REGIONAAL CRISISPLAN FRYSLÂN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "REGIONAAL CRISISPLAN FRYSLÂN"

Transcriptie

1 REGIONAAL CRISISPLAN FRYSLÂN Maart 2012 Autorisatie Opdrachtgever Opsteller AB S. Ververs Versiegegevens Versie Datum Verzonden aan Met als doel oktober Werkoverleg Brandweer & Veiligheid vaststelling december POOK Advies december Directie CB Instemming december Dagelijks Bestuur Instemming maart 2012 AB Vaststelling

2 Inhoudsopgave 0. Inleiding 3 Deel I. De Crisisorganisatie 4 1. Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Introductie Uitgangspunten GRIP GRIP-teams en kernbezetting Wanneer GRIP? Een plotselinge gebeurtenis ontwikkelt zich tot een ramp of crisis Bovenregionale en landelijke incidenten Een ramp of crisis kondigt zich aan Alarmeren, opkomst en bijstand Alarmeren Opkomst Opkomsttijden Voldoen aan opkomsttijden Aflossing Bijstand Vestiging en uitwijk Bestuurlijke en operationele leiding Bestuurlijke leiding en opperbevel Operationele leiding Opschalen en afschalen Opschalen Door wie wordt de procedure gestart? Automatische opschaling Monodisciplinaire opschaling Opschaling bij evenementen Afschalen Door wie wordt de procedure beëindigd? Monodisciplinaire afschaling Informatiemanagement (netcentrisch werken) Crisispartners Rijksheren De commissaris van de Koningin Het Openbaar Ministerie De waterschappen en Rijkswaterstaat Defensie Landelijke coördinatiecentra Nationaal Crisiscentrum Landelijk Operationeel Coördinatiecentrum Landelijke Operationele Staf Departementaal coördinatiecentrum Waterbeheer en Scheepvaartzorg 18 Deel II. Processen per kolom Processen Bevolkingszorg 20 Processen Brandweerzorg Processen Geneeskundige zorg 86 Processen Politiezorg 101 Bijlagen 122 Bijlage I: Ambtsinstructie Commissaris der Koningin 123 Bijlage II: Structuurschema Waterbeheer en Scheepvaartzorg 128 o Bijlage III: Werkwijze RBT 130 2

3 0. INLEIDING De Veiligheidsregio Fryslân is opgericht om een doelmatige en slagvaardige hulpverlening te verzekeren, mede op basis van een gecoördineerde voorbereiding. Om hieraan invulling te geven moet antwoord gegeven worden op drie vragen: Wat bedreigt de inwoners en bezoekers van onze regio en hoe erg is dat? Wat moet de Veiligheidsregio kunnen en wat hebben we daarvoor nodig? Wie doet wat tijdens een crisis in onze Veiligheidsregio? De eerste vraag wordt beantwoord in het regionaal risicoprofiel dat in 2010 is vastgesteld. De belangrijkste risico s voor Fryslân zijn, rekening houdend met impact en waarschijnlijkheid, onderstaande incidenttypen: Hittegolf; Ziektegolf (pandemie); Overstroming vanuit zee; Incident beroepsvaart/ ruim water (veerboot); Uitval elektriciteitsvoorziening; Besmettingsgevaar (toxische brand); Vollopen polder/ dijkdoorbraak; Brand in gebouw verminderd zelfredzame personen. Het antwoord op de vraag wie doet wat tijdens een crisis in onze Veiligheidsregio is terug te vinden in dit regionaal crisisplan. Meer concreet bevat het crisisplan een overzicht van de verantwoordelijkheden en bevoegdheden, alsmede de organisatie van de maatregelen en voorzieningen die genomen kunnen worden in geval van een crisis. Voor specifieke risico s is vereist, dat het crisisplan nader wordt uitgewerkt in rampbestrijdingsplannen. In overleg met de gemeenten is er ook een aantal incidentbestrijdingsplannen in Fryslân. Deze plannen zijn qua opzet gelijk aan rampbestrijdingsplannen maar hebben geen wettelijke grondslag. Op grond van het risicoprofiel wordt beoordeeld voor welke risico s een incidentbestrijdingsplan van meerwaarde is. In het beheersen en bestrijden van crisissituaties hebben veel partijen een taak. De gemeenten in Fryslân hebben de coördinatie van en sturing op de besluitvorming en uitvoering gebundeld in de Veiligheidsregio. Crises voelen zich niet gebonden door de grenzen van een gemeente, regio of land. In het crisisplan wordt ook de positie van de Veiligheidsregio toegelicht bij incidenten met een bovenregionaal of nationaal karakter. Het crisisplan is breder te benutten dan uitsluitend in de acute fase van een crisis. Ook in situaties waarin nog geen sprake is van een calamiteit, maar wel van een concrete dreiging kan conform de beschreven structuur gewerkt worden. Vergelijkbaar hieraan is ook in de periode ná een crisis behoefte aan coördinatie en sturing. Het Crisisplan bestaat uit 2 delen. In deel I wordt de crisisorganisatie beschreven. De crisisorganisatie is voor Veiligheidsregio Fryslân beschreven in de op 28 februari 2011 vastgestelde GRIP-regeling. Om die reden is dit deel ook als separaat document onder de naam GRIP-regeling bekend. In deel II worden per kolom de deelprocessen verder uitgewerkt, wordt het netcentrisch werken toegelicht en staan de afspraken met de crisispartners genoemd. 3

4 Deel I: de Crisisorganisatie 1. Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) 1.1 Introductie Als zich ondanks alle risicobeperkende maatregelen, die zowel door particulieren als de (semi-) overheid getroffen worden, een ramp of crisis voordoet, is het van groot belang dat de rampenbestrijding- en crisisbeheersingsorganisatie vlot en als geheel start met de uitvoering van haar taken. Het Besluit veiligheidsregio s stelt om die reden eisen aan de rampenbestrijding- en crisisbeheersingsorganisatie in die situaties waarbij een onmiddellijke en totale opschaling noodzakelijk is om de gevolgen van de ramp of crisis vanaf het eerste moment efficiënt en effectief te kunnen bestrijden. De aard en omvang van het incident, ramp of crisis en de mate van inzet van eenheden zijn maatgevend voor de omvang en samenstelling van de rampenbestrijding- en crisisbeheersingsorganisatie. Hoe de multidisciplinaire operationele en bestuurlijke opschaling bij incidenten, rampen en crises binnen Veiligheidsregio Fryslân is georganiseerd is uitgewerkt in de voorliggende Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP). Hierbij wordt nadrukkelijk aangetekend dat hoewel de GRIP-regeling een duidelijke structuur en standaardisering kent, zij ook voor de operationele en bestuurlijke leidinggevenden de mogelijkheid van flexibiliteit biedt. Dit betekent dat de operationeel leider en burgemeester om hem of haar moverende redenen van de regeling kan afwijken, indien de situatie dit vereist. GRIP is immers een middel en geen doel op zich. 1.2 Uitgangspunten GRIP De volgende uitgangspunten worden gehanteerd: Van de dagelijkse situatie naar de rampenbestrijding- en crisisbeheersingsorganisatie. GRIP beschrijft de systematiek om de coördinatiebehoefte af te stemmen zowel in de dagelijkse situatie met routinematige incidenten als in een volledig opgetuigde rampenbestrijding- en crisisbeheersingsorganisatie. GRIP-fasen zijn aanvullend. Per hogere GRIP-fase worden nieuwe teams actief en deze teams veranderen qua samenstelling niet als de hogere GRIP-fase wordt afgekondigd. De coördinatie tussen de verschillende teams kan echter wel veranderen (voorbeeld hiervan is de informatielijn in GRIP 2 en de bevelslijn in GRIP 3 tussen de burgemeester en het ROT). Bij elke hogere fase komt de algehele coördinatie op een niveau hoger te liggen, namelijk het RBT. In dit geval (GRIP 4) is het GBT niet meer actief. GRIP-fasen zijn niet perse opvolgend. De passende GRIP-fase kan ook direct worden afgeroepen (wanneer bijvoorbeeld van meet af aan duidelijk is dat sprake is van grootschalige evacuatie kan direct naar GRIP 3 worden opgeschaald). Een GRIP-fase kan dus worden afgekondigd zonder dat het lagere niveau is ingesteld. De hoogste bieder wint. Opschalingopdrachten staan niet ter discussie. Indien één van de hulpverleningsdiensten of gemeenten van mening is dat opschaling noodzakelijk is, volgen de overige diensten dit besluit. Omtrent de bevoegdheden hieromtrent is een en ander vastgelegd in een mandaatregeling. Evaluatie achteraf wijst uit of de juiste GRIP-fase is afgekondigd. Voor meer informatie omtrent op- en afschalen verwijs ik u naar hoofdstuk 5. Niet alle teams hoeven geactiveerd te worden. Het kan voorkomen bij incidenten dat in de regio wel een effectgebied, maar geen brongebied is (bijvoorbeeld bij rook- of stankoverlast met een bron buiten de Veiligheidsregio Fryslân). Er wordt dan alleen een ROT geformeerd en geen CoPI. 4

5 De kernbezetting van een team komt altijd. De kernbezetting ofwel de minimale bezetting van een GRIP-team reageert altijd op de GRIPalarmering en begeeft zich naar de opkomstlocatie van het desbetreffende team. Ook al lijkt er op het eerste gezicht voor een bepaalde discipline geen directe aanleiding om op te komen. De andere disciplines hebben behoefte aan multidisciplinaire afstemming voor het scenariodenken voor de bestrijding van het incident, ramp of crisis. 1.3 GRIP-teams en kernbezetting De GRIP-teams die binnen de opschalingsstructuur actief zijn, omschrijft het Besluit veiligheidsregio s als de hoofdstructuur van de rampenbestrijding en crisisbeheersing. Het gaat hierbij om de volgende onderdelen: a. de meldkamer; b. één commando plaats incident (CoPI) of afhankelijk van de aard en de wijze waarop de ramp of crisis zich ontwikkelt meerdere commando s plaats incident; c. een coördinerend onderdeel bij meer dan één commando plaats incident, zijnde één van de commando s plaats incident; d. een of meerdere teams bevolkingszorg (TBZ); e. een regionaal operationeel team (ROT); en f. een gemeentelijk beleidsteam (GBT) bij een lokale ramp of crisis, of een regionaal beleidsteam (RBT) bij een bovenlokale ramp of crisis. GRIP bestaat uit vier fasen met per fase verschillende crisisteams, die elk op een eigen niveau functioneren: operationeel, tactisch of strategisch. Alle GRIP-teams hebben een minimale bezetting die kernbezetting wordt genoemd. Deze kernbezetting dient te allen tijde gehoor te geven aan de alarmering en zich te begeven naar de opkomstlocatie van het desbetreffende GRIP-team. De leidinggevende van elk team kan bepalen of het noodzakelijk is naast de kernbezetting nog andere functionarissen vanwege hun specifieke expertise toe te voegen aan het team. Bij elke GRIP-fase worden de vooraf gedefinieerde teams en functionarissen gealarmeerd, evenals de voorzieningen die daarbij horen. Op deze manier hoeft niet per incident, ramp of crisis bedacht te worden wat noodzakelijk is, waardoor de opschaling sneller en efficiënter kan verlopen. Routinefase GRIP 1 CoPI GRIP 2 CoPI ROT TBZ GRIP 3 CoPI ROT TBZ GBT GRIP 4 CoPI ROT TBZ RBT Operationeel niveau Tactisch niveau Strategisch niveau 5

6 1.4 Wanneer GRIP? Een plotselinge gebeurtenis ontwikkelt zich tot een ramp of crisis Afhankelijk van de aard en omvang van een incident wordt volgens vaste patronen opgeschaald naar de rampenbestrijdings- en crisisbeheersingsorganisatie in volle omvang. De procedure kan worden gestart indien bij de bestrijding van (grootschalige) incidenten, rampen of crises en/of een dreiging hiervan duidelijk behoefte is aan multidisciplinaire coördinatie en/of een eenduidige aansturing van de inzet van de diensten door multidisciplinaire teams. Iedere GRIP-fase kent een opschalingsreden, zoals beschreven in de volgende tabel. GRIP-fase Opschalingreden GRIP 1 Multidisciplinaire incidentbestrijding ter plaatse (bronbestrijding), waarbij: Multidisciplinaire afstemming met eenhoofdige aansturing nodig is; Noodzaak tot en behoefte aan coördinatie op operationele processen vanuit het brongebied bestaat. GRIP 2 Omvangrijke multidisciplinaire incidentbestrijding (bron- en effectbestrijding), waarbij: Noodzaak tot en behoefte aan coördinatie, ook op tactische processen vanuit het effectgebied bestaat; Het ROT taken over neemt aanvullend op het CoPI; Multidisciplinaire logistieke ondersteuning noodzakelijk is; Het ROT meerdere CoPI s inzet. GRIP 3 Omvangrijke multidisciplinaire incidentenbestrijding met bestuurlijke impact (bedreiging van het welzijn van (grote groepen) van de bevolking), waarbij: Noodzaak tot en behoefte aan coördinatie op strategische processen op bestuurlijke niveau bestaat; Strategische besluitvorming op bestuurlijk niveau noodzakelijk is; De burgemeester behoefte heeft aan ondersteuning door een strategische staf. GRIP 4 Omvangrijke multidisciplinaire incidentenbestrijding met bestuurlijke impact die de grens van een gemeente overschrijdt, waarbij: Noodzaak tot en behoefte aan gecoördineerde bestuurlijke leiding bestaat; Strategische besluitvorming op bovengemeentelijk niveau noodzakelijk is; De voorzitter veiligheidsregio ondersteuning van strategische staf wenst of er sprake is van andere schaarste in bemensing Bovenregionale en landelijke incidenten In de beschrijving van de GRIP-fasen valt op dat GRIP zich beperkt tot het regionale niveau. In geval van een bovenregionale of landelijke ramp of crisis incident zijn de structuren vergelijkbaar met een GRIP 4 aangevuld met de verschillende landelijke coördinatiestructuren (bijvoorbeeld het Nationaal CrisisCentrum). De commissaris van de Koningin (cdk) ziet toe op de samenwerking in het regionaal beleidsteam en kan daartoe aanwijzingen geven. De commissaris van de Koningin (cdk) kan, in geval van een ramp of crisis van meer dan regionale betekenis, of van ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, de voorzitter van de Veiligheidsregio, zo mogelijk na overleg met hem, aanwijzingen geven over het inzake de rampenbestrijding of crisisbeheersing te voeren beleid. Al deze voornoemde zaken doet hij aan de hand van een door de Minister gegeven ambtsinstructie. Bovenregionale incidenten en effecten worden door de regio s afzonderlijk bestreden conform de eigen GRIP-regeling. In de voorbereidende fase en tijdens de bestrijdingsfase is uiteraard afstemming tussen de regio s. Het kan dus voorkomen dat voor hetzelfde incident in de ene regio een andere GRIP-fase is afgekondigd dan in de aangrenzende regio. Dit is bijvoorbeeld in de situatie dat in Veiligheidsregio Drenthe een brand woedt waarvoor GRIP 1 is afgekondigd en in Veiligheidsregio Fryslân veel rookoverlast is en daarom een GRIP 2 wordt afgekondigd Een ramp of crisis kondigt zich aan Naast een plotselinge gebeurtenis kan een ramp of crisis zich ook van te voren aankondigen. Voorbeelden hiervan zijn hoogwater of een dreigende infectieziekte. Bij dreigende rampen en crises zal de opschaling anders verlopen. De opschaling is in deze gevallen veel meer beleidsmatig dan operationeel, aangezien de ramp of crisis zich nog niet heeft voorgedaan. De ramp of crisis vraagt dan 6

7 wel om een bepaalde opschaling zonder dat alle teams binnen de GRIP-fase en alle functionarissen binnen een GRIP-team actief zijn. 2. Alarmeren, opkomst en bijstand 2.1 Alarmeren Alarmering heeft tot doel de eenheden die nodig zijn voor de rampenbestrijding en crisisbeheersing binnen zeer korte tijd te activeren en naar de juiste plaats te dirigeren. In de acute fase van de rampenbestrijding en crisisbeheersing moeten alle onderdelen van de hoofdstructuur tot en met het ROT en alle hulpverleningsdiensten die nodig zijn voor de bestrijding in één keer kunnen worden gealarmeerd en de verantwoordelijk bestuurder worden gewaarschuwd. De kernteamleden van de GRIP-teams worden gealarmeerd door de meldkamers van brandweer, politie en ambulancezorg (straks Meldkamer Noord Nederland). De gealarmeerde functionarissen dienen de hogere echelons binnen hun organisatie te informeren over de stand van zaken, zodat vanuit dit niveau geanticipeerd kan worden op ontwikkelingen en effectiever en efficiënter aangehaakt kan worden bij eventuele opschaling. De meldkamer zorgt voor de alarmering van de coördinerend gemeentelijk functionaris. De gemeentelijke kolom zorgt voor de dooralarmering binnen de van toepassing zijnde gemeente. Verantwoordelijkheden meldkamer Op grond van het Besluit veiligheidsregio s heeft de meldkamer de volgende verantwoordelijkheden: Norm Alarmeren Beschrijving incident Tijd Binnen twee minuten nadat is vastgesteld dat is voldaan aan de criteria voor grootschalige alarmering, begint de meldkamer met de alarmering van de onderdelen van de hoofdstructuur van de rampenbestrijding en crisisbeheersing tot en met het niveau ROT en wordt de burgemeester of de voorzitter van de veiligheidsregio en de betrokken burgemeesters geïnformeerd. De meldkamer geeft binnen vijf minuten nadat is vastgesteld dat is voldaan aan de criteria voor grootschalige alarmering, op grond van de beschikbare gegevens, een zo volledig mogelijke beschrijving van het incident aan de onderdelen van de hoofdstructuur van de rampenbestrijding en crisisbeheersing en aan andere functionarissen of eenheden als bedoeld. 2.2 Opkomst Opkomsttijden In het Besluit veiligheidsregio s zijn opkomsttijden opgenomen voor de teams CoPI, ROT, TBZ en GBT en een aantal specifieke functionarissen. Onder opkomsttijd wordt verstaan: de tijd tussen aanname van de melding door de meldkamer (en daarmee het actief zijn van de nieuwe GRIP-fase) en de aankomst van de eenheid of functionaris op de plaats van het incident of de locatie waar het crisisteam bijeenkomt. 7

8 Team Opkomsttijd Uitzondering CoPI 30 minuten ROT Algemeen commandanten (hoofden sectie) 45 minuten voorlichtingsfunctionaris: 30 minuten Sectiemedewerkers 60 minuten Sectiemedewerker Informatie-management: 40 minuten TBZ 90 minuten Coördinerend voorlichter: 30 minuten GBT 60 minuten RBT 60 minuten analoog aan het GBT Voldoen aan opkomsttijden Het doel van het stellen van opkomstnormen is steeds tijdig de juiste hoeveelheid mensen en middelen beschikbaar te hebben voor de rampenbestrijding en crisisbeheersing in de acute fase. In het besluit is vastgelegd dat een onderdeel aan de opkomstnorm voldoet als de sleutelfunctionarissen binnen de gestelde tijd zijn gestart met de uitvoering van hun taken (voor ROT zijn dit bijvoorbeeld de algemeen commandanten). 2.3 Aflossing De leider CoPI en/of de operationeel leider bepalen wanneer en hoe hun teams afgelost moeten worden. De wijze van aflossing van GBT en RBT wordt door de burgemeesters en de voorzitter veiligheidsregio bepaald. Uitgangspunt is dat functionarissen zes tot acht uur achter elkaar functioneren. Er kan globaal uit twee systemen gekozen worden: de staven ineens of gefaseerd aflossen. Het voordeel van het laatste systeem is dat het collectief geheugen in stand blijft. De meldkamers kunnen vervolgens vervangende functionarissen alarmeren. Tevens kan met bijstandsafspraken worden voorzien in de aflossing van onderdelen van de hoofdstructuur. 2.4 Bijstand Een ramp of crisis kan voor langere tijd doorgaan en bovendien kunnen bepaalde delen van de vitale infrastructuur uitgeschakeld zijn, ook kunnen zich situaties voordoen waarbij de crisisorganisatie van de regio zelf getroffen wordt. Het is noodzakelijk dat de hoofdstructuur van de rampenbestrijding en crisisbeheersing onafgebroken kan functioneren. Het gaat daarbij om zowel de fysieke instandhouding van de organisatie als de personele bezetting ervan. Om dit te bereiken, bestaan er bijstandsafspraken met andere veiligheidsregio s. Deze afspraken hebben eveneens betrekking op onmiddellijke bijstandsverlening bij een acute ramp of crisis van dusdanige omvang, waarvoor in het risicoprofiel is voorzien dat de capaciteit van de regio zelf hiervoor ontoereikend is. Grofweg kan bijstand worden omschreven als een specifieke vorm van tijdelijke steunverlening aan een veiligheidsregio in het kader van de bestrijding of beheersing van een ramp of crisis. Bijstand kan zowel materiële als personele bijstand omvatten. Volgens de Wet veiligheidsregio heeft bijstand betrekking op steunverlening door: Een brandweerorganisatie van een andere regio of omliggend land; Een organisatie, belast met ambulancevervoer uit een andere regio of omliggend land; Provinciale diensten; Rijksdiensten; Militairen. Bijstand tussen politiekorpsen en bijstand aan politie is afzonderlijk geregeld in de Politiewet Wanneer in geval van brand, ramp of crisis of de ernstige vrees voor het ontstaan ervan bijstand nodig is van andere veiligheidsregio s, dan is de koninklijke weg dat de voorzitter van de veiligheidsregio een verzoek indient bij de minister van BZK en de commissaris van de Koningin (CdK) hierover in kennis stelt. Het Landelijk Operationeel Coördinatie Centrum (LOCC) adviseert de minister over bijstandsaanvragen. Via de bestaande kanalen, hebben de regio s contact over het op handen zijnde verzoek, zodat de voorbereidingen gestart kunnen worden. In geval van spoed richt de voorzitter veiligheidsregio s het verzoek tot bijstand rechtstreeks aan de voorzitter van een omliggende regio en stelt daarna de Minister en CdK in kennis van het verzoek. Zie voor een toelichting op de 8

9 crisispartners ook hoofdstuk 6. De gewijzigde ambtsinstructie van de CdK is in de bijlagen opgenomen. 2.5 Vestiging en uitwijk Meldkamers In het geval dat (één van) de meldkamer(s) uitvalt, worden functie taken van de meldkamer gecontinueerd in een andere meldkamer. De meldkamers politie, ambulancezorg en brandweer wijken uit naar de gemeenschappelijke meldkamer van Groningen. Vanaf de ingebruikname van de meldkamer Noord Nederland in Drachten treedt de zogenaamde DAZ constructie in werking. Dit betekent dat de uitwijk tussen de meldkamers in Drachten, Apeldoorn en Zeewolde onderling wordt geregeld. ROT/RBT Het ROT en het RBT zijn gehuisvest in het gebouw waarin eveneens de Meldkamer Noord Nederland gevestigd is. Als uitwijklocatie wordt het bureau van Politie Fryslân aan de Holstmeerlaan 3 te Leeuwarden gebruikt. TBZ/GBT Elke gemeente heeft een (uitwijk)locatie georganiseerd voor het eigen gemeentelijk beleidsteam. Het team bevolkingszorg volgt hierbij het GBT. De uitwijklocaties zijn opgenomen in de gemeentelijke rampenplannen (en worden later opgenomen in het regionaal crisisplan). 9

10 3. Bestuurlijke en operationele leiding Binnen de rampenbestrijding en crisisbeheersing zijn in hoofdlijnen twee soorten leiding te onderscheiden, namelijk bestuurlijke en operationele leiding. Beide begrippen worden in dit hoofdstuk toegelicht. 3.1 Bestuurlijke leiding en opperbevel De bestuurlijke leiding bij en de eindverantwoordelijkheid voor (de afhandeling van) incidenten, zware ongevallen en rampen ligt bij de burgemeester. De burgemeester heeft het opperbevel, degenen die aan de bestrijding van een ramp deelnemen, staan onder zijn bevel. Opperbevel duidt op twee samenhangende noties: enerzijds de politieke en bestuurlijke verantwoordelijkheid, anderzijds de zeggenschap over ieder die aan de bestrijding van de ramp of crisis deelneemt, in het bijzonder met het oog op een goede coördinatie. In geval van een ramp of crisis van meer dan plaatselijke betekenis of van ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, is de voorzitter van de veiligheidsregio voor de rampenbestrijding en crisisbeheersing in de betrokken gemeenten bevoegd invulling te geven aan een aantal taken van de betrokken burgemeesters. De belangrijkste hierbij is het opperbevel en het informeren van de bevolking en de bij de rampenbestrijding en crisisbeheersing betrokken personen over de ramp of crisis. Burgemeester De burgemeester vervult bij rampen en crises verschillende rollen: Strategisch beslisser, waarbij het nemen van strategische beslissingen en daarover achteraf verantwoording afleggen centraal staat; Boegbeeld van de crisisorganisatie in de communicatie naar de buiten wereld; Burgervader in de (na-)zorg naar zijn/haar eigen bevolking. 3.2 Operationele leiding Operationele leiding houdt in: de bevoegdheid tot het in opdracht van de burgemeester of voorzitter veiligheidsregio geven van bindende aanwijzingen aan commandanten van de bij de crisisbestrijding samenwerkende zelfstandige diensten, zonder daarbij te treden in de bevoegdheden van de commandanten van die diensten aangaande de wijze van uitvoeren van de taken. Ieder grootschalig incident, ramp of crisis kent eenhoofdige operationele leiding: In GRIP 1 is sprake van coördinatie van brandweerzorg, politiezorg, geneeskundige zorg en bevolkingszorg op operationeel niveau door het CoPI en ligt de eenhoofdige leiding (voor de doelopdrachten) bij de leider CoPI. In GRIP 2, 3 en 4 is sprake van coördinatie van brandweerzorg, politiezorg, geneeskundige zorg en bevolkingszorg op operationeel niveau (CoPI) en tactisch niveau (ROT) en ligt de eenhoofdige operationele leiding (voor de doelopdrachten) in de handen van de operationeel leider in het ROT. Leider Commando Plaats Incident De functionaris die het overleg van de operationele staf ter plaatse leidt en het besluitvormingsproces in het CoPI bewaakt. Afhankelijk van de GRIP-fase waarin het incident zich bevindt informeert hij de burgemeester of rapporteert hij aan de operationeel leider. De leider CoPI valt onder het opperbevel van de burgemeester of voorzitter veiligheidsregio mochten deze besluiten tot het uitoefenen daarvan. Operationeel leider De functionaris die door het bevoegd gezag is aangewezen om de operationele leiding uit te oefenen in het ROT. Hij adviseert de burgemeester in het GBT of de voorzitter veiligheidsregio in het RBT over operationele aangelegenheden. Beleidsbeslissingen vertaalt hij binnen het ROT in operationele opdrachten en coördineert hij de uitvoering daarvan. 10

11 4. Opschalen en afschalen 4.1 Opschalen Zodra zich een ramp of crisis voordoet of dreigt voor te doen, wordt de rampenbestrijdings- en crisisbeheersingsorganisatie opgeschaald. Het doel van het proces opschaling is om steeds de juiste hoeveelheid mensen en middelen beschikbaar te hebben voor de rampenbestrijding en crisisbeheersing in de acute fase. Het proces omvat het activeren van de benodigde mensen en middelen en het afstemmen van de wijze van aansturing hiervan: de overgang van de dagelijkse situatie naar de rampenbestrijdings- en crisisbeheersingsorganisatie. Ook het waarschuwen van de relevante crisispartners en het activeren van bijstandsafspraken met andere, meestal aangrenzende regio s behoort tot dit proces. Om de opschaling en de multidisciplinaire coördinatie in goede banen te leiden wordt GRIP gehanteerd Door wie wordt de procedure gestart? Bij de afkondiging van een GRIP-fase door één van de diensten zijn de overige diensten gehouden de afkondiging van de GRIP-fase te volgen. De afgekondigde GRIP-fase wordt zo spoedig mogelijk door de leiding van het hoogst aanwezige GRIP-niveau formeel bekrachtigd. Indien door een bevoegde functionaris de GRIP-regeling in werking is gesteld, dient deze direct door de meldkamers uitgevoerd te worden. Hieronder zijn de functionarissen genoemd die bevoegd zijn een bepaalde GRIP-fase te starten. GRIP-fase Bevoegd tot opschalen: GRIP 1 en 2 De operationeel leidinggevende functionarissen vanaf schaal 9. De centralisten van de meldkamer. De gemeentelijk functionaris doet dit veelal na overleg met burgemeester of gemeentesecretaris; Functionarissen die uit hoofde van hun functie bevoegd zijn (leider CoPI, operationeel leider); De informatiefunctionaris op de meldkamer in die gevallen waar in de rampenbestrijdingsplannen aan scenario s een GRIP 1 of 2 niveau is gekoppeld. GRIP 3 * De burgemeester, al dan niet op advies van de hoogst operationeel leidinggevende (leider CoPI of operationeel leider). GRIP 4 De voorzitter veiligheidsregio, al dan niet op verzoek of advies van de bij het incident betrokken burgemeesters van bron- en effectgemeenten) of de hoogst operationeel leidinggevende (leider CoPI of operationeel leider) Automatische opschaling Na het activeren van één of meerdere sirenegebieden van het waarschuwingsstelsel door de daarvoor aangewezen functionaris is automatisch sprake van een GRIP 3; Het bestuurlijke besluit tot grootschalige evacuatie van de bevolking leidt automatisch tot GRIP 4; In sommige gevallen vindt opschaling plaats aan de hand van vastgestelde planvorming. Voorbeelden hiervan zijn ramp- en incidentbestrijdingsplannen Monodisciplinaire opschaling Naast multidisciplinair opschalen kunnen de hulpverleningsdiensten en gemeenten ook monodisciplinair opschalen. Iedere kolom is verantwoordelijk voor een alerte en adequate opschaling van de eigen organisatie. Zij hebben daartoe regelingen getroffen. De leidinggevenden van politie, GHOR en brandweer bepalen per incident de omvang van hun eigen organisatie (aantal en soort eenheden). Analoog aan de opschaling van de drie hulpverleningsdiensten kan opschaling van één of meer gemeentelijke diensten noodzakelijk zijn. Elke organisatie kent zijn eigen staven grootschalig en bijzonder optreden/tbz (actiecentra), die vanuit de eigen organisatie worden gealarmeerd en ingezet Opschaling bij evenementen In geval van multidisciplinaire voorbereiding en begeleiding van evenementen met een verhoogd risico voor openbare orde en veiligheid wordt de GRIP-structuur als uitgangspunt genomen. 11

12 4.2 Afschalen Als blijkt dat de ramp of crisis met minder multidisciplinaire coördinatie kan worden bestreden en ook de directe effecten minder operationele aansturing behoeven, wordt met de afschaling van de ingezette hulpverleningsdiensten en de bestuurlijke teams begonnen. Afhankelijk van de stand van zaken wordt besloten om af te schalen naar een lagere GRIP-fase of in één keer naar de routinefase. In ieder geval dient voorkomen te worden dat kolommen afschalen zonder onderlinge samenspraak. Ook zijn situaties denkbaar waarbij een GRIP-fase wel in stand blijft, maar bepaalde teams of functionarissen niet langer nodig blijken te zijn. Het kan zo zijn dat voor een CoPI geen werk meer is, terwijl het ROT nog volop bezig is met de coördinatie van het effectgebied. Het opheffen van een GRIP-team vindt plaats in overleg met de andere teams. In deze fase zal tevens een onderscheid moeten worden gemaakt tussen de afschaling zoals hiervoor bedoeld en de opbouw van de nazorgfase, die al start wanneer nog niet volledig is afgeschaald. Voordat bestuurlijke en operationele teams geheel worden ontbonden, moet het gemeentelijk beleidsteam zeer nadrukkelijk beleidsbeslissingen over de nazorg nemen. Hierbij valt te denken aan: wie heeft de leiding of coördinatie over de nazorgfase; welke activiteiten moeten worden opgestart of afgerond. Het proces van voorlichting is hierbij van groot belang Door wie wordt de procedure beëindigd? De operationeel leider of leider CoPI zal in overleg met de leden van het eigen team en in overleg met eventueel andere geactiveerde teams de procedure afschalen of beëindigen. GRIP-fase Bevoegd tot afschalen GRIP 4 Bij bestuurlijke afschaling vanuit GRIP 4 besluit de voorzitter veiligheidsregio om af te schalen. Hij overlegt daartoe met de burgemeesters van de betrokken gemeenten en laat zich door de operationeel leider adviseren over de nieuw te hanteren GRIP-fase. GRIP 3 Bij bestuurlijke afschaling vanuit GRIP 3 besluit de burgemeester om af te schalen. Hij laat zich door de operationeel leider adviseren over de nieuw te hanteren GRIPfase. GRIP 2 Bij operationele afschaling vanuit GRIP 2 besluit de operationeel leider om af te schalen. Hij laat zich daarbij adviseren door de leider CoPI en informeert de burgemeester van de betrokken gemeente hierover. GRIP 1 Bij operationele afschaling vanuit GRIP 1 besluit de leider CoPI om af te schalen. Hij informeert de burgemeester van de betrokken gemeente hierover Monodisciplinaire afschaling Naast het multidisciplinair afschalen kunnen de hulpverleningsdiensten en gemeenten ook monodisciplinair afschalen. Iedere kolom is verantwoordelijk voor afschaling van de eigen organisatie. Het is denkbaar dat bepaalde specifieke organisatieonderdelen (actiecentra) eerder of juist later worden afgeschaald dan andere onderdelen. Kernleden van het COPI en het ROT kunnen niet eerder vertrekken dan nadat het team in kwestie afgeschaald is. 12

13 5. Informatiemanagement (netcentrisch werken) 5.1. Inleiding Op landelijk niveau is een werkwijze ontwikkeld waarbij verbeterde informatievoorziening de basis legt voor effectieve crisisbeheersing. Het draait om het werken met een gedeeld beeld in een geïntegreerd, interactief netwerk van besluitvormers, informatieleveranciers en eenheden. Die beschikken daardoor op hetzelfde moment over dezelfde (feitelijke) informatie. Dit beter en sneller delen van beschikbare gegevens zal leiden tot een betere inzet van manschappen en middelen, waardoor de effectiviteit van handelen zal toenemen. Dit concept staat ook bekend als netcentrisch werken. Deze werkwijze zorgt ervoor dat alle betrokkenen tijdig en tegelijkertijd over relevante informatie (tekst en beeld) beschikken. Hierdoor kunnen sneller adequate beslissingen worden genomen. Meldkamers, CoPI, ROT en GBT/RBT delen informatie via een online systeem met de naam Landelijk Crisis Management Systeem (LCMS). Zo heeft iedereen hetzelfde beeld van de crisis en kan men sneller besluiten nemen en tot actie over gaan. Manschappen en middelen worden daardoor effectiever ingezet en burgers sneller geïnformeerd. Het doel is om uiteindelijk voor minder slachtoffers, minder schade en een sneller herstel van de normale situatie te zorgen Informatiemanagement Informatiemanagement is één van die processen die ondersteunend zijn aan de planning en sturing van processen in de Crisismanagementcyclus bij een grootschalig incident. Het proces informatiemanagement is niet nieuw binnen de rampenbestrijding. Meldkamer, Copi, ROT en GBT/RBT moeten elkaar informeren over de stand van zaken, knelpunten en gevraagde besluitvorming. Bij het netcentrisch werken delen meldkamer, CoPI, ROT, GBT/RBT multidisciplinaire informatie online in een Totaalbeeld. Betrokkenen hebben daarmee hetzelfde beeld van een crisis of ramp, waardoor beter en sneller besluiten genomen kunnen worden en acties kunnen worden uitgezet Doel De doelstelling van informatiemanagement is het zorg dragen voor de beschikbaarheid en het gebruik van de informatievoorzieningen, zodat de organisatie de geplande resultaten kan leveren. Meer specifiek voor de rampenbestrijding en crisisbeheersing is het doel van het proces informatiemanagement het verkrijgen van alle voor de bestrijding van een grootschalig incident relevante informatie en die actief beschikbaar stellen. De juiste informatie moet in de juiste vorm en op het juiste moment beschikbaar zijn voor de juiste personen, namelijk degenen die deze informatie nodig hebben. Concreet betekent dit dat er een voor en door de meldkamer, CoPI, ROT, GBT / RBT en diverse actiecentra een toegankelijk multidisciplinair Totaalbeeld van de gebeurtenis moet worden opgebouwd en onderhouden Uitvoering Het proces informatiemanagement bestaat uit 3 deelprocessen: Informatie verzamelen; Informatie verwerken en valideren; Informatie delen. In alle onderdelen van de regionale crisisstructuur is een functionaris benoemd die tot taak heeft deze deelprocessen uit te voeren. Dit gebeurt dus op mono- en multidisciplinaire schaal. De leidinggevenden van de disciplines zijn verantwoordelijk voor validatie van de informatie uit de eigen kolom. Alleen gevalideerde informatie wordt aangeleverd bij de multidisciplinaire informatiemanagers. Het gezamenlijk beeld wordt op uitvoerend, tactisch en strategisch niveau vanuit de disciplines gedeeld aan de hand van thema s. De verantwoordelijke sleutelfunctionarissen worden tijdig geattendeerd op het totaalbeeld en op de mutaties hierin die voor hen relevant zijn. De informatie is niet toegankelijk voor onbevoegden. Om het bovengenoemde proces te implementeren is er een project implementatie Netcentrische werkwijze actief dat de volgende producten zal opleveren: Aanstellen regionale functionarissen en beleggen Netcentrische IV-taken; 13

14 Site survey s, inrichten en uitleveren werkplekken; Ontsluiten en inrichten LCMS-oefenomgeving; Introducties en voorlichting voor direct betrokkenen; Trainingen voor gebruikers, plotters, informatiemanagers, functioneel en technisch beheerders; Oefendoelstellingen aanpassen op Netcentrisch Werken; Advies en ondersteuning bij Oefeningen; Borging Netcentrisch Werken in organisatie. 14

15 6 Crisispartners Tijdens een ramp of crisis moeten veel verschillende partijen maatregelen treffen. Ieder op zijn eigen verantwoordelijkheidsterrein. Veiligheidsregio Fryslân heeft met een aantal van deze partijen samenwerkingsafspraken gemaakt 1. Een aantal crisispartners met een bijzondere positie wordt in de volgende paragrafen toegelicht. 6.1 Rijksheren Rijksheren zijn bij Algemene Maatregel van Bestuur aangewezen functionarissen, die noodbevoegdheden namens de minister kunnen uitoefenen. Ze komen in beeld als er een vitaal belang wordt bedreigd en de normale bevoegdheden ontoereikend zijn om die dreiging aan te pakken. Verschillende ministeries hebben functionarissen die tijdens een noodtoestand als Rijksheer kunnen optreden. De Rijksheren, kunnen op uitnodiging deelnemen aan de vergadering van het RBT en er kan operationele afstemming plaatsvinden in het ROT. 6.2 De commissaris van de Koningin De commissaris heeft een toezichthoudende taak richting de veiligheidsregio 2. Als de commissaris hiertoe aanleiding ziet, kan hij tijdens rampen en crises aanwijzingen geven omtrent de samenwerking binnen het RBT 3. De commissaris kan geen aanwijzingen geven over de inhoud van de besluiten. Bij een ramp die zich uitstrekt over meerdere veiligheidsregio s heeft de commissaris ruimere inhoudelijke bevoegdheden 4. De gewijzigde ambtsinstructie van de commissaris is toegevoegd aan de bijlagen. De minister van Veiligheid & Justitie kan, in het uiterste geval, alle bevoegdheden van de commissaris, de burgemeesters en de voorzitter veiligheidsregio naar zich toe trekken Het Openbaar Ministerie Bij rampen en crises zijn de volgende taken van het Openbaar Ministerie (OM) van belang: In het lokale driehoeksoverleg informatie uitwisselen en/of afstemmen met de burgemeester en de korpschef van de politie. Doel hiervan is strafrechtelijke en bestuurlijke instrumenten zo goed mogelijk op elkaar af gestemd toe te passen; - De rechtsorde handhaven; - Leiding geven aan het eventuele opsporingsonderzoek naar de strafrechtelijk relevante toedracht van de calamiteit of ramp. De hoofdofficier van Justitie is verantwoordelijk voor de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde 6. In die hoedanigheid kan hij de politie aanwijzingen geven bij de bestrijding van rampen en crises. De aanwijzingen van de hoofdofficier van Justitie zijn maatgevend bij: - De beëindiging van een terroristische dreiging of aanval; - De beëindiging van een gijzeling of ontvoering; - Het herstel van de continuïteit van de rechtspleging. De burgemeester of de voorzitter van de veiligheidsregio is bij deze drie scenario s verantwoordelijk voor de hulpverlening en de handhaving van de openbare orde. Vanaf GRIP 3 wordt het OM standaard in de alarmering meegenomen (AB- besluit 6 juli 2011). 6.4 De waterschappen en Rijkswaterstaat De waterschappen zorgen onder meer voor de waterkering, de waterkwaliteit en de waterkwantiteit. De voorzitter van de veiligheidsregio is verplicht de voorzitter van het waterschap uit te nodigen voor de vergaderingen van het RBT. Wetterskip Fryslân coördineert de waterschappen die binnen Fryslân 1 Afspraken tussen Veiligheidsregio Fryslân en haar crisispartners zijn te vinden in bijlage. 2 Wet veiligheidsregio s art. 58 t/m 60. De toezichthoudende taak geldt zowel tijdens rampen en crises als voorafgaand daaraan. 3 Wet veiligheidsregio s art. 41 lid1 en 2 4 Wet veiligheidsregio s art. 42 lid 1 en 2 5 Wet veiligheidsregio s art Politiewet art

16 actief zijn (Noorderzijlvest, Flevoland en Fryslân). Ook Rijkswaterstaat heeft als crisispartner een rol bij het grootschalig optreden. Zie voor een uitgebreide uitwerking hoofdstuk Defensie Eén van de hoofdtaken van Defensie is civiele autoriteiten te ondersteunen bij rampen en crises. Deze ondersteuning bestaat uit: Structurele taken, bijvoorbeeld explosievenopruiming, Koninklijke Marechaussee, bijzondere bijstandseenheden en het calamiteitenhospitaal; Militaire Bijstand op grond van de Politiewet 1993, bestaande uit; Ondersteuning bij handhaving van de openbare orde; Ondersteuning bij de handhaving van de rechtsorde; Militaire bijstand op grond van de Wet veiligheidsregio s art. 51; Militaire steunverlening in het openbaar belang (regeling 2007). Het convenant Intensivering Civiel Militaire Samenwerking bevat de afspraken over de capaciteiten die Defensie gegarandeerd binnen vastgestelde termijnen aan civiele autoriteiten beschikbaar stelt. De officier veiligheidsregio fungeert als liaison van Defensie in het ROT. Hij vervult een belangrijke rol bij de bijstandsaanvraag. Veiligheidsregio Fryslân en Defensie hebben gezamenlijk besloten dat vanaf GRIP 2 een OVR standaard deel neemt aan het ROT. 6.6 Landelijke coördinatiecentra Nationaal Crisiscentrum Het Nationaal Crisiscentrum (NCC) ondersteunt ministeries bij hun crisisbesluitvorming en zorgt ervoor dat informatie snel wordt uitgewisseld. Het NCC: Geeft strategisch advies over communicatie bij crises en rampen en stelt communicatiemiddelen hiervoor ter beschikking, zoals de website en een publieksinformatienummer; Verzamelt en levert informatie en advies tijdens crises; Verstrekt informatie over crisisbeheersing aan veiligheidsregio s, gemeenten, provincies en andere veiligheidspartners, zoals bijvoorbeeld het Landelijk Operationeel Coördinatiecentrum Landelijk Operationeel Coördinatiecentrum Het Landelijk Operationeel Coördinatiecentrum (LOCC) coördineert landelijk de inzet van de brandweer, politie, geneeskundige hulpverlening en de krijgsmacht tijdens rampen, calamiteiten en grote evenementen. Bij een nationale crisis kan het LOCC worden opgeschaald tot de zogeheten Landelijke Operationele Staf Landelijke Operationele Staf De Landelijke Operationele Staf (LOS) is verantwoordelijk voor de bovenregionale afstemming op operationeel terrein en functioneert als opgeschaald LOCC. De LOS wordt geactiveerd door de voorzitter van de Ministeriële Commissie Crisisbeheersing (MCCB) en levert een operationeel advies namens de bij de nationale crisis betrokken operationele diensten. Dit advies kan gaan over de beschikbaarheid van mensen en middelen voor nationale rampenbestrijding en crisisbeheersing, maar ook over de operationele uitvoerbaarheid en consequenties van bestuurlijke besluiten. Uitgebreide informatie over de verantwoordelijkheden en rollen die verschillende instanties en overheden hebben bij het bestrijden van crises, staat in het Nationaal Handboek Crisisbesluitvorming Departementaal coördinatiecentrum Elk ministerie neemt maatregelen op het eigen beleidsterrein om rampen en crises aan te pakken. Daarvoor hebben zij ieder een departementaal coördinatiecentrum (DCC). Samen met het NCC adviseren de DCC s de MCCB over landelijke maatregelen. Een departementaal coördinatiecentrum geeft burgemeesters en hulpdiensten via het NCC informatie over de gevolgen van een ramp en advies over maatregelen om mensen en milieu te beschermen. 16

17 Hoofdstuk 7 Waterbeheer en Scheepvaartzorg 7.1 Inleiding Fryslân is een waterrijke regio; er zijn dan ook diverse organisaties die een rol spelen in het beheer van het water, zowel in de reguliere situatie als tijdens crisisomstandigheden. Rijkswaterstaat, het Wetterskip Fryslân, de Provincie Fryslân, de Kustwacht, de Politie (KLPD) hebben een taak in de sectie Water en scheepvaartzorg. De inrichting van de crisisbeheersingsorganisatie is omschreven in de vastgestelde GRIP regeling. De omschrijving van de inrichting van de sectie waterbeheer en scheepvaartzorg is meer specifiek omschreven in de Incidentbestrijdingsplannen Buitenwater Er is verschil tussen de incidentbestrijding op het binnen- en buitenwater. Met het buitenwater in dit plan wordt bedoeld de Noordzee, de Waddenzee en het IJsselmeer. Rijkswaterstaat is in het buitenwater verantwoordelijk voor het waterkwaliteits-, het waterkwantiteitsbeheer en de scheepvaartzorg. Voor de Waddenzee, IJsselmeer en de Noordzee zijn Incidentbestrijdingsplannen opgesteld. Voor de Waddenzee en het IJsselmeer zijn de bovenregionale afspraken vastgelegd in de Coördinatie Regeling Waddenzee, CRW, en Samenwerking IJsselmeergebied, SAMIJ, overeenkomsten. Voor het Waddengebied is de VR Fryslân verantwoordelijk voor de bovenregionale coördinatie, voor het IJsselmeergebied wordt dit gedaan door de VR Flevoland en bij incidenten op de Noordzee is de VR Noord Holland-Noord de coördinerende VR. De bovenregionale regie per samenhangend risicowatersysteem is in handen van de Waterfunctionaris Binnenwater Voor het binnenwater voert het Wetterskip het beheer over de waterkwaliteit en de waterkwantiteit (overstromingen, wateroverlast en tekort). De scheepvaartzorg berust bij de Provincie Fryslân, de gemeenten (als havenbeheerder). Voor de Friese Hoofdvaarwegen, inclusief de grotere Friese meren, is/ wordt een Incidentbestrijdingsplan opgesteld Rampbestrijdingsprocessen Water- en scheepvaartzorg In het Handboek Voorbereiding Rampenbestrijding worden 4 waterprocessen onderscheiden, tevens hoofdtaken voor de primair verantwoordelijke (water) partners: Search and Rescue (SAR); Nautisch verkeersmanagement; Beheer waterkwaliteit; Beheer waterkwantiteit. Search and Rescue Bij incidenten op het water is het van belang in nood verkerende mensen en dieren zo snel mogelijk op te sporen, te redden en naar het vaste land te vervoeren, zodat verdere hulpverlening gestart kan worden. Gerede personen en dieren worden direct naar de kant of via de aanlandingsplaatsen naar de wal gebracht. De SAR actie kan afhankelijk van de procesverantwoordelijke worden gecoördineerd vanaf het Kustwachtcentrum een meldkamer of verkeerspost. Organisaties die deze taak uitvoeren zijn KNRM, waterpolitie (regio en KLPD) en ander waterpartners. Nautisch verkeersmanagement Het nautisch verkeersmanagement betreft de zorg voor het veilige en vlotte afwikkeling van het scheepverkeer. Het heeft als doel stremmingen te voorkomen of op te lossen en de economische schade te beperken door het scheepvaartverkeer weer mogelijk te maken. De uitvoering is in handen van de verkeersposten (of brug- of sluiswachters) van de nautisch beheerder. Voor de Noordzee, Waddenzee en IJsselmeer is dit RWS; Voor het binnenwater is dit de Provinciale Waterstaat van de Provincie Fryslân; Voor de havens zijn de gemeenten of havenbedrijven verantwoordelijk. 17

18 Beheer Waterkwaliteit Het Wetterskip en Rijkswaterstaat zijn de verantwoordelijke partners voor de kwaliteit van het oppervlaktewater volgens vastgestelde normen en waarden. Deze organisaties nemen de maatregelen wanneer: De waterkwaliteit wordt bedreigd door verontreiniging van olie, bluswater, (nucleaire) besmetting, of bacteriën als blauwalg, botulisme of; Het gebruik van het water wordt beperkt door andere (opdrijvende) stoffen en objecten. Rijkswaterstaat is verantwoordelijk voor de kwaliteit van het buitenwater het Wetterskip voor het binnenwater, inclusief het zuiveren van het afvalwater. Beheer Waterkwantiteit Het Wetterskip Fryslân en Rijkswaterstaat zorgen voor het beheersen en het verminderen van bestaande risico s op overstromingen, wateroverlast, verdroging en watertekorten. Bij een crises nemen zij de maatregelen om de effecten voor mens, dier en milieu te beperken. Zij zijn verantwoordelijk voor de regulatie van het watersysteem, peilbeheer. Dit omvat het aanvoeren, bergen en het op peil houden van het oppervlaktewater, afgestemd op de functies van het water. Het beheer van de primaire waterkeringen houdt in het in goede staat houden van het waterkerend vermogen overeenkomstig de veiligheidsnormen. De duinen langs de noord westelijke kust (de friese Waddeneilanden) maken deel uit van het waterkeringbeheer waar RWS verantwoordelijk voor is. Het grootste deel van de dijken, het waterkeringbeheer, valt onder de verantwoordelijkheid van het Wetterskip Fryslân Sectie Waterbeheer en scheepvaartzorg Binnen de sectie (actiecentrum) waterbeheer en scheepvaartzorg worden de hoofdtaken uitgevoerd door de crisisbestrijdingsorganisaties van de betrokken overheden en organisaties. De organisaties sturen een liaison (en eventueel met ondersteuning) naar de sectie waterbeheer en scheepvaartzorg of direct naar de overleggen conform de vastgestelde GRIP structuur.* De liaisons vormen samen de sectie waterbeheer en scheepvaartzorg. Zij bepalen in overleg met de operationeel leider wie de sectie vertegenwoordigt (of vertegenwoordigen) in het regionaal operationeel team. * Afhankelijk van het scenario kunnen het Wetterskip Fryslân en de Provincie Fryslân er voor kiezen direct deel te nemen aan de in te richten GRIP overleggen. Locatie De sectie (AC) waterbeheer en scheepvaartzorg is gehuisvest in het RCC (regionaal coördinatie centrum) de Noordelijke Meldkamer te Drachten. De liaisons onderhouden ieder contact met de crisisbestrijdingsteams van hun eigen organisaties (Wetterskip, Provincie, RWS) die elders zijn gehuisvest. Uitvoering De taken waterbeheer en scheepvaartzorg worden uitgevoerd door operationele eenheden of diensten onder leiding van hun eigen leidinggevenden. Dit kunnen eenheden of diensten zijn van Rijkswaterstaat, het Wetterskip- en of de Provincie Fryslân, de KNRM, KLPD, gemeenten en of hun havenbedrijven. De aansturing ter plekke is in handen van de Officier van Dienst en op afstand door de crisisbestrijdingsteams van de betrokken organisaties. Organisatiestructuur De organisatiestructuur van waterbeheer en scheepvaartzorg is opgenomen in de bijlagen. 18

19 Deel II Processen per kolom Bevolkingszorg Primaire processen deelprocessen 1. Communicatie 1.1 Pers- en Publieksvoorlichting 1.2 Verwanteninformatie 2. Publieke Zorg 2.1 Opvang 2.2 Primaire Levensbehoeften 2.3 Uitvaartverzorging 2.4 Verplaatsen mens en dier 3. Omgevingszorg 3.1 Milieubeheer 3.2 Ruimtebeheer 3.3 Bouwbeheer 4. Informatie (ondersteunend proces) 4.1 Registreren van mens en dier (voorheen: CRIB) 4.2 Registeren van schade (CRAS) 4.3 Interne communicatie & verslaglegging 5. Logistiek (ondersteund proces) 5.1 Bestuursondersteuning 5.2 Nafase 5.3 Facilitaire Ondersteuning 19

20 Pers- en publieksvoorlichting Sitrap Besluiten start proces opvang Besluit start proces opvang Inrichten ruimte t.b.v. team persen publieksvoorlichting Omschrijf wie wat moet doen Analyseer de risico s Risicoanalyse Analyseer de omgeving / media Omgevings analyse Communicatie risicoanalyse Analyseer de doelgroepen Doelgroepen analyse Analyseer de communicatierisico s Vertaal de analyses naar Continue cyclus communicatiestrategie Communicatie strategie Formuleren van de centrale boodschap Centrale communicatie boodschap Bepalen communciatie middelen en inhoud Communicatie middelen nee Briefen bestuurders en operationele teams Sitrap Besluit opheffing ja Ontruimen locatie en informeren ketenpartners Einde proces 20

21 Pers- en publieksvoorlichting Doel: Betekenisgeving: duiding, dat wil zeggen wat betekent de crisis voor de samenleving; Schadebeperking: beperken van materiële en immateriële schade door het verstrekken van communicatieadviezen via het Team Bevolkingszorg aan het Regionaal Operationeel Team en door het geven van gedrags- en handelingsadviezen/instructies aan burgers; Informatieverstrekking: verzorgen van de algemene informatieverstrekking, openbaarmaking, verklaring en toelichting van het beleid van de burgemeester over de bestrijding van de crisis. Taak Wie Input Throughput Output 1 Besluiten tot het starten van het proces pers- en publieksvoorlichting. OL (leider CoPI of ROT), Burgemeester (opperbevel) Situatierapportage en informatiebehoefte uit de samenleving Overleggen in resp. het CoPI (a) of het ROT (b) (bij GRIP 3 is dit proces reeds gealarmeerd) 2 Inrichten van de ruimte t.b.v. het team pers- en publieksvoorlichting 3 Omschrijf de taak van de gemeente en wie dat moet doen 4 Analyseer de risico s wat kan er gebeuren? 5 Analyseer de omgeving/media 6 Analyseer de communicatierisico s Teamleider pers- en publieksvoorlichting Teamleider pers- en publieksvoorlichting Teamleider pers- en publieksvoorlichting Medewerker mediawatcher en social media Medewerker persvoorlichting, Besluit opstarten proces pers- en publieksvoorlichting Situatierapportage Situatierapportage Risicoanalyse crisis en omgevingsanalyse Opdracht verstrekken tot het alarmeren van de bij het proces betrokken medewerkers Zorgen dat de teamlocatie operationeel is. De benodigde kantoormaterialen liggen klaar Besluit om het proces pers- en publieksvoorlichting op te starten Zie proces alarmeren Teamlocatie pers- en publieksvoorlichting is operationeel Voordat iedereen aan het werk gaat is het van belang dat duidelijk is wat er moet gebeuren, Duidelijkheid wie wat binnen de taakorganisatie gaat doen. wat er nodig is en dat er een duidelijke rolverdeling is. Het hoofd Taakorganisatie Communicatie stemt Risicoanalyse van de crisis op zich af met de communicatieadviseur in het ROT wat de risico s zijn. Kan de brand die nu is ontstaan overslaan naar een groter gebied? Kan dit de volksgezondheid in gevaar brengen? Kan dat zorgen voor massale paniek? Scenario s voor het verloop van de crisis worden in beeld gebracht. Zo kan op mogelijke gevolgen worden ingespeeld door duidelijke communicatie. Analyse incident in LCMS Omgevingsanalyse Analyse van de traditionele media Analyse van wat er online gebeurt Analyse van publiekvragen Analyse van persvragen Waarnemingen van de politievoorlichter in het CoPI s die binnenkomen bij de burgemeester of gemeentesecretaris Binnen 5 minuten eerste tweet online Welke communicatierisico s zijn in het geding? Communicatierisicoanalyse Bijv.: 21

22 Taak Wie Input Throughput Output medewerker Ontbreken van vertrouwen in de aanpak publieksvoorlichting Beeldvorming over de bestuurder Geloofwaardigheid t.a.v. het optreden Ontbreken van empathie in de uitingen Niet weten wat er leeft en speelt onder de bevolking Niet op de hoogte zijn van de actuele situatie Een verkeerd beeld van de plaats incident Burgers zijn bang en vrezen het ergste Men weet niet wat te doen of men handelt tegenstrijdig aan het geboden handelingsperspectief 7 Analyseer de doelgroepen Medewerker persvoorlichting Medewerker publieksvoorlichting 8 Vertaal de analyses naar communicatiestrategie (advies) Teamleider pers- en publieksvoorlichting Beschikbare analyses Risicoanalyse crisis Omgevingsanalyse Communicatierisicoanalyse Benoem verschillende doelgroepen en maak een duidelijke onderverdeling tussen wie het zijn, hoe zij bereikt kunnen worden en wat zij moeten weten. Zo heeft een direct aanwonende van een fabriek waar een explosie heeft plaatsgevonden een heel ander belang en andere informatiebehoefte dan iemand die vijf kilometer verderop woont en mogelijk te maken krijgt met giftige dampen. De analyses geven aan hoe de crisis leeft onder publiek en pers, wat de communicatierisico s zijn en welke informatiebehoefte er is. Informatietraject (eenrichtingsverkeer) Overtuigingsstrategie Instructiestrategie Dialoog aangaan Doelgroepenanalyse Wie wil je met welke informatie bereiken? Communicatiestrategie 9 Formuleren van de centrale communicatieboodschap (aanpak) Let op de drie voorwaarden: Openheid, eerlijkheid en snelheid Redacteur Beschikbare analyses Formuleer een open, eerlijk, stelselmatig, feitelijk, consistente en relevante boodschap, die snel en accuraat wordt verspreid, gemakkelijk te verkrijgen is en in begrijpelijke taal geformuleerd. Wie waarschuwt en voor wie bestemd Wat er gebeurd is Wat de gevolgen en gevaren zijn Wat de bevolking moet doen Wat de overheid momenteel doet Waar het gebeurd is Wanneer het gebeurd is Waarom het gebeurd is Hoelang het gaat duren Centrale communicatieboodschap 22

23 Taak Wie Input Throughput Output Wat het vervolg is (nadere informatie volgt en indien mogelijk wanneer) 10 Bepalen van de communicatiemiddelen en inhoud (aanpak) 11 Briefen bestuurders en operationele teams (aanpak) 12 Analyseren, adviseren, aanpakken 13 Besluit opheffing actiecentrum opvang Redacteur Beschikbare analyses Mail / brief / telefoon Intranet Informatiebijeenkomsten Intermediaire communicatie Persconferentie Persbericht Eigen websites Crisis.nl Online sociale netwerken Informatiesessies (nieuwsbrieven) Speciaal telefoonnummer gemeente Publieksinformatienummer Burgernet (na inschrijving) (NL Alert) Hoofd Taakorganisatie Communicatie Beschikbare analyses, strategieën en producten De analyses, strategieën en producten worden voortdurend via het Team Bevolkingszorg afgestemd met de communicatieadviseur in het ROT. Communicatiemiddelen Informatiedeling Teamleider pers- en publieksvoorlichting Nieuwe informatie Steeds wordt dezelfde cyclus doorlopen. Informatiedeling Burgemeester / OL Situatierapportage In het RBT/GBT wordt besloten dat het Einde proces. De ketenpartners actiecentrum haar taak heeft uitgevoerd en worden geïnformeerd en de informatie officieel kan worden gesloten. wordt voor zover nodig aan hun overgedragen. Situatie is zowel ruimtelijk, personeel als qua ICT weer normaal 14 Ontruiming locatie Medewerkers Besluit opheffing actiecentrum Zowel ruimtelijk, personeel als qua ICT wordt afgeschaald naar het normale niveau 23

24 Taken, bevoegdheden, verantwoordelijkheden pers- en publieksvoorlichting Nr. Activiteit Burgemeester OL Hoofd Communicatie Teamleider persen publieksvoorlicht ing 1 Besluiten tot het starten van het proces pers- en publieksvoorlichting. Besluiten Besluiten 2 Inrichten van de ruimte t.b.v. het team pers- en publieksvoorlichting Uitvoeren 3 Omschrijf de taak van de gemeente en wie dat moet doen Uitvoeren 4 Analyseer de risico s wat kan er gebeuren? Toetsen Uitvoeren 5 Analyseer de omgeving/media Toetsen Uitvoeren 6 Analyseer de communicatierisico s Toetsen Uitvoeren 7 Analyseer de doelgroepen Toetsen Uitvoeren 8 Vertaal de analyses naar communicatiestrategie (advies) Toetsen Uitvoeren 9 Formuleren van de centrale communicatieboodschap (aanpak) Toetsen Uitvoeren 10 Bepalen van de communicatiemiddelen en inhoud (aanpak) Toetsen Uitvoeren 11 Briefen bestuurders en operationele teams (aanpak) Uitvoeren 12 Analyseren, adviseren, aanpakken Toetsen Uitvoeren 13 Besluit opheffing actiecentrum opvang Besluiten Besluiten 14 Ontruiming locatie Uitvoeren Medewerkers Relatie met andere processen: Het proces Pers- en Publieksvoorlichting heeft een relatie met alle gemeentelijke processen. Om een juiste communicatie te voeren, wordt vanuit de gehele crisisorganisatie informatie aangeleverd. Afhankelijk van de crisis wordt door het Team Pers- en Publieksvoorlichting vorm gegeven aan de pers- en publieksvoorlichting. 24

25 Verwanteninformatie Sitrap Besluiten start proces verwanten informatie Inrichten ruimte t.b.v. team verwanten informatie Alarmeer Dienst verwanten informatie van het NRK Instrueer medewerkers NRK bij aankomst Registreer inkomende vragen Stem af tot geautoriseerde registratielijst beschikbaar is Verstrek inlichtingen NEE Besluit opheffing JA Sitrap Ontruimen locatie en informeren ketenpartners Einde proces 25

26 Verwanteninformatie Doel: Het verstrekken van geautoriseerde informatie aan familieleden en verwanten van getroffen (gewonde) burgers. Taak Wie Input Throughput Output 1 Besluiten tot het starten van het proces verwanteninformatie OL (leider CoPI of ROT), Burgemeester (opperbevel) Situatierapportage en informatiebehoefte uit de samenleving Overleggen in resp. het CoPI (a) of het ROT (b) (bij GRIP 3 is dit proces reeds gealarmeerd) 2 Inrichten van de ruimte t.b.v. het team verwanteninformatie 3 Alarmeer Dienst Verwanteninformatie van het Nederlandse Rode Kruis conform convenant 4 Instrueer medewerkers NRK bij aankomst 5 Registreer inkomende vragen Teamleider verwanteninformatie Teamleider verwanteninformatie Teamleider verwanteninformatie Besluit opstarten proces pers- en publieksvoorlichting Situatierapportage Situatierapportage Opdracht verstrekken tot het alarmeren van de bij het proces betrokken medewerkers Zorgen dat de teamlocatie operationeel is. De benodigde kantoormaterialen liggen klaar Telefoonnummer alarmering: Convenantsafspraken Praat de medewerkers bij over wat er aan de hand is en welke vragen ze kunnen verwachten. Wanneer er mogelijk nieuwe informatie beschikbaar komt. Besluit om het proces pers- en publieksvoorlichting op te starten Zie proces alarmeren Teamlocatie verwanteninformatie is operationeel Dienst Verwanteninformatie is gealarmeerd. Geïnstrueerde medewerkers Medewerkers NRK IRIS operationeel Registratie van verwantenvragen in IRIS Geregistreerde gegevens van mensen die zoeken en gezocht worden. 6 Stem af tot een geautoriseerde registratielijst beschikbaar is Teamleider Verwanteninformatie Overleg met Hoofd communicatie, teamleider pers- en publieksvoorlichting, teamleider registreren mens en dier Pas wanneer er een geautoriseerde lijst is vanuit het proces registreren van mens en dier, geeft het Hoofd Communicatie opdracht aan de teamleider verwanteninformatie dat informatie aan verwanten verstrekt kan worden. 7 Verstrek inlichtingen over verblijfplaats van personen 8 Besluit opheffing team verwanteninformatie Medewerkers NRK Geautoriseerde lijst van slachtoffers Geregistreerde verwantenvragen Het team verwanteninformatie verstrekt geen enkele informatie over overleden personen. De politie informeert de nabestaanden van overledenen. Inlichtingen worden telefonisch verstrekt (de medewerkers bellen verwanten). Burgemeester / OL Situatierapportage In het RBT/GBT wordt besloten dat het team haar taak heeft uitgevoerd en officieel kan worden gesloten. 9 Ontruiming locatie Medewerkers Besluit opheffing team Zowel ruimtelijk, personeel als qua ICT wordt afgeschaald naar het normale niveau Geïnformeerde verwanten, vragen afgehandeld. Einde proces. De ketenpartners worden geïnformeerd en de informatie wordt voor zover nodig aan hun overgedragen. Situatie is zowel ruimtelijk, personeel als qua ICT weer normaal 26

27 Taken, bevoegdheden, verantwoordelijkheden verwanteninformatie Nr. Activiteit 1 Besluiten tot het starten van het proces verwanteninformatie Besluiten Besluiten 2 Inrichten van de ruimte t.b.v. het team verwanteninformatie Uitvoeren 3 Alarmeer Dienst Verwanteninformatie van het Nederlandse Rode Kruis conform Uitvoeren convenant 4 Instrueren medewerkers NRK bij aankomst Uitvoeren 5 Registreer inkomende vragen Uitvoeren 6 Stem af tot een geautoriseerde registratielijst beschikbaar is Uitvoeren Uitvoeren 7 Verstrek inlichtingen over verblijfplaats van personen Uitvoeren 8 Besluit opheffing actiecentrum opvang Besluiten Besluiten 9 Ontruiming locatie Uitvoeren Uitvoeren Relatie met andere processen: Registreren van Mens en Dier. De Teamleider Verwanteninformatie levert informatie aan van gezochte personen/dieren aan de Teamleider Registreren van Mens en Dier. Het Team Registreren van Mens en Dier heeft de regie op het verzamelen en bundelen van gegevens van getroffenen. Het Team Registreren van Mens en Dier koppelt het resultaat terug aan de Teamleider Verwanteninformatie. Alleen de geverifieerde informatie wordt naar buiten gebracht. Burgemeester OL Hoofd Communicatie Teamleider verwanteninform atie Medewerkers NRK 27

28 Opvang Sitrap Advies coördinator opvang Besluiten start proces opvang op Besluit start proces opvang De OvD BZ kan bij kleinschalige opvang besluiten om niet het gehele deelproces opvang te alarmeren, maar alleen de medewerkers tbv de opvanglocatie. Hiervoor alarmeert hij telefonisch de coördinator opvanglocatie. De coördinator bepaald of de teamleider opvang gealarmeerd moet worden. Alarmeren en instrueren vervoersbedrijf Alarmeren en instrueren opvanglocatie Vaststellen aantal, categorie en verw. Tijdsduur op te vangen mensen en dieren Overzicht op te vangen mensen en dieren Coördinator opvang alarmeert Rode Kruis Convenant NRK geactiveerd Bepalen acties Actieplan opvang Beschikbaar krijgen personeel en middelen Instrueren medewerkers Actie! nee Sitrap Besluit opheffing team ja Ontruimen locatie en informeren ketenpartners Einde proces 28

29 Opvang Doel: Het opvangen, verzorgen en registreren van daklozen, evacués en behandelde gewonden, inclusief dieren, voor de periode dat de getroffenen nog niet naar hun huizen kunnen terugkeren (in beginsel maximaal 36 uur). Taak Wie Input Throughput Output 1 Besluiten tot het starten van het proces opvang. (bij GRIP 3 is dit proces reeds gealarmeerd) 2 Inrichten van de ruimte t.b.v. het team Opvang 3 Vaststellen van het aantal, de categorie en verwachte tijdsduur van de op te vangen personen 4 Vaststellen van het aantal en soort op te vangen dieren. OL (leider CoPI of ROT), Burgemeester (opperbevel) Situatierapportage (mensen / dieren die door een ontstane situatie niet terug kunnen keren naar de eigen (woon)omgeving) Overleggen in resp. het CoPI (a) of het ROT (b) Opdracht verstrekken tot het alarmeren van de bij het proces betrokken medewerkers Teamleider opvang Besluit opstarten proces Opvang Zorgen dat de teamlocatie operationeel is. De benodigde kantoormaterialen liggen klaar OL (leider CoPI of ROT) OL (leider CoPI of ROT) Situatierapportage: Demografische gegevens Gegevens uit de ontruiming / evacuatie Gegevens uit geneeskundige hulpverleningsketen Situatierapportage: gegevens uit de ontruiming / evacuatie Inzichtelijk maken hoeveel personen er opgevangen dienen te worden en specifieke kenmerken helder te krijgen (hulpbehoevenden) Inzichtelijk maken hoeveel en wat voor soort dieren er opgevangen dienen te worden. Besluit om het proces opvang op te starten Zie proces alarmeren Teamlocatie opvang is operationeel Een overzicht van de op te vangen personen indien mogelijk gespecificeerd naar leeftijd, geslacht, hulpbehoefte, religie, afkomst, gezinsverband Een overzicht van op te vangen dieren, gespecificeerd naar aantal en soort 5 Bepalen van de benodigde personele en materiële inzet Teamleider opvang Overzicht en specificatie van de op te vangen mensen en dieren Opvang mensen Benodigde personele inzet: Wie heb ik nodig? Wat moeten ze doen? Waar moeten ze naartoe? Wanneer moeten ze er zijn? Document waarin de te leveren menskracht en materieel weergegeven is. Het inrichten van opvangcentra: inrichting en meubilair; (extra) sanitaire voorzieningen; slaapgelegenheid; opbergplaatsen en eigendommen; telefoon- en faxverbindingen; ontspanningsvoorzieningen; registratiekaarten; legitimatiemiddelen; ruimten en middelen dierenopvang. Opvang dieren het opvangen van gezelschapsdieren met tussenkomt van de Dierenambulance; het opvangen van landbouwdieren met tussenkomst van LTO/EL&I; her inrichten van opvangcentra voor dieren met tussenkomst van de Dierenambulance en LTO/EL&I; er wordt een inventarisatie gemaakt van de 29

30 Taak Wie Input Throughput Output potentiële opvanglocaties (zoals kinderboerderijen) voor dieren en er zijn afspraken gemaakt met de beheerders van die opvanglocaties) het transporteren van dieren met tussenkomst van de Dierenambulance en LTO/EL&I. 6 Bepalen van de acties Teamleider Opvang 7 Beschikbaar krijgen van personeel en middelen Teamleider Opvang Overzicht en specificatie van de op te vangen personen en dieren Inzet menskracht en materieel Contactgegevens externen Opkomstlocatie Aanrijroute Opslaglocaties (middelen) Afleverlocaties (middelen) Onderdelen actieplan: Bepalen prioritaire groepen Mate en duur van verzorging Aanwijzing gebouwen Beveiliging Registratie mensen Registratie dieren Verbindingen / coördinatie In- / externe verhoudingen Communicatielijnen Gezinshereniging (hoe?) Afschermen voor onbevoegden Beveiliging Het alarmeren van: intern personeel (indien nodig) bijstand buurgemeenten Nederlands Rode Kruis Via leveranciers beschikbaar krijgen van de benodigde middelen Actieplan opvang Voldoende menskracht en middelen aanwezig om de taken uit te kunnen voeren. Zie deelproces alarmeren (let op: ook externen!!!) 8 Contact opnemen met NRK voor ondersteuning Teamleider Opvang 9 Instrueren van medewerkers Teamleider Opvang i.s.m. politie en GHOR 10 Instructie medewerkers NRK die op locatie de registratietaken moeten uitvoeren Hoofd opvanglocatie 11 Actie! Medewerkers opvang Actieplan opvang Situatierapportage Actieplan, medewerkers en materieel I.s.m. politie en GHOR Bel de landelijke meldkamer NRK Voor de ondersteuning bij het registratieproces Medewerkers informeren over de situatie en instrueren over de uit te voeren acties Gealarmeerde medewerkers worden geïnformeerd en geïnstrueerd. Alle NRKmedewerkers worden in I-RIS geregistreerd i.v.m. nazorg De coördinator opvanglocatie licht de medewerkers in over de situatie, deelt medewerkers in op een functie / werkplek volgens rooster en geeft daarbij specifieke instructies. De opvanglocatie wordt opengesteld en ingericht. Samen met medewerkers van de GHOR en politie worden mensen (en dieren) opgevangen. Ondersteuning NRK geregeld. Medewerkers en externen zijn geïnstrueerd wat er van hen wordt verwacht Registratiemedewerkers kunnen met hun werkzaamheden beginnen Uitvoering actieplan; mensen en dieren worden opgevangen 12 Besluit opheffing team Burgemeester Situatierapportage In het RBT/GBT wordt besloten dat het team haar Einde proces. De ketenpartners worden 30

31 Taak Wie Input Throughput Output opvang taak heeft uitgevoerd en officieel kan worden geïnformeerd en de informatie wordt gesloten. voor zover nodig aan hun 13 Ontruiming locatie Medewerkers opvang Besluit opheffing team Zowel ruimtelijk, personeel als qua ICT wordt afgeschaald naar het normale niveau overgedragen. Situatie is zowel ruimtelijk, personeel als qua ICT weer normaal Taken, bevoegdheden, verantwoordelijkheden opvang Nr. Activiteit 1 Besluiten tot het starten van het proces opvang Besluiten Besluiten 2 Inrichten van de ruimte t.b.v. het team Opvang Uitvoeren 3 Vaststellen van het aantal, de categorie en verwachte tijdsduur van de op te vangen Uitvoeren personen 4 Vaststellen van het aantal en soort op te vangen dieren. Uitvoeren 5 Bepalen van de benodigde personele en materiële inzet Toetsen Uitvoeren 6 Bepalen van de acties Toetsen Uitvoeren 7 Beschikbaar krijgen van personeel en middelen Uitvoeren 8 Alarmeren NRK voor ondersteuning opvanglocatie Toetsen Uitvoeren 9 Instrueren van medewerkers Uitvoeren 10 Instrueren medewerkers NRK Uitvoeren 11 Actie! Toetsen Uitvoeren 12 Besluit opheffing team opvang Besluiten 13 Ontruiming locatie Uitvoeren Burgemeester OL Hoofd Publieke zorg Teamleider Opvang Medewerker opvang 31

32 Relatie met andere processen: Pers- en publieksvoorlichting (gemeente) zorgt voor informatie in de opvanglocatie; Primaire Levensbehoeften; Verwanteninformatie; Registreren mens en dier; Interventie (afschermen) (politiezorg); Ordehandhaving (ontruimen en evacueren) (politiezorg); Psychosociale hulpverlening (GHOR) voor psychosociale hulpverlening in de opvanglocatie. Aandachtspunten: Voor de registratie van gezelschapsdieren kan de gemeente gebruik maken van de diensten van de Dierenambulance. Voor de registratie van landbouwdieren de gemeente gebruik maken van de diensten van LTO / EL&I. De operationele activiteiten liggen bij de landbouw sectoren zelf, via de Land en Tuinbouw Organisatie (LTO) Nederland. Dit overkoepelend orgaan vertegenwoordigt de belangen van ondernemers op het gebied van landbouw veeteelt en tuinbouw. Kennis over transport en opvang van dieren alsmede de regels en ontheffingen ten aanzien van het evacueren van dieren is in deze organisatie aanwezig. 32

33 33

34 Primaire Levensbehoeften Doel: Het treffen van maatregelen ter verstrekking van voedsel, drinkwater, kleding, medicijnen en (tijdelijke) huisvesting; Het treffen van maatregelen in geval van (collectieve/grootschalige) uitval van nutsvoorzieningen, gas of telecomvoorzieningen. Taak Wie Input Throughput Output 1 Besluiten tot het starten van het proces primaire levensbehoeften OL (leider CoPI of ROT), Burgemeester (opperbevel) Situatierapportage (ontstane behoefte aan primaire levensbehoeften) Overleggen in resp. het CoPI (a) of het ROT (b) (bij GRIP 3 is dit proces reeds gealarmeerd) 2 Inrichten van de ruimte t.b.v. het team primaire levensbehoeften 3 Vaststellen van de vraag naar primaire levensbehoeften voor mens en dier 4 Bepalen van de benodigde personele en materiële inzet Teamleider primaire levensbehoeften OL (leider CoPI of ROT) Teamleider Primaire levensbehoeften Besluit opstarten proces Primaire Levensbehoeften Situatierapportage: Demografische en geografische gegevens Gegevens uit evt. ontruiming/evacuatie Gegevens uit geneeskundige hulpverleningsketen Een overzicht van de aard en hoeveelheid van de primaire levensbehoefte Opdracht verstrekken tot het alarmeren van de bij het proces betrokken medewerkers Zorgen dat de teamlocatie operationeel is. De benodigde kantoormaterialen liggen klaar Op basis van de situatierapportage wordt in het CoPI (GRIP 1) dan wel ROT (v.a. GRIP 2) vastgesteld wat de vraag is naar primaire levensbehoeften. De teamleider primaire levensbehoeften krijgt opdracht hierin te voorzien. Benodigde personele inzet: - wie heb ik nodig? - wat moeten ze doen? - waar moeten ze naartoe? Wanneer moeten ze er zijn? Wat is nodig om mens en dier 36 uur in hun behoeften te voorzien (materiële inzet): Bepalen prioritaire groepen Mate en duur verzorging Voedsel Handgeld Nutsvoorziening Drinkwater Medische zorg Huisvestingcapaciteit Besluit om het proces primaire levensbehoeften op te starten Zie proces alarmeren Teamlocatie primaire levensbehoeften is operationeel Een overzicht van de aard en hoeveelheid van de primaire levensbehoefte. Inzet en distributieplan 34

35 Taak Wie Input Throughput Output Teamleider Primaire Actieplan Primaire levensbehoeften Levensbehoeften 5 Beschikbaar krijgen van personeel en middelen 6 Instrueren van personeel en externen Teamleider Primaire levensbehoeften Actieplan Primaire Levensbehoeften en Inzet- en distributieplan Het alarmeren van: Intern personeel (indien nodig ) bijstand buurgemeente Nederlandse Rode Kruis Via leveranciers beschikbaar krijgen van benodigde middelen. Zo nodig alarmeren van drinkwaterbedrijf, energiebedrijf, Leger des Heils, pastorale zorg, defensie, Stichting Salvage) Het personeel en de opgeroepen externe partners worden geïnformeerd over de situatie en instrueren over de uit te voeren acties Voldoende menskracht en middelen om de taken uit te voeren. Geïnstrueerde medewerkers 7 Actie! Medewerkers primaire levensbehoeften en externe partners Geïnstrueerde medewerkers en externe partners De medewerkers voeren hun taken uit In primaire levensbehoeften wordt voorzien 8 Besluit opheffing team Primaire Levensbehoeften 9 Ontruiming locatie Medewerkers Primaire levensbehoeften Burgemeester Situatierapportage In het GBT/RBT wordt besloten dat het team haar taak heeft uitgevoerd en officieel kan worden gesloten. Besluit opheffing team Zowel ruimtelijk, personeel als qua ICT wordt afgeschaald naar het normale niveau Einde proces. De ketenpartners worden geïnformeerd en de informatie wordt voor zover nodig aan hun overgedragen. Situatie is zowel ruimtelijk, personeel als qua ICT weer normaal 35

36 Taken, bevoegdheden, verantwoordelijkheden Primaire levensbehoeften Nr. Activiteit 1 Besluiten tot het starten van het proces primaire levensbehoeften Besluiten Besluiten 2 Inrichten van de ruimte t.b.v. het team primaire levensbehoeften Uitvoeren 3 Vaststellen van de vraag naar primaire levensbehoeften voor mens en dier Besluiten 4 Bepalen van de benodigde personele en materiële inzet Toetsen Uitvoeren 5 Beschikbaar krijgen van personeel en middelen Toetsen Uitvoeren 6 Instrueren van personeel en externen Uitvoeren 7 Actie! Toetsen Uitvoeren 8 Besluit opheffing team Primaire Levensbehoeften Besluiten 9 Ontruiming locatie Toetsen Uitvoeren Relatie met andere processen: Pers- en publieksvoorlichting; Opvang; Registratie van mens en dier; Psychosociale hulpverlening (GHOR); Bewaken en beveiligen (afschermen) (politiezorg); Nazorg. Burgemeester OL Hoofd Publieke zorg Teamleider primaire levensbehoeften Medewerker primaire levensbehoeften 36

37 Bijzondere uitvaartzorg Sitrap Besluiten start proces bijzondere uitvaartzorg Besluit start proces bijzondere uitvaartzorg Inrichten ruimte t.b.v. uitvaartverzorging Gegevens externe partij Contact opnemen met externe partij(en) Bepalen benodigde inzet (samen met externe partij) Instrueren medewerkers Uitvoeren maatregelen nee Sitrap Besluit opheffing Team ja Ontruimen locatie en informeren ketenpartners Einde proces 37

38 Bijzondere uitvaartzorg Doel: de uitvaart verzorgen van grote aantallen overledenen en het registreren daarvan. De uitvaartbezorging op kleine schaal wordt in eerste instantie zoveel mogelijk aan de nabestaanden overgelaten. De ondersteuning bij dit proces wordt uitbesteed aan een uitvaartorganisatie (bijv. Monuta). Denk hierbij aan ondersteuning bij persvoorlichting, communicatie, taakorganisatie bijzondere uitvaartzorg, de organisatie van herdenkingsdiensten, opvangen van nabestaanden van overledenen, stille tochten, het verzorgen van uitvaarten en zo nodig zorg dragen voor het vervoer en het opbaren ten tijde van de lopende justitiële onderzoeken. In samenwerking met de beoogd convenantpartner is het proces verder uitgewerkt. Taak Wie Input Throughput Output 1 Besluiten tot het starten van het deelproces Uitvaartverzorging Overleggen in GBT dan wel RBT Burgemeester (opperbevel), in overleg met de Regionaal Geneeskundige Functionaris. (bij GRIP 3 is dit proces reeds gealarmeerd) 2 Inrichten van de ruimte t.b.v. Teamleider bijzondere het team bijzondere uitvaartzorg uitvaartzorg 3 Contact opnemen met de Teamleider bijzondere externe partijen waarmee uitvaartzorg afspraken zijn gemaakt. 4 Bepalen welke inzet nodig is Teamleider bijzondere uitvaartzorg in overleg met convenantpartner 5 Instrueren medewerkers team bijzondere uitvaartzorg Teamleider bijzondere uitvaartzorg 6 Uitvoeren maatregelen Medewerkers bijzondere uitvaartzorg Convenantpartner 7 Besluit opheffing team bijzondere uitvaartzorg 8 Ontruiming locatie Medewerkers bijzondere uitvaartzorg Situatierapportage (aantal overledenen, gevaren voor de volksgezondheid, gegevens uit het proces registreren van mens en dier) Besluit opstarten deelproces bijzondere uitvaartzorg Situatierapportage Contactgegevens externe partijen (convenant) Besluit opstarten proces bijzondere uitvaartzorg en de situatierapportage Situatierapportage Inzetbepaling Inzetbepaling Mensen en middelen Opdracht verstrekken tot het alarmeren van de bij het proces betrokken medewerkers Zorgen dat de teamlocatie operationeel is. De benodigde kantoormaterialen liggen klaar De teamleider neemt contact op met Monuta waarmee een convenant is gesloten ( ) De teamleider bijzondere uitvaartzorg en de uitvaartorganisatie bepalen samen welke acties zullen worden uitgevoerd. Medewerkers van de team worden ingelicht over de situatie en de uit te voeren acties Burgemeester Situatierapportage In het RBT/GBT wordt dat de team haar taak heeft uigevoerd en officieel kan worden gesloten Besluit opheffing team Zowel ruimtelijk, personeel als qua ICT wordt afgeschaald naar het normale niveau Besluit om het proces bijzondere uitvaartzorg starten Zie proces alarmeren Teamlocatie bijzondere uitvaartzorg is operationeel Inzet van de externe partij Benodigde inzet is bepaald Geïnstrueerde medewerkers Einde proces. De ketenpartners worden geïnformeerd en de informatie wordt voor zover nodig aan hen overgedragen Situatie is zowel ruimtelijk, personeel als qua ICT weer normaal Taken, bevoegdheden, verantwoordelijkheden bijzondere uitvaartzorg 38

39 Nr. Activiteit Burgemeester 1 Besluiten tot het starten van het deelproces bijzondere uitvaartzorg Besluiten 2 Inrichten van de ruimte t.b.v. het team bijzondere uitvaartzorg Uitvoeren 3 Contact opnemen met de externe partijen waarmee afspraken zijn gemaakt. Uitvoeren 4 Bepalen welke inzet nodig is Toetsen Uitvoeren 5 Instrueren medewerkers team bijzondere uitvaartzorg Uitvoeren 6 Uitvoeren maatregelen Toetsen Uitvoeren 7 Besluit opheffing team bijzondere uitvaartzorg Besluiten 8 Ontruiming locatie Uitvoeren Relatie met andere processen: Pers- en publieksvoorlichting; Verwanteninformatie; Ordehandhaving (handhaven openbare orde, afzetten, ontruimen en evacueren) & Mobiliteit (Politiezorg); Opsporingsexpertise (berging en identificatie) (Politiezorg); Preventie & Netwerken (handhaven openbare orde) (Politiezorg); Publieke gezondheidszorg (infectieziektebestrijding) (GHOR). OL Hoofd Publieke Zorg Teamleider uitvaartverzorgin g Medewerker uitvaartverzorgin g Aandachtspunten Het opstarten van het proces bijzondere uitvaartzorg is niet gebonden aan bepaalde aantallen overledenen. Ook bij het overlijden van een enkel persoon kan het proces bijzondere uitvaartzorg worden opgestart (denk bijvoorbeeld aan het overlijden van Pim Fortuyn). Het is aan de familie van de nabestaanden om een keuze te maken voor een begrafenisondernemer. 39

40 2.4 Verplaatsen mens en dier (VMD) Sitrap Besluiten start proces VMD Besluit start proces VMD Inrichten ruimte t.b.v. team VMD Bepalen acties Actieplan Instrueren medewerkers Gegevens externen, locaties, routes Beschikbaar krijgen vervoersmiddelen / bijstand Actie! Relatie met proces CRIB Sitrap, voorwaarden terugkeer Besluiten tot terugkeer nee Besluit tot terugkeer Bepalen acties m.b.t. repatriëring Repatriëringsplan Instrueren medewerkers Gegevens externen, locaties, routes Beschikbaar krijgen vervoersmiddelen / bijstand Actie! Sitrap Besluiten opheffing actiecentrum nee Ontruiming locatie en informeren ketenpartners Einde proces 40

41 Verplaatsen mens en dier (evacuatie) Doel: personen en dieren van een gevaarlijke naar een veiliger plaats brengen vanwege dreiging of het plaatsvinden van een gevaarlijke gebeurtenis teneinde de mogelijk schadelijke gevolgen van een crisis (of dreiging daarvan) zoveel mogelijk te voorkomen en te beperken. (Ontruiming vindt plaats door de politie) Taak Wie Input Throughput Output 1 Besluiten tot het starten van het proces Verplaatsen van mens en dier Overleggen in resp. het CoPI (a) of het ROT (b) (bij GRIP 3 is dit proces reeds gealarmeerd) 2 Inrichten van de ruimte t.b.v. het team Verplaatsen van mens en dier 3 Bepalen van de benodigde personele en materiële inzet OL (leider CoPI of ROT) Burgemeester (opperbevel) Teamleider vmd Teamleider vmd 4 Instrueren van medewerkers Teamleider vmd in samenwerking met politie en GHOR 5 Beschikbaar krijgen van vervoersmiddelen Teamleider vmd In samenwerking met politie en GHOR Situatierapportage (mensen / dieren die door een ontstane situatie niet terug kunnen keren naar de eigen (woon)omgeving) Besluit opstarten proces Verplaatsen van mens en dier Situatierapportage Copi en ROT omvang van de te evacueren locatie c.q. het gebied aantal te evacueren personen en dieren en de manier van verplaatsen Bepalen van: Verbindingen / coördinatie In- / externe verhoudingen communicatielijnen Registratie Gezinshereniging (hoe?) Afschermen voor onbevoegden Beveiliging Contactgegevens externen Opkomstlocatie Aanrijroute Opslaglocaties (middelen) Afleverlocaties (middelen) Opdracht verstrekken tot het alarmeren van de bij het proces betrokken medewerkers Zorgen dat de teamlocatie operationeel is: (alternatieve) locatie; een voortdurende toegang tot de gemeentelijke basisadministratie; de beschikbaarheid van kaartmateriaal; de technische infrastructuur Verzamelen van gegevens en overleg met andere kolommen: benodigde beschermingsmiddelen voor hulpverleners benodigde personele- en materiële middelen, w.o. begeleidend personeel, vervoerscapaciteit, transportmiddelen Instrueren personeel Bepalen medische zorg Bepalen en voorbereiden verzamelplaatsen Bepalen en voorbereiden evacuatieroutes Bepalen en voorbereiden opvanglocaties Medewerkers informeren over de situatie en instrueren over de uit te voeren acties. (indien nodig) bijstand buurgemeenten regelen beschikbaar krijgen van de benodigde (vervoer)middelen Besluit om het proces Verplaatsen van mens en dier op te starten Zie proces alarmeren Teamlocatie Verplaatsen van mens en dier is operationeel Actieplan verplaatsen mens en dier: Aantal te verplaatsen mensen en dieren Wijze van vervoer Bestemmingen Geïnstrueerde medewerkers gaan naar de opkomstlocatie Voldoende menskracht en (vervoer)middelen aanwezig om de acties uit te kunnen voeren. 41

42 Taak Wie Input Throughput Output Medewerkers vmd Actieplan, menskracht en vervoermiddelen 6 Actie! Uitvoeren evacuatie 7 Besluit tot terugkeer OL (CoPI of ROT) Burgemeester 8 Bepalen van de acties m.b.t. repatriëring 9 Instrueren van medewerkers Teamleider vmd in samenwerking met politie en GHOR 10 Beschikbaar krijgen van vervoersmiddelen Situatierapportage Voorwaarden terugkeer De medewerkers van het team Evacuatie begeleiden de mensen en dieren naar de afgesproken opvanglocatie. Tijdens dit proces zijn medewerkers registreren mens en dier aanwezig om mensen te registreren. De Operationeel Leider (GRIP 2) dan wel het GBT/RBT neemt een besluit dat het betreffende gebied weer wordt vrijgegeven. Teamleider vmd Besluit tot terugkeer Verzamelen van gegevens en overleg met andere kolommen over de begeleiding en hulpmiddelen die nodig zijn om mens en dier terug te laten keren naar de locatie / het gebied Teamleider vmd In samenwerking met politie en GHOR Repatriëringsplan Contactgegevens externen Opkomstlocatie Aanrijroute Opslaglocaties (middelen) Afleverlocaties (middelen) Medewerkers informeren over de situatie en instrueren over de uit te voeren acties. (indien nodig) bijstand buurgemeenten regelen beschikbaar krijgen van de benodigde (vervoer)middelen Alle personen van de locatie c.q. het gebied zijn geëvacueerd. Besluit tot terugkeer Repatriëringplan Geïnstrueerde medewerkers Voldoende menskracht en (vervoer)middelen aanwezig om de acties uit te kunnen voeren. 11 Actie! Uitvoeren repatriëring 12 Besluit tot opheffing actiecentrum vmd Medewerkers vmd Repatriëringsplan, menskracht en vervoermiddelen De medewerkers van het team vmd begeleiden de mensen en dieren terug naar het gebied of de locatie. Burgemeester Situatierapportage In het GBT/RBT wordt besloten dat het actiecentrum haar taak heeft uitgevoerd en officieel kan worden gesloten 13 Ontruiming locatie Medewerkers vmd Besluit tot opheffing team vmd Zowel ruimtelijk, personeel als qua ICT wordt afgeschaald naar het normale niveau Alle personen van de locatie c.q. het gebied zijn gerepatrieerd. Einde proces Ketenpartners worden geïnformeerd en informatie wordt voor zover nodig aan hen overgedragen. Situatie is zowel ruimtelijk, personeel als qua ICT weer normaal 42

43 Nr. Activiteit Burgemeester 1 Besluiten tot het starten van het proces Verplaatsen van mens Besluiten Besluiten en dier 2 Inrichten van de ruimte t.b.v. het team Verplaatsen van mens Uitvoeren en dier 3 Bepalen van de acties Toetsen Uitvoeren 4 Instrueren van medewerkers Uitvoeren 5 Beschikbaar krijgen van vervoersmiddelen Uitvoeren 6 Actie! Uitvoeren evacuatie Toetsen Uitvoeren 7 Besluit tot terugkeer Besluiten Besluiten 8 Bepalen van de acties m.b.t. repatriëring Toetsen Uitvoeren 9 Instrueren van medewerkers Uitvoeren 10 Beschikbaar krijgen van vervoersmiddelen Uitvoeren 11 Actie! Uitvoeren repatriëring Toetsen Uitvoeren 12 Besluit tot opheffing team vmd Besluiten 13 Ontruiming locatie Uitvoeren Relatie met andere processen: Ontruiming (politie); Opvang; Registreren mens en dier; Pers- en publieksvoorlichting; Nazorg. OL Hoofd Publieke zorg Teamleider vmd Medewerker vmd 43

44 Ruimtebeheer Sitrap Besluiten start ruimtebeheer Besluit start proces ruimtebeheer Inrichten ruimte t.b.v. team ruimtebeheer Vaststellen exacte taak gemeente, evt. m.b.v. inzet van derden Bepalen personele en materiële inzet incl. derden Bepalen van de acties Actieplan ruimtebeheer Beschikbaar krijgen personeel en middelen, incl. derden Instrueren medewerkers en derden Actie! nee Sitrap Besluiten opheffing Team ja Ontruimen locatie en informeren ketenpartners Einde proces 44

45 Ruimtebeheer Doel: Tijdens een bijzondere situatie zorg dragen voor het beheer van de openbare ruimte van de gemeente. Activiteiten richten zich op weg, water en ruimte. Taak Wie Input Throughput Output 1 Besluiten tot het opstarten van het proces ruimtebeheer OL (leider CoPI of ROT), burgemeester (opperbevel) (Bij grip 3 is dit proces reeds gealarmeerd) 2 Inrichten van ruimte t.b.v. het team Ruimtebeheer 3 Vaststellen van de exacte taak van de gemeente, evt. uit te voeren met de inzet van derden Teamleider Ruimtebeheer OL (leider CoPI of ROT) Situatierapportage (door een ramp is er schade ontstaan of is er dreiging voor de omgeving) Besluit tot het opstarten van het proces Situatierapportage: Gegevens over de directe locatie en de omgeving Overleggen in resp. het CoPI of het ROT over welke soort van maatregel nodig is, en wat de rol van de gemeente is. De gemeente kan bij onderstaande taken een ondersteunende of bepalende rol hebben. Zorgen dat de teamlocatie operationeel is. De benodigde kantoormaterialen liggen klaar Algemeen Het nemen van maatregelen op het gebied van het beheer van de openbare ruimte van de gemeente. Het betreft taken op het gebied van openbare verlichting, rioleringen, wegen, water, groen, etc. Vaststellen aansprakelijkheid en eigendom (verzekering) Besluit tot het opstarten van het proces Zie ook proces alarmeren Teamlocatie is operationeel Een omschrijving van de exacte taak van de gemeente (wat moet er gebeuren?) 4 Personele en materiële inzet vaststellen en bepalen van de inzet van derden Teamleider Ruimtebeheer -Werkruimten -Werkmateriaal -Vervoer Beschermingmateriaal 5 Bepalen van de acties Teamleider Ruimtebeheer Omschrijving van de taak en de inzet van personeel en materieel Beeldvorming Het in kaart brengen van de gevolgen van het incident in de fysieke leefomgeving om te kunnen bepalen welk maatregelen genomen moeten worden en welke instanties betrokken moeten worden. Het beoordelen van wegen en openbare ruimten. Het beoordelen van de waterstaatkundige staat. Het verzamelen van meldingen van apparatuur (riolerings- en waterpeilsignalering) Vaststellen of terugbrengen in oude staat spoedeisend is Inzicht krijgen in de benodigde inzet van personeel en materiaal: Wie heb ik nodig? Wat moeten ze doen? Waar moeten ze naar toe? Wanneer moeten ze daar zijn? Het vaststellen van de maatregelen die moeten worden uitgevoerd en de inzet van personeel en materieel die daarvoor nodig is Beheer openbare ruimte Het zo nodig afsluiten van riolen, met het oog op het vrijkomen van gevaarlijke stoffen. Het beheren van de openbare ruimte. Het ondersteunen bij het gebruik en/of de afzetting van de openbare ruimte. Waterbeheer Een omschrijving van de inzet van personeel en materiaal (wat hebben we daarvoor nodig?) Actieplan Ruimtebeheer (incl. contactgegevens personeel (en derden), opkomstlocaties, aanrijroutes, werklocaties, contracten met derden voor inzet van extern materieel) 45

46 Taak Wie Input Throughput Output Het nemen van maatregelen die verdere verspreiding van gevaarlijke stoffen, besmetting via stof of door afstromen van (blus)water via riool of oppervlaktewater voorkomen. Het nemen van maatregelen om besmetting en besmette materialen weg te nemen en besmette materialen in te zamelen. Het namen van maatregelen om bodem, waterbodem, water, rioleringssysteem en rioolwaterzuivering te saneren. 6 Beschikbaar krijgen van personeel en middelen, en derden 7 Instrueren van personeel en derden Teamleider Ruimtebeheer Actieplan Ruimtebeheer Het alarmeren van intern personeel, en evt. externe partijen (zoals waterkwaliteitsbeheerders, wegenbeheerders (incl. spoor), waterwegbeheerders, buisleidingeigenaren) Teamleider Ruimtebeheer/ OvD Bevolkingszorg Actieplan Ruimtebeheer 8 Actie! Medewerkers Ruimtebeheer Actieplan, medewerkers en materieel 9 Besluit opheffing actiecentrum Ruimtebeheer Personeel en derden informeren over de situatie en instrueren over de uit te voeren acties. Bepalen van: verbindingen/coördinaten, in-/externe verhoudingen communicatielijnen, materiaal en beschermende middelen (zie bijlagen) Uitvoering van de maatregelen Burgemeester In het RBT/GBT wordt besloten dat het actiecentrum haar taak heeft uitgevoerd en officieel kan worden gesloten. 10 Ontruiming locatie Medewerkers Ruimtebeheer Besluit opheffing actiecentrum Zowel ruimtelijk, personeel als qua ICT wordt afgeschaald naar het normale niveau Voldoende menskracht en middelen aanwezig om de taken uit te kunnen voeren. Zie ook proces alarmeren. Medewerkers en externe partijen weten wat er moet gebeuren Einde proces. De ketenpartners worden geïnformeerd en de informatie wordt voor zover nodig aan hun overgedragen. Situatie is zowel ruimtelijk, personeel als qua ICT weer normaal 46

47 Taken, bevoegdheden, verantwoordelijkheden Ruimtebeheer Nr. Activiteit Burgemeester OvD gemeente / OL Hoofd omgevingszorg Teamleider ruimtebeheer Medewerker ruimtebeheer 1 Besluiten tot het opstarten van het proces ruimtebeheer Besluiten Besluiten 2 Inrichten van ruimte t.b.v. het team ruimtebeheer Uitvoeren 3 Vaststellen van de exacte taak van de gemeente, evt. uit te voeren met Toetsen Uitvoeren de inzet van derden 4 Personele en materiële inzet vaststellen en bepalen van de inzet van Toetsen Uitvoeren derden 5 Bepalen van de acties Toetsen Uitvoeren 6 Beschikbaar krijgen van personeel en middelen, en derden Uitvoeren 7 Instrueren van personeel en derden Uitvoeren 8 Actie! Toetsen Uitvoeren 9 Besluit opheffing actiecentrum ruimtebeheer Besluiten 10 Ontruiming locatie Uitvoeren Relatie met andere processen: Pers- en publieksvoorlichting: informatie wordt aangeleverd van de situatie in de leefomgeving, de genomen maatregelen en geplande activiteiten, aanwijzingen over zelf te nemen maatregelen, ter communicatie met bevolking en bedrijven, maar ook ziekenhuizen en huisartsen; Bouwbeheer (transportleidingen voor gas, drinkwater, elektriciteit en riolering moeten hersteld zijn voor huizen en gebouwen weer aangesloten kunnen worden; Mobiliteit (verkeer regelen, begidsen, afzetten) (Politiezorg): het beschikbaar maken en houden van de infrastructuur voor evacuatie en transport; Ordehandhaving (verplaatsen mens en dier) (Politiezorg): afstemming met politie is nodig om prioriteit van herstelwerk te kunnen vaststellen); Ontsmetting (Brandweer): ontsmettingsactiviteiten van brandweer (ondersteund door aannemers of leger) kunnen noodzakelijk zijn voordag infrastructuur weer beschikbaar komt; Opvang; Registratie van schade (CRAS). 47

48 Milieubeheer Sitrap Besluiten start miliieubeheer Besluit start proces Milieubeheer Inrichten ruimte t.b.v. team milieubeheer Vaststellen exacte taak gemeente, evt. m.b.v. inzet van derden Bepalen personele en materiële inzet incl. derden Bepalen van de acties Actieplan milieubeheer Beschikbaar krijgen personeel en middelen, incl. derden Instrueren medewerkers en derden Actie! nee Sitrap Besluiten opheffing team ja Ontruimen locatie en informeren ketenpartners Einde proces 48

49 Milieubeheer Doel: zorg voor de handhaving van de kwaliteit, danwel herstel van het milieu of de leefomgeving en inzamelen van besmette of verdachte waren om (verdere) verspreiding te voorkomen. Taak Wie Input Throughput Output OL (leider CoPI of ROT), Overleggen in resp. het CoPI of het ROT over welke soort van maatregel burgemeester nodig is, en wat de rol van de gemeente is. De gemeente kan bij (opperbevel) onderstaande taken een ondersteunende of bepalende rol hebben. 1 Besluiten tot het opstarten van het proces milieubeheer (Bij grip 3 is dit proces reeds gealarmeerd) 2 Inrichten van ruimte t.b.v. het team milieubeheer 3 Vaststellen van de exacte taak van de gemeente, evt. uit te voeren met de inzet van derden 4 Personele en materiële inzet vaststellen en bepalen van de inzet van derden Teamleider Milieubeheer OL (leider CoPI of ROT) Teamleider Milieubeheer Situatierapportage (door een ramp is er schade ontstaan of is er dreiging voor de omgeving) Besluit tot het opstarten van het proces Situatierapportage: Gegevens over de directe locatie en de omgeving -Werkruimten -Werkmateriaal -Vervoer Beschermingmateriaal Zorgen dat de teamlocatie operationeel is. De benodigde kantoormaterialen liggen klaar. Algemeen Het nemen van maatregelen met als doel het milieu te beschermen. Hieronder vallen niet alleen toezichts- en handhavingstaken, maar ook afvaltaken (waaronder het inzamelen van besmette waren) en taken op het gebied van de Wet Bodembescherming en de Wet Luchtkwaliteit. Vaststellen aansprakelijkheid en eigendom (verzekering). Beeldvorming Het in kaart brengen van de gevolgen van het incident in de fysieke leefomgeving om te kunnen bepalen welke maatregelen genomen moeten worden en welke instanties betrokken moeten worden Het meten van verspreiding van gevaarlijke stoffen en het bepalen van besmetting door brandweer en milieudienst (?) en politie (oog- en oorfunctie). Het verzamelen van signalen van de bevolking in samenwerking met meldkamer en milieudienst. Vaststellen of inzamelen van besmette of verdachte waren spoedeisend is (kan bijv. afhangen van de weersomstandigheden) Inzicht krijgen in de benodigde inzet van personeel en materiaal: Wie heb ik nodig? Wat moeten ze doen? Waar moeten ze naar toe? Wanneer moeten ze daar zijn? Besluit tot het opstarten van het proces Zie ook proces alarmeren Teamlocatie is operationeel Een omschrijving van de exacte taak van de gemeente (wat moet er gebeuren?) Een omschrijving van de inzet van personeel en materiaal (wat hebben we daarvoor nodig?) 5 Bepalen van de acties Teamleider Milieubeheer Omschrijving van de taak en de inzet van personeel en materieel Het vaststellen van de maatregelen die moeten worden uitgevoerd en de inzet van personeel en materieel die daarvoor nodig is. Bedrijven Het geven van aanwijzingen aan bedrijven om de effecten van incidenten te verminderen en de gevolgen van incidenten zo goed mogelijk af te handelen. Het toetsen van de geschiktheid van maatregelen en de wijze van verwerken van afvalstromen. Het inzamelen van besmette waren waar geen speciale persoonlijke bescherming en/of opleiding voor nodig is. Actieplan Milieubeheer (incl. contactgegevens personeel (en derden), opkomstlocaties, aanrijroutes, werklocaties, contracten met derden voor inzet van extern materieel) 49

50 Taak Wie Input Throughput Output Het in kaart brengen van de besmetting. Het opstellen van een plan voor het inzamelen van besmette waren. Het gericht in beslag nemen van besmette waren met tussenkomst van de Inspectie Gezondheidsbescherming. Geven van informatie aan communicatie omtrent het handelingsperspectief voor de bedrijven. Burgers Het benoemen van inzamelpunten voor besmette waren, indien beoordeeld is dat de burger deze zelf in mag leveren. Het geven van informatie aan het team Pers- en Publieksvoorlichting omtrent het handelingsperspectief van de burger. 6 Beschikbaar krijgen van personeel en middelen Teamleider Milieubeheer Actieplan Milieubeheer Het alarmeren van intern personeel, en evt. externe partijen (waterschappen, Rijkswaterstaat, bedrijven, toezichthouders (VROM inspectie, VWA), gebouwbeheerders, leveranciers nutsvoorzieningen, etc.) Voldoende menskracht en middelen aanwezig om de taken uit te kunnen voeren. 7 Instrueren van personeel en derden Teamleider Milieubeheer/ OvD Bevolkingszorg 8 Actie! Medewerkers milieubeheer 9 Besluit opheffing actiecentrum milieubeheer 10 Ontruiming locatie Medewerkers Milieubeheer Actieplan Milieubeheer Personeel en derden informeren over de situatie en instrueren over de uit te voeren acties. Bepalen van: verbindingen/coördinaten, in-/externe verhoudingen, communicatielijnen, materiaal en beschermende middelen Uitvoering van de maatregelen. Veel gemeenten werken met ingehuurde capaciteit van de Milieu Advies Dienst. Actieplan, medewerkers en materieel Burgemeester In het RBT/GBT wordt besloten dat het actiecentrum haar taak heeft uitgevoerd en officieel kan worden gesloten. Besluit opheffing team Zowel ruimtelijk, personeel als qua ICT wordt afgeschaald naar het normale niveau Medewerkers en externe partijen weten wat er moet gebeuren Einde proces. De ketenpartners worden geïnformeerd en de informatie wordt voor zover nodig aan hun overgedragen. Situatie is zowel ruimtelijk, personeel als qua ICT weer normaal 50

51 Taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden milieubeheer Nr. Activiteit Burgemeester OvD gemeente / OL Hoofd omgevingszorg Teamleider milieubeheer Medewerker milieubeheer 1 Besluiten tot het opstarten van het proces milieubeheer Besluiten Besluiten 2 Inrichten van ruimte t.b.v. het team milieubeheer Uitvoeren 3 Vaststellen van de exacte taak van de gemeente, evt. uit te voeren met Toetsen Uitvoeren de inzet van derden 4 Personele en materiële inzet vaststellen en bepalen van de inzet van Toetsen Uitvoeren derden 5 Bepalen van de acties Toetsen Uitvoeren 6 Beschikbaar krijgen van personeel en middelen, en derden Uitvoeren 7 Instrueren van personeel en derden Uitvoeren 8 Actie! Toetsen Uitvoeren 9 Besluit opheffing actiecentrum milieubeheer Besluiten 10 Ontruiming locatie Uitvoeren Relatie met andere processen: Pers- en publieksvoorlichting: informatie wordt aangeleverd van de situatie in de leefomgeving, de genomen maatregelen en geplande activiteiten, aanwijzingen over zelf te nemen maatregelen, ter communicatie met bevolking en bedrijven, maar ook ziekenhuizen en huisartsen; Informatiemanagement (waarnemen en meten) (Brandweer): kaartmateriaal, eigen verzamelde waarnemingen en meetgegevens worden uitgewisseld ter ondersteuning van de inschatting van acute dreigingen en direct noodzakelijke maatregelen; Ontsmetten (Brandweer): reinigen van mens, dier, voertuig of infrastructuur; Opsporing (strafrechtelijk onderzoek) (Politiezorg); Waterkwaliteitsbeheer (Waterbeheer en Scheepvaartzorg) (Waterschap); Opvang; Registratie van schade (CRAS). 51

52 Bouwbeheer Sitrap Besluiten start bouwbeheer Besluit start proces bouwbeheer Inrichten ruimte t.b.v. team bouwbeheer Vaststellen exacte taak gemeente, evt. m.b.v. inzet van derden Bepalen personele en materiële inzet incl. derden Bepalen van de acties Actieplan bouwbeheer Beschikbaar krijgen personeel en middelen, incl. derden Instrueren medewerkers en derden Actie! nee Sitrap Besluiten opheffing team ja Ontruimen locatie en informeren ketenpartners Einde proces 52

53 Bouwbeheer Doel: het waarborgen van een veilige en gezonde bebouwde omgeving. Taak Wie Input Throughput Output 1 Besluiten tot het opstarten van het proces Bouwbeheer OL (leider CoPI of ROT), burgemeester (opperbevel) (Bij grip 3 is dit proces reeds gealarmeerd) 2 Inrichten van ruimte t.b.v. het team bouwbeheer 3 Vaststellen van de exacte taak van de gemeente, evt. uit te voeren met de inzet van derden Teamleider Bouwbeheer OL (leider CoPI of ROT) Situatierapportage (door een ramp is er schade ontstaan of is er dreiging voor de omgeving) Besluit tot het opstarten van het proces Situatierapportage: Gegevens over de directe locatie en de omgeving Overleggen in resp. het CoPI of het ROT over welke soort van maatregel nodig is, en wat de rol van de gemeente is. De gemeente kan bij onderstaande taken een ondersteunende of bepalende rol hebben. Zorgen dat de teamlocatie operationeel is. De benodigde kantoormaterialen liggen klaar Algemeen Het nemen van maatregelen op het gebied van het beheer van gebouwen. Het gaat hierbij om toezichts- en handhavingstaken op het gebied van bouwregelgeving, maar ook het beheer van monumenten, cultureel erfgoed, openbare gebouwen, kunstwerken, kostbare goederen, e.d. Het behartigen van de belangen van de gemeente als eigenaar van bouwwerken die schade hebben opgelopen of voor opvang of herstelwerk noodzakelijk zijn. Vaststellen aansprakelijkheid en eigendom (verzekering) Besluit tot het opstarten van het proces Zie ook proces alarmeren Teamlocatie is operationeel Een omschrijving van de exacte taak van de gemeente (wat moet er gebeuren?) 4 Personele en materiële inzet vaststellen en bepalen van de inzet van derden Teamleider Bouwbeheer -Werkruimten -Werkmateriaal -Vervoer Beschermingmateriaal 5 Bepalen van de acties Teamleider Bouwbeheer Omschrijving van de taak en de inzet van personeel en materieel Beeldvorming Het in kaart brengen van de gevolgen van het incident in de fysieke leefomgeving om te kunnen bepalen welke maatregelen genomen moeten worden en welke instanties erbij betrokken moeten worden. Beoordelen van bouwkundige staat bouwwerken. Inzicht krijgen in de benodigde inzet van personeel en materiaal: Wie heb ik nodig? Wat moeten ze doen? Waar moeten ze naar toe? Wanneer moeten ze daar zijn? Het vaststellen van de maatregelen die moeten worden uitgevoerd en de inzet van personeel en materieel die daarvoor nodig is. Het verzorgen van noodmaatregelen om gevaarlijke situaties aan bouwwerken aan te pakken of verdergaande schade te voorkomen (noodsloop, stutten). Het nemen van maatregelen voor Een omschrijving van de inzet van personeel en materiaal (wat hebben we daarvoor nodig?) Actieplan Bouwbeheer (incl. contactgegevens personeel (en derden), opkomstlocaties, aanrijroutes, werklocaties, contracten met derden voor inzet van extern materieel) 53

54 Taak Wie Input Throughput Output monumenten of cultureel erfgoed. Het veiligstellen en herstellen van distributienetten voor nutsvoorzieningen en communicatie. Het afzetten van de nabije omgeving zodat toegang niet meer mogelijk is Bewaking 6 Beschikbaar krijgen van personeel en middelen, en derden Teamleider Bouwbeheer Actieplan Bouwbeheer Het alarmeren van intern personeel, en evt. externe partijen (nutsbedrijven, slopers en aannemers, defensie) Voldoende menskracht en middelen aanwezig om de taken uit te kunnen voeren. 7 Instrueren van personeel en derden Teamleider Bouwbeheer/ OvD Bevolkingszorg 8 Actie! Medewerkers Bouwbeheer 9 Besluit opheffing actiecentrum Bouwbeheer 10 Ontruiming locatie Medewerkers Bouwbeheer Actieplan Bouwbeheer Personeel en derden informeren over de situatie en instrueren over de uit te voeren acties. Bepalen van: verbindingen/coördinaten, in- /externe verhoudingen, communicatielijnen, materiaal en beschermende middelen Uitvoering van de maatregelen Actieplan, medewerkers en materieel Burgemeester In het RBT/GBT wordt besloten dat het actiecentrum haar taak heeft uitgevoerd en officieel kan worden gesloten. Besluit opheffing team Zowel ruimtelijk, personeel als qua ICT wordt afgeschaald naar het normale niveau Zie ook proces alarmeren. Medewerkers en externe partijen weten wat er moet gebeuren Einde proces. De ketenpartners worden geïnformeerd en de informatie wordt voor zover nodig aan hun overgedragen. Situatie is zowel ruimtelijk, personeel als qua ICT weer normaal Taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden bouwbeheer 54

55 Nr. Activiteit Burgemeester OvD gemeente / OL Hoofd omgevingszorg Teamleider bouwbeheer Medewerker bouwbeheer 1 Besluiten tot het opstarten van het proces bouwbeheer Besluiten Besluiten 2 Inrichten van ruimte t.b.v. het team bouwbeheer Uitvoeren 3 Vaststellen van de exacte taak van de gemeente, evt. uit te voeren met Toetsen Uitvoeren de inzet van derden 4 Personele en materiële inzet vaststellen en bepalen van de inzet van Toetsen Uitvoeren derden 5 Bepalen van de acties Toetsen Uitvoeren 6 Beschikbaar krijgen van personeel en middelen, en derden Uitvoeren 7 Instrueren van personeel en derden Uitvoeren 8 Actie! Toetsen Uitvoeren 9 Besluit opheffing team bouwbeheer Besluiten 10 Ontruiming locatie Uitvoeren Relatie met andere processen Pers- en publieksvoorlichting: informatie wordt aangeleverd van de situatie in de leefomgeving, de genomen maatregelen en geplande activiteiten, aanwijzingen over zelf te nemen maatregelen, ter communicatie met bevolking en bedrijven, maar ook ziekenhuizen en huisartsen; Ruimtebeheer (afzetten van niet begaanbaar gebied); Milieubeheer (advisering m.b.t. gevaarlijke stoffen); Bron en emissiebestrijding (Brandweer); Ordehandhaving (ontruimen en evacueren, afzetten, handhaven openbare orde) (Politiezorg); Bewaken beveiligen (afschermen) (Politiezorg): afschermen en bewaken rampterrein; Registratie van schade (CRAS); Opvang. 55

56 Interne communicatie en verslaglegging SITRAP Besluit tot starten proces Starten proces Inrichten ruimte tbv team interne communicatie & verslaglegging Bepalen benodigd personeel en materiaal Overzicht mensen en materieel Bepalen van de acties Actieplan Beschikbaar krijgen van personeel en middelen Instrueren medewerkers Actie! SITRAP Besluit Ontruimen locatie Einde proces 56

57 Interne communicatie en verslaglegging Doel: Het vastleggen van gegevens om inzicht te krijgen in de stand van zaken tijdens de bestrijdingsfase en tijdens de nafase van een crisis. De gegevens dienen ook als informatiebron voor het opstellen van de evaluatie. Ervoor zorgen dat bescheiden die nodig zijn voor het maken van een reconstructie van de oorzaken, toedracht en bestrijden van de ramp, intern beschikbaar gesteld kunnen worden. De doelgroep voor het intern verspreiden van de informatie zijn alle teams van de bij de bestrijding betrokken processen. Taak Wie Input Throughput Output 1 Besluiten tot het starten van het proces interne communicatie en verslaglegging. OL (leider CoPI of ROT), Burgemeester (opperbevel) Situatierapportage Overleggen in resp. het CoPI (a) of het ROT (b) Opdracht verstrekken tot het alarmeren van de bij het proces betrokken medewerkers Besluit om het proces interne communicatie en verslaglegging te starten. Zie proces alarmeren (bij GRIP 3 is dit proces reeds gealarmeerd) 2 Inrichten van de ruimte t.b.v. het team Interne communicatie en verslaglegging. 3 Bepalen van de benodigde personele en materiële inzet. Teamleider interne communicatie en verslaglegging. Teamleider interne communicate en verslaglegging. 4 Bepalen van de acties Teamleider Interne communicatie en verslaglegging 5 Beschikbaar krijgen van personeel en middelen Teamleider Interne communicatie en verslaglegging Besluit opstarten proces Interne communicatie en verslaglegging Werkruimte, werkmateriaal. Omschrijven van de taak en inzet van personeel en materiaal. Actieplan interne communicatie en verslaglegging Zorgen dat de teamlocatie operationeel is. De benodigde kantoormaterialen liggen klaar Inzicht in welke mensen nodig zijn, voor welke taken. Beschrijven van acties om verslagen te maken en te vertalen naar interne communicatieboodschappen. Beschrijven welke informatie nodig is, waar het vandaan komt maar ook waar het naar toe moet. Het moet duidelijk zijn op welke locatie en op welk moment de informatie verzamelt en verspreid kan worden. Het alarmeren van: intern personeel (indien nodig) bijstand buurgemeenten Teamlocatie interne communicatie en verslaglegging is operationeel Omschrijving van de inzet van personeel en materiaal. (wat hebben we daarvoor nodig). Actieplan interne communicatie en verslaglegging Voldoende menskracht en middelen aanwezig om de taken uit te kunnen voeren. 6 Instrueren van medewerkers Teamleider Interne communicatie en verslaglegging 7 Actie! Medewerkers interne communicatie en verslaglegging 8 Besluit opheffing actiecentrum interne communicatie en verslaglegging Actieplan interne communicatie en verslaglegging Actieplan, medewerkers en materieel Medewerkers informeren over de situatie en instrueren over de uit te voeren acties De interne communicatie en verslaglegginglocatie uitgevoerd. Burgemeester Situatierapportage In het RBT/GBT wordt besloten dat het team haar taak heeft uitgevoerd en officieel kan worden gesloten. Medewerkers zijn geïnstrueerd wat er van hen wordt verwacht. Uitvoering actieplan. Einde proces. 9 Ontruiming locatie Medewerkers Besluit opheffing actiecentrum Zowel ruimtelijk, personeel als qua ICT wordt Situatie is zowel ruimtelijk, personeel 57

58 Taak Wie Input Throughput Output interne communicatie en verslaglegging afgeschaald naar het normale niveau als qua ICT weer normaal Taken, bevoegdheden, verantwoordelijkheden interne communicatie en verslaglegging Nr. Activiteit Burgemeester OL Hoofd Informatie Teamleider Interne communicatie en verslaglegging Medewerker interne communicatie en verslaglegging 1 Besluiten tot het starten van het proces interne communicatie en verslaglegging. Besluiten Besluiten 2 Inrichten van de ruimte t.b.v. het team Interne communicatie en verslaglegging. Uitvoeren 3 Bepalen van de benodigde personele en materiele inzet. Uitvoeren 4 Bepalen van de acties. Uitvoeren 5 Beschikbaar krijgen van personeel en middelen. Uitvoeren 6 Instrueren van medewerkers. Uitvoeren 7 Actie! Toetsen Uitvoeren 8 Besluit opheffing team interne communicatie en verslaglegging. Besluit 9 Ontruiming locatie. Uitvoeren Relatie met andere processen: Team Bevolkingszorg: Alle gebundelde informatie komt via de vergaderingen van het team bevolkingszorg beschikbaar. Het team interne communicatie en verslaglegging stuurt dit door naar de interne collega s. 58

59 Registreren van mens en dier Sitrap Besluiten start proces registreren van mens en dier Besluit start proces registreren van mens en dier Voorbereiding doorzetten registreren mens en dier Teamlocatie, inzet NRK, dierenambu, LTO/LNV, etc. Inrichten ruimte t.b.v. team registreren van mens en dier Alarmeren NRK I-RIS operationeel Actie! Opvang GHOR Politie Verwantenvragen Verzamelen gegevens over getroffenen, vult waar nodig informatie aan en verstrekt de informatie Beoordelen kwaliteit, volledigheid registratilijst Informeren ROT, GBT/RBT Fiatteren en vrijgeven lijsten persoonsgeg. ja Processen communicatie Sitrap Alle van belang zijnde gegevens van getroffenen van een crisis zijn verzameld, aangevuld en verstrekt aan het bevoegd gezag, de verwanteninformatie en de nazorg. Besluiten opheffing team ja Ontruimen locatie en informeren ketenpartners Einde proces 59

60 Registreren van mens en dier Doel: Het Team Registreren van mens en dier is verantwoordelijk voor het verzamelen van gegevens over getroffenen van een incident en deze informatie verwerken in een centraal (digitaal) systeem en waar nodig aanvullen op basis van de gemeentelijke basisadministratie. De verzamelde informatie verstrekken aan het bevoegd gezag, de verwanteninformatie en de nazorg. De burgemeester beslist over het vrijgeven van informatie over de verblijfplaats en het lot van betrokken personen aan belanghebbenden; het team communicatie verstrekt de door de burgemeester vrijgegeven informatie. Taak Wie Input Throughput Output 1 Besluiten tot het starten van het proces registreren van mens en dier OL (leider CoPI of ROT), Burgemeester (opperbevel) Situatierapportage (slachtoffers en getroffenen) Overleggen in resp. het CoPI (a) of het ROT (b) (bij GRIP 3 is dit proces reeds gealarmeerd) 2 Voorbereiding doorzetten registreren van mens en dier - proces 3 Inrichten van de ruimte t.b.v. het team registreren van mens en dier 4 Gereed maken ruimte team registreren van mens en dier voor het werken met I-RIS Teamleider registreren van mens en dier Medewerker registreren van mens en dier Medewerker registreren van mens en dier 5 Actie! Teamleider registreren van mens en dier 6 Verzamelen en bundelen van gegevens van alle bij het incident betrokken personen die naar een opvanglocatie gaan of worden gebracht of Medewerkers registreren van mens en dier (incl. NRK) in samenwerking met GHOR, Politie, KMar Besluit opstarten proces registreren van mens en dier Besluit opstarten proces registreren van mens en dier Besluit opstarten proces registreren van mens en dier Afhankelijk van het type incident: passagierslijst, gastenlijst, GBA gegevens, aanwezige personen Opdracht verstrekken tot het alarmeren van de bij het proces betrokken medewerkers De teamleider registreren van mens en dier onderneemt de volgende acties: - neemt contact op met het hoofd Informatie - Bel de Landelijke Meldkamer NRK ( ) Verkrijg de IRIS-code! - bepaalt de noodzaak van het alarmeren van andere gemeentelijke hoofden registreren van mens en dier i.v.m. de continuïteit - bepaal de noodzaak van het alarmeren van de dierenambulance dan wel LTO/LNV voor het registreren van dieren. De registreren van mens en dier -locatie wordt direct gereed gemaakt en ingericht. De benodigde registreren van mens en dier hulpmiddelen liggen klaar. De teamleider laat de voor registreren van mens en dier aangewezen werkplekken ontruimen, herprogrammeert de gemeentelijke firewalls indien nodig, zodat I-RIS bereikbaar is voor registreren van mens en dier - medewerkers en maakt pc's en netwerk gereed voor gebruik voor registreren van mens en dier. Teamleider laat werking I-RIS checken (en/of I-RIS Lite) en werking GBA-poort (indien nodig). Hij gebruikt hierbij de checklist die door het NRK ter beschikking wordt gesteld. De teamleider registreren van mens en dier licht het Hoofd Informatie in dat het team registreren van mens en dier operationeel is. - NAW gegevens ongedeerde en lichtgewonden in de opvanglocatie. - Ongedeerde en lichtgewonden die de opvanglocatie hebben verlaten worden via communicatie actief gevraagd hun NAW gegevens te laten registreren. Besluit om het proces registreren van mens en dier op te starten Zie proces alarmeren De plaats van de teamlocatie registreren van mens en dier is bepaald en beoordeeld is of ondersteuning van het team noodzakelijk is Teamlocatie registreren van mens en dier is operationeel Het I-RIS systeem is operationeel. Medewerkers registreren van mens en dier beginnen met hun werkzaamheden De formulieren zijn compleet ingevuld. 60

61 Taak Wie Input Throughput Output naar huis gaan, incl. de door GHOR, Politie en OM aangeleverde gegevens - Zwaargewonden de GHOR levert informatie ten behoeve van verwanteninformatie. - Dodelijke slachtoffers de Politie levert informatie. 7 Verzamelen en invoeren van de registratieformulieren 8 Beoordelen van de kwaliteit en volledigheid van de registratielijst van slachtoffers (versie x) Medewerker registreren van mens en dier Ingevulde formulieren Verwanten worden geïnformeerd door de politie. Een medewerker registreren van mens en dier verwerkt de ingevulde formulieren in I-RIS en zorgt dat er een registratielijst wordt uitgedraaid. Hoofd Informatie Registratielijst De teamleider registreren van mens en dier controleert / verifieert de registratielijst en informeert het Hoofd Informatie die eindverantwoordelijk is. Het hoofd Informatie beoordeelt de lijst op kwaliteit en volledigheid. Voortdurend verschijnen nieuwe versies. 9 Vastleggen verwantenvragen NRK verwantentelefoon Binnenkomende vragen via direct contact, telefoon, e- mail of brief. 10 Informeren ROT, GBT/RBT (versie x) 11 Fiatteren en vrijgeven van de lijsten van persoonsgegevens 12 Besluit opheffing team registreren van mens en dier Hoofd Informatie GBT dan wel RBT 13 Ontruiming locatie Medewerkers registreren van mens en dier Gecontroleerde registratielijst en overzicht Geautoriseerde lijst van slachtoffers Registreren van de verwantenvragen ten behoeve van matching met registratielijst slachtoffers De Leider Team Bevolkingszorg informeert het ROT. De Operationeel Leider van het ROT informeert het GBT dan wel RBT. Het GBT dan wel het RBT beslist welke instanties de geautoriseerde registratielijst ontvangen en fiatteert de vrij te geven lijsten. Het vrijgeven van geslaagde matches (zoeker vindt de gezochte) vindt plaats aan de hand van het privacy reglement registreren van mens en dier (zie persoonsgegevens). Burgemeester In het RBT/GBT wordt besloten dat het team haar taak heeft uitgevoerd en officieel kan worden gesloten. Besluit opheffing team registreren van mens en dier Zowel ruimtelijk, personeel als qua ICT wordt afgeschaald naar het normale niveau Registratielijst / op verzoek een overzicht van gegevens Gecontroleerde registratielijst, i.c. een situatierapportage van het IRIS-systeem Overzicht van de door verwanten en andere personen (bijv. pers) gestelde vragen over slachtoffers De bestuurlijke en operationele leiding van de crisisorganisatie is geïnformeerd over de lijst van slachtoffers. Besluit m.b.t. het vrijgegeven van de registratielijst van slachtoffers en gewonden (moment en wijze waarop) Opdracht aan OL om verwanten te (laten) infomeren via Verwantentelefoon. Hoofd Communicatie geeft hiertoe opdracht. Einde proces. De ketenpartners worden geïnformeerd en de informatie wordt voor zover nodig aan hun overgedragen. Situatie is zowel ruimtelijk, personeel als qua ICT weer normaal 61

62 Taken, bevoegdheden, verantwoordelijkheden registreren van mens en dier Nr. Activiteit 1 Besluiten tot het starten van het deelproces registreren van mens en dier Besluiten Besluiten 2 Voorbereiding doorzetten registreren van mens en dier -proces Toetsen Uitvoeren Verkrijg de IRIS code via de Landelijke Meldkamer NRK ( ) 3 Inrichten van de ruimte t.b.v. het team registreren van mens en dier Uitvoeren 4 Gereed maken locatie registreren van mens en dier voor het werken met I-RIS Uitvoeren 5 Actie! Toetsen Uitvoeren 6 Verzamelen van gegevens van alle bij het incident betrokken personen die naar een Toetsen Uitvoeren opvanglocatie gaan of worden gebracht of naar huis gaan, incl. de door GHOR, Politie en OM aangeleverde gegevens 7 Verzamelen en invoeren van de registratieformulieren Toetsen Uitvoeren 8 Beoordelen van de kwaliteit en volledigheid van de registratielijst van slachtoffers (versie x) Toetsen Uitvoeren 9 Vastleggen verwantenvragen Uitvoeren 10 Matchen van de slachtoffergegevens met de vastgelegde verwantenvragen Toetsen Uitvoeren 11 Informeren ROT, GBT/RBT (versie x) Uitvoeren 12 Fiatteren en vrijgeven van de lijsten van persoonsgegevens Besluiten 13 Besluit opheffing team registreren van mens en dier Besluiten 14 Ontruiming locatie Uitvoeren Relatie met andere processen Verwanteninformatie: aanleveren van gegevens van de geregistreerde mensen en dieren; Opvang: registreren van mensen en dieren die worden opgevangen; Opsporingsexpertise (berging en identificatie) en Ordehandhaving (ontruimen evacueren) (Politiezorg): registreren van geëvacueerde mensen, overledenen en dieren. Aandachtspunten: Het deelproces Registreren van Mens en Dier is zeer nauw verbonden met het deelproces Verwanteninformatie. Het Team Registreren van Mens en Dier levert na goedkeuring door het bevoegd gezag geverifieerde informatie aan de Teamleider Verwanteninformatie. Aan de hand van de geverifieerde informatie verstrekt het Team Verwanteninformatie informatie aan de verwanten van slachtoffers, betrokkenen en mensen en dieren die worden opgevangen. Burgemeester OL Hoofd Informatie Teamleider registreren van mens en dier Medewerker registreren van mens en dier 62

63 Registreren van schade (CRAS) Sitrap Besluiten start proces CRAS Besluit start proces CRAS Inrichten ruimte t.b.v. team CRAS Overleg met Stichting Salvage Beschikbaar stellen formulieren en brochures Actie! Geregistreerde schademelding; Dossier voor elke melding Vastleggen beeld van totale materiële schade Rapportage totale materiële schade Sitrap Besluiten opheffing Team ja Ontruimen locatie en informeren ketenpartners Einde proces 63

64 Registeren van schade (CRAS) Doel:Het verkrijgen van inzicht in de totale omvang van de schade; Registratie en coördinatie van schademeldingen Taak Wie Wat heb je nodig? Wat gaan we doen? Wat is het resultaat? 1 Besluiten tot het opstarten van het proces CRAS Situatie rapportage Overleggen in resp. het CoPI (a) of het ROT (b) (bij GRIP 3 is dit proces reeds gealarmeerd) 2 Inrichten van de ruimte t.b.v. het team CRAS 3 Overleg voeren met Stichting Salvage en het Verbond van Verzekeraars 4 Beschikbaar stellen van schaderegistratie-formulieren en brochure schaderegistratie na een ramp 5 Actie Verzamelen en registreren van ingevulde schaderegistratie-formulieren OL (leider CoPI of ROT), Burgemeester (opperbevel) Opdracht verstrekken tot het alarmeren van de bij het proces betrokken medewerkers Teamleider CRAS Besluit opstarten proces CRAS Zorgen dat de teamlocatie operationeel is. De benodigde kantoormaterialen liggen klaar. Teamleider CRAS bij Situatie rapportage De teamleider/ het hoofd overlegt met stichting GRIP 1 Salvage en het Verbond van Verzekeraars over de Hoofd Informatie vanaf te nemen maatregelen. GRIP 2 Schade kan worden gemeld bij Salvage, de verzekeraar of de gemeente. Alle schade wordt geregistreerd en informatie moet worden gedeeld. N.B. Er kan een operationeel team van het Verbond van Verzekeraars ter plaatse aanwezig zijn Medewerkers CRAS Formulieren en brochures Een aantal gedupeerden zal schade melden bij de gemeente. Hiervoor worden schaderegistratieformulieren beschikbaar gesteld (waar?). Burgers worden actief geïnformeerd (proces publieksvoorlichting) Medewerkers CRAS Ingevulde registratieformulieren Registratie vindt plaats in? Schademeldingen en bevindingen van particulieren, bedrijven en instellingen (o.a. Salvage en het Verbond van Verzekeraars), experts en taxateurs worden geregistreerd. Schade aan gemeentelijke eigendommen wordt geregistreerd en zo mogelijk vastgesteld. Schademeldingen betreffende schade veroorzaakt door de rampenbestrijdingsorganisatie worden geregistreerd. Besluit om het proces CRAS op te starten. Zie proces alarmering Teamlocatie CRAS is operationeel Afspraken over financiële eerste hulpverlening Verspreide formulieren en brochures Geregistreerde schademeldingen Dossier voor elke schademelding De medewerkers maken voor elke schademelding een dossier aan. Dit moet binnen zes weken na het beschikbaar stellen van de formulieren zijn afgerond. 6 Verslagleggen (inhoudelijk) Teamleider CRAS Alle schademeldingen De manager maakt een beeld van de totale materiële schade Rapportage tot dan toe bekende materiële schade 7 Besluit opheffing actiecentrum CRAS Burgemeester Situatierapportage In het RBT/GBT wordt besloten dat het actiecentrum haar taak heeft uitgevoerd en officieel kan worden gesloten. Einde proces. De ketenpartners worden geïnformeerd en de informatie wordt voor zover nodig 64

65 Taak Wie Wat heb je nodig? Wat gaan we doen? Wat is het resultaat? aan hun overgedragen. 8 Ontruiming locatie Medewerkers CRAS Besluit opheffing Team CRAS Zowel ruimtelijk, personeel als qua ICT wordt afgeschaald naar het normale niveau Situatie is zowel ruimtelijk, personeel als qua ICT weer normaal Taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden CRAS Nr. Activiteit 1 Besluiten tot het opstarten van het proces CRAS Besluiten Besluiten 2 Inrichten van de ruimte t.b.v. het team CRAS Uitvoeren 3 Overleg voeren met Stichting Salvage en het Verbond van Verzekeraars Toetsen Uitvoeren 4 Beschikbaar stellen van schaderegistratieformulieren en brochure schaderegistratie Uitvoeren na een ramp 5 Actie: verzamelen en registreren van ingevulde schaderegistratieformulieren Uitvoeren 6 Verslagleggen (inhoudelijk) Toetsen Uitvoeren 7 Besluit opheffing actiecentrum CRAS Besluiten 8 Ontruiming locatie Uitvoeren Burgemeester Relatie met andere processen: Pers- en publieksvoorlichting: geven van instructie (callcenter, website); Nafase: als de schadeformulieren zijn verzameld en geregistreerd, eindigt het proces CRAS. Afhandeling van de schade valt onder het deelproces nafase of wordt door de staande organisatie opgepakt. OvD gemeente / OL Hoofd Informatie Teamleider CRAS Medewerker CRAS 65

66 Bestuursondersteuning Sitrap Besluiten start bestuur ondersteuning Besluit start proces bestuursondersteuning Inrichten ruimte t.b.v. team bestuursondersteu ning Vaststellen exacte taak gemeente en evt. inzet van derden Bepalen personele en materiële inzet incl. derden Bepalen van de acties Actieplan bestuursondersteuning Beschikbaar krijgen personeel en middelen, incl. derden Instrueren medewerkers en derden Actie! nee Sitrap Besluiten opheffing team ja Ontruimen locatie en informeren ketenpartners Einde proces 66

67 Bestuursondersteuning Doel: het ondersteunen van het bestuur ten tijde van een crisis Taak Wie Input Throughput Output 1 Besluiten tot het opstarten van het proces Bestuursondersteuning OL (leider CoPI of ROT), burgemeester (opperbevel) Situatierapportage Overleggen in resp. het CoPI of het ROT over welke soort van maatregel nodig is, en wat de rol van de gemeente is. Besluit tot het opstarten van het proces Zie ook proces alarmeren (Bij grip 3 is dit proces reeds gealarmeerd) 2 Inrichten van ruimte t.b.v. het team bestuursondersteuning Teamleider Bestuursondersteuning Besluit tot het opstarten van het proces Zorgen dat de teamlocatie operationeel is. De benodigde kantoormaterialen liggen klaar Teamlocatie is operationeel 3 Vaststellen van de exacte taak van de gemeente, evt. uit te voeren met de inzet van derden 4 Personele en materiële inzet vaststellen en bepalen van de inzet van derden OL (leider CoPI of ROT) Teamleider Bestuursondersteuning 5 Bepalen van de acties Teamleider Bestuursondersteuning 6 Beschikbaar krijgen van personeel en middelen, en derden Teamleider Bestuursondersteuning Situatierapportage: Gegevens over de directe locatie en de omgeving -Werkruimten -Werkmateriaal Omschrijving van de taak en de inzet van personeel en materieel Contactgegevens personeel Welke juridische, financiële en protocollaire ondersteuning is nodig? Bij welk multidisciplinair team of actiecentrum? Wie en wat hebben we daarvoor nodig? Maatregelen nemen ten aanzien van de bestuursondersteuning. Ondersteuning van het bestuur in algemene zin. Advisering en ondersteuning op het gebied van juridische, financiële en protocollaire zaken. Het alarmeren van intern personeel Een omschrijving van de exacte taak van de gemeente (wat moet er gebeuren?) Personele en materiële inzet bekend Actieplan Bestuursondersteuning Voldoende menskracht en middelen aanwezig om de taken uit te kunnen voeren. 7 Instrueren van personeel en derden Teamleider Bestuursondersteuning / OvD Bevolkingszorg Personeel en derden informeren over de situatie en instrueren over de uit te voeren acties. 8 Actie! Medewerkers Actieplan, medewerkers en Uitvoering van de maatregelen Bestuursondersteuning materieel 9 Besluit opheffing actiecentrum Bestuursondersteuning Burgemeester In het RBT/GBT wordt besloten dat het actiecentrum haar taak heeft uitgevoerd en officieel kan worden gesloten. 10 Ontruiming locatie Medewerkers Bestuursondersteuning Besluit opheffing team Zowel ruimtelijk, personeel als qua ICT wordt afgeschaald naar het normale niveau Zie ook proces alarmeren. Medewerkers en externe partijen weten wat er moet gebeuren Einde proces. De ketenpartners worden geïnformeerd en de informatie wordt voor zover nodig aan hun overgedragen. Situatie is zowel ruimtelijk, personeel als qua ICT weer normaal 67

68 Taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden bestuursondersteuning Nr. Activiteit Burgemeester OvD gemeente / OL Hoofd Logistiek Teamleider Bestuursondersteunin g Medewerker bestuursondersteunin g 1 Besluiten tot het opstarten van het proces bestuursondersteuning Besluiten Besluiten 2 Inrichten van ruimte t.b.v. het team bestuursondersteuning Uitvoeren 3 Vaststellen van de exacte taak van de gemeente, evt. uit te voeren met Toetsen Uitvoeren de inzet van derden 4 Personele en materiële inzet vaststellen en bepalen van de inzet van Toetsen Uitvoeren derden 5 Bepalen van de acties Toetsen Uitvoeren 6 Beschikbaar krijgen van personeel en middelen, en derden Uitvoeren 7 Instrueren van personeel en derden Uitvoeren 8 Actie! Toetsen Uitvoeren 9 Besluit opheffing actiecentrum bestuursondersteuning Besluiten 10 Ontruiming locatie Uitvoeren Relatie met andere processen Alle gemeentelijke processen: eventuele juridische, financiële en/of protocollaire ondersteuning van de crisisorganisatie Nafase: het geven van gevraagd en ongevraagd advies aan de teamleider nafase, ter ondersteuning van het ontwikkelen van een projectplan voor de nafase. 68

69 Facilitaire Ondersteuning Sitrap Besluiten starten facilitaire ondersteuning Besluit start proces facilitaire ondersteuning Inrichten ruimte t.b.v. team facilitaire. Vaststellen taak en evt. inzet derden Bepalen personele en materiële inzet, incl. derden Bepalen acties Actieplan facilitaire ondersteuning Beschikbaar krijgen personeel en middelen, incl. derden Instrueren medewerkers en derden Actie! nee Sitrap Besluit opheffing team ja Ontruimen locatie en informeren ketenpartners Einde proces 69

70 Facilitaire Ondersteuning Doel: op de juiste tijd, juiste plaats en in de juiste kwantiteit en kwaliteit facilitaire voorzieningen (ver)werven, verwerken en leveren ten behoeve van de bijzondere en/of grootschalige bevolkingszorg. Taak Wie Input Throughput Output 1 Besluiten tot het opstarten van het proces Facilitaire Ondersteuning (Bij grip 3 is dit proces reeds OL (leider CoPI of ROT), burgemeester (opperbevel) Situatierapportage Overleggen in resp. het CoPI of het ROT over welke soort van maatregel nodig is, en wat de rol van de gemeente is. De gemeente kan bij onderstaande taken een ondersteunende of bepalende rol hebben. Besluit tot het opstarten van het proces Zie ook proces alarmeren gealarmeerd) 2 Inrichten van ruimte t.b.v. het Teamleider Facilitaire Besluit tot het opstarten van Zorgen dat de teamlocatie operationeel is. De Teamlocatie is operationeel team Facilitaire Ondersteuning 3 Vaststellen van de exacte taak van de gemeente, evt. uit te voeren met de inzet van derden 4 Personele en materiële inzet vaststellen en bepalen van de inzet van derden Ondersteuning OL (leider CoPI of ROT) Teamleider Facilitaire Ondersteuning 5 Bepalen van de acties Teamleider Facilitaire Ondersteuning 6 Beschikbaar krijgen van personeel en middelen, en derden Teamleider Facilitaire Ondersteuning het proces Situatierapportage: Gegevens over de directe locatie en de omgeving -Werkruimten -Werkmateriaal -Vervoer Beschermingmateriaal Omschrijving van de taak en de inzet van personeel en materieel -Contactgegevens personeel (en derden) -Opkomstlocaties -Aanrijroutes -Werklocaties -Contracten met derden voor inzet van extern materieel benodigde kantoormaterialen liggen klaar Zorg dragen voor facilitaire voorzieningen ten behoeve van de gehele crisisorganisatie. Inventarisatie maken van de benodigde ruimte voor de organisatie van de bijzondere en of grootschalige bevolkingszorg. Inzicht krijgen in de benodigde inzet van personeel en materiaal: Wie heb ik nodig? Wat moeten ze doen? Waar moeten ze naar toe? Wanneer moeten ze daar zijn? Starten en werkbaar houden van de reguliere telefoon- en ICT-structuur; Instellen en werkzaam houden van audiovisuele middelen; Inrichten van de benodigde ruimtes; Instellen, werkzaam maken en onderhouden van het noodnet. Inrichten van de benodigde ruimten Ontvangen van de leden van de crisisorganisatie Interne en externe beveiliging. Activiteiten ontplooien t.b.v. de catering voor de gehele organisatie; Er vindt algemene ondersteuning plaats van de gehele crisisorganisatie. Het alarmeren van intern personeel, en evt. externe partijen (nutsbedrijven, slopers en aannemers, defensie) Taak Wie Input Throughput Output Een omschrijving van de exacte taak van de gemeente (wat moet er gebeuren?) Een omschrijving van de inzet van personeel en materiaal (wat hebben we daarvoor nodig?) Actieplan Facilitaire Ondersteuning Voldoende menskracht en middelen aanwezig om de taken uit te kunnen voeren. Zie ook proces alarmeren. 70

71 7 Instrueren van personeel en derden Teamleider Facilitaire Ondersteuning / OvD Bevolkingszorg 8 Actie! Medewerkers Facilitaire Ondersteuning 9 Besluit opheffing actiecentrum Facilitaire Ondersteuning 10 Ontruiming locatie Medewerkers Facilitaire Ondersteuning Personeel en derden informeren over de situatie en instrueren over de uit te voeren acties. Actieplan, medewerkers en Uitvoering van de maatregelen materieel Burgemeester In het RBT/GBT wordt besloten dat het actiecentrum haar taak heeft uitgevoerd en officieel kan worden gesloten. Besluit opheffing team Zowel ruimtelijk, personeel als qua ICT wordt afgeschaald naar het normale niveau Medewerkers en externe partijen weten wat er moet gebeuren Einde proces. De ketenpartners worden geïnformeerd en de informatie wordt voor zover nodig aan hun overgedragen. Situatie is zowel ruimtelijk, personeel als qua ICT weer normaal Taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden facilitaire ondersteuning Nr. Activiteit Burgemeester OvD gemeente / OL Hoofd logis tiek Teamleider Facilitaire ondersteuning Medewerker facilitaire ondersteuning 1 Besluiten opstarten van het proces Facilitaire Ondersteuning Besluiten Besluiten 2 Inrichten van ruimte t.b.v. het team Facilitaire Ondersteuning Uitvoeren 3 Vaststellen van de exacte taak van de gemeente, evt. uit te voeren met Toetsen Uitvoeren de inzet van derden 4 Personele en materiële inzet vaststellen en bepalen van de inzet van Toetsen Uitvoeren derden 5 Bepalen van de acties Toetsen Uitvoeren 6 Beschikbaar krijgen van personeel en middelen, en derden Uitvoeren 7 Instrueren van personeel en derden Uitvoeren 8 Actie! Toetsen Uitvoeren 9 Besluit opheffing actiecentrum Facilitaire Ondersteuning Besluiten 10 Ontruiming locatie Uitvoeren Relatie met andere processen De gehele gemeentelijke crisisorganisatie wordt ondersteund vanuit dit proces. Afhankelijk van de mate van opschaling vindt deze ondersteuning plaats; Lokaal zijn door gemeenten afspraken gemaakt over de invulling van ondersteuning door derden, bijv. catering. 71

72 Nafase Sitrap Besluiten start nafase Besluit start proces nafase Inrichten ruimte t.b.v. team nafase Vaststellen exacte taak gemeente, evt. m.b.v. inzet van derden Bepalen personele en materiële inzet incl. derden Bepalen van de acties Actieplan nafase Beschikbaar krijgen personeel en middelen, incl. derden Instrueren medewerkers en derden Actie! nee Sitrap Besluiten opheffing team ja Ontruimen locatie en informeren ketenpartners Einde proces 72

73 Preparatie nafase Doel: Het overdragen van de acute fase naar de nafase. Taak Wie Input Throughput Output OL (leider CoPI Situatierapportage of ROT), burgemeester (opperbevel) 1 Besluiten tot het opstarten van het proces Nafase (Bij grip 3 is dit proces reeds gealarmeerd) 2 Inrichten van ruimte t.b.v. het team Nafase 3 Vaststellen van de exacte taak van de gemeente, evt. uit te voeren met de inzet van derden 4 Personele en materiële inzet vaststellen en bepalen van de inzet van derden Teamleider Nafase OL (leider CoPI of ROT) Teamleider Nafase 5 Bepalen van de acties Teamleider Nafase 6 Beschikbaar krijgen van personeel en middelen, en derden Teamleider Nafase Besluit tot het opstarten van het proces Situatierapportage: Gegevens over de directe locatie en de omgeving -Werkruimten -Werkmateriaal Omschrijving van de taak en de inzet van personeel en materieel -Contactgegevens personeel (en derden) Overleggen in resp. het CoPI of het ROT over welke soort van maatregel nodig is, en wat de rol van de gemeente is. De gemeente kan bij onderstaande taken een ondersteunende of bepalende rol hebben. Zorgen dat de teamlocatie operationeel is. De benodigde kantoormaterialen liggen klaar Inzicht krijgen in de omvang en de gevolgen van de ramp voor het overdragen van de acute fase naar de nafase Wie en wat hebben we daarvoor nodig? Het vaststellen van de maatregelen die moeten worden uitgevoerd en de inzet van personeel en materieel die daarvoor nodig is. Overdracht van acute fase naar nafase. Het alarmeren van intern personeel, en evt. externe partijen Besluit tot het opstarten van het proces Zie ook proces alarmeren Teamlocatie is operationeel Een omschrijving van de exacte taak van de gemeente (wat moet er gebeuren?) Personele en materiële inzet bekend. Actieplan Nafase Voldoende menskracht en middelen aanwezig om de taken uit te kunnen voeren. 7 Instrueren van personeel en derden 8 Preparatie van de nazorg, het opstellen van een overdrachtsdocument voor na de warme fase. 9 Besluit opheffing actiecentrum nafase Teamleider Nafase/ OvD Bevolkingszorg Medewerkers Nafase Burgemeester 10 Ontruiming locatie Medewerkers Nafase Actieplan Nafase Actieplan, medewerkers en materieel Besluit opheffing team Personeel en derden informeren over de situatie en instrueren over de uit te voeren acties. Uitvoering van de maatregelen. In het RBT/GBT wordt besloten dat het actiecentrum haar taak heeft uitgevoerd en officieel kan worden gesloten. Zowel ruimtelijk, personeel als qua ICT wordt afgeschaald naar het normale niveau Zie ook proces alarmeren. Medewerkers en externe partijen weten wat er moet gebeuren Overdrachtsdocument voor het overdragen van de acute fase naar de nafase. Einde proces. De ketenpartners worden geïnformeerd en de informatie wordt voor zover nodig aan hun overgedragen. Situatie is zowel ruimtelijk, personeel als qua ICT weer normaal

74 Taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden preparatie nafase Nr. Activiteit Burgemeester OvD gemeente / OL Hoofd Logistiek 1 Besluiten tot het opstarten van het proces nafase Besluiten Besluiten 2 Inrichten van ruimte t.b.v. het team nafase 3 Vaststellen van de exacte taak van de gemeente, evt. uit te voeren met Toetsen de inzet van derden 4 Personele en materiële inzet vaststellen en bepalen van de inzet van Toetsen derden 5 Bepalen van de acties Toetsen 6 Beschikbaar krijgen van personeel en middelen, en derden 7 Instrueren van personeel en derden 8 Opstellen overdrachtsdocument Besluiten 9 Besluit opheffing actiecentrum nafase Besluiten 10 Ontruiming locatie Relatie met andere processen Alle gemeentelijke processen: informatie t.b.v. het opstellen van een projectplan voor de nafase. Welke informatie dit is, is sterk afhankelijk van de aard van de crisis. Vanuit het proces nafase wordt een beroep gedaan op de vertegenwoordigers van de overige processen om die informatie aan te leveren die nodig is voor het opstellen van een projectplan; Registreren van mens en dier: ontvangen gegevens registreren mens en dier; Registreren van schade: ontvangen gegevens CRAS; Verwanteninformatie; Milieu-, ruimte- en bouwbeheer; Psychosociale hulpverlening (GHOR): nazorg in nauw overleg met een adviseur van de psychosociale hulpverlening bij rampen en ongevallen (PSHOR); Mobiliteit (afzetten) Ordehandhaving (politiezorg). De daadwerkelijke uitvoering van het projectplan nafase vindt plaats na de warme fase. Hiervoor kan/moet een informatiecentrum worden ingericht, een één-loketorganisatie van waaruit de informatie-, advies en doorverwijzingsfunctie kan worden uitgeoefend. Het gaat hierbij om zaken als zorg, verzekeringen, huisvesting, juridische zaken, bouwzaken, nutsvoorzieningen en financiën. 74

75 Brandweerzorg Primaire processen deelprocessen 1. Bron en Emissiebestrijding 1.1 Brandbestrijding; 1.2 Ongevalbestrijding gevaarlijke stoffen; 1.3 Decontaminatie 2. Redding. 2.1 Technische Hulpverlening; 2.2 Redding; 2.3 Urban Search & Rescue. 3. Ontsmetting 3.1 Ontsmetten mens en dier; 3.2 Ontsmetten voertuigen; 3.3 Ontsmetten infrastructuur. 4. Informatie (ondersteunend proces) 4.1 Advies gevaarlijke stoffen 4.2 Waarnemen en meten 4.3 Interne communicatie 5. Logistiek (ondersteunend proces) 5.1 Voorzien in personele, materiële en facilitaire voorzieningen t.b.v. brandweerzorg 5.2 Waarschuwing en Alarmering Systeem 5.3 Opvang, Veiligheid en Nazorg personeel 75

76 Inleiding Voor de brandweer zijn er vijf primaire processen te benoemen: 1. Bron- en emissiebestrijding 2. Redding 3. Ontsmetting 4. Informatie; en 5. Logistiek De vijf processen zijn onder te verdelen in een aantal deelprocessen. We hebben ervoor gekozen om de drie primaire processen te beschrijven. De deelprocessen worden wel benoemd, maar niet verder uitgewerkt. De processen geven de werking van het proces weer. Er moet echter bij de uitvoering rekening worden gehouden met de mogelijkheden en onmogelijkheden die het brandweeroptreden met zich mee brengt. Ontsmetting van mens en dier kan door de brandweer worden opgestart, maar alleen als het een kleinschalige ontsmetting betreft. Hetzelfde geldt voor het ontsmetten van de infrastructuur. Kleinschalig kan de brandweer aan, maar voor een grootschalige ontsmetting zullen derden moeten worden ingeschakeld. Het beschrijven van het proces geeft dan ook niet aan dat de brandweer er in alle situaties in kan slagen om dit gehele proces eigenhandig te doorlopen. Er dient dan ook rekening te worden gehouden met de beperkingen die de regio kent op het gebied van materieel en personele inzet. Eveneens wordt aandacht gevraagd voor de landelijke ontwikkelingen. Op het moment van het opstellen van dit stuk is er door de Raad van Regionaal Commandanten een landelijke werkgroep opgericht om invulling te geven aan de brandweerprocessen voor het crisisplan. Verwachting is dat deze werkgroep eind van dit jaar met haar voorstel komt. Voorliggende processchema s worden hierop aangepast. Algemeen Melding & alarmering Melding verloopt via 112 en komt binnen bij de MkNN. Alle brandweerpersoneel wordt gealarmeerd door de MkNN conform vastgestelde inzetprotocollen. Opschaling Op basis van de melding wordt een inzet bepaald. Verkenning wijst uit of opschaling nodig is. Voor monodisciplinaire opschaling en bijstand is een procedure vastgesteld deze is terug te vinden in het BRON document. Voor de multidisciplinaire opschaling wordt verwezen naar de GRIP regeling. Leiding & Coördinatie Leiding en coördinatie conform vastgestelde GRIP regeling. De leiding & coördinatie binnen de brandweerorganisatie vindt plaats op basis van een vastgestelde landelijke structuur en er wordt verwezen naar de regeling HoVD en RCvD alarmering uit het BRON document. Informatiemanagement Informatiemanagement is geregeld via het LCMS. Per team is er een verantwoordelijk aangewezen voor het (gevalideerd) vullen van het LCMS. Vanaf GRIP 2 vindt de coördinatie van het informatiemanagement plaats vanuit het ROT. Logistiek Onder logistieke ondersteuning verstaan we: het tijdig en in de juiste kwaliteit en kwantiteit verwerven en ter beschikking stellen van personele en facilitaire voorzieningen, zoals huisvesting, services & middelen en ICT. Als het gaat om incidentlogistiek dan gaat het met name om de aflossing, toiletvoorzieningen, broodjes en diesel voor de voertuigen op straat, 76

77 Het ROT is gesitueerd in het gebouw van de MkNN. Deze ruimte is ingericht en direct beschikbaar en functioneel. Men heeft beschikking over de reguliere telefoon- en ICT structuur, audiovisuele middelen, noodnet, leden van het ROT hebben toegang tot het gebouw en catering wordt door de beheerder van de MkNN geregeld. In stand houden en onderhouden van verbindingsmiddelen plus het verzorgen van een fall back systeem. Activiteiten ontplooien t.b.v. de catering voor de gehele organisatie. Organisatie De Operationeel Leider in het ROT is bevoegd en verantwoordelijk voor de operationele coördinatie over de crisisorganisatie, het integraal plannen en monitoren van grootschalige en bijzondere optreden in het algemeen. Het Hoofd sectie brandweer houdt contact met het Copi (H)OvD brandweer en geeft de besluiten en opdrachten vanuit het ROT door. Sectiemedewerker: ondersteunt het sectiehoofd brandweer in het ROT;. Officier van Dienst Brandweer: vertegenwoordigt de brandweer in het CoPI en coördineert en geeft leiding aan de inzet ter plaatse. Bezetting teams conform vastgesteld GRIP regeling. Opkomsttijden Het CoPi kent een opkomsttijd van 30 minuten; Voor het ROT geldt dat hoofden van de sectie binnen 45 minuten aanwezig. Sectiemedewerkers binnen 60 minuten. Afspraken Bij inwerkingtreding van de meetplan organisatie wordt het automatisch GRIP 2. Na het activeren van 1 of meerdere sirenegebieden van het WAS door de daarvoor aangewezen functionaris is automatisch sprake van GRIP 3. Het bestuurlijk besluit tot grootschalige evacuatie van de bevolking leidt automatisch tot GRIP 3. Relevante artikelen uit de Wet Veiligheidsregio s Artikel 3 lid 1. Tot de brandweerzorg behoort: a. het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt; b. het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand. Artikel 25 lid 1. De door het bestuur van de veiligheidsregio ingestelde brandweer voert in ieder geval de volgende taken uit: a. het voorkomen, beperken en bestrijden van brand; b. het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand; c. het waarschuwen van de bevolking; d. het verkennen van gevaarlijke stoffen en het verrichten van ontsmetting; e. het adviseren van andere overheden en organisaties op het gebied van de brandpreventie, brandbestrijding en het voorkomen, beperken en bestrijden van ongevallen met gevaarlijke stoffen. Lid 2. De regionale brandweer voert tevens taken uit bij rampen en crises in het kader van de rampenbestrijding en de crisisbeheersing. 77

78 1. Bron- en emissiebestrijding Processen: Brandbestrijding (1.1) Ongevalbestrijding gevaarlijke stoffen (1.2) Decontaminatie (1.3) Procedures vastgelegd in BRON-document: GRIP regeling Bijstand aanvragen Meetplan OGS Opschaling en bijstand RCVD en HOVD alarmering Fries asbestprotocol 1.1 Brandbestrijding Doel: het voorkomen van uitbreiding van een incident, waardoor de toename van het aantal slachtoffers en de toename van schade wordt voorkomen of beperkt. Als aanvulling op de basiszorgeenheden biedt het basispeloton brandweer extra slagkracht bij de bestrijding van incidenten. Verkenning: gericht op bepalen inzettactiek aan de hand van waarneming en beschikbare kennis. Richt zich op het in beeld brengen van schadegebied, het schadebeeld, andere bedreigingen, infrastructurele voorzieningen ter plaatse, selectie van waterwinplaatsen, uitstippelen van slangenwegen, dit alles rekening houdende met weersomstandigheden en tijdstip van de dag. Doel is bepalen hanteren brandbestrijdingstactiek. Taken: Eventueel realiseren grootschalig watertransport. Doel is voldoende blusmiddel. 1.2 Ongevalbestrijding gevaarlijke stoffen Doel: het voorkomen van uitbreiding van een incident met gevaarlijke stoffen, waardoor de toename van het aantal slachtoffers en de toename van schade wordt voorkomen of beperkt. Minimaliseren van de effecten voor de bevolking. Het binnen 30 minuten 7 na alarmering op locatie uitvoeren van een inzet gevaarlijke stoffen onder bescherming van een gaspak en het uitvoeren van een eigen ontsmetting en tot maximaal 10 burgers. Verkenning: Inzettactiek bepalen aan de hand van waarneming ter plekke in combinatie met reeds beschikbare kennis. Verkenning richt zich op het in beeld brengen van de omvang van het schadegebied, het schadebeeld, bronsterkte, aard van de uitstroom, aard van de stof, andere bedreigingen, infrastructurele voorzieningen ter plaatse, dit alles rekening houdend met weersomstandigheden en tijdstip van de dag. Bepalen brongebied en effectgebied. Bestrijding brongebied: lekdichten, creëren van een waterscherm, opvangen van de lekkende gevaarlijke stof, afschermen van de gevaarlijke stof en indammen. Taken: Het doen van een gecoördineerde inzet bij emissie van gevaarlijke stoffen waarvoor meer noodzakelijk is dan het standaardmateriaal dat op een TS is voorzien. Opheffen van complexe emissies bij tanks, pijpleidingen en andere incidenten. Ontsmetting van eigen eenheden en kleine aantallen slachtoffers. Activiteiten in effectgebied: redden, waarschuwen van bevolking, begeleiden en ontruimen. 7 In Fryslân is er een gaspakkenteam beschikbaar, deze is gestationeerd in Leeuwarden en kan dan ook niet in de gehele regio binnen 30 minuten operationeel zijn. 78

79 1.3 Decontaminatie Doel: het ontsmetten van kleine aantallen slachtoffers, maximaal 10. Indien de taakstelling de capaciteit van het eigen peloton overstijgt kan het peloton CBRNe (Chemisch, Biologisch, Radiologisch, Nucleair en explosie) worden gealarmeerd. Het CBRNe levert in aanvulling op de eigen eenheden een grootschalige ontsmetting tot maximaal 200 burgers en eventuele ondersteuning bij redding en bronbestrijding bij het vrijkomen van gevaarlijke stoffen. Peloton CBRNe: het binnen 2 uur na alarmering op locatie uitvoeren van een inzet NBC onder bescherming van een gaspak en het uitvoeren van een eigen ontsmetting. Dit peloton moet uit Groningen komen. Groningen levert het materieel en personeel om een grootschalige ontsmetting te kunnen uitvoeren. Daarnaast wordt er extra materieel geleverd voor een CBRNe inzet, het personeel hiervoor moet door de regio zelf worden verzorgd. Binnen 15 minuten na aankomst moet het peloton inzetbaar zijn. 79

80 1. Brand- en emissiebestrijding Het proces brand- en emissiebestrijding bestaat uit: brandbestrijding, ongevalbestrijding gevaarlijke stoffen en decontaminatie. Alarmering MkNN MAR Uitruk conform alarmering Verkenning vaststellen taak brandweer Er zijn voor dit proces een aantal procedures vastgelegd in het BRON document, te weten: bijstand aanvragen, meetplan, OGS, opschaling en bijstand en RCVD en HOVD alarmering. Decontaminatie grootschalig bijstand Groningen. Bepalen materiele en personele inzet Terugkoppeling Scheiding bron en effectgebied Bepalen acties Opschaling multi en mono Actie Beoordelen effectiviteit actie Bepalen materiele en personele inzet Terugkoppeling Bepalen acties Actie Opschaling multi en mono Opheffen proces Activiteit Beslissingsmoment Ontruimen plaats indident Eindpunt Beëindigen ROT Einde proces 80

81 2. Redding Processen: Technische Hulpverlening (2.1) Redding (2.2) Urban Search and Rescue (2.3) Procedures vastgelegd in BRON-document: GRIP regeling Bijstand aanvragen Meetplan OGS Opschaling en bijstand RCVD en HOVD alarmering 2.1 Technische Hulpverlening Doel: Het nemen van maatregelen in de repressieve fase om mens of die te bevrijden uit benarde of levensbedreigende omstandigheden en het beperken van omgevingsgevaar. Taken: Het leveren van personele capaciteit en aanvullend hulpverleningsmaterieel op de incidentlocatie Redding Doel: het bevrijden van mens of dier uit benarde of levensbedreigende omstandigheden. Taken: Het leveren van personele capaciteit en aanvullend hulpverleningsmaterieel op de incident locatie. Verkenning: in beeld brengen van de omvang van het ongeval, het aantal slachtoffers, complexiteit van de bevrijding, andere bedreigingen en infrastructurele voorzieningen, dit alle rekening houdende met weersomstandigheden en tijdstip van de dag. Bepalen te hanteren hulpverleningstactiek. Samenhang andere processen: triage door GHOR medewerkers. Inzettactiek: eenvoudige bevrijdingen, scoop and run tactiek of complexe bevrijdingen. 2.3 Urban search and rescue Doel: Het binnen 3 uur na alarmering binnen Nederland bieden van hulp ingeval van aardbevingen, tunnelongevallen, instortingen en dergelijk. Brengt eigen ondersteuningsgroep mee. Inzet van hoogwaardig zoek- en redmaterieel. Komt uit regio Zuid-Holland Zuid. 81

82 2. Redding Het proces redding bestaat uit: technische hulpverlening, redding en Urban Search and Reacue. Alarmering MkNN MAR Uitruk conform alarmering Verkenning vaststellen taak brandweer Er zijn voor dit proces een aantal procedures vastgelegd in het BRON document, te weten: bijstand aanvragen, meetplan, OGS, opschaling en bijstand en RCVD en HOVD alarmering. Voor USAR geldt dat hiervoor een landelijk team inzetbaar is. Dit team is gestationeerd in Zuid Holland- Zuid en is binnen drie uur inzetbaar in de regio Fryslan. Bepalen materiele en personele inzet Terugkoppeling Scheiding bron en effectgebied Bepalen acties Opschaling multi en mono Actie Beoordelen effectiviteit actie Bepalen materiele en personele inzet Terugkoppeling Bepalen acties Actie Opschaling multi en mono Opheffen proces Activiteit Ontruimen plaats indident Beslissingsmoment Eindpunt Beëindigen ROT Einde proces 82

83 3. Ontsmetting Processen: Ontsmetten van mens en dier (3.1) Ontsmetten voertuigen (3.2) Ontsmetten infrastructuur (3.3) Procedures vastgelegd in BRON-document: GRIP regeling Bijstand aanvragen Meetplan OGS Opschaling en bijstand RCVD en HOVD alarmering 3.1 Ontsmetten van mens en dier Zie 1.3 Decontaminatie. 3.2 Ontsmetten voertuigen Doel: ontsmetting van eigen voertuigen en andere voor zover dit een acuut gevaar oplevert. Voor grootschalige en langdurige ontsmetting moet er een beroep gedaan worden op derden. Verkenning om ontsmettingstactiek te bepalen, de AGS bepaalt uiteindelijk de tactiek. 3.3 Ontsmetten infrastructuur Doel: het wegnemen van acuut gevaar. De ontsmetting gebeurt door derden. Verkenning om ontsmettingstactiek te bepalen, de AGS bepaalt uiteindelijk de tactiek. 83

84 84

85 Geneeskundige zorg Primaire processen 1. Spoedeisende Medische Hulpverlening. 2. Psychosociale Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen. 3. Publieke Gezondheidszorg. Gezondheidsonderzoek. deelprocessen 1.1 Triage; 1.2 Behandelen; 1.3 Vervoeren / Verwijzen. 2.1 Signaleren getroffenen; 2.2 Bevorderen zelfredzaamheid; 2.3 Verwijzen getroffenen. 3.1 Monitoren Publieke Gezondheid; 3.2 Onderzoek bij groepen; 3.3 Onderzoek individueel. 4. Infectieziektebestrijding 4.1 Bron- en Contactopsporing; 4.2 Beschermende maatregelen; 4.3 Hygiënemaatregelen 4.4 Isolatie en quarantaine 5. Informatie (ondersteunend proces) 5.1 Gezondheidskundig advies gevaarlijke stoffen 5.2 Advies Gezondheidsonderzoek na rampen 5.3 Advies Hygiëne en Infectiepreventie 5.4 Continuïteit van Zorg 6. Logistiek (ondersteunend proces) 6.1 Voorzien in personele, materiële en facilitaire voorzieningen t.b.v. geneeskundige zorg, ook in relatie tot continuïteit van zorg. 85

86 Deelplan Geneeskundige Zorg Inhoudsopgave 1) Inleiding 2) Organisatie Organogram Deelplan Geneeskundige Zorg 3) Processen en Taakorganisatie a) proces Spoedeisende Medische Hulpverlening b) proces Publieke Gezondheid c) proces Informatie en Logistiek 86

87 1) Inleiding Deelplan Geneeskundige Zorg (GZ) Het deelplan GZ vormt een nadere uitwerking van het onderdeel Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen uit het regionaal crisisplan Fryslân. Dit deelplan beschrijft de inrichting. van de geneeskundige hulpverleningbij ongevallen en rampen.. De basis van de uitwerking vormt het landelijk Referentiekader Regionaal Crisisplan. Rol van de GHOR en van de Zorginstellingen De geneeskundige hulpverlening wordt uitgevoerd door verschillende zorgverleners. De GGD/GHOR is ten tijde van crises verantwoordelijk voor de coördinatie, aansturing en regie van de geneeskundige hulpverlening en de advisering van andere overheden en organisaties op dat gebied. De verantwoordelijkheid voor de primaire processen van de geneeskundige hulpverlening berust bij de partijen, die volgens de wet en hun reguliere taak verantwoordelijk zijn voor de uitvoering. Ten tijde van rampen en crises draagt de GHOR zorg voor de leiding en coördinatie van de geneeskundige keten en voor het informatiemanagement binnen de geneeskundige keten. Door recente veranderingen in de wetgeving rond de Wet Publieke Gezondheid is het taakveld voor de inhoudelijke uitvoering van GHOR processen per veranderd. De uitvoering van de Psychosociale hulpverlening valt onder de verantwoordelijkheid van de GGD. 87

GRIP-teams en kernbezetting

GRIP-teams en kernbezetting GR P Wat is GRIP? GRIP is de afkorting van Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure en staat voor: het snel en multidisciplinair organiseren van de juiste mensen en middelen die nodig

Nadere informatie

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen 25 juni 2007 Inhoudsopgave Inleiding... 1 1 Niveaus in de incident- en crisismanagementorganisatie... 1 1.1 Operationeel niveau...

Nadere informatie

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP)

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP) Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP) Inleiding Een goede coördinatie tussen betrokken hulpdiensten is bij de bestrijding van complexe incidenten van groot belang. Het model voor

Nadere informatie

Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland

Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland Inhoudsopgave Grip op hulpverlening 4 Routinefase 6 GRIP 1 8 GRIP 2 12 GRIP 3 18 GRIP 4 24 Gebruikte afkortingen 30 4 Grip op hulpverlening Dit boekje bevat de samenvatting

Nadere informatie

De Veiligheidsregio NHN in vogelvlucht. 28-03-2011 Commissie Bestuur en middelen

De Veiligheidsregio NHN in vogelvlucht. 28-03-2011 Commissie Bestuur en middelen De Veiligheidsregio NHN in vogelvlucht 28-03-2011 Commissie Bestuur en middelen Welkom Veiligheidsregio NHN Wet veiligheidsregios Bezuinigingen Regionalisering brandweer Praktijk Veiligheidsregio Noord-Holland

Nadere informatie

1 De coördinatie van de inzet

1 De coördinatie van de inzet 1 De coördinatie van de inzet Zodra zich een incident voordoet of dreigt voor te doen, wordt de rampenbestrijdingsorganisatie via het proces van opschaling opgebouwd. Opschalen kan worden gedefinieerd

Nadere informatie

Crisisorganisatie uitgelegd

Crisisorganisatie uitgelegd GRIP Snelle opschaling, vaste teams, eenhoofdige leiding Wat kan er gebeuren? KNOPPENMODEL Meer tijd voor opschaling, maatwerk in teams en functionarissen GRIP 4 / 5 STRATEGISCH OPERATIONEEL / TACTISCH

Nadere informatie

B2 - Hoofdproces Coördinatie en Commandovoering: GRIP Noord-Holland Noord

B2 - Hoofdproces Coördinatie en Commandovoering: GRIP Noord-Holland Noord B2 - Hoofdproces Coördinatie en Commandovoering: GRIP Noord-Holland Noord B2-0 Overzicht Samenvatting In dit deel is de Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings- Procedure (GRIP) Noord-Holland Noord

Nadere informatie

GRIP-regeling 1 t/m 5 en GRIP Rijk

GRIP-regeling 1 t/m 5 en GRIP Rijk GRIP-regeling 1 t/m 5 en GRIP Rijk Al jaren is het de dagelijkse praktijk om bij grote, complexe incidenten op te schalen binnen de GRIP-structuur. Deze structuur beschrijft in vier fasen de organisatie

Nadere informatie

Referentiekader GRIP en eisen Wet veiligheidsregio s

Referentiekader GRIP en eisen Wet veiligheidsregio s Kennispublicatie Referentiekader GRIP en eisen Wet veiligheidsregio s 1 Infopunt Veiligheid In 2006 heeft de toenmalige Veiligheidskoepel een landelijk Referentiekader GRIP opgesteld. De op 1 oktober 2010

Nadere informatie

Beschrijving toets Basisscholing crisisbeheersing. Inhoud 1. Inleiding 2. Eindtermen 3. Leerboom 4. Leerstof 5. Toetsmatrijs

Beschrijving toets Basisscholing crisisbeheersing. Inhoud 1. Inleiding 2. Eindtermen 3. Leerboom 4. Leerstof 5. Toetsmatrijs Beschrijving toets Basisscholing crisisbeheersing Inhoud 1. Inleiding 2. Eindtermen 3. Leerboom 4. Leerstof 5. Toetsmatrijs Bijlage: Organogram crisisorganisatie 04-06-2010 1 Inleiding De toets Basisscholing

Nadere informatie

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure GRIP) bijlage van het Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio Twente

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure GRIP) bijlage van het Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio Twente Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure GRIP) bijlage van het Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio Twente Autorisatie OPSTELLERS: Barrett,Annelies Voorde ten, Jaqueline BIJDRAGE IN DE

Nadere informatie

GR Pop crisissituaties

GR Pop crisissituaties GR Pop crisissituaties De spil in crisisbeheersing Hulpverlening op maat De Friese samenleving kenmerkt zich door veerkracht. Burgers, bedrijven en instellingen redden zichzelf en helpen elkaar waar mogelijk.

Nadere informatie

Crisismanagement Groningen. Basismodule

Crisismanagement Groningen. Basismodule Crisismanagement Groningen Basismodule Doel van de module Kennismaken met crisismanagement Groningen Inzicht krijgen in rollen en taken Beeld krijgen bij samenwerken in de crisis-organisatie Programma

Nadere informatie

GR Pop crisissituaties

GR Pop crisissituaties GR Pop crisissituaties De spil in crisisbeheersing Slagvaardig Tijdens een ramp of crisis moeten de inwoners van Fryslân kunnen rekenen op professionele hulp verleners, die snel paraat staan en weten wat

Nadere informatie

5. Beschrijving per organisatie en

5. Beschrijving per organisatie en 5. Beschrijving per organisatie en taken secties in de hoofdstructuur 5.1 In organieke zin worden binnen de hoofdstructuur het RBT, BT, ROT, CoPI de GMK/ CMK, de secties en de actiecentra onderscheiden.

Nadere informatie

Operationele Regeling VRU

Operationele Regeling VRU Operationele Regeling VRU Uitwerking van de Wet veiligheidsregio s over de organisatie en werking van de hoofdstructuur van de rampenbestrijding en crisisbeheersing van de Veiligheidsregio Utrecht. Vastgesteld

Nadere informatie

Zeeuwse GRIP 2011 Gecoördineerde Regionale IncidentenbestrijdingsProcedure Veiligheidsregio Zeeland

Zeeuwse GRIP 2011 Gecoördineerde Regionale IncidentenbestrijdingsProcedure Veiligheidsregio Zeeland Zeeuwse GRIP 2011 Gecoördineerde Regionale IncidentenbestrijdingsProcedure Veiligheidsregio Zeeland versie 3.0 28 sep 2011 definitief i Versie- en wijzigingsbeheer Opsteller Projectleider Regionaal Crisisplan

Nadere informatie

Crisis besluit vorming / GRIP

Crisis besluit vorming / GRIP Crisis besluit vorming / GRIP Deze app beschrijft de crisisbesluitvormings structuur (GRIP-procedure) gezien vanuit standpunt OvD-P en SGBO/Actiecentrum politie. Bronnen: Infopunt Veiligheid/IFV Reacties

Nadere informatie

B1 - Basisplan en hoofdprocessen Inleiding en leeswijzer

B1 - Basisplan en hoofdprocessen Inleiding en leeswijzer B1 - Basisplan en hoofdprocessen B1 0 Inleiding en leeswijzer Inleiding In het basisplan ligt het accent op de bestuurlijke, organisatorische en coördinerende elementen bij het bestrijden van een ramp

Nadere informatie

Operationele Regeling VRU

Operationele Regeling VRU Operationele Regeling VRU Uitwerking van de Wet veiligheidsregio s over de organisatie en werking van de hoofdstructuur van de rampenbestrijding en crisisbeheersing van de Veiligheidsregio Utrecht. Vastgesteld

Nadere informatie

Versiebeheer Documenteigenaar. Veiligheidsbureau Vastgesteld door. Algemeen Bestuur Datum vaststelling 21 december 2011 Geplande evaluatiedatum

Versiebeheer Documenteigenaar. Veiligheidsbureau Vastgesteld door. Algemeen Bestuur Datum vaststelling 21 december 2011 Geplande evaluatiedatum Crisisplan 2012-2015 Versiebeheer Documenteigenaar Veiligheidsbureau Vastgesteld door Algemeen Bestuur Datum vaststelling 21 december 2011 Geplande evaluatiedatum - 2 - Inhoudsopgave 1. Inleiding... 4

Nadere informatie

Regionaal Crisisplan. Deel 1

Regionaal Crisisplan. Deel 1 Regionaal Crisisplan Deel 1 Regionaal Crisisplan Deel 1 Veiligheidsregio Hollands Midden Datum: Inhoud 1 Inleiding... 2 2 Voorwaardenscheppende processen... 3 2.1 Melden en alarmeren... 3 2.2 Op- en afschalen...

Nadere informatie

Erratum Regionaal Crisisplan Uitwerking calamiteitencoördinator (CaCo)

Erratum Regionaal Crisisplan Uitwerking calamiteitencoördinator (CaCo) Erratum Regionaal Crisisplan Uitwerking calamiteitencoördinator (CaCo) Erratum Calamiteitencoördinator (CaCo) Dit erratum geeft invulling aan de huidige taakopvatting en werkwijze van de CaCo en dient

Nadere informatie

in samenwerking met de 21 gemeenten in de Regio Zuidoost-Brabant Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure

in samenwerking met de 21 gemeenten in de Regio Zuidoost-Brabant Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure in samenwerking met de 21 gemeenten in de Regio Zuidoost-Brabant 2011 Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure Someren Son en Breugel Valkenswaard Veldhoven Waalre Helmond Laarbeek Nuenen

Nadere informatie

Beschrijving van de organisatie, verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden in het kader van de rampenbestrijding en crisisbeheersing.

Beschrijving van de organisatie, verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden in het kader van de rampenbestrijding en crisisbeheersing. Beschrijving van de organisatie, verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden in het kader van de rampenbestrijding en crisisbeheersing. 1 Inhoud Processen per kolom / hulpdienst Netcentrisch werken GRIP-opschaling

Nadere informatie

AGP 13 REGIONAAL CRISISPLAN VEILIGHEIDSREGIO BRABANT-NOORD

AGP 13 REGIONAAL CRISISPLAN VEILIGHEIDSREGIO BRABANT-NOORD AGP 13 REGIONAAL CRISISPLAN VEILIGHEIDSREGIO BRABANT-NOORD 2012 Inhoudsopgave Inleiding...2 Bedrijfsprocessen...2 Regionaal Beleidsteam...6 Gemeentelijk Beleidsteam...10 Regionaal Operationeel Team...12

Nadere informatie

VRHM REGIONAAL CRISISPLAN

VRHM REGIONAAL CRISISPLAN VRHM REGIONAAL CRISISPLAN Inhoud 1. Inleiding 4 2. Voorwaardenscheppende processen 6 2.1 Melden en alarmeren 6 2.2 Op- en afschalen 7 2.3 Leiding en coördinatie 8 2.4 Informatiemanagement 9 3. Beschrijving

Nadere informatie

Beschrijving GRIP 0 t/m 4

Beschrijving GRIP 0 t/m 4 RCP pocket Beschrijving GRIP 0 t/m 4 GRIP GRIP 0 Kenmerken incident Normaal dagelijkse werkwijzen van de hulpdiensten Afstemming in motorkapoverleg Dreigingsfase Preparatiestaf Aanwijzingen voor het ontstaan

Nadere informatie

Introductie GRIP GRIP1 GRIP2 GRIP3 GRIP4 GRIP5 + GRIP RIJK

Introductie GRIP GRIP1 GRIP2 GRIP3 GRIP4 GRIP5 + GRIP RIJK Risico- en crisisbeheersing Brandweer Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR) Gemeenschappelijke Meldkamer Zeeland (GMK) Introductie GRIP GRIP1 GRIP2 GRIP3 GRIP4 GRIP5 + GRIP RIJK Wie

Nadere informatie

Kaders voor de GRIP in Groningen, Friesland en Drenthe

Kaders voor de GRIP in Groningen, Friesland en Drenthe Kaders voor de GRIP in Groningen, Friesland en Drenthe Johan Haasjes Vakspecialist Expertise Veiligheidsregio Groningen Versie 1.5 16 april 2014 (definitief) Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 De opschalingsniveaus

Nadere informatie

Regionaal Crisisplan Haaglanden

Regionaal Crisisplan Haaglanden Regionaal Crisisplan Haaglanden 2016-2019 Regionaal Crisisplan Haaglanden 2016-2019 t.b.v. multidisciplinaire rampenbestrijding en crisisbeheersing Regionaal Crisisplan Haaglanden 2016-2019 t.b.v. multidisciplinaire

Nadere informatie

Regionaal Crisisplan

Regionaal Crisisplan Regionaal Crisisplan Titel : Regionaal Crisisplan Bestandslocatie : G:\Staf\Vastgestelde documenten Versie : 3.0 Datum : 14 november 2011 Samenstellers : Projectgroep Regionaal Crisisplan Status : definitief

Nadere informatie

Functies en teams in de rampenbestrijding

Functies en teams in de rampenbestrijding B Functies en teams in de rampenbestrijding De burgemeester - De burgemeester heeft de eindverantwoordelijkheid voor en de algehele leiding bij het bestrijden van incidenten in de eigen gemeente; - De

Nadere informatie

Regionaal crisisplan Regio Zuidoost-Brabant. Deel 2: Deelplan Bevolkingszorg

Regionaal crisisplan Regio Zuidoost-Brabant. Deel 2: Deelplan Bevolkingszorg Regionaal crisisplan Regio Zuidoost-Brabant Deel 2: Deelplan Bevolkingszorg Colofon Opdrachtgever dhr. H.A.M. Arkesteijn Auteur(s) mw. D. Aarts dhr. B.M.J. Peute Versie geschiedenis: Versiedatum Veranderingen

Nadere informatie

Alle activiteiten zijn op maat te maken in overleg met de opdrachtgever. Ook kunt u activiteiten combineren.

Alle activiteiten zijn op maat te maken in overleg met de opdrachtgever. Ook kunt u activiteiten combineren. Introduceren en in gebruik nemen Regionaal Crisisplan: Wij zijn gespecialiseerd in de rampenbestrijding en crisisbeheersing en uiteraard op de hoogte van de ontwikkelingen rondom het Regionaal CrisisPlan

Nadere informatie

Voor de inhoud van het Regionaal Crisisplan en de aanpassingen, wordt u verwezen naar de bijlage.

Voor de inhoud van het Regionaal Crisisplan en de aanpassingen, wordt u verwezen naar de bijlage. Voorstel AGP 10 Aan : Algemeen Bestuur Datum : 3 november 2014 Bijlagen : 1 Steller : Christel Verschuren Onderwerp : Regionaal Crisisplan 2014 Algemene toelichting Aanleiding Voor u ligt het. Veiligheidsregio

Nadere informatie

Algemeen bestuur Veiligheidsregio Groningen

Algemeen bestuur Veiligheidsregio Groningen AGENDAPUNT 2 Algemeen bestuur Veiligheidsregio Groningen Vergadering 12 december 2014 Strategische Agenda Crisisbeheersing In Veiligheidsregio Groningen werken wij met acht crisispartners (Brandweer, Politie,

Nadere informatie

Bijlage A bij voorstel Systeemoefening VRU 2013

Bijlage A bij voorstel Systeemoefening VRU 2013 Bijlage A bij voorstel Systeemoefening VRU 2013 1 Rapportage Systeemoefening VRU 4 december 2013 2 Inleiding Voor u ligt het ingevulde toetsingskader van de Inspectie Veiligheid & Justitie (IV&J). De gegevens,

Nadere informatie

Regionaal Crisisplan 2012

Regionaal Crisisplan 2012 Regionaal Crisisplan 2012 ------------- 2016 Colofon: Dit document is tot stand gekomen in opdracht van de veiligheidsdirectie van de veiligheidsregio Midden- en West-Brabant Adres: Veiligheidsregio Midden-

Nadere informatie

In the hot seat. NIBHV Ede 24 november 2015. de crisis samen de baas

In the hot seat. NIBHV Ede 24 november 2015. de crisis samen de baas In the hot seat NIBHV Ede 24 november 2015 de crisis samen de baas Programma: Inleiding workshop Film: Samenwerking tijdens een GRIP incident Sitting in the hot seat: CoPI Even voorstellen Ymko Attema

Nadere informatie

Omgevingszorg. Regionaal Crisisplan - Bevolkingszorg

Omgevingszorg. Regionaal Crisisplan - Bevolkingszorg Omgevingszorg Regionaal Crisisplan - Bevolkingszorg Omgevingszorg Handboek Bevolkingszorg Deel D Datum: Kenmerk: Auteurs: Werkgroep Regionaal Crisisplan Bevolkingszorg Pagina 2 van 12 Inhoudsopgave 1.

Nadere informatie

Opleiding Liaison CoPI voor zorginstellingen

Opleiding Liaison CoPI voor zorginstellingen Opleiding Liaison CoPI voor zorginstellingen Uitgangspunten Opdracht Ontwikkelen van een opleiding om vertegenwoordigers van zorginstellingen toe te rusten als liaison in het CoPI. Pilot voor vijf Limburgse

Nadere informatie

GRIP en de flexibele toepassing ervan

GRIP en de flexibele toepassing ervan GRIP en de flexibele toepassing ervan Al jaren is het de dagelijkse praktijk om bij grote of complexe incidenten op te schalen binnen de GRIP-structuur. De afkorting GRIP staat voor gecoördineerde regionale

Nadere informatie

Regionaal Crisisplan Haaglanden. Vastgesteld 30 januari 2019

Regionaal Crisisplan Haaglanden. Vastgesteld 30 januari 2019 Regionaal Crisisplan Haaglanden Vastgesteld 30 januari 2019 Regionaal Crisisplan Haaglanden Opgesteld door: projectgroep Regionaal Crisisplan, samengesteld uit deelnemers vanuit het Bureau Gemeentelijke

Nadere informatie

Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland

Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland Partijen A. De Veiligheidsregio s Twente, IJsselland, Noord- en Oost-Gelderland, Gelderland

Nadere informatie

Regionaal Crisisplan. Veiligheidsregio Haaglanden

Regionaal Crisisplan. Veiligheidsregio Haaglanden 1 Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio Haaglanden Door: Bureau Gemeentelijke Crisisbeheersing Haaglanden Brandweer Haaglanden Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio Haaglanden Politie Haaglanden

Nadere informatie

REGIONAAL CRISISPLAN

REGIONAAL CRISISPLAN REGIONAAL CRISISPLAN 2012-2016 Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant REGIONAAL CRISISPLAN 2012-2016 Versie juli 2014 - Deze pagina is bewust leeg gelaten - 2 Voorwoord De Veiligheidsregio Midden- en

Nadere informatie

Addendum Beleidsplan 2012-2015 Bestuursvisie op fysieke veiligheid in Zeeland

Addendum Beleidsplan 2012-2015 Bestuursvisie op fysieke veiligheid in Zeeland Addendum Beleidsplan 2012-2015 Bestuursvisie op fysieke veiligheid in Zeeland Waarom een addendum? Het beleidsplan 2012-2015 is op 7 juli 2011 in een periode waarop de organisatie volop in ontwikkeling

Nadere informatie

Regionaal Crisisplan Haaglanden. Regionaal

Regionaal Crisisplan Haaglanden. Regionaal Regionaal Crisisplan Haaglanden Regionaal Crisisplan Haaglanden Regionaal Crisisplan Haaglanden t.b.v. multidisciplinaire rampenbestrijding en crisisbeheersing Door: Brandweer Haaglanden GHOR Haaglanden

Nadere informatie

Bijlage E: Observatievragen

Bijlage E: Observatievragen Bijlage E: Observatievragen Inhoudsopgave Waarnemervragen Meldkamer (MK) Waarnemervragen Commando Plaats Inicident (CoPI) Waarnemervragen Regionaal Operationeel Team (ROT) Waarnemervragen Team Bevolkingszorg

Nadere informatie

De veiligheidsregio Midden- en West-Brabant is gebaseerd op verlengd lokaal bestuur en is een samenwerkingsverband tussen 26 gemeenten.

De veiligheidsregio Midden- en West-Brabant is gebaseerd op verlengd lokaal bestuur en is een samenwerkingsverband tussen 26 gemeenten. BELEIDSPLAN 2011-2015 VEILIGHEIDSREGIO MIDDEN- EN WEST-BRABANT Bijlage 3. Sturing en organisatie De veiligheidsregio Midden- en West-Brabant is gebaseerd op verlengd lokaal bestuur en is een samenwerkingsverband

Nadere informatie

REFERENTIEKADER REGIONAAL CRISISPLAN 2009. Procesmodellen

REFERENTIEKADER REGIONAAL CRISISPLAN 2009. Procesmodellen REFERENTIEKADER REGIONAAL CRISISPLAN 2009 Het Referentiekader Regionaal Crisisplan 2009 Leeswijzer Begin vorig jaar is het projectteam Regionaal Crisisplan, in opdracht van de Veiligheidskoepels, gestart

Nadere informatie

Regionaal Crisisplan 2012-2016 VRMWB. Regionaal Crisisplan 2012-2016

Regionaal Crisisplan 2012-2016 VRMWB. Regionaal Crisisplan 2012-2016 Regionaal Crisisplan 2012-2016 1 2 Voorwoord De Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant omvat een gebied met veel uiteenlopende risico s. Veel ramp- en crisisscenario s kunnen zich potentieel in onze

Nadere informatie

GRIP Zeeland. Veiligheidsregio Zeeland. Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure. (afgeleid van het landelijke referentiekader GRIP)

GRIP Zeeland. Veiligheidsregio Zeeland. Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure. (afgeleid van het landelijke referentiekader GRIP) Veiligheidsregio Zeeland Vijf V s van Veiligheid Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure GRIP Zeeland (afgeleid van het landelijke referentiekader GRIP) Voorkomen Wij signaleren risico

Nadere informatie

Aan Regiegroep 17.02.2014. Aan Veiligheidsdirectie 27.02.2014. Goedkeuring Dagelijks bestuur 26.03.2014. Vaststelling Algemeen Bestuur 09.04.

Aan Regiegroep 17.02.2014. Aan Veiligheidsdirectie 27.02.2014. Goedkeuring Dagelijks bestuur 26.03.2014. Vaststelling Algemeen Bestuur 09.04. Voorstel CONCEPT AGP 12 Aan : Algemeen Bestuur Datum : 9 april 2014 Bijlage : 1 Steller : Ruud Huveneers Onderwerp : Continuïteitsplan sleutelfunctionarissen hoofdstructuur Algemene toelichting De Veiligheidsregio

Nadere informatie

GRIP regeling VRMWB. Grip-regeling

GRIP regeling VRMWB. Grip-regeling Grip-regeling 2012-2016 1 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding 4 1.1 Wet- en regelgeving 6 1.1.1 Regionaal Crisisplan 6 1.2 Doelgroep 6 2. GRIP 7 2.1 Introductie 7 2.2 Uitgangspunten 7 2.3 Organieke structuur

Nadere informatie

Collegevoorstel. Inleiding. Feitelijke informatie. Zaaknummer: BVJL11. Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio Brabant-Noord

Collegevoorstel. Inleiding. Feitelijke informatie. Zaaknummer: BVJL11. Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio Brabant-Noord Zaaknummer: BVJL11 Onderwerp Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio Brabant-Noord Collegevoorstel Inleiding Met de vaststelling van de Wet veiligheidsregio s heeft de veiligheidsregio Brabant-Noord de verplichting

Nadere informatie

STAPPENPLAN IMPLEMENTATIE WATERRAND

STAPPENPLAN IMPLEMENTATIE WATERRAND STAPPENPLAN IMPLEMENTATIE WATERRAND HOE TE KOMEN TOT EEN ADEQUATE ORGANISATIE VAN INCIDENTBESTRIJDING OP HET WATER? IN AANSLUITING OP HET HANDBOEK INCIDENTBESTRIJDING OP HET WATER Uitgave van het Projectbureau

Nadere informatie

Rol van de veiligheidsregio bij terrorismegevolgbestrijding. Paul Verlaan, Directeur Veiligheidsregio Brabant-Noord/ Brandweer Brabant-Noord

Rol van de veiligheidsregio bij terrorismegevolgbestrijding. Paul Verlaan, Directeur Veiligheidsregio Brabant-Noord/ Brandweer Brabant-Noord Rol van de veiligheidsregio bij terrorismegevolgbestrijding Paul Verlaan, Directeur Veiligheidsregio Brabant-Noord/ Brandweer Brabant-Noord Inhoud Veiligheidsregio algemeen Rol van de veiligheidsregio

Nadere informatie

Handboekje crisisorganisatie. Versie: oktober 2010

Handboekje crisisorganisatie. Versie: oktober 2010 Handboekje crisisorganisatie Versie: oktober 2010 2 Crisisorganisatie 3 Voor het bestrijden en beheersen van grootschalige incidenten of rampen moet de hulpverleningsorganisatie binnen korte tijd kunnen

Nadere informatie

De bestuurlijke aansturing van de crisisbeheersing

De bestuurlijke aansturing van de crisisbeheersing Kennispublicatie De bestuurlijke aansturing van de crisisbeheersing Infopunt Veiligheid Crises houden zich niet aan geografische of bestuurlijke grenzen. Bij een crisis van meer dan plaatselijke of regionale

Nadere informatie

Systeemtest Rapportage op basis van toetsingskader

Systeemtest Rapportage op basis van toetsingskader Systeemtest 2014 Rapportage op basis van toetsingskader Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Legenda 3 3 Totaaloverzicht 5 4 Invulling toetsingskader 6 4.1 Basisvereisten organisatie 6 4.2 Basisvereisten alarmering

Nadere informatie

Beschrijving Incident- en crisismanagementorganen Drenthe/Assen

Beschrijving Incident- en crisismanagementorganen Drenthe/Assen Beschrijving Incident- en crisismanagementorganen Drenthe/Assen 25 juni 2007 Inhoudsopgave: Inleiding... 2 1 Motorkapoverleg (MKO)... 2 2 Commando Plaats Incident (CoPI)... 2 2.1 Taken... 3 2.2 Bemensing...

Nadere informatie

Versie nummer datum Opmerking november 2011 Vastgesteld door Algemeen Bestuur november 2012 Vastgesteld door Algemeen Bestuur

Versie nummer datum Opmerking november 2011 Vastgesteld door Algemeen Bestuur november 2012 Vastgesteld door Algemeen Bestuur Versie: 1.5 Datum: 8 november 2012 Versie geschiedenis Versie nummer datum Opmerking 1.0 10 november 2011 Vastgesteld door Algemeen Bestuur 1.5 8 november 2012 Vastgesteld door Algemeen Bestuur 2 Inhoudsopgave

Nadere informatie

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING Officiële uitgave van gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant. Nr. 420 14 december 2015 Organisatiebesluit Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant

Nadere informatie

GECOÖRDINEERDE REGIONALE INCIDENTENBESTRIJDINGSPROCEDURE ROTTERDAM-RIJNMOND

GECOÖRDINEERDE REGIONALE INCIDENTENBESTRIJDINGSPROCEDURE ROTTERDAM-RIJNMOND GECOÖRDINEERDE REGIONALE INCIDENTENBESTRIJDINGSPROCEDURE ROTTERDAM-RIJNMOND Colofon Dit document is tot stand gekomen onder regie van de afdeling Crisisbeheersing. Adres Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond

Nadere informatie

DOEN WAAR JE GOED IN BENT. De crisisorganisatie in Drenthe op hoofdlijnen

DOEN WAAR JE GOED IN BENT. De crisisorganisatie in Drenthe op hoofdlijnen DOEN WAAR JE GOED IN BENT De crisisorganisatie in Drenthe op hoofdlijnen DIT MOET ANDERS In 2009 besloot het bestuur van de Veiligheidsregio Drenthe om crisisbeheersing op een andere manier vorm te geven

Nadere informatie

Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015

Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 versie 3.0 28 sep 2011 definitief deze pagina is bewust leeg gelaten Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland 2011-2015 versie

Nadere informatie

Crisismodel GHOR. Landelijk model voor de invulling van het geneeskundige deel van het regionaal crisisplan. Versie 1.0 Datum 4 juni 2013

Crisismodel GHOR. Landelijk model voor de invulling van het geneeskundige deel van het regionaal crisisplan. Versie 1.0 Datum 4 juni 2013 Crisismodel GHOR Landelijk model voor de invulling van het geneeskundige deel van het regionaal crisisplan. Versie 1.0 Datum 4 juni 2013 Status Definitief Besluit Raad DPG d.d. 26 april 2013 Beheer PGVN

Nadere informatie

Regionaal Crisisplan Twente

Regionaal Crisisplan Twente Regionaal Crisisplan Twente Colofon Titel : Regionaal Crisisplan Twente Subtitel : Versie : 2.2 Opdrachtgever : Auteur : Enschede, 08 juni 2015 2015, Veiligheidsregio Twente Niets uit dit rapport mag worden

Nadere informatie

Bijlage: Korte beschrijving hoofd- en ondersteunende processen

Bijlage: Korte beschrijving hoofd- en ondersteunende processen Bijlage: Korte beschrijving hoofd- en ondersteunende processen 1. Bevolkingszorg Communicatie Doel: Het proces communicatie richt zich op besluitvorming, samenwerking, afstemming en coördinatie met het

Nadere informatie

CONVENANT. SLOTERVAART ZIEKENHUIS VEILIGHEIDSREGIO Amsterdam-Amstelland SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VOOR RAMPEN EN CRISES

CONVENANT. SLOTERVAART ZIEKENHUIS VEILIGHEIDSREGIO Amsterdam-Amstelland SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VOOR RAMPEN EN CRISES CONVENANT SLOTERVAART ZIEKENHUIS VEILIGHEIDSREGIO Amsterdam-Amstelland SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VOOR RAMPEN EN CRISES 2012 Ondergetekenden: 1. Het Slotervaart, gevestigd te Amsterdam, in deze rechtsgeldig

Nadere informatie

Voorstel aan de raad. Nummer: B11-18866. Punt 10 van de agenda voor de vergadering van 10 april 2012. Onderwerp Voorstel inzake Kadernota Veiligheid.

Voorstel aan de raad. Nummer: B11-18866. Punt 10 van de agenda voor de vergadering van 10 april 2012. Onderwerp Voorstel inzake Kadernota Veiligheid. Voorstel aan de raad Nummer: B11-18866 Punt 10 van de agenda voor de vergadering van 10 april 2012. Onderwerp Voorstel inzake Kadernota Veiligheid. Wordt nagezonden. 1 Inhoud Over dit document... 3 Hoofdstuk

Nadere informatie

Over dit document... 4. Hoofdstuk 1 Inleiding... 6 Landelijke en regionale uitgangspunten... 8

Over dit document... 4. Hoofdstuk 1 Inleiding... 6 Landelijke en regionale uitgangspunten... 8 1 Inhoud Over dit document... 4 Hoofdstuk 1 Inleiding... 6 Landelijke en regionale uitgangspunten... 8 Hoofdstuk 2 Uitgangspunten... 8 Processen rampenbestrijding en crisisbeheersing... 9 Processen en

Nadere informatie

Regionaal Crisisplan VRD

Regionaal Crisisplan VRD Regionaal Crisisplan VRD Werkgroep MOV Datum: 29 juni 2011 Versienummer 1.0 2/30 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 1.1 Inleiding 3 1.2 Wettelijk en procedureel kader regionale crisisbeheersing 3 1.3 Definitie

Nadere informatie

AGENDAPUNT VOOR HET AB

AGENDAPUNT VOOR HET AB AGENDAPUNT VOOR HET AB Agendapunt: 2014.04.02/06 Datum vergadering: 2 april 2014 Onderwerp: Portefeuillehouder: Indiener: Operationele Regeling VRU Mevrouw Westerlaken Jacqueline Buitendijk 1. Gevraagd

Nadere informatie

Regionaal Crisisplan VRD

Regionaal Crisisplan VRD Regionaal Crisisplan VRD Veiligheidsregio Drenthe Datum: juli 2014 2/37 Inhoud 1. INLEIDING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Wettelijk en procedureel kader regionale crisisbeheersing... 3 1.3 Definitie crisis...

Nadere informatie

Regionaal Crisisplan We werken vanuit de behoefte. Zorg voor veiligheid

Regionaal Crisisplan We werken vanuit de behoefte. Zorg voor veiligheid Regionaal Crisisplan 2016-2019 We werken vanuit de behoefte Zorg voor veiligheid Inhoudsopgave 1. Inleiding...3 1.1 Uitgangspunten...3 2. Bevoegdheden...4 2.2 Bestuurlijke verantwoordelijkheden binnen

Nadere informatie

Brandweer GHOR Politie Gemeenten. Crisisplan IJsselland 2015-2018. Veiligheid: voor elkaar

Brandweer GHOR Politie Gemeenten. Crisisplan IJsselland 2015-2018. Veiligheid: voor elkaar Brandweer GHOR Politie Gemeenten Crisisplan IJsselland 2015-2018 Veiligheid: voor elkaar 2 Crisisplan IJsselland 2015-2018 Inhoud Voorwoord 5 1 Algemeen 7 1.1 Risicoprofiel 7 1.2 Doel en toepassing 8 1.3

Nadere informatie

Over dit document 4. Hoofdstuk 1 6 Aanleiding 6 Relatie met andere plannen 6 Uitgangspunten en prestatie-eisen 6 Monitoren en evalueren 7

Over dit document 4. Hoofdstuk 1 6 Aanleiding 6 Relatie met andere plannen 6 Uitgangspunten en prestatie-eisen 6 Monitoren en evalueren 7 1 Inhoud Over dit document 4 Hoofdstuk 1 6 Aanleiding 6 Relatie met andere plannen 6 Uitgangspunten en prestatie-eisen 6 Monitoren en evalueren 7 Hoofdstuk 2 Fasering ramp/crisis 8 Inleiding 8 Fasering

Nadere informatie

Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen veiligheidsregio s, politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland

Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen veiligheidsregio s, politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen veiligheidsregio s, politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland Partijen A. Veiligheidsregio s Twente, IJsselland, Noord- en Oost-Gelderland, Gelderland-Zuid

Nadere informatie

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Supplement u. Functie officier van dienst Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 1 sub u Besluit personeel veiligheidsregio

Nadere informatie

Regionaal Crisisplan VRZHZ

Regionaal Crisisplan VRZHZ Regionaal Crisisplan VRZHZ Algemeen Referentie: Regionaal Crisisplan VRZHZ Opgesteld door: Projectteam RCP Status: Versie 1.0 Datum: 16 juni 2011 Pagina 1/50 Inhoudsopgave 1. Algemeen... 3 1.1 Doel...

Nadere informatie

Uniforme fasering Waterbeheerders Advies Commissie Crisisbeheersing Versie 9 10 januari 2012

Uniforme fasering Waterbeheerders Advies Commissie Crisisbeheersing Versie 9 10 januari 2012 Bijlage 1 1. Inleiding Uniforme fasering Waterbeheerders Advies Commissie Crisisbeheersing Versie 9 10 januari 2012 1.1 Aanleiding Bij de bestrijding van incidenten en rampen zijn naast de algemeen bestuurlijke

Nadere informatie

CRISISPLAN Veiligheidsregio Kennemerland 2015

CRISISPLAN Veiligheidsregio Kennemerland 2015 CRISISPLAN Veiligheidsregio Kennemerland 2015 VASTGESTELD DOOR AB 16 FEBRUARI 2015 INGANGSDATUM 1 APRIL 2015 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Inleiding... 4 1. Crisisbeheersing... 7 1.1. Kaders... 7 1.2.

Nadere informatie

Colofon: Dit document is tot stand gekomen in opdracht van Het bestuur van Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid

Colofon: Dit document is tot stand gekomen in opdracht van Het bestuur van Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid Colofon: Dit document is tot stand gekomen in opdracht van Het bestuur van Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid Adres: Postbus 350 3300 AJ Dordrecht www.vrzhz.nl Druk: versie 3.0 september 2013 Beheer: Het

Nadere informatie

Regionaal Crisisplan Definitief vastgesteld op 04-07-2014

Regionaal Crisisplan Definitief vastgesteld op 04-07-2014 Regionaal Crisisplan Definitief vastgesteld op 04-07-2014 Pagina 2 van 25 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 2 1 Inleiding 3 1.1 Een levend document voor een dynamische wereld 3 1.2 Doel en kader van het Regionaal

Nadere informatie

Voorgestelde maatregelen Systeemoefening Prisma 14 juni 2012

Voorgestelde maatregelen Systeemoefening Prisma 14 juni 2012 Systeemoefening Prisma 14 juni 2012 1 Inleiding Op 14 juni 2012 heeft in de avonduren de oefening Prisma plaatsgevonden. Hiermee is uitvoering gegeven aan het gestelde in artikel 2.5.1. van het Besluit

Nadere informatie

Basiskennis crisisbeheersing

Basiskennis crisisbeheersing Basiskennis crisisbeheersing Reader bij e-learning basiskennis crisisbeheersing (versie 2.2) Expertgroep basiskennis crisisbeheersing Redactie: Sjan Martens Basiskennis crisisbeheersing Reader bij e-learning

Nadere informatie

GRIP 5 en GRIP Rijk. Opsteller. Multidisciplinaire projectgroep o.l.v. team Kennis VrZW Versie 1.0 Ingangsdatum 1 juli 2014 Status

GRIP 5 en GRIP Rijk. Opsteller. Multidisciplinaire projectgroep o.l.v. team Kennis VrZW Versie 1.0 Ingangsdatum 1 juli 2014 Status GRIP 5 en GRIP Rijk Opsteller Multidisciplinaire projectgroep o.l.v. team Kennis VrZW Versie 1.0 Ingangsdatum 1 juli 2014 Status Definitief Vaststelling door / datum Algemeen Bestuur Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland

Nadere informatie

Afsprakenlijst behorende bij het Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en ProRail

Afsprakenlijst behorende bij het Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en ProRail Afsprakenlijst behorende bij het Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen s, Politie en Art. 1 Doelen Partijen maken afspraken over: 1. organiseert bijeenkomsten voor de Doorlopend naar - Het vergroten

Nadere informatie

Rampenplan Gemeente Assen 2007 Deel I: Algemeen

Rampenplan Gemeente Assen 2007 Deel I: Algemeen Rampenplan Gemeente Assen 2007 Deel I: Algemeen Rampenplan Gemeente Assen 2007 versie 9 mei 2007 Inleiding Het voorliggende Rampenplan Gemeente Assen 2007 beschrijft de organisatie en werkwijze van de

Nadere informatie

Lokaal bestuur en de Wet veiligheidsregio s

Lokaal bestuur en de Wet veiligheidsregio s Kennispublicatie Lokaal bestuur en de Wet veiligheidsregio s De 8 meest gestelde vragen Infopunt Veiligheid Al langer wordt algemeen erkend dat de bestrijding van rampen en crisis niet binnen de eigen

Nadere informatie

Bevolkingszorg. De weg naar een regionale organisatie

Bevolkingszorg. De weg naar een regionale organisatie Bevolkingszorg De weg naar een regionale organisatie 1 1. Inleiding In de 2 e helft van 2011 is het project Ontwikkeling Bevolkingszorg opgestart. Met dit project wordt beoogd dat de sectie Bevolkingszorg

Nadere informatie

MELDING EN ALARMERING

MELDING EN ALARMERING Over deze brochure In deze brochure staan de hoofdlijnen van het Coördinatieplan Rampenbestrijding Waddenzee. Dit plan beschrijft de samenwerking en afstemming die nodig is tussen overheden en hulpdiensten

Nadere informatie

Regionaal Crisisplan Werken vanuit de behoefte

Regionaal Crisisplan Werken vanuit de behoefte Regionaal Crisisplan 2016-2019 Werken vanuit de behoefte 1 Colofon Opdrachtgever: Veiligheidsregio Brabant-Noord et crisisplan is vastgesteld door de vergadering van het Algemeen Bestuur op 13 april 2017

Nadere informatie

Organisatieplan Multidisciplinaire crisisbeheersing en rampenbestrijding Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek

Organisatieplan Multidisciplinaire crisisbeheersing en rampenbestrijding Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek Organisatieplan Multidisciplinaire crisisbeheersing en rampenbestrijding Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek Datum 18 december 2014 Versie 1.0 Status Definitief Auteur Pieter Benschop, hoofd veiligheidsbureau

Nadere informatie

DE NIEUWE GHOR. 24 NOVEMBER 2011 Jan Woldman

DE NIEUWE GHOR. 24 NOVEMBER 2011 Jan Woldman DE NIEUWE GHOR 24 NOVEMBER 2011 Jan Woldman De GHOR komt in de pubertijd 13 jaar WAT NU? Andere omgeving Nieuwe Rector Nieuwe conrectrice De werelden van zorg en veiligheid Wetgeving Departement Sturing

Nadere informatie

Regionaal Crisisplan Utrecht 2014-2017

Regionaal Crisisplan Utrecht 2014-2017 Regionaal Crisisplan Utrecht 2014-2017 Regionaal Crisisplan Utrecht Opgesteld door: projectteam crisisplan, samengesteld uit deelnemers vanuit gemeenten, politie, RMC, waterschappen, VRU Het beheer van

Nadere informatie