Huisvestingsconcept Samenvatting

Transcriptie

1 Huisvestingsconcept Samenvatting 7 februari 2017

2 2 Hoofdstuk 1 Introductie Hoofdstuk 2 Visie op integrale huisvesting Hoofdstuk 3 Het huisvestingsconcept Hoofdstuk 4 Gebieden en zones Hoofdstuk 5 De huisvesting in de praktijk Hoofdstuk 6 Vernieuwingen en impact Hoofdstuk 7 Aanvullende informatie steunpunten * * NB: In dit document wordt de term steunpunten gebruikt om de zogenaamde politieposten aan te duiden. Overal waar steunpunten vermeldt staat, wordt hiermee een politiepost bedoelt.

3 1. Introductie 3 Het huisvestingconcept van de politie heeft als doel te komen tot een flexibele, efficiënte en meer eenduidige huisvesting die de werkprocessen van de politie goed ondersteunt en aansluit bij de besparingsdoelstellingen. Het vormt de basis voor het realiseren van nieuwbouwlocaties en grootschalige renovatieprojecten, zodat het wiel niet iedere keer opnieuw hoeft te worden uitgevonden. De afdeling Huisvesting heeft het document opgesteld aan de hand van intensief overleg met dienders, basisteamleiding, districtsleiding, flexteams, districtsrecherche en regionale eenheden. Het huisvestingconcept is daarmee nadrukkelijk een blauw document, gemaakt op basis van ervaringen in de praktijk. Deze ervaringen zijn gecombineerd met de eisen die de politie stelt aan veiligheid en dienstverlening, door nauwe betrokkenheid van HRM, Informatie Voorziening (IV), Facilitaire Services (FS) en beveiliging. Het concept vormt een brug tussen enerzijds het strategisch huisvestingsplan en programma van dienstverlening en anderzijds de wensen en werkprocessen vanuit de operatie. Er is niet alleen gekeken naar de huidige werkprocessen van de politie. Het concept moet immers ook in de toekomst houdbaar blijven. Door aansluiting met de Directie Strategie kon het concept worden getoetst aan toekomstige ontwikkelingen. Als aanvulling op nieuwbouwlocaties en grootschalige renovaties wordt op korte termijn een aanpak voor kleinschaliger renovatie en verbouwingsprojecten uitgewerkt. Het huisvestingsconcept is geen ontwerp, maar beschrijft de indeling en inrichting van de politiehuisvesting en de manier van werken in de nieuwe werkomgeving. Daarbij gaat het om het basisteambureau, de functies en diensten van het district en de regionale eenheden, de landelijke eenheid en het Politie Diensten Centrum (PDC). Het gaat niet in op de specifieke eisen die worden gesteld aan specials zoals het cellencomplex, labruimten voor Forensisch Opsporing ( FO), trainings- en opleidingslocaties van Integrale Beroepsvaardigheidstraining (IBT) enz. Deze specials vormen momenteel de zogenaamde zoekgebieden van de Beleidsdirectie Facilitair Management (FM). Hiervoor wordt een nieuwe strategische lijn uitgewerkt. Deze lijn wordt vertaald naar de huisvesting. In hoofdstuk 7 wordt aanvullend het huisvestingsconcept van de zogenaamde steunpunten omschreven.

4 2.Visie op integrale huisvesting 4 De politieorganisatie en haar werkprocessen zijn sterk in verandering. De eisen van de maatschappij zijn. Digitalisering leidt tot nieuwe vormen van criminaliteit en nieuwe werkprocessen voor de politie en haar opsporingsmethoden. Er moet meer maatschappelijk rendement worden geleverd tegen minder kosten. Deze veranderingen vragen om een robuuste, flexibele en efficiënte huisvesting. Een huisvesting die niet alleen de organisatie en processen van vandaag faciliteert, maar een werkomgeving die flexibel is en in staat veranderingen in het werkproces te blijven faciliteren zonder grote aanpassingen in het portfolio en / of door middel van verbouwingen. Kernkwaliteiten Om het huisvestingsconcept zo toekomstbestendig mogelijk te maken worden de kernkwaliteiten van de politiehuisvesting als startpunt genomen. Deze kernkwaliteiten geven voor iedere organisatie de essentie van de huisvesting weer: wat wil je als organisatie met je gebouwen bereiken? Ze zijn meer toekomstvast dan de functionele ruimtebehoefte, die veranderlijk is door de invloed van wijzigingen in het politieproces. De kernkwaliteiten geven richting aan de invulling van de functionele en ruimtelijke elementen van het huisvestingsconcept. Ze vertalen de kernwaarden van de politie (moedig, verbindend, integer en betrouwbaar) - die op gedrag zijn gericht - naar gebouwkwaliteiten. Een pand kan niet integer zijn, maar wel een veilige haven bieden en samenwerking versterken als activatie van de kernwaarde verbindend. Werken waar het werk is: werkprocessen zijn de basis voor huisvesting Niet de eigen organisatiestructuur ( de hark ) van basisteam, district en eenheid is leidend voor de opbouw van de huisvesting, maar de ondersteuning van de kwaliteit van de werkprocessen over en door de politieorganisatie heen, met ketenpartners en dienstverlening. Dit betekent dat de faciliteiten daar moeten zijn waar het werk wordt uitgevoerd. Niet de standplaats bepaalt waar de werkplekken en voorzieningen nodig zijn, maar de werkzaamheden bepalen dit. Integrale benadering Alleen huisvesting die integraal wordt gerealiseerd kan de gewenste efficiency, flexibiliteit en ondersteuning bewerkstelligen. Met ICT die gericht is op het faciliteren van werkprocessen en de dienstverlening aan de burger, facilitaire dienstverlening die past bij het inrichtingsconcept (FM) en ondersteuning van de medewerkers in het daadwerkelijk gebruik van het concept (HRM). Voorbeelden zijn ICT-middelen die plaatsonafhankelijk werken mogelijk maken (bijvoorbeeld chromebooks) en een cateringconcept dat uitnodigt het restaurantgebied ook in te zetten voor overleg en samenwerking ( goede koffie ). De kernkwaliteiten van de integrale politie huisvesting zijn: Samenwerking: het versterken van samenwerking binnen en tussen de teams van basisteam, district en regionale eenheid. Veilige haven: burgers en politiemedewerkers dienen zich te allen tijde veilig te voelen op een politievestiging. Herkenbare professionaliteit: het gebouw moet herkenbaar zijn als politiehuisvesting. Trots: de politiemedewerker moet trots kunnen zijn op de politiehuisvesting. Samenwerken Veilige haven Herkenbare professionaliteit Trots

5 3. Het huisvestingsconcept 3.1 Modulaire opbouw 5 Het concept is opgebouwd uit drie hoofdpeilers: Een modulaire opbouw van huisvesting. Een ordening van gebieden, zones en bouwstenen. Een activiteitgerelateerde werkomgeving. Het concept is modulair opgebouwd met vergelijkbare bouwblokken voor de drie onderdelen van de politieorganisatie die in het Strategisch Huisvestingsplan (SHP) worden onderscheiden: basisteam, district en regionale eenheid. De modulaire opbouw maakt het gemakkelijker politiefuncties in vergelijkbare huisvestingmodules te faciliteren. Op deze wijze ontstaan meer multifunctionele politiegebouwen, waarin verschillende onderdelen worden gecombineerd en gezamenlijk gebruik maken van faciliteiten. Hierdoor wordt samenwerking ondersteund. Basis + District + Eenheid Basis + District Eenheid Basis District Basis Van individuele politieonderdelen Naar modulaire huisvesting

6 3. Het huisvestingsconcept 3.2 Gebieden, zones en bouwstenen 6 Het huisvestingsconcept kent een ordening van groot naar klein. Van gebieden naar zones naar bouwstenen. Aan de hand van de toegankelijkheid is in het huisvestingsconcept onderscheid gemaakt tussen drie gebieden. Het verschil tussen deze gebieden wordt bepaald door de vraag wie er toegang hebben. Er is een gebied dat toegankelijk is voor burgers, externe partners en politie, een gebied met een ophoudgebied (of eventueel cellencomplex) en een werkgebied dat in principe is voorbehouden aan de politieorganisatie. Een gebied is verdeeld in zones. Deze verdeling wordt bepaald door de aard van de werkzaamheden. Bijvoorbeeld ongestoord aan een document kunnen werken of juist in de dynamiek van het bureau samenwerken met collega s of externe partners. Binnen een zone vind je verschillende (fysieke) bouwstenen, fysieke ruimten. Hierbij gaat het om een ruimtemix met een diversiteit aan werkplekken en om ruimten met een specifieke functie, bijvoorbeeld het opnemen van een aangifte of de opslag van een (dienst)wapen. De bouwstenen zijn multifunctioneel. Dit betekent dat ze geschikt zijn voor het uitvoeren van verschillende werkzaamheden zodat een aangifteruimte ook geschikt is voor een overleg. Deze politiespecifieke voorzieningen leiden niet tot een monofunctionele vleugel met een lage bezettinsgsgraad, maar zijn georganiseerd op het niveau van deze bouwstenen, op ruimteniveau. Deze indeling vormt de rode draad in het huisvestingsconcept voor alle politievestigingen. Gebieden Zones Ruimtelijke bouwstenen Gebieden Zones in gebieden Bouwstenen

7 3. Het huisvestingsconcept 3.3 Werken waar het werk is - activiteitgerelateerde werkomgeving 7 Werken waar het werk is vormt het uitgangspunt van het huisvestingsconcept. Het aanbod van werkplekken beperkt zich niet tot een enkel gebouw maar de medewerker kan overal aanlanden om zijn werk te doen. Een medewerker van een flexteam moet bijvoorbeeld de ruimte hebben om op het basisteambureau waar de inzet gewenst was zijn werk af te maken, zonder terug te moeten naar het district voor zijn bureauwerk. Hetzelfde geldt ook voor medewerkers van het PDC of de landelijke eenheid. Het principe van werken waar het werk is wordt ondersteund door een activiteitgerelateerde werkomgeving. Het activiteitgerelateerde werkplekconcept biedt een werkomgeving waarin gebruik wordt gemaakt van werkplekdeling. Dit betekent in de praktijk dat werknemers geen eigen werkplek meer hebben, maar dat er voor de uitvoering van de werkzaamheden een gevarieerd aanbod is van taakgebonden werkplekken. Zo zijn er verschillende plekken voor concentratie, overleg, vergadering of ergens aanlanden om kort te kunnen werken, met uiteraard aandacht voor alle politiespecifieke ruimtes. Deze variatie en de toename van het aantal werkplekken - nu ook de samenwerk- en communicatieplekken als werkplek gaan functioneren - maken dat dit werkconcept sterk verschilt van huidige vormen van flexibel werken bij de politie. Op basis van het werk dat wordt uitgevoerd kiest een medewerker een werkplek. Je kunt dus gedurende de dag diverse werkplekken gebruiken. Dat hoeven niet alleen de traditionele bureauwerkplekken te zijn. Ondersteund door passende ICT-middelen is iedere plek een functionele werkplek, als deze wordt gekozen voor de werkzaamheden van dat moment. Dit betekent dat in de werkomgeving gebruik gemaakt zal worden van een combinatie van Windows Based Terminals (WBT) en mobiele middelen, zoals chromebooks of een smartphone die wordt verbonden aan een scherm/toetsenbord combinatie. De activiteitgerelateerde werkomgeving is geen doel op zich, maar een middel om de flexibiliteit en de werkzaamheden van de politieorganisatie optimaal te ondersteunen. Ruimtewensen op basis van hiërarchie en persoonlijke voorkeuren worden daarmee ondergeschikt aan de eisen van het werkproces. De verschillende types werkplekken zijn afgestemd op de vereisten van de werkprocessen, met een variatie in de verdeling van ruimtes die voortkomt uit verschillende werkprocessen en gebruikersprofielen bij de verschillende politieonderdelen.

8 4. Gebieden en zones 8 Het huisvestingsconcept is uitgewerkt voor de meest voorkomende organisatieonderdelen van de politie: het basisteam, de districtsfuncties en de functies en diensten van de regionale eenheid. De politiehuisvesting wordt vormgegeven op basis van drie verschillende gebieden. Het publieksgebied, met hierin: de publiekszone; de samenwerkzone. Het politiewerkgebied, met hierin: de dynamische werkzone; de rustige werkzone. En (indien aanwezig) een gebied voor arrestanten (ophoudgebied of eventueel cellencomplex). Het bepalende onderscheid tussen de gebieden in de huisvesting is de toegankelijkheid: voor publiek en samenwerkingspartners, voor arrestanten of uitsluitend voor de politieorganisatie. De gebieden zijn op hun beurt ingedeeld in specifieke zones, met als onderscheid de aard van het gebruik. Binnen de zones die worden omschreven vind je bouwstenen. Dit is de fysieke invulling van een ruimte, inclusief de benodigde (digitale) voorzieningen. Op dit niveau van bouwstenen zijn ook de politiespecifieke functies geborgd. De specifieke eisen die functies vragen, zoals bijvoorbeeld auditieve of visuele privacy, beperking en monitoring van toegankelijkheid of IT voorzieningen zijn per ruimte beschreven in het concept en worden als uitwerking hiervan verder gedetailleerd in het Algemeen Programma van Eisen.

9 4. Gebieden en zones 4.1 Het publieksgebied 9 Het publieksgebied staat open voor alle bezoekers die geen onderdeel zijn van de politieorganisatie. In de eerste plaats is dit de gewone bezoeker, de burger die langskomt met een vraag, een aangifte of voor het geven van een verklaring. Daarnaast is er het zakelijk bezoek. De ondernemersvereniging die met de politie komt vergaderen, maar ook ketenpartners die komen samenwerken of overleggen. Voor dit gebruik is het gebied zonder harde scheiding verdeeld in twee zones: een voor publiek en een voor samenwerken. Publiekszone De publiekszone is bedoeld voor de interactie tussen politie en burger: het politiebureau als veilige haven, met een proactieve ontvangst. Geen hoge balie waar je als bezoeker tegenop kijkt, maar een politiemedewerker die de burger actief tegemoet treedt. Naast interactie met de burger zijn hier ook bureauwerkplekken aanwezig. De aanwezigheid van blauw in deze zone maakt het werkproces van de politie zichtbaar en bevordert de veiligheid van de medewerker in het geval van incidenten. De publiekszone is zo ingericht dat deze op rustiger momenten, zoals bij avond openstelling als er minder blauw aanwezig is, nog steeds veilig bruikbaar is. De samenwerkzone is dan bijvoorbeeld afgesloten en de publiekszone beperkt tot kleine overzichtelijke ruimte waar de bezoeker zich meldt en waar de Intake & Service (I&S) medewerker veilig kan werken vanuit een afgeschermde werkplek. Samenwerkzone De samenwerkzone in het publieksgebied is gereserveerd voor de interactie tussen de politieorganisatie en al haar externe partners. Dat kunnen andere onderdelen van de veiligheidsketen zijn, maar ook lokale ondernemers, een buurtvereniging of de gemeente. Deze zone heeft drie doelen. Allereerst is het doel het stimuleren van de samenwerking, door de toegankelijkheid van de politieorganisatie te vergroten. Daarnaast is het faciliteren van deze samenwerking in het publieksgebied een manier om achter de schermen een werkgebied te creëren dat uitsluitend toegankelijk is voor de politie. Hiermee wordt de toegang tot vertrouwelijke informatie beperkt. Een derde doel van deze zone is het vergroten van de levendigheid van het publieksgebied en daarmee het vergroten van de veiligheid.

10 4. Gebieden en zones 4.2 Het werkgebied 10 Voor de politiemedewerker wordt de kern van het bureau gevormd door het politiewerkgebied. Dit gebied heeft de voorzieningen die het gehele werkproces ondersteunen, met een faciliteitenzone, een centrale post voor aansturing en coördinatie van de werkzaamheden, ruimte voor bureauwerk en vergader- en communicatiewerkplekken. Het gebied is uitsluitend bedoeld voor de politieorganisatie. Ketenpartners hebben er in beginsel geen toegang, tenzij er bijvoorbeeld samen aan een zaak wordt gewerkt bijvoorbeeld met de Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst - (FIOD) of aan veel voorkomende criminaliteit via de ZSM-werkwijze (Zorgvuldig, Snel, Maatwerk). Daarmee is dit ook het gebied waar de agent of rechercheur thuiskomt, even uit de rol kan stappen die op straat wordt gespeeld, en waar ruimte is om stoom af te blazen na een incident. Het politiewerkgebied is verdeeld in de volgende zones: Rustige werkzone Naast de dynamische zone is er een rustiger zone, waar ongestoord kan worden gewerkt. Hier zijn kleinere, gesloten werkruimtes maar ook open werkplekken te vinden. Daarvoor gelden echter meer afspraken rond gedrag en gebruik, om de rust van het gebied te waarborgen. De opbouw van de politiehuisvesting in gebieden en zones is op dezelfde manier vormgegeven in de drie huisvestingstypes voor basisteams, districten en regionale eenheden. Er is uit per type een verschil in verhouding tussen de afmetingen, afhankelijk van het gebruik. Een publieksgebied is voor district- en eenheidsfuncties vaak kleiner dan bij een basisteambureau. Op dezelfde manier zal het rustige werkgebied meer gebruikt worden bij een deel van de diensten van de eenheid. Dynamische werkzone De dynamische werkzone is bedoeld voor (bureau) werkzaamheden binnen de dynamiek van het politiewerk. Zeker rond de centrale post op de basisteams kenmerkt deze ruimte zich door de levendigheid van de werkzaamheden die horen bij de basispolitiezorg. Op de districtsbureaus en bij de regionale eenheden zal dit een normale werkomgeving zijn voor de dagelijkse activiteiten. Het blijft echter een zone waar naast reguliere bureauwerkzaamheden vooral samenwerking wordt gestimuleerd, met verschillende types van communicatiewerkplekken. Alle ondersteunende functies van het bureau zijn te vinden in een apart deel van de dynamische werkzone. Er is een straat met kleedkamers, wapenkluis, uitrukgarderobe, kortom alle benodigde stappen om op te komen. Als onderdeel van het thuiskomen en teamgevoel beschikt deze zone ook over de meeste ruimte om elkaar informeel te ontmoeten en informatie te delen, bijvoorbeeld door spontane gesprekken rond de koffieautomaat.

11 4. Gebieden en zones 4.3 Het ophoudgebied 11 Achter het politiewerkgebied bevindt zich nog het ophoudgebied of cellencomplex (indien aanwezig). Dit gebied behoort niet direct tot het (kantoor)werkgebied, maar heeft logistieke raakvlakken met de overige gebieden. Zo is er een directe verbinding met de samenwerkzone. Deze toegang zorgt ervoor dat externe bezoekers (artsen, advocaten) geen toegang hoeven te krijgen tot het politiewerkgebied om in het arrestantengebied te komen. Uiteraard is er ook een directe koppeling met het politiewerkgebied, zodat in geval van incidenten assistentie direct ter plaatse is.

12 12 4. Gebieden en zones Voorbeeld indelingsplan Basisteam Politie zonering 16 februari 2017 zonering Politie versie 10 Politie Indeling nieuw 16 febuari 2017 Versie februari 2017 versie 10 Op basis van een rekenvoorbeeld van 160 Fulltime-equivalent (FTE), waarvan 140 FTE operationeel basis, 15 FTE operationeel ondersteuning en 5 FTE leiding is een ruimtemix berekend welke in onderstaande plattegrond (1.300 m2 BVO)ingetekend is. Droogruimte en stomerij ruimte Droogruimte en stomerij ruimte Kolfruimte Statisch archief Douche Werk kast Douche Douche Douche Kolfruimte Droogruimte en stomerij ruimte Statisch archief Kolfruimte Werk kast Statisch archief Kleedruimte en lockers heren Werk kast Douche Douche Kleedruimte en lockers heren Ruimte ibgg Klusruimte TFS en patchruimte Ruimte ibgg Klusruimte TFS en patchruimte Kleedruimte en lockers heren Ruimte ibgg Verhoor/ advocatenruimte Verhoor/ advocatenruimte Verhoor/ advocatenruimte Verhoor/ advocatenruimte Verhoor/ advocatenruimte Ontvangst desk Ontvangst Ingang desk Arrestanten Arrestanten Arrestanten Stamtafel Stamtafel Stamtafel Ingang Ingang Informelezone/faciliteiten zone/faciliteiten Informele Informele zone / faciliteiten Werkenopen open Werken - dynamsich Werken Toilet Toilet Toilet N.U. Samenwerken Samenwerken ketenpartners Samenwerken Ontvangst desk N.U. opslag Werkengesloten gesloten Werken - Rustig Werken Overleggen Overleggen Publiek/burgers Publiek / burgers opslag Ophoudruimte Verhoor/ advocatenruimte Ophoudruimte 140x80 opslag 140x80 Ademhalings analyseruimte Ademhalings analyseruimte Ophoudruimte Ophoudruimte Publiek/burgers 140x80 Ophoudruimte Identificatieruimte Ophoudruimte Ademhalings analyseruimte Identificatieruimte Ophoudruimte Centrale post Centrale post Ingang Ingang Ophoudruimte Ophoudruimte Centrale ontmoetingsplek Centrale ontmoetingsplek Fouilleerruimte Identificatieruimte Opslagruimte generiek Opslagruimte generiek Fouilleerruimte Centrale post Kleedruimte en lockers dames Ingang N.U. Kleedruimte en lockers dames Centrale ontmoetingsplek Uitrukgarderobe Wapenkamer Opslagruimte generiek Uitrukgarderobe Wapenkamer Kleedruimte en lockers dames Fouilleerruimte Uitrukgarderobe Wapenkamer Klusruimte TFS en patchruimte

13 13 4. Gebieden en zones Voorbeeld plattegrond Basisteam/District/Eenheid/PDC Op basis van een voorbeeld vanuit de rekentool is voor een combinatie van basisteam met functies van district, eenheid en PDC een voorbeeldplattegrond opgesteld, waarvan de eerste drie etages hier zijn weergegeven. De begane grond en een deel van de 1e etage zijn bedoeld voor werken, maar ook voor (samen-)werken met publiek en (keten-)partners. VERDIEPING 1: 1090m2 BEGANE GROND: 1485m2 BEGANE GROND: 1485m2 automaten (EVENTUEEL) CELLENCOMPLEX ELDER: 85m2 Patch kast (EVENTUEEL) CELLENCOMPLEX Patchkast Statisch archief Werk kast Uitrukgarderobe VERDIEPING 1: 1090m2 VERDIEPING 2: 1485m2 140x80 Samenwerkzone Open werkruimte Uitrukgarderobe Centrale post 140x80 ibgg PAtch Patch kast A3 1:300 Stamtafel Samenwerkzone 140x80 Koffiemeubel Ingang Open werkruimtearrestantengebied Open werkruimte Vergaderruimte Samenwerkzone Gesloten werkruimte Publiekzone Publiekzone Toilet Ontvangst desk 2 ool: 298m2 Datum: versie CTH Schaal: Opslag Arrestantengebied Verdieping 1: 1090m2 VOORBEELD BASISTEAM PLUS DISTRICT/EENHEIDSFUNCTIES Formaat: Ingang Stamtafel Werk kast 140x80 Koffiemeubel 140x80 Douche Ontvangst desk Vergaderruimte 140x80 Toilet : 192m2 Gesloten werkruimte Centrale post EHBO KOLF 140x80 PAtch ibgg Open werkruimte

14 5. Huisvesting in de praktijk 5.1 Vertaling van de visie 14 De visie ten aanzien van de toekomstvaste politiehuisvesting is op de volgende wijze vertaald in het huisvestingsconcept: Flexibiliteit en toekomstvastheid in de huisvesting, met het vermogen om in te spelen op een veranderende organisatie. Wordt geborgd door de modulaire en uniforme opbouw van het concept in gebieden, zones en bouwstenen. Hierdoor is niet meer de organisatiestructuur leidend, maar het faciliteren van de werkprocessen. De activiteitgerelateerde werkomgeving is flexibel in het faciliteren van persoonlijke werkstijlen, teams en processen met inachtneming van het normenkader beveiliging. Flexibiliteit in het werkproces: de mogelijkheid om te werken waar het werk is. Alle politiehuisvesting kent eenzelfde opbouw van het werkgebied op basis van een activiteitgerelateerde werkomgeving en werkplekdeling. Hierdoor kan elke politiemedewerker op elke locatie werken. Werk wordt plaatsonafhankelijk door de combinatie van toegang, geen persoonlijke werkplekken en juiste ICT. Meer ruimte voor samenwerking, onderling tussen de verschillende politieonderdelen en samenwerking met partners van binnen of buiten de veiligheidsketen. Samenwerking wordt op drie manieren extra gefaciliteerd. Ten eerste kunnen politiemedewerkers op elk politiekantoor werken. Ten tweede is het werkgebied meer open en is er een dynamische kern voor werken en ontmoeten gecreëerd. Ten derde is de werkomgeving meer transparant en is de zichtbaarheid van teams en afdelingen gericht op het faciliteren van informele afstemming en spontane ontmoetingen. Een effectievere werkomgeving, die tegemoet komt aan de besparingsdoelstellingen vanuit het SHP. De consequente toepassing van de normstellingen uit het Strategisch Huisvestingsplan (SHP) en de normen van de Rijkswerkplek in de rekentool van het concept borgt het realiseren van meer efficiënte huisvesting. De keuze voor werkplekdeling en multifunctioneel gebruik van ruimte levert de grootste bijdrage aan besparing van de ruimtebehoefte huisvesting. Betere borging van vertrouwelijkheid door uniforme zonering van het politiegebouw. Het politiewerkgebied is alleen toegankelijk voor politiemedewerkers en gescreende ketenpartners. De uniforme zonering van de politiegebouwen maakt consequente toepassing van het normenkader beveiliging beter mogelijk. Daarnaast zorgt de samenwerkzone in het publieksgebied er voor, dat het werkgebied van de politieorganisatie beter wordt afgeschermd van ongeautoriseerde personen en niet-gescreende ketenpartners.

15 5. Huisvesting in de praktijk 5.2 Gebruik van de huisvesting 15 De werking en beleving van de nieuwe politiehuisvesting in de praktijk kan het beste worden geschetst vanuit het perspectief van belangrijke gebruikers: de burger, de agent, de politiemedewerker en de ketenpartner. De burger De burger die aangifte wil doen op het bureau komt binnen in een open, transparant gebouw. Het politiebureau is direct herkenbaar vanaf de straat en de burger ervaart geen drempel om binnen te komen. Bij binnenkomst wordt hij direct aangesproken door een politiemedewerker met de vraag hoe de politie van dienst kan zijn. De burger wil graag een verklaring afleggen over een voorval dat vorige nacht heeft plaatsgevonden. Hij krijgt koffie en neemt plaats aan een tafel in afwachting van de agent die de verklaring komt opnemen. De agent komt vanuit het werkgebied naar het publieksgebied om dit te doen. Hierbij kan de agent kiezen uit een gesloten of open werkplek. De burger komt op geen enkel moment in het politiewerkgebied. De agent neemt de verklaring op en werkt deze uit in het samenwerkzone. De agent De agent komt aan het einde van zijn dienst terug op het basisteambureau. Direct na binnenkomst vindt hij de belangrijkste faciliteiten om zijn persoonlijke spullen kwijt te kunnen zoals lockers en de wapenkluis. Zo, thuis op het bureau verzucht hij en pakt een kop koffie om vervolgens met collega s te kunnen bijpraten over wat er vandaag allemaal gebeurd is. Hij hoort de ervaringen van zijn collega s en voelt zich vertrouwd. Hierna gaat hij zijn verslaglegging en administratie van de dag afhandelen op een werkplek iets verderop. Een groot deel van de adminstratieve taken heeft hij onderweg al kunnen afhandelen, bijvoorbeeld enkele bekeuringen die zijn afgehandeld via Mobiel Effectiever Op Straat (MEOS, digitale voorziening voor mobiel werken). Hij wil nu nog een proces verbaal (PV) afronden waarmee hij is gestart op zijn Chromebook, terwijl hij bij een aanrijding moest wachten op het bergingsbedrijf. Hij kiest een werkplek uit in de rustige werkzone die wat verder weg is van de hectiek en is precies op tijd klaar voor de debriefing die plaatsvindt in de briefingruimte, centraal gelegen bij het dynamische werkgebied van het basisteambureau. De politiemedewerker De rechercheur van de Dienst Regionale Recherche (DRR) start haar dag op het districtskantoor. Voor de ochtendbriefing werkt ze eerst snel haar mail bij in de dynamische werkzone direct naast de briefingruimte. Haar collega ziet haar en vraagt welke koffie ze wil, om vervolgens samen de briefing in te gaan. Ze moet naar een dorp 30 minuten verderop voor getuigenverhoor en een inspectie van de plaats delict. Eerst gaat ze naar de plaats delict waar ze ter plekke aantekeningen maakt op haar mobiele device, om vervolgens naar het lokale basisteambureau te gaan om getuigenverhoor af te nemen. Na getuigenverhoor blijft ze werken op het basisteambureau omdat dit reistijd scheelt, het netwerk goed is en ze direct kan afstemmen met de lokale basisteam rechercheurs. Vanuit het basisteambureau gaat zij aan het einde van haar werkdag naar huis. De ketenpartner De Buitengewoon Opsporings Ambtenaar (BOA) heeft haar ronde op de jaarmarkt erop zitten en moet een verklaring afleggen over haar interventie bij een vechtpartij eerder die middag. Er is pepperspray gebruikt en er zijn aanhoudingen verricht. De BOA heeft een afspraak met twee agenten op het basisteambureau. De BOA komt binnen in het publieksgedeelte, groet de intake & service medewerker die haar direct herkent en vraagt hoe het gaat. Zij loopt door naar de samenwerkzone van het publieksgedeelte waar ze inlogt op een van de pc s in afwachting van haar afspraak. Ze verwerkt haar administratie en gaat daarna in overleg met de twee agenten van het basisteam. Voordat ze terug op straat gaat pakt ze nog een kop thee in het publieksdeel. Ze is er weer klaar voor.

16 6.Vernieuwingen en impact huisvestingsconcept 16 Het concept introduceert een aantal vernieuwingen in de huisvesting en in de manier van werken. De belangrijkste vernieuwingen zijn: Huisvesting op basis van werkprocessen en werken waar het werk is in plaats van de hark. De politiemedewerker is voor zijn werk niet beperkt tot slechts de locatie die volgt uit de postcodetabel. Het realiseren van uniforme politiegebouwen die verschillende organisatieonderdelen kunnen huisvesten. De functies van basisteam, district en eenheid kunnen plaatsvinden in de reguliere politiehuisvesting. De vernieuwing zit hierbij in het huisvesten van de politiespecifieke functies op ruimteniveau, in plaats van op gebouwniveau. Hiermee wordt het werkproces optimaal bediend en tegelijkertijd de flexibiliteit en toekomstvastheid behouden. Huisvesting die minder is gespiegeld aan de organisatieopbouw en meer gericht is op samenwerking van de politieprocessen en op het dienstverleningsconcept, maar die ook wijzigingen daarin goed kan opvangen. Introductie van een meer open en transparant dienstverleningsmodel in het publieksgebied, waar de veiligheid wordt versterkt door de zichtbaarheid van blauw. Introductie van een samenwerkzone voor ketenpartners in het publieksgebied. De belangrijkste impact van het huisvestingsconcept is: De belangrijkste impact is dat het concept meer leidend wordt en niet alleen de lokale managementvisie op huisvesting. Standvastigheid en toewijding vanuit de landelijke organisatie naar de regionale eenheden is daarbij een vereiste. De meer proactieve dienstverlening en het creëren van zichtbaarheid van het politieproces in het publieksgebied van het basisteam vragen om een andere attitude en competenties van intake & services, en eigenlijk van de gehele blauwe organisatie. Het concept geeft ruimte om samenwerking met ketenpartners steeds beter vorm te geven door middel van de zogenaamde samenwerkzone en zorgt voor betere informatiebeveiliging van het politiewerkgebied. Het ruimtebudget wordt flexibeler toegepast, minder specifiek per pand en meer per gebied. Toepassing van het concept blijft binnen het ruimtebudget voor eenheden. Voor de ruimtetoedeling van districts- en eenheidsfuncties adviseren we breder te kijken dan een specifiek object. Om invulling te geven aan het uitgangspunt dat de politiemedewerker overal moet kunnen werken, zou een eenheid in staat kunnen worden gesteld om ruimtebudget te verdelen over locaties. Bij nieuwbouw van kantoren en grotere basisteambureaus is het ruimtegebruik conform het huisvestingsconcept efficiënter dan de norm (SHP) en dit betekent dat kantoren en grotere basisteambureaus een lagere ruimtebehoefte kennen. Bij kleine basisteams is de norm (SHP) vaak ontoereikend. De politie specifieke voorzieningen en ruimten vragen meer ruimte dan volgen uit de norm. Bovendien zijn er ook geen schaalvoordelen te behalen in het ruimtegebruik. Vanuit het rekenmodel dat hoort bij het huisvestingsconcept blijkt dat het omslagpunt van efficiënt ruimte gebruik ligt op ongeveer 150 fte. Gegeven het omslagpunt heeft het de voorkeur om gebouw vanaf m2 te realiseren. Bij een dergelijk format ontstaat er tevens een evenwichtige verhouding tussen politie specifieke ruimten (die niet heel flexibel te gebruiken zijn) en het werkgebied c.q. de kantooromgeving.

17 7. Aanvullende informatie steunpunten 7.1 Inleiding steunpunten 17 Met de introductie van de robuuste basisteams zijn veel van de kleinere politielocaties inmiddels geconcentreerd en opgegaan in basisteambureaus. Deze concentratie blijkt echter ten koste te gaan van locaties die die functies bieden die nodig zijn in de buurt van daar waar het werk is. Een steunpunt geeft invulling aan deze behoefte, in drie typen: Steunpunt Klein: Dit bestaat uit 2-4 werkplekken binnen de huisvesting van een ketenpartner, met een publieksfunctie. Bedoeld voor vragen van publiek of het doen van een aangifte. Steunpunt Groot met publieksfunctie (extern) : Extern kan een steunpunt toegankelijk zijn voor publiek en partners. Bijvoorbeeld om de afstand tot een basisteam voor het doen van een aangifte te verkleinen. Steunpunt Groot met opkomfunctie: intern kan een steunpunt worden ingezet als honk om aanrijtijden te verkleinen, of om politieaanwezigheid te waarborgen in bijvoorbeeld een horecagebied. Relatie steunpunt tot werkgebied Per locatie kan worden bezien wat de benodigde functie is van een steunpunt. Op locaties waar vanuit burgers veel contact wordt gezocht met de politie zal het een publieksfunctie hebben, met een mogelijkheid voor inloop en/of aangiftes op afspraak. Locaties waar directere aanwezigheid van noodhulp gewenst is, op basis van de veiligheidsbeelden, waar aanrijtijden moeten worden verminderd of waar gezocht wordt naar vermindering van woon/werkverkeer kunnen een opkomfunctie krijgen. Afstand tot de burger verkleinen De geboden functionaliteiten in het steunpunt verschillen sterk bij deze opties. De publieksfunctie vraagt ruimte voor ontmoeting en samenwerking met de burger of partners. Behalve gesloten gespreksruimten voor een aangiftes vind je hier dus werkplekken die een bezoek aan de politie ondersteunen. De locatie eisen die voortkomen uit deze functie richten zich op de zichtbaarheid en de bereikbaarheid van de locatie voor de burger. Idealiter is een steunpunt met deze functie te vinden in bestaande huisvesting van een (keten-)partner, zoals een gemeentehuis. Als het steunpunt vooral de interne functie heeft is deze openheid minder gewenst. Het steunpunt biedt dan met name facilitaire ruimten. Een ontmoetingsplek voor het team zelf, waar mogelijkheid is om even aan te landen voor wat computerwerk en voor een (tele-)briefing met daarbij de ondersteunende functies, zoals kleedruimte en een wapenkluis. Dit steunpunt dient vooral als plek om op te komen en om de interne ontmoeting te faciliteren. De locatie van dit steunpunt wordt in mindere mate bepaald door een centrumlocatie of zichtbaarheid. Idealiter wordt de locatie gekozen om aanrijtijden te minimaliseren, dus in het logistieke hart van het werkgebied. In beide functies zijn werkplekken onderdeel van de inrichting, hoewel mogelijk in een andere vorm. Bij een locatie die primair gericht is op publiek zullen de werkplekken een combinatie zijn van reguliere bureauwerkplekken en voorzieningen die juist de samenwerking stimuleren zoals aanlanden ontmoetingsplekken. Deze zijn vooral gelegen in zone 1. Bij de locaties die vooral het opkomen ondersteunen zal het bureauwerk veelal kortstondig van aard zijn. De focus zal hier dus meer liggen op aanlandplekken en op voorzieningen die in eerste instantie bedoeld zijn om het team te ontmoeten, maar die ook computerwerk mogelijk maken, in een zone 2 omgeving. Steunpunt met publieksfunctie Steunpunt met opkomfunctie Behoefte aan publieksfunctie Politie Woonplaats medewerkers Bereik woon/werkverkeer en aanrijdtijden

18 7. Aanvullende informatie steunpunten 7.2 Steunpunten uitgangspunten 18 Er zijn bij het ontwikkelen van streunpunten enkele uitgangspunten vastgesteld: Algemeen beleid is dat er op een steunpunt géén formatie wordt geplot, mede omdat het is ingezet als tijdelijke voorziening. Het basisteambureau wordt gebouwd op de omvang van de gehele formatie; Werken op het steunpunt is alleen relevant voor ambulante functies van het basisteam en gaat uit van contextgericht werken: naar buiten en mobiel; Steunpunten worden gerealiseerd op een huurlocatie en bij voorkeur binnen de huisvesting van een ketenpartner. Enerzijds in verband met de al aanwezige publiekstromen, anderzijds voor het kunnen delen van faciliteiten; Er is geen voorziening voor het beschermd stallen van (dienst-)voertuigen; Het steunpunt gaat in ieder scenario uit van het gebruik van mobiele ICT middelen, zonder eigen dataverbinding. De werkplekken die worden gerealiseerd zijn voor wat betreft de beveiliging vergelijkbaar met thuiswerkplekken.

19 7. Aanvullende informatie steunpunten 7.3 Steunpunten klein 19 Het Steunpunt Klein bestaat uit slechts een aantal van 2-4 werkplekken, binnen de huisvesting van een ketenpartner. Voor dit steunpunt worden geen verdere voorzieningen gerealiseerd, maar wordt uitgegaan van medegebruik van de al aanwezige faciliteiten in het bestaande pand. Er zijn geen specifieke eisen aan of voorzieningen voor beveiliging.

20 7. Aanvullende informatie steunpunten 7.4 Steunpunten groot met publieksfunctie 20 Het steunpunt groot met een publieksfunctie is ingericht om de ontmoeting met het publiek en de samenwerking met (keten-)partners te ondersteunen. Het bestaat uit een aantal bureauwerkplekken, met daarbij vooral ruimte voor samenwerking en overleg. Desgewenst kan een klein deel ervan worden afgeschermd als een kleinschalig politiewerkgebied zoals op een basisteam, maar het steunpunt is primair bedoeld als samenwerkzone waar politie, burger en ketenpartners samenwerken. Deze zone kan worden gezien als een publieksgebied zoals dat in het integrale huisvestingsconcept is beschreven. Het steunpunt gaat niet uit van aanvullende (eigen) faciliteiten, zoals kleedruimten. In tegenstelling tot het steunpunt met een opkomfunctie is het aanbod van functies in dit steunpunt vooraf bepaald en dus niet afhankelijk van het aantal gebruikers. Binnen het maximale budget van 300m 2 is een vast programma omschreven, dat geoptimaliseerd kan worden door gebruik te maken van faciliteiten die al in de huisvesting van de (keten-)partner beschikbaar zijn. In geel gearceerd de ruimten vanuit het integrale huisvestingsconcept die in dit steunpunt worden gerealiseerd. De hiervoor beschreven combinatie van ruimtes zou leiden tot de hiernaast weergegeven plattegrond als voorbeeld. Let op: in deze plattegrond zijn alle benodigde ruimten weergegeven. In werkelijkheid is het streven om zoveel als mogelijk gebruik te maken van de ruimten van ketenpartners om de initiële investering haalbaar te maken binnen de gegeven kaders. De hierin geschetste afscheiding die het politie-gebied afschermt van het publiek toegankelijke deel dient per project bepaald te worden aan de hand van de lokale situatie en wensen. Bureauwerk Wachtruimte bezoeker, aanlanden, kort informeel overleg Aangiftes, overleg (intern)overleg

21 7. Aanvullende informatie steunpunten 7.5 Steunpunten groot met opkomfunctie 21 De invulling van het steunpunt Groot met een opkomfunctie (het honk ) kent geen publieksfunctie. Het is een combinatie van kleedruimten, kledingkasten, een wapenkamer en een ontmoetingsgebied voor het team. Hierin is ruimte voor kortstondig pc-werk, bijvoorbeeld door het gebruik van chromebooks. Deze ontmoetingsruimte is bovendien ingericht voor een briefing-op-afstand. De aanwezige functies zijn vergelijkbaar met het politiewerkgebied zoals omschreven in het integrale huisvestingsconcept. De in dit steunpunt geboden functionaliteiten zijn: Kleedkamers en kledingkasten Douches/toiletten met ontmoetingsruimte De compacte opbouw van het steunpunt biedt faciliteiten voor een team van ongeveer personen, ondanks het maximale ruimtebudget van 300m2 BVO, niet uitgaande van een gelijktijdige aanwezigheid van het team. De eisen aan beveiliging en inbraakwerendheid van dit steunpunt worden bepaald door de aanwezigheid van een wapenkamer. Wanneer er wapens aanwezig zijn als er geen teamleden aanwezig zijn dient het Normenkader (Referentiemodel Beveiliging Politiegebouwen) gevolgd te worden om te komen tot een passende inbraakwerendheid en eventuele doormelding. De hierboven beschreven combinatie van ruimtes zou leiden tot de hiernaast weergegeven plattegrond als voorbeeld. Let op: in deze plattegrond zijn alle benodigde ruimten weergegeven. In werkelijkheid is het streven om zoveel als mogelijk gebruik te maken van de ruimten van ketenpartners om de initiële investering haalbaar te maken binnen de gegeven kaders. Opkomen, omkleden Ontmoeten van het team, briefing, koffie Aanlanden, uitwerken PV s, mail