LUCHTVAARTUIG IN DE PROBLEMEN, PRIO 1

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "LUCHTVAARTUIG IN DE PROBLEMEN, PRIO 1"

Transcriptie

1 LUCHTVAARTUIG IN DE PROBLEMEN, PRIO 1 Evaluatie van de crisisbeheersing naar aanleiding van de noodlanding van een J-SAR helikopter op de Noordzee (21 november 2006) COT Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement J.G.H. Bos Mr. drs. R. Dammen Drs. M. Zannoni m.m.v. V.J. van Bolhuis Msc.

2 Den Haag, juli 2007 Voor vragen of opmerkingen naar aanleiding van deze evaluatie kunt u schriftelijk, telefonisch of per contact opnemen met de auteurs via: COT Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement Koninginnegracht AB Den Haag Telefoon: cot@cot.nl Internet: Foto omslag: 2

3 Inhoudsopgave 1 INLEIDING AANLEIDING INTERPRETATIE EN DOEL VAN DE EVALUATIE WERKWIJZE LEESWIJZER DANKZEGGING PREPARATIE INLEIDING WET- EN REGELGEVING WET BESTRIJDING ONGEVALLEN NOORDZEE REGELING INZAKE DE SAR-DIENST WET RAMPEN EN ZWARE ONGEVALLEN BESCHRIJVING VAN DE RELEVANTE PLANVORMING INHOUD VAN DE VERSCHILLENDE PLANNEN DETECTIE EN ALARMERING CLASSIFICATIE VAN HET INCIDENT EN OPSCHALING SAMENSTELLING VAN DE VERSCHILLENDE TEAMS OPERATIONEEL LEIDERSCHAP EN OPERATIONELE LEIDING COÖRDINATIE EN ORGANISATIE VAN DE HULPVERLENING VOORLICHTING OPVANG EN VERZORGING ACTIVITEITEN EN COÖRDINATIE IN DE NAFASE PSYCHOSOCIALE HULPVERLENING OEFENINGEN RECONSTRUCTIE OBSERVATIES INLEIDING DOMINANT BEELD INCIDENT OBSERVATIES PREPARATIE OBSERVATIES RESPONS OBSERVATIES NAFASE CONCLUSIES...55 BIJLAGE 1 FEITENRELAAS BIJLAGE 2 RESPONDENTEN BIJLAGE 3 DOCUMENTEN BIJLAGE 4 AFKORTINGEN BIJLAGE 5 EINDNOTEN

4 4

5 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Op dinsdag 21 november 2006, rond uur in de avond, maakt een J-SAR helikopter een noodlanding op de Noordzee. Aan boord van de helikopter bevinden zich 13 werknemers van een boorplatform van de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) en 4 bemanningsleden. De 13 werknemers zijn die avond geëvacueerd met behulp van de helikopter vanwege een stroomstoring op het boorplatform K15 Bravo. De helikopter is op de terugweg van het boorplatform naar vliegveld De Kooy bij Den Helder, wanneer het in problemen raakt. Naar aanleiding van deze noodlanding wordt een Search and Rescue operatie gestart. Hierbij zijn verschillende partijen betrokken. Er worden helikopters naar de plaats van het incident gezonden, de Koninklijke Nederlandse Reddingmaatschappij (KNRM) gaat met reddingboten ter plaatse en het Kustwachtschip Arca onderneemt actie. Na iets meer dan een uur na de melding van de noodlanding zijn alle drenkelingen gered. Tijdens de reddingoperatie zijn er op het land diverse activiteiten in gang gezet. Crisisteams komen bijeen, ambulances worden aangevraagd, opvanglocaties worden ingericht en er worden voorlichtingsactiviteiten ontplooid. De gemeente Den Helder en de Veiligheidsregio Noord-Holland Noord hebben het COT Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement (COT) verzocht de crisisbeheersing naar aanleiding van de noodlanding te evalueren. 1.2 Interpretatie en doel van de evaluatie Het incident met de helikopter en de daaropvolgende reddings- en crisisbeheersingsactiviteiten zijn een voorbeeld van multidisciplinaire samenwerking tussen verschillende hulpverleners. Naast de reguliere hulpdiensten (brandweer, politie, GHOR) en de gemeente hebben bijvoorbeeld ook de Koninklijke Marine, de Kustwacht en het Kustwachtcentrum een rol gespeeld. De gemeente Den Helder en de Veiligheidsregio Noord-Holland Noord hebben aangegeven dat de evaluatie bedoeld is om geleerde lessen te borgen, zodat de crisisbeheersingsorganisatie van de gemeente en de betrokken partners wordt versterkt. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling om de organisatie en de betrokken functionarissen te beoordelen. Daarom heeft het COT de volgende hoofdvraag geformuleerd: Welke lessen op het gebied van crisisbeheersing kunnen de gemeente en de overige bij het incident betrokken partijen leren naar aanleiding van de noodlanding van de helikopter en de daaropvolgende reddingsoperatie? Zowel met betrekking tot het incident zelf als in het licht van lopende lokale en regionale crisisgerelateerde initiatieven en vraagstukken. 5

6 De evaluatie levert dan ook lessen op specifiek over dit type incident, maar belangrijker is nog dat de evaluatie lessen oplevert die bruikbaar zijn voor de crisisbeheersing in Den Helder en in de regio in het algemeen en in het bijzonder voor het grensvlak van land- zee hulpverlening. De multidisciplinaire samenwerking op het grensvlak van de hulpverlening op water en de hulpverlening op het land, is een thema dat sinds lange tijd onderwerp is van onderzoek en discussie. Overheden zijn tot het besef gekomen dat rampenbestrijding en hulpverlening op het land verschilt van rampenbestrijding en hulpverlening op het water. Er zijn verscheidene ontwikkelingen gaande op dit terrein. Zo is sinds 15 mei 2005 het Coördinatieplan/Rampenplan Waddenzee van kracht. Dit plan regelt de samenwerking en coördinatie van rampen en zware ongevallen op de Waddenzee. In het project Land-Zeeregelingen is geconstateerd dat er onvoldoende relaties zijn gelegd tussen de verschillende instanties en overheden bij land-zeegeoriënteerde incidenten, dat er geen of onvoldoende aparte aandacht is voor watergerelateerde ongevallen in bestaande plannen en procedures en dat er geen watergerelateerde rampbestrijdingsprocessen zijn. Het project Waterrand, dat onder andere is ingesteld op basis van de conclusies uit het project Land-Zeeregelingen, richt zich op het realiseren van een effectieve hulpverlening en crisisbestrijdingsorganisatie voor incidenten op het water. Ook een onlangs door het COT verricht onderzoek in opdracht van de Koninklijke Nederlandse Reddingmaatschappij (KNRM) maakte duidelijk dat er op het terrein van de multidisciplinaire samenwerking op het water nog veel te verbeteren is. Deze evaluatie beoogt een verdere bijdrage aan de verdere versterking van de organisatie van de hulpverlening op en rond het water te leveren. In de analyse houdt het COT rekening met het karakter van het incident (beperkt in omvang). Tegelijkertijd houdt het COT rekening met de vraag wat nu als er wel doden zouden zijn gevallen of meerdere gewonden? 1.3 Werkwijze Op basis van de aanwezige schriftelijke documenten bij de bij het incident betrokken partners, is een eerste reconstructie van het incident gemaakt. Hiervoor is gebruik gemaakt van documentatie, zoals logboeken, journaals en verslagen van vergaderingen, van de verschillende betrokken organisaties. Daarnaast hebben we de voorbereiding en planvorming van de verschillende betrokken partijen in kaart gebracht. Een overzicht van de gebruikte documenten is opgenomen in bijlage 3. Vervolgens is een dertigtal interviews afgenomen met verschillende bij de calamiteit betrokken sleutelfunctionarissen. Het betreft respondenten van onder andere de brandweer, Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR), gemeente, politie, Koninklijke Marine, Kustwachtcentrum, KNRM en de Kustwacht. Met hen is gesproken over de feitelijke gebeurtenissen tijdens de calamiteit, de mate van voorbereiding en de mogelijke lessen en verbeterpunten die naar aanleiding van dit incident geadresseerd moeten worden. Een respondentenlijst is opgenomen in bijlage 2. Ten slotte zijn tijdens een evaluatiebijeenkomst de eerste resultaten van de evaluatie met verschillende betrokken partijen gedeeld. Naar aanleiding van deze bijeenkomst is 6

7 het eindrapport nog op enkele details bijgesteld. Een overzicht van de deelnemers aan de evaluatiebijeenkomst is opgenomen in bijlage Leeswijzer In hoofdstuk 2 bespreken wij op hoofdlijnen de preparatie van de crisisbeheersing. We beschouwen achtereenvolgens het kader van wet- en regelgeving, de relevante planvorming, de inhoud van de verschillende plannen en de geoefendheid van de betrokken partijen. In hoofdstuk 3 reconstrueren we het incident. In hoofdstuk 4 presenteren wij onze observaties. Hoofdstuk 5 bevat de conclusies. In hoofdstuk 6 zijn de aanbevelingen verwoord. Bijlage 1 bevat een chronologisch overzicht van de gebeurtenissen naar aanleiding van de helikopternoodlanding. De respondentenlijst is te vinden in bijlage 2. Bijlage 3 bevat een overzicht van de gebruikte bronnen. In bijlage 4 staan de deelnemers aan de evaluatiebijeenkomst vermeldt. Bijlage 5 bevat een overzicht van de gebruikte afkortingen. In bijlage 6 zijn de eindnoten weergegeven. 1.5 Dankzegging Wij hebben bij dit onderzoek baat gehad bij de goede medewerking die wij kregen van de betrokken organisaties en functionarissen. Respondenten van de gemeente, de hulpverleningsdiensten, het Kustwachtcentrum, de Koninklijke Marine, de Koninklijke Marechaussee, de Koninklijke Nederlandse Reddingmaatschappij, de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM), Vliegkamp De Kooy, het schip Arca en het Expertisecentrum Risico- en Crisiscommunicatie (ERC) willen wij op deze plaats danken voor de getoonde openheid en de bereidwillige medewerking. Bijzondere dank zijn wij verschuldigd aan Gabie Ingelse van de gemeente Den Helder en René Menke van de Veiligheidsregio Noord-Holland Noord. Zij hebben zorg gedragen voor een doeltreffende toegang tot bronnen en personen. De deelnemers aan de plenaire bespreking van het conceptrapport danken wij voor de kritische inbreng tijdens de bijeenkomst. 1 Wij hopen dat dit onderzoek voldoende handvatten biedt voor een verdere versterking van de crisisbeheersing in Den Helder en de regio Noord-Holland Noord. Daarnaast hopen we dat de resultaten van ons onderzoek worden benut voor het verbeteren van de samenwerking tussen land- en zeehulpverlening. 7

8 8

9 2 Preparatie 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk beschrijven wij de hoofdlijnen van de preparatie van de bij het incident betrokken partijen. Wij schetsen allereerst het kader van relevante wet- en regelgeving. Vervolgens beschrijven we de bestaande relevante planvorming van de verschillende betrokken organisaties. Tenslotte beschrijven we de geoefendheid en het oefenbeleid van de verschillende betrokken partijen. Voor de informatie in dit hoofdstuk gaan we uit van de situatie zoals die op 21 november 2006 bestond. 2.2 Wet- en regelgeving Het kader van wet- en regelgeving voor de rampen- en incidentbestrijding op en rond het water wordt gevormd door de Wet bestrijding ongevallen Noordzee, de Regeling inzake de SAR-dienst 1994 en de Wet rampen en zware ongevallen. In deze paragraaf beschrijven we bondig wat de inhoud en reikwijdte is van deze documenten. Figuur 1 Kader van Wet- en Regelgeving 9

10 2.2.1 Wet bestrijding ongevallen Noordzee De Wet bestrijding ongevallen Noordzee (wet BON) stelt regels met betrekking tot het voorkomen, beperken of ongedaan maken van schadelijke gevolgen van ongevallen op de Noordzee. De wet BON vormt daarmee het wettelijk kader voor rampen- en incidentenbestrijding op de Noordzee. Deze wet is een uitvloeisel van het Verdrag inzake optreden in volle zee bij ongevallen die verontreiniging door olie kunnen veroorzaken 2 en het Protocol inzake optreden in volle zee bij ongevallen die verontreiniging door andere stoffen dan olie kunnen veroorzaken 3. In de wet BON is bepaald dat het beheer van de zee en de rampenbestrijding op de Noordzee onder de minister van Verkeer en Waterstaat valt. De wijze waarop op zee wordt opgetreden is in het Rampenplan voor de Noordzee 2006 uitgewerkt. 4 Het Rampenplan voor de Noordzee 2006 verstaat onder een ramp 5 : a. een ernstig en dreigend gevaar vanuit de Noordzee ( ) voor de Nederlandse kust of voor de daarmee samenhangende belangen van Nederland door verontreiniging of dreigende verontreiniging, welk gevaar ontstaat als gevolg van een ongeval of van daarmee verband houdende handelingen waarvan redelijkerwijs kan worden aangenomen dat zij zeer ernstige schade tot gevolg zullen hebben; b. een ernstige belemmering van de scheepvaart in de Nederlandse territoriale zee die ontstaat of dreigt te ontstaan als gevolg van een ongeval of van daarmee verband houdende handelingen, waarbij het schip niet is gestrand, gezonken of aan de grond geraakt; c. een ernstige schade vanuit de Noordzee aan: 1) zeeweringen aan de Nederlandse kust, of 2) andere waterstaatswerken die in de Nederlandse zee zijn gelegen of installaties die zijn opgericht op de bodem van de Nederlandse territoriale zee. Het Rampenplan voor de Noordzee vloeit voort uit de wet BON. Het besteedt aandacht aan rampen- en incidentenbeschrijving zoals omschreven in de wet BON. De wet BON is niet van toepassing op Search and Rescue. Het Rampenplan voor de Noordzee verwijst voor Search and Rescue activiteiten naar het OPPLAN-SAR. Het Rampenplan voor de Noordzee 2006 is daarmee niet van toepassing op SAR Regeling inzake de SAR-dienst 1994 De Regeling inzake de SAR-dienst regelt de organisatie van de opsporing en redding op zee en de ruime binnenwateren. De Regeling inzake de SAR-dienst vloeit voort uit het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart 6 en het Internationaal Verdrag inzake opsporing en redding op zee 7. In de Regeling inzake de SAR-dienst is vastgelegd dat er een opsporings- en reddingsdienst is in Nederland. Deze SAR-dienst maakt deel uit van de Kustwacht. De SAR-dienst is belast met de opsporing en redding van in nood verkerende bemanningen en passagiers van vliegtuigen, schepen en mijnbouwinstallaties. Deze taak heeft betrekking op het gebied dat zich aan zeezijde uitstrekt tot de grens van het Nederlandse deel van het continentale plat en dat zich aan de landzijde uitstrekt over de Nederlandse kustwateren, de Waddenzee, het IJsselmeer met inbegrip van randmeren en de Zuid-Hollandse en Zeeuwse stromen. 8 De SAR-dienst beschikt voor 10

11 de uitvoering van haar taak over een gecombineerd aëronautisch en maritiem reddingscoördinatiecentrum, vliegende reddingseenheden, bestaande uit een patrouillevliegtuig en één of meer helikopters van de Koninklijke Marine en reddingboten. Het Kustwachtcentrum in Den Helder fungeert op basis van de Regeling inzake de SAR-dienst als het gecombineerde aëronautisch en maritiem reddingscoördinatiecentrum. De directeur Kustwachtcentrum is verantwoordelijk voor het functioneren van de SARdienst en belast met de coördinatie van de opsporing en redding. De operationele procedures zijn vastgelegd in het operationeel plan SAR (OPPLAN-SAR) Wet rampen en zware ongevallen Onder een ramp of zwaar ongeval wordt volgens de Wrzo verstaan 9 : een gebeurtenis a. waardoor een ernstige verstoring van de openbare veiligheid is ontstaan, waarbij het leven en de gezondheid van vele personen, het milieu of grote materiële belangen in ernstige mate worden bedreigd of zijn geschaad, en b. waarbij een gecoördineerde inzet van diensten en organisaties van verschillende disciplines is vereist om de dreiging weg te nemen of de schadelijke gevolgen te beperken. Rampenbestrijding is een gemeentelijke verantwoordelijkheid. De Wet rampen en zware ongevallen (Wrzo) stelt daarover: Het college van burgemeester en wethouders is belast met de voorbereiding van de bestrijding van rampen en zware ongevallen in de gemeente, voor zover niet bij of krachtens de wet anders is bepaald. Het bevordert in het bijzonder het houden van oefeningen en de totstandkoming van afspraken, die nodig zijn voor een doelmatige bestrijding van rampen en zware ongevallen. 10 De burgemeester heeft op grond van artikel 11 lid 1 Wrzo het opperbevel in geval van een ramp of een zwaar ongeval of van ernstige vrees voor het ontstaan daarvan. Degenen die aan de bestrijding van een ramp of een zwaar ongeval deelnemen, staan onder zijn bevel. 11 De leiding van de brandweer is, volgens lid 2 van art. 11 Wrzo in beginsel belast met de operationele leiding van de bestrijding van een ramp of een zwaar ongeval. Dat verschillende betrokken organisaties daarbij een eigen verantwoordelijkheid hebben en behouden doet daar niets aan af. 12 Op grond van de Wrzo dient iedere gemeente over een Rampenplan te beschikken. Het Rampenplan beschrijft de organisatie, verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden in het kader van de rampenbestrijding. In de gemeente Den Helder is ten tijde van de noodlanding het Rampenplan gemeente Den Helder uit 2002 van kracht. Het door de regio Noord-Holland-Noord in 2006 opgestelde modelrampenplan is ten tijde van incident nog niet in werking getreden. 2.3 Beschrijving van de relevante planvorming In deze paragraaf beschrijven we de verschillende plannen die een rol speelden bij de crisisbeheersing rond de noodlanding van de J-SAR. De uitwerking van de voor dit incident relevante wet- en regelgeving is verwerkt in het Operationeel Plan Search and Rescue (OPPLAN-SAR) en het Rampenplan van de gemeente Den Helder. Daarnaast 11

12 heeft de gemeente Den Helder, in samenwerking met de verschillende hulpverleningsdiensten, een aantal rampbestrijdingsplannen opgesteld. De Koninklijke Marine beschikt over een bedrijfsnoodplan voor de Nieuwe Haven. Ten slotte beschikt de NAM nog over een plan. OPPLAN-SAR Het OPPLAN-SAR is een uitwerking van de Regeling inzake de SAR-dienst. Het OPPLAN-SAR beschrijft de werkwijze van de SAR-dienst en de te volgen procedures. Daarnaast beschrijft het OPPLAN-SAR onder andere de organisatie van de SAR-dienst en het reddingscoördinatiecentrum en de werkwijze van het Kustwachtcentrum. Ook geeft het OPPLAN-SAR een overzicht van de middelen die de SAR-dienst te beschikking staan. Rampenplan van de gemeente Den Helder Op grond van de Wrzo dient iedere gemeente over een Rampenplan te beschikken. Het Rampenplan beschrijft de organisatie, verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden in het kader van de rampenbestrijding. In de gemeente Den Helder is ten tijde van de noodlanding het Rampenplan gemeente Den Helder uit 2002 van kracht. Het door de regio Noord-Holland-Noord in 2006 opgestelde modelrampenplan is ten tijde van incident nog niet van kracht in de gemeente Den Helder. Rampbestrijdingsplannen Behalve over een Rampenplan kan een gemeente beschikken over rampbestrijdingsplannen. Een rampbestrijdingsplan wordt opgesteld voor rampen en zware ongevallen waarvan de plaats, aard en gevolgen voorzienbaar zijn. Een gemeente moet een rampbestrijdingsplan opstellen voor specifieke gevallen indien het beleid inzake het vaststellen daarvan 13, wettelijke verplichtingen 14 of een interventie van de Commissaris van de Koningin (CvdK) daartoe aanleiding geven of dat voorschrijven. Het rampbestrijdingsplan bevat het geheel aan maatregelen dat bij die ramp of dat zware ongeval moet worden genomen. De gemeente Den Helder beschikt over drie rampbestrijdingsplannen: - Marinevliegkamp De Kooy en Airport Den Helder (uit september 1999, laatste versie is van februari 2002); - Marinecomplex Nieuwe Haven (versie december 2004); - Veerboot Texels eigen Stoomboot Onderneming (Teso) (versie juli 2005). Deze plannen bevatten verscheidene mogelijk rampscenario s voor ongevallen op het water. Het rampbestrijdingsplan Teso bevat bijvoorbeeld uitgewerkte scenario s voor de volgende situaties: 15 1) schip zinkt, 2) schip is varende en er breekt brand uit aan boord, 3) schip ligt in/nabij de haven van Texel en er breekt brand uit, 4) Schip ligt in/nabij de haven van DH en er breekt brand uit. In Er is een convenant tussen de Koninklijke Marine en de gemeente Den Helder ten aanzien van het Marinecomplex Nieuwe Haven. Daarin staat onder andere vermeld dat beide organisaties elkaar informeren over voor de bij de rampenbestrijding belangrijke wijzingen in de (rampen)organisatie, de rampenbestrijdingsprocessen en de relevante werkprocessen. Verder vermeldt het convenant dat de gemeente Den Helder, indien 12

13 mogelijk, de Koninklijke Marine bij de oefeningen en opleidingen inzake de gemeentelijke processen betrekt. Bij een (dreigende) ramp in de gemeente Den Helder stelt de Marine indien mogelijk en op verzoek van de burgemeester middelen en personeel ter beschikking. De gemeente kan de Marine verzoeken nachtopvang ter beschikking te stellen. het rampbestrijdingsplan voor de Nieuwe Haven is een specifiek land water scenario uitgewerkt: incident met schip in de haven. De andere scenario s betreffen landgebonden risico s met mogelijke effecten op land en/of zee. Het rampbestrijdingsplan De Kooy en Airport Den Helder betreft landgebonden risico s en vliegtuigongevallen binnen het eigen terrein (en binnen een grens van één kilometer). Daarnaast participeert de gemeente Den Helder in het Coördinatieplan Rampenbestrijding Waddenzee (vastgesteld in oktober 2004, technisch aangepast in januari 2005). In dit plan zijn specifieke scenario s uitgewerkt voor onder meer rampen met betrekking tot redden van aanwezigen in het gebied (boten, neergestort vliegtuig, et cetera.), rampen met verontreiniging van oppervlaktewater, ongevallen met giftige stoffen, ongeval met brand en/of explosiegevaar en een ecologische ramp. In het plan staat de taakverdeling tussen betrokken land- en waterpartners centraal alsmede de bestuurlijke verantwoordelijkheden. Bedrijfsnoodplan voor de Nieuwe Haven De Koninklijke Marine beschikt sinds 1995 over een calamiteitenplan. Dat plan is omgezet naar het huidige Bedrijfsnoodplan. De Koninklijke Marine ontwikkelt een nieuw Bedrijfsnoodplan Facilitair Steunpunt Nieuwe Haven. Het nieuwe plan is tijdens de helikopternoodlanding nog in concept. Het plan is in het kader van de Arbeidsomstandighedenwet en de Wet milieubeheer opgesteld. Hoewel het plan tijdens het incident nog niet van kracht is beschrijft het de daadwerkelijke organisatie en werkwijze van de crisisbeheersingsorganisatie van de Koninklijke Marine ten tijde van het incident. Het betreft dan, onder andere, de samenstelling en taken van de verschillende teams, de afspraken met de gemeente Den Helder en de wijze van alarmering en opschaling. De betrokken functionarissen van de Marine zijn inhoudelijk wel op de hoogte van het nieuwe plan en hebben tijdens de helikopternoodlanding volgens dit plan gewerkt. Offshore Contingency Plan NAM De NAM beschikt over een Offshore Contingency Plan (OCP). Het OCP is het calamiteitenplan voor de offshore operaties van de NAM. 16 Het plan is geldig voor booractiviteiten, productie operaties, nieuwbouwprojecten en logistiek op het Nederlandse continentale plat, de territoriale wateren en de GBI (gasbehandelingsinstallatie) in Den Helder. Voor voorziene calamiteiten zijn scenario s opgesteld. In deze scenario s wordt aangegeven welke acties de betrokken functionarissen moeten uitvoeren. Er zijn onder andere scenario s opgesteld voor schade aan een transportleiding, een bommelding, man over bood helikopter noodlanding nabij een platform en helicrash of brand. In het geval van dit incident is gekozen het scenario man over bood, helikopternoodlanding nabij een platform te gebruiken. 17 Volgens dit scenario kan de NAM, afhankelijk van het incident, onder andere voorzieningen regelen voor voorlichting aan familieleden/relaties, zorgen voor 13

14 opvang op de helikopterhaven, voorzieningen voor voorlichting aan pers en belanghebbenden regelen in overleg met autoriteiten en zorgen voor de uitvoering van de reddingsactie. 2.4 Inhoud van de verschillende plannen In deze paragraaf brengen we bondig in kaart wat de inhoud is van de verschillende plannen. Hiertoe beschrijven we integraal voor de voornoemde plannen de volgende elementen: - Detectie en alarmering; - Classificatie van het incident en opschaling; - Samenstelling van de verschillende teams; - Operationeel leiderschap; - Coördinatie en organisatie van de hulpverlening; - Voorlichting; - Opvang en verzorging; - Activiteiten en coördinatie in de nafase; - Psychosociale hulpverlening; - Verantwoording Detectie en alarmering Water Detectie en alarmering van incidenten op het water vinden doorgaans plaats via het Kustwachtcentrum. Het Joint Rescue Coordination Centre (JRCC) Den Helder fungeert als het maritiem en aëronautisch coördinatiecentrum. Het JRCC maakt deel uit van het Kustwachtcentrum en is onder andere belast met het bewaken van de noodfrequentie voor de scheepvaart, de ontvangst en verificatie van alarmeringen en het alarmeren van de SAR-eenheden. Het JRCC onderhoudt contact met de instanties die de noodfrequenties voor de luchtvaart bewaken. De Approach van Marinevliegkamp De Kooy volgt de noodfrequenties voor de luchtvaart voor de agglomeratie Den Helder. Landelijk worden de luchtvaart noodfrequenties uitgeluisterd door Nieuw Millingen en overkoepelend (wereldwijd) door Toulouse (Frankrijk). Omdat de uitzendingen van de noodfrequenties in het VHF/UHF bereik zitten, is slechts een beperkt bereik mogelijk. Noodsignalen worden door satellieten opgevangen en naar Toulouse gestuurd. Toulouse stuurt de desbetreffende RCC's aan. Wanneer zich een incident in de agglomeratie Den Helder met betrekking tot de luchtvaart voordoet, dient Marinevliegkamp De Kooy het Kustwachtcentrum te alarmeren. Een SAR-incident kan op een aantal manieren aan het JRCC Den Helder worden gemeld (radioverkeer, telefoon, fax, etc.). 18 Daarnaast kan het JRCC zelf een noodsituatie detecteren. Het JRCC houdt immers het scheepvaartverkeer in de gaten. Het JRCC zal aan de hand van deze melding de situatie inschatten en het incident classificeren volgens de drie fasen van een noodtoestand. 19 De alarmering en inzet van de hulpverleningseenheden geschiedt op basis van de fase van noodtoestand. 14

15 Land Het Rampenplan van de gemeente Den Helder besteedt aandacht aan het onderwerp alarmering. De melding van een incident vindt in het algemeen plaats via 112. De 112- centrale zorgt voor doorverbinding naar meldkamer Noord-Holland Noord en de meldkamer van de regiopolitie Noord-Holland Noord. Onmiddellijk na het plaatsvinden van een ramp of zwaar ongeval wordt de hulpverlening geëffectueerd. De meldkamer Noord-Holland Noord is een regionale gecolokeerde meldkamer waarin politie, brandweer en CPA zijn ondergebracht. Elke meldkamer heeft een eigen alarmeringsschema. Het KWC neemt, indien alarmering van de landorganisaties nodig is, contact op met de brandweer meldkamer. De brandweermeldkamer alarmeert de burgemeester. Indien een incident heeft plaatsgevonden, dat de omvang van de normale routine te boven gaat en waarvan het zich laat aanzien, dat dit zou kunnen uitgroeien tot een ramp of zwaar ongeval, vindt overleg plaats tussen de burgemeester en/of de commandant van dienst van de Regionale brandweer, de districtschef van de politie en de Regionaal Geneeskundig Functionaris (RGF). Indien de burgemeester het noodzakelijk vindt, wordt het Gemeentelijk Beleidsteam in zijn geheel of een nader door de burgemeester aan te geven aantal functionarissen van het Gemeentelijk Beleidsteam, bijeen geroepen. De commandant van dienst van de Regionale Brandweer zorgt via de brandweermeldkamer voor alarmering van de niet operationele functionarissen van het Gemeentelijk Beleidsteam. De leden van het Gemeentelijk Beleidsteam zijn verantwoordelijk voor de alarmering van de medewerkers van hun diensten. In de draaiboeken van de gemeentelijke diensten wordt per gemeentelijk proces de interne alarmering van de medewerkers verder uitgewerkt. De brandweer en/of politie verstrekt of verstrekken de direct benodigde informatie aan de burgemeester en aan degenen die voor de coördinatie van de rampenbestrijding verantwoordelijk zijn. Direct na alarmering wordt de vraag beantwoord of de bevolking ook gewaarschuwd moet worden en welke informatie aan de bevolking en pers verstrekt dient te worden Classificatie van het incident en opschaling Het Rampenplan voor de gemeente Den Helder 2002 maakt onderscheid in verschillende Alarmfasen (1 t/m 5). Ten tijde van het opstellen van het Rampenplan voor de gemeente Den Helder in 2002 is er nog geen regeling met betrekking tot de Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure (GRIP) van kracht. Later is er wel een GRIP-regeling ingevoerd in de gemeente Den Helder. De GRIP-regeling is vastgesteld in het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio maar niet opgenomen in het Rampenplan van de gemeente Den Helder. Het model-rampbestrijdingsplan van de hulpverleningsregio Noord-Holland-Noord beschrijft de GRIP Noord-Holland Noord Deze GRIP is vormgegeven op basis van het landelijke brandweermodel 20 en was tijdens het incident van toepassing. 15

16 GRIP-fase Beschrijving 0 Normale dagelijkse werkwijzen van de operationele diensten 1 Bronbestrijding 2 Bron- en Effectbestrijding 3 Bedreiging van het welzijn van (grote groepen van) de bevolking 4 Gemeentegrensoverschrijdend, eventueel schaarste van middelen De GRIP-regeling bevat een opschalingsmodel. Dat model ziet er als volgt uit: - Opschaling vanaf GRIP 0: Bij behoefte aan multidisciplinaire coördinatie kunnen de hoogst leidinggevenden van de hulpverleningsdiensten ter plaatse onafhankelijk van elkaar besluiten om op te schalen naar GRIP 1. De desbetreffende hoogst leidinggevende meldt zijn besluit tot opschalen en de ontmoetingsplek voor het commando plaats incident (CoPI) bij zijn meldkamer. De andere hulpverleningsdiensten schalen vervolgens ook op naar GRIP 1 en participeren in het CoPI; - Opschaling vanaf GRIP 1: Het het commando plaats incident (CoPI ) richt zich in GRIP 1 op de bronbestrijding. De leider CoPI adviseert de burgemeester op te schalen naar GRIP 2. ingeval: er behoefte is aan eenhoofdige leiding; er naast de bron een effectgebied ontstaat, waar ook door de hulpverleningsdiensten worden ingezet; daar in het veld behoefte aan is (bijvoorbeeld bij aflossing, verzorging of logistieke ondersteuning); - Opschaling vanaf GRIP 2: Indien het bron- en effectgebied een bedreiging gaat vormen voor (grote groepen van) de bevolking adviseert de voorzitter regionaal operationeel team de burgemeester op te schalen naar GRIP 3 en zijn gemeentelijk beleidsteam bijeen te roepen; - Opschaling vanaf GRIP 3: Bij gemeentegrensoverschrijding besluit de burgemeester van een betrokken gemeente op te schalen naar GRIP 4. Met GRIP 4 is het maximale opschalingsniveau bereikt. Omdat tijdens het incident door de gemeente GRIP 3 is afgekondigd beschrijven we hier wat het Model Rampenplan van de regio Noord-Holland-Noord over GRIP 3 meldt. Inleiding: In dit hoofdstuk wordt de fase GRIP 3 beschreven. Hierin is sprake van multidisciplinaire opschaling met de operationele teams commando plaats incident en regionaal operationeel team, het gemeentelijke crisismanagementteam (CMT) en het multidisciplinaire gemeentelijke beleidsteam (GBT). Kenmerk: Fase GRIP 3 wordt gekenmerkt door: - bedreiging van het welzijn van (grote groepen van) de bevolking; - bestuurlijke coördinatie vanuit GBT in één gemeente. 16

17 Betrokkenen: De volgende betrokkenen worden door de Meldkamers NHN in kennisgesteld. Alarmeren (Betrokkene is nodig in de huidige GRIP-fase) - Gemeentelijk beleidsteam - Crisis management team - Gemeentelijk verbindings- en ondersteuningsteam - Hoofden operationele actiecentra Informeren (Betrokkene krijgt een voorwaarschuwing voor de eventueel volgende GRIP-fase): - Commissaris van de Koningin - Provinciaal coördinatiecentrum - Coördinerend burgemeester - Burgemeesters buurgemeenten - Nationaal coördinatiecentrum GBT: Het gemeentelijk beleidsteam (GBT) is eindverantwoordelijk voor de totale rampenbestrijdingsinzet. Noot: de samenstelling, invulling, taken en bevoegdheden en verbindingen van het GBT zijn in de betreffende hoofdstukken elders in dit document beschreven. Bevelslijnen operationeel: De operationele bevelslijnen in GRIP 3 lopen als volgt: 1. De burgemeester geeft leiding aan de voorzitter regionaal operationeel team (ROT). 2. De voorzitter ROT geeft leiding aan de leider commando plaats incident (CoPI). 3. De leider CoPI geeft leiding aan de operationele inzet en de multidisciplinaire samenwerking tussen de (hoofd)officieren van dienst van de hulpverleningsdiensten. Noot: de commissaris van de Koningin kan aanwijzingen geven aan de burgemeester. Bevelslijnen gemeentelijk: De gemeentelijke bevelslijnen in GRIP 3 lopen als volgt. 1. De burgemeester geeft leiding aan de gemeentesecretaris. 2. De gemeentesecretaris geeft leiding aan de hoofden actiecentra in het crisis management team (CMT). 3. De hoofden actiecentra geven leiding geven aan hun eigen actiecentrum. Noot: de commissaris van de Koningin kan aanwijzingen geven aan de burgemeester. Actiecentra gemeente: De gemeente heeft de beschikking over vijf actiecentra, te weten: - voorlichting 17

18 - centraal registratie en informatie bureau (CRIB) - opvang en verzorging - nazorg - operationele ondersteuning Deze actiecentra worden aangestuurd vanuit het crisis management team (CMT). Het GBT bepaalt welke actiecentra in meer of mindere mate worden opgetuigd. Technisch voorzitter CMT: Om te voorkomen dat de gemeentesecretaris in een spagaat terecht komt tussen het gemeentelijk beleidsteam (GBT) en het crisis management team (CMT) kan desgewenst een technisch voorzitter CMT hem ondersteunen. Noot: de technisch voorzitter CMT bewaakt de voortgang van besluitvorming en handelen in het CMT op de momenten dat de gemeentesecretaris in het GBT vergadert. Voor Search and Rescue geldt geen opschalingsmodel. Het OPPLAN-SAR biedt wel de mogelijkheid om incidenten te classificeren in drie fasen van een noodtoestand. - Onzekerheidsfase: De onzekerheidsfase gaat in wanneer een schip niet aankomt op de plaats van bestemming of wanneer het schip zich niet vanaf een bepaalde afgesproken positie meldt. - Alarmeringsfase: De alarmeringsfase gaat onder andere in wanneer informatie over de voortgang of positie van een vaartuig uitblijft; wanneer men er niet in slaagt om contact met het vaartuig te krijgen; wanneer men er niet in is geslaagd om informatie te krijgen waaruit blijkt dat het vaartuig in orde is; wanneer men informatie heeft gekregen dat het operationele functioneren van het vaartuig reden tot bezorgdheid geeft; wanneer een vaartuig onder aanval of dreiging is van piraterij. - Noodfase: De noodfase treedt in wanneer er informatie is ontvangen dat een vaartuig onmiddellijk hulp nodig heeft of wanneer er geen informatie is, maar er voldoende reden tot bezorgdheid is. 21 In de alarmeringsfase en de noodfase komen de SAR eenheden in actie. Ze zullen afhankelijk van de situatie bijvoorbeeld ter plaatse gaan en assistentie verlenen of een zoekactie opstarten. In de onzekerheidsfase is inzet van middelen nog niet vereist. In de onzekerheidsfase wordt de situatie onderzocht en er wordt informatie ingewonnen. Wanneer er daarna geen duidelijkheid is over de situatie of wanneer duidelijk wordt dat de situatie bedreigend is, gaat de alarmeringsfase of noodfase in Samenstelling van de verschillende teams Namens de landhulpverleningsorganisaties is een viertal teams actief tijdens het incident. Het betreft het Gemeentelijk Beleidsteam (GBT), het Crisismanagementteam (CMT), het Regionaal Operationeel Team (ROT) en het Coördinatieteam Plaats Incident (COPI). Namens de Marine is een Crisismanagementteam (MT) actief. De bezetting van deze teams zoals die normaal gesproken is bespreken we hieronder. 18

19 GBT De kernbezetting van het GBT bestaat uit 23 : - Burgemeester; - Gemeentesecretaris; - Gemeentelijk commandant van de brandweer of de Regionaal Commandant van Dienst; - Afdelingschef/ districtschef van politie; - Regionaal Geneeskundig Functionaris (RGF); - Voorlichter van de gemeente; - Ambtenaar rampenbestrijding van de gemeente. In het toekomstige Rampenplan van de gemeente Den Helder, zal de samenstelling van het GBT niet veel veranderen. In plaats van een voorlichter, wordt het hoofd Communicatie lid van het GBT. In plaats van Gemeentelijk commandant van de brandweer of de Regionaal Commandant van Dienst wordt de brandweer vertegenwoordigd door de brandweercommandant. 24 CMT Het Crisismanagementteam staat nog niet genoemd in het Rampenplan van de gemeente Den Helder uit In het toekomstige plan zal het CMT bestaan uit 25 : - Gemeentesecretaris; - Hoofden actiecentra. Er zullen zes actiecentra zijn, te weten: - Actiecentrum CRIB; - Actiecentrum Opvang en Verzorging; - Actiecentrum Operationele Ondersteuning; - Actiecentrum Nazorg; - Actiecentrum IAC; - Actiecentrum Voorlichting. ROT Het ROT bestaat uit 26 : - Operationeel Leider; - Staffunctionaris brandweer; - Algemeen commandant van de politie; - Hoofd sectie GHOR (HsGHOR); - Staffunctionaris van de gemeente; - Staffunctionaris OM. In het nieuwe plan wordt een liaison meldkamer toegevoegd als lid van het ROT. De staffunctionaris van het OM zit niet in de kernbezetting van het ROT. 27 COPI Het COPI bestaat minimaal uit 28 : - Leider COPI; - Brandweerofficier van dienst; 19

20 - Politiechef van dienst; - Officier van dienst geneeskundig. In het nieuwe plan maakt ook een voorlichter rampterrein onderdeel uit van het COPI. 29 MT Facilitair Steunpunt Nieuwe Haven De samenstelling van het Crisismanagementteam (CMT) van de Koninklijke Marine Facilitair Steunpunt Nieuwe Haven is normaal gesproken als volgt: Functie Rol in het MT Hoofd Facilitair Steunpunt Nieuwe Voorzitter MT en bij opschaling (vanaf GRIP 3) Haven (HFSPNH) toegevoegd aan gemeentelijk beleidsteam (GBT) Chef staf FSPNH Lid MT en plaatsvervanger HFSPNH Hoofd Facilitaire Middelen Lid MT en bij opschaling (vanaf GRIP 3) toegevoegd aan Crisis Managementteam (CMT) gemeente Den Helder (gemeentehuis) Hoofd Facilitair Aanspreekpunt Lid MT Milieucoördinator CZSK Lid MT Hoofd stafbureau integrale beveiliging Lid MT CZSK Hoofd BHV FSPNH Procesbewaking Medewerker bureau Arbo & Milieu Notulist Ad-Hoc functionarissen Adviserend specifiek terrein Operationeel leiderschap en operationele leiding Het Rampenplan van de gemeente Den Helder meldt ten aanzien van het operationeel leiderschap: Degene die de leiding heeft over de brandweer, is tevens belast met de operationele leiding van de bestrijding van een ramp of zwaar ongeval, tenzij de burgemeester een andere voorziening treft (rampenwet art. 11, lid 2). De Operationeel Leider geeft leiding aan het Regionaal Operationeel Team en draagt, namens de burgemeester, zorg voor een gecoördineerde uitvoering van het gehele proces van de rampbestrijding. Hij heeft de bevoegdheid tot het in opdracht van de burgemeester geven van bindende aanwijzingen aan commandanten/hoofden van de bij de rampenbestrijding samenwerkende zelfstandige diensten, zonder daarbij te treden in de bevoegdheden van de commandanten/hoofden van de diensten aangaande de wijze van uitvoeren van de taken. Deze bepalen wie en wat concreet ingezet zal worden en op welke wijze dit zal geschieden. De Operationeel Leider adviseert de burgemeester en informeert het (Gemeentelijk of Regionaal) Beleidsteam gevraagd en ongevraagd ten aanzien van de rampsituatie omtrent alle taakaspecten van zijn functie. Hij legt operationele plannen waarvoor een politiek-bestuurlijke beslissing noodzakelijk is, voor aan de (coördinerend) burgemeester. 30 Daarnaast zorgt de Operationeel Leider dat relevante gegevens worden vastgelegd en ziet er op toe dat regelmatig voortgangsrapportages worden opgesteld. 20

21 Het Kustwachtcentrum fungeert als operationeel commandocentrum en alarmeert en coördineert de betrokken SAR-eenheden. Bij optredens op de ruime binnenwateren geldt dat de directeur Kustwacht de operationele leiding onder verantwoordelijkheid van de burgemeester heeft. Volgens het OPPLAN-SAR fungeert de directeur Kustwacht dan in een vergelijkbare rol als de commandant van de brandweer. Echter, de directeur heeft alleen de operationele leiding over het onderdeel SAR Coördinatie en organisatie van de hulpverlening Het JRCC Den Helder coördineert alle activiteiten met betrekking tot een SAR-actie. De SAR-eenheden zijn belast met de daadwerkelijke opsporing en redding onder de coördinerende leiding van het JRCC Den Helder. De coördinatie van de rampbestrijdingsprocessen op het land is onderverdeeld tussen de brandweer, politie, geneeskundige hulp bij ongevallen en rampen (GHOR) en de gemeente. Voor elk proces is een verantwoordelijke organisatie aangewezen. 31 Het betekent overigens niet dat de verantwoordelijke organisatie ook per definitie is belast met de uitvoering van het proces. Wel is deze organisatie verantwoordelijk voor de coördinatie en de goede afhandeling Voorlichting Het OPPLAN-SAR benoemt het thema voorlichting: De mediavoorlichting bij SAR is een verantwoordelijkheid van de voorlichter van het Kustwachtcentrum. Er worden uitsluitend feiten en cijfers verstrekt. Bij opschaling van een SAR incident, waarbij een Interdepartementaal Beleidsteam Noordzee Rampen (IBTN) bijeenkomt te Den Haag, gaat de voorlichting over naar het Departementaal Coördinatiecentrum Crisisbeheersing (DCC) van het ministerie van Verkeer en Waterstaat. 33 Aangezien (publieks-)voorlichting tijdens rampen en zware ongevallen een verantwoordelijkheid is van de burgemeester wordt het proces voorlichting ook in het Rampenplan van de gemeente Den Helder benoemd. 21

22 In het Rampenplan wordt het volgende genoemd met betrekking tot de voorlichting: Doel: Het bewust geven van hulp door informatie, gericht op doelgroepen die bedreigd worden of zich mogelijk bedreigd voelen door een dreigende ramp of een feitelijke rampsituatie. De volgende voorlichtingsaspecten dienen te worden behandeld: - maatregelen die men moet nemen om de schadelijke gevolgen te beperken; - de te volgen gedragslijn; - de stand van zaken met betrekking tot voortgang van de hulpverlening; - het begeleiden van de terugkeer naar de normale situatie. Doelgroep: - Publiek en (verwanten van) slachtoffers - Media - Bestuur, hulpverleners en actiecentra Aandachtspunten De informatie ten behoeve van de journalistieke berichtgeving door de publiciteitsmedia geschiedt in een daartoe ingericht perscentrum. De informatie geschiedt uitsluitend door of in opdracht van de burgemeester en wordt zonodig afgestemd op de voorlichting door provincie en/of rijksoverheid. De informatievoorziening aan bevolking, pers en bij de hulpverlening betrokken diensten en organisaties zal zo goed mogelijk geschieden volgens het door de burgemeester en wethouders vast te stellen draaiboek, waarin de wijze waarop en de uitvoering zijn aangegeven. ( ) Evt. inschakelen Regionale voorlichtingspool, voorlichters van andere (overheids)instanties, vertegenwoordigers van de media, inclusief Radio Noord-Holland, PTT, tolkencentrale, NCC Opvang en verzorging Opvang en verzorging is een proces waarvoor de gemeente verantwoordelijk is. 35 Dat betekent niet dat ook de operationele uitvoering per se bij de gemeente hoeft te leggen. Wel is de gemeente verantwoordelijk voor een goede coördinatie en afhandeling van het proces. 36 Het deelplan Opvangen en verzorgen van de gemeente Den Helder meldt dat de burgemeester zorg draagt voor gewonden/slachtoffers, die niet naar het ziekenhuis hoeven. De burgemeester zorgt ervoor dat zij het rampterrein zo snel mogelijk kunnen verlaten of in opvangcentra worden ondergebracht. 37 In het Offshore Contingency Plan van de NAM staat dat in geval van het scenario man over bood, helikopternoodlanding nabij een platform de NAM kan zorgen voor opvang op de helikopterhaven. In dit geval is dat het burgerluchtvaartgedeelte van vliegveld De Kooy. 22

23 In het Bedrijfsnoodplan Facilitair Steunpunt Nieuwe Haven staat benoemd dat de medische dienst van de Centrale Ziekenboeg belast is met de eerste opvang van slachtoffers (eerste hulp, triage en eventuele afvoer) totdat civiele assistentie arriveert Activiteiten en coördinatie in de nafase Het Rampenplan van de gemeente Den Helder onderscheidt vier aspecten van nazorg 38 : - medische nazorg; - psychosociale nazorg; - administratief-juridische nazorg; - financieel economische nazorg. Binnen de gemeente is de gemeentesecretaris degene aan wie de betrokken partijen rapporteren Psychosociale hulpverlening Het Rampenplan van de gemeente Den Helder 2002 kent het deelproces Psychosociale hulpverlening. Verantwoordelijk voor de uitvoering van dit proces is de GHOR. Doel van het proces is: Het tijdens en na afloop van een ramp/zwaar ongeval opvangen van en hulp geven aan slachtoffers en hulpverleners, die als gevolg van de ramp c.q. het zware ongeval mogelijk psychisch getraumatiseerd zijn geraakt. Bij het proces staat opgemerkt dat het proces uitgevoerd kan worden in samenwerking met o.a. bedrijfsopvangteams. In het Bedrijfsnoodplan Facilitair Steunpunt Nieuwe Haven staat opgenomen dat de Maatschappelijke Dienst Defensie (MDD) belast is met de psychosociale zorg voor slachtoffers. 2.5 Oefeningen De betrokken organisaties hebben ieder een eigen oefenbeleid. In deze paragraaf beschouwen we kort hoe invulling is gegeven aan oefeningen. Gemeente Den Helder Op 26 januari 2006 heeft een oefening plaats gevonden op Marine Vliegkamp De Kooy (MVKK) in Den Helder. De volgende teams zijn bij deze oefening geoefend: - Het Gemeentelijke Beleidsteam (GBT); - De Calamiteitenstaf MVKK (Calstaf); - De eerste uitruk (CTPI, militaire eenheden); - Het Commando Plaats Incident (CoPI, civiele eenheden). Voor ieder betrokken team zijn doelstellingen en evaluatiepunten geformuleerd. Voor het GBT en Calstaf waren de doelstellingen: het toepassen en testen van het rampenbestrijdingsplan MVKK. De verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de verschillende personen en organisaties moesten hierbij duidelijk worden. 23

24 Uit de oefening kwamen voor deze beide teams de volgende leerpunten naar voren: er bleek te weinig kennis binnen de teams te zijn en er werd te reactief en te traag gereageerd. Voor de eerste uitruk en CoPI waren de doelstellingen voornamelijk communicatief van aard, maar ook de bepaling van gevarengebied is van belang. De leerpunten voor deze teams waren eveneens hoofdzakelijk communicatief van aard. Verder werd de opmerking geplaatst dat het erg druk was in het CoPI. Belangrijke leerpunten uit deze oefening zijn: - De afspraken voor het MVKK en het Marine Haventerrein moeten eenduidig worden gemaakt; - Er moeten afspraken worden gemaakt over de communicatie en informatie tussen ROT, GBT, en Koninklijke Marine. De rol van het ROT dient verder ontwikkeld te worden; - De liaison van de Koninklijke Marine in het GBT moet afkomstig zijn van het MVKK en moet beslissingsbevoegdheid hebben; - Er moet een instructie- en oefentraject worden opgezet, wanneer het Rampenbestrijdingsplan MVKK is vastgesteld; - Voorgesteld wordt om de term CTPI te gebruiken op Marineterreinen in Noord- Holland; - Er moet een schema komen in het rampenbestrijdingsplan met een overzicht van alle organisaties die betrokken zijn bij afhandeling van een ongeval. In het schema moeten de verantwoordelijkheden zijn vermeld. Kustwachtcentrum De operationele bezetting van het Kustwachtcentrum beoefent scenario s op de Kustwachttrainingsfaciliteit. Daarnaast worden er in breder verband met deelname van het OT interne oefeningen (INTEX) en de jaarlijkse nationale oefening (NOREX) georganiseerd. Bij de laatstgenoemde oefening worden ook het IBTN en externen, onder andere bevoegde autoriteiten aan de landzijde, betrokken. Voorts wordt door externen in toenemende mate een beroep gedaan op het Kustwachtcentrum tot deelname aan elders georganiseerde oefeningen op het gebied van de rampen- en incidentenbestrijding, voor zover de Kustwachtorganisatie daarbij een rol heeft te vervullen. 40 Op 7 december 2006 heeft een door de Kustwacht georganiseerde oefening plaatsgevonden. In hoofdstuk 3 besteden we daar nader aandacht aan. Koninklijke Marine De Koninklijke Marine organiseert twee keer per jaar een oefening. In de regel vindt in het voorjaar een oefening in workshopvorm plaats. In het najaar wordt er een oefening in groter verband georganiseerd. In 2006 is er twee keer geoefend. Het betreft de bestuurlijke oefening Ahoy van 5 april 2006 en de multidisciplinaire oefening Red Crash van 18 mei en 1 juni. De oefening Ahoy had als algemeen oefendoel leren om te gaan met de organisatiestructuur zoals die in het rampbestrijdingsplan Nieuwe Haven is vastgelegd voor een incident waarbij GRIP 3 van toepassing was. 41 Daarnaast had de oefening 24

25 ten doel de multidisciplinaire inzet bij een incident te beproeven, waarbij de nadruk ligt op het vergaren van informatie door de verschillende te beoefenen teams en de rolverdeling van het GBT, CMT, MT en ROT bij GRIP Primaire conclusie van deze oefening is dat het MT van de Marine, dat door reorganisatie uit voornamelijk nieuwe leden bestaat, nog niet genoeg geoefend is om vlekkeloos mee te kunnen draaien in de grootschalige oefening. In de oefening Ahoy is het MT voor het eerst in de huidige samenstelling beoefend. Op 18 mei 2006 vond de operationele oefening Red Crash 1 en op 1 juni Red Crash 2 plaats. Deelnemende organisaties waren onder andere: Gemeente Den Helder, Facilitair Steunpunt Nieuwe Haven, Facilitair Steunpunt Texel, Meldkamer Noord- Holland Noord, Veiligheidsregio brandweer Noord-Holland Noord, Korps Marine brandweer, Gemeentelijke brandweer Den Helder, GHOR, Centrale Ziekenboeg Nieuwe Haven, Ambulance dienst Noord-Holland Noord en de Maatschappelijke Dienst Defensie. Het doel van deze oefeningen is het beproeven van een multidisciplinaire inzet bij een incident tijdens de nationale vlootdagen. Dit incident lag op de grens tussen land en zee. De nadruk lag op: alarmering, opschaling, coördinatie, communicatie en samenwerking. De leidraad hierbij waren het rampenbestrijdingsplan NH en het calamiteitenplan nationale vlootdagen In deze oefeningen was de rol van het MT, ROT en GBT echter minimaal, waardoor er weinig tegenspel werd geboden aan het COPI. Conclusies van deze oefening zijn onder andere: 43 - De alarmering van de hulpverleningsdiensten verliep tijdens de eerste oefening, op de Kmar na, redelijk. Tijdens de tweede oefening verliep de alarmering beter. - Tijdens de oefeningen verliep de opschaling goed. In beide oefeningen is opgeschaald naar GRIP 3; - Er is in het COPI niet bewust nagedacht over wie er allemaal in het COPI vertegenwoordigd moeten zijn; - De omgang met de pers verliep goed. De voorlichter van de gemeente is gekoppeld aan de voorlichter Marine; - De samenwerking tussen de diensten onderling verliepen over het algemeen goed tijdens de twee oefeningen. 25

B2 - Hoofdproces Coördinatie en Commandovoering: GRIP Noord-Holland Noord

B2 - Hoofdproces Coördinatie en Commandovoering: GRIP Noord-Holland Noord B2 - Hoofdproces Coördinatie en Commandovoering: GRIP Noord-Holland Noord B2-0 Overzicht Samenvatting In dit deel is de Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings- Procedure (GRIP) Noord-Holland Noord

Nadere informatie

GRIP-teams en kernbezetting

GRIP-teams en kernbezetting GR P Wat is GRIP? GRIP is de afkorting van Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure en staat voor: het snel en multidisciplinair organiseren van de juiste mensen en middelen die nodig

Nadere informatie

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP)

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP) Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP) Inleiding Een goede coördinatie tussen betrokken hulpdiensten is bij de bestrijding van complexe incidenten van groot belang. Het model voor

Nadere informatie

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen 25 juni 2007 Inhoudsopgave Inleiding... 1 1 Niveaus in de incident- en crisismanagementorganisatie... 1 1.1 Operationeel niveau...

Nadere informatie

Functies en teams in de rampenbestrijding

Functies en teams in de rampenbestrijding B Functies en teams in de rampenbestrijding De burgemeester - De burgemeester heeft de eindverantwoordelijkheid voor en de algehele leiding bij het bestrijden van incidenten in de eigen gemeente; - De

Nadere informatie

B1 - Basisplan en hoofdprocessen Inleiding en leeswijzer

B1 - Basisplan en hoofdprocessen Inleiding en leeswijzer B1 - Basisplan en hoofdprocessen B1 0 Inleiding en leeswijzer Inleiding In het basisplan ligt het accent op de bestuurlijke, organisatorische en coördinerende elementen bij het bestrijden van een ramp

Nadere informatie

Rampenplan Gemeente Assen 2007 Deel I: Algemeen

Rampenplan Gemeente Assen 2007 Deel I: Algemeen Rampenplan Gemeente Assen 2007 Deel I: Algemeen Rampenplan Gemeente Assen 2007 versie 9 mei 2007 Inleiding Het voorliggende Rampenplan Gemeente Assen 2007 beschrijft de organisatie en werkwijze van de

Nadere informatie

1 De coördinatie van de inzet

1 De coördinatie van de inzet 1 De coördinatie van de inzet Zodra zich een incident voordoet of dreigt voor te doen, wordt de rampenbestrijdingsorganisatie via het proces van opschaling opgebouwd. Opschalen kan worden gedefinieerd

Nadere informatie

Operationele Regeling VRU

Operationele Regeling VRU Operationele Regeling VRU Uitwerking van de Wet veiligheidsregio s over de organisatie en werking van de hoofdstructuur van de rampenbestrijding en crisisbeheersing van de Veiligheidsregio Utrecht. Vastgesteld

Nadere informatie

Referentiekader GRIP en eisen Wet veiligheidsregio s

Referentiekader GRIP en eisen Wet veiligheidsregio s Kennispublicatie Referentiekader GRIP en eisen Wet veiligheidsregio s 1 Infopunt Veiligheid In 2006 heeft de toenmalige Veiligheidskoepel een landelijk Referentiekader GRIP opgesteld. De op 1 oktober 2010

Nadere informatie

GR Pop crisissituaties

GR Pop crisissituaties GR Pop crisissituaties De spil in crisisbeheersing Hulpverlening op maat De Friese samenleving kenmerkt zich door veerkracht. Burgers, bedrijven en instellingen redden zichzelf en helpen elkaar waar mogelijk.

Nadere informatie

Operationele Regeling VRU

Operationele Regeling VRU Operationele Regeling VRU Uitwerking van de Wet veiligheidsregio s over de organisatie en werking van de hoofdstructuur van de rampenbestrijding en crisisbeheersing van de Veiligheidsregio Utrecht. Vastgesteld

Nadere informatie

Verordening brandveilidheid en brandweerzorg en rampenbestrijding

Verordening brandveilidheid en brandweerzorg en rampenbestrijding CVDR Officiële uitgave van Leek. Nr. CVDR54284_1 1 juni 2016 Verordening brandveilidheid en brandweerzorg en rampenbestrijding De raad van de gemeente Leek; gelet op: - artikel 1, tweede lid, artikel 12

Nadere informatie

CONVENANT. SLOTERVAART ZIEKENHUIS VEILIGHEIDSREGIO Amsterdam-Amstelland SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VOOR RAMPEN EN CRISES

CONVENANT. SLOTERVAART ZIEKENHUIS VEILIGHEIDSREGIO Amsterdam-Amstelland SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VOOR RAMPEN EN CRISES CONVENANT SLOTERVAART ZIEKENHUIS VEILIGHEIDSREGIO Amsterdam-Amstelland SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VOOR RAMPEN EN CRISES 2012 Ondergetekenden: 1. Het Slotervaart, gevestigd te Amsterdam, in deze rechtsgeldig

Nadere informatie

Beschrijving operationeel proces politie Ontruimen en evacueren

Beschrijving operationeel proces politie Ontruimen en evacueren Beschrijving operationeel proces politie Ontruimen en evacueren December 2006 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 2. Doel... 2 3. Doelgroep... 2 4. Kritische proceselementen... 2 5. Uitvoering: activiteiten

Nadere informatie

GR Pop crisissituaties

GR Pop crisissituaties GR Pop crisissituaties De spil in crisisbeheersing Slagvaardig Tijdens een ramp of crisis moeten de inwoners van Fryslân kunnen rekenen op professionele hulp verleners, die snel paraat staan en weten wat

Nadere informatie

Pastorale zorg bij rampen

Pastorale zorg bij rampen 2 Inhoud: 1. Doelstelling pag. 3 2. Realisatie pag. 4 3. Begrippen pag. 5 4. Verantwoordelijkheid pag. 6 5. Pastorale verzorger pag. 7 6. Taken pastorale verzorger pag. 8 7. Coördinator pastorale zorg

Nadere informatie

GRIP-regeling 1 t/m 5 en GRIP Rijk

GRIP-regeling 1 t/m 5 en GRIP Rijk GRIP-regeling 1 t/m 5 en GRIP Rijk Al jaren is het de dagelijkse praktijk om bij grote, complexe incidenten op te schalen binnen de GRIP-structuur. Deze structuur beschrijft in vier fasen de organisatie

Nadere informatie

Introductie rampenplan Overzicht

Introductie rampenplan Overzicht Introductie rampenplan Overzicht Inleiding Dit deel vormt een introductie op het rampenplan. Inhoud Dit deel behandelt de volgende onderwerpen: Onderwerp Voorwoord en leeswijzer Onderdelen rampenplan:

Nadere informatie

Crisismanagement Groningen. Basismodule

Crisismanagement Groningen. Basismodule Crisismanagement Groningen Basismodule Doel van de module Kennismaken met crisismanagement Groningen Inzicht krijgen in rollen en taken Beeld krijgen bij samenwerken in de crisis-organisatie Programma

Nadere informatie

mei 2008 ERO VGWM Gezondheid Veiligheid Welzijn VGWM A WAY OF LIVING Standaards voor professionals, wees alert!

mei 2008 ERO VGWM Gezondheid Veiligheid Welzijn VGWM A WAY OF LIVING Standaards voor professionals, wees alert! mei 2008 VGWM A WAY OF LIVING Veiligheid Gezondheid Welzijn Milieu VGWM Standaards voor professionals, wees alert! Werk veilig of werk niet Het werken op een locatie is niet altijd zonder risico s. Theoretisch

Nadere informatie

Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland

Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland Inhoudsopgave Grip op hulpverlening 4 Routinefase 6 GRIP 1 8 GRIP 2 12 GRIP 3 18 GRIP 4 24 Gebruikte afkortingen 30 4 Grip op hulpverlening Dit boekje bevat de samenvatting

Nadere informatie

MELDING EN ALARMERING

MELDING EN ALARMERING Over deze brochure In deze brochure staan de hoofdlijnen van het Coördinatieplan Rampenbestrijding Waddenzee. Dit plan beschrijft de samenwerking en afstemming die nodig is tussen overheden en hulpdiensten

Nadere informatie

Gemeentelijk Draaiboek, gemeente Helmond. Organisatorisch deel. Alarmering Deelproces 1

Gemeentelijk Draaiboek, gemeente Helmond. Organisatorisch deel. Alarmering Deelproces 1 Gemeentelijk Draaiboek, gemeente Helmond Organisatorisch deel Alarmering Deelproces 1 Gemeente Helmond Vastgesteld door burgemeester en wethouders d.d. 23 december 2008 Inhoudsopgave organisatorisch deel

Nadere informatie

De Veiligheidsregio NHN in vogelvlucht. 28-03-2011 Commissie Bestuur en middelen

De Veiligheidsregio NHN in vogelvlucht. 28-03-2011 Commissie Bestuur en middelen De Veiligheidsregio NHN in vogelvlucht 28-03-2011 Commissie Bestuur en middelen Welkom Veiligheidsregio NHN Wet veiligheidsregios Bezuinigingen Regionalisering brandweer Praktijk Veiligheidsregio Noord-Holland

Nadere informatie

A 2015 N 51 PUBLICATIEBLAD

A 2015 N 51 PUBLICATIEBLAD A 2015 N 51 PUBLICATIEBLAD LANDSBESLUIT van de 4 de augustus 2015, no. 15/2524, houdende vaststelling van de geconsolideerde tekst van de Landsverordening rampenbestrijding D e G o u v e r n e u r v a

Nadere informatie

Raads informatiebrief (Bestuurlijke pijler)

Raads informatiebrief (Bestuurlijke pijler) gemeente Eindhoven Raadsnummer og.rzoso.ooz Inboeknummer osbstoooo3 Classificatienummer Do ssiernummer 439.102 2I december 2004 Raads informatiebrief (Bestuurlijke pijler) Betreft vaststelling van het

Nadere informatie

Beschrijving toets Basisscholing crisisbeheersing. Inhoud 1. Inleiding 2. Eindtermen 3. Leerboom 4. Leerstof 5. Toetsmatrijs

Beschrijving toets Basisscholing crisisbeheersing. Inhoud 1. Inleiding 2. Eindtermen 3. Leerboom 4. Leerstof 5. Toetsmatrijs Beschrijving toets Basisscholing crisisbeheersing Inhoud 1. Inleiding 2. Eindtermen 3. Leerboom 4. Leerstof 5. Toetsmatrijs Bijlage: Organogram crisisorganisatie 04-06-2010 1 Inleiding De toets Basisscholing

Nadere informatie

in samenwerking met de 21 gemeenten in de Regio Zuidoost-Brabant Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure

in samenwerking met de 21 gemeenten in de Regio Zuidoost-Brabant Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure in samenwerking met de 21 gemeenten in de Regio Zuidoost-Brabant 2011 Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure Someren Son en Breugel Valkenswaard Veldhoven Waalre Helmond Laarbeek Nuenen

Nadere informatie

Pastorale zorg bij rampen

Pastorale zorg bij rampen 2 Inho ud: 1. Doelstelling pag. 4 2. Realisatie pag. 5 3. Begrippen pag. 6 4. Verantwoordelijkheid pag. 7 5. Pastorale verzorger pag. 8 6. Taken pastorale verzorger pag. 8 7. Coördinator pastorale zorg

Nadere informatie

Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland

Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland Partijen A. De Veiligheidsregio s Twente, IJsselland, Noord- en Oost-Gelderland, Gelderland

Nadere informatie

B & W-nota. Onderwerp Vaststelling Notitie Een kwaliteitsslag in de Rampenbestrijdingsorganisatie van Haarlem

B & W-nota. Onderwerp Vaststelling Notitie Een kwaliteitsslag in de Rampenbestrijdingsorganisatie van Haarlem Onderwerp Vaststelling Notitie Een kwaliteitsslag in de Rampenbestrijdingsorganisatie van Haarlem B & W-nota Portefeuille mr. J.J.H. Pop Auteur P. Abma Telefoon 023 5114489 E-mail: pabma@haarlem.nl PD/Veiligheid/2005/547

Nadere informatie

VOORSTEL VOOR het AB VRU en het RC

VOORSTEL VOOR het AB VRU en het RC VOORSTEL VOOR het AB VRU en het RC Datum vergadering: 26 maart 2012 Agendapunt: Gez. 1. Datum: 7 maart 2012 Contactpersoon: Angela van der Putten Telefoon: 06-10037299 E-mail: a.van.der.putten@utrecht.nl

Nadere informatie

Crisisorganisatie uitgelegd

Crisisorganisatie uitgelegd GRIP Snelle opschaling, vaste teams, eenhoofdige leiding Wat kan er gebeuren? KNOPPENMODEL Meer tijd voor opschaling, maatwerk in teams en functionarissen GRIP 4 / 5 STRATEGISCH OPERATIONEEL / TACTISCH

Nadere informatie

PLAN CRISISMANAGEMENT

PLAN CRISISMANAGEMENT PLAN CRISISMANAGEMENT Rampenplan van de gemeente Tilburg Vastgesteld door het college op 19 juli 2005 Productie: Informatie: Gemeente Tilburg, Concernstaf, afdeling Bestuursadvisering Johan Geijsels, bestuursadviseur

Nadere informatie

Toelichting Rampenplan

Toelichting Rampenplan Toelichting Rampenplan De gemeente Stein heeft tot taak rampen te voorkomen en te bestrijden. Hoe de gemeente Stein dit denkt te doen staat beschreven in het Rampenplan gemeente Stein 2007. Het rampenplan

Nadere informatie

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure GRIP) bijlage van het Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio Twente

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure GRIP) bijlage van het Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio Twente Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure GRIP) bijlage van het Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio Twente Autorisatie OPSTELLERS: Barrett,Annelies Voorde ten, Jaqueline BIJDRAGE IN DE

Nadere informatie

Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen veiligheidsregio s, politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland

Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen veiligheidsregio s, politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen veiligheidsregio s, politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland Partijen A. Veiligheidsregio s Twente, IJsselland, Noord- en Oost-Gelderland, Gelderland-Zuid

Nadere informatie

GRIP Zeeland. Veiligheidsregio Zeeland. Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure. (afgeleid van het landelijke referentiekader GRIP)

GRIP Zeeland. Veiligheidsregio Zeeland. Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure. (afgeleid van het landelijke referentiekader GRIP) Veiligheidsregio Zeeland Vijf V s van Veiligheid Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure GRIP Zeeland (afgeleid van het landelijke referentiekader GRIP) Voorkomen Wij signaleren risico

Nadere informatie

Fase 1: Alarmeren. Stap 1. Stap 2. Stap 3. Actie. Toelichting. Betrokken partijen. Betrokken partijen. Actie. Toelichting. Betrokken partijen

Fase 1: Alarmeren. Stap 1. Stap 2. Stap 3. Actie. Toelichting. Betrokken partijen. Betrokken partijen. Actie. Toelichting. Betrokken partijen Draaiboek Brand 2016 Het Draaiboek Brand is onderdeel van het Protocol Grootschalige calamiteiten van het Verbond van Verzekeraars. In het draaiboek is beschreven hoe de coördinatie vanuit de branche Brand

Nadere informatie

Beschrijving Incident- en crisismanagementorganen Drenthe/Assen

Beschrijving Incident- en crisismanagementorganen Drenthe/Assen Beschrijving Incident- en crisismanagementorganen Drenthe/Assen 25 juni 2007 Inhoudsopgave: Inleiding... 2 1 Motorkapoverleg (MKO)... 2 2 Commando Plaats Incident (CoPI)... 2 2.1 Taken... 3 2.2 Bemensing...

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1985 88 Wet van 30 januari 1985, houdende regels inzake de rampenbestrijding en de voorbereiding daarop (Rampenwet) Wij Beatrix, bij de gratie Gods,

Nadere informatie

Rampenplan gemeente Heerhugowaard. Inhoudsopgave

Rampenplan gemeente Heerhugowaard. Inhoudsopgave Rampenplan gemeente Heerhugowaard Inhoudsopgave Vastgesteld door het college van Burgemeester en Wethouders op 08-07-2008 0. Inhoudsopgave Inhoud Dit document bevat de volgende onderwerpen. DEEL A RAMPENPLAN:

Nadere informatie

December Deelproces Verslaglegging en archivering

December Deelproces Verslaglegging en archivering December 2006 Deelproces Verslaglegging en archivering Deelproces verslaglegging en archivering December 2006 Inhoudsopgave 1 Algemeen...2 2 Verslaglegging en dossiervorming...2 2.1 Doel...2 2.2 Doelgroep...2

Nadere informatie

RAMPENPLAN 2007 Gemeente Oirschot. Datum: 27 juni 2007

RAMPENPLAN 2007 Gemeente Oirschot. Datum: 27 juni 2007 RAMPENPLAN 2007 Gemeente Oirschot Datum: 27 juni 2007 Vastgesteld door burgemeester en wethouders van Oirschot op 3 juli 2007 P.S.M. Perriëns Secretaris R.A.L. Severijns Burgemeester Inhoud van het rampenplan

Nadere informatie

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Supplement u. Functie officier van dienst Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 1 sub u Besluit personeel veiligheidsregio

Nadere informatie

Uitvraagprotocol. Uitvraagprotocol ten behoeve van meldkamers die een incidentmelding kunnen ontvangen.

Uitvraagprotocol. Uitvraagprotocol ten behoeve van meldkamers die een incidentmelding kunnen ontvangen. Uitvraagprotocol Toelichting Uitvraagprotocol ten behoeve van meldkamers die een incidentmelding kunnen ontvangen. Wie o Naam melder en bereikbaarheidsgegevens o Roepletters/nummer schip o Naam schip o

Nadere informatie

De veiligheidsregio Midden- en West-Brabant is gebaseerd op verlengd lokaal bestuur en is een samenwerkingsverband tussen 26 gemeenten.

De veiligheidsregio Midden- en West-Brabant is gebaseerd op verlengd lokaal bestuur en is een samenwerkingsverband tussen 26 gemeenten. BELEIDSPLAN 2011-2015 VEILIGHEIDSREGIO MIDDEN- EN WEST-BRABANT Bijlage 3. Sturing en organisatie De veiligheidsregio Midden- en West-Brabant is gebaseerd op verlengd lokaal bestuur en is een samenwerkingsverband

Nadere informatie

GEMEENTE VALKEN SWAARD

GEMEENTE VALKEN SWAARD GEMEENTE VALKEN SWAARD Postbus 10100 aan de leden van de raad van de gemeente Valkenswaard (040) 208 34 44 (040) 204 58 90 Kenmerk: Onderwerp: Behandeld door. Bijlage: Datum: 10uit07530 brand 21 juli 2010

Nadere informatie

AGP 13 REGIONAAL CRISISPLAN VEILIGHEIDSREGIO BRABANT-NOORD

AGP 13 REGIONAAL CRISISPLAN VEILIGHEIDSREGIO BRABANT-NOORD AGP 13 REGIONAAL CRISISPLAN VEILIGHEIDSREGIO BRABANT-NOORD 2012 Inhoudsopgave Inleiding...2 Bedrijfsprocessen...2 Regionaal Beleidsteam...6 Gemeentelijk Beleidsteam...10 Regionaal Operationeel Team...12

Nadere informatie

GRIP en de flexibele toepassing ervan

GRIP en de flexibele toepassing ervan GRIP en de flexibele toepassing ervan Al jaren is het de dagelijkse praktijk om bij grote of complexe incidenten op te schalen binnen de GRIP-structuur. De afkorting GRIP staat voor gecoördineerde regionale

Nadere informatie

Beschrijving van de organisatie, verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden in het kader van de rampenbestrijding en crisisbeheersing.

Beschrijving van de organisatie, verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden in het kader van de rampenbestrijding en crisisbeheersing. Beschrijving van de organisatie, verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden in het kader van de rampenbestrijding en crisisbeheersing. 1 Inhoud Processen per kolom / hulpdienst Netcentrisch werken GRIP-opschaling

Nadere informatie

5. Beschrijving per organisatie en

5. Beschrijving per organisatie en 5. Beschrijving per organisatie en taken secties in de hoofdstructuur 5.1 In organieke zin worden binnen de hoofdstructuur het RBT, BT, ROT, CoPI de GMK/ CMK, de secties en de actiecentra onderscheiden.

Nadere informatie

Bijlage E: Observatievragen

Bijlage E: Observatievragen Bijlage E: Observatievragen Inhoudsopgave Waarnemervragen Meldkamer (MK) Waarnemervragen Commando Plaats Inicident (CoPI) Waarnemervragen Regionaal Operationeel Team (ROT) Waarnemervragen Team Bevolkingszorg

Nadere informatie

Regionaal crisisplan Regio Zuidoost-Brabant. Deel 2: Deelplan Bevolkingszorg

Regionaal crisisplan Regio Zuidoost-Brabant. Deel 2: Deelplan Bevolkingszorg Regionaal crisisplan Regio Zuidoost-Brabant Deel 2: Deelplan Bevolkingszorg Colofon Opdrachtgever dhr. H.A.M. Arkesteijn Auteur(s) mw. D. Aarts dhr. B.M.J. Peute Versie geschiedenis: Versiedatum Veranderingen

Nadere informatie

Modelconvenant calamiteitenzender

Modelconvenant calamiteitenzender Modelconvenant calamiteitenzender Opgesteld door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ten behoeve van provincies, veiligheidsregio s en regionale omroepen. Versie 1.0 d.d. 1 januari

Nadere informatie

Introductie GRIP GRIP1 GRIP2 GRIP3 GRIP4 GRIP5 + GRIP RIJK

Introductie GRIP GRIP1 GRIP2 GRIP3 GRIP4 GRIP5 + GRIP RIJK Risico- en crisisbeheersing Brandweer Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR) Gemeenschappelijke Meldkamer Zeeland (GMK) Introductie GRIP GRIP1 GRIP2 GRIP3 GRIP4 GRIP5 + GRIP RIJK Wie

Nadere informatie

Alle activiteiten zijn op maat te maken in overleg met de opdrachtgever. Ook kunt u activiteiten combineren.

Alle activiteiten zijn op maat te maken in overleg met de opdrachtgever. Ook kunt u activiteiten combineren. Introduceren en in gebruik nemen Regionaal Crisisplan: Wij zijn gespecialiseerd in de rampenbestrijding en crisisbeheersing en uiteraard op de hoogte van de ontwikkelingen rondom het Regionaal CrisisPlan

Nadere informatie

AGENDAPUNT VOOR HET AB

AGENDAPUNT VOOR HET AB AGENDAPUNT VOOR HET AB Agendapunt: 2014.04.02/06 Datum vergadering: 2 april 2014 Onderwerp: Portefeuillehouder: Indiener: Operationele Regeling VRU Mevrouw Westerlaken Jacqueline Buitendijk 1. Gevraagd

Nadere informatie

Omgevingszorg. Regionaal Crisisplan - Bevolkingszorg

Omgevingszorg. Regionaal Crisisplan - Bevolkingszorg Omgevingszorg Regionaal Crisisplan - Bevolkingszorg Omgevingszorg Handboek Bevolkingszorg Deel D Datum: Kenmerk: Auteurs: Werkgroep Regionaal Crisisplan Bevolkingszorg Pagina 2 van 12 Inhoudsopgave 1.

Nadere informatie

1. Voorzitter CT (per pand)

1. Voorzitter CT (per pand) BCM Voorbeeld Bijlage 15 : Functietaken/profielen 1. Voorzitter Coordinatieteam (CT, per pand) 2. Hoofd (centrale) CalamiteitenOrganisatie (HCO in het CT ) 3. Voorzitter Crisis Management Team (CMT op

Nadere informatie

Crisismodel GHOR. Landelijk model voor de invulling van het geneeskundige deel van het regionaal crisisplan. Versie 1.0 Datum 4 juni 2013

Crisismodel GHOR. Landelijk model voor de invulling van het geneeskundige deel van het regionaal crisisplan. Versie 1.0 Datum 4 juni 2013 Crisismodel GHOR Landelijk model voor de invulling van het geneeskundige deel van het regionaal crisisplan. Versie 1.0 Datum 4 juni 2013 Status Definitief Besluit Raad DPG d.d. 26 april 2013 Beheer PGVN

Nadere informatie

REFERENTIEKADER REGIONAAL CRISISPLAN 2009. Procesmodellen

REFERENTIEKADER REGIONAAL CRISISPLAN 2009. Procesmodellen REFERENTIEKADER REGIONAAL CRISISPLAN 2009 Het Referentiekader Regionaal Crisisplan 2009 Leeswijzer Begin vorig jaar is het projectteam Regionaal Crisisplan, in opdracht van de Veiligheidskoepels, gestart

Nadere informatie

Vraag- en antwoordlijst

Vraag- en antwoordlijst Vraag- en antwoordlijst Inhoud Algemene vragen... 2 Wie doen er mee aan de oefening?... 2 Hoeveel mensen doen er mee aan de oefening?... 2 Hoe laat is de oefening?... 2 Waar vindt de oefening plaats?...

Nadere informatie

Afsprakenlijst behorende bij het Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en ProRail

Afsprakenlijst behorende bij het Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en ProRail Afsprakenlijst behorende bij het Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen s, Politie en Art. 1 Doelen Partijen maken afspraken over: 1. organiseert bijeenkomsten voor de Doorlopend naar - Het vergroten

Nadere informatie

Kaders voor de GRIP in Groningen, Friesland en Drenthe

Kaders voor de GRIP in Groningen, Friesland en Drenthe Kaders voor de GRIP in Groningen, Friesland en Drenthe Johan Haasjes Vakspecialist Expertise Veiligheidsregio Groningen Versie 1.5 16 april 2014 (definitief) Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 De opschalingsniveaus

Nadere informatie

DOEN WAAR JE GOED IN BENT. De crisisorganisatie in Drenthe op hoofdlijnen

DOEN WAAR JE GOED IN BENT. De crisisorganisatie in Drenthe op hoofdlijnen DOEN WAAR JE GOED IN BENT De crisisorganisatie in Drenthe op hoofdlijnen DIT MOET ANDERS In 2009 besloot het bestuur van de Veiligheidsregio Drenthe om crisisbeheersing op een andere manier vorm te geven

Nadere informatie

Gemeentelijk Draaiboek, gemeente Helmond. Centraal Registratie- en Informatiebureau (CRIB) Deelproces 15. Organisatorisch deel

Gemeentelijk Draaiboek, gemeente Helmond. Centraal Registratie- en Informatiebureau (CRIB) Deelproces 15. Organisatorisch deel Gemeentelijk Draaiboek, gemeente Helmond Centraal Registratie- en Informatiebureau (CRIB) Deelproces 15 Organisatorisch deel Gemeente Helmond Vastgesteld door burgemeester en wethouders d.d. 23 december

Nadere informatie

Taakafstemming rampenbestrijding en crisisbeheersing tussen gemeenten en regionale brandweer

Taakafstemming rampenbestrijding en crisisbeheersing tussen gemeenten en regionale brandweer Taakafstemming rampenbestrijding en crisisbeheersing tussen gemeenten en regionale brandweer VERSIEBEHEER Vers i e Datum Auteur 0. 1 25-08- 2007 GAV 0.2 10-09-2007 ME, GAV 0. 3 11-10- 2007 GAV 0. 4 19-10-

Nadere informatie

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING Officiële uitgave van gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant. Nr. 420 14 december 2015 Organisatiebesluit Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant

Nadere informatie

Notitie inzet NL-Alert

Notitie inzet NL-Alert Notitie inzet NL-Alert In de afgelopen jaren richt de (rijks)overheid zich steeds meer op een betere vorm van informatie aan de burger. In het geval van (dreigende) crises of incidenten is het immers van

Nadere informatie

Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure (GRIP) ZEELAND. (afgeleid van de uniforme landelijke GRIP)

Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure (GRIP) ZEELAND. (afgeleid van de uniforme landelijke GRIP) Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure (GRIP) ZEELAND (afgeleid van de uniforme landelijke GRIP) Opsteller : Werkgroep Multidisciplinaire Planvorming Goedkeuring Revisienr. Datum Omschrijving

Nadere informatie

GRIP 1, XTC-laboratorium.

GRIP 1, XTC-laboratorium. GRIP 1, XTC-laboratorium. 09 februari 2017 Alkmaar 1. Overzicht Incident Donderdag 9 februari 2017 GRIP 1, XTC-laboratorium Gemeente Alkmaar, Hamsterkoog 13 K. Omschrijving Op donderdag 9 februari 2017

Nadere informatie

B&W-Aanbiedingsformulier

B&W-Aanbiedingsformulier B&W-nr. 07.0754, d.d. 10 juli 2007 B&W-Aanbiedingsformulier Onderwerp Wijziging gemeentelijke rampenbestrijdingsorganisatie: (GRIP-procedure en Alarmeringsverantwoordelijkheid) BESLUITEN Behoudens advies

Nadere informatie

Evaluatie Aanvaring stuw bij Grave 14 juni 2016

Evaluatie Aanvaring stuw bij Grave 14 juni 2016 Evaluatie Aanvaring stuw bij Grave 14 juni 2016 Bron: waterschap Rivierenland 1 Toelichting van de eindrapportage Eindrapportage over de crisisbeheersing in de eerste 48 uur na de aanvaring van de stuw

Nadere informatie

Convenant calamiteitenzender. RTV Utrecht

Convenant calamiteitenzender. RTV Utrecht BIJLAGE A. bij VOORSTEL Convenant RTV-Utrecht Agendapunt 2013.03.25/07 Convenant calamiteitenzender RTV Utrecht 1 Versie februari 2013 1 Radio Rood - Moritz Ebinger, Museum Boijmans Van Beuningen Bijlage

Nadere informatie

VRHM REGIONAAL CRISISPLAN

VRHM REGIONAAL CRISISPLAN VRHM REGIONAAL CRISISPLAN Inhoud 1. Inleiding 4 2. Voorwaardenscheppende processen 6 2.1 Melden en alarmeren 6 2.2 Op- en afschalen 7 2.3 Leiding en coördinatie 8 2.4 Informatiemanagement 9 3. Beschrijving

Nadere informatie

REGIONAAL CRISISPLAN FRYSLÂN

REGIONAAL CRISISPLAN FRYSLÂN REGIONAAL CRISISPLAN FRYSLÂN Maart 2012 Autorisatie Opdrachtgever Opsteller AB S. Ververs Versiegegevens Versie Datum Verzonden aan Met als doel 0.2 10 oktober Werkoverleg Brandweer & Veiligheid vaststelling

Nadere informatie

Lokale eenheden. Lokale eenheden. burenhulp. 100 centrale. OVD opschaling. Gouverneur

Lokale eenheden. Lokale eenheden. burenhulp. 100 centrale. OVD opschaling. Gouverneur BIJLAGE 1 BIJSTAND BRANDWEER Lokaal incident Lokale eenheden succesvol Bestrijding gevolgen eenheden Lokale eenheden burenhulp Lokale eenheden Extra bijstand Massale ontplooiing GMZ Middelburg 100 centrale

Nadere informatie

GRIP 1 zeer grote brand Portiekflat

GRIP 1 zeer grote brand Portiekflat GRIP 1 zeer grote brand Portiekflat 26 januari 2017 Alkmaar 1. Overzicht Incident Donderdag 26 januari 2017 GRIP 1 Zeer grote brand portiekflat Gemeente Alkmaar, Cornelis Evertsenplein 31. Omschrijving

Nadere informatie

Rampenplan van de gemeente Deel I Organisatie voor de bestrijding van rampen en zware ongevallen

Rampenplan van de gemeente Deel I Organisatie voor de bestrijding van rampen en zware ongevallen Rampenplan van de gemeente Deel I Organisatie voor de bestrijding van rampen en zware ongevallen 10 maart 2005 1 Versie 3.5 Inhoudsopgave Deel I: Organisatie voor de bestrijding van rampen en zware ongevallen...4

Nadere informatie

1 Organisatiestructuur opschaling

1 Organisatiestructuur opschaling Deel B Hoofdstuk 1 Organisatiestructuur opschaling 1 Organisatiestructuur opschaling 1.1 Inleiding Bij een ongeval met mogelijk verstrekkende gevolgen zullen veel activiteiten tegelijkertijd moeten plaatsvinden.

Nadere informatie

Gemeentelijk Draaiboek, gemeente Helmond. Organisatorisch deel. Geestelijke zorg Deelproces 24b

Gemeentelijk Draaiboek, gemeente Helmond. Organisatorisch deel. Geestelijke zorg Deelproces 24b Gemeentelijk Draaiboek, gemeente Helmond Organisatorisch deel Geestelijke zorg Deelproces 24b Gemeente Helmond Vastgesteld door burgemeester en wethouders d.d. 23 december 2008 Inhoudsopgave organisatorisch

Nadere informatie

Multidisciplinair Opleiden en Oefenen

Multidisciplinair Opleiden en Oefenen Toetsingskader en positiebepalingssystematiek (definitieve versie) Inhoudsopgave Inleiding. Verdeling in oordeel, hoofdonderwerpen, onderwerpen, hoofd- en subaspecten. Banden voor positiebepaling. Prestatieniveaus.

Nadere informatie

Convenant calamiteitenzender. Veiligheidsregio Hollands Midden Omroep West

Convenant calamiteitenzender. Veiligheidsregio Hollands Midden Omroep West A.6 Bijlage 1 Convenant calamiteitenzender Veiligheidsregio Hollands Midden Omroep West 1 Convenant voor de calamiteitenzender Ondergetekenden, De gemeenten in de Veiligheidsregio Hollands Midden, vertegenwoordigd

Nadere informatie

Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio Limburg-Noord

Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio Limburg-Noord 2011 2012 Colofon Multidisciplinaire werkgroep Regionaal Crisisplan Regionaal Crisisplan 2011-2012 Versie: 0.9 Vaststellingsdata: Algemeen bestuur 18-11-2011 2 Inhoudsopgave 1. Algemeen...4 1.1 Inleiding...

Nadere informatie

Overdracht naar de Nafase (advies aan lokale gemeente)

Overdracht naar de Nafase (advies aan lokale gemeente) Overdracht naar de Nafase (advies aan lokale gemeente) Format Plan van Aanpak (PvA) Nafase Omschrijving incident Locatie/gemeente(n) Datum 1. Opdrachtbeschrijving Het

Nadere informatie

B6-3 Deelplan Registratie

B6-3 Deelplan Registratie B6-3 Deelplan Registratie B6-3.0 Inleiding en inhoudsopgave Inleiding Bij elk incident en elke ramp, waarbij grotere aantallen personen zijn betrokken, zal snel gevraagd worden naar de identiteit van de

Nadere informatie

Organisatieverordening Veiligheidsregio Brabant-Noord 2007

Organisatieverordening Veiligheidsregio Brabant-Noord 2007 Organisatieverordening Veiligheidsregio Brabant-Noord 2007 1 Het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Brabant-Noord, in vergadering d.d. 28 februari 2007 bijeen; overwegende: 1. dat de Veiligheidsregio

Nadere informatie

Deel 3. Gecoördineerde rampenbestrijding. Versie 2.0

Deel 3. Gecoördineerde rampenbestrijding. Versie 2.0 Deel 3 Gecoördineerde rampenbestrijding en samenwerking met de GHOR Versie 2.0 Inhoudsopgave 1. Gecoördineerde Regionale Incidenten bestrijdingsprocedure (GRIP)... 3 2. Multidisciplinaire samenwerking

Nadere informatie

Regionaal Crisisplan. Deel 1

Regionaal Crisisplan. Deel 1 Regionaal Crisisplan Deel 1 Regionaal Crisisplan Deel 1 Veiligheidsregio Hollands Midden Datum: Inhoud 1 Inleiding... 2 2 Voorwaardenscheppende processen... 3 2.1 Melden en alarmeren... 3 2.2 Op- en afschalen...

Nadere informatie

Samenhang. GHOR Zuid-Holland Zuid. uw veiligheid, onze zorg

Samenhang. GHOR Zuid-Holland Zuid. uw veiligheid, onze zorg Samenhang GHOR Zuid-Holland Zuid uw veiligheid, onze zorg De GHOR (geneeskundige hulpverleningsorganisatie in de regio) is belast met de coördinatie, aansturing en regie van de geneeskundige hulpverlening

Nadere informatie

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 2 Geneeskundige hulpverlening algemeen

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 2 Geneeskundige hulpverlening algemeen Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Netwerkkaart 2 Geneeskundige hulpverlening algemeen 2 Geneeskundige hulpverlening algemeen Voor infectieziekten, zie Bestuurlijke Netwerkkaart infectieziekte

Nadere informatie

Samenwerkingsovereenkomst. Huisartsenzorg. GHOR Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond

Samenwerkingsovereenkomst. Huisartsenzorg. GHOR Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond Samenwerkingsovereenkomst Huisartsenzorg en GHOR Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond Vastgesteld op 1 juli 2013 te Rotterdam Inhoudsopgave I. Partijen... 3 II. Overwegingen... 3 III. Doel en begrippen...

Nadere informatie

Plan van aanpak Doorontwikkeling Crisismanagementorganisatie

Plan van aanpak Doorontwikkeling Crisismanagementorganisatie Plan van aanpak Doorontwikkeling Crisismanagementorganisatie Versie 1.0 27 maart 2013 Aanleiding Naar aanleiding van Project X is er in opdracht van het MT een interne evaluatie van de eigen crisismanagementorganisatie

Nadere informatie

Bijlage A bij voorstel Systeemoefening VRU 2013

Bijlage A bij voorstel Systeemoefening VRU 2013 Bijlage A bij voorstel Systeemoefening VRU 2013 1 Rapportage Systeemoefening VRU 4 december 2013 2 Inleiding Voor u ligt het ingevulde toetsingskader van de Inspectie Veiligheid & Justitie (IV&J). De gegevens,

Nadere informatie

Samenvatting wetsvoorstel Veiligheidsregio s

Samenvatting wetsvoorstel Veiligheidsregio s Samenvatting wetsvoorstel Veiligheidsregio s Deze samenvatting is een verkorte en bewerkte versie van de conceptversie van de Wet op de Veiligheidsregio s (werktitel). Het betreft geen interpretatie of

Nadere informatie

SOCIAAL CALAMITEITEN PROTOCOL (SCP)

SOCIAAL CALAMITEITEN PROTOCOL (SCP) SOCIAAL CALAMITEITEN PROTOCOL (SCP) GEMEENTE DRONTEN OKTOBER 2015 INLEIDING Sinds 1 januari 2015 zijn de jeugdzorg, zorg voor ouderen en mensen met chronisch psychische of psychosociale problemen en de

Nadere informatie

Evaluatie van het incident op 4 april 2007 WIT STOF

Evaluatie van het incident op 4 april 2007 WIT STOF Evaluatie van het incident op 4 april 2007 WIT STOF Inhoud Inhoudsopgave 2 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding van de evaluatie 3 1.2 Onderzoeksvragen 3 1.3 Aanpak 3 1.4 Uitvoering 3 1.5 Opbouw van het rapport

Nadere informatie

Verordening brandveiligheid en hulpverlening Coevorden 1998

Verordening brandveiligheid en hulpverlening Coevorden 1998 Verordening brandveiligheid en hulpverlening Coevorden 1998 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Coevorden Officiële naam regeling Verordening brandveiligheid

Nadere informatie