Lokale eenheden. Lokale eenheden. burenhulp. 100 centrale. OVD opschaling. Gouverneur

Transcriptie

1 BIJLAGE 1 BIJSTAND BRANDWEER Lokaal incident Lokale eenheden succesvol Bestrijding gevolgen eenheden Lokale eenheden burenhulp Lokale eenheden Extra bijstand Massale ontplooiing GMZ Middelburg 100 centrale Bgm s ROVD opschaling OVD opschaling Bgm s CdK via vz. RBZ Gouverneur Extra bijstand Massale ontplooiing succesvol aanvraagprocedure 1 = operationeel overleg 2 = bestuurlijk overleg / besluitvorming Effectieve inzet 1

2 BIJLAGE 2 BIJSTAND GENEESKUNDIGE KETEN Incident in België HC 100 Opstarten MIP* GMZ/CPA * In overleg met DMH wordt gevraagde hulp uit Nederland gedefinieerd. Ambulances MMT Geneeskundige combinatie Rode Kruis DMH / moeder- MUG vraagt bijstand Nederland via Gouverneur RGF Belgische diensten RGI Nederlandse diensten 2

3 BIJLAGE 3 BIJSTAND GENEESKUNDIGE KETEN Incident in Nederland GMZ/CPA Opschalen* HC 100 * In overleg met RGF wordt gevraagde hulp uit België gedefinieerd. Ambulances MUG DMH Rode Kruis RGF vraagt bijstand België via CvdK DMH / moeder- MUG Nederlandse diensten Belgische diensten 3

4 BIJLAGE 4 FINANCIëLE REGELING BIJSTAND De bijstandsregelingen kennen als primair uitgangspunt het verlenen van bijstand aan het buurland volgens het principe met gesloten beurzen. In Nederland is per 8 april 2002 het Besluit rijksbijdragen bijstands- en bestrijdingskosten van kracht geworden (gepubliceerd Staatsblad 50, 2002). Dit besluit strekt tot het eenduidiger omschrijven van de berekeningssystematiek van bijstands- en bestrijdingskosten, en tot een vereenvoudiging van de afwikkeling van de toekenning van de bijdragen. Een Nederlandse gemeente die bijstand aanvraagt, dient alle nota s van de bijstandsverlenende instanties en bedrijven te verzamelen en in te dienen bij de Minister. Daarbij wordt door de Minister een drempelbedrag van ,- gehanteerd, omdat van een gemeente mag worden verwacht dat calamiteiten van een geringe omvang door de gemeente zelf kunnen worden opgevangen. Gekozen is ook voor een vaste eigen bijdrage van de bijstandsverlenende regio of gemeente van 4.500,- per bijstandsverlening. Echter voor de kosten van bijstandsverlening aan België (of Duitsland) is geen sprake van een eigen bijdrage. Een aanvraag voor de bijdrage bij de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties kan slechts worden ingediend door provincies, gemeenten, organisaties en diensten die bijstand hebben verleend, door tussenkomst van de Commissaris van de Koningin van de (meest) betrokken provincie. De Minister verleent geen bijdrage in die gevallen waarin bijstand wordt verleend in het kader van de zogeheten burenhulp. Het betreft hier zuiver assistentie. 4

5 BIJLAGE 5 STROOMSCHEMA COMMUNICATIE De afspraken in het burgemeestersprotocol worden hieronder schematisch weergegeven. Vanzelfsprekend zet het protocol niet de formele procedure opzij, waarbij ook de Commissaris van de Koningin en de Gouverneur de autoriteiten vormen die de gemaakte afspraken in het landsgrensoverschrijdend overleg moeten bekrachtigen. INCIDENT met grensoverschrijdend effect GMZ Middelburg 100 centrale RovD opschaling OVD opschaling Betrokken burgemeesters Betrokken burgemeesters Formeel overleg CvdK en betrokken Gouverneur De gemeenschappelijke Meldkamer Zeeland en de 100-centrale plegen afstemming over het niveau van de aanpak. Voor België betekent dit de vraagstelling welke Fase is/wordt afgekondigd. Voor Nederland is de keuze voor een bepaalde Grip. Daarna gaat een vertegenwoordiger van de operationele diensten desgewenst naar de incidentlocatie in het buurland en voegt zich bij de hoogst-leidinggevende. ============ 5

6 BIJLAGE 6 COMMUNICATIE POLITIE Informatievoorziening Regiopolitie Zeeland bij INCIDENT IN BELGIE MET IMPACT BUITEN LANDSGRENZEN 100 centrale BRW (B) Brugge/Gent 101 centrale POL (B) Brugge/Gent CSD Coordinatie en Steun Dienst Zal automatisch door 100 en/of 101 centrale worden ingelicht. GMZ MIDDELBURG Regiopolitie Zeeland (NL) Activeren Operationele Staf Provincie MOTORKAP OVERLEG NEDERLAND CTPI Lokale afhandeling Nederland CORT / RCC Liaison STAF GBO (Algemeen Lid) STAF GBO 6

7 BIJLAGE 7 BURGEMEESTERSPROTOCOL GRENSOVERSCHRIJDENDE INFORMATIEVERSCHAFFING EN ALARMERING BIJ RAMPEN EN ANDERE CRISES IN DE EUREGIO SCHELDEMOND H I E R N A G E N O E M D E P A R T I J E N, De burgemeesters van de gemeenten langs de rijksgrens in de Belgische provincies West-Vlaanderen en Oost-Vlaanderen en in de Nederlandse provincie Zeeland, Gelet op de Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk België inzake wederzijdse bijstandverlening bij het bestrijden van rampen en ongevallen van 14 november 1985 alsmede de Eerste Aanvullende Overeenkomst van 5 februari 1990; op de Gemeenschappelijke Verklaring van de Minister van Binnenlandse Zaken van de Federale Regering van België, de Minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Buitenlands Beleid van de Vlaamse Regering, de Minister-President en de Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken van de Waalse Regering, de Minister en Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van Nederland en de Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken van Nederland inzake grensoverschrijdende samenwerking van 5 februari 2002; op de Benelux-Overeenkomst van 12 september 1986 inzake grensoverschrijdende samenwerking tussen territoriale samenwerkingsverbanden of autoriteiten; op de Overeenkomst tussen de Commissaris der Koningin in de provincie Zeeland en de Gouverneur van de provincie Oost-Vlaanderen ter nadere regeling van de wederzijdse bijstandsverlening in het kader van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk België inzake wederzijdse bijstandsverlening bij het bestrijden van rampen en ongevallen en ter regeling van de informatie-uitwisseling ondertekend te 's-hertogenbosch op 10 juni 1992; op de Overeenkomst tussen de Commissaris der Koningin in de provincie Zeeland en de Gouverneur van de provincie West-Vlaanderen ter nadere regeling van de wederzijdse bijstandsverlening in het kader van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk België inzake wederzijdse bijstandsverlening bij het bestrijden van rampen en ongevallen en ter regeling van de informatie-uitwisseling, ondertekend te 's-hertogenbosch op 10 juni 1992; op de instelling van de Provinciale Veiligheidscel Oost-Vlaanderen in het kader van de rampenbestrijding door de Gouverneur van de provincie Oost- Vlaanderen, ingesteld te Gent op 4 november 1987; op de instelling van de Provinciale Veiligheidscel West-Vlaanderen in het kader van de rampenbestrijding door de Gouverneur van de provincie West- Vlaanderen, ingesteld te Brugge op 5 december 2002; 7

8 op de Samenwerkingsovereenkomst Openbare Veiligheid Zeeland in het kader van de rampenbestrijding tussen provincie Zeeland, de gemeenten in Zeeland, de waterschappen in Zeeland en Rijkswaterstaat, directie Zeeland, ondertekend te Vlissingen op 22 november 1993, waarbij de Commissaris van de Koningin in de provincie Zeeland optreedt als voorzitter van de Stuurgroep Samenwerking Openbare Veiligheid Zeeland; op de beslissing van de ministerraad van 11 maart 1988, waarbij aan de Gouverneur van de provincie West-Vlaanderen bevoegdheden inzake de bestrijding van rampen op het water voor de kust van België werden toegekend; op de Afzonderlijke overeenkomst inzake de wederzijdse hulpverlening bij rampen of ernstige ongevallen en de organisatie van gezamenlijke rampoefeningen tussen de Gouverneur van de provincie West-Vlaanderen en de Prefect van de Regio Nord-Pas-de-Calais, Prefect van het Departement Nord, ondertekend op 15 oktober 1999; op de Overeenkomst ter bevordering structureel overleg rampenbestrijding Zeeland en West-Vlaanderen te Zeebrugge op 29 november 2000; op de Intentieverklaring bevordering structureel overleg rampenbestrijding Zeeland en Oost-Vlaanderen" te Zelzate op 29 mei 2000; op de bestaande burenhulpovereenkomsten tussen gemeenten in de grensstreek; op de Waterstaatswet 1900, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, de Wet verontreiniging oppervlaktewateren en de Wet op de waterstaatshuishouding; op de inspanningen in dit verband verricht door de Vakgroep Veiligheid werkzaam in het kader van de Euregio Scheldemond; op het Rampenprotocol Euregio Scheldemond zoals ondertekend door de Gouverneur van de provincie West-Vlaanderen, de Gouverneur van de provincie Oost-Vlaanderen, de Commissaris van de Koningin in Zeeland en de griffier van de provincie Zeeland op 14 april 2003; op het Handboek Euregionale Samenwerking Rampenbestrijding Scheldemond; Overwegende Dat dit Protocol een aanvulling is op de bestaande interventieplannen of rampenplannen; Zijn het volgende overeengekomen: I. Informatieverschaffing Artikel 1. De burgemeesters van de gemeenten langs de rijksgrens in de Belgische provincies West-Vlaanderen en Oost-Vlaanderen en in de Nederlandse provincie Zeeland stellen vast dat - met het oog op een mogelijke weerslag 8

9 c.q. doorwerking binnen het gebied van aan de andere zijde van de grens gelegen gemeenten - ten behoeve van de onmiddellijke alarmering en informatievoorziening van de burgemeester(s) en de operationele hulpverleningsdiensten in de volgende gevallen de hieronder beschreven procedure wordt gevolgd. Artikel 2. De burgemeester van een Belgische gemeente, waar zich een incident voordoet op het terrein van de openbare orde en veiligheid, voor welk incident - binnen het in België gebruikelijke systeem voor opschalingsfasering c.q. maatregelen wordt afgekondigd: - Fase 2 of hoger; of - de procedure Ramen en deuren sluiten ; of - indien het incident een grote publieke belangstelling heeft; of - bij incidenten in een Post-Sevesobedrijf met effecten buiten het bedrijf; doet van dit incident onmiddellijk melding aan de burgemeester(s) van de Nederlandse aangrenzende gemeente(n) en bericht deze melding aan de Gouverneur. Artikel 3. De burgemeester van een Nederlandse gemeente, waar zich een incident voordoet op het terrein van de openbare orde en veiligheid, voor welk incident - binnen het in Nederland gebruikelijke systeem voor opschalingsfasering c.q. maatregelen wordt ingesteld: - een coördinatieteam plaats incident (CTPI) of commando rampterrein (CORT) of regionaal coördinatie centrum (RCC); - het besluit Ramen en deuren sluiten ; of - indien het incident een grote publieke belangstelling heeft; of - bij incidenten in een Post-Sevesobedrijf met effecten buiten het bedrijf; doet van dit incident onmiddellijk melding aan de burgemeester(s) van de Belgische aangrenzende gemeente(n) en bericht deze melding aan de Commissaris van de Koningin. II. Alarmering Artikel 4. De alarmering van België naar Nederland geschiedt op de volgende wijze: a. De Leider Operaties meldt het incident terstond aan de dienstdoende 100-centrale; b. De 100-centrale stelt zich ter zake terstond in verbinding met de Gemeenschappelijke Meldkamer Zeeland te Middelburg; c. De Gemeenschappelijke Meldkamer Zeeland te Middelburg alarmeert onmiddellijk de burgemeester(s) van de betrokken buurgemeenten en de betrokken operationele hulpverleningsdiensten. d. Enkel in geval van dringende spoed wordt toepassing gegeven aan artikel 17 Wet op het Politie-ambt, op basis waarvan rechtstreekse 9

10 verwittiging door de politie zal plaatsvinden aan de politiediensten en aan de burgemeester in het buurland. Artikel 5. De alarmering van Nederland naar België geschiedt op de volgende wijze: a. De Operationeel Leider meldt het incident terstond aan de Gemeenschappelijke Meldkamer Zeeland te Middelburg; b. De Gemeenschappelijke Meldkamer Zeeland te Middelburg stelt zich ter zake terstond in verbinding met de betreffende 100-centrale; c. De 100-centrale alarmeert onmiddellijk de burgemeester(s) van de betrokken buurgemeenten en de betrokken operationele hulpverleningsdiensten. III. Vervolg-informatieverschaffing Artikel 6. Nadat de alarmering op de bovenbeschreven wijze heeft plaatsgevonden vindt de verdere informatievoorziening plaats tussen de Officier van Dienst van het betrokken Belgisch Brandweerkorps en de Regionaal Officier van Dienst van de Regionale Brandweer Zeeland. Artikel 7. Het Burgemeestersprotocol treedt in werking de dag na de ondertekening en geldt voor onbepaalde duur. Gedaan te Zaffelare (B.) Op 14 april 2003 Aldus vastgesteld en ondertekend door de volgende burgemeesters: De burgemeester van Sluis, De burgemeester van Terneuzen, De burgemeester van Hulst, De burgemeester van Knokke-Heist, De burgemeester van Damme, De burgemeester van Brugge, De burgemeester van Maldegem, De burgemeester van Eeklo, De burgemeester van Assenede, De burgemeester van Zelzate, De burgemeester van Wachtebeke, De burgemeester van Gent, De burgemeester van Moerbeke-Waas, De burgemeester van Stekene, De burgemeester van Sint-Niklaas, De burgemeester van Sint-Gillis-Waas, De burgemeester van Beveren, 10