Parnassia Groep T.a.v. de geneesheer directeur Raad van Bestuur Monsterseweg RJ DEN HAAG

Transcriptie

1 > Retouradres Postbus GR Utrecht Parnassia Groep T.a.v. de geneesheer directeur Raad van Bestuur Monsterseweg RJ DEN HAAG Stadsplateau AZ Utrecht Postbus GR Utrecht T F Inlichtingen bij 12 maart 2015 Onderwerp definitieve rapportage follow up 2014 ambulante heroïne- en methadonbehandeling V /V / P9/RS/pg Geachte Raad van Bestuur, Op 9 december 2014 bezocht de Inspectie voor de Gezondheidszorg (hierna: inspectie) de heroïnebehandelunit (HBU) aan de Kiwistraat 36 in Den Haag en de methadonbehandelunit (MBU) aan de Roodenburgerstraat 1 in Leiden. Volledigheidshalve informeert de inspectie u dat haar bekend is dat aan de Kiwistraat eveneens methadon wordt verstrekt. Ter wille van de eenduidigheid in de rapportages is ervoor gekozen te spreken van een HBU en van een MBU. De bezoeken vonden plaats in het kader van de bezoekronde Follow-up 2014 ambulante heroïne- en methadonbehandeling. Beide locaties zijn onderdeel van Brijder. U treft in deze rapportage de resultaten van dit bezoek aan. Aanleiding/Doelstelling In de aankondigingbrief van 14 november 2014 heeft de inspectie u geïnformeerd over de aanleiding en het doel van het inspectiebezoek. Het bezoek is afgelegd door een senior inspecteur en ondergetekende. Inrichting van het bezoek Tijdens het bezoek is gekeken of uw instelling beschikte over de gevraagde documenten. Daarnaast is een gesprek gevoerd met een aantal medewerkers en is een aantal dossiers ingezien, waarvoor de inspectie toestemming had gevraagd. Wanneer een heroïnebehandelunit werd bezocht, vond tevens een korte rondgang plaats. Tot slot zijn per behandelunit drie vragenlijsten overhandigd, met het verzoek deze door drie a-select gekozen cliënten te laten invullen en terug te sturen. Toelichting op de rapportage Tijdens het bezoek toetste de inspectie de resultaten van de inter-institutionele audits (IIA s) die in 2014 zijn uitgevoerd. De inspectie had de verslaglegging hiervan ontvangen en geanalyseerd. Deze IIA s omvatten zowel de geactualiseerde (nieuwe) veldnormen als de in 2010 en 2012 door de inspectie getoetste normen (hierna benoemd als oude normen ). Om die reden treft u in deze brief onder het kopje Resultaten twee paragrafen aan. De eerste paragraaf bevat de resultaten van de geactualiseerde (nieuwe)

2 normen en de tweede paragraaf bevat de resultaten van de oude normen, die in de IIA s een score hadden van niet operationeel of gedeeltelijk operationeel. Ten aanzien van deze laatste normen is een oordeel gevormd over de mate waarin uw instelling die tekortkomingen heeft verbeterd. De in de IIA s operationeel gescoorde oude normen zijn niet getoetst, ook niet indien deze voorheen bij inspectiebezoeken niet-operationeel scoorden. De uitkomsten uit de IIA s zijn leidend. De inspectie gaat hierbij uit van high trust. Dat betekent dat we instellingen een hoge mate van vertrouwen schenken /V / P9/RS/pg 12 maart 2015 Tot slot wordt een samenvatting gegeven van het oordeel van een aantal cliënten, aan wie een vragenlijst is voorgelegd. De antwoordmogelijkheden die de inspectie heeft gehanteerd, of een instelling voldoet aan de norm, zijn ja, nee of gedeeltelijk. Bij antwoordmogelijkheid ja wordt operationeel gescoord. Wanneer een instelling niet of gedeeltelijk aan de gestelde eisen voldoet, wordt niet operationeel gescoord. Op basis hiervan is vervolgens per behandelunit de mate van risico vastgesteld. De relatie tussen de score op de normen en de risico-indeling ziet er als volgt uit: Heroïnebehandelunit: Geen tot gering risico Gering tot matig risico Matig tot hoog risico Hoog tot zeer hoog risico 9-10 van 10 operationeel 6-8 van 10 operationeel 4-5 van 10 operationeel 0-3 van 10 operationeel Methadonbehandelunit: Geen tot gering risico Gering tot matig risico Matig tot hoog risico Hoog tot zeer hoog risico 6-7 van 7 operationeel 4-5 van 7 operationeel 2-3 van 7 operationeel 0-1 van 7 operationeel Resultaten geactualiseerde (nieuwe) normen Hoofdthema 1 behandelplan; toezichtthema behandeldoelen Onderwerp HBU MBU Wensen patient bij vaststellen behandeldoelen Operationeel Operationeel Toelichting: Het adagium bij de HBU is dat de cliënt de regisseur is, waarbij het behandelplan vanuit de ik wordt beschreven. Pagina 2 van 8

3 MBU: Hier wordt gewerkt met shared decision. Daarnaast wil men ook een formeler format in het EPD gaan gebruiken waarin aandacht voor andere levensgebieden wordt opgenomen. Hoofdthema 2 behandeling; toezichtthema somatische screening en onderzoek /V / P9/RS/pg 12 maart 2015 Onderwerp HBU MBU 2.1 Somatische screening Niet operationeel Niet operationeel 2.2 ECG (QT interval) Niet operationeel Niet operationeel 2.3 Urineonderzoek Operationeel Operationeel Toelichting: Somatische screening: deze wordt uitgevoerd op basis van de werkinstructie medische screening RIOB" uit het kwaliteitssysteem (HBU) (score: ja) en op basis van het EPD blad met inhoud somatische screening (MBU). (score: gedeeltelijk) De somatische screening wordt verschillend uitgevoerd. Op de HBU vindt de anamnese, RR en andere metingen door de verpleegkundige plaats. De arts screent op indicatie. (score: nee) Op de MBU wordt de screening uitgevoerd door een basisarts, verslavingsarts of NP. (score ja) De somatische screening vindt niet tweemaal per jaar plaats. De reden hiervan is volgens de gesprekspartners op de HBU te weinig capaciteit of op de MBU niet haalbaar. (score: nee) ECG (QT interval): ten aanzien van de start van de behandeling wordt binnen een maand na de start geen ECG (QT interval) gemaakt. Er zijn te weinig patienten of, er is (in het kader van de CATCH-studie) sprake van een no show op het moment dat de onderhoudsdosering is bereikt (HBU). (score: nee) Op de MBU lag het anders: Sinds 2013 was dit onderdeel geregeld, maar door organisatorische redenen van het laboratorium dat de onderzoeken uitvoert, werden deze ten tijde van het inspectiebezoek niet uitgevoerd. (score: gedeeltelijk) Urineonderzoek wordt gebruikt voor de planning van de behandeling en voor handhaven therapeutisch klimaat, maar niet voor repressieve doeleinden. Pagina 3 van 8

4 Hoofdthema 2 behandeling; toezichtthema indicatiestelling heroïnebehandeling Onderwerp HBU MBU /V / P9/RS/pg 12 maart Indicatiecriterium Niet operationeel n.v.t. Toelichting: Er is op de HBU sprake van één patiënt in de leeftijd van 24 jaar. In dit specifieke geval is voor zover bekend geen toestemming van de inspectie of van de geneesheer-directeur gevraagd. (score: nee) Hoofdthema 2 behandeling; toezichtthema multidisciplinair overleg Onderwerp HBU MBU 2.6 Bespreking in MDO eenmaal per zes maanden Operationeel Niet operationeel 2.7 Aanwezigheid beroepsbeoefenaren MDO Operationeel Operationeel Toelichting: MBU: Minimaal eenmaal per jaar vindt een MDO plaats, dat gekoppeld is aan de DBC verlenging. Eventueel vindt bij cliënten die korter in zorg zijn en/of niet stabiel een tweede evaluatie plaats. (score: nee) Hoofdthema 2 behandeling; toezichtthema acute en chronische somatische problemen Onderwerp HBU MBU 2.10 Reanimatiecursus en overdosis Niet operationeel n.v.t. Toelichting: Scholing voor artsen en verpleegkundigen op het terrein van reanimatie met specifieke aandacht voor actie bij overdosis (met opiaten) is wel gevolgd, maar langer dan een jaar geleden. Er is geen sprake van cyclische scholing. (score: nee) Pagina 4 van 8

5 Hoofdthema 5 Opiumwet en verstrekking; toezichtthema verstrekking Onderwerp HBU MBU /V / P9/RS/pg 12 maart Verpleegkundinge deskundigheid bij verstrekking heroïne Niet operationeel n.v.t. 5.4 Openingstijden poliklinische voorziening 1 Operationeel Operationeel Toelichting: Binnen Brijder wordt ten aanzien van verstrekking de BIG-registratie als basis gehanteerd. Toch is de kans aanwezig dat op een gegeven ogenblik twee MBO opgeleide verpleegkundigen verstrekken. (score: gedeeltelijk) Resultaten oude normen Hoofdthema 2 behandeling; toezichtthema acute en chronische somatische problemen Onderwerp HBU MBU 2.8 Aantoonbaar geprotocoleerd handelen bij acute gezondheidsproblemen Operationeel Niet operationeel 2.9 Aantoonbaar beleid op het gebied van chronische aandoeningen Niet operationeel Niet operationeel Toelichting: Acute gezondheidsproblemen MBU: een psychiater of verslavingsarts is altijd aanwezig, dat geldt eveneens voor de medische achterwacht buiten kantoortijden (dit betreft een psychiater of een basisarts), maar het is bij de gesprekspartners niet bekend of dit in een protocol is vastgelegd. (score: gedeeltelijk) Chronische aandoeningen MBU: Over de beschikbaarheid van een COPD protocol bestaat onzekerheid. Een HIV-test wordt aangeboden. De somatische zorg ligt primair bij de huisarts, waarbij wel een verzoek tot uitwisseling van informatie wordt gedaan. (score: gedeeltelijk) 1 De inspectie handhaaft hierop niet in 2014 Pagina 5 van 8

6 Chronische aandoeningen HBU: Er wordt jaarlijks een medische screening uitgevoerd, idem ten aanzien van psychofarmaca. Meerdere keren per jaar vindt screening op TBC plaats. Ook wordt bij vermoeden getest op hepatitis. Recent zijn alle patiënten hierop getest. Doorverwijzing naar specialist vindt altijd plaats en de huisarts wordt geïnformeerd. De aanwezigheid van protocollen is bij de gesprekspartners onbekend. (score: gedeeltelijk) /V / P9/RS/pg 12 maart 2015 Hoofdthema 2 behandeling; toezichtthema acute en chronische psychiatrische problemen Onderwerp HBU MBU 2.12 Aantoonbare afspraken over multidisciplinaire samenwerking bij comorbide chronische psychiatrische problematiek Niet operationeel Niet operationeel Toelichting: HBU: Sinds twee jaar is er voor psychiatrische zorg een psychiater beschikbaar voor drie uur per week. Samenwerking met ketenpartners is aanwezig: er is sprake van individuele afstemming. Dit is niet schriftelijk vastgelegd omdat ketenzorg betrekking heeft op de Parnassia Groep. (score: gedeeltelijk) MBU: Op de medicatiepoli vindt overleg met GGZ op individueel niveau plaats. Dit overleg is niet formeel vastgelegd. Er is samenwerking met GGZ Rivierduinen: maandelijks vindt overleg plaats met FACT teams, maar ook hier is niet duidelijk of afspraken zijn vastgelegd. (score: gedeeltelijk) Hoofdthema 3 kwaliteitsbeleid; toezichtthema klachtenregeling Onderwerp HBU MBU 3.1 Schriftelijk vastgelegde visie op ambulante behandeling met methadon en heroïne Operationeel Niet operationeel 3.2 Monitoren behandeluitkomsten Operationeel Niet operationeel 3.4 Klachtenregeling Operationeel Operationeel Pagina 6 van 8

7 Toelichting: Visie MBU: Er wordt gewerkt aan een visie 'dealen met methadon', maar na het bezoek aan de HBU bleek dit geen instellingsbrede visie te zijn. Wanneer formele vaststelling en implementatie van dit document plaatsvindt, is niet helder. (score: gedeeltelijk) /V / P9/RS/pg 12 maart 2015 Monitoren MBU: Dit vindt plaats bij de intake, na een half jaar, en bij de jaarlijkse evaluatie. Uit een getoetst dossier bleek op de tab ROM dat dit in 2013 en eenmaal in 2014 was ingevuld, maar tussentijds in 2014 tweemaal niet ingevuld. De resultaten zijn niet zichtbaar en worden formeel niet gebruikt bij het behandelplan. (score: gedeeltelijk) Oordeel cliënten op basis van verstrekte vragenlijsten Drie van de zes gevraagde cliënten, afkomstig van de HBU, hebben de vragenlijst ingevuld. Alle drie cliënten hebben een vaste begeleider. Op een schaal van 1 tot 10 ervaren zij de ondersteuning bij problemen, waarbij zij graag begeleid zouden worden, met respectievelijk tweemaal een 8 en eenmaal een 6. Zij worden ondersteund op die terreinen waarbij zij dat willen. Op een schaal van 1 tot 10 geven alle drie cliënten op de vragen in hoeverre er wordt uitgegaan van hun kracht en mogelijkheden, scores van eenmaal een 5, eenmaal een 7 en eenmaal een 8. Ten aanzien van de betrokkenheid bij de begeleiding wordt eenmaal een 4, eenmaal een 6 en eenmaal een 8 gescoord. De score op de vraag in hoeverre zij tijdens een gesprek bij het geven van medicatie hun problemen en wensen kunnen aangeven, en of daarnaar wordt geluisterd en gehandeld is eenmaal een 5, eenmaal een 7 en eenmaal een 9. De inspectie concludeert op basis van deze resultaten dat de cliënten van Brijder zowel onvoldoende als positief oordelen over de door Brijder geboden begeleiding. Conclusies op basis van geactualiseerde (nieuwe) normen De inspectie heeft op de HBU een matig tot hoog risico op onverantwoorde zorg geconstateerd. Op de HBU werden 5 van de 10 geactualiseerde (nieuwe) normen als operationeel beoordeeld, 5 normen werden als niet operationeel beoordeeld. Op de MBU heeft de inspectie een gering tot matig risico op onverantwoorde zorg geconstateerd. Op de MBU werden 4 van de 7 geactualiseerde nieuwe normen als operationeel beoordeeld, 3 normen werden als niet operationeel beoordeeld. Conclusies op basis van oude normen De inspectie constateert dat in de IIA 6 oude normen niet of gedeeltelijk operationeel scoorden. Bij de toetsing door de inspectie scoorden op de HBU 2 ook niet-operationeel en 4 scoorden wel operationeel. Op de MBU scoorden 5 niet-operationeel en 1 scoorde wel operationeel. Handhaving Maatregelen ten aanzien van de geactualiseerde (nieuwe) normen Aangezien de inspectie een gering tot matig of matig tot hoog risico heeft geconstateerd in uw instelling, verwacht de inspectie dat u maatregelen treft om de geconstateerde risico s te beperken. Pagina 7 van 8

8 De inspectie verzoekt u om binnen 6 maanden na ontvangst van het vastgestelde rapport de inspectie te informeren over het resultaat van de interne audit op de niet operationele normen. Maatregelen ten aanzien van de oude normen Als uit de resultaten van de getoetste oude normen is gebleken dat nog steeds sprake is van geconstateerde tekortkomingen, wordt de instelling in de gelegenheid gesteld de noodzakelijke verbeteringen door te voeren. Wanneer de inspectie vervolgens constateert dat hieraan onvoldoende gevolg is gegeven, kan de inspectie handhavend optreden. De accounthouder van uw instelling wordt over bovenstaande geïnformeerd en zal zonodig met u in contact treden /V / P9/RS/pg 12 maart 2015 Vervolgacties De inspectie zal mogelijk in 2015 een aantal instellingen met een matig tot hoog risico en/of een hoog tot zeer hoog risico opnieuw bezoeken. Mocht tijdens een volgend onaangekondigd inspectiebezoek blijken dat er geen adequate maatregelen zijn getroffen, dan zal de inspectie passende maatregelen nemen, zoals het instellen van verscherpt toezicht. Tot slot De inspectie gaat er van uit dat u de betrokken hulpverleners en de cliëntenraad op de hoogte stelt van de bevindingen. De inspectie maakt deze rapportage actief openbaar via onze website De eindrapportage wordt aan de Minister aangeboden met het verzoek deze aan de Tweede Kamer aan te bieden. Ik vertrouw erop u op deze wijze voldoende te hebben geïnformeerd. Ik dank u voor uw medewerking. Hoogachtend, senior inspecteur projectleider FU thematoezicht heroïne- en methadonbehandeling Pagina 8 van 8

9 > Retouradres Postbus GR Utrecht Parnassia Groep T.a.v. de heer XX Geneesheer-directeur Monsterseweg RJ DEN HAAG Stadsplateau AZ Utrecht Postbus GR Utrecht T F Inlichtingen bij 19 november 2015 Onderwerp implementatie oude normen Heroïnebehandelunit (HBU) V /GGZ/RS/cvg Geachte heer XX, Op 21 juli 2015 is de heroïnebehandelunit (HBU) aan de Kiwistraat 36 in Den Haag onaangekondigd bezocht in het kader van de follow-up van de oude normen van het thematoezicht Heroïne- en Methadonbehandeling (V ). Doel Het doel van het bezoek was vast te stellen in hoeverre de oude normen, die tijdens het inspectiebezoek d.d. 9 december 2014 op deze locatie nietoperationeel scoorden, inmiddels al dan niet operationeel scoren. Methode Het bezoek is afgelegd door een inspecteur en ondergetekende. Gesproken is met de verslavingsarts KNMG. Uw opmerkingen op het conceptverslag zijn waar nodig verwerkt. U ontvangt hierbij het vastgestelde verslag. Conclusie Aangegeven werd dat van de zes oude normen, die op 9 december 2014 op deze HBU getoetst zijn, twee nog niet operationeel waren. Het betrof hier aantoonbaar beleid op het gebied van chronische aandoeningen en aantoonbare afspraken over multidisciplinaire samenwerking bij comorbide chronische psychiatrische problematiek. Uit het gesprek van 21 juli 2015 met betrokken verslavingsarts KNMG bleek dat beide normen ten tijde van het bezoek opnieuw niet operationeel scoorden. Resultaten Ten aanzien van chronische aandoeningen waren enkele protocollen van toepassing, maar deze verschilden onderling. Deze worden volgens de gesprekspartner vervangen door eenduidig beleid voor de regio Haaglanden, maar dit traject is nog niet afgerond. Ten aanzien van de multidisciplinaire samenwerking binnen de Parnassia Groep (gedoeld werd op het terrein waar ook de Kiwistraat zich bevindt) is aangegeven dat nog niet bericht is dat dit inmiddels schriftelijk is vastgelegd. Wel waren hiertoe acties ondernomen.

10 Handhaving De inspectie verwacht dat de verbeteringen ten aanzien van beide nietoperationeel scorende oude normen bij de interne audit worden meegenomen en dat over de voortgang gerapporteerd wordt. Deze interne audit is primair gericht op de niet operationele nieuwe normen. In onze brief van 12 maart 2015 is hierover met u gecorrespondeerd. De inspectie verwacht hierbij o.a. het vaststellen van een uiterste implementatiedatum. De inspectie verwacht tevens een actieve bewaking van deze datum V /GGZ/RS/cvg 19 november 2015 De inspectie zal deze voortgang nauwlettend volgen wanneer de zij de resultaten van uw interne audit medio september 2015 ontvangt. U ontvangt separaat bericht. Hoogachtend, senior inspecteur Pagina 2 van 2

11 > Retouradres Postbus GR Utrecht Parnassia Groep T.a.v. de heer XX Geneesheer-directeur Monsterseweg RJ DEN HAAG Stadsplateau AZ Utrecht Postbus GR Utrecht T F november 2015 Onderwerp implementatie oude normen methadonbehandelunit (MBU) V /GGZ/RS/cvg Geachte heer XX, Op 3 augustus 2015 is de methadonbehandelunit (MBU), Stadhuisplein 1 te Alphen aan de Rijn, onaangekondigd bezocht in het kader van de follow-up van de oude normen van het thematoezicht Heroïne- en Methadonbehandeling (V ). Doel Het doel van het bezoek was vast te stellen in hoeverre de oude normen, die tijdens het inspectiebezoek d.d. 9 december 2014 op de methadonbehandelunit (te Leiden) niet-operationeel scoorden, inmiddels al dan niet operationeel scoren 1. Methode Het bezoek is afgelegd door een inspecteur en ondergetekende. Gesproken is met de sociaal psychiatrisch verpleegkundige en de verslavingsarts. Uw opmerkingen op het conceptverslag zijn waar nodig verwerkt. U ontvangt hierbij het vastgestelde verslag. Conclusie Van de zes oude normen, die op 9 december 2014 op de MBU getoetst zijn, bleken toentertijd vijf niet operationeel te scoren. De inspectie constateert dat van deze vijf oude normen nog steeds drie normen niet-operationeel scoren. Resultaten Aantoonbaar geprotocolleerd handelen bij acute gezondheidsproblemen: Inmiddels is een (ongedateerde) factsheet opgesteld, waarop de risico s en het signaleren van middelenmisbruik en het handelen bij het optreden van een acuut gezondheidsrisico ten gevolge van hiervan zijn vermeld (score: operationeel). Aantoonbaar beleid op het gebied van chronische aandoeningen: Aangegeven werd dat de behandeling van chronische aandoeningen in het behandelplan wordt opgenomen, niet werd verwezen naar protocollen (score: niet-operationeel). 2 Aantoonbare afspraken over multidisciplinaire samenwerking bij comorbide chronische psychiatrische problematiek: Ten aanzien van de multidisciplinaire 1 Uw oordeel dat het hier toetsing van nieuwe normen betrof, is niet juist. 2 U geeft aan dat er inmiddels een protocol is gemaakt dat op korte termijn wordt ingevoerd.

12 samenwerking bij chronische psychiatrische aandoeningen is aangegeven dat samengewerkt wordt met Rivierduinen. Het outreachende team van Brijder participeert in alle FACTs in de regio. Begin 2015 is een convenant opgesteld (score: operationeel). 3 Schriftelijk vastgelegde visie op ambulante behandeling met methadon en heroïne: De algemene visie was prominent aanwezig op de locatie en tevens kon een in februari 2015 bijgestelde, digitale versie worden getoond, maar niet kon worden aangegeven hoe de medewerkers deze visie in de dagelijkse praktijk van de methadonbehandeling gestalte gaven. Op vergaderingen wordt de visie wel aan de orde gesteld (score: gedeeltelijk) V /GGZ/RS/cvg 19 november 2015 Monitoren behandeluitkomsten: Evenals bij de locatie Leiden werd aangegeven dat het monitoren van behandeluitkomsten bij de intake, na een halfjaar, en bij de jaarlijkse evaluatie plaats vindt. De medewerkers hebben hiertoe een dashboard ter beschikking. Bij de drie getoetste dossiers bleek echter dat de ROM niet overeenkomstig de afgesproken frequentie uitgevoerd was (score: nietoperationeel). 5 Handhaving De inspectie verwacht dat de verbeteringen ten aanzien van de drie nietoperationeel scorende oude normen bij de interne audit worden meegenomen en dat over de voortgang gerapporteerd wordt. Deze interne audit is primair gericht op de niet-operationele nieuwe normen. In onze brief van 12 maart 2015 is hierover met u gecorrespondeerd. De inspectie verwacht hierbij o.a. het vaststellen van een uiterste implementatiedatum. De inspectie verwacht tevens een actieve bewaking van deze datum. De inspectie zal deze voortgang nauwlettend volgen wanneer zij de resultaten van uw interne audit medio september 2015 ontvangt. U ontvangt separaat bericht. Hoogachtend, senior inspecteur 3 U informeert de inspectie dat het convenant dat is opgesteld met Rivierduinen binnen afzienbare termijn door de bestuurders van beide instellingen wordt ondertekend. 4 In uw reactie licht u toe dat naar uw oordeel wel is besproken hoe deze wordt toegepast. De visie komt volgens u in het behandelplan tot uiting middels een vertaalslag naar het opstellen van doelen op de verschillende probleemgebieden. In samenspraak met de cliënt wordt het plan opgesteld, worden de doelen bepaald en wordt 2 x per jaar geëvalueerd (tevens in de behandelplanbesprekingen). 5 Volgens u wordt er een inhaalslag gemaakt met het afnemen van de start ROM. Pagina 2 van 2

13 > Retouradres Postbus GR Utrecht Parnassia Groep t.a.v. de raad van bestuur Monsterseweg RJ DEN HAAG Stadsplateau AZ Utrecht Postbus GR Utrecht T F december 2015 Onderwerp Toezicht op heroïne-/methadonbehandeling V /V /V /RS/nh Geachte raad van bestuur, Per brief d.d. 12 maart 2015 informeerde de Inspectie voor de Gezondheidszorg (hierna inspectie) u over de geconstateerde tekortkomingen in de behandeling van patiënten met heroïne en methadon. Daarin werd u gevraagd om verbetermaatregelen te treffen en een interne audit uit te voeren op deze onderwerpen. U heeft de inspectie per brief d.d. 14 september 2015 geïnformeerd over de resultaten van de gevraagde interne audit. Deze zijn uitgevoerd op 2 juli 2015 en 25 augustus Tussentijds heeft op respectievelijk 21 juli 2015 en 3 augustus 2015 een extra inspectiebezoek plaatsgevonden aan de HBU in Den Haag en de MBU in Alphen aan den Rijn. Beide bezoeken waren gericht op het toetsen van verbetermaatregelen ten aanzien van de oude niet operationele 1 normen. U ontvangt separaat van deze brief de vastgestelde bezoekverslagen. Conclusies Op basis van de resultaten van deze interne audits en van de inspectiebezoeken van juli en augustus 2015 concludeert de inspectie dat: Er door de instelling aantoonbaar inspanningen zijn verricht om de kwaliteit van zorg naar een hoger plan te tillen. De instelling aantoonbaar de zorg heeft verbeterd ten aanzien van norm 2.12 (aantoonbare afspraken over multidisciplinaire samenwerking bij comorbide chronische psychiatrische problematiek), 3.1. (schriftelijk vastgelegde visie op ambulante behandeling met methadon en heroïne) en 3.2. (monitoren van behandeluitkomsten). Parnassia Groep niet volledig voldoet aan de veldnormen zoals vastgelegd in het Handboek Behandeling met heroine (2011), de Richtlijn Opiaatonderhoudsbehandeling (RIOB, 2012) en de multidisciplinaire richtlijn opiaatverslaving (2013) en het daarop gebaseerde toetsingskader. 1 Operationeel wil in dit verband zeggen dat er t.a.v. een toezichtthema niet alleen beleid is vastgesteld, maar ook is geïmplementeerd.

14 Specifiek betreft het de volgende normen waarvoor nog geen aantoonbaar operationeel beleid is: 2.1. somatische screening (protocol wordt geïmplementeerd) 2.2. ECG (apparaat wordt aangeschaft) 2.4. indicatiecriterium (aanpassingen werkinstructie, borging van indicatie-eisen in ontwikkeling) 2.6. bespreking MDO eenmaal per zes maanden (invoering van digiborden wordt gepland, cyclus is gestart maar niet eerder dan 2016 geïmplementeerd) 2.9. aantoonbaar beleid ten aanzien van chronische aandoeningen (implementatie en borging niet duidelijk) 2.10 reanimatiecursus (scholing nog niet afgerond) 5.3. verpleegkundige deskundigheid bij vertrekking heroïne (gestelde eisen zijn niet in overeenstemming met de veldnormen). 2 december 2015 Kenmerk /V /RS/nh In de bovenstaande tekortkomingen ziet de inspectie aanzienlijke risico s voor de patiëntveiligheid. Handhaving De inspectie verwacht van de Parnassia Groepdat met onmiddellijke ingang binnen de methadon- en heroïne behandelunits wordt gewerkt conform de landelijke richtlijnen, zodat er sprake is van verantwoorde zorgverlening aan deze doelgroep. De inspectie vraagt Parnassia Groep daarnaast binnen 3 weken na dagtekening van deze brief de inspectie schriftelijk te informeren op welke manier zij de werkwijze op de methadon- en heroïne behandelunits in overeenstemming heeft gebracht met de veldnormen. Op basis van deze informatie zal de inspectie een besluit nemen welke handhavingmaatregel geëigend is, wanneer er nog normen niet operationeel blijken te zijn. Heeft u vragen naar aanleiding van deze brief, dan verzoek ik u met ondergetekende contact op te nemen. Ik vertrouw erop u op deze wijze voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, senior inspecteur projectleider FU thematoezicht heroïne- en methadonbehandeling Pagina 2 van 2

15 > Retouradres Postbus DA Heerlen Parnassia Groep t.a.v. de raad van bestuur Monsterseweg KJ DEN HAAG Stadsplateau AZ Utrecht Postbus DA Heerlen T F Inlichtingen bij 25 april 2016 Onderwerp Toezicht op heroïne- en methadonbehandeling V /GGZ/RS/cvg Geachte raad van bestuur, De Inspectie voor de Gezondheidszorg (hierna: inspectie) heeft op 7 maart 2016 een inspectiebezoek gebracht, als vervolg op de inspectiebezoeken van 9 december 2014, 21 juli 2015 en 3 augustus Aanleiding De inspectie heeft op 9 december 2014 geconstateerd dat tien normen in de behandeling met heroïne en/of methadon niet operationeel scoorden, waaronder vijf normen die reeds in 2010 getoetst waren. Tijdens het inspectiebezoek op 21 juli 2015 en 3 augustus 2015 bleken van deze laatste vijf normen, nog steeds 3 normen niet operationeel. De overige vijf normen zijn tijdens deze twee bezoeken niet getoetst. De inspectie heeft u op 12 maart 2015 verzocht om maatregelen te treffen en binnen 6 maanden na ontvangst van het vastgestelde rapport de inspectie te informeren over het resultaat van de interne audit op de niet operationele normen. De inspectie ontving op 14 september 2015 de rapportage van de uitgevoerde interne audit. De inspectie constateerde dat er een verbeterplan in uitvoering was en dat concrete resultaten van de uitgevoerde interne audit op onderdelen ontbraken. Bij deze normen was daarom niet afdoende aangetoond dat de normen inmiddels operationeel waren. Daarom heeft de inspectie verzocht een toelichting te geven. Deze is op 14 januari 2016 ontvangen, inclusief het ontwikkelde beleid. De inspectie kon aan de hand van de toegezonden informatie niet vaststellen dat de normen halfjaarlijkse somatische screening (2.1), ECG-beleid (2.2), halfjaarlijks MDO (2.6) en indicatiecriterium >35 jaar aantoonbaar operationeel waren. De inspectie heeft vervolgens op 7 maart 2016 een inspectiebezoek gebracht om vast te kunnen stellen of voorgaande normen operationeel waren.

16 Methode De inspectie heeft een viertal door de instelling gekozen dossiers getoetst, waarbij door de geneesheer-directeur, de manager bedrijfsvoering Brijder Zuid-Holland, de projectmanager Brijder, de verslavingsarts, de verpleegkundig specialist ggz, een verpleegkundige en de ziekenhuisapotheker een toelichting is gegeven. Tevens is voorafgaand aan de dossierinzage de stand van zaken toegelicht V /GGZ/RS/cvg 25 april 2016 Resultaten De aanwezigen gaven aan dat er voor was gekozen om de stabiele cliënten (profiel één) niet halfjaarlijks, maar jaarlijks somatisch te screenen. Het werken aan herstel en het feit dat deze mensen naar de eigen huisarts gaan is volgens de aanwezigen niet goed te verenigen met een halfjaarlijkse screening door de instelling. De getoetste dossiers betreffen geen stabiele cliënten en bevatten allen een somatische screening korter dan 6 maanden geleden en op het Excel-overzicht (digibord) was inzichtelijk dat zij binnen 6 maanden opnieuw een somatische screening zouden krijgen. Tevens bevatten alle getoetste dossiers een recent ECG. De halfjaarlijkse bespreking in een MDO was in alle dossiers terug te vinden en op het digibord was zichtbaar wanneer ze opnieuw besproken gaan worden. Ten aanzien van het indicatiecriterium >35 jaar, meldden de aanwezigen, dat het niet meer voor gekomen was dat een heroïnebehandeling overwogen werd bij een cliënt jonger dan 35 jaar. De inspectie constateerde verder dat Brijder teveel tijd nodig heeft gehad om aan alle overige normen te voldoen en er druk vanuit de inspectie nodig was om normconform te gaan werken. Conclusie en handhaving De inspectie concludeert dat u niet voldoet aan de norm om halfjaarlijks een somatische screening uit te voeren bij alle cliënten die een opiaatbehandeling bij Brijder volgen. U voert deze standaard uit voor heel het profiel één. Aan de overige veldnormen ten aanzien van de behandeling met heroïne of methadon wordt wel voldaan. De inspectie verwacht van u dat u alsnog de vereiste maatregelen treft om ook voor de groep stabiele cliënten (profiel één) te voorzien in een halfjaarlijkse somatische screening. De inspectie attendeert u erop dat beredeneerd afwijken op cliëntniveau geoorloofd is, mits dit goed in het dossier onderbouwd is. In dat verband wijst de inspectie u erop bovenstaand punt in het landelijk overleg van het netwerk verslavingszorg mee te nemen. De inspectie zal vanuit haar reguliere toezicht in het derde kwartaal van 2016 Brijder mogelijk onaangekondigd bezoeken om te toetsen of een somatische screening volgens de veldnormen onderdeel is voor van de zorg voor alle cliënten die zorg ontvangen vanuit Brijder. Ten slotte wil de inspectie u hartelijk danken voor de constructieve wijze waarop het toezicht heeft kunnen plaatsvinden. Pagina 2 van 3

17 De inspectie heeft uw brief van 10 maart 2016 in goede orde ontvangen. De inspectie heeft kennis genomen van de inhoud van deze brief en betrekt dit bij het onaangekondigd bezoek in het derde kwartaal In de veronderstelling u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd V /GGZ/RS/cvg 25 april 2016 Hoogachtend, senior inspecteur projectleider FU thematoezicht heroïne- en methadonbehandeling Pagina 3 van 3

18 > Retouradres Postbus DA Heerlen Parnassia Groep T.a.v. de raad van bestuur Monsterseweg RJ DEN HAAG Stadsplateau AZ Utrecht Postbus DA Heerlen T F december 2016 Onderwerp Definitieve verslagen inspectiebezoek Brijder Verslavingszorg, locaties Zaandam en Purmerend d.d. 4 juli V /GGZ/RS/cvg Bijlage 2 Geachte raad van bestuur, In het kader van het follow-up thematoezicht Heroïne- en Methadonbehandeling bezocht de Inspectie voor de Gezondheidszorg (hierna: inspectie) op 4 juli 2016 Brijder Verslavingszorg (Parnassia Groep), locaties Purmerend en Zaandam. Doel van het bezoek was het toetsen van de geïmplementeerde verbetermaatregelen betreffende V Op 23 september 2016 zond de inspectie u de conceptverslagen toe met het verzoek om binnen vier weken te reageren op feitelijke onjuistheden. Uw reactie heeft de inspectie d.d. 19 oktober 2016 in goede orde ontvangen, waarvoor dank. Bijgaand ontvangt u de definitieve verslagen van dit bezoek inclusief conclusies en eventuele handhaving. Uw opmerkingen zijn overgenomen in het verslag. Ontbreken voorlopige conclusie conceptverslag locatie Purmerend In uw brief d.d. 19 oktober 2016 geeft u aan de voorlopige conclusie naar aanleiding van het inspectiebezoek aan locatie Purmerend in het conceptverslag te missen. Reden hiervan is dat de inspectie, na afloop van het onderzoek, geen voorlopige conclusie aan de gesprekspartners meegedeeld heeft. Conclusie Op basis van de verstrekte informatie, gevoerde gesprekken en dossieronderzoek tijdens het inspectiebezoek d.d. 4 juli 2016 concludeert de inspectie dat Brijder Verslavingszorg locaties Purmerend en Zaandam de ontbrekende kwaliteitsnorm halfjaarlijks somatische screening (2.1) in voldoende mate geïmplementeerd en geborgd heeft. Handhaving De inspectie oordeelt de door Brijder geïmplementeerde verbetermaatregelen, als voldoende. De inspectie sluit middels deze brief en de vastgestelde verslagen het onderzoek en correspondentie betreffende V af.

19 Vragen Ik ga er van uit u voldoende geïnformeerd te hebben. Mocht u toch vragen hebben, neemt u dan contact op met ondergetekende via het meldpunt IGZ. Het meldpunt is bereikbaar via telefoonnummer of via meldpunt@igz.nl. Vermeld daarbij altijd het dossiernummer V Hoogachtend, V /GGZ/RS/cvg Bijlage 2 19 december 2016 senior inspecteur Pagina 2 van 2