Provincie Zuid-Holland. Beheerplan Gebouwen PZH (DOS )

Transcriptie

1 Provincie Zuid-Holland Beheerplan Gebouwen PZH (DOS )

2 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding Aanleiding Doel Leeswijzer 3 2. Beleids- en begrotingscyclus Beleidscyclus Provinciaal beleid Nota Onderhoud Kapitaalgoederen en Beheerplan Gebouwen Dagelijks beheer, planmatig onderhoud, periodieke inspecties, maatregelen Jaarprogramma Evaluatie van het beleid Begrotingscyclus Nota kapitaalgoederen en Beheerplan Gebouwen Jaarbegroting 5 3. Beheerplan Gebouwen Basisprincipes planmatig beheer en onderhoud Basiskwaliteitsniveau MJOP o.b.v. NEN Risico Inventarisatie - en Evaluatie (Rl&E) Structurele, gebouwgewijze en integrale aanpak Levensduur Risico's en prioritering Categorieën gebreken Kengetallen De uitvoering van het Meerjaren Onderhouds- en Investeringsplan Provinciehuis Bouwdelen A, Ben D-nieuw Bouwdeel C Bouwdeel D-hoog en D-laag Bouwdeel D-nieuw DBl-gebouwen Gehuurde gebouwen 9 4. Het meerjarig budgettair beslag Vertaling van beleid naar budget Budgetten in bestaande begroting versus nulmeting 10 Bijlage 1. Omschrijving NEN Bijlage 2. Overzicht provinciale gebouwen 12

3 1. Inleiding 1.1. Aanleiding De Provincie Zuid-Holland heeft verschillende soorten gebouwen in beheer. Een deel van de gebouwen is gehuurd en een deel is in eigendom. Het betreft zowel kantoorpanden als bedieningscentrales, brug- en sluis wacht erhuisjes, dienstwoningen, projectwoningen/gebouwen en molens. Deze gebouwen worden door de provincie beheerd en onderhouden. Zie bijlage 1 voor een overzicht van de provinciale gebouwen. Facilitaire Zaken (FZ) heeft als taak het planmatig beheer en onderhoud van de gebouwen uit te voeren. In het verieden werd het beheer en onderhoud vanuit het budget gestuurd. Afhankelijk van het beschikbare budget werden plannen gemaakt voor het beheer en onderhoud van de gebouwen. Daarnaast stond met name het dagelijks en correctief onderhoud van de gebouwen centraal. Bij defecten aan bijvoorbeeld installaties werd incidenteel onderhoud en/of vervangen uitgevoerd. Na vaststelling van dit beheerplan zal FZ een planmatige en meer gestructureerde aanpak en onderbouwing van het meerjarig beheer en onderhoud van de gebouwen realiseren op basis van conditiemetingen. Het 'Beheerplan Gebouwen' wordt vanaf nu vierjaarlijks geactualiseerd. Het 'Beheerplan Gebouwen' iseen nadere uitwerking van de 'Nota Onderhoud Kapitaalgoederen Gebouwen' welke is eind 2011 vastgesteld. Het Beheerplan Gebouwen wordt ter besluitvorming aangeboden Doel Het doel van het beheerplan is het nader vastleggen van de wijze waarop de provincie Zuid-Holland invulling geeft aan het beheer en onderhoud van de provinciale gebouwen. Het beheerplan is een plan op tactisch niveau, dat de vertaalslag maakt van beleid en wet en regelgeving naar operationeel beheer. Het t>eheer van de provinciale gebouwen vindt steeds meer geïntegreerd plaats. In het beheerplan wordt ook duidelijk hoe het beleid doorwerkt naar de uitvoering, zoals de interventieniveaus, de inspecties, de onderhoudstrategie en de prioritering Leeswijzer In dit 'Beheerplan Gebouwen' wordt in hoofdstuk 2 de systematiek van het planmatig t)eheer en onderhoud uitgelegd, waarbij wordt ingegaan op de samenhang tussen de beleidscyclus, de beheeren onderhoudscyclus en de begrotingscyclus. Ook worden de algemene uitgangspunten van de systematiek benoemd. Vervolgens wordt in hoofdstuk 3 ingegaan op de aanpak van het beheer en onderhoud in de provinciale gebouwen ln hoofdstuk 4 wordt kort ingegaan op de aandachtspunten en uitdagingen voor de periode Tot slot wordt in hoofdstuk 5 het meerjarig budgettair beslag omschreven.

4 2. Beleids- en begrotingscyclus 2.1 Beleidscyclus Provinciaai beleid Boven In de beleidscyclus vormt het vastgestelde provinciale beleid de basis. Hierin staat de visie en lange termijn agenda van de provincie beschreven op diverse thema's. Dit provinciale beleid wordt in diverse beheerplannen vertaald naar tactische kaders voor onderhoud en functieverbeteringen. In onderhoudsprogramma's worden de bijbehorende operationele maatregelen vastgesteld. Hierna wordt stapsgewijs toegelicht hoe in de systematiek van planmatig beheer en onderhoud de vertaling van functionele eisen naar onderhouds- en verbetermaatregelen wordt gemaakt. In dit kader is de Beleidsnota Investeringen, waarderingen en afschrijvingen 2010 van belang, waarin de afschrijvingstermijnen voor de provinciale eigendommen zijn beschreven Nota Onderhoud Kapitaalgoederen en Beheerplan Gebouwen De vertaling van het beleid naar het beheer en onderhoud van de provinciale gebouwen vindt plaats in de 'Nota onderhoud kapitaal goederen - onderdeel gebouwen'. Deze vertaling wordt verder uitgewerkt in het beheerplan, waarin de wijze wordt omschreven waarop de provincie Zuid-Holland invulling geeft aan het tactisch beheer en onderhoud van de provinciale gebouwen. Eens per vier jaar worden de documenten geëvalueerd, geactualiseerd en opnieuw vastgesteld. Het beheer van de provinciale gebouwen vindt steeds meer plaats op grond van integrale afwegingen, waarbij het kwaliteitsniveau centraat staat. Dit werkt door naar de investeringen in en instandhouding van de gebouwen. In het beheerplan wordt ook duidelijk hoe dit beleid doorwerkt naar de uitvoering, zoals de interventieniveaus, de inspecties, de onderhoudstrategie en de prioritering Dagelijks beheer, planmatig onderhoud, periodieke inspecties, maatregelen Oagelijks beheer Inspecties ^^ \_^ MJOP Maatregelen Schematisch weergave systematiek: vertaling van Inspecties naar maatregeten Er vindt dagelijks beheer én planmatig onderhoud plaats en, indien opgetreden, het oplossen van calamiteiten. Een calamiteit ontstaat als bijvoorbeeld een installatie uitvalt. Hierdoor komt de functie van het gebouw in gevaar. Door volgens het meerjarenprogramma de gebouwen te onderhouden wordt de kans op calamiteiten steeds kleiner. In het planmatig beheer en onderhoud wordt onderscheid gemaakt in dagelijks t)eheer en onderhoud en grootschalig onderhoud. Vervangingen van onderdelen worden geschaard onder het grootschalig onderhoud en zullen zoveel mogelijk in de gebouwgewijze aanpak mee worden genomen. Periodiek vinden technische inspecties plaats conform de NEN 2767 Zie bijlage 1). Deze inspecties vormen de basis voor het Meerjaren Onderhoudsplan (MJOP). In het MJOP worden de maatregelen die nodig zijn in een gebouw voorzien van een raming op basis van normkosten. Uit het MJOP worden

5 de beheer- en verbetermaatregelen geprioriteerd voor uitvoering. Op basis van het MJOP wordt bepaald welke maatregelen dienen te worden getroffen om de gebouwen op het gewenste kwaliteitsniveau te houden. Vervolgens worden deze maatregelen uitgevoerd. Door consequent op de bovenstaande wijze te werken wordt alle gebouwen constant aan onderhoud onderworpen Jaarprogramma Een jaarprogramma is een jaarschijf uit het MJOP, die gevoed wordt door inspecties die worden uitgevoerd. Ook staan de projecten in de voorbereidingsfase voor uitvoering in het komende jaar vermeld Evaluatie van het beleid De komende vier jaar zal volgens het omschreven beleid gewerkt worden. Conform de cyclus zal het dan op te stellen beheerplan een evaluatie bevatten van de verstreken periode. Op basis van deze evaluatie zal bepaald worden in hoeverre het beleid bijgesteld moet worden. 2.2 Begrotingscyclus Strateaisch 4 iaar Bijstellen Beleid * Nota Kapitaalgoederen (onderdeel Getmuwen) * Strategisctie Huisvestingsvisie Uitvi/erken Tactisch 4 laar Beheerplan Implementatie Evaluatie, monitoren Ooerationeel 1 iaar Meerjaren Onderhoudsen Investeringenplan Schematische weergave samenhang binnen begrotingscyclus Nota kapitaalgoederen en Beheerplan Gebouwen Het budgettaire beslag wordt in hoofdzaak bepaald door het kwaliteitsniveau van het onderhoud. In de nota Onderhoud Kapitaalgoederen en in het beheerplan wordt het beleid vastgesteld. In het MJOP worden de diverse uitgangspunten voor het omgaan met de kapitaalgoederen gebouwen benoemd. Uit het MJOP blijkt de budgetbehoefte op basis van normkosten Jaarbegroting In de provinciale begroting wordt het meerjaren onderhoudsinvesteringsprogramma MJOP opgenomen. Conform het MJOP wordt jaarlijks het budget voor onderhoud en investeringen uit het beheerplan Gebouwen bijgesteld. Deze bijstelling van het MJOP in de begroting vindt jaariijks bij Voorjaarsnota plaats.

6 3. Beheerplan Gebouwen Het 'Beheerplan Gebouwen' maakt de vertaalslag van beleid en wet en regelgeving naar operationeel beheer. Samen met het MJOP is hiermee een instrument beschikbaar voor het plannen, prioriteren, programmeren, begroten en sturen van het beheer en onderhoud van de gebouwen. In het MJOP worden alle aspecten van de gebouwen worden per bouwdeel behandeld. Het MJOP bevat de maatregelen die tijdens het integraal onderhoud worden uitgevoerd. Integraal onderhoud betekent voor de gebouwen dat het onderhoud aan alle onderdelen zoveel mogelijk tegelijkertijd wordt uitgevoerd en op elkaar wordt afgestemd. In dit beheerplan wordt voornamelijk ingegaan op het planmatig beheer en onderhoud van de provincie. Daarnaast zijn er echter ook nog de dagelijkse beheertaken die door de provincie uitgevoerd worden ten behoeve van het adequaat functioneren van de gebouwen. Deze taken worden ook onder regie van Facilitaire Zaken uitgevoerd. Installaties worden bijgestuurd, reparaties aan bijvoorbeeld wanden worden verricht indien schade is ontstaan Ook calamiteiten zullen direct worden opgelost en vallen daarom buiten het grootschalig onderhoud. Bij het dagelijks beheer en onderhoud dient altijd een afweging te worden gemaakt of de schade direct moet worden gerepareerd of dat deze enige tijd kan wachten tot het moment van groot onderhoud. Bij deze afweging speett veiligheid samen met een efficiënte inzet van middelen een rol. Een aantal werkzaamheden binnen het dagelijks beheer en onderhoud wordt in opdracht aan derden gedaan, zoals onderhoud aan liften. In het verieden werden de beschikbare budgetten ten behoeve van het beheer en onderhoud grotendeels besteed aan werkzaamheden binnen het dagelijks beheer en onderhoud. Met de introductie van het planmatig beheer waarbij het accent op het grootschalig onderhoud ligt, is de verwachting dat de budgetbehoefte voor het dagelijks beheer en onderhoud gaat afnemen. Dit als gevolg van een steeds beter inzicht in en de toename van uniformiteit in de technische staat van de gebouwen. 3.1 Basisprincipes planmatig beheer en onderhoud Basiskwaliteitsniveau Het thema kwaliteit vormt een randvoorwaarde voor het provinciale gebouwenbeleid. Voor het bas is kwal ite its niveau dat de provincie hanteert is een tweetal instrumenten van belang: de MJOP en de Risico Inventarisatie - en Evaluatie (Rl&E). Dit Beheerplan Gebouwen hanteert Conditieniveau 3 (sober en doelmatig) zoals beschreven in de vigerende normering (NEN, zie ) en is als ondergrens acceptabel. Voor specifieke cnjciale onderdelen (bijvoorbeeld de koeling van een serverruimte) kunnen afwijkende conditieniveaus vastgesteld worden. Door het beheer en onderhoud aan te laten sluiten op deze conditieniveaus en het beheer en onderhoud planmatig op te pakken, zal het aantal storingen worden geminimaliseerd. Het basiskwaliteitsniveau is een sober en doelmatig niveau zonder franje (duurzaam veilig) en wel op zodanige wijze dat de gebouwen tegen minimale kosten veilig hun functie vervullen. Het basiskwaliteitsniveau is dus te beschouwen als een minimaal niveau MJOP o.b.v. NEN 2767 Aan de hand van inspecties/conditiemetingen op basis van de NEN 2767 wordt het MJOP opgesteld. Bij de conditiemetingen worden eventuele gebreken geconstateerd. In de NEN 2767 worden zes conditieniveaus omschreven: 1. Uitstekende conditie 2. Goede conditie 3. Redelijke conditie 4. Matige conditie 5. Slechte conditie 6. Zeer slechte conditie Onderdelen in die gebouwen worden onderhouden met onderhoudsmaatregelen die zijn vermeld in het MJOP. Maatregelen worden in het MJOP voorzien van een raming op basis van normkosten. In het MJOP wordt gewerkt met een gebouwindeling. Binnen de gebouwen is een opdeling gemaakt op basis van 63 NL-SFB-codes, een specifiek op de bouwsector gerichte indeling/codering. De intensiteit van het onderhoud per gebouw per jaar kan sterk variëren Risico Inventarisatie - en Evaluatie (Rl&E) De Arbeidsomstandighedenwet (Arbo-wet) verplicht werkgevers een Risico Inventarisatie - en Evaluatie (Rl&E) te laten uitvoeren. De provincie voert deze Rl&E vierjaarlijks uit. Uit deze Rl&E blijkt

7 of en zo ja welke maatregelen nodig zijn om de veiligheid te vertïeteren. Als op de verschiltende onderdelen het basiskwaliteitsniveau gegarandeerd is, zal ook uit de Rl&E blijken dat de provincie voldoet aan wat gesteld is in de Arbo-wet Structurele, gebouwgewijze en integrale aanpak Een structurele, gebouwgewijze en integrale manier van werken resulteert in gebouwen met een constant kwaliteitsniveau en een slagvaardig opererende beheerorganisatie. Door een éénmalige en grootschalige voorbereiding, aanbesteding en uitvoering van werken wordt de overiast voor de gebruikers (het provinciale personeel) geconcentreerd en beperkt. Structureel Bij structureel beheer en onderhoud hoort ook een structurele middelenvoorziening. Dat betekent voldoende middelen voor dagelijks beheer en onderhoud, grootschalig onderhoud, vervanging en achterstallig beheer en onderhoud. Omdat de kwaliteitsniveaus en beheerstrategie elke vier jaar worden vastgesteld is de structurele aanpak gewaarborgd. Gebouwgewijs De be heerfilosofie is er op gericht om de functionaliteit van gebouwen te waarborgen. Per gebouw wordt gekeken welke onderhouds- en verbetermaatregelen nodig zijn. Deze worden verder voorbereid en uiteindelijk uitgevoerd door de onderhoudsmaatregelen te treffen. Integraal De uitvoering van projecten voor grootschalig onderhoud in een gebouw bevat alle bouwkundige, elektrotechnische en werktuigbouwkundige maatregelen die in het betreffende gebouw uitgevoerd dienen te worden. Integraal onderhoud betekent dat deze zoveel mogelijk tegelijkertijd worden uitgevoerd en op elkaar wordt afgestemd. Naast het onderhouden van het klimaat zal dus ook zoveel als mogelijk het noodzakelijke onderhoud aan bijvoorbeeld elektrotechnische installaties worden meegenomen in het onderhoud Levensduur In het kader van de levensduur is de Beleidsnota Investeringen, waarderingen en afschrijvingen 2010 van belang. Hierin de afschrijvingstermijnen voor de provinciale eigendommen zijn beschreven. Voor de gebouwen zijn de volgende afschrijvingstermijnen van beiang: inrichting 10 jaar installaties 15 jaar constructies 30 jaar De theoretische levensduur van de onderdelen in gebouwen staan vermeld in de NEN Deze theoretische levensduur wordt gebruikt als referentie voor de vervangingscyclus van de onderdelen. De conditiemetingen worden vierjaariijks uitgevoerd. Deze periode van vier jaar biedt de gelegenheid om gedurende de levensduur te onderzoeken of deze onderdelen nog eens een periode meegaan. In het MJOP wordt voor alle categorieën een afweging gemaakt tussen de technische levensduur en de functionele levensduur bij de beslissing om groot onderhoud uit te voeren of een onderdeel zelfs te vervangen. Over het algemeen kan worden gesteld dat op het moment dat de functionaliteit in het geding komt er wordt overgegaan tot groot onderhoud of vervanging. Dit hoeft niet per definitie in de eerstvolgende gelegenheid voor groot onderhoud te zijn, maar kan ook één of meerdere onderhoudscycli verder weg liggen. In veel gevallen is de technische tevensduur dan nog niet verstreken. Zodra de technische levensduur is verstreken zal moeten worden overgegaan tot groot onderhoud of vervanging van het onderdeel. Dit staat los van de functionaliteit. Het kan voorkomen dat de vervanging van een onderdeel op basis van de technische levensduur precies tussen twee momenten van groot onderhoud invalt. Op dat moment wordt ervoor gekozen om het groot onderhoud eerder uit te voeren, dan technisch noodzakelijk is. Daarnaast speelt ook de functionele en economische levensduur een rol. Het komt geregeld voor dat na een x-aantal jaar een onderdeel niet meer aan zijn functionele eisen voldoet terwijl het in technische zin nog jaren meekan. Hieronder een schematisch overzicht van het conditieniveau in relatie tot het grootschalig onderhoud.

8 Conditie Basiskwaliteits niveau Risico's en prioritering De inspectie op basis van de NEN 2767 behelst een toetsing van de huidige conditie van de elementen in relatie tot de gewenste conditie. Afwijkingen ten opzichte van de gewenste conditie zijn opgenomen en voorzien van een risico en een prioriteit. De schaal van risico's is al volgt: Risico 1 Veiligheid / gezondheid Risico 2 Cultuurhistorische waarde Risico 3 Gebruik en bedrijfsproces Risico 4 Technische vervolgschade Risico 5 Toename klachtenonderhoud Risico 6 Beleving / esthetica Categorieën gebreken Naast het risiconiveau worden de gebreken in verschillende categorieën geplaatst. Deze categorieën zijn 1. het belang van het gebrek 2. de omvang van het geconstateerde gebrek 3. de intensiteit van het gebrek Kengetallen Maatregelen die nodig zijn in een gebouw worden uitgewerkt en voorzien van een raming op basis van landelijk vastgestelde kengetallen in het MJOP. Het is echter niet per definitie noodzakelijk alle gebreken te verhelpen om te komen tot de gewenste conditie. In het MJOP zijn alleen de kosten opgenomen voor die gebreken welke wel moeten worden verholpen om te komen tot de gewenste conditie. 3.2 De uitvoering van het Meerjaren Onderhouds* en Investeringsplan Provinciehuis Het provinciehuis bestaat uit verschillende bouwdelen, te weten A, B, C en D-laag, D-hoog en D- nieuw. Eik bouwdeel heeft zijn eigen dynamiek, karakter en staat van onderhoud. Als het gaat om de installaties, zijn deze echter niet zondermeer separaat per bouwdeel te beschouwen. Zo zijn bijvoorbeeld de warmte- en koude-opwekkingsinstallaties, die zich in het C-bouwdeel bevinden, werkzaam voor het gehele complex. Datzelfde geldt bijvoorbeeld ook voor de brandmeldinstallatie; de centrale bevindt zich in bouwdeel C maar is gekoppeld aan de installaties in de overige delen. Dit zijn de bouwdeeloverstijgende onderdelen. De parkeergarage is in het MJOP een specifiek t)ouwdeel. In het kader van de strategische huisvestingsvisie zullen de komende jaren met name werkzaamheden plaatsvinden in de bouwdelen A, B en C. De budgetten die zijn vrijgemaakt voor de uitrol van de strategische huisvestingsvisie zullen hiervoor worden aangesproken. Ats gevolg hiervan zijn de budgetten voor het MJOP voor de tïouwdelen A en B nihil; in de uitrol van de huisvestingsvisie worden nagenoeg alle onderhoudstechnische aspecten aangepakt. Wel zal conform het MJOP Tijd

9 dagelijks onderhoud worden uitgevoerd. Voor bouwdeel C geidt dat de esthetische elementen worden bekostigd uit de budgetten voor de uitrol van de huisvestingsvisie. De onderhoudstechnische elementen, zoals het renoveren van de toiletten en de riolering, worden bekostigd uit de budgetten van het MJOP. De inspecties op basis waarvan het MJOP is opgesteld wijzen voor de verschillende onderdelen uit wat het conditie/kwaliteitsniveau is waar deze op dit moment aan voldoen. Zoals vermeld hanteert de provincie naar bas is kwa lite its niveau 3 (sober en doelmatig zonder franje; Duurzaam veilig). Voor enkele eiementen geldt dat deze op een hoger kwaliteitsniveau worden beoordeeld. Deze onderdelen zijn namelijk onlangs geheel of gedeeltelijk vervangen en verkeren dus nagenoeg in een nieuwstaat. Voor andere etementen geldt dat deze niet voldoen aan het basiskwaliteitsniveau 3 en dus (deels) aan onderhoud of vervanging toe zijn. In dat geval is in het MJOP een bedrag gereserveerd om er voor te zorgen dat na deze ingreep het gewenst kwaliteitsniveau wordt behaald Bouwdelen A, B en D-nieuw In de bouwdelen A en B zal de komende jaren het flexibel kantoorconcept worden uitgerold. Tegelijkertijd wordt in deze bouwdelen het onderhoud aan de (kantoor)installaties uitgevoerd. Daarnaast zal ook een modernisering van het bouwkundige inbouwpakket in de kantoren plaatsvinden. Een aantal algemene installaties, zoals de liftinstallaties, de dakbedekking en de brandmeldinstallatie zullen separaat worden onderhouden. Na oplevering van deze bouwdelen zal het onderhoud in de eerste planjaren slechts bestaan uit dagelijks beheer Bouwdeel C Het bouwdeel C zal de komende jaren als onderdeel van het programma uitrol huisvestingsvisie deels worden gemoderniseerd. Binnen deze modernisering zal ook een deel van het grootschalig onderhoud worden uitgevoerd. Dit betreft voornamelijk de installaties, zoals de riolering en de brandmeldinstallatie. Separaat zullen in het kader van het planmatig onderhoud ook andere in het MJOP genoemde onderdelen worden onderhouden Bouwdeel D-hoog en D-laag In het kader van de strategische huisvestingsvisie vinden geen werkzaamheden in bouwdeel D-hoog en D- laag plaats. Echter confomi de MJOP zal dagelijks en planmatig ondemoud worden uitgevoerd. Zo zullen de nodige (installatie-)vervangingen plaatsvinden conform het instandhoudingsniveau Bouwdeel D-nieuw Bouwdeel D-nieuw zal de komende jaren worden verhuurd aan derden. De verhuur heeft gevolg voor het dagelijkse maar ook het planmatige onderhoud dat door de provincie zelf zal moeten worden gepleegd. Binnen D-nieuw is daarom een scheiding aangebracht tussen enerzijds het inbouwpakket, en anderzijds de gebouwgebonden elementen. Het inbouwpakket bestaat uit zaken als tapijt, wanden, deuren e.d. De gebouwgebonden elementen t)estaan uit zaken als de installaties, constructieve elementen, het dak e.d. Het onderhouden van het inbouwpakket is voor rekening van de huurder. Het onderhouden van de gebouwgebonden elementen is voor rekening van de verhuurder, in het kader van het instandhouden van het bedrijfskapitaal van de provincie. Hiermee is rekening gehouden in het MJOP. 3.3 DBI-gebouwen Naast het hoofdkantoor heeft de provincie ook een aantal DBl-gebouwen in eigendom. De verantwoording voor het beheer en onderhoud van gebouwen in eigendom ligt bij de provincie. In het kader van de strategische huisvestingsvisie vinden geen werkzaamheden in de overige eigendomsgebouwen plaats. Er zal dagelijks en planmatig onderhoud worden uitgevoerd. Zo zullen de nodige (installatie-)vervangingen plaatsvinden. 3.4 Gehuurde gebouwen De verantwoording voor gehuurde gebouwen is onder te verdelen in twee onderdelen. Het gebouw en de gebouwgebonden zaken en installaties dienen te worden onderhouden door de verhurende partij. De provincie dient als huurder er op toe te zien dat de verhuurder zijn verantwoordelijkheden en verplichtingen nakomt op basis van contractmanagement. Voor de gebruikersinstallaties en het inbouwpakket is de provincie zelf veranhvoordelijk. In het kader van de strategische huisvestingsvisie vinden geen werkzaamheden aan deze gebruikersinstallaties en het inbouwpakket plaats. Dagelijks en planmatig zal het ondemoud worden uitgevoerd. Zo zullen de nodige (installatie-) vervangingen plaatsvinden.

10 4. Het meerjarig budgettair beslag 4.1 Vertaling van beleid naar budget Het budgettaire beslag wordt in hoofdzaak bepaald door de kwaliteit van het te plegen onderhoud. Het adequate onderhoudsniveau voor de gebouwen wordt in het Beheerplan gebouwen vastgesteld door GS. De onderhoudsplannen worden in hetzelfde beheerplan op basis van het gekozen kwaliteitsniveau en de onlangs gehouden 'nulmeting' financieel vertaald, waardoor de behoefte aan dekkingsmiddelen in een meerjarig perspectief inzichtelijk wordt gemaakt. 4.2 Budgetten in bestaande begroting versus nulmeting De budgetten voor gebouwenonderhoud zijn op basis van een nulmeting uit 2006 meerjarig opgenomen in de huidige begroting van de provincie Zuid-Holland. In 2011 heeft een nieuwe nulmeting plaatsgevonden. Binnen deze nulmeting heeft een priotering plaatsgevonden, waarvan onderstaande tat>el het resultaat is. Deze gegevens dienen als basis voor het beheer van het provinciehuis. Er zijn geen extra financiële middelen nodig. Voor uitvoering van het Meerjaren onderhoudsplan Provinciehuis zijn voldoende middelen beschikbaar binnen de huidige exploitatie- en investerings begroting Voor jaarschijf 2016 wordt 2,6 min investeringsbudget opgenomen. Omdat de huidig meerjarig opgenomen investeringsbudgetten een ander ritme hebt)en dan de nieuwe plannen, zullen bij Begroting 2013 mutaties plaatsvinden tussen de verschillende jaarschijven. Het betreft o.a. het doorschuiven van 2,1 investeringsbudget 2012 voor onderhoudgebouwen die wordt doorgeschoven naar 2013 omdat de grootschalige onderhoudswerkzaamheden gelijktijdig met modernisering C-gebouw worden meegenomen. Voor jaarschijf 2016 wordt 2,6 min investeringsbudget opgenomen. Gebouwenonderhoud Provinciehuis Dekking uib j Provinciehuis (vervangingsinvesteringen)* Bedrijfsvoeringsmiddelen (investerinqstmjdqet) Provindehuis (ondertwudskosten exploitatie)* D0.0O Totaal onderhoudskosten: Bedrtjftvoeringsmiddeien (exploitatiebudget) n Onderhoudsmaatregelen ten behoeve van regulier onderhoud komen ten laste van de exploitatie t)udgetten. Maatregelingen ten behoeve van gnxtschalig vervangingsonderhoud komen ten laste van het investeringsbudget 10

11 Bijiage 1. Omschrijving NEN 2767 NEN 2767 De NEN 2767 is de Nederiands standaard voor een objectieve integrale inspectie voor de staat van onderhoud van gebouwen en de installaties die ervan deel uitmaken. Een objectief ijkpunt voor de beslissingen over de onderhoudsplanning en het budget en de strategie voor de komende jaren. De vastgelegde methode wordt conditiemeting genoemd. Het resultaat van de conditiemeting is een conditiescore. Een bijbehorende registratie van gebreken en kenmerken van gebreken. Op basis van de meetresultaten wordt de meerjarenonderhoudsptanning opgesteld. 11

12 Bijlage 2. Overzicht provinciale gebouwen In onderstaande tabel is een overzicht opgenomen van zowel getrouwen in eigendom van de provincie Zuid- Holland ats gebouwen die gehuurd worden (stand per 1 januari 2011). b. regiokantoren / decenb'ale regiokantoor Leiden - huur kantoorgebouwen regiokantoor Dordrecht - huur regiokantoor Schiedam (GZH) - huur locatie Gouda (TSO) (1) - huur locatie Zoetemieer (ROV) (2) - huur 2.* a. steunpunten 14 DBI-steunpunten -10 eigendom, 4 huur 1 servicepunt GZH(3) - eigendom b. bedieningscentraies 6 bedieningscentrales - eigendom c. brugwachters- 44 brugwachters-zsluisvrachterhuisjes - 38 eigendom /sluiswachtertiuisjes d, overig locatie Moerkapelle - eigendom archeologisch depot en provinciaal archeologisch centrum - huur 3.** a. dienstwoningen 6 dienstwoningen - eigendom b. projectwoningen en - 13 projectwoningen - eigendom /gebouwen 6 projectgebouwen - huur c. voormalige steunpunten*" 5 voormalige steunpunten DBI (4) - etgendom 6 voormalige steunpunten MRB(5) - eigendom d. molens d. 3 molens - eigendom TSO ROV GZH DBI MRB = tiet beheer en ondwtioud van 10 DBl-gebouwen gaat in 2012 over naar FZ = deze gebouwen worden afgestoten = deze steunpunten zijn niet meer in gebruik en kunnen worden a^estoten = Technisch Specialistisch ondertioud, onderdeel van DBI. = Regionaal Ondersteuningsbureau Verkeersveiligheid, onderdeel van DRM. = Groenservice Zuid-Holland = Dienst Beheer Infrastructuur = Muskusrattenbestrijding 12