FUNCTIEBESCHRIJVING. Context - Organisatorische eenheid: Dienst Deelnemersregistratie en begeleiding

Transcriptie

1 FUNCTIEBESCHRIJVING Datum : 14 mei 2012 Functiebeschrijving : Begeleider Vastgesteld besluit CvB : Waardering Salarisschaal 10 Context - Organisatorische eenheid: Dienst Deelnemersregistratie en begeleiding - Verantwoording: aan Hoofd Deelnemersbegeleiding De werkzaamheden worden uitgevoerd binnen Scalda, dat ontstaat door de fusie tussen ROC Westerschelde en ROC Zeeland per De begeleider werkt ten behoeve van de dienst die de onderwijsorganisatie faciliteert met frontoffice diensten (servicebalies als vraagbaak voor deelnemers), informatiediensten (het web) en registratiediensten (t.b.v. DUO en de studievoortgang). De begeleider verricht in het bijzonder werkzaamheden binnen een aantal resultaatgebieden: - Bijdrage beleidsontwikkeling;; - Beleidsuitvoering;; - Relatiebeheer inzake toeleverende en afnemende scholen;; - Eerstelijns ondersteuning/advisering;; - Registratie/administratie;; - Bijdrage borging van de kwaliteitszorg. - Voorlichting specifiek (oriëntering) - Begeleiding/advisering bij aanmelding en plaatsing - Begeleiding en advisering bij uitstroom Resultaatgebieden 1. Resultaatgebied 1 De begeleider levert een bijdrage aan de beleidsontwikkeling. Levert een bijdrage aan de beleidsontwikkeling inzake (studie)loopbaanbegeleiding en sociaal-emotionele begeleiding, signaleert en analyseert de nieuwste ontwikkelingen op het vakgebied en adviseert het hoofd deelnemersbegeleiding ten aanzien van de consequenties voor het te ontwikkelen beleid en komt met (beleids)alternatieven. Levert een bijdrage aan het beleid rond het leerlingvolgsysteem. 2. Resultaatgebied 2 De begeleider voert het beleid uit.

2 - Zorgt voor de beleidsuitvoering en evalueert de resultaten van het gevoerde beleid en komt met adviezen voor aanpassing;; - Levert een bijdrage aan de coördinatie van de intake;; - voert de verlengde intake uit;; - draagt zorg voor de uitvoering van de groeps- en individuele tweedelijnsbegeleiding van deelnemers;; - onderhoud in het kader van loopbaanbegeleiding in- en externe contacten t.a.v. mogelijkheden van de deelnemers op de arbeidsmarkt. 3. Resultaatgebied 3 De begeleider voert relatiebeheer uit inzake toeleverende en afnemende scholen. het organiseren van een decanendag;; - het onderhouden van contacten met decanen van toeleverend en afnemend onderwijs;; - het vertegenwoordigen van de organisatie in relevantie gremia;; - relatiebeheer intern met relevante partijen;; - het organiseren van de voorlichting;; - het inventariseren van de voorlichtingsbehoefte en het organiseren van de uitvoering van de voorlichting door de voorlichters van de verschillende colleges;; - begeleidt deelnemers in het kader van loopbaanbegeleiding en informeert hen over alternatieve opleidingsmogelijkheden, beroepsmogelijkheden, studiefinanciering, e.d. 4. Resultaatgebied 4 De begeleider voert eerstelijns advisering en ondersteuning uit. Biedt eerstelijns begeleiders en teamleiders ondersteuning in onderwerpen die de expertise van de deelnemersbegeleiding betreffen en adviseert hen ten aanzien van te nemen maatregelen. 5. Resultaatgebied 5 De begeleider zorgt voor een goede registratie en administratie. Zorgt voor adequate registratie/administratie van de activiteiten van de deelnemersbegeleiding. 6. Resultaatgebied 6 De begeleider levert een bijdrage aan de borging van de kwaliteitszorg. Levert een bijdrage aan de borging van de kwaliteitszorg t.a.v. de deelnemersbegeleiding. 7. Resultaatgebied 7 De begeleider geeft voorlichting. 2

3 Voorlichting aan deelnemers en ouders door het verstrekken van inlichtingen over studieprogramma s in de verschillende studierichtingen. Het informeren van afstuderenden over de beroepsmogelijkheden. Het zorgdragen van adequate informatie op het terrein van studiefinanciering, verzekeringen e.d. Het leveren van bijdragen aan schoolevenementen en interne voorlichtingsactiviteiten. 8. Resultaatgebied 8 De begeleider geeft begeleiding/advisering bij aanmelding en plaatsing. Begeleiding, advisering en plaatsing van deelnemers middels ondersteuning bij studieen beroepskeuze m.b.v. beroepskeuzetesten, assessments, EVC/EVK, testen, intakegesprekken. 9. Resultaatgebied 9 De begeleider geeft begeleiding/advisering bij uitstroom. Begeleiding van deelnemers bij de doorverwijzing naar een vervolgstudie en beroepskeuze/werk. Voert exit gesprekken met deelnemers. Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden - De begeleider legt verantwoording af aan het hoofd deelnemersbegeleiding over de kwaliteit van de bijdrage aan de beleidsontwikkeling en -uitvoering van de deelnemersbegeleiding;; - De begeleider werkt binnen de kaders van het vastgestelde onderwijsbeleid van de organisatie;; - De begeleider neemt beslissingen bij/over het bijdragen aan de beleidsontwikkeling en de uitvoering van de deelnemersbegeleiding, het adviseren over de opzet en uitvoering van de eerste en tweede lijns begeleiding, het ondersteunen en adviseren van eerstelijns begeleiders en teamleiders, ondersteuning in onderwerpen die de expertise van de deelnemersbegeleiding betreffen, het zorgen voor registratie/administratie van de activiteiten van de deelnemersbegeleiding en het leveren van een bijdrage aan de borging van de kwaliteitszorg t.a.v. de deelnemersbegeleiding. Kennis en vaardigheden - theoretische en praktische kennis op het gebied van ontwikkelingspsychologie;; - kennis van hulpverleningsmethoden en -technieken en (externe) hulpverleningsmogelijkheden;; - kennis van mogelijkheden op de opleidings- en arbeidsmarkt;; - kennis van (andere) opleidingsmogelijkheden en instroomeisen;; - kennis van de gedragspatronen (o.a. diverse culturele achtergronden) van de doelgroep(en) in de stad en de regio;; - inzicht in bestaande onderwijsprogramma's, -profielen en -systemen binnen de instelling;; - inzicht in de sociale kaart van de omgeving/regio;; - vaardigheid in communicatie (gesprek, intercultureel);; - vaardigheid in het analyseren van complexe problemen (leerproblemen en sociaalemotionele problemen) en het zoeken naar passende oplossingen;; - werken denkniveau: HBO 3

4 Contacten - met begeleiders/coaches/studieloopbaanbegeleiders, docenten/teamleiders, staf/beleidsmedewerkers om tot afstemming te komen inzake een sluitend systeem van plaatsing en leerwegbegeleiding;; - met deelnemers om de begeleiding of advisering optimaal te laten verlopen;; - met organisaties op het gebied van loopbaanbegeleiding over mogelijkheden voor hulpverlening en advisering, om cursisten door te verwijzen of over onderzoek en plaatsing van cursisten;; - met collega-functionarissen bij onderwijsinstellingen, toeleverende scholen en vervolgopleidingen over deelnemers om begeleiding en advisering op elkaar af te stemmen. 4

5 5

6 Competenties Begeleider (schaal 10) De bereidheid en het vermogen om samen te werken met anderen aan een gemeenschappelijk doel, ook wanneer dit doel niet onmiddellijk van persoonlijk belang is. 3.1: Samenwerken - Biedt gevraagd en ongevraagd hulp aan en vraagt waar nodig zelf om hulp. - Maakt heldere en meetbare afspraken. - Wisselt op eigen initiatief informatie/kennis en ideeën met medewerkers/collega's uit in het kader van het gemeenschappelijke doel. - Verwerkt meningen van anderen in eigen ideeën, plannen en werkwijzen. Zich verbonden voelen met en loyaal zijn aan de organisatie en het werk. - Draagt bij aan de doelen en waarden van de organisatie. 3.2: Betrokkenheid - Stelt zich expliciet achter genomen beslissingen en verdedigt deze beslissingen, waar nodig, binnen en buiten de organisatie. - Is bereid zich extra in te spannen voor de organisatie. - Stelt het organisatiebelang voorop. Het vermogen in te spelen op en tegemoet te komen aan vragen, wensen, behoeften en belangen van zowel interne als externe klanten en het vermogen om het brede begrip 'klantrelatie' te vertalen naar de eigen context en daar toe te passen. 3.5: Klantgerichtheid - Stelt zich actief hulpvaardig en adviserend op voor klanten;; heeft grondige kennis van de klant. - Streeft actief naar verhoging van de klanttevredenheid en kwaliteitsverbetering. - Onderhoudt de relatie met de klant en werkt aan potentiële klantrelaties. Vernieuwend denken en handelen, kansen en mogelijkheden zien voor vernieuwing van werkwijzen, producten of diensten: voorkeur voor uitproberen van verbeteringen boven handhaven bestaande. 4.4: Innovatief vermogen - Benadert vraagstukken vanuit nieuwe en onverwachte invalshoeken. - Toont zich nieuwsgierig naar nieuwe ontwikkelingen en informeert zich daarover. - Brengt bestaande ideeën en oplossingen met elkaar in verband om tot een nieuwe oplossing of idee te komen. - Komt regelmatig met ongebruikelijke en innovatieve voorstellen en ideeën. De mate waarin wordt beschikt over inhoudelijke vakkennis, deskundigheid en vaardigheden, benodigd om het vak adequaat uit te oefenen. 4.5: Vakmanschap - Draagt er actief aan bij dat het kennis- en vaardighedenniveau van de organisatie, zijn organisatiedeel of zijn opleiding op peil blijft. - Zorgt voor een excellent niveau van dienstverlening vanuit het eigen werkgebied. - Heeft kennis van nieuwe (technologische) ontwikkelingen op het vakgebied en in aanverwante en ondersteunende werkgebieden en gebruikt deze informatie effectief bij de uitvoering van het eigen werk.

7 Luisteren naar en meedenken met anderen, onderkennen van gevoelens en behoeften van anderen, zich verplaatsen in anderen en bewust omgaan met verschillende achtergronden en belangen. 5.1: Inlevingsvermogen - Houdt rekening met de belangen van anderen. - Gaat goed om met de emoties van anderen en zichzelf en geeft daarbij duidelijk aan wat de grenzen zijn. - Denkt mee, creëert vertrouwen en ondersteunt. - Brengt in een groep de onderlinge omgang ter sprake op een manier die door anderen wordt geaccepteerd. Handelen - in woord en gedrag - in lijn met algemeen aanvaarde sociale en ethische normen en waarden, ook onder moeilijke omstandigheden en/of druk om hier vanaf te wijken. Het daarop aanspreekbaar zijn en het aanspreken van anderen hierop. - Laat iedereen te allen tijde in zijn waarde. 5.2: Integriteit - Heeft een duidelijke mening en staat open voor de mening van anderen. - Heeft kennis van normen en waarden vanuit andere culturen. - Gaat zorgvuldig en discreet om met vertrouwelijke of gevoelige informatie van anderen. - Voorkomt belangenverstrengeling, of heft deze zo mogelijk tijdig op;; maakt eigen positie en belangen duidelijk in (zakelijke) conflictsituaties. Hoge eisen stellen aan de kwaliteit van een product of dienst. - Grijpt in als de geëiste kwaliteit niet in orde is. 6.3: Kwaliteitsgerichtheid - Vraagt feedback met betrekking tot de kwaliteit van het door hem geleverde werk. - Voelt zich mede verantwoordelijk voor de kwaliteit van de producten en diensten. - Streeft voortdurend naar kwaliteitsverbetering van producten en diensten. Het vermogen zich effectief aan te passen bij zich wijzigende omstandigheden, weerstand, problemen of kansen door zijn werkwijze te variëren, teneinde het gestelde doel te bereiken. 6.5: Flexibiliteit - Schakelt snel naar andere situaties en is snel inzetbaar op andere aangrenzende gebieden. - Pikt snel nieuwe zaken op en neemt deze mee in zijn eigen werkzaamheden. - Past zijn eigen gedragsstijl aan de situatie aan. - Ziet in wanneer een nieuwe situatie er om vraagt dat hij nieuwe competenties ontwikkelt. Het stimuleren en motiveren van anderen gericht op hun persoonlijke ontwikkeling en het geven en ontvangen van feedback in een open verstandhouding. 7.1: Coachen - Beschikt over een breed repertoire aan coachingsvaardigheden. - Helpt anderen om gedragspatronen te doorbreken of te versterken. - Leeft zich in de ander in en bouwt verder op zelfvertrouwen van de ander. - Stimuleert anderen hun competenties in te zetten en te vergroten. 2