gemeente Eindhoven Uitnodiging aan Aanw. Uitnodiging aan Aanw. drs. A.B. Sakkers burgem. drs. J. Verheugt griffier mw. A.C.

Transcriptie

1 gemeente Eindhoven Inboeknummer Bladnummer 1317 Aanwezig 41 leden 5 januari 2004 Verslag voor de raad van de gemeente Eindhoven Betreft openbare vergadering van maandag 3 november 2003, locatie Raadzaal, Stadhuisplein 1, aanvang uur, schorsing uur, vervolg uur, schorsing uur. Uitnodiging aan Aanw. Uitnodiging aan Aanw. drs. A.B. Sakkers burgem. drs. J. Verheugt griffier mw. A.C. van Alphen de VVD mw. mr. dr. G.J.M. van den PvdA Veer-Paulen Biggelaar J.G.J.M. van den Biggelaar PvdA mw. drs. J.G.C.L. Breuers GL mw. S. Bulut-Kapucu PvdA W.J. Burema PvdA M.J.A.M. van Bussel H.W.A. van Dijck LE LE mw. L.M.P. van Dootingh- Heijungs G.J.H. Dijsselbloem D66 mw. Drs. M.C.T. Fiers PvdA A.J.W.M. Geerts LE B.J.M. Gerard SP mw. H.J.M.C. van Herk CDA A.F.W. Houben OAE J.A.G. van Hout F. van Iersel CDA SP mw. H.M.E. Jacobs-van Nisselrooij drs. H.M.F. Janssen PvdA mw. E.M.H. Joosten CDA mw. M.T. Kamphorst SP R.M. Kerkwijk GL mw. P.J.F. van Kessel-Jansen PvdA mw. N.G.E.C. Keunen-Habets LE drs. H.J. Kielenstijn LE K.T. Kocak CDA mr. P.P.H.A. Leenders CDA P.J. van Liempd PvdA J.J. van der Meer PvdA mw. Ing. S.E. de Niet GL mw. J.A. Oomen LE S. Panchoe CDA mw. A.A.H.M. Pax LE J.B.W.M. Peters LE mw. R.B. Dos Ramos- Verstraeten CDA A.J.A. Rennenberg mw. ir. A. Romijn D66 VVD OAE VVD ing. R.A.M. Rooijakkers LE ir. J. Rozendaal VVD mr. M.C.J. de Schepper D66 J.C. Schut VVD N.H. Stoevelaar CDA mr. P.H.F.G. Verhaegh VVD A.H.C. Vestjens CDA dr. ir. J.M. Vleeshouwers Stadspartij

2 Wethouders: ir. W.G.J. Claassen mw. ir. J. Kuppens A.M.C.J. Pastoor P.J.C. van der Grinten mw. drs. G.M. Mittendorff mw. drs. M. Schreurs mw. G. Kok-Mol gem. secr. wnd. Afwezig de dames drs. M.C.T. Fiers (PvdA) en R.B. dos Ramos- Verstraeten (CDA) en de heren J.G.J.M. van den Biggelaar (PvdA) en H.J. Kielenstijn (Leefbaar Eindhoven). 1318

3 Overzicht van het behandelde Vaststellen van de volgorde van de agenda. Benoemingen. Onderzoek van de geloofsbrieven van het benoemd verklaarde lid de heer M.F. Oosterveer en eventuele beslissing van de geschillen welke aangaande die geloofsbrieven of de verkiezing zelve mochten rijzen. Installatie van het lid van de gemeenteraad de heer M.F. Oosterveer. Het benoemen van de heer ir. J. Rozendaal als voorzitter van de raadscommissie bestuurlijke pijler. (Voorstel 03.R ). Herzien raadsvoorstel tot het benoemen van een lid in de raadscommissie ruimtelijke pijler. (Voorstel 03.R ). Het benoemen van een voorzitter, een vice-voorzitter en leden van de Adviescommissie Seniorenbeleid. (Voorstel 03.R ). Het ontheffen van een lid van het lidmaatschap van de raadscommissie sociaal economische pijler. (Voorstel 03.R ) Het ontheffen van een lid van het lidmaatschap van de stadsdeelcommissie Strijp. (Voorstel 03.R ). Vaststellen van de notulen van de openbare vergadering van 1 en 12 september Vragenhalfuur ex artikel 44 van het Reglement van orde van de raad. Fractie Onderwerp Beantwoord door: D66 ITC problematiek Wethouder Claassen 1319

4 Onderwerpen waarover discussie wordt verwacht alvorens tot besluitvorming te komen. Het vaststellen van de wijzigingsverordening 2004 Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Eindhoven. (Voorstel 03.R ). Het vaststellen van het programma en overzicht 2004 voorzieningen huisvesting onderwijs. (Voorstel 03.R ). Voorstel en nadere toelichting inzake subsidieovereenkomst Marathon Eindhoven (Voorstel 03.R ). Onderwerpen waarover geen of nauwelijks discussie wordt verwacht om tot besluitvorming te komen. Budget voor de fusie van GGD-en. (Voorstel 03.R ). De organisatie Regionale Meld- en Coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten (RMC). (Voorstel 03.R ). Het vaststellen van het bestemmingsplan IV Acht Noord C. (Voorstel 03.R ). Voorstel en nadere toelichting inzake terugwerkende kracht functiewaardering. (Voorstel 03.R ). Het onttrekken van een verbindingsweg tussen de Le Sage ten Broeklaan en de Dr. Schaepmanlaan, nabij de Schouwburg, met inbegrip van de aanpalende parkeerplaatsen en voetpaden aan het openbaar verkeer. (Voorstel 03.R ). Het verlenen van garantie aan Tennisvereniging Genneper Parken ten behoeve van het aangaan van een geldlening voor realisering van lichtmasten op twee all weather tennisbanen. (Voorstel 093.R ). 1320

5 Het vaststellen van de Financiële verordening gemeente Eindhoven (ex artikel 213 Gemeentewet). (Voorstel 03.R ). Het vaststellen van de Controleverordening Eindhoven gemeente Eindhoven (ex artikel 213 Gemeentewet). (Voorstel 03.R ). Advies over de bezwaarschriften van de heer A.C.M.S. Jansen (De Hoeven Beheer B.V., Servicebureau Jansen, ADS e-services B.V. i.o.), de heer P.H.N. van Eijk ( Op Acht Beheer B.V.) en MCB Nederland B.V., gericht tegen het voorbereidingsbesluit bedrijventerrein Goederendistributiecentrum Acht. (Voorstel 03.R ). Het benoemen van een accountant. (Voorstel 03.R ). Enkele spoedaanvragen voor bekostiging van voorzieningen in de onderwijshuisvesting. (Voorstel 03.R ). Voorstel tot het wijzigen van de begroting Wijz.nr. Bedrag Onderwerp Verleggen kunststof zandingestrooid sportoppervlak. Ehv. Noord Subsidiering van het OVVA Eindhoven Raadsinformatiebrieven ter kennisname. Ingekomen stukken Sluiting Besluiten 1 t/m

6 Verslag van het gesprokene De Voorzitter opent om uur de vergadering en vraagt enkele ogenblikken stilte voor gebed of overdenking. Vaststellen van de agenda. De Voorzitter: Ik stel u voor punt III.3 van de agenda als laatste te behandelen of anders om zes uur. Ik heb overigens de stille hoop dat wij deze vergadering ruim voor zes uur kunnen afronden. De heer Van Bussel: Punt IX.10, de benoeming van de accountant, zal weinig discussie vergen, maar ik verzoek u mij in de gelegenheid te stellen verslag te doen van de werkgroep accountancy. De Voorzitter: Dat komt vanzelf goed. De heer Dijsselbloem: Bij punt IX.7 zullen wij een amendement en een motie indienen. Misschien moet het punt daarom naar VII worden verplaatst, maar ik laat de beslissing daarover graag aan u over. De Voorzitter: In mijn agenda is aangetekend dat dit punt nauwelijks discussie zal oproepen. Ik zou het daarom gewoon willen laten staan. De heer Vleeshouwers: Ik had wat betreft de snelheid waarmee wij deze agenda kunnen afwerken dezelfde conclusie getrokken als u. Ik zou daarom willen voorstellen de agendapunten onder VII te verplaatsen naar IX. Deze voorstellen hebben in de commissie weinig discussie opgeroepen, wij mogen ervan uitgaan dat het nu niet anders zal zijn. De Voorzitter: Ik stel voor de volgorde te handhaven, maar uw signaal is helder. Overigens worden geen wijzigingen in de agenda voorgesteld. III.1a. Onderzoek van de geloofsbrieven van het benoemd verklaarde lid van de raad de heer M.F. Oosterveer en eventuele beslissing van de geschillen welke aangaande de geloofsbrieven of de verkiezing zelve mochten rijzen. Mevrouw Breuers: Mijnheer de voorzitter. De commissie, belast met het onderzoek van de geloofsbrieven van de heer M.F. Oosterveer, wonende te Eindhoven, heeft deze geloofsbrieven onderzocht en in orde bevonden. Zij adviseert mitsdien de benoemd verklaarde toe te laten als lid van de raad. 1322

7 De Voorzitter: Ik stel voor conform het advies van de commissie te besluiten. Aldus wordt besloten. III.1b. Installatie van het lid van de gemeenteraad de heer M.F. Oosterveer. De heer M.F. Oosterveer legt in handen van de voorzitter de bij de wet vereiste eed af. De Voorzitter: Ik wens u van harte geluk met de aanvaarding van het raadslidmaatschap. Ik schors de vergadering. Schorsing. De Voorzitter: Ik heropen de vergadering. III.1 Voorstel tot het benoemen van de heer ir. J. Rozendaal tot voorzitter van de raadscommissie Bestuurlijke Pijler. (voorstel 03.R ). Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten. Zie besluit nr. 1. III.2. Voorstel tot het benoemen van een lid in de raadscommissie Ruimtelijke Pijler. (voorstel 03.R ). Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten. Zie besluit nr. 2. III.4. Voorstel tot het ontheffen van een lid van het lidmaatschap van de raadscommissie Sociaal-economische Pijler. (voorstel 03.R ). Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten. Zie besluit nr. 3. III.5. Voorstel tot het ontheffen van een lid van het lidmaatschap van de stadsdeelcommissie Strijp. (voorstel 03.R ). 1323

8 De heer Janssen: Mijnheer de voorzitter. Wij hebben nu een aantal voorstellen gehad over de bezetting van de commissies. Het lijkt mij goed dat wij eens nader spreken over niet benoemde raadsleden en het tempo van de wisselingen in de commissies. Ik meen dat dat geen goed teken is. De Voorzitter: Ik stel voor er in de commissie Bestuurlijke Pijler aandacht aan te besteden. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten. Zie besluit nr. 4. IV. Vaststellen van de notulen van de openbare vergaderingen van 1 en 12 september (de ontwerpen hebben voor de leden van de raad ter inzage gelegen). Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming worden de notulen van de openbare vergaderingen van 1 en 12 september 2003 ongewijzigd vastgesteld. V. Besloten vergadering. Er zijn geen voorstellen die in beslotenheid moeten worden behandeld. VI. Vragenhalfuur ex artikel 44 van het Reglement van orde van de raad. Vragen van de fractie van D66 inzake de ITS-waardigheid van het stadhuis. Mevrouw Van Dootingh-Heijungs: Mijnheer de voorzitter. Op 8 juli bereikte mij het bericht 'Stadhuis ITS-waardig'. Dat verbaasde mij en met mij het Gehandicaptenplatform Eindhoven zeer. Deze commissie heeft in 2002 een scan gemaakt van het stadhuis volgens het handboek Toegankelijkheid en aanbevelingen gedaan voor heel wat grote en kleine aanpassingen. Het verslag daarvan is door u in ontvangst genomen en daarna heeft geen enkel overleg meer plaatsgevonden. Op 18 juni 2003 vond door BTB Bouwadvies uit Tilburg een keuring plaats in opdracht van het Provinciaal Gehandicaptenoverleg. Het bouwbureau heeft een aantal opmerkingen gemaakt en aanbevelingen gedaan. Toch adviseert het aan het Landelijk Bureau Toegankelijkheid het ITS toe te kennen. Het heeft wel enkele malen zijn akkoord met de bestaande situatie afhankelijk gemaakt van eventuele klachten. Dat is de verkeerde volgorde. Hoe weten burgers waar zij moeten zijn als er een duidelijke omissie is in de toegankelijkheidseisen? Het Landelijk Bureau heeft het ITS toegekend in de verwachtingen dat op punten, waarop nog niet aan de eisen wordt voldaan, zo snel mogelijk de nodige aanpassingen worden gerealiseerd. De gemeente Eindhoven is door het Bouwadviesbureau op de hoogte gesteld van de punten die moeten worden verbeterd. Bovendien worden voor visueel 1324

9 gehandicapten en andere groepen die nu nog onderbelicht zijn scherpere regels in de ITS-eisen opgenomen. In verband hiermee heeft mijn fractie enkele vragen. Wat heeft de gemeente Eindhoven gedaan met de aanbevelingen van het PGE? Wat heeft zij gedaan met de opmerkingen en aanbevelingen van BTB Bouwadvies? Is de gemeente bereid om, indien scherpere eisen ten aanzien van andere groeperingen worden gesteld, daaraan ook aandacht te besteden? In het antwoord op vragen van mevrouw Kamphorst over dit onderwerp spreekt u over vervolgafspraken met het PGE. Wij zijn benieuwd wat de afspraken zijn. Kunt u ons er iets meer over vertellen? Wethouder mevrouw Kuppens: Mijnheer de voorzitter. Bij ITS zijn er twee verschillende adviestrajecten. Oorspronkelijk heeft BTB geadviseerd en aanbevelingen gedaan, de meerderheid ervan is in dit gebouw verwerkt. Daarnaast heeft het PGE met de Werkgroep Toegankelijkheid het gebouw bezocht en aanbevelingen gedaan. Op basis van het BTB-advies is het ITS toegekend. Daarna bleek dat PGE een lijstje had van gebreken aan dit gebouw. Wij hebben begin oktober met PGE overlegd en daarbij is afgesproken dat wij alle adviezen meenemen in een groter geheel van de aanpassingen die aan het gebouw nodig zijn. Er komt dus een dossier met aanpassingen aan het stadhuis. Een aantal adviezen van BTB en PGE nemen wij over, enkele worden waarschijnlijk niet overgenomen als gevolg van een afweging tussen kosten, architectuur en het belang van toegankelijkheid. De aandacht voor de toegankelijkheid dient blijvend te zijn. Het is denkbaar dat in de loop der jaren nieuwe inzichten groeien, die wij op dat moment moeten beoordelen. Wij zullen proberen aanpassingen als gevolg daarvan parallel te laten lopen aan andere aanpassingen die in de loop der jaren nodig zijn. Er komt dus een verzameldossier van wijzigingen en aanpassingen in het gebouw. De ITS-aanbevelingen maken daarvan deel uit. Mevrouw Van Dootingh-Heijungs: Mijnheer de voorzitter. Wanneer kunnen wij verwachten dat uw toezeggingen vorm krijgen? Het is ons duidelijk dat veranderingen nodig zijn, maar de vraag is wanneer zij worden gerealiseerd. Mevrouw Kamphorst: Mijnheer de voorzitter. Ik heb al in september vragen over dit onderwerp gesteld, die de vorige week zijn beantwoord. Ik had willen vragen of wij ze in de eerstvolgende commissievergadering kunnen behandelen, ik veronderstelde dat dit in de Sociaal-economische Pijler hoorde. De antwoorden die ik heb gekregen, roepen meer vragen op. Vermeld is dat de toewijzing van het ITS terecht is, maar wij hebben daarbij vraagtekens. Wethouder mevrouw Kuppens: Het college is niet verantwoordelijk voor de toekenning van het ITS, maar voor de aanvraag ervan. Het wordt vervolgens door een andere organisatie toegekend en dat is gebeurd, hoewel het gebouw nog elementen 1325

10 bevat die uit een oogpunt van toegankelijkheid minder zijn. U kunt daarover een discussie beginnen, maar ik kan er niets anders over zeggen. Mevrouw Kamphorst: Ik heb begrepen... De Voorzitter: Het is niet de bedoeling dat tijdens het vragenhalfuurtje wordt geïnterrumpeerd. Als u vragen en opmerkingen hebt, kunt u er zeker in de commissie aandacht voor vragen. Wethouder mevrouw Kuppens: Het onderwerp gehandicapten hoort in mijn portefeuille, de WVG en de WZI in de portefeuille van collega Claassen. Bovendien heeft deze kwestie te maken met de portefeuille van wethouder Pastoor als het om gebouwen gaat. Ik beantwoord deze vragen omdat ik contact heb gehad met PGE. Ik heb twee maal per jaar contact met deze organisatie en daarin is dit onderwerp aan de orde gekomen. Bij die gelegenheid hebben wij nadere afspraken gemaakt. Binnen enkele maanden komt in het college een overzicht aan de orde van de punten die wij al dan niet aanpakken. Als de raad er nog iets mee wil, is dat het moment met het college te discussiëren over aannemen van de aanbevelingen van PGE en BTB. VII.1. Voorstel tot het vaststellen van de wijzigingsverordening 2004 Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Eindhoven. (voorstel 03.R ). De heer Gerard: Mijnheer de voorzitter. Wij gaan akkoord met dit voorstel, ik zal over de verordening als zodanig niets zeggen, maar in het voorstel staat een financiële passage die ik bij het volgende punt wil meenemen. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten. Zie besluit nr. 5. VII.2. Voorstel tot het vaststellen van het programma en overzicht 2004 voorzieningen huisvesting onderwijs. (voorstel 03.R ). De heer Gerard: Mijnheer de voorzitter. In de commissie heeft de SP een negatief oordeel gegeven over dit voorstel, sindsdien hebben wij geprobeerd een grondige studie te maken van dit onderwerp. Dat heeft tot gevolg dat ik er een aantal opmerkingen over wil maken. De presentatie van het huisvestingsverhaal vinden wij uitermate chaotisch. Het heeft mij, samen met twee financiële topambtenaren, vier manuren gekost om te begrijpen wat er eigenlijk staat. Nu begrijp ik het in hoofdlijnen en volgens mij ben ik de enige in deze raad. Stukken behoren niet op deze manier te zijn geschreven, zo is 1326

11 controle onmogelijk. Ik noem een detail als voorbeeld. In de bijlagen voor de commissie worden twee reserves genoemd, de egalisatiereserve onderwijshuisvesting en de reserve onderwijshuisvesting in brede zin. Ik heb in de programmabegroting naar deze reserves gezocht en ik heb er maar een van de twee gevonden. Bij navraag blijkt dat men de twee reserves bij elkaar heeft geteld en weggeschreven als een reserve met de naam van een van beide. Als u verwarring wilt wekken, moet u dat op deze manier doen en het stuk staat vol met verwarrende passages. Herkomst van gelden, doelen en wegen zijn niet duidelijk. Voor alle duidelijkheid stel ik vast dat het allemaal goudeerlijk is en dat er nergens sprake is van enige fraude, het is alleen verschrikkelijk moeilijk en verwarrend gepresenteerd. Het is een brij en als je na aanwending van veel dure ambtelijke tijd je voeten uit die brij hebt getrokken, ontstaat de volgende conclusie. Wij komen terug op het standpunt dat wij in de commissie hadden ingenomen. Met het huisvestingsprogramma 2004 is niets mis, daarom stemt de SP uiteindelijk voor het voorstel. Met het huisvestingsprogramma voor 2005 en volgende jaren is van alles mis. Als de rookgordijnen, die het stuk waarschijnlijk onbedoeld oproept, zijn weggetrokken, resteert een somber beeld. U hebt een structureel budget dat als gevolg van de financiële systematiek oploopt tot 2 miljoen in 2007 en daarna 1,5 miljoen keldert. Volgens het programma van samenwerking duurt de structurele financiering maar tot U hebt een incidenteel budget van 11,3 miljoen, dat is tot stand gekomen onder wethouder Van der Spek. Daarop teert u in en als u daarmee klaar bent, hebt u 13,8 miljoen uitgegeven. Het bedenkelijks daarbij is waarschijnlijk dat het grotendeels opgaat aan routine. Het enige niet routinematige onderdeel is de bouw van spilcentra in 2003 en nieuwbouw van twee basisscholen. Dan is het budget uitgeput en zelfs negatief. U hebt een egalisatiereserve met een incidenteel karakter. Zij bevat 6,3 miljoen en een stel dure negatieve PM-posten. Het is de vraag wat er uiteindelijk van overeind blijft. U hoopt 16,7 miljoen te krijgen uit het programma van samenwerking, maar dat zit nog niet in dit programma. 10 miljoen daarvan moet komen uit nieuw vastgoedbeleid, waarover de raad nog niet heeft gesproken omdat het nog moet worden ontwikkeld. De realiteitswaarde daarvan is nog niet duidelijk. Als alles mee zit, quod non, hebt u tot miljoen structureel en ongeveer 20 miljoen incidenteel. Daarmee moet u alles doen. Ik hoop dat de raad zich meer bewust wordt van de urgentie, want met deze middelen moet veel worden gedaan. Allereerst de reguliere vervangingen en uitbreidingen, die jaarlijks voor enkele miljoenen op de begroting staan. U moet hiermee het beleidsrijk kader uitvoeren, de spilcentra opzetten, de onderwijsvernieuwing, de spoedprocedures, de bouw van een nieuwe VMBO-school van 12 miljoen, een gymnastiekaccommodatie van 0,3 miljoen, de internationale campus van 12 miljoen en de school in Woensel- West betalen. U noemt daarbij niet de eventuele gevolgen van het Bouwbesluit, de gevolgen van de verkorting van de afschrijvingstermijn van 60 naar 40 jaar en de eventuele toekomstige bezuinigingen van de fraaie regering die nu in Den Haag zit. 1327

12 De raad zou zich de urgentie bewust moeten zijn. Ik stel mij een scenario voor, dat overigens heel gemakkelijk door een ander kan worden vervangen. Stelt u zich voor dat u met het structurele budget de reguliere vervangingen, de uitbreidingen, de spoedprocedures en de gymzaal kunt verzorgen. Dat lijkt mij erg optimistisch. Dan moet u met een incidenteel budget van hooguit 20 miljoen en waarschijnlijk veel minder alle andere zaken doen. Ik heb al vaker gezegd dat raad en college strategische keuzen moeten maken voor de kant die zij met de onderwijshuisvesting op willen. Op basis van wat wij nu weten is het ook voor de grootste optimist niet mogelijk een VMBO-school, spilcentra, de internationale campus en de school in Woensel-West te bouwen. Hiermee heb ik overigens nog niet alles genoemd, dan valt te denken aan het bouwbesluit, brandveiligheid, onderwijsvernieuwing, enz.. Ik heb een motie overwogen om de raad voor de Voorjaarsnota een strategische keuze te vragen. Ik heb idee als zinloos verworpen, omdat wij bij het huisvestingsprogramma 2005 niet om deze keuzen heen kunnen. De onderwijshuisvesting is op termijn gewoon failliet, tenzij er iets heel speciaals gebeurt. Ik zou graag willen dat de grote lijnen van het beleid voor onderwijshuisvesting aan de orde komen bij de Voorjaarsnota, aangezien wij daarbij volumes reserveren. Die volumes hadden al gereserveerd moeten zijn, zoals ik vaker heb gezegd, want op deze manier gaat het domweg mis. Dat komt door de overdracht, door een regering in het grijze verleden, van de onderwijshuisvesting met 400 miljoen achterstallig onderhoud, een efficiencykorting van 10% à 15%, aannemende dat de gemeenten dat konden compenseren, wat hier nog vrijwel niet is gebeurd. Er zijn nauwelijks synergie of opbrengsten van vastgoed. Daar komt tot slot bij dat wethouder van der Spek in zijn nadagen nog even snel de spilcentra ertussen heeft geëlleboogd, zonder zich zorgen te maken over de vraag hoe dat door zijn opvolgers financieel zou moeten worden geregeld. Ik hoop dat het college in staat zal zijn snel uiteen te zetten waar het in grote lijnen de keuzen maakt. Wat ons betreft komt de klassieke onderwijshuisvesting, inclusief het VMBO, op de eerste plaats, vervolgens de brede scholen en daarna de spilcentra. Wethouder mevrouw Mittendorff: Mijnheer de voorzitter. Ik ga graag in op de uitnodiging van de heer Gerard om in het voorjaar de grote lijnen voor onderwijs te schetsen en de keuzen die het college en hopelijk ook de raad daarbij maken. Het lijkt mij goed op dit moment nog even pas op de plaats te maken. Ik heb al toegezegd dat ik vanaf december met een aantal kaders zal komen, die betrekking hebben op verschillende integrale huisvestingsplannen. Op basis van de kaders en plannen die er dan zijn, kunnen wij dan een gedegen discussie voeren. De grote lijnen van het beeld dat u schetst kan ik niet weerspreken. Dat beeld is niet positief voor onderwijs. Er gebeuren goede dingen en wij hebben op dit moment nog voldoende geld om ze te laten gebeuren, dus voldoende huisvesting te realiseren, voldoende verrijking te verzorgen, enz.. Met uw zorgen over de toekomst staat u niet alleen. Raad en college moeten ervoor zorgen dat de duidelijke lijnen er komen. 1328

13 Vanaf 2006 zullen wij voor onderwijs te weinig geld hebben, in 2005 zullen wij het nog goed redden, maar 2006 wordt problematisch. Wij hebben over de hele linie in 2006 problemen, daardoor wordt het een extra grote opgave om er echt iets aan te doen omdat wij niet kunnen compenseren uit andere gebieden. Voor 2006 en 2007 hebben wij, zonder de bezuinigingsopdrachten, geen sluitende begroting. Voor de toekomst zullen wij ons tezamen gedegen moeten beraden, om niet uit de losse hand, maar op basis van stukken, die ik eerder al heb toegezegd, noodzakelijke beslissingen te nemen. Ik heb er ook al op gewezen dat onze keuzen in een aantal gevallen niet de keuzen van de schoolbesturen voor het voortgezet onderwijs zullen zijn. Zij zullen zeker bij de raad aan de bel trekken om duidelijk te maken dat zij bepaalde maatregelen niet goed vinden. Toch hoop ik dat wij gezamenlijk zullen kunnen optrekken om de lijnen goed neer te zetten en te zorgen dat in de toekomst goed onderwijs is gewaarborgd. In die zin wil ik uw signaal opvatten. De heer Gerard: Mijnheer de voorzitter. De wethouder probeert een geruststellende deken van woorden over mij heen te leggen... Wethouder mevrouw Mittendorff: Niet geruststellend, want ik deel de zorg. De heer Gerard: Voor 2005 waren zij nog geruststellend en wij kunnen ons afvragen of wij in 2005 op de oude voet moeten doorgaan en dan in 2006 tegen de puinhoop moeten aankijken, dan wel of wij al in 2005 keuzen moeten maken. Ik wil er nog twee korte opmerkingen bij maken, een verdere inhoudelijke bespreking van dit stuk is onmogelijk. De wethouder zegt toe dat zij met de nodige informatie zal komen, ik vind dat zij moet worden betrokken bij de Voorjaarsnota. Dit onderwerp mag niet ook daar overheen worden getild. Ik stel voor dat u de ambtenaar en de afdeling die dit stuk hebben geproduceerd een schrijfcursus laat volgen, waar zij leren hoe zij de zaken zo moeten opschrijven dat zij worden begrepen en niet zo dat zij niet worden begrepen. Mevrouw Jacobs-van Nisselrooij: Mijnheer de voorzitter. Ik had ook nogal wat moeite om dit stuk helemaal te begrijpen en in te zien wat de potjes, zoals het egalisatiefonds en het fonds in brede zin, inhouden. Ik heb de ambtenaar gevraagd het mij eens uit te leggen, maar misschien is het goed dat in breder verband in de commissie te doen. De Voorzitter: U stelt dus voor de ambtenaar een cursus voor raadsleden te laten geven. Dat is een andere nuance dan het voorstel van de heer Gerard. De heer Gerard: Een goede presentatie zou bij dit onderwerp zeer op haar plaats zijn. 1329

14 Wethouder mevrouw Mittendorff: Mijnheer de voorzitter. Ik zeg graag toe dat voor meer informatie zal worden gezorgd, wij hebben al vaker informatieve bijeenkomsten gehad. Als de raad dit onderwerp nader toegelicht wil krijgen, geven wij aan die wens graag gevolg. Ik zal nagaan of ik ook over schrijfcursussen ga. Ik zal zorgen dat wij in 2004 hierover verder kunnen discussiëren, natuurlijk gaat het dan al om Ik weet niet in hoeverre wij daaraan begrotingswijzigingen kunnen koppelen, in elk geval kan het gesprek ook daarover gaan. Het zal voor een deel ook aan de raad liggen hoeveel haast hij ermee maakt. Zodra in december de eerste stukken beschikbaar zijn, die later worden aangevuld, zullen wij deze discussie voeren. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten. Zie besluit nr. 6. VII.3. Voorstel en nadere toelichting inzake subsidieovereenkomst Marathon Eindhoven (voorstel 03.R ). De heer De Schepper: Mijnheer de voorzitter. Mijn fractie heeft in de commissie een voorbehoud gemaakt, omdat wij ons eerst nog wilden beraden. De discussie in mijn fractie is inmiddels gevoerd en wij zijn tot de conclusie gekomen dat de marathonorganisatie op een heel doelmatige manier met weinig geld veel doet. Het extra budget om eens in de paar jaar iets extra's te kunnen doen, opdat goede tijden kunnen worden gelopen, is in dat licht gerechtvaardigd. Hoewel wij de dekking niet helemaal mooi vinden, zullen wij voor uw voorstel stemmen. Mevrouw Van Alphen de Veer-Paulen: Mijnheer de voorzitter. De Marathon is een geweldig evenement en dat moet het vooral blijven. Een aantal jaren geleden heeft de VVD-fractie, tot groot ongenoegen van de wethouder financiën en sport, een motie ingediend met het voorstel de subsidie te verhogen. Het heeft veel voeten in de aarde gehad, maar het is gelukt. Nu loopt het goed, hoewel het nagestreefde aantal deelnemers nauwelijks is gehaald en wij weten niet waarom nu moet worden uitgebreid. Ik lees dat het een topsportevenement moet zijn dat past bij een stad als Eindhoven en dat is het op dit moment. Verder wordt gesproken over het opzetten van een volksfeest dat de stad Eindhoven een dag in zijn ban heeft. Dat is op dit moment het geval. Wij weten dan ook niet waarom het nu allemaal moet veranderen. De Marathon heeft bovendien eigen vermogen. Niet onbelangrijk is dat de toeristenbelasting dreigt te worden afgeschaft. Derhalve zijn wij, mede gezien de huidige staat van onze financiën, tegen deze extra subsidie. Mochten alle plannen werkelijkheid worden, dan willen wij het nader bezien, maar op dit moment zijn wij tegen. 1330

15 De heer Gerard: Mijnheer de voorzitter. In de commissie had de SP nog een enerzijdsanderszijdsstandpunt, dat uiteindelijk doorsloeg naar voor. Na de commissievergadering heeft een kamermeerderheid zich uitgesproken tegen het voortbestaan van de toeristenbelasting, zodat niet duidelijk is of de dekking blijft bestaan. Dat is een belangrijke reden waarom het dubbeltje bij ons nu de andere kant op valt. Dit is een gesubsidieerde voorziening met een reserve van 30%, dat is heel behoorlijk in vergelijking met veel andere gesubsidieerde instellingen. De Marathon is een prachtig feest, maar dit is niet het urgentste onderwerp in de stad. Als de toeristenbelasting wordt afgeschaft, is de Marathon het enige evenement dat extra geld krijgt. De begrotingsbehandeling heeft er niet toe geleid dat enige voorziening structureel extra geld heft gekregen. Dat is niet uit leggen. Daarom kiezen wij voor een begroting op basis van ongewijzigd beleid, dus exclusief ,-- en zonder extra taakstelling. Als men om de drie jaar iets extra wil doen, kan dat als een incidentele bijdrage uit een evenementenpot. Als wij tegen stemmen, kan de marathon in de huidige vorm gewoon doorgaan. De heer Peters: Als wij er een gewoonte van maken vooruit te lopen op effecten van mogelijke wijzigingen, moeten wij ons ook zorgen maken over de eventuele gedeeltelijke afschaffing van de OZB. De heer Gerard: Het is te verwachten dat er bij de OZB een vorm van compensatie zal worden geregeld. Wethouder mevrouw Mittendorff: Mijnheer de voorzitter. De vraag is of wij een goede marathon hebben en of hij beter moet. Dat is een vraag die ik in de commissie en ook vandaag in de bijdrage van mevrouw Van Alphen de Veer heb beluisterd. Het is toch al een fantastisch feest waaraan veel mensen deelnemen en waarbij veel vrijwilligers zijn betrokken. Op dit moment is het inderdaad een fantastisch feest, dat kan mede op basis van onze subsidies, niet met de bedoeling uit te breiden, maar om de natuurlijk uitbreiding, die ontstaat doordat mensen enthousiast zijn en graag deelnemen, op te vangen. Als daarin niet zou worden voorzien, zou een limiet moeten worden bepaald. Uitbreiding is geen streven, maar wij willen wel een kans bieden. Men vindt het eigen vermogen belangrijk. De huidige penningmeester meldde mij dat hij bij zijn aantreden direct met een failliete club zat, omdat in dat jaar nogal wat records waren gebroken waarvoor flink moest worden betaald. Een marathonorganisatie heeft een buffer nodig om te kunnen betalen als er iets bijzonder gebeurt, als mensen echt heel goed hebben gelopen. Dit jaar is ook een record gebroken, hoewel men het graag nog een paar seconden sneller zou hebben gehad. 1331

16 De heer Gerard: Als dit het argument is, kan het probleem worden opgelost door een garantiestelling van de gemeente, zodat niet wordt betaald als geen records worden gebroken. Dan is geen structurele subsidie nodig. Wethouder mevrouw Mittendorff: Wij kiezen voor een structurele subsidie omdat wij niet weten wanneer het gebeurt, bij een garantiestelling moet altijd achteraf worden ingesprongen. Door de subsidie stellen wij de organisatie in de gelegenheid om te betalen op het moment waarop dat nodig is. Natuurlijk zijn er verschillende mogelijkheden, nu is voor deze oplossing gekozen. Wij stellen vast dat de marathonorganisatie met heel weinig geld heel veel realiseert. Dat is een groot compliment waard, ik begrijp dat de raad dat ook onderschrijft. Daarom zien wij geen bezwaar om bij de huidige manier van werken deze subsidie beschikbaar te stellen. Het gaat er niet om groter te worden of buiten Eindhoven te treden. Het moet een Eindhovens feest blijven voor Eindhovenaren en mensen van buiten die hier lopen. Het is de bedoeling dat verder vorm te geven. Mevrouw Van Alphen de Veer-Paulen: Dat verandert niets aan onze opvatting. Nu zijn er deelnemers en wordt gesproken over Dat maakt een enorm verschil. Wij stemmen in met punt 1, maar niet met de punten 2, 3 en 4. De heer Gerard: Wij stemmen in met het bestaande beleid en omdat het doel van het voorstel is dat beleid te wijzigen, stemmen wij tegen. Ik zou het aardig vinden als de wethouder hetzelfde verhaal zou vertellen als overal waar nu 'marathon' staat 'bibliotheek' zou staan. De heer Janssen: De meerderheid van mijn fractie zal voor het voorstel stemmen. Twee leden zijn tegen. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten, onder aantekening dat de fracties van de SP en de VVD en mevrouw Van den Biggelaar en de heer van Liempd geacht wensen te worden tegen te hebben gestemd. Zie besluit nr. 7. VIII. Actuele onderwerpen. geen. VIIA. geen. Burgerinitiatieven. VIIIB. Actuele moties. geen. 1332

17 IX.1. Voorstel inzake budget voor de fusie GGD-en. (voorstel 03.R ). Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten. Zie besluit nr. 8. IX.2 Voorstel met betrekking tot de organisatie Regionale Meld- en Coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten (RMC). (voorstel 03.R ). Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten. Zie besluit nr. 9. IX.3 Voorstel tot het vaststellen van het bestemmingsplan IV Acht Noord C. (voorstel 03.R ). Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten. Zie besluit nr. 10. IX.4. Voorstel en nadere toelichting terugwerkende kracht functiewaardering. (voorstel 03.R ). De heer Kocak: Mijnheer de voorzitter. In het stemadvies staat dat het CDA niet aanwezig was in de vergadering. Wij waren wel aanwezig, maar misschien is niet goed gecommuniceerd dat wij akkoord gaan met dit voorstel. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten. Zie besluit nr. 11. IX.5. Voorstel inzake het onttrekken van een verbindingsweg tussen de Le Sage ten Broeklaan en de dr. Schaepmanlaan nabij de schouwburg, met inbegrip van de aanpalende parkeerplaatsen en voetpaden aan het openbaar verkeer. (voorstel 03.R ). Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten. Zie besluit nr

18 IX.6 Voorstel tot het verlenen van een garantie aan Tennisvereniging Genneper Parken ten behoeve van het aangaan van een geldlening voor realisering van lichtmasten op twee all weather tennisbanen. (voorstel 003.R ). De heer Verhaegh: Mijnheer de voorzitter. Ik heb begrepen dat de wethouder een toelichting op dit voorstel zal geven, met name bij de vraag of wij niet het risico lopen dat wij straks door de bouw van het zwembad dit ongedaan moeten maken. De heer Kocak: Mijnheer de voorzitter. Wij zullen met dit voorstel instemmen. Wethouder mevrouw Mittendorff: Mijnheer de voorzitter. Gevraagd is goed na te gaan of er geen problemen zullen ontstaan voor de tennisbanen die worden verlegd ten behoeve van de bouw van het zwembad. Er zijn geen belemmeringen, de banen komen aan de overzijde van de weg. Er is dus geen enkele relatie. Ook ten behoeve van de habitatrichtlijn is voldoende gecontroleerd, waarbij is gebleken dat er geen problemen zijn. Ik hoop dat dit een voldoende antwoord is op de eerdere vraag. Ik meende dat het antwoord al schriftelijk was gegeven. Blijkbaar is dat niet gebeurd, als ik dat had geweten, had ik zonder nadere vraag het antwoord hier gegeven. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten. Zie besluit nr. 13. IX.7. Voorstel tot het vaststellen van de Financiële verordening gemeente Eindhoven (ex artikel 213 Gemeentewet). (voorstel 003.R ). De heer Dijsselbloem: Mijnheer de voorzitter. Wij hebben bij dit voorstel een amendement en een motie. Mijn fractie is van oordeel dat een essentiële taak van de raad ligt in het controleren van de wijze waarop het college het beleid uitvoert. Wij constateren dat in de jaaroverzichten kosten worden toegerekend aan programma's. In het kader van transparantie en de inzichtelijkheid van kostenposten vindt mijn fractie het van belang dat per programma minstens wordt aangetoond welk kosten vast en vrijwel niet beïnvloedbaar zijn en welke kosten wel beïnvloedbaar zijn. Dat kan de raad helpen bij het aansturen van het college, terwijl dit het college van dienst kan zijn bij de beoordeling van de interne gang van zaken. Het gaat om een tekstwijziging en wij stellen voor te besluiten: 1. aan artikel 2 een lid d toe te voegen en daarin op te nemen "de kostprijzen van programmaonderdelen uitgesplitst naar het vaste en variabele kostendeel".' Een beetje naar analogie van het gebruik in de Tweede Kamer, waarin mei een vergadering plaatsvindt die wordt aangeduid met 'woensdag gehaktdag', stel ik voor iets dergelijks te doen. Dan wordt met name gekeken naar de afrekening van het 1334

19 voorgaande jaar. Voor Eindhoven zou dat betekenen dat per programma wordt gekeken naar de begrote kosten, het deel wat is gerealiseerd, de over- en onderschrijdingen, gekoppeld aan evaluaties en interne en externe onderzoeken. Het accountantsrapport kan ernaast worden gelegd. Het is dan van belang na te gaan wat is gerealiseerd voor de bedragen die wij beschikbaar hebben gesteld, wat niet is gerealiseerd en wat wij daarvan kunnen leren voor de toekomst. Daarom stellen wij de raad voor te besluiten: '1. jaarlijks een vergadering bijeen te roepen waarin uitsluitend de doelmatigheid en doelgerichtheid van het gevoerde beleid onderwerp zijn; 2. deze jaarlijkse vergadering voor de bespreking van de Voorjaarsnota te houden.' De heer Gerard: Mijnheer de voorzitter. De bedoeling van het amendement en de motie zijn ons sympathiek, wellicht stemmen wij zelfs voor. De vraag is wel waarin deze gehaktdag zich onderscheidt van de behandeling van de jaarrekening. Wat ons betreft is de bespreking van de jaarrekening bedoeld voor de aanpak die hier is voorgesteld. Misschien komt er in de praktijk niet veel van terecht, zoals bij de laatste jaarrekening, het is nog maar de vraag of er van een speciale dag meer terecht komt. De heer Dijsselbloem: De afgelopen jaren is het met de nadere beoordeling van doelmatigheid en doelgerichtheid niet steeds even goed gegaan. Bij de Voorjaarsnota wordt vooral vooruitgekeken, terwijl de functie van de door ons gesuggereerde vergadering vooral ligt in terugkijken naar het voorbije jaar met een accent op de financiële verantwoording. Deze motie is geen oproep aan het college, maar aan de raad. De heer Verhaegh: Het zou beter zijn geweest als wij dit voorstel vooraf zouden hebben gekregen. Ik zou een schorsing voor enig overleg dan ook op prijs stellen. De heer Janssen: Mijnheer de voorzitter. D66 heeft hier een punt. Ik was lid van de financiële werkgroep en ik heb herhaalde malen naar voren gebracht dat het erop lijkt dat de controlefunctie van de raad is gegroeid, maar dat de feitelijke kracht van de raad is afgenomen. In het verleden hadden wij een rekeningcommissie en een begrotingscommissie. Wij kenden daarnaast een financiële commissie en nu hebben wij alleen nog een financiële commissie, waarvan de vergaderingen vaak niet doorgaan. Juist de mensen in de commissie Financiële Pijler zouden moeten controleren. Bij de algemene beschouwingen hebben wij al geconstateerd dat het ontbreekt aan kengetallen en een juiste formulering van producten en programma's. Ik weet niet of de door D66 voorgestelde aanpak de juiste is, maar ik denk hierover graag mee. De controlefunctie van de raad op financieel terrein moet worden versterkt. 1335

20 De Voorzitter: Denkt u in de richting die de heer Gerard aanduidde, dus een verlevendiging van de behandeling van de rekening met de inhoud die de heer Dijsselbloem bedoelt of denkt u aan een nieuw fenomeen? De heer Gerard: Ik heb al eens voorgesteld de behandeling van de jaarrekening in twee delen te splitsen, een bijeenkomst over het financiële deel en een bijeenkomst over de inhoudelijke aspecten. Zij zouden kort na elkaar moeten plaatsvinden. Dat laatste ligt ongeveer in de lijn van het voorstel van D66, het zou logisch zijn het in het kader van de jaarrekening te doen. Wij hebben thema's geformuleerd die moeten worden uitgediept, maar in de praktijk blijkt dat verschillende partijen niet in staat zijn goed om te gaan met de jaarrekening. Kunnen wij in het presidium bekijken hoe wij het het beste kunnen doen? De heer Dijsselbloem: De motie is in feite een uitnodiging aan de raad en daarmee ook aan het presidium om een vorm te zoeken waarin het idee kan worden gerealiseerd. De suggestie van de heer Gerard om bij de behandeling van de jaarrekening een splitsing te maken in een inhoudelijk en een financieel deel spreekt mij aan. De heer Kocak: Ook mijn fractie heeft dit voorstel niet eerder gekregen en heeft dus niet kunnen overleggen. Ik begrijp dat D66 met haar motie aan het presidium de vraag voorlegt wat in de toekomst een goede aanpak kan zijn. De heer Kerkwijk: Volgens mij behoeven wij niet zo veel. Als de programmabegroting is zoals zij moet zijn, met duidelijke doelstellingen en kengetallen, geven de jaarrekening en het jaarverslag het inzicht daarin. Dan leidt het voorstel van de heer Gerard bij de behandeling het financiële en inhoudelijke deel uit elkaar te trekken tot het resultaat dat D66 wil. De heer Van Bussel: Mijnheer de voorzitter. In het amendement staat de harde bewering dat de raad zijn controlerende taak niet in voldoende kan vervullen. Wij hebben geconstateerd dat wij met de programmabegroting pas halfweg zijn en wij hebben afgesproken dat wij er met de financiële werkgroep verder aan zullen werk. Ik had daar willen voorstellen de echte materiële kosten, zoals huisvestings- en personeelskosten, apart inzichtelijk te maken. Ik begrijp dat dat een matrix is bij de verdeling. Wij moeten dit binnen de financiële werkgroep nader uitwerken en dan met een concreet voorstel komen. Ik vind het nu nog te vroeg. Vanaf 1 januari 2004 zijn doelmatigheid en doelgerichtheid van het beleid niet langer onderdeel van het accountantsonderzoek. Het wordt de taak van het college en het college zal zich daarover moeten verantwoorden. Ik verwacht dat het dat zal doen, dat kan in deze vorm, maar ik vind dat wij het aan hem moeten overlaten. Natuurlijk kunnen wij het uitnodigen het op deze manier te doen. De motie doet niet veel pijn, maar ik wacht graag de voorstellen van het college af. 1336

21 De Voorzitter: Mag ik uit de discussie opmaken dat u het signaal, dat in de motie van D66 is verwoord, overneemt en het presidium vraagt de jaarlijkse behandeling van de jaarrekening kritisch te bekijken en te bezien hoe de inhoudelijke aspecten daarbij worden ingevuld, zodat in de geest van de motie tot een vernieuwing kan worden gekomen? De heer Verhaegh: Ik wil er nu nog niets over zeggen. Er ontstaat een beeld van de standpunten, wij vinden er ook iets van, maar het zou goed zijn de motie en het amendement nu even van de agenda te halen en er op korte termijn in het presidium, de financiële werkgroep of de commissie Financiële Pijler op terug te komen. De Voorzitter: Als u instemt met de door de heer Dijsselbloem voorgestelde lijn, is de motie daarmee van tafel. De heer Rennenberg: Enige tijd geleden hebben wij al duidelijk gemaakt dat wij de Voorjaarsnota, de jaarrekening en het burgerjaarverslag graag als een geheel zouden willen behandelen. De jaarrekening moet aangeven wat er aan de hand is. Als daarbij goede toelichtingen worden gegeven, is een aanvulling niet meer nodig. Het voorstel, dat nu is gedaan, vraagt nog enig beraad, ik zou voor een behandeling in het presidium of de commissie Financiële Pijler zijn. Wethouder mevrouw Mittendorff: Mijnheer de voorzitter. Het is goed dat D66 de voorstellen in het amendement en de motie heeft gedaan, het zet veel mensen aan tot het maken van wijze opmerkingen. Ook mij lijkt het goed dat het presidium en de financiële werkgroep aan de slag gaan met de motie, zodat wij er in het kader van de jaarrekening goed op kunnen terugkomen. Het voorstel van de heer Gerard om een scheiding te maken tussen de financiële en inhoudelijke aspecten is sympathiek, dan kunnen de discussies op gang komen. Dan houden wij de inhoudelijke sturing die wij eigenlijk willen en blijft het niet alleen bij een financiële sturing. Werken volgens het voorstel in het amendement kan misschien door het werk van de accountant veel gaan kosten. Het zal niet meevallen dat uit te voeren. Eigenlijk zou dit moeten worden gevraagd aan een financiële werkgroep. De accountant neemt met de raad de jaarrekening door, dat lijkt mij het moment waarop de voorgestelde aanpak een goede aanvulling kan zijn. De raad bepaalt namelijk hoeveel het mag kosten, zodat hij dan meteen een kosten-batenanalyse kan maken en beoordelen of hij het werkelijk wil. Ik zou willen adviseren dat in de commissie Financiële Pijler of de financiële werkgroep te bespreken en dan een voorstel te doen. ik zou ervoor kiezen het nu te laten zoals het is. De heer Dijsselbloem: Mijnheer de voorzitter. Ik kan de suggestie van de wethouder goeddeels volgen. Als de meerderheid van de raad het amendement beschouwt als 1337

22 een opdracht aan het presidium en de commissie Financiële Pijler om scherper dan tot nu toe dergelijke aspecten in de rapportages mee te nemen, kan mijn fractie daarmee leven. Dat geldt ook voor de intentie van onze motie. Wij dienen de verschillende aspecten scherper te onderscheiden. Als er eenmaal een goede programmabegroting is en wij de budgetten beter kunnen volgen, zal het vanzelf al beter gaan. Als het op die manier via het presidium en de financiële werkgroep kan lopen, heeft mijn fractie er vrede mee. De Voorzitter: Mag ik hieruit opmaken dat u hiermee voldoende bent beantwoord, zodat het amendement en de motie niet in stemming behoeven te worden gebracht? De heer Dijsselbloem: Nog niet helemaal. Ik heb niet het gevoel dat de raad in ruime meerderheid deze opdracht aan het presidium en de commissie wil meegeven. Ik zou dat nog graag willen horen. De heer Verhaegh: Ik voel het meest voor de lijn die de wethouder voorstelt om deze punten eerst in de financiële werkgroep te behandelen. Het presidium gaat over de vraag hoe wij een en ander definitief in het vat moeten gieten. In die volgorde kan ik hiermee prima leven. De heer Kocak: De raad heeft vastgesteld dat de motie en het amendement positieve elementen bevatten, maar ik acht het te vroeg om er nu een beslissing over te nemen. Laten wij deze onderwerpen eerst in de financiële werkgroep bespreken. De heer Van Bussel: Het zou jammer zijn als wij in de financiële werkgroep deze voorstellen verder zouden bijschaven. Wij moeten het totaal ineens goed bezien en dan conclusies trekken. Wij moeten nu niet halverwege deze stap zetten, ik heb de indruk dat de intenties van de voorstellen algemeen worden onderschreven. De heer Rennenberg: Mijnheer de voorzitter. Wij volgen het voorstel van de wethouder. De heer Dijsselbloem: Ik begrijp dat de financiële commissie deze elementen zal meenemen in het plan van activiteiten, waarmee zij bezig is. Gezien de inhoud van de gedachtewisseling kan mijn fractie daarmee leven. De Voorzitter: Ik stel vast dat de motie en het amendement niet in stemming worden gebracht. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten. Zie besluit nr

23 IX.8. Voorstel tot het vaststellen van de Controleverordening gemeente Eindhoven (ex artikel 213 Gemeentewet). (voorstel 03.R ). Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten. Zie besluit nr. 15. IX.9. Voorstel advies over de bezwaarschriften van de heer A.C.M.S. Jansen (De Hoeven Beheer B.V., Servicebureau Jansen, ADS e.service B.V. i.o.), de heer P.H.N. van Eijk ("Op Acht" Beheer B.V.) en MCB Nederland B.V.. gericht tegen het voorbereidingsbesluit bedrijventerrein Goederendistributiecentrum Acht. (voorstel 03.R ). Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten. Zie besluit nr. 16. IX.10. Voorstel tot het benoemen van een accountant. (voorstel 03.R ). De heer Van Bussel: Mijnheer de voorzitter. Op het raakvlak van college en raad wordt nogal eens de stelling betrokken dat exact moet worden aangeduid wat des raads en wat des colleges is. Dat zijn aardige discussies, duidelijk is wel dat artikel 213 bepaalt dat de raad de accountant benoemt. In de geschiedenis van Eindhoven is dat vrij uniek, want vanaf 15 december 1992 heeft in verband met een buy-out van de interne accountantsdienst de raad nooit meer een accountant benoemd. Ik heb de indruk dat geen van de huidige leden van de raad ooit eerder de benoeming van een accountant heeft meegemaakt. In de werkgroep heb ik betoogd dat de rol van de raad ten opzichte van de accountant heel belangrijk is en dat daarvoor meer aandacht moet komen. Dat idee is redelijk opgepikt. Wij moeten de benoeming regelen zoals het behoort, daarvoor zijn signalen afgegeven. U hebt een projectgroep neergezet met een programma van eisen. Dat is goedgekeurd en daarna is de projectgroep binnen het wettelijke kader, met een aanbesteding, waarbij kan worden gekozen tussen openbaar en niet openbaar aanbesteden, nauwkeurig te werk gegaan. U hebt de lijnen uitgezet en in de beslotenheid van de werkgroep is het tot een openbare aanbesteding gekomen. De werkgroep heeft complimenten van een aantal aanbieders gekregen voor de behoedzaamheid en de nauwkeurigheid waarmee zij te werk is gegaan. Zelfs het openen van de offertes gebeurde in het openbaar en in aanwezigheid van alle aanbieders. Wij hebben gekozen voor een openbare aanbesteding omdat voorselectie zoals bij de andere vorm eigenlijk overbodig was, omdat wij maar een viertal aanbieders 1339

24 verwachtten. In feite hebben drie bureaus zich aangemeld om in de komende vijf jaar het accountantswerk voor de gemeente te doen. Wij hebben getracht om binnen het programma van eisen op een eerlijke manier tot een oordeel te komen. Een jaar geleden heb ik al in de raad duidelijk gemaakt dat het tijd werd voor een nieuwe accountant, het was een wens met een nieuw bureau te starten. Per 1 januari 2004 komt er een nieuw BBV, de oude comptabiliteitswetten vervallen. Het zou goed zijn geweest als dan een frisse start zou kunnen worden gemaakt, maar wij hebben ons aan regels te houden. De heer Janssen: U bedoelt met 'een frisse start' dus met een andere accountant. De heer Van Bussel: Ik heb een jaar geleden gezegd dat wij een nieuwe accountant moesten aantrekken. Met dit scenario hebben wij de Europese aanbesteding georganiseerd waarbij iedereen het recht heeft te reflecteren op de opdracht. Het is een wettelijke eis en de werkgroep heeft daaraan zorgvuldig gevolg gegeven. In het programma van eisen hebben wij de taak van de accountant precies omschreven, de gecertificeerde taak, de natuurlijke adviesfunctie, waarin op de accountant als sparringpartner moet kunnen worden vertrouwd, de bestuurlijke ondersteuning en eventueel het verzorgen van deelverklaringen. Wat betreft de bestuurlijke ondersteuning heb ik in de werkgroep de wens van de raad neergelegd om zijn rol nauwgezetter in beeld te krijgen. Dan gaat het om regulier overleg tussen de externe accountant en afgevaardigden van de raad om meer inzicht te krijgen. De meeste leden van de raad zijn op cijfermatig gebied leken, de accountant heeft ook de taak op een heldere wijze zijn moeilijke taak te verduidelijken, zodat de raad tot een betere oordeelsvorming kan komen. De aanbieders hadden verschillende kwaliteiten. De een kon bogen op een ruime ervaring in grote gemeenten, de andere had meer dan 80% van de gemeenten achter zich en daarmee een geweldige expertise, de derde had andere sterke troeven. Wij hebben ons op grond van een bepaald stramien een oordeel gevormd. Er zijn individueel punten gewaardeerd met bepaalde wegingsfactoren. Het was niemand van de negen leden van de werkgroep duidelijk wat de uitkomst zou zijn. Ik heb grote waardering voor de eerlijkheid, gedegenheid en objectiviteit van de leden. Uiteindelijk is op de laatste dag een optelsom gemaakt, waarbij een aanbieder het grootste aantal punten had. De inschrijvers hebben alle drie de kwaliteiten om deze klus voor de gemeente op een goede manier te klaren. Dat staat buiten kijf. De prijsstelling was een van de punten waarop wij moesten oordelen, u hebt in de nota gezien dat wij ,-- zijn uitgekomen beneden het budget. Dat is een ruggensteuntje voor de portefeuillehouder financiën die de vorige week wellicht slecht heeft geslapen na alle uitgaven waartoe hier is besloten. 1340