gemeente Eindhoven Uitnodiging aan Aanw. Uitnodiging aan Aanw. drs. A.B. Sakkers burgem. drs. J. Verheugt griffier mw. A.C.

Transcriptie

1 gemeente Eindhoven Inboeknummer Bladnummer 1404 Aanwezig 44 leden 6 februari 2004 Verslag voor de raad van de gemeente Eindhoven Betreft openbare vergadering van 8 december2003, locatie Raadzaal, Stadhuisplein 1, aanvang uur, schorsing uur, vervolg uur, einde uur. Uitnodiging aan Aanw. Uitnodiging aan Aanw. drs. A.B. Sakkers burgem. drs. J. Verheugt griffier mw. A.C. van Alphen de VVD mw. mr. dr. G.J.M. van den PvdA Veer-Paulen Biggelaar J.G.J.M. van den Biggelaar PvdA mw. drs. J.G.C.L. Breuers GL mw. S. Bulut-Kapucu PvdA W.J. Burema PvdA M.J.A.M. van Bussel H.W.A. van Dijck LE LE mw. L.M.P. van Dootingh- Heijungs G.J.H. Dijsselbloem D66 mw. drs. M.C.T. Fiers PvdA A.J.W.M. Geerts LE B.J.M. Gerard SP mw. H.J.M.C. van Herk CDA A.F.W. Houben OAE J.A.G. van Hout F. van Iersel CDA SP mw. H.M.E. Jacobs-van Nisselrooij drs. H.M.F. Janssen PvdA mw. E.M.H. Joosten CDA mw. M.T. Kamphorst SP R.M. Kerkwijk GL mw. P.J.F. van Kessel-Jansen PvdA mw. N.G.E.C. Keunen-Habets LE drs. H.J. Kielenstijn LE K.T. Kocak CDA mr. P.P.H.A. Leenders CDA P.J. van Liempd PvdA J.J. van der Meer PvdA mw. Ing. S.E. de Niet GL M.F. Oosterveer VVD S. Panchoe CDA mw. A.A.H.M. Pax LE J.B.W.M. Peters LE mw. R.B. Dos Ramos- Verstraeten D66 VVD CDA A.J.A. Rennenberg OAE VVD ing. R.A.M. Rooijakkers LE ir. J. Rozendaal VVD mr. M.C.J. de Schepper D66 J.C. Schut VVD N.H. Stoevelaar CDA mr. P.H.F.G. Verhaegh VVD A.H.C. Vestjens CDA dr. ir. J.M. Vleeshouwers Stadspartij

2 Wethouders: ir. W.G.J. Claassen mw. ir. J. Kuppens A.M.C.J. Pastoor P.J.C. van der Grinten mw. drs. G.M. Mittendorff mw. drs. M. Schreurs mw. mr. G. Kok-Mol gem. secr. Afwezig met kennisgeving mw. J.A. Oomen (Leefbaar Eindhoven) 1405

3 Overzicht van het behandelde Opening en mededelingen. Vaststellen van de volgorde van de agenda. Benoemingen. Het benoemen van een lid in de stadsdeelcommissie Strijp. (Voorstel 03.R ). Het ontheffen van een lid van het lidmaatschap van de raadscommissie Sociaal- Economische pijler. (Voorstel 03.R ). Het ontheffen van een lid van het lidmaatschap van de stadsdeelcommissie Stratum. (Voorstel 03.R ). Het benoemen van een lid van de monumentencommissie en het afhandelen van een klacht. (Voorstel 03.R ) Het doen van een voordracht van een lid voor het dagelijks bestuur van het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven. (Voorstel 03.R ). Bemensing van de Rekenkamercommissie ten behoeve van het onderzoek naar het subsidiebeleid en beheer. (Voorstel 03.R ) Vaststellen van de notulen van de openbare vergadering van 22 en 23 september Vragenhalfuur ex artikel 44 van het Reglement van orde van de raad. Partij Onderwerp Beantwoord door. PvdA Clausplein. Wethouder M. Schreurs. PvdA Grondwateroverlast Vonderkwartier. Wethouder G. Mittendorff. 1406

4 De Stadspartij Omzetten ID banen in reguliere banen. Wethouder W. Claassen. SP Voortbestaan Home. Wethouder M. Schreurs. Onderwerpen waarover discussie wordt verwacht alvorens tot besluitvorming te komen. De invoering van de Wet werk en bijstand. (Voorstel 03.R ). Voorstel met nadere toelichting en herzien ontwerpraadsbesluit inzake exploitatieopzet Winkelcentrum Woensel per 1 juli (Voorstel 03.R ). Voorstel met nadere toelichting en herzien ontwerpbesluit inzake aanscherping van de criteria bij het aanwijzen van locaties ten behoeve van huwelijkssluiting. (Voorstel 03.R ). Behandeling van ingekomen actuele moties. Onderwerpen waarover geen of nauwelijks discussie wordt verwacht om tot besluitvorming te komen. Vaststelling van een nieuwe fractiekostenverordening en enkele wijzigingen van de verordening rechtspositie raads- en commissieleden. (Voorstel 03.R ) De evaluatie Wet voorziening gehandicapten gemeente Eindhoven. (03.R ). De motie van leefbaar eindhoven met betrekking tot de boomgaard op het Goederen Distributie Centrum Acht. (Voorstel 03.R ). Het aanpassen van de Subsidieverordening gemeente Eindhoven 2002 (paragraaf 2.2.3, Subsidieregeling duurzame energie). (Voorstel ). Een wijziging van de aanwendingsmogelijkheden van de Reserve Mobiliteit ten behoeve van geluidsmeting Eikenburg-De Roosten. (Voorstel 03.R ). 1407

5 Het aanpassen van de Verordening inzake gemeentelijke belastingen en rechten voor het jaar 2004 (deel2): begraafplaatsen, leges, marktgeld en precariobelasting. (Voorstel 03.R ). Voorstel met nadere toelichting tot het vaststellen van de thema s in het Concernverslag (Voorstel 03.R ). De definitieve bouw van het Nationaal Zwembad. (Voorstel 03.R ). Voorstel met betrekking tot dekking extra kosten Loket W inzake voormalige Stichting Arbeid en Scholing (SAS). (Voorstel 03.R ). De dekking langdurigheidstoeslag (Voorstel 03.R ). Voorstel tot het verlenen van gemeentegarantie ten behoeve van Loket W voor de aankoop van kantoorpand Don Boscostraat 4. (Voorstel 03.R ). Voorstellen tot wijziging van de begroting 2004 Wijz.nr. Bedrag Omschrijving ,- Amendement 03, langdurigheidstoeslag ,- Amendement 05, breedtesport ,- Amendement 06, grondwateroverlastproblematiek ,- Amendement 10, antidisciminatiebeleid / balans ,- Amendement 23, eerste nood dak- en thuislozen ,- Programmalijn B5, verbetering bedrijfsvoering ,- Programmalijn B1, upgradings stadsdeelgericht werken; kleinschalig leefbaarheidsprojecten in stadsdelen 1408

6 ,- Programmalijn E3, upgrading winklestrips en kleine bedrijventerreinen ,- Programmalijn E6, externe ICT ,- Programmalijn R1/R2, monumentenbeleid ,- Programmalijn R2, ontwikkeling civic centers ,- Programmalijn R4, Onderhoud: schoon, heel en fleurig ,- Progra mmalijn R5, verbetering milieuzorg 2.9.a ,- Programmalijn S1, sociale agenda: Gimme shelter, Handvatten voor herstel 2.9.b ,- Programmalijn S1, sociale agenda 2.10.a ,- Programmalijn S2, onderwijs toegerust 2.10.b ,- Programmalijn S2, onderwijs toegerust, dekking uit vastgoedbeheer 2.11.a ,- Programmalijn S7, cultuur in de wijken: incidentele ombuiging 2.11.b ,- Programmalijn S7, cultuur in de wijken ,- Programmalijn S8, senioren zelfredzaam ,- Nieuwbouw Dynamo ,- Taakstelling nog te realiseren bezuinigingen ,- Stelpost tegenvallers septembercirculaire ,- Verbeterplan bedrijfsvoering ,- Onderhoudsvoorziening grote projecten Het nemen van een voorbereidingsbesluit voor het perceel hoek Rendierveld Wegedoornlaan ter plaatse van de toegang van het Schuttersbos. (Voorstel 03.R ). Het advies over de klacht van de heer J.L. van den Broek omtrent gang van zaken met betrekking tot de basisschool aan de Odysseuslaan. (Voorstel 03.R ). Het vaststellen van subsidieplafonds evenementen (Voorstel 03.R ). Het bekrachtigen van een noodverordening in verband met de ruiming van een tweetal vliegtuigbommen op 2 december (Voorstel 03.R ). 1409

7 Het nemen van vier voorbereidingsbesluiten. (Voorstel 03.R ). Voorstel tot het wijzigen van de begroting Wijz.nr. Bedrag. Onderwerp. 184 t/m ,- 2 e Algemene verzamelwijziging concernbegroting dienstjaar ,- Gemeentelijk Intranet eerste fase ,- Aanvullend investeringskrediet audiovisuele inrichting Van Abbemuseum. Raadsinformatiebrieven ter kennisname. Ingekomen stukken. Initiatiefvoorstel. Het uitkeren van een langdurigheidstoeslag aan ouderen die langdurig op een minimum zijn aangewezen. (Voorstel 03.R ). Sluiting. Besluiten nrs. 1 t/m

8 Verslag van het gesprokene De Voorzitter opent om uur de vergadering. Hierna spreekt hij als volgt: Dames en heren. Punt VIII.5 dient van de agenda te worden geschrapt, wat ook betekent dat enig huiswerk dat is gedaan en dat een amendement heeft opgeleverd, nu niet meer relevant is. De heer Schut: U zegt dat het punt wordt geschrapt, maar u zoudt moeten melden dat er een verzoek is gedaan om het te schrappen. het presidium en de raad bepalen of het wordt geschrapt. De Voorzitter: Wijkt hiermee uw verwachtingspatroon af van het mijne? De heer Schut: Ja, want ik wil vragen het alsnog te behandelen. De reden om het voorstel niet te behandelen ligt in het feit dat er geen financiën zouden zijn en mijn fractie heeft een idee om hiervoor de middelen te vinden. Dat idee zouden wij graag kenbaar willen maken. De Voorzitter: Het lijkt mij goed er bij de vaststelling van de agenda nog even op terug te komen. Het is passend bij het begin van deze vergadering onze hartelijke felicitaties aan Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Willem Alexander en Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Maxima uit te spreken bij de geboorte van een gezonde dochter. Verslag door de heer Van den Biggelaar van zijn werkbezoek aan De Vaal in Zuid- Afrika. De heer Van den Biggelaar: Mijnheer de voorzitter. Het komt mij voor dat het traditie moet worden dat een fractievoorzitter, als hij een stad bezoekt waarmee wij een stedenband hebben, daarna kort verslag daarvan doet. Daarmee vindt een terugkoppeling plaats en wordt tevens verantwoording afgelegd over de samen met de VNG door de gemeente betaalde reizen. Van 1 tot 9 november ben ik samen met collega Kielenstijn in Zuid-Afrika geweest. Wij hebben het daar af en toe ook over de politiek gehad, het was actueel, maar de mailtjes die ik daarna van de heer Kielenstijn kreeg met de aanhef 'Beste reismaat' of 'best reismaatje' tonen aan dat wij samen heel intensief zijn opgetrokken, waarbij wij hebben kennisgemaakt met projecten die onze stad daar organiseert. Het gaat daarbij om ondersteuning van het gemeentelijk apparaat en het forum, een soort wijkontwikkelingscomité, hulp bij de opzet van afvalverwerking in de township, 1411

9 gezondheidsprojecten, projecten van het particulier initiatief waaronder een nadere samenwerking tussen Korijn, de instelling voor kinderopvang, en de kinderdagverblijven aldaar. Ik ben voornemens over deze reis een verslag te schrijven dat aan alle raadsleden zal worden toegezonden, maar dat moet wachten tot de kerstvakantie. Ik heb een album meegebracht, als u tijdens een raadsvergadering een krant inkijkt, kunt u ook dit album doorbladeren. De fractievoorzitters volgen stedenbanden om te kijken wat zij precies doen. Wij hebben geen formele rol, maar kunnen wel toekijken en nut en noodzaak beoordelen. Ik weet niet of een week voldoende is om alles geheel te doorgronden, duidelijk was wel dat wij daar verschrikkelijk welkom waren. Wij hebben gesproken met de burgemeester, raadsleden en vrijwilligers en wij zijn in de townships geweest. Mij is vooral bijgebleven dat mensen telkens weer duidelijk maakten dat wij van harte welkom waren. Wat wij daar doen, is een druppel op een gloeiende plaat, maar wij kunnen het ook zien als een steentje in een vijver met kringen die almaar groter worden. Het essentieelst is de onderliggende boodschap: wij vinden het interessant om hier te komen, terwijl die mensen vaststellen dat wij het kennelijk de moeite waard vinden om daar te zijn. Dat geeft een stevige band. Er zijn ook voor het Eindhovense lessen te leren, die ik u nu zal besparen. Ik hoop ze in mijn verslag aan te duiden. Als wij zien dat in Zuid-Afrika mensen twee dagen in de rij staan om te mogen stemmen, terwijl hier maar 50% van de mensen opkomen, staat vast dat er gigantische verschillen zijn. Ik ben de gemeente er erkentelijk voor dat wij het hebben mogen zien. Het heeft op ons een onuitwisbare indruk gemaakt. II. Vaststellen van de volgorde van de agenda. De Voorzitter: Ik heb eerst een opmerking bij agendapunt XI. Op 30 oktober hebben wij afspraken gemaakt over het initiatiefvoorstel dat de heer Rennenberg heeft ingediend. Ik heb er nog met de heer Rennenberg over gesproken, op zijn initiatief schrappen wij het voorstel van de agenda omdat het in uitvoering is. Te zijner tijd komt dit onderwerp in de commissie of de raad als het relevant is. De heer Rennenberg: Mijnheer de voorzitter. Ik wil het college bedanken voor het feit dat het deze zaak voortvarend ter hand heeft genomen. Ik heb begrepen dat de wethouder kan toezeggen dat dit voor de betrokkenen eind van dit jaar of begin januari zal rondkomen. Wethouder Claassen: De mensen uit de doelgroep die bij WZI bekend zijn, hebben de bijdrage voor kerstmis in huis. Wij zijn naarstig op zoek naar de overigen, zij krijgen hun bijdrage zo spoedig mogelijk daarna. 1412

10 De heer Rennenberg: U hebt blijkbaar zeer goed begrepen wat er aan de hand is, vooral bij ouderen en daarvoor ben ik zeer erkentelijk. Agendapunt XI.1 zal geen onderwerp van de beraadslagingen meer uitmaken. De Voorzitter: Het voorstel onder VIII.5. betreft een wijziging van de aanwendingsmogelijkheden van de reserve mobiliteit. De heer Schut heeft een reactie gegeven op het voorstel dit punt van de agenda af te voeren, misschien kan het college ingaan op de vraag of het zinvol is het voor vandaag te agenderen. Wethouder mevrouw Kuppens: Het lijkt mij niet zinvol, het college zoekt op dit moment naar een andere dekking. Er is geen urgentie en het voorstel kan dus best wachten tot de volgende raadsvergadering. De heer Schut: Wij hebben een voorstel voor de dekking. Als de raad het daarmee eens is, is het college meteen van het probleem af. De Voorzitter: U kiest er dus niet voor dat idee in de commissie met de wethouder te bespreken. De heer Schut: Het is in de commissie geweest, wij hebben hierover een idee dat ik hier graag aan de orde zou willen stellen. Dan kan de raad besluiten of hij het wil volgen. De heer Kerkwijk: Ik verzoek de VVD met klem niet aan te dringen op handhaven van het voorstel. Het college is op zoek naar een dekking en als u er een idee over hebt, geeft u het dan aan het college mee. Dan wordt het misschien de dekking die nodig is, maar het zou zonde zijn als uw voorstel, als u de dekking uit de reserve Mobiliteit niet wenst, zou worden verworpen. Dan zou alsnog uit de reserve Mobiliteit moeten worden geput en daaruit zou het zeker niet moeten worden gehaald. De heer Schut: Wij doen nu net of alles hier nieuw en geheim is. Wij hebben in de commissie al gezegd waarop het neerkomt en voorgesteld deze middelen te halen uit het Leefbaarheidsfonds. De heer Leenders: Volgens mij is de commissie uiteengegaan met de mededeling van het college dat het naar aanvullende dekking zou zoeken. Daarmee waren wij toen tevreden en ik kan mij dan ook indenken dat wij nu even een pas op de plaats maken. De heer Gerard: In dit geval kies ik voor uitstel. Ik zou graag kennis willen nemen van het voorstel van de VVD en de gelegenheid willen hebben het rustig te beoordelen. Of het dan voor ons voldoende reden is om voor het voorstel te stemmen, is vraag 1413

11 twee. Er is geen enkele haast bij en ik volg in dezen dan ook het college. De Voorzitter: Gehoord de meningen uit de raad, stel ik voor dit voorstel nu niet te behandelen. Aldus wordt besloten. De heer Gerard: Mijnheer de voorzitter. De sluiting van het bibliotheekfiliaal Oude Gracht heeft geleid tot een handtekeningenactie, waarvan het resultaat aan mij is overhandigd. Ik zou het graag op enig moment in deze vergadering aan het college, bijvoorbeeld aan de wethouder cultuur, willen aanbieden. De Voorzitter: Ik stel u voor dat te doen aan het einde van de vergadering, als dat einde voor de avondpauze valt. Mocht het anders zijn, dan kan het gebeuren bij het begin van de hervatting. De heer Leenders: Mijnheer de voorzitter. Ik stel voor punt 17 onder VIII van de agenda af te voeren. Wij hebben het veel te laat ontvangen, namelijk afgelopen vrijdag toen wij middenin de sinterklaasfestiviteiten zaten. Het is volstrekt onduidelijk waarover het voorstel gaat en wij hebben op geen enkele manier de tijd gehad om de behandeling zorgvuldig voor te bereiden. Ik dring erop aan voorstellen, die niet in de commissie zijn behandeld, tijdig aan de raad voor te leggen en ervoor te zorgen dat zij duidelijk leesbaar zijn. De heer Schut: Wij steunen het voorstel van de heer Leenders. De heer Van den Biggelaar: Voorbereidingsbesluiten hebben betrekking op bestemmingsplannen. Hier komt de vraag op of er zaken bij zijn die haast hebben. Wethouder mevrouw Schreurs: Bij mijn weten zijn deze besluiten niet urgent. Wat mij betreft kan het voorstel van de agenda worden afgevoerd, maar ik zal het nog even nagaan en de besluiten die urgent zijn alsnog aan de raad voorleggen. Het is denkbaar dat belangen van derden zijn gediend met het voorkomen van uitstel. De Voorzitter: Ik stel voor punt VIII.17 van agenda af te voeren. Als de wethouder voor het einde van de vergadering met een alarmbericht komt waaruit blijkt dat wij hiermee onheil aanrichten, komen wij erop terug. Aldus wordt besloten. Overigens worden geen wijzigingen voorgesteld. 1414

12 III.1. Voorstel tot het benoemen van een lid van de stadsdeelcommissie Strijp. (voorstel 03.R ). De heer Janssen: Mijnheer de voorzitter. Ik wil de raad, het presidium en het college erop wijzen dat er, los van de persoon en de partij, een ongelijkheid is. Als een raadslid de raad verlaat, is het onmogelijk dat hij drie maanden later in de stadsdeelcommissie verschijnt. Het is een niet gekozen raadslid, hij is in september uit de stadsdeelcommissie gestapt en komt niet weer terug. Wij moeten indringend kijken naar het aanwijzen van niet-gekozen mensen, het wordt een ratjetoe. Bij een vorige gelegenheid heb ik hierover ook een opmerking gemaakt. Er is een grote ongelijkheid tussen gekozen en niet-gekozen raadsleden. De Voorzitter: Wij zullen het presidium vragen er eens expliciet naar te kijken. U stelt een bepaalde kwestie ten principale aan de orde en het lijkt mij goed dat het presidium zich daarover buigt. De heer Kerkwijk: Als wij de discussie voeren, die de heer Janssen ten principale oproept, moet mij van het hart dat het verschil tussen raadsleden en niet-raadsleden in stadsdeelcommissie in het algemeen niet opgaat. Er zijn duidelijke verschillen per individu. Dat aspect moeten worden meegewogen, want het zou zonde zijn goede mensen, die geen lid zijn van onze raad, op een zijspoor te rangeren. De Voorzitter: Wij zullen het presidium vragen hiervoor een voorzet te geven en dat in de commissie Bestuurlijke Pijler te bespreken. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten. Zie besluit nr. 1 III.2. Voorstel tot het ontheffen van een lid van het lidmaatschap van de raadscommissie Sociaal-economische Pijler. (voorstel 03.R ). Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten. Zie besluit nr. 2 III.3. Voorstel tot het ontheffen van een lid van het lidmaatschap van de stadsdeelcommissie Stratum. (voorstel 03.R ). Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 1415

13 Zie besluit nr. 3 III.4. Voorstel tot het benoemen van een lid van de monumentencommissie en het afhandelen van een klacht. (03.R ). De heer Leenders: Mijnheer de voorzitter. Na het geharrewar in de pers en de uitspraken van de voorzitter van deze commissie, zou ik graag iets willen zeggen over het onderwerp van dit voorstel. Het lijkt mij in het kader van het dualisme beter als voortaan zowel de sollicitatieprocedure als de voordracht en benoeming door het college worden afgehandeld. De Monumentencommissie is een adviesorgaan voor het college, ik heb nooit adviezen van deze commissie aan de raad gezien. De Voorzitter: Wij zullen onderzoeken hoe het zit. Is het aan de raad, dan komt het hier gewoon terug, anders hoort u in de commissie Bestuurlijke Pijler hoe wij hiermee zullen omgaan. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten. Zie besluit nr. 4 III.5. Voorstel tot het doen van een voordracht van een lid voor het dagelijks bestuur van het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven. (voorstel 03.R ). De heer Van den Biggelaar: Mijnheer de voorzitter. Ik heb eerder al een brief gestuurd aan de commissie Bestuurlijke Pijler en ik ga er dus vanuit dat de meeste van mijn argumenten bekend zijn. Het heeft mij erg teleurgesteld dat de heer Kielenstijn na twee jaar zijn functie in het dagelijks bestuur van het SRE neerlegt omdat ik van vriend en vijand heb gehoord dat hij het niet slecht, sterker, goed deed. Toch zorgt hij als lid van Leefbaar Eindhoven niet voor de noodzakelijke continuïteit in het SRE. Dat is zijn goed recht, hoewel hij hiermee de bestuurlijke continuïteit licht opneemt. Dat valt mij van zijn partij tegen. Het moge zo zijn dat in het coalitieoverleg de zetel in het dagelijks bestuur naar Leefbaar Eindhoven is gegaan, maar er is ook een andere redenering denkbaar, waarin wordt gezegd dat de raad van Eindhoven uit zijn midden een vertegenwoordiger kiest. Het is van belang dat wij in dit dagelijks bestuur een kwalitatief goede vertegenwoordiger hebben. Daarmee zeg ik niet dat de heer Van Bussel geen goede vertegenwoordiger zou zijn, maar wij hebben een raadslid in ons midden dat twee jaar lang deze portefeuille heeft behartigd. Onder zijn verantwoordelijkheid is nog net het programma Horizon afgerond. Als ik nu van het dagelijks bestuur van het SRE hoor dat het voorzitterschap daarvan alvast is weggehaald, is dat een duidelijk signaal. De burgemeester kan dat overnemen, maar 1416

14 ik heb de indruk dat hij als bestuurder van Eindhoven en het SRE voorlopig voldoende aan zijn hoofd heeft. Moet hij dit er ook nog bij doen, terwijl wij voldoende gekwalificeerde kandidaten hebben? Wij krijgen in de toekomst een aantal moeilijke discussies, bijvoorbeeld over het regionaal arbeidsmarktbeleid en er is nog steeds een relatie met Stimulus. Ieder ogenblik kan de discussie over de oude ƒ 11,50-maatregel terugkomen. In het belang van de continuïteit stel ik namens de PvdA en de VVD de heer Schut kandidaat. Ik heb begrepen dat ook de SP en de Stadspartij deze kandidatuur steunen. Het gaat nadrukkelijk om de continuïteit in de regio, Eindhoven is dat aan het SRE verplicht, temeer daar het belang van het SRE groter is geworden nu de herindeling definitief van de baan is en het SRE een belangrijke rol speelt in de economische problematiek in Eindhoven. De heer Kielenstijn: Mijnheer de voorzitter. Ik wil allereerst reageren op de brief van het dagelijks bestuur van het SRE die bij de stukken is gevoegd. Ik ben er erg blij mee, in mijn leven als portefeuillehouder economische zaken vond ik al dat de heer Sakkers, als boegbeeld van onze regio, ons economisch op de kaart zou moeten zetten, niet alleen in Nederland, maar ook in Europa. Daar liggen zijn kwaliteiten. Ik ben blij dat hij in het dagelijks bestuur bereid is naast het projecteigenaarschap ook het voorzitterschap van de stuurgroep op zich te nemen. Ik heb dat met veel plezier gedaan, dat zal veel te maken hebben gehad met het vroegtijdig vertrek van de heer Welschen die initiator was van dat programma. Bestuurders vertrekken soms vroeger dan wij willen. Ik wijs erop dat ik niet als vertegenwoordiger van Leefbaar Eindhoven, maar van de Eindhovense raad in het SRE ben opgetreden. De convenantspartijen spreken hun vertrouwen uit in de heer Van Bussel als kandidaat voor deze plaats. Wij dragen hem voor als kandidaat gedelegeerd bestuurder van het SRE. De heer Kerkwijk: Mijnheer de voorzitter. Wij hebben tijdens de coalitiebesprekingen een afspraak gemaakt over het vervullen van deze post. Zulke afspraken zijn zeer gebruikelijk in politiek-bestuurlijk Nederland. Er is geen enkele reden om daarop terug te komen. Tijdens de discussie die is ontstaan nadat de heer Kielenstijn bekend maakte dat hij als lid van het dagelijks bestuur zou terugtreden, heb ik aangegeven dat wij in de toekomst met de vervulling van die functies anders zouden moeten omgaan. Het gaat om functies van de gemeenteraad. Daarvoor zouden profielschetsen moeten worden opgesteld, op grond waarvan leden van de raad zich kandidaat zouden kunnen stellen. Ik kreeg in de commissie Bestuurlijke Pijler veel bijval voor dit idee. Ik ga er dan ook vanuit dat de partijen die voornemens zijn in 2006 mee te doen aan de raadsverkiezingen, dit in hun verkiezingsprogramma's zullen opschrijven. Wat mij betreft zal Groenlinks dat zeker doen. Nu gelden de bestaande afspraken en ik hoop 1417

15 dat de heer Van Bussel zich in zijn functie in het dagelijks bestuur van het SRE even goed zal ontwikkelen als de heer Kielenstijn. Wij wensen hem succes, sterkte en wijsheid. De heer Dijsselbloem: Mijnheer de voorzitter. Ik sluit mij aan bij de opmerking van de heer Kerkwijk over de procedure die in de toekomst zou moeten worden gevolgd. Ook wij steunen de kandidatuur van de heer Van Bussel onder verwijzing naar een situatie die een viertal jaren geleden is ontstaan, toen een lid van de VVD door ontwikkelingen binnen die partij uit het dagelijks bestuur moest treden en de heer Schut hem op zeer bekwame wijze opvolgde. Hij kon zich in de continuïteit kennelijk heel snel inwerken en ik ga ervan uit dat de heer Van Bussel evenzeer in staat zal zijn zich snel in de problematiek in te werken. Ik wens hem daarbij veel succes. De heer Gerard: Mijnheer de voorzitter. De manier waarop de vertegenwoordiging in deze soort besturen wordt geregeld, is een vorm van achterkamertjespolitiek. Convenantsafspraken zijn voor ons geen geldige argumenten om iemand te benoemen. De beste moet worden benoemd, wat ons betreft had nu al mogen gebeuren wat GroenLinks voor een volgende periode voorstelt. Overigens waren wij die mening ook in de vorige periode toegedaan, toen de politieke verhoudingen anders waren. Wij verwachten dat de heer Schut in deze positie het werk beter zal doen dan de heer Van Bussel. Voor de motivering van die opvatting sluit ik mij aan bij de heer van den Biggelaar. Mevrouw Joosten: Mijnheer de voorzitter. De heer Kerkwijk wees er al op dat bij het aantreden van dit college vijf fracties de bereidheid hadden samen de verantwoordelijkheid te nemen voor het coalitieprogramma. Daarbij zijn de wethoudersposten verdeeld en portefeuilles samengesteld. Een van de afspraken was dat Leefbaar Eindhoven de gedelegeerde zou leveren voor het SRE. De heer Kielenstijn heeft nu gekozen voor een andere functie, de fractie draagt haar vicevoorzitter voor. Mijn fractie heeft er vertrouwen in dat er een warme overdracht zal plaatsvinden. Er is geen ruzie tussen de personen die elkaar opvolgen zoals in de vorige periode. Onze fractie zal de kandidatuur van de heer Van Bussel van harte steunen. De heer Rennenberg: Mijnheer de voorzitter. Wij volgen de lijn van de heer Kerkwijk. Ik heb in verschillende commissies met de heer Van Bussel samengewerkt -- ik mag mij op dit gebied een zekere deskundigheid aanrekenen -- en ik heb in hem het volste vertrouwen. De heer Van den Biggelaar: De heer Kielenstijn wees erop dat hij zich een vertegenwoordiger van de hele raad heeft gevoeld en dat maakt de procedure open. 1418

16 Ik begin steeds beter te begrijpen wat de nieuwe bestuurscultuur eigenlijk voorstelt. De heer Kerkwijk: Ik meende dat dit debat was afgerond, maar als de heer Van den Biggelaar dit soort opmerkingen maakt, kan ik niet achterblijven. De PvdA heeft in het verleden verantwoordelijkheid gedragen voor het bestuur van deze stad en is daarmee verantwoordelijk geweest voor tal van afspraken op politiek terrein. Het maken van afspraken heeft niets te maken met de nieuwe bestuurscultuur. Wij gaan het in de toekomst anders doen, maar in de vorige periode zoudt u ook niet van afspraken zijn afgeweken. Als u aankoerst op 2006 en het dan doet zoals u zegt dat u het wilt gaan doen, doet u het goed. Wie afspraken doorbreekt, krijgt het predikaat onbetrouwbaar en dat zult ook u niemand toewensen. De heer Van den Biggelaar: Het ging om continuïteit. De Voorzitter: Ik benoem tot leden van de commissie van stemopnemers de heren Leenders en De Schepper en mevrouw Van den Biggelaar. Ingeleverd zijn 44 stembriefjes. Uitgebracht zijn 19 stemmen op de heer Schut en 25 op de heer van Bussel, zodat de heer van Bussel wordt voorgedragen als lid van het dagelijks bestuur van het SRE. Zie besluit nr. 5 De Voorzitter: Ik dank de commissie voor haar werkzaamheden en ontbind haar. III.6 Voorstel inzake bemensing van de Rekenkamercommissie ten behoeve van het onderzoek naar het subsidiebeleid en -beheer. (voorstel 03.R ). De Voorzitter: Vanuit de oppositie zijn de heren Gerard en Verhaegh kandidaat gesteld en vanuit de coalitie de heren Rennenberg en Stoevelaar. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten. Zie besluit nr. 6 IV. Vaststellen van de notulen van de openbare vergadering van 22 en 23 september (een ontwerp heeft voor de leden van de raad ter inzage gelegen). Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming worden de notulen van de openbare vergadering van 22 en 23 september 2003 ongewijzigd vastgesteld. V. Vragenhalfuur ex artikel 44 van het Reglement van orde van de raad. 1419

17 Vragen van de PvdA-fractie over het Clausplein. De heer Janssen: Mijnheer de voorzitter. Het Clausplein is het plein bij de Regent en De Witte Dame. Vier jaar geleden heeft de PvdA een initiatiefvoorstel voor verbetering van de pleinen binnen de Ring ingediend. Het toenmalige college zegde toe dat het het zou meenemen bij de verbetering van de projectaanpak binnenstad. Een nieuw plein, het 18 septemberplein, is in voorbereiding. Over het Clausplein heb ik eerder schriftelijke vragen gesteld, veel mensen stellen vragen over het ontwerp en de functionaliteit, maar tot op heden zie ik geen verbeteringen. Het gaat om de noodzakelijke toepassing van meer groen en de kunst van het aanlichten van De Witte Dame in deze lichtstad met een lichtplan, zonder verlichting van onze Witte Dame. Hoe lang moet het nog duren voor wij de lichten aan krijgen bij De Witte Dame en wij op het plein de noodzakelijke groenvoorzieningen krijgen? Wethouder mevrouw Schreurs: Mijnheer de voorzitter. Op zich ben ik blij met de vraag, want ik ben het van harte eens met de conclusie van de heer Janssen dat het Clausplein niet functioneert, maar de oplossing die hij schetst, is te simpel. Hij vraagt aanlichten van De Witte Dame en een aantal bomen, ik durf te garanderen dat ook daarmee dit plein voor geen meter werkt. Punt is dat er geen enkele reden om op het plein te zijn of er overheen te gaan. U ziet in dit gebied dat geen behoorlijke doorgang is gecreëerd naar het plein achter De Witte Dame. Ik hoop wel dat ik de heer Janssen op termijn gelukkig kan maken. Wij hebben eindelijk de herontwikkeling van de lichttoren in gang kunnen zetten, als onderdeel daarvan wordt ook de ruimte ervoor en erachter op de schop genomen -- in dit geval is de ruimte erachter heel belangrijk --, de parkeerruimte gaat onder de grond, zodat het hele plein ter beschikking komt. Er zijn activiteiten in de vorm van terrasjes en culturele voorstellingen voorzien. De strook vanaf De Witte Dame tot aan de Ventoseflat wordt ook meegenomen. In dat kader worden meteen de aanhechting aan het Clausplein en eventuele noodzakelijke verbeteringen aan het plein meegenomen. Het is in eerste instantie geen zaak van uiterlijk, maar van activiteit. Esthetiek en functionaliteit worden in onze stad vaker door elkaar gehaald. De heer Janssen: Mijnheer de voorzitter. Het grappige is dat de wethouder ons in de commissie vaak volkomen gelijk geeft en vervolgens hier een verhaal houdt over de lichttoren. Het gaat nu om de functionaliteit en de inrichting van het Clausplein. Veel mensen noemen het een oostblokplein, terwijl dat niet de bedoeling van de pleinen in de binnenstad is. Ik zal het hierbij laten, maar ik wil best een aantal suggesties doen. Wethouder mevrouw Schreurs: Ik constateer, zoals vaker, dat u niet luistert. 1420

18 De heer Janssen: Dat heb ik niet verstaan. De Voorzitter: Dat is maar goed ook. U bent langzamerhand bezig met een debat, terwijl het vragenhalfuurtje is bedoeld om zakelijk vragen te stellen die door het college worden beantwoord, waarbij ook andere leden hebben de gelegenheid krijgen aanvullende vragen te stellen. Vragen van de PvdA-fractie over de grondwateroverlast in het Vonderkwartier. De heer Janssen: Mijnheer de voorzitter. De vorige week ontbrak het college in een vergadering van de wijkvereniging Vonderkwartier. Voor de vierde keer zijn de werkzaamheden om de grondwateroverlast in deze wijk op te heffen uitgesteld. Het stadsdeelkantoor heeft de handdoek in de ring gegooid, omdat dit niet aan de bewoners is uit te leggen. Kan de wethouder uitleggen waarom de schriftelijke toezeggingen steeds niet worden nagekomen? Kan het liggen aan het feit dat er nauwelijks of geen relatie is tussen de afdelingen strategie, planning en uitvoering, zoals een van de medewerkers van het grondwatercollectief Eindhoven opmerkte? U was niet op de hoogte van het afbreken van het overleg tussen de bewoners en DSOB over de Gender. Kunt u aangeven in welke mate u deze projecten volgt en politiek aanstuurt? Wethouder mevrouw Mittendorff: Mijnheer de voorzitter. Als stadsdeelwethouder van Strijp ben ik het met de vragensteller eens dat het eigenlijk niet kan dat planningen die worden genoemd keer op keer niet worden gehaald. In september zou worden gestart met de werkzaamheden in het Vonderkwartier. Toen ontstond een probleem met de verzekeringen, waardoor een en ander niet kon doorgaan. Toch is dat niet de eigenlijke reden waardoor de planning niet wordt gehaald. Het ligt ook in de communicatie met bewoners, de manier waarop ervoor wordt gezorgd dat inzichtelijk is wanneer wat is te verwachten en de manier waarop wijken en diensten samen tot oplossing van problemen kunnen komen. Ik kan daarop geen afdoend antwoord geven, omdat wij ook nog niet heel duidelijk hebben hoe wij het zouden kunnen doen. Ik stel voor in de commissie nog eens heel nadrukkelijk aandacht te besteden aan de communicatie, omdat het voor iedereen belangrijk is dat men duidelijk weet waar men aan toe is. Daarmee lossen wij op dit moment het probleem van de grondwateroverlast niet op, zij het dat ik heb gehoord dat er hard aan wordt gewerkt. In februari zal alsnog met de werkzaamheden worden begonnen, maar daarmee is het probleem niet weg. Ik stel voor in de commissie verder te praten over de vraag hoe wij de communicatie in de greep krijgen om ervoor te zorgen dat de overheid in dit soort zaken een betrouwbare partner is. 1421

19 De heer Janssen: Ik heb nog een concrete vraag over het middendeel van het Vonderkwartier, de Frederica van Pruissenweg. Daar is ambtelijk overleg met bewoners opgestart, het is een keer bij elkaar gekomen, daarna niet meer. Men laat ook niets meer van zich horen. Dat is niet te wijten aan de stadsdeelcommissie maar aan DSOB, met name de relatie tussen strategie, planning en uitvoering. Men houdt gewoon op. De heer Kerkwijk: Mijnheer de voorzitter. Ik heb een aanvulling op de opmerkingen van de wethouder omdat dat goed is voor het debat. Als een soort pilot zal het volgend jaar twee maal per jaar een top tien van werkzaamheden aan de buurt worden uitgelegd, waarbij de communicatie tussen DSOB en de stadsdeelcommissie in beeld is, om op die manier greep te krijgen op de problemen die de heer Janssen schetst. Wethouder mevrouw Mittendorff: Ik heb enig vertrouwen in de mogelijkheden om in de communicatie, hetzij via internet, hetzij in bijeenkomsten, meer duidelijkheid te krijgen voor bewonersgroepen. Dat streven wij heel nadrukkelijk na. De ideeën daarover zouden in de commissie aan de orde kunnen komen. Wij hebben de stellige indruk dat het probleem dat de heer Janssen noemt niet op zichzelf staat. Wij zouden de aanpak moeten verbreden naar meer planning-uitvoeringszaken. Dat is de wijze waarop wij gevolg moeten geven aan dit signaal. Vragen van de fractie van de Stadspartij over omzetten van ID-banen in reguliere banen. De heer Vleeshouwers: Mijnheer de voorzitter. De vraag is heel simpel. Het rijk heeft in een eindspurt de taak op zich genomen gemeenten te interesseren voor het omzetten van ID-banen in reguliere banen. Wij hebben er onlangs in verband met de stadswachten al vragen over gesteld, waarop wij nog geen antwoord hebben gekregen. Omdat de eindspurt maar tot het einde van deze maand duurt, zijn wij heel nieuwsgierig naar de initiatieven van de gemeente op dit vlak. Kunt u ons informeren over de stand van zaken? Wethouder Claassen: Mijnheer de voorzitter. Het omzetten van ID-banen in reguliere banen is een bekend onderwerp, de gemeente moet dat zo veel mogelijk nastreven. Het voordeel dat wij nu hebben bij het omzetten is in financiële zin eenmalig. Het is ook voor de gemeente Eindhoven moeilijk met eenmalig geld structurele oplossingen te creëren. Wij doen ons best ervoor. De stadswachten vormen op het ogenblik ook bij Binnenlandse Zaken nog een punt van discussie, wij kunnen het probleem nu niet oplossen, maar misschien lukt het het komende jaar als de stadswachten bij Binnenlandse Zaken bij veiligheid en politiezaken een rol gaan 1422

20 spelen. In elk geval wordt bij iedere ID-baan bij de gemeente gekeken naar de mogelijkheid hem structureel te maken, maar wij laten ons niet leiden door een eenmalige actie van het rijk als wij geen structurele oplossing hebben. Wij hebben tot nu toe met dit incidentele geld nog geen enkele baan structureel gemaakt. Daarmee lopen wij niet achter. Van de banen waarvoor landelijk geld is vrijgemaakt, zijn er nog geen structureel gemaakt. Het is voor ieder een probleem. De heer Vleeshouwers: Bent u ook niet van plan gebruik te maken van deze eindspurt en in de loop van het komende jaar structurele middelen voor deze omzetting te verzamelen? Wethouder Claassen: Als wij iets vinden, gaan wij ermee door, maar als wij niets vinden, houdt het op. Wij zoeken wel naar een oplossing voor het structurele probleem van het omzetten van ID-banen. Vragen van de SP-fractie over het voortbestaan van HOME. De heer Gerard: Mijnheer de voorzitter. Na afloop van de gesprekken over de culturele visie had ik een gesprek met de heer van Valburg, de interim-directeur van HOME. Hij vertelde dat het standpunt van zijn bestuur is dat het, als er voor 1 maart geen expliciet gemeentelijk besluit is waarin HOME in voldoende mate wordt gesteund, tot liquidatie zal overgaan. De verzekeringspenningen voor de afgebrande panden zullen dan worden gebruikt voor een net sociaal plan. De PR-campagne waarin hetzij de opheffing hetzij de nieuwe programmering wordt aangekondigd, ligt klaar. Home kan geen enkel contract, met wie dan ook, aangaan, aangezien de instelling geen zekerheid heeft over haar voortbestaan terwijl op 1 april het nieuwe seizoen begint. Zijn de situatie en het standpunt van het bestuur van HOME bij het college bekend? Zal er op 1 maart 2004 een expliciet politiek en bestuurlijk besluit zijn over de toekomst van HOME? Als dat het geval is, moeten nu al binnen het college gedachten leven over de inhoud van het besluit. Wat zijn die gedachten? Als dat niet het geval is, hoe wil het college dan tegenover de Eindhovense bevolking verantwoorden dat de oplossing van de culturele problematiek zo lang is getraineerd dat deze alom gewaardeerde instelling de geest geeft? Wethouder mevrouw Schreurs: Mijnheer de voorzitter. Het college heeft gesteld dat geen enkele instelling zal omvallen, zo lang er geen helderheid is over de visie en de raad heeft daarmee ingestemd. Ik begrijp van u dat het bestuur van Home heeft aangegeven dat het na 1 maart niet verder kan. Dat is een zware stelling, het lijkt mij dan ook noodzakelijk om ommegaand contact met het bestuur te zoeken, aangezien wij anders wellicht een situatie krijgen waarin de instelling lopende het proces 1423

21 omvalt. Raad noch college willen dat. Ik zal ervoor zorgen dat wij heel snel in gesprek komen om te zien hoe wij dat kunnen voorkomen. Het is bedoeling dat de visie en de gevolgen ervan snel op tafel komen, maar dit signaal is behoorlijk alarmerend en wij zullen de nodige stappen doen. De heer Gerard: De wethouder suggereert meer antwoorden dan zij scherp geformuleerd geeft. De vraag is of er voor 1 maart een expliciet politiek en bestuurlijk besluit zal zijn. De wethouder antwoordt dat zij een gesprek met het bestuur zal aangaan, maar er is geen duidelijk ja of neen. Op de vraag of er binnen het college al gedachten leven over een oplossing heb ik niets gehoord, blijkbaar leven er dus geen gedachten. Ook op de vierde vraag is geen echt antwoord gekomen. Het antwoord betekent eigenlijk pappen en nat houden, zoals steeds in de culturele discussie. De heer Kerkwijk: Volgens mij zou 15 december de visie verschijnen. Is zij inderdaad de volgende week klaar? Wethouder mevrouw Schreurs: De visie ligt er wel, maar om te bepalen wat de precieze consequenties zijn, is enige tijd nodig. Ik heb inderdaad niet helder aangegeven wat wel en wat niet, ook omdat ik mijn collega vervang. Duidelijk is wel dat de instelling niet zal omvallen doordat wij te traag zijn en dat morgen meteen een gesprek wordt gestart om te voorkomen dat het toch gebeurt. De rest wordt in de boezem van het college en het ambtelijk apparaat voorbereid en dat komt naar u toe. VI.1. Voorstel inzake de invoering van de Wet Werk en Bijstand. (voorstel 03.R ). Mevrouw De Niet: Mijnheer de voorzitter. Wij hebben dit onderwerp in de commissie op een duale manier aangepakt. Dit stuk lijkt een technisch voorstel, maar er worden ook keuzen in gemaakt. Daarom is het van belang dat de raad eerst de kaders bepaalt en pas daarna het stuk vaststelt. Na de discussie in de commissie zijn er wellicht andere meerderheden dan uit het stuk blijkt. In het stuk wordt ingegaan op de controlerende taak van de raad. Het is belangrijk dat de commissie en de raad goed kijken naar onze controlerende functie bij deze heel belangrijke nieuwe wet. Ik kan niet akkoord gaan met de wijze waarop in dit stuk wordt omgegaan met de controle. In de commissie hebben wij opgeroepen alleen het broodnodige te regelen en 2004 een overgangsjaar te laten zijn. Daarop is niet ingegaan, daardoor krijgen wij in de raad precies hetzelfde stuk als in de commissie. GroenLinks zal daarom niet met het voorstel instemmen. 1424

22 Mevrouw Kamphorst: Mijnheer de voorzitter. Wij benadrukken allereerst dat wij het absoluut niet eens zijn met de landelijke bezuinigingen, die gevolgen hebben voor de gemeentelijke problematiek. Wij waren het al niet eens met de oude Bijstandswet, laat staan met de nieuwe Wet Werk en Bijstand, die wij als de Wet Water en Brood typeren. Natuurlijk zijn er in dit raadsbesluit punten waarmee wij het eens kunnen zijn. Elke verbetering, hoe klein ook, of handhaving van een oude goede regel juichen wij toe, maar het merendeel, bijvoorbeeld punt 2, behalve het tweede diamantje, wijzen wij af. Omdat het voor ons een principekwestie is, stemmen wij niet met het voorstel in. Dat betekent niet dat wij in het vervolg, als op punten voorstellen worden gedaan die wij als een verbetering beschouwen, niet voor zullen stemmen. De heer Verhaegh: Mijnheer de voorzitter. Er komt een nieuwe Wet Werk en Bijstand waardoor een aantal dingen verandert. De gemeente krijgt een grotere vrijheid bij het bepalen van de bijstandsregeling in de gemeente, wat betekent dat wij ook een grotere verantwoordelijkheid krijgen. Wij nemen afscheid van het tijdperk waarin het accent lag op het verschaffen van inkomen en gaan een periode in waarin het accent ligt op twee punten, namelijk inkomen en reïntegratie. Het jaar 2004 is een overgangsjaar. In de commissie Sociaal-economische Pijler hebben wij uitvoerig gediscussieerd over de manier waarop wij dat definitief vorm gaan geven. In het voorstel treft het ons dat het college in feite de kaderstellende en beleidsbepalende rol van de gemeenteraad volstrekt negeert. Het college loopt bijna over ons heen en bepaalt allerlei zaken die nog helemaal niet aan de orde zijn, aangezien zij aan de hand van de discussie verder moeten worden uitgewerkt. Een ander kenmerk van het voorstel is dat het college zich zeer defensief opstelt en een bijna behoudende geest uitademt. Het wil eigenlijk zo veel mogelijk behouden wat wij eerder deden, terwijl de VVD in de gemeente en vooral ook landelijk ervoor kiest participatie voorop te plaatsen. Participatie is het beste middel tegen armoede. Op grond daarvan pleiten wij ervoor voor 2004 het minimale te regelen en het overige pas te doen als de raad de kaderstelling klaar heeft. Een aantal punten in het voorstel verbaast ons. Er is een uitbreiding van de schoolkostenregeling voor kinderen vanaf vier jaar. Wij begrijpen niet waarom dat ineens noodzakelijk is. Het budget voor reïntegratieactiviteiten voor NUGgers -- mensen die geen werk en geen uitkering hebben -- en ANW-ers wordt gemaximeerd op 7.500,--. Personen van 57,5 jaar en ouder wilt u niet dwingend reïntegratietrajecten aanbieden. Reïntegratieinspanningen voor ANW-ers en NUGgers moeten een duidelijke relatie hebben met het voorkomen van een beroep op de bijstand. Dat en niet het budget moet uitgangspunt zijn. Het gaat er niet om een budget te maximeren, maar ervoor te zorgen dat zulke mensen niet in de bijstand terecht komen. Dat past ook bij het algemene uitgangspunt van de VVD

23 De heer Geerts: Zegt u dat mensen boven 57,5 jaar moeten deelnemen aan dure trajecten of gaat u ervan uit dat de aanpak een beetje moet meebewegen met de markt? De heer Verhaegh: Daarover zal ik straks nog iets zeggen, ik was nog niet zover. Uitgangspunt is dat iedere burger zich moet realiseren dat hij moet proberen uit de bijstand te blijven. Dat betekent dat wij van mensen mogen eisen dat zij, op het moment dat zij zien aankomen dat zij in de bijstand terecht komen, de verplichting op zich nemen te solliciteren of een reïntegratietraject aan te vragen. U sluit de mensen van 57,5 jaar en ouder uit van verplichte reïntegratie. Dat is begrijpelijk omdat deze mensen dikwijls geen sollicitatieplicht hebben. Toch zit hierin een verkapte leeftijdsdiscriminatie door de vanzelfsprekendheid waarmee dit gebeurt. Dat is jammer, wij achten leeftijdsdiscriminatie onacceptabel. Ik hoor dan ook graag van het college of het kan garanderen dat mensen uit deze groep die het willen een reïntegratietraject kunnen volgen. Openlijke leeftijdsdiscriminatie zouden wij onaanvaardbaar vinden. In de landelijke politiek bestaat de tendens ontslaguitkeringen en de duur van de WW te beperken, het is denkbaar dat wij na verloop van tijd ook de mensen in deze categorie verplichte reïntegratietrajecten moeten aanbieden omdat er ook een sollicitatieplicht is. Wij zouden dat juist vinden, de reïntegratieplicht moet volgend zijn aan de sollicitatieplicht. Wij zouden het draagkrachtloos inkomen willen bepalen op 100% in plaats van 110%. Naarmate wij de grens verhogen, zetten wij de armoedeval verder open en dat willen wij niet. Op de genoemde punten zijn wij het dus niet eens met het college. Wij horen graag of het ons tegemoet wil komen. Wij zien ook graag dat het college een uitspraak doet over de termijn waarop het de uitkomsten van de kaderstellende discussie zal uitwerken in concrete maatregelen. Mevrouw Van den Biggelaar: Mijnheer de voorzitter. Ik heb dit stuk iets anders opgevat dan de heer Verhaegh. Wij zijn helaas opgezadeld met de Wet Werk en Bijstand. Een aantal uitgangspunten ervan is misschien te steunen, een aantal andere deelt de PvdA absoluut niet, maar wij hebben het vanaf 1 januari 2004 ermee te doen. Ik zou liever hebben gezien dat de wetgever ons ruimte en tijd zou hebben geboden om het anders te doen, maar daaraan kunnen wij niets veranderen. Wij hebben in de commissie drie avonden gelegenheid gehad om de kaderstellende discussie te voeren. De commissie heeft afgesproken dat de griffie er een samenvatting van zal maken, dat hoort bij onze functie, maar behandeling ervan voor 2004 heeft geen zin meer. Ik voel dan ook meer voor de pragmatische aanpak waarvoor het college heeft gekozen met een voorstel dat in 2004 niet te veel brokken maakt. In die zin heb ik het voorstel benaderd. Bij de voorstellen van het college treffen wij er enkele aan die de betrokkenen in een voordeliger positie brengen dan op dit moment. Ik denk aan de 1426

24 schoolkostenregeling. Voor de heer Verhaegh komt de uitbreiding van de regeling tot vierjarigen kennelijk uit de lucht vallen, voor mij is dat niet het geval. Dit was een van de aanbevelingen uit de ronde-tafelgesprekken en in het verleden heeft de PvdA dit al voorgesteld. Wie de discussies van de afgelopen weken over de rapporten van het Nibud heeft gevolgd, zal hebben gezien dat de tendens is dat schoolkosten niet beperkt blijven tot kinderen van de middelbare scholen. Mevrouw Kamphorst: Ik begrijp uit uw bijdrage tot nu toe dat u voor dit voorstel wilt stemmen. Natuurlijk zitten er punten in die een verbetering betekenen en die juichen ook wij toe, maar bij punt 2 wordt gesproken over afschaffen van de categoriale inkomensondersteuning, een wijziging van de inkomstenvrijlating, enz.. Als u voor het voorstel stemt, stemt u ook voor die veranderingen. Mevrouw Van den Biggelaar: Ik heb er al op gewezen dat de wet ons tot bepaalde stappen dwingt, het maakt volstrekt niet uit of wij ervoor of ertegen zijn. Het hoort bij de uitvoering van de wettelijk taak. Ik zou het graag anders hebben gezien. Wij kunnen de uitgebreide discussie niet voor 2004 voeren, dat redden wij eenvoudig niet. Het college kiest voor een gefaseerde invoering in 2005 en als wij onze taak goed oppakken kan het college niet om de discussie heen die wij hebben gevoerd, maar voor een jaar, 2004, acht ik dit voorstel acceptabel. Het zal u niet verbazen dat ik de voortzetting van de reductieregeling voor een jaar toejuich en er zijn meer punten waarmee wij tevreden zijn. Er is een punt van zorg. Onder het kopje Communicatie staat PM. Ik heb nog nooit eerder dan in de laatste weken zo veel vragen gehad van instellingen en personen in de stad over de invoering van deze wet en over de consequenties die dat voor hen heeft. Het is instellingen en cliënten absoluut niet duidelijk wat deze wet voor hun inkomens gaat betekenen. Komen wij aan de inkomens van mensen, dan komen wij aan iets heel wezenlijks. Daarover moet zo snel mogelijk duidelijkheid worden gegeven. Ik wil de gelegenheid te baat nemen om de wethouder te vragen hoe het zit met de vertalingen in de folders van WZI. Het college heeft een motie van de PvdA overgenomen, ook hier zie ik een taak op het gebied van voorlichting over het armoedebeleid en andere regelingen. De heer De Schepper: Mijnheer de voorzitter. D66 heeft in de commissie al aangegeven dat zij dit voorstel steunt. Daarvoor hebben wij enkele duidelijke overwegingen. De belangrijkste is dat wij iets moeten doen met de wet die al op 1 januari van kracht wordt. Als wij dit voorstel aannemen, hebben wij in 2004 een goede overgangsregeling die ertoe leidt dat redelijk verantwoord wordt omgegaan met de mensen die het moeilijk hebben in onze maatschappij, die aan de achterkant van het geluk zitten. Het komende jaar zal een stevige discussie moeten worden gevoerd over de 1427