Universitair Medisch Centrum Utrecht T.a.v. Voorzitter raad van bestuur Postbus GA UTRECHT. Datum 8 april 2016 Onderwerp VGR

Transcriptie

1 > Retouradres Postbus DA Heerlen Universitair Medisch Centrum Utrecht T.a.v. Voorzitter raad van bestuur Postbus GA UTRECHT Stadsplateau AZ Utrecht Postbus DA Heerlen T F Inlichtingen bij Onderwerp VGR Geachte, Bij deze deel ik u mee dat de Inspectie voor de Gezondheidszorg (hierna: de inspectie) het Universitair Medisch Centrum Utrecht (hierna: het UMC Utrecht) met ingang van 6 april 2016 om uur voor een periode van maximaal zes maanden onder verscherpt toezicht heeft gesteld. U bent hierover op 6 april 2016 op genoemd tijdstip reeds telefonisch geïnformeerd. Achtergrond instellen verscherpt toezicht Naar aanleiding van gebeurtenissen op de afdelingen KNO en HHCO en hetgeen naar buiten is gekomen in de uitzending van Zembla van 4 november 2015 heeft de patiëntveiligheid en kwaliteit van zorgverlening binnen het UMC Utrecht met name de afdelingen KNO en HHCO al enige tijd de bijzondere aandacht van de inspectie. Vooruitlopend op deze uitzending van Zembla heeft het UMC Utrecht op 11 september 2015 en op 18 september 2015 een drietal calamiteiten bij de inspectie gemeld. De inspectie is hiernaar op de gebruikelijke wijze een onderzoek gestart, welk onderzoek nog loopt. In de uitzending van Zembla is een beeld geschetst van een KNO-afdeling waar het professioneel handelen, en de kwaliteit en veiligheid voor zowel de patiënten als de eigen medewerkers onvoldoende is geborgd. Dit is voor de inspectie aanleiding geweest om het toezicht te intensiveren en een breder onderzoek in te stellen naar de patiëntveiligheid en kwaliteit van de zorg op de afdelingen KNO en HHCO en ook breder binnen het UMC Utrecht. De inspectie wordt daarin bijgestaan door een externe commissie. Beide onderzoeken lopen nog en zullen naar verwachting rond de zomer worden afgerond. De raad van bestuur heeft naar aanleiding van de commotie die is ontstaan na de uitzending van Zembla eind november 2015 besloten om de bij de gemelde casuïstiek betrokken arts, toestemming te verlenen zijn zorgtaken tijdelijk neer te leggen in de vorm van regulier verlof. Reden hiervoor was dat hij volgens de raad van bestuur door alle commotie niet de rust en concentratie had om zorgvuldig te kunnen werken. In een gesprek met de inspectie op 27 januari 2016 heeft de raad van bestuur laten weten dat zij voor de afronding van de onderzoeken van de inspectie geen besluit zal nemen over de werkhervatting van deze arts. Pagina 1 van 4

2 Hoewel de onderzoeken nog niet waren afgerond, heeft de raad van bestuur op 15 maart 2016 besloten de arts weer te betrekken in de patiëntenzorg, zonder de inspectie vooraf te informeren over dit besluit. Dit ondanks het feit dat vanwege het intensieve toezicht en het lopende onderzoek er intensief contact bestond tussen de raad van bestuur en de inspectie. Voornoemd besluit is, nadat de inspectie daartoe contact had opgenomen met de raad van bestuur, bij brief van 31 maart 2016 nader toegelicht. Ook uit die toelichting bleek onvoldoende onder welke voorwaarden de arts zijn werk heeft kunnen hervatten. De inspectie heeft evenmin noch voorafgaand aan het besluit tot werkhervatting noch nadat zij hierover contact had opgenomen met de raad van bestuur kunnen vaststellen wat de gevolgen zijn van de terugkeer van de arts voor het goed functioneren van de KNO en HHCO afdelingen en de kwaliteit en veiligheid van de patiëntenzorg aldaar, en breder binnen het UMC Utrecht. Dit klemt te meer nu opnieuw de nodige commotie is ontstaan en dergelijke commotie juist eerder aanleiding vormde de arts verlof toe te staan omdat met de commotie voor hem de rust en concentratie ontbrak om zorgvuldig te kunnen werken. De inspectie stelt verder vast dat de aanpak en werkwijze van de raad van bestuur rond bedoelde werkhervatting mede aanleiding zijn geweest voor bedoelde commotie. Daarmee heeft deze handelwijze van de raad van bestuur niet bijgedragen aan het herstel van vertrouwen in de patiëntveiligheid en kwaliteit van zorgverlening binnen het UMC Utrecht. De inspectie merkt voorts op dat een aantal eerdere reacties van de raad van bestuur op bevindingen uit inspectie onderzoek als onvoldoende adequaat zijn beoordeeld. Gelet op het voorgaande heeft de inspectie de raad van bestuur bij brief van 1 april 2016 geïnformeerd over het voornemen tot het instellen van verscherpt toezicht. In dezelfde brief heeft de inspectie nadere informatie opgevraagd over de werkhervatting van de arts. Gesprek van 6 april 2016 Naar aanleiding van het voornemen verscherpt toezicht in te stellen, heeft de inspectie op 5 april 2016 aanvullende informatie ontvangen en heeft op 6 april 2016 een gesprek plaatsgevonden tussen de inspectie, de raad van bestuur en een aantal leden van de raad van toezicht van het UMC Utrecht (hierna: raad van toezicht). Tijdens dit gesprek heeft zowel de raad van bestuur als de raad van toezicht aangegeven dat het besluit tot werkhervatting van de arts zonder twijfel vooraf met de inspectie had moeten worden gedeeld. De raad van bestuur en raad van toezicht hebben uitgelegd op grond van welke argumenten zij de werkhervatting verantwoord hebben geacht en de voorwaarden waaronder dit is geschied. Het reïntegratieplan is voorafgaande aan het gesprek van 6 april 2016 aan de inspectie toegezonden. De raad van bestuur en de raad van toezicht hebben hun excuses aangeboden dat zij de inspectie niet hebben geïnformeerd op het moment dat de beslissing tot werkhervatting is genomen. Pagina 2 van 4

3 Zowel de raad van bestuur, als de raad van toezicht hebben daarnaast toegelicht welke maatregelen recent zijn getroffen en nog zullen worden getroffen om het vertrouwen in de patiëntveiligheid en kwaliteit van zorgverlening binnen het UMC Utrecht te herstellen en daarmee het vertrouwen van de inspectie in het bestuur van het ziekenhuis. Het herstelplan is de inspectie ook voorafgaande aan het gesprek toegezonden. Conclusie Hoewel de inspectie het gesprek met de raad van bestuur en de raad van toezicht op 6 april 2016 op zichzelf als constructief heeft ervaren, blijft staan dat het vertrouwen van de inspectie in de raad van bestuur is geschaad in die zin dat de raad van bestuur op een cruciaal moment de inspectie niet heeft meegenomen in haar besluitvorming welke besluitvorming ook niet in overeenstemming is met hetgeen de raad van bestuur eerder aan de inspectie had aangegeven daaromtrent. De primaire verantwoordelijkheid voor de kwaliteit en veiligheid van de zorg berust bij de raad van bestuur. Het gesprek, de toegezonden informatie en het herstelplan wijzen in de richting dat de raad van bestuur in samenwerking met de raad van toezicht voornemens is het vertrouwen in de patiëntveiligheid en kwaliteit van zorgverlening binnen het UMC Utrecht verder te herstellen en daarvoor thans de noodzakelijke maatregelen te treffen. Onderdeel daarvan is ook dat de raad van bestuur de inspectie informeert over alle relevante zaken die van invloed kunnen zijn op de kwaliteit en veiligheid van de zorg. De raad van bestuur heeft aangegeven zich dat te realiseren en toegezegd dat de informatieverstrekking aan de inspectie in de toekomst bijtijds en adequaat zal zijn. Voor het herstel van het vertrouwen in het functioneren van de raad van bestuur is het voor de inspectie echter onontbeerlijk dat concrete resultaten worden geboekt en dat voorgenomen maatregelen ook worden uitgevoerd en zo nodig bijgesteld. Het instellen van verscherpt toezicht acht de inspectie geboden zodat nauwkeurig zal worden gemonitord of de in het herstelplan aangekondigde maatregelen (verder) zullen worden uitgevoerd en verder in de organisatie worden geborgd alsmede om te kunnen vaststellen of, mede gelet op reeds gedeelde en eventueel toekomstige bevindingen uit het inspectiebezoek,ook overigens de noodzakelijke stappen worden gezet. Vervolgacties inspectie De inspectie zal binnen de periode van verscherpt toezicht aangekondigde en onaangekondigde bezoeken brengen en verwacht van de raad van bestuur maandelijks resultaatsverslagen over de ingezette verbetermaatregelen. Procedure verscherpt toezicht en openbaarmaking Het instellen van verscherpt toezicht is geen besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) en daarom niet vatbaar voor bezwaar en beroep. U bent inmiddels in de gelegenheid gesteld om voor vrijdag 15 april 2016 om uur uw reactie op de instelling van het verscherpt toezicht schriftelijk kenbaar te maken aan de inspectie. De inspectie gaat er vanuit dat u deze reactie Pagina 3 van 4

4 afstemt met de betrokkenen in uw ziekenhuis, waaronder de betreffende arts. Uw reactie zal als bijlage bij deze brief actief openbaar worden gemaakt op de website van de inspectie, De openbaarmaking gaat gepaard met een persbericht. U heeft, conform artikel 4:8 Awb, tot vrijdag 15 april 2016 om uur gelegenheid uw eventuele bedenkingen tegen de openbaarmaking van het verscherpt toezicht in te dienen. Het indienen van deze bedenkingen kan zowel schriftelijk als mondeling. Indien u geen bedenkingen indient tegen openbaarmaking wordt deze brief, indien daarvan sprake is samen met uw schriftelijke reactie op de instelling van het verscherpt toezicht en een persbericht op de website van de inspectie gepubliceerd. Indien u wel bedenkingen indient tegen de openbaarmaking zullen deze in behandeling worden genomen in het kader van de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: Wob). Hangende de besluitvorming op grond van de Wob zal geen actieve openbaarmaking plaatsvinden. Uw eventuele bedenkingen tegen de actieve openbaarmaking kunt u mailen naar het volgende adres van de inspectie: onder vermelding van het kenmerk rechts bovenaan deze brief. De inspectie gaat ervan uit u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet, Coördinerend/Specialistisch senior inspecteur Pagina 4 van 4

5 Zienswijze UMC Utrecht Het patiëntenbelang staat voorop in het UMC Utrecht. Dat is ons grootste goed. Wij gaan er alles aan doen om benodigde verbeteringen voortvarend te realiseren. Daar hebben we een herstelplan voor gemaakt. Wij verlenen de Inspectie alle medewerking om de uitvoering, de voortgang en de resultaten daarvan te toetsen. Wij werken hier met vertrouwen aan.