het betreffen overeenkomsten voor onbepaalde tijd met een opzegtermijn van respectievelijk twee, één en twee jaar. De jaarlijks te betalen vergoeding bedraagt 41 miljoen euro (2017: 39 miljoen euro). Overige verplichtingen Ten behoeve van het bestuursbureau is een kantoorruimte gehuurd. De verplichting voor het lopende huurcontract met een resterende looptijd van 3,25 jaar bedraagt 0,8 miljoen euro. Verplichtingen uit hoofde van onderhoudscontracten en overige contracten bedragen 0,1 miljoen euro per jaar. Belastingen Pensioenfonds PGB is opgenomen in de fiscale eenheid voor de omzetbelasting tezamen met PGB Pensioendiensten B.V. Op grond van de Invorderingswet is Pensioenfonds PGB hoofdelijk aansprakelijk voor verplichtingen en schulden die hieruit voortvloeien. Verbonden partijen Identiteit van verbonden partijen Er is sprake van een relatie tussen Pensioenfonds PGB, zijn uitvoeringsorganisatie waarvan pensioenfonds PGB de enige aandeelhouder is en hun bestuurders. Transacties met (voormalige) bestuurders Voor informatie over de beloning van bestuurders wordt verwezen naar de toelichting onder Bezoldiging bestuurders in het hoofdstuk Pensioenuitvoeringskosten. Er zijn geen leningen verstrekt aan, noch is er sprake van vorderingen op (voormalige) bestuurders. Voor zover bestuurders deelnemen aan de pensioenregeling, gebeurt dit onder reguliere condities. Overige transacties met verbonden partijen Inzake de uitvoeringsovereenkomst tussen Pensioenfonds PGB en werkgevers met betrekking tot de financiering van de aanspraken en de uitvoering van de pensioenregeling, dienen beiden zorg te dragen voor de verplichtingen die voortvloeien uit de CAO en het pensioenreglement. Medewerkers van de uitvoeringsorganisatie en het bestuursbureau hebben een pensioenregeling die wordt uitgevoerd door Pensioenfonds PGB. Hierbij wordt gebruik gemaakt van reguliere- en excedentregelingen tegen standaardvergoedingen. De uitvoeringsorganisatie verricht haar werkzaamheden in een kantoorgebouw, welke in huur was van Pensioenfonds PGB tot en met 24 september 2018 (verkocht per deze datum aan een derde partij). De huurovereenkomst betrof een transactie op zakelijke gronden. De huurprijs tot en met 24 september 2018 bedroeg 0,3 miljoen euro. Met ingang van 25 september 2018 wordt het pand van een derde partij gehuurd door de uitvoeringsorganisatie. Jaarverslag Pensioenfonds PGB 111

109 JAARREKENING Toelichting op de staten van baten en lasten over Premiebijdragen voor risico pensioenfonds Werkgevers gedeelte Werknemers gedeelte Eenmalige premiebijdragen De totale bijdrage van werkgevers en werknemers aan de basis Pensioenfonds PGB-regeling bedraagt 24,0 procent (2017: 24,0 procent) van de pensioengrondslag. De eenmalige premiebijdragen bestaan uit koopsommen en aanwending vanuit premiederdengelden en VPL-regelingen. De kostendekkende, feitelijke en gedempte premie volgens artikel 130 van de Pensioenwet zijn als volgt: Kos tendekkende premie Feitelijke premie Gedempte toetspremie De kostendekkende en gedempte premie worden bepaald op basis van de salarisgrondslagen aan het begin van het boekjaar. Pensioenfonds PGB hanteert een systeem voor vaststelling van de jaarlijkse inkoop van pensioen waarbij pas in het volgende boekjaar vastgesteld kan worden wat de werkelijke bedragen zijn. Met andere woorden, in het boekjaar werkt Pensioenfonds PGB met een schatting. Voor zover de uiteindelijke salarisgrondslag afwijkt van de schatting, zal een corresponderende wijziging in de pensioenaanspraken worden verwerkt. In boekjaar 2018 is de kostendekkende premie gedaald. Dit wordt enerzijds veroorzaakt door de wijziging van de pensioenrichtleeftijd in de pensioenregeling van 67 jaar naar 68 jaar. Anderzijds is de gewogen gemiddelde rekenrente in de kostendekkende premie gestegen ten opzichte van boekjaar Aan het begin van 2018 bedroeg deze rekenrente 1,70 procent en begin 2017 was deze rekenrente 1,56 procent. De gepresenteerde kostendekkende premie is inclusief een solvabiliteitsopslag van 22,2 procent (2017: 21,5 procent). De aan het boekjaar toe te rekenen premie is als bate in de staat van baten en lasten verantwoord. Voor het vaststellen van de gedempte kostendekkende premie wordt de rekenrente gebaseerd op de 120-maandsgemiddelde rente. Jaarverslag Pensioenfonds PGB 112

110 JAARREKENING De samenstelling van de zuivere kostendekkende, feitelijke premie en gedempte toetspremie is als volgt: Zuivere kostendekkende premie Inkoop aans praken ouderdoms- en partnerpens ioen Ris ico nabes taandenpens ioen en AO Kos ten 8 7 Ops lag s olvabiliteit Totaal kostendekkende premie Feitelijke premie Werkgevers gedeelte Werknemers gedeelte Totaal feitelijke premie Gedempte toetspremie Inkoop aans praken ouderdoms- en partnerpens ioen Ris ico nabes taandenpens ioen en AO Kos ten 8 7 Ops lag s olvabiliteit Totaal gedempte toetspremie Premiebijdragen voor risico deelnemers Werkgevers- en werknemers gedeelte De premiebijdragen voor risico deelnemers betreft voor 19 miljoen euro premies DC-regeling (2017: 12 miljoen euro) en 2 miljoen euro voor PGB Pensioen Plus (2017: 14 miljoen euro). 14. Beleggingsresultaten voor risico pensioenfonds 2018 Directe beleggingsopbrengsten Indirecte beleggingsopbrengsten Kosten van vermogensbeheer Totaal Vas tgoed en infras tructuur Aandelen Vas trentende waarden Derivaten De beleggingsopbrengsten zijn verlaagd met de directe beleggingskosten van 49 miljoen euro (2017: 44 miljoen euro) zoals door derden in rekening zijn gebracht. De kosten zijn naar rato van de gemiddelde omvang van de beleggingen toegerekend. Jaarverslag Pensioenfonds PGB 113

111 JAARREKENING 2017 Directe beleggingsopbrengsten Indirecte beleggingsopbrengsten Kosten van vermogensbeheer Totaal Vas tgoed en infras tructuur Aandelen Vas trentende waarden Derivaten In onderstaande tabel een specificatie van de vermogensbeheerkosten Beheervergoeding externe vermogens beheerders Beheervergoeding uitvoerings organis atie Kos ten vermogens beheer Beleggingsresultaten voor risico deelnemers 2018 Directe beleggingsopbrengsten Indirecte beleggingsopbrengsten Kosten van vermogensbeheer Totaal Vas tgoed en infras tructuur Aandelen Vas trentende waarden Derivaten Directe beleggingsopbrengsten Indirecte beleggingsopbrengsten Kosten van vermogensbeheer Totaal Aandelen Vas trentende waarden Derivaten De kosten van vermogensbeheer voor risico deelnemers betreft voor ,1 miljoen euro (2017: 0,1 miljoen euro). Jaarverslag Pensioenfonds PGB 114

112 JAARREKENING 16. Pensioenuitkeringen Ouderdoms pens ioenen Nabes taandenpens ioen (Partnerpens ioen) Wezenpens ioen 2 2 Premieres titutie/afkoops ommen 4 8 Vervroegd pens ioen 4 4 ANW hiaat Het bestuur heeft moeten besluiten om per 1 januari 2018 en per 1 januari 2019 geen toeslag op de pensioenuitkeringen toe te kennen. De toename van de pensioenuitkeringen wordt verklaard door reguliere instroom en nieuwe pensioenuitkeringen uit hoofde van de collectieve waardeovernames. 17. Pensioenuitvoeringskosten Beheervergoeding uitvoerings organis atie Kos ten bes tuur en bes tuurs bureau De pensioenuitvoeringskosten hebben betrekking op de kosten van de uitvoeringsorganisatie, de kosten van het bestuursbureau (personeel en huisvesting), de bezoldigingen van bestuurders en commissies en adviseurs en de inkoop van overige diensten. De werkzaamheden worden voor het merendeel verricht door werknemers die in dienst zijn bij de uitvoeringsorganisatie. Pensioenfonds PGB heeft een bestuursbureau ter ondersteuning van de eigen bestuurstaken. Aan het eind van 2018 waren bij dit bureau 15 werknemers (14 fte) in dienst. Van de totale kosten 2018 van het bestuursbureau is 2,1 miljoen euro toegerekend aan de pensioenuitvoeringskosten (2017: 1,5 miljoen euro). Aan het bestuur en medewerkers van het bestuursbureau zijn geen leningen, voorschotten of garanties verstrekt. Ook zijn aan Pensioenfonds PGB in het afgelopen jaar geen dwangsommen en boetes opgelegd. De pensioenuitvoeringskosten stegen in het verslagjaar van 26 miljoen euro naar 28 miljoen euro. Deze stijging heeft de volgende oorzaken: De kosten van de pensioenfondsorganisatie zijn in 2018 met 0,6 miljoen euro gestegen door hogere advieskosten voor de strategische heroriëntatie van het fonds en door een grotere toerekening van algemene kosten aan pensioenbeheer. De kosten van de uitvoeringsorganisatie stegen in het verslagjaar met 0,5 miljoen euro tot 25,4 miljoen euro. Deze stijging wordt veroorzaakt door de groei van het aantal deelnemers. Jaarverslag Pensioenfonds PGB 115

113 JAARREKENING Bezoldiging bestuurders, raad van toezicht en verantwoordingsorgaan De bezoldigingen hebben betrekking op de vergoeding voor de werkzaamheden verband houdende met diverse vergaderingen en andere werkzaamheden voor Pensioenfonds PGB. De vergoedingen bestaan uit vacatiegeld, vergoeding van reis- en verblijfkosten en overige bestuurskosten voor bestuursleden, leden van de raad van toezicht en leden van het verantwoordingsorgaan. In 2018 bedragen de vergoedingen voor de 10 bestuursleden in totaal 1,4 miljoen euro, de vergoedingen voor de 3 leden van de raad van toezicht in totaal 0,1 miljoen euro en de vergoedingen voor de 18 leden van het verantwoordingsorgaan in totaal 0,1 miljoen euro. De dagvergoeding voor bestuursleden bedraagt 950 euro. De hoogte van deze dagvergoeding is sinds 2011 ongewijzigd. Accountantshonoraria Onder de pensioenuitvoeringskosten zijn de honoraria opgenomen van de externe accountant. Onderzoek van de jaarrekening en vers lags taten Bedragen in duizenden euro's Huidig boekjaar Oudere jaren 8 21 Andere controleopdrachten Andere niet-controlediens ten De opstelling van accountantshonoraria bevat de kosten die ten laste zijn gekomen van Pensioenfonds PGB en is inclusief de honoraria die ten laste zijn gekomen van de niet meegeconsolideerde dochtermaatschappij PGB Pensioendiensten B.V. De kosten inzake onderzoek van de jaarrekening en verslagstaten hebben betrekking op de controle van de basisgegevens, z-score en performancetoets, normportefeuille, jaarverslag en verslagstaten. 18. Saldo herverzekering Premies aan herverzekeraar 2 2 Premies van werkgevers -3-2 Claims bij de herverzekeraar Mutatie voorziening pensioenverplichting risico pensioenfonds Pens ioenopbouw Rentetoevoeging Onttrekking voor uitkeringen en uitvoerings kos ten Wijziging gemiddelde rekenrente Wijziging actuariële uitgangs punten Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten Overige mutaties technis che voorzieningen Jaarverslag Pensioenfonds PGB 116

114 JAARREKENING 20. Mutatie technische voorzieningen risico deelnemers Pens ioenopbouw Rentetoevoeging -5 8 Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten 1 1 Overige mutaties technis che voorzieningen Saldo overdracht van rechten In 2018 heeft er een collectieve overdracht van rechten plaatsgevonden. Het betreft de overdracht van Stichting Pensioenfonds Archimedes. Overdrachten van rechten vinden dekkingsgraadneutraal plaats, waarbij de belangen worden bewaakt van zowel de aansluitende partijen als Pensioenfonds PGB. De collectieve- en individuele waardeovernames uit eerdere jaren vertegenwoordigen een totaal aan pensioenverplichtingen van 46 miljoen euro Inkomende waardeoverdrachten (individueel) 21 7 Inkomende waardeoverdrachten (collectief) Uitgaande waardeoverdrachten (individueel) Koopsom (A) Toevoeging aan de technis che voorzieningen Onttrekking aan de technis che voorzieningen Mutatie technische voorzieningen (B) Resultaat overdracht van rechten (A-B) 40 4 Op het moment dat het contract wordt afgesloten, is een collectieve waardeoverdracht in principe dekkingsgraad neutraal. De waarde van de verplichtingen en de daarbij behorende koopsom worden in het saldo van overdracht van rechten verantwoord. Daarnaast worden separaat kosten in rekening gebracht voor het inregelen van de aanspraken in de pensioenadministratie. Een specificatie van de aansluitingen naar sector, onder vermelding van de aantallen betrokken deelnemers en de bijbehorende overgedragen verplichtingen, is opgenomen in bijlage 3 bij het bestuursverslag. Belastingen De activiteiten van het fonds zijn vrijgesteld van belastingheffing in het kader van de vennootschapsbelasting. Gebeurtenissen na balansdatum Met ingang van 1 april 2019 is Stichting Pensioenfonds Urenco Nederland aangesloten bij Pensioenfonds PGB. Stichting Pensioenfonds Urenco Nederland heeft een besluit tot liquidatie genomen. De tot eind maart 2019 opgebouwde aanspraken en uitkeringen van (gewezen) deelnemers en gepensioneerden worden collectief overgedragen naar het fonds. In totaal gaat het om belanghebbenden en een vermogen van 513 miljoen euro. De overdracht vindt plaats per 1 april Statutaire regeling omtrent de bestemming van het saldo van baten en lasten Ten aanzien van de bestemming van het saldo van baten en lasten is geen bepaling opgenomen in de statuten van het fonds. Het saldo is toegevoegd (onttrokken) aan de balanspost Stichtingskapitaal en reserves. Jaarverslag Pensioenfonds PGB 117

115 JAARREKENING Vastgesteld in de op 18 april 2019 gehouden vergadering van het bestuur: drs. R. Degenhardt Voorzitter J.H. Dijckmeester MSc Plaatsvervangend voorzitter drs. L. Coenradie RA Bestuurslid F. de Haan Bestuurslid drs. R.W.J. Heerkens Bestuurslid mr. M.M. Jansen Bestuurslid drs. H. Kapteijn RA Bestuurslid drs. P.M.B. Wilson RFMI Bestuurslid ir. T.J.F. Vollebergh Bestuurslid E.J.F. Busweiler Bestuurslid Jaarverslag Pensioenfonds PGB 118

116 Overige gegevens Jaarverslag Pensioenfonds PGB 119

117 OVERIGE GEGEVENS Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: het Bestuur en de Raad van Toezicht van Stichting Pensioenfonds PGB Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen jaarrekening 2018 Ons oordeel Naar ons oordeel geeft de in dit jaarverslag opgenomen jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van Stichting Pensioenfonds PGB per 31 december 2018 en van het resultaat en de kasstromen over 2018, in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW). Wat we gecontroleerd hebben Wij hebben de jaarrekening 2018 van Stichting Pensioenfonds PGB ( de Stichting ) te Amsterdam gecontroleerd. De jaarrekening bestaat uit: 1. de balans per 31 december 2018; 2. de staat van baten en lasten over 2018; 3. het kasstroomoverzicht over 2018; en 4. de toelichting met een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en overige toelichtingen. De basis voor ons oordeel Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens het Nederlands recht, waaronder ook de Nederlandse controlestandaarden vallen. Onze verantwoordelijkheden op grond hiervan zijn beschreven in de sectie Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening. Wij zijn onafhankelijk van de Stichting zoals vereist in de Wet toezicht accountantsorganisaties (Wta), de Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assurance-opdrachten (ViO) en andere voor de opdracht relevante onafhankelijkheidsregels in Nederland. Verder hebben wij voldaan aan de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA). Wij vinden dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. KPMG Accountants N.V., ingeschreven bij het handelsregister in Nederland onder nummer , is lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative ( KPMG International ), een Zwitserse entiteit. Jaarverslag 2018 Pensioenfonds PGB 120

STICHTING PENSIOENFONDS PGB JAARVERSLAG ste BOEKJAAR

STICHTING PENSIOENFONDS PGB JAARVERSLAG ste BOEKJAAR Jaarverslag 2017 Jaarverslag 2017 STICHTING PENSIOENFONDS PGB JAARVERSLAG 2017 65ste BOEKJAAR Inhoud Bestuursverslag... 6 Voorwoord... 7 De belangrijkste cijfers 2013 2017... 8 De ontwikkelingen in

Nadere informatie

Profielschets lid Raad van Toezicht. 20 mei 2019

Profielschets lid Raad van Toezicht. 20 mei 2019 Profielschets lid Raad van Toezicht 20 mei 2019 71649 092004 1. INLEIDING Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Kappersbedrijf (hierna: Pensioenfonds Kappers) is het pensioenfonds voor de kappersbranche.

Nadere informatie

Functieprofielen Algemeen Bestuur Stichting Pensioenfonds ING. Algemeen functieprofiel Bestuur Stichting Pensioenfonds ING

Functieprofielen Algemeen Bestuur Stichting Pensioenfonds ING. Algemeen functieprofiel Bestuur Stichting Pensioenfonds ING Functieprofielen Algemeen Bestuur Stichting Pensioenfonds ING Algemeen functieprofiel Bestuur Stichting Pensioenfonds ING Kenmerken Fonds Stichting Pensioenfonds ING (hierna: het Fonds) is op 1 januari

Nadere informatie

Profielschets lid Raad van Toezicht. 6 maart 2018

Profielschets lid Raad van Toezicht. 6 maart 2018 Profielschets lid Raad van Toezicht 6 maart 2018 71649 092004 1. INLEIDING In dit document zijn achtereenvolgens de kenmerken van de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Kappersbedrijf (Bpf Kappers)

Nadere informatie

2013 verkort in beeld. Ontwikkelingen. Pensioenen Beleggingen Organogram

2013 verkort in beeld. Ontwikkelingen. Pensioenen Beleggingen Organogram 02 verkort in beeld 03 Ontwikkelingen 05 08 10 Pensioenen Beleggingen Organogram Aantal deelnemers dat pensioen opbouwt Aantal personen dat een ouderdomspensioen ontvangt Aantal deelnemers met slapende

Nadere informatie

Informatiebijeenkomst Pensioenen: actueler dan ooit. Oktober 2013

Informatiebijeenkomst Pensioenen: actueler dan ooit. Oktober 2013 Informatiebijeenkomst Pensioenen: actueler dan ooit Oktober 2013 1 Pensioenstelsel Individueel Pensioen fonds Overheid Lijfrente Pensioen AOW B E L A S T I N G 2 Programma bestuur en taken bestuur de pensioenregeling

Nadere informatie

STICHTING PENSIOENFONDS PGB JAARVERSLAG ste BOEKJAAR

STICHTING PENSIOENFONDS PGB JAARVERSLAG ste BOEKJAAR Jaarverslag 2016 STICHTING PENSIOENFONDS PGB JAARVERSLAG 2016 64ste BOEKJAAR Inhoud Bestuursverslag... 5 Voorwoord... 6 De belangrijkste cijfers 2012 2016... 7 De ontwikkelingen in beeld... 8 Profiel...

Nadere informatie

2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG

2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG 2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG 1 Toelichting op het jaarverslag In het jaarverslag legt het pensioenfonds uitgebreid verantwoording af over de ontwikkelingen, besluiten en gebeurtenissen

Nadere informatie

VVG - 29 april 2016. Pensioenfonds PGB Arnold Verplancke

VVG - 29 april 2016. Pensioenfonds PGB Arnold Verplancke VVG - 29 april 2016 Pensioenfonds PGB Arnold Verplancke 1 Uw pensioen bij PGB in 2016 3 september 2015 Programma Ontwikkeling Pensioenfonds PGB ontwikkeling van grafisch naar multisectoraal groei via aansluitingen

Nadere informatie

Nieuws. Gesloten fonds. Pensioenfonds IN DIT NUMMER: Verkort jaarverslag. Tegenvallende beleggingen, toch toeslagverlening in 2018

Nieuws. Gesloten fonds. Pensioenfonds IN DIT NUMMER: Verkort jaarverslag. Tegenvallende beleggingen, toch toeslagverlening in 2018 Pensioenfonds Nieuws Augustus 2019 Verkort jaarverslag IN DIT NUMMER: Gesloten fonds Tegenvallende beleggingen, toch toeslagverlening in 2018 Voor het pensioenfonds was 2018 een belangrijk jaar. Na onderhandelingen

Nadere informatie

VERKORT JAARVERSLAG 2017

VERKORT JAARVERSLAG 2017 VERKORT JAARVERSLAG 2017 De belangrijkste ontwikkelingen in 2017 bij Pensioenfonds TNT Express op een rij in deze verkorte en vereenvoudigde versie van het jaarverslag. Het volledige jaarverslag vindt

Nadere informatie

Pensioenactualiteiten en ontwikkelingen bij PGB

Pensioenactualiteiten en ontwikkelingen bij PGB Presentatie voor ledenraad KVGO Ruud Degenhardt 29 mei 2013 Pensioenactualiteiten en ontwikkelingen bij PGB Inhoud Inhoud PGB Financieel Pensioenactualiteiten Wet Versterking Pensioenfondsbestuur Ontwikkeling

Nadere informatie

Verkort Jaarverslag 2014

Verkort Jaarverslag 2014 Verkort Jaarverslag 2014 Het bestuur: de pensioenwereld blijft in beweging Ook in 2014 stond de pensioenwereld niet stil. Het bestuur volgde alle actuele politieke en maatschappelijke ontwikkelingen op

Nadere informatie

Nieuws. Gezond maar alert. Pensioenfonds IN DIT NUMMER: Verkort jaarverslag. De financiële situatie van het pensioenfonds verbeterde in 2017.

Nieuws. Gezond maar alert. Pensioenfonds IN DIT NUMMER: Verkort jaarverslag. De financiële situatie van het pensioenfonds verbeterde in 2017. Pensioenfonds Verkort jaarverslag Gezond maar alert De financiële situatie van het pensioenfonds verbeterde in 2017. Nieuws IN DIT NUMMER: Augustus 2018 Hierdoor was het mogelijk de opgebouwde pensioenen

Nadere informatie

Verslag bijeenkomst SVG 9 maart 2016

Verslag bijeenkomst SVG 9 maart 2016 Verslag bijeenkomst SVG 9 maart 2016 Op woensdagmiddag 9 maart, aansluitend aan de jaarbijeenkomst van de Vereniging Gepensioneerden Getronics (VGG), organiseerde Stichting Voorzieningsfonds Getronics

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Avery Dennison. Algemene Vergadering van Deelnemers en Gepensioneerden Oegstgeest, 3 september 2018

Stichting Pensioenfonds Avery Dennison. Algemene Vergadering van Deelnemers en Gepensioneerden Oegstgeest, 3 september 2018 Stichting Pensioenfonds Avery Dennison Algemene Vergadering van Deelnemers en Gepensioneerden Oegstgeest, 3 september 2018 Agenda 1. Opening 2. Vaststelling notulen jaarvergadering 4 september 2017 3.

Nadere informatie

Uw eigen pensioenregeling bij Pensioenfonds PGB

Uw eigen pensioenregeling bij Pensioenfonds PGB Uw eigen pensioenregeling bij Pensioenfonds PGB Pensioen is een belangrijke arbeidsvoorwaarde voor uw werknemers. Daarom is het belangrijk dat dit goed is geregeld. Op een manier die bij uw bedrijf past.

Nadere informatie

2e kwartaal 2016 Den Haag, juli 2016

2e kwartaal 2016 Den Haag, juli 2016 Kwartaalbericht 2e kwartaal 2016 Den Haag, juli 2016 Samenvatting cijfers per 30 juni 2016 Dekkingsgraad (UFR): 99,0% Beleidsdekkingsgraad: 99,6% Belegd vermogen: 23,3 miljard Rendement 1 e halfjaar 2016:

Nadere informatie

Een overzicht van de kerncijfers vindt u op <pagina 8 en 9> van het volledige jaarverslag.

Een overzicht van de kerncijfers vindt u op <pagina 8 en 9> van het volledige jaarverslag. 12 vragen over het jaarverslag 2013 De hoofdpunten uit het jaarverslag van Stichting Pensioenfonds voor Verloskundigen (SPV) behandelen we aan de hand van 12 vragen en antwoorden. Een volledig exemplaar

Nadere informatie

Verkort jaarverslag

Verkort jaarverslag Verkort jaarverslag 2014 1 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven Hoe deed ons pensioenfonds het in 2014? Waar hield het bestuur zich mee bezig? En wat waren

Nadere informatie

1e kwartaal 2016 Den Haag, 20 april 2016

1e kwartaal 2016 Den Haag, 20 april 2016 Kwartaalbericht 1e kwartaal 2016 Den Haag, 20 april 2016 Samenvatting cijfers per 31 maart 2016 Dekkingsgraad (UFR): 97,7% Beleidsdekkingsgraad: 102,0% Belegd vermogen: 21,9 miljard Rendement 1 e kwartaal

Nadere informatie

Profiel voor (kandidaat)leden van het Verantwoordingsorgaan PMT

Profiel voor (kandidaat)leden van het Verantwoordingsorgaan PMT Profiel voor (kandidaat)leden van het Verantwoordingsorgaan PMT Profiel van PMT Pensioenfonds Metaal en Techniek (PMT) verzorgt de pensioenregeling voor de bedrijfstak Metaal en Techniek. In totaal zijn

Nadere informatie

Strengere regels voor pensioenfondsen

Strengere regels voor pensioenfondsen Pensioenflits Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Betonproductenindustrie + Verkort jaarverslag November 2015 De Pensioenflits is een uitgave van uw Bedrijfstakpensioenfonds voor de Betonproductenindustrie

Nadere informatie

Verkort jaarverslag 2017 Pensioenfonds Cargill

Verkort jaarverslag 2017 Pensioenfonds Cargill Verkort jaarverslag 2017 Pensioenfonds Cargill Pensioenfonds Cargill 2017 in beeld Wat zijn de belangrijkste ontwikkelingen van 2017 van Pensioenfonds Cargill? U leest het in dit verkort jaarverslag. Financiële

Nadere informatie

Pensioenfonds Robeco. Populair Jaarverslag 2014

Pensioenfonds Robeco. Populair Jaarverslag 2014 Pensioenfonds Robeco Populair Jaarverslag 2014 2014 was een bewogen jaar voor Pensioenfonds Robeco door de sterk dalende rente en de veranderende wet- en regelgeving. In het jaarverslag blikken wij als

Nadere informatie

PGB actueel door Arnold Verplancke

PGB actueel door Arnold Verplancke door Arnold Verplancke Inhoud Financiële resultaten 2014 en eerste maanden 2015 Aansluitingen en groei deelnemersbestand Kosten per deelnemer Nieuwe wetgeving: - APF - Communicatie Nieuw portaal gepensioneerden

Nadere informatie

Geef pensioen de aandacht die het verdient. Jaarbericht Stichting Pensioenfonds

Geef pensioen de aandacht die het verdient. Jaarbericht Stichting Pensioenfonds Geef pensioen de aandacht die het verdient Jaarbericht Stichting Pensioenfonds Vijf mythes over pensioen Over pensioenen zijn meerdere mythes in omloop. Het is belangrijk om te weten hoe het wel zit. De

Nadere informatie

4e kwartaal 2015 Den Haag, 21 januari 2016

4e kwartaal 2015 Den Haag, 21 januari 2016 Kwartaalbericht 4e kwartaal 2015 Den Haag, 21 januari 2016 Samenvatting cijfers per 31 december 2015 Dekkingsgraad (UFR): 100,5% Beleidsdekkingsgraad: 104,4% Belegd vermogen: 19,9 miljard Rendement 4 e

Nadere informatie

Overgang naar Bpf Detailhandel 27 September 2017

Overgang naar Bpf Detailhandel 27 September 2017 Overgang naar Bpf Detailhandel 27 September 2017 Agenda Overgang naar Pensioenfonds Detailhandel Aanleiding Uitgangspunten voor samenwerking Conclusies Besluit Sociale Partners In het kort: Pensioenfondsen

Nadere informatie

Krimp grafimedia en groei PGB

Krimp grafimedia en groei PGB Krimp grafimedia en groei PGB Reset governance PGB Ruud Degenhardt, Bestuursvoorzitter PGB Aansluitingen en collectieve waardeoverdrachten Bert Coenradie, Bestuurslid PGB (Financiële en actuariële zaken)

Nadere informatie

PROFIELSCHETS. Philips Pensioenfonds NIET UITVOEREND BESTUURDER 1/5. Stichting Philips Pensioenfonds

PROFIELSCHETS. Philips Pensioenfonds NIET UITVOEREND BESTUURDER 1/5. Stichting Philips Pensioenfonds PROFIELSCHETS NIET UITVOEREND BESTUURDER Stichting Stichting behoort tot de grootste ondernemingspensioenfondsen van Nederland met een belegd vermogen van bijna 18 miljard euro. Het pensioenfonds voert

Nadere informatie

VERKORT JAARVERSLAG 2016

VERKORT JAARVERSLAG 2016 VERKORT JAARVERSLAG 2016 2016: wat zijn de belangrijkste ontwikkelingen van 2016 bij Pensioenfonds TNT Express? U leest het in deze verkorte en vereenvoudigde versie van het jaarverslag. Het volledige

Nadere informatie

Informatiebijeenkomst Pensioenfonds KPN Pensioengerechtigden. Oktober 2013

Informatiebijeenkomst Pensioenfonds KPN Pensioengerechtigden. Oktober 2013 Informatiebijeenkomst Pensioenfonds KPN Pensioengerechtigden Oktober 2013 1 Pensioenstelsel Individueel Pensioen fonds Overheid Lijfrente Pensioen AOW B E L A S T I N G 2 Programma bestuur en taken bestuur

Nadere informatie

1e kwartaal 2017 Den Haag, april 2017

1e kwartaal 2017 Den Haag, april 2017 Kwartaalbericht 1e kwartaal 2017 Den Haag, april 2017 Samenvatting cijfers per 31 maart 2017 Dekkingsgraad (UFR): 103,3% Beleidsdekkingsgraad: 100,4% Belegd vermogen: 23,5 miljard Rendement 2017 t/m maart:

Nadere informatie

WAT SPEELT ER ROND UW PENSIOEN BIJ SPUN?

WAT SPEELT ER ROND UW PENSIOEN BIJ SPUN? WAT SPEELT ER ROND UW PENSIOEN BIJ SPUN? Bijeenkomst voor pensioengerechtigden Dick Vis, voorzitter Stichting Pensioenfonds Urenco Nederland 20 september 2016 Agenda 1. Samenvatting jaarverslag 2015 2.

Nadere informatie

Deelnemersvergadering. Haarlem 26 juni 2017 Boxmeer 29 juni 2017 Oss 29 juni 2017

Deelnemersvergadering. Haarlem 26 juni 2017 Boxmeer 29 juni 2017 Oss 29 juni 2017 Deelnemersvergadering Haarlem 26 juni 2017 Boxmeer 29 juni 2017 Oss 29 juni 2017 Agenda Opening, mededelingen Toelichting organisatie van het fonds Verantwoording en jaarverslag 2016: beleggingen en pensioenaanspraken

Nadere informatie

Beknopt jaarverslag 2016

Beknopt jaarverslag 2016 Beknopt jaarverslag 2016 Beknopt jaarverslag 2016 Inleiding Dit jaar brengt Stichting Pensioenfonds De Fracties voor het eerst een verkorte versie van het jaarverslag uit. In dit verslag zie je in een

Nadere informatie

Profielschets lid van het bestuur

Profielschets lid van het bestuur Profielschets lid van het bestuur Algemene kenmerken Stichting Prepensioenfonds voor de Groothandel in Textielgoederen en Aanverwante Artikelen (PRETEX) dat met ingang van 2002 is opgericht, is per 1 januari

Nadere informatie

Profielschets lid Verantwoordingsorgaan oktober 2016

Profielschets lid Verantwoordingsorgaan oktober 2016 71649 092004 Profielschets lid Verantwoordingsorgaan oktober 2016 postadres postbus 3183 3502 GD Utrecht telefoon (030) 245 39 22 fax (030) 245 35 72 KvK 41178959 1. INLEIDING In dit document zijn achtereenvolgens

Nadere informatie

2e kwartaal 2017 Den Haag, juli 2017

2e kwartaal 2017 Den Haag, juli 2017 Kwartaalbericht 2e kwartaal 2017 Den Haag, juli 2017 Samenvatting cijfers per 30 juni 2017 Dekkingsgraad (UFR): 104,9% Beleidsdekkingsgraad: 101,8% Belegd vermogen: 23,5 miljard Rendement 2017 t/m juni:

Nadere informatie

3e kwartaal 2015 Den Haag, 19 oktober 2015

3e kwartaal 2015 Den Haag, 19 oktober 2015 Kwartaalbericht 3e kwartaal 2015 Den Haag, 19 oktober 2015 Samenvatting cijfers per 30 september 2015 Dekkingsgraad (UFR): 99,3% Beleidsdekkingsgraad: 107,1% Belegd vermogen: 19,5 miljard Rendement 2015

Nadere informatie

delta lloyd pensioenfonds Over het jaar 2012

delta lloyd pensioenfonds Over het jaar 2012 delta lloyd pensioenfonds Over het jaar 2012 XY 13996-0513 In dit Jaarbericht leest u wat er in 2012 bij ons pensioenfonds gebeurde. We gaan wat dieper in op onze beleggingen en andere financiële zaken.

Nadere informatie

Deelnemersbijeenkomst

Deelnemersbijeenkomst Deelnemersbijeenkomst Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland 5 juli 2016 1 Agenda Opening 2015 Financiën: Dekkingsgraad en financiële situatie Henk Herstelplan Henk Beleggingsbeleid Bert Risico s

Nadere informatie

1. Waarom heeft SPUN in 2015 een werkgroep toekomstverkenning ingesteld?

1. Waarom heeft SPUN in 2015 een werkgroep toekomstverkenning ingesteld? Veel gestelde vragen en antwoorden over de toekomst van SPUN 1. Waarom heeft SPUN in 2015 een werkgroep toekomstverkenning ingesteld? In de afgelopen 10 jaar is het aantal pensioenfondsen in Nederland

Nadere informatie

Later AOW en pensioen

Later AOW en pensioen Pensioenflits Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Betonproductenindustrie + Verkort jaarverslag Juli 2017 De Pensioenflits is een uitgave van uw Bedrijfstakpensioenfonds voor de Betonproductenindustrie

Nadere informatie

COMMUNICATIEBELEID Eigenaar: Document: Versie: Datum: Auteur: Versie Status Datum Omschrijving

COMMUNICATIEBELEID Eigenaar: Document: Versie: Datum: Auteur: Versie Status Datum Omschrijving COMMUNICATIEBELEID Eigenaar: Bestuur pensioenfonds Scildon Document: Communicatiebeleid Versie: Definitief Datum: 31.05.2017 Auteur: Antoinette Ankone Versie Status Datum Omschrijving 0.1 Concept 01-08-2016

Nadere informatie

Pensioenfonds TNO FUNCTIEPROFIEL. Bestuurslid algemeen

Pensioenfonds TNO FUNCTIEPROFIEL. Bestuurslid algemeen Pensioenfonds TNO FUNCTIEPROFIEL Bestuurslid algemeen Rijswijk, 13 juni 2019 1. Pensioenfonds TNO De Stichting Pensioenfonds TNO is opgericht met het doel de pensioenregelingen van de aangesloten werkgevers

Nadere informatie

Algemene vergadering van Deelnemers en Gepensioneerden. Dinsdag 13 juni uur

Algemene vergadering van Deelnemers en Gepensioneerden. Dinsdag 13 juni uur Algemene vergadering van Deelnemers en Gepensioneerden Dinsdag 13 juni 2017 14.30 uur 2 Agenda 1. Opening en vragen 2. Financiële positie 3. Communicatie 4. Governance 5. Verantwoordingsorgaan 6. Vermogensbeheer

Nadere informatie

Kwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari 2015. Samenvatting cijfers per 31 december 2014

Kwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari 2015. Samenvatting cijfers per 31 december 2014 Kwartaalbericht 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari 2015 Samenvatting cijfers per 31 december 2014 Dekkingsgraad: 111,5% Beleidsdekkingsgraad: 112,6% Belegd vermogen: 19,6 miljard Rendement 2014: 27,6%

Nadere informatie

Uitvoering van rechtstreeks verzekerde regelingen

Uitvoering van rechtstreeks verzekerde regelingen RAPPORT ACHMEA PENSIOEN- & LEVENSVERZEKERINGEN N.V. Laan van Malkenschoten 20 Postbus 9150 7300 HZ Apeldoorn www.achmea.nl Uitvoering van rechtstreeks verzekerde regelingen Rapportage Intern toezicht in

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Smurfit Kappa Nederland

Stichting Pensioenfonds Smurfit Kappa Nederland Stichting Pensioenfonds Smurfit Kappa Nederland Jaarbericht 2014 AUGUSTUS 2015 In dit Jaarbericht over 2014 legt Stichting Pensioenfonds Smurfit Kappa Nederland op hoofdlijnen verantwoording af voor het

Nadere informatie

Deelnemers Het fonds betaalt maandelijks pensioen aan deelnemers. gaan in de toekomst pensioen ontvangen. 2,05%

Deelnemers Het fonds betaalt maandelijks pensioen aan deelnemers. gaan in de toekomst pensioen ontvangen. 2,05% deelnemers 15.654 In 2013 verdiende het fonds 28,3 miljoen dankzij beleggen. Dat bedrag staat voor een rendement van 2,05%. Deelnemers Het fonds betaalt maandelijks pensioen aan 5.038 deelnemers. De overige

Nadere informatie

De wereld verandert. SPH Jaarbericht. Highlights van 2015

De wereld verandert. SPH Jaarbericht. Highlights van 2015 De wereld verandert. SPH Jaarbericht Highlights van 2015 Veranderingen vragen om wendbaarheid Vooraf De wereld om ons heen verandert, dat hebben we ook in 2015 ondervonden. De financiële markten bleven

Nadere informatie

Wijziging uitvoerder & pensioenregeling 2015 25 november 2014

Wijziging uitvoerder & pensioenregeling 2015 25 november 2014 Wijziging uitvoerder & pensioenregeling 2015 25 november 2014 1 Doel van deze bijeenkomst Toelichting waarom overstap naar nieuwe pensioenuitvoerder Toelichting waarom nieuwe pensioenregeling per 1-1-2015

Nadere informatie

Kwartaalbericht. 2e kwartaal 2015 Den Haag, 14 juli 2015. Samenvatting cijfers per 30 juni 2015

Kwartaalbericht. 2e kwartaal 2015 Den Haag, 14 juli 2015. Samenvatting cijfers per 30 juni 2015 Kwartaalbericht 2e kwartaal 2015 Den Haag, 14 juli 2015 Samenvatting cijfers per 30 juni 2015 Dekkingsgraad (UFR): 108,3% Beleidsdekkingsgraad: 110,0% Belegd vermogen: 19,6 miljard Rendement 2015 1 e halfjaar:

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland Papendorpseweg 100 3528 BJ Utrecht Ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel onder nummer 41184467

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds SABIC

Stichting Pensioenfonds SABIC Stichting Pensioenfonds SABIC Presentatie SPF tijdens algemene ledenvergadering VGSE 15 april 2010 Jan van den Berg, voorzitter SPF 1 Programma 1. Algemeen 2. Situatie SPF eind 2008 3. Ontwikkelingen SPF

Nadere informatie

Wanneer gaat u met pensioen: eerder of later? AOW-leeftijd verschuift opnieuw

Wanneer gaat u met pensioen: eerder of later? AOW-leeftijd verschuift opnieuw Pensioenflits Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Betonproductenindustrie + Verkort jaarverslag Juli 2017 De Pensioenflits is een uitgave van uw Bedrijfstakpensioenfonds voor de Betonproductenindustrie

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum Betreft Financiële positie pensioenfondsen

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum Betreft Financiële positie pensioenfondsen > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Terugblik op Wie zijn wij? Margreet Verhoef. Rita van Ewijk. Fred Steenwinkel. Sinds 2010 bestuurslid

Terugblik op Wie zijn wij? Margreet Verhoef. Rita van Ewijk. Fred Steenwinkel. Sinds 2010 bestuurslid Programma 1. Terugblik 2018 en financiële positie 2019 2. Toekomst Stichting Pensioenfonds Equens 3. Overgang naar Algemeen Pensioenfonds (APF) 4. Planning overgang 5. Pensioenakkoord 1 Wie zijn wij? Margreet

Nadere informatie

Reglement Raad van Toezicht. van de. Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf

Reglement Raad van Toezicht. van de. Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf Reglement Raad van Toezicht van de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf Vastgesteld 22-12-2016 Inhoudsopgave... 1 Inleiding... 3 Artikel 1 - Begripsomschrijvingen...

Nadere informatie

In september 2016 werd het contract met Syntrus Achmea Pensioenbeheer opgezegd. In 2017 werd een nieuwe pensioenuitvoeringsorganisatie

In september 2016 werd het contract met Syntrus Achmea Pensioenbeheer opgezegd. In 2017 werd een nieuwe pensioenuitvoeringsorganisatie 2017in vogelvlucht Deelnemers Financieel Beleggingen Kosten Communicatie In juni 2018 hebben we ons jaarverslag 2017 uitgebracht. We hebben de belangrijkste ontwikkelingen van 2017 voor u samengevat. Het

Nadere informatie

VITP Toezichtcode 2019

VITP Toezichtcode 2019 VITP Toezichtcode 2019 Vier principes vormen het fundament van de toezichtcode: 1. De zorg voor het pensioen van de deelnemer is leidend voor het toezichthouden De primaire taak van een pensioenfonds is

Nadere informatie

2009: een actief jaar met interessante ontwikkelingen

2009: een actief jaar met interessante ontwikkelingen Verkort jaarverslag 2009 2009: een actief jaar met interessante ontwikkelingen Het jaar 2009 stond in het teken van het treffen van maatregelen om de financiële positie van het fonds weer op het gewenste

Nadere informatie

Stichting Norit Pensioenfonds

Stichting Norit Pensioenfonds Stichting Norit Pensioenfonds Communicatieplan 2017-2019 Dit communicatieplan is voorbereid door de werkgroep communicatie van Stichting Norit Pensioenfonds en vastgesteld door het bestuur. Amersfoort,

Nadere informatie

TRANSPARANTIEDOCUMENT

TRANSPARANTIEDOCUMENT TRANSPARANTIEDOCUMENT Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie en aanverwante Bedrijven (VNPS) Dit is een uitgave van de Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie

Nadere informatie

BeterExcedent. Pensioenregeling 2015

BeterExcedent. Pensioenregeling 2015 BeterExcedent Pensioenregeling 2015 BeterExcedent Pensioen Werkgevers 2015 Uw werknemers bouwen pensioen op bij bpfbouw in de pensioenregeling voor de Bouwnijverheid. Dit is een middelloonregeling. Deze

Nadere informatie

Welkom op de jaarvergadering 2017

Welkom op de jaarvergadering 2017 Stichting Pensioenfonds van de KAS BANK Welkom op de jaarvergadering 2017 Amsterdam, 29 augustus 2018 1 Onderwerp Inhoudsopgave 1 Opening 2 Mededelingen van de voorzitter 3 Notulen deelnemersvergadering

Nadere informatie

3e kwartaal 2017 Den Haag, oktober 2017

3e kwartaal 2017 Den Haag, oktober 2017 Kwartaalbericht 3e kwartaal 2017 Den Haag, oktober 2017 Samenvatting cijfers per 30 september 2017 Dekkingsgraad (UFR): 106,4% Beleidsdekkingsgraad: 103,5% Belegd vermogen: 23,9 miljard Rendement 2017

Nadere informatie

Algemene vergadering van Deelnemers en Gepensioneerden. Dinsdag 11 juni uur

Algemene vergadering van Deelnemers en Gepensioneerden. Dinsdag 11 juni uur Algemene vergadering van Deelnemers en Gepensioneerden Dinsdag 11 juni 2019 15.30 uur 2 Agenda 1. Opening 2. Mogelijke verlaging 3. Pensioenbeheer 4. Vermogensbeheer 5. Verantwoordingsorgaan 6. Jaarverslag

Nadere informatie

Beloningsbeleid Juli 2019

Beloningsbeleid Juli 2019 Beloningsbeleid Beloningsbeleid Juli 2019 Philips Pensioenfonds (PPF) voert de pensioenregelingen uit die gelden voor huidige en voormalige -werknemers van de twee aangesloten ondernemingen in Nederland,

Nadere informatie

Stichting Voorzieningsfonds Getronics 9 maart Stand van zaken SVG. 1 van 21

Stichting Voorzieningsfonds Getronics 9 maart Stand van zaken SVG. 1 van 21 Stichting Voorzieningsfonds Getronics 9 maart 2016 Stand van zaken SVG 1 van 21 Programma Pensioenfonds SVG Financiële positie SVG Terugblik 2015 Vooruitblik 2016 Derivaten Vragen 2 van 21 Pensioenfonds

Nadere informatie

Bijzondere Deelnemersvergadering 24 april 2014

Bijzondere Deelnemersvergadering 24 april 2014 Bijzondere Deelnemersvergadering 24 april 2014 2 1. Opening, mededelingen en ingekomen stukken 2. Achtergrond Wet versterking bestuur pensioenfondsen 3. Wet versterking bestuur pensioenfondsen 4. Wijzigingen

Nadere informatie

Pensioeninformatie. Rob Handgraaf november 2015. Welkom! Pensioen bij PGB

Pensioeninformatie. Rob Handgraaf november 2015. Welkom! Pensioen bij PGB Rob Handgraaf november 2015 Welkom! Pensioen bij PGB Inhoud Over PGB Uitvoeringsorganisatie van PGB Communicatie Vragen 2 Over PGB PGB is het bedrijfstakpensioenfonds voor: grafimedia branche kartonnage-

Nadere informatie

Haarlem 18 juni 2019 Boxmeer 20 juni 2019 Oss 20 juni 2019

Haarlem 18 juni 2019 Boxmeer 20 juni 2019 Oss 20 juni 2019 Haarlem 18 juni 2019 Boxmeer 20 juni 2019 Oss 20 juni 2019 Opening, mededelingen Toelichting organisatie van het fonds Ontwikkelingen 2018 & 2019 - IORP II & Bestuursmodel - Pensioenakkoord Beleggingen,

Nadere informatie

Informatiebijeenkomst voor aangesloten werkgevers. April 2012

Informatiebijeenkomst voor aangesloten werkgevers. April 2012 Informatiebijeenkomst voor aangesloten werkgevers April 2012 Agenda Kenmerken SPNG Aanleiding Uitgangspunten en ondernomen stappen Wijzigingen in de regeling en premie Intermezzo: de pensioendriehoek Stappen

Nadere informatie

Algemene vergadering van Deelnemers en Gepensioneerden. Dinsdag 12 juni uur

Algemene vergadering van Deelnemers en Gepensioneerden. Dinsdag 12 juni uur Algemene vergadering van Deelnemers en Gepensioneerden Dinsdag 12 juni 2018 15.30 uur 2 Agenda 1. Opening en vragen 2. Financiële positie 3. Risicobereidheidsonderzoek 4. Verantwoordingsorgaan 5. Tariefsafspraken

Nadere informatie

Uw pensioenfonds in 2018 Verkort jaarverslag

Uw pensioenfonds in 2018 Verkort jaarverslag Uw pensioenfonds in Verkort jaarverslag in vogelvlucht We vinden het belangrijk om transparant te zijn in wat we doen en wat dat oplevert. Daar verantwoorden we ons over in het jaarverslag. Speciaal voor

Nadere informatie

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan Dit financieel crisisplan is geschreven in het kader van artikel 145 van de Pensioenwet. Het crisisplan maakt deel uit van de beschrijving van de beheerste en integere

Nadere informatie

FUNCTIEPROFIEL VOOR: BESTUURSLID NAMENS DEELNEMERS EN LID GOVERNANCECOMMISSIE STICHTING PENSIOENFONDS GRONTMIJ 22 MEI 2015

FUNCTIEPROFIEL VOOR: BESTUURSLID NAMENS DEELNEMERS EN LID GOVERNANCECOMMISSIE STICHTING PENSIOENFONDS GRONTMIJ 22 MEI 2015 FUNCTIEPROFIEL VOOR: BESTUURSLID NAMENS DEELNEMERS EN LID GOVERNANCECOMMISSIE STICHTING PENSIOENFONDS GRONTMIJ 22 MEI 2015 Inhoudsopgave 1. Het pensioenfonds... 3 2. Het bestuur... 3 3. Taken van het bestuur...

Nadere informatie

Verkort jaarverslag 2016

Verkort jaarverslag 2016 Verkort jaarverslag 2016 Wat waren in 2016 de belangrijkste feiten en gebeurtenissen voor GE Pensioen? U leest het in deze verkorte versie van het jaarverslag. Naast deze bondige versie treft u ook het

Nadere informatie

10. Goed pensioenfondsbestuur

10. Goed pensioenfondsbestuur 10. Goed pensioenfondsbestuur 10.1 Paritair bestuursmodel SPE kent het paritair bestuursmodel. Intern toezicht Visitatiecommissie Bestuur Werkgever Werknemers Pensioengerechtigden Verantwoordingsorgaan

Nadere informatie

Beschrijving Pension Fund Governance Stichting Bedrijfspensioenfonds voor het Bakkersbedrijf

Beschrijving Pension Fund Governance Stichting Bedrijfspensioenfonds voor het Bakkersbedrijf Beschrijving Pension Fund Governance Stichting Bedrijfspensioenfonds voor het Bakkersbedrijf Dit is een uitgave van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Bakkersbedrijf Datum 15 juni 2012 1 Voorwoord

Nadere informatie

Uw pensioenfonds in 2016 Verkort jaarverslag

Uw pensioenfonds in 2016 Verkort jaarverslag Uw pensioenfonds in Verkort jaarverslag in vogelvlucht We vinden het belangrijk om transparant te zijn in wat we doen en wat dat oplevert. Daar verantwoorden we ons over in het jaarverslag. Speciaal voor

Nadere informatie

Nieuw bestuurslid Ronald van Hees over ontwikkelingen bij SBZ

Nieuw bestuurslid Ronald van Hees over ontwikkelingen bij SBZ Nieuwsbrief van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Zorgverzekeraars april 2014 Nieuw bestuurslid Ronald van Hees over ontwikkelingen bij SBZ Het bestuur van SBZ telt een nieuw gezicht. Ronald van Hees,

Nadere informatie

Pensioenfonds B&S. Pensioenkrant Pensioen fonds B&S

Pensioenfonds B&S. Pensioenkrant Pensioen fonds B&S Pensioenfonds B&S Pensioenkrant 2014 Pensioen fonds B&S I n h o u d s o p g a v e Woord vooraf... 4 1. Jaarverslag 2013 in hoofdijnen... 5 2. Dekkingsgraad 2014... 7 3.Nieuw pensioenstelsel 2015... 8

Nadere informatie

Pensioenactualiteiten en strategische keuzes bij PGB

Pensioenactualiteiten en strategische keuzes bij PGB Pensioenfonds PGB Presentatie voor de Ledenraad 29 februari 2012 7 Pensioenactualiteiten en strategische keuzes bij PGB 1 Inhoud Inhoud Deel I: actuele ontwikkelingen in het pensioendomein financiële positie

Nadere informatie

Verslag Verantwoordingsorgaan 2016

Verslag Verantwoordingsorgaan 2016 Verslag Verantwoordingsorgaan 2016 Inhoudsopgave: Voorwoord Doel en ambitie Bestuursmodel Samenstelling verantwoordingsorgaan Financiën Activiteiten Adviezen Communicatie Toekomstige ontwikkelingen San

Nadere informatie

Nieuws. Een fonds in goede conditie IN DIT NUMMER: Verkort jaarverslag

Nieuws. Een fonds in goede conditie IN DIT NUMMER: Verkort jaarverslag Verkort jaarverslag Een fonds in goede conditie In deze nieuwsbrief blikken we terug op 2016. Wat waren de belangrijkste ontwikkelingen? Op alle beleidsterreinen is er hard gewerkt in 2016. We hebben het

Nadere informatie

10. Goed pensioenfondsbestuur

10. Goed pensioenfondsbestuur 10. Goed pensioenfondsbestuur 10.1 Algemeen In 2013 is de Wet versterking bestuur pensioenfondsen in werking getreden. De invloed van deze nieuwe wet is van groot belang voor de governance structuur van

Nadere informatie

BEKNOPT JAARVERSLAG 2017

BEKNOPT JAARVERSLAG 2017 BEKNOPT JAARVERSLAG 2017 BEKNOPT JAARVERSLAG 2017 INLEIDING Ook dit jaar brengt Stichting Pensioenfonds De Fracties een verkorte versie van het jaarverslag uit. In dit verslag zie je in een oogopslag de

Nadere informatie

Functieprofiel lid bestuur met portefeuille vermogensbeheer en risicomanagement van Stichting Notarieel Pensioenfonds

Functieprofiel lid bestuur met portefeuille vermogensbeheer en risicomanagement van Stichting Notarieel Pensioenfonds Functieprofiel lid bestuur met portefeuille vermogensbeheer en risicomanagement van Stichting Notarieel Pensioenfonds 1. Algemene kenmerken Het bestuur van de Stichting Notarieel Pensioenfonds (SNPF) is

Nadere informatie

FUNCTIEPROFIEL VOOR: BESTUURSLID NAMENS DEELNEMERS STICHTING PENSIOENFONDS GRONTMIJ 8 DECEMBER 2016

FUNCTIEPROFIEL VOOR: BESTUURSLID NAMENS DEELNEMERS STICHTING PENSIOENFONDS GRONTMIJ 8 DECEMBER 2016 FUNCTIEPROFIEL VOOR: BESTUURSLID NAMENS DEELNEMERS STICHTING PENSIOENFONDS GRONTMIJ 8 DECEMBER 2016 Inhoudsopgave 1. Het pensioenfonds... 3 2. Het bestuur... 3 3. Taken van het bestuur... 3 4. Bestuurssamenstelling...

Nadere informatie

Een nieuwe keuze in pensioenoplossingen. ICK Beschikbare Premieregeling

Een nieuwe keuze in pensioenoplossingen. ICK Beschikbare Premieregeling Een nieuwe keuze in pensioenoplossingen voor de ICK-branche ICK Beschikbare Premieregeling ICK Beschikbare Premieregeling 2 De ICK-branche verbreedt het aanbod op het gebied van pensioen. Naast de bestaande

Nadere informatie

Verkort jaarverslag 2015

Verkort jaarverslag 2015 Verkort jaarverslag 2015 Wat waren in 2015 de belangrijkste feiten en gebeurtenissen voor GE Pensioen? U leest het in deze verkorte versie van het jaarverslag 2015. Naast deze bondige versie treft u ook

Nadere informatie

Ontwikkelingen in 2012

Ontwikkelingen in 2012 1 Jaarbericht 2012 Ontwikkelingen in 2012 2012 was, in alle opzichten, weer een bewogen jaar. We kregen onder meer te maken met hectische ontwikkelingen op de financiële markten, met veranderingen in de

Nadere informatie

Update pensioenen INVISTA (Nederland) BV per 14 oktober Stichting Pensioenfonds Invista

Update pensioenen INVISTA (Nederland) BV per 14 oktober Stichting Pensioenfonds Invista Update pensioenen INVISTA (Nederland) BV per 14 oktober 2015 Pensioen INVISTA (Nederland) BV Pensioenregeling van INVISTA (Nederland) BV is een middelloonregeling (vestiging Kerkrade) dan wel een combinatie

Nadere informatie

Verder in deze nieuwsbrief een samenvatting van het rapport van de visitatiecommissie.

Verder in deze nieuwsbrief een samenvatting van het rapport van de visitatiecommissie. Van het SPAN bestuur De maand mei staat in het teken van het afronden van het SPAN jaarverslag over 2012. Eind deze maand verwachten we dat het verslag wordt goedgekeurd door actuaris en accountant. Het

Nadere informatie