Q koorts informatie voor consulten
|
|
- Anna van Loon
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Q koorts informatie voor consulten Q koorts diagnostiek Algemeen Serologie Moleculaire diagnostiek Overige diagnostiek Zwangeren Behandeling Acuut Chronisch Zwangerschap Rol chinolonen bij de behandeling Workflow eerste monster Workflow vervolgmonster Interpretaties Den Bosch
2 Q-koorts Q-fever, Query-fever, Coxiella burnetii-infectie Diagnostiek Microbiologische diagnostiek Serologische/bacteriologische diagnostiek De diagnose Q-koorts wordt serologisch bevestigd. Indirecte immunofluorescentie is de referentiemethode. Een andere techniek die gebruikt kan worden is de complementbindingsreactie (CBR). Bij acute infecties zijn de antistoftiters tegen fase-ii-antigeen hoger dan tegen fase I. Pas vier maanden na de infectie bereiken de antistoffen tegen fase I hun hoogste waarde. IgMantistoffen kunnen lang persisteren (tot langer dan zes maanden) en zijn in een eenmalig afgenomen serum van beperkte waarde voor de diagnostiek. Een hoge IgM-antistoftiter of een viervoudige titerstijging van IgG tegen fase-ii-antigenen is bewijzend voor een acute infectie. Een hoge IgG-titer tegen fase-i-antigenen (naast fase II) duidt op een chronische infectie. Serologische bevindingen bij chronisch vermoeide patiënten zijn identiek aan die bij restloos genezen Q-koorts patiënten. Vervolgdiagnostiek bij risicogroepen wordt verricht op 3, 6 en 12 maanden na vaststellen van de infectie. Voor niet risicogroepen kan dit worden beperkt tot een eenmalige controle op maand 9 na vaststellen van de infectie. C. burnetii kan uit bloed en uitscheidingsproducten worden geïsoleerd en gekweekt in een conventionele weefselkweek (Vero cellen, monkey kidney cellen). Door het hoge infectierisico voor laboratoriumpersoneel gebeurt dit alleen in gespecialiseerde laboratoria (BSL-3). Moleculair biologische diagnostiek Tijdens de eerste 14 dagen van acute Q-koorts is de antistofproductie nog niet op gang. In deze vroeg acute fase kunnen moleculair diagnostische technieken worden gebruikt om C. burnetii DNA aan te tonen in serum dan wel EDTA bloed. Omdat de hoeveelheid C. burnetii DNA in het bloed meestal laag is, is het van belang een gevoelige PCR test (multicopy gen) te gebruiken. Met de ontwikkeling van de verschillende antistoffen tegen C. burnetii vanaf circa dag 14 (achtereenvolgens fase II IgM, fase II IgG, fase I IgM en fase II IgG antistoffen) neemt de gevoeligheid van de PCR af (Sch10). Tijdens de zwangerschap kan acute Q-koorts leiden tot abortus, groeivertraging of intrauteriene vruchtdood. Moleculair diagnostische technieken kunnen worden gebruikt om C. burnetii DNA aan te tonen in zwangerschapsproducten, in het bijzonder placentaweefsel (Vai08). Chronische Q-koorts uit zich in het laboratorium in de regel met het hierboven beschreven serologisch profiel in combinatie met middels PCR aantoonbare hoeveelheden C. burnetii DNA in serum dan wel EDTA bloed. Bij patiënten met chronische Q-koorts kan C. burnetii DNA door middel van PCR ook worden aangetoond in vasculaire structuren zoals hartkleppen en mycotische aneurysmata (zie onder meer Bot07). Moleculair diagnostische methoden zijn ook bruikbaar om C. burnetii DNA aan te tonen in Q- koorts-gerelateerde granulomateuze (lever) en osteoarticulaire afwijkingen (zie onder meer Lan07). Schneeberger PM, Hermans MHA, van Hannen EJ, Schellekens JJA, Leenders ACAP, Wever PC. Real-time PCR with serum samples is indispensable for early diagnosis of acute Q fever. Clin Vaccine Immunol 2010;17: Vaidya VM, Malik SVS, Kaur S, Kumar S, Barbuddhe SB. Comparison of PCR, Immunofluorescence assay, and pathogen isolation for diagnosis of Q Fever in humans with spontaneous abortions. J Clin Microbiol 2008;46:
3 Botelho-Nevers E, Fournier P-E, Richet H, Fenollar F, Lepidi H, Foucault C, Branchereau A, Piquet P, Maurin M, Raoult D. Coxiella burnetii infection of aortic aneurysms or vascular grafts: report of 30 new cases and evaluation of outcome. Eur J Clin Microbiol Infect Dis 2007;26: Landais C, Fenollar F, Constantin A, Cazorla C, Guilyardi C, Lepidi H, Stein A, Rolain J. M., Raoult D. Q fever osteoarticular infection: four new cases and a review of the literature. Eur J Clin Microbiol Infect Dis 2007;26:
4 Overige diagnostiek Aangezien klachten en symptomen niet specifiek zijn is het moeilijk om een diagnose te stellen zonder een geschikte laboratoriumtest. Het aantal witte bloedcellen is gewoonlijk normaal en een lichte stijging van de leverenzymen wordt in vrijwel alle patiënten waargenomen. In patiënten met hepatitis kunnen de typische doughnut granuloma (fibrine en ontstekingscellen rondom een centrale opheldering) in een leverbiopsie worden gezien. (Mad03) Een screenings-echocardiogram maakt geen deel meer uit van de standaard work-up na acute Q-koorts omdat het voorkomen van chronische Q-koorts, ook bij (echoscopisch aangetoonde) klepgebreken, zeldzaam is 1. 1 Symposium Q-koorts: en complexe ziekte! donderdag 5/11/09G.J.M. Limonard Klinische Q-koorts followup: cardiale screening en post Q-koorts vermoeidheid artikel submitted
5 Behandeling Acute Q-koorts verloopt doorgaans weinig ernstig met een spontaan herstel na één tot twee weken. Therapie kan de ziekteduur bekorten en mogelijk de kans op complicaties verminderen. Acute infecties Het antibioticum van eerste keus bij acute Q-koorts is doxycycline (1 dd 200 mg) gedurende 15 tot 21 dagen. Tweede keus is moxifloxacine (1x 400 mg /dag per os) gedurende 2 weken. Als mogelijke alternatieven vallen eventueel te overwegen: - ciprofloxacin 2x 750 mg/dag per os gedurende 2 weken - levofloxacin 1x 750 mg/dag per os gedurende 2 weken - claritromycine 2x 500 mg/dag per os gedurende 2 weken Bij het ontbreken van studies die duidelijke superioriteit van andere middelen over doxycycline aantonen, blijft dit middel eerste keuze. Zwangeren kan men behandelen met trimethoprim-sulfamethoxazol (2 dd 160 mg / 800 mg). De behandeling van zwangeren kan mogelijk een abortus of vroeggeboorte voorkomen. Belangrijker is dat ook een chronische infectie bij de moeder mogelijk kan worden voorkomen. Gedurende en na de zwangerschap moet daarom ook serologische controle plaatsvinden om de wenselijkheid van een langere behandeling gedurende de zwangerschap en een behandeling voor een chronische infectie na de zwangerschap aan te tonen (zie bijlage I Diagnostiek en behandeling van zwangere met Q-koorts). Chronische infecties Een algemene mening over de behandeling van patiënten met chronische Q-koorts ontbreekt. De lijn is dat een combinatie van twee middelen wordt aanbevolen, waaronder tenminste doxycycline. De geadviseerde minimumduur van de behandeling varieert van achttien maanden tot vier jaar. Doxycycline (1 dd 200 mg) plus hydroxychloroquine (3 dd 200 mg) is vooralsnog de eerste keus. De therapie wordt gegeven gedurende minimaal anderhalf jaar afhankelijk van het focus. Na een viervoudige titerdaling kan overwogen worden de antibiotica te stoppen. Alternatieve behandeling is een combinatie van doxycycline (1 dd 200 mg) en een chinolon of rifampicine (2 dd 300 mg) of trimethoprim-sulfamethoxazol gedurende tenminste twee jaar. Chirurgie om de beschadigde hartkleppen te vervangen kan soms noodzakelijk zijn. Verder zijn ook succesvolle behandelingen bekend van patiënten behandeld met tetracycline, chloramphenicol, lincomycine en ciprofloxacin. (Mau99)
6 Bijlage I Diagnostiek en behandeling van zwangere met Q-koorts Zwangere vrouwen maken een acute Q-koorts infectie relatief vaak symptoomloos door. Mogelijk 90% van de zwangeren heeft geen klachten van de infectie. In verband met de risico s die deze infectie kan hebben voor zowel de foetus als ook de vrouw, wordt diagnostiek in een aantal situaties zinvol geacht. Normaliter kan een vraag naar acute Q-koorts beantwoord worden door het verrichten van een ELISA IgM fase II. Omdat de gevoeligheid van deze test bij infecties langer dan 3 maanden geleden afneemt en dergelijke infecties wel tijdens de (huidige of eventueel een eerdere) zwangerschap opgelopen kunnen zijn, moet in de diagnostiek gebruik gemaakt worden van andere testen. Immuunfluorescentie voor alle vier de antilichamen (IgM fase I en II en IgG fase I en II) geeft als enige methode voldoende uitsluitsel. CBR is in deze te weinig sensitief. Uitslag primaire serologie afgenomen tijdens de zwangerschap: - IgM en IgG fase I en II zijn negatief. - Serologie negatief. Indien geen van de genoemde antilichamen worden aangetroffen is er geen sprake van een recente of oudere infectie met Coxiella burnetii. Er bestaat op het moment van afname dus geen risico voor de zwangerschap. - IgM fase II en I zijn aantoonbaar in combinatie met tenminste IgG fase II. - IgM titer is hoger dan IgG titer. - Serologie duidt op een recente infectie. Met een recente infectie wordt bedoeld een infectie die mogelijk opgelopen is gedurende de huidige zwangerschap. - IgM fase II en I zijn aantoonbaar zonder IgG antistoffen. - Serologie kan duiden op een zeer recente infectie met name in het seizoen, maar zou ook kunnen passen bij aspecifieke reactie. Met een recente infectie wordt bedoeld een infectie die mogelijk opgelopen is gedurende de huidige zwangerschap. - IgG fase I en II zijn aantoonbaar zonder IgM antistoffen, of IgG titers zijn hoger dan IgM titers, maar nog niet bewijzend voor een chronische infectie. - Serologie duidt op een infectie in het verleden. Indien infectie in eerdere zwangerschap kan hebben plaats gevonden of indien er nog IgM antistoffen aantoonbaar zijn, wordt herhaling van serologie tijdens zwangerschap aanbevolen. - IgG fase I en II zijn aantoonbaar en duiden op een chronische infectie. Therapie advies Perinatale zorg Opmerking 1 e keus: Cotrimoxazol 2 dd 960 minimaal 5 weken 2 e keus: Erythromycine 4 dd 500 mg minimaal 5 weken 1 e keus: Cotrimoxazol 2 dd 960 minimaal 5 weken 2 e keus: Erythromycine 4 dd 500 mg minimaal 5 weken Groeicontroles (echo s bij 28, 32 en 36 w.) Bij groei onder de P10 of bij oligohydramnion verwijzen naar 2 e lijn Bij dreigende partus prematurus verwijzen naar 2 e lijn. Voor partus zie bijlage. Idem Overwogen kan worden om verder in de zwangerschap opnieuw te testen, maar alleen op strikte indicaties, zoals bij klachten passend bij Q-koorts of een duidelijk aanwijsbare forse blootstelling (bijvoorbeeld geitenhouders). Serologie herhalen na 1 en 2 maanden. Indien titers dalen doorgaan met een frequentie van eens per 2 maanden. 1) Serologie na 2 weken herhalen. Indien geen IgG wordt gevormd is er sprake van een aspecifieke reactie. Eventuele behandeling staken. Indien wel IgG is gevormd, behandeling minimaal 5 weken doorzetten. 2) Gezien de consequenties die een infectie kan hebben voor de zwangerschap dient een afweging gemaakt te worden tussen reeds starten met antibiotica en het wachten op vervolgserologie. Het seizoen kan een rol spelen in deze beslissing. Zie vervolgserologie. Idem Een positieve PCR uit primaire serologie monster is bewijzend voor recente infectie. 1 e keus: Cotrimoxazol 2 dd 960 voor rest van de zwangerschap 2 e keus: Erythromycine 4 dd 500 mg Idem Herhaling van serologie heeft tot doel de ontwikkeling van een chronische infectie aan te tonen dan wel uit te sluiten. Frequentie van herhalen: iedere tweede maand, bij klachten eerder. Een positieve PCR ondersteunt de diagnose chronische infectie nog meer. Serologie en PCR elke maand herhalen.
7 Vervolgserologie: - Na acute infectie: IgM antistoffen dalen, IgG antistoffen blijven gelijk of dalen. - Na acute infectie: IgM antistoffen dalen niet, IgG antistoffen blijven gelijk of stijgen. - Bij chronische infectie: IgM en IgG antistoffen blijven gelijk of dalen. - Bij chronische infectie: IgM en/of IgG antistoffen blijven gelijk of stijgen. Post partum beleid: - Geen aanwijzingen chronische infectie en reeds een viervoudige titerdaling. - Geen aanwijzingen chronische infectie, maar nog geen viervoudige titerdaling. - Wel aanwijzingen chronische infectie tijdens zwangerschap. Stop antibiotica na 5 weken. Continueer antibiotica. Switch in laatste trimester eventueel naar erythromycine. Continueer antibiotica. Switch in laatste trimester eventueel naar erythromycine. Continueer antibiotica. Overweeg dubbeltherapie. Antibiotische therapie kan worden overwogen. Afweging maken tav geven van borstvoeding en risico bij zwangere op een relaps. Antibiotische therapie kan worden overwogen. Afweging maken tav geven van borstvoeding en risico bij zwangere op een relaps. Start therapie voor chronische infectie direct na bevalling. Herhaal serologie om de maand. Herhaal serologie en PCR iedere maand. Herhaal serologie en PCR iedere maand. Herhaal serologie en PCR iedere maand. Serologie iedere 3 maanden controleren. Start op maand 1. Serologie iedere maand controleren tot er een viervoudige titerdaling is tov serologie in zwangerschap, vervolgens iedere 3 maanden. Doorverwijzen naar internist minimaal 2-3 weken voor de bevalling.
8 Aanvulling gebruik Chinolonen bij Q koorts Er zijn geen gerandomiseerde studies gepubliceerd naar de effectiviteit van chinolonen in de behandeling van acute Q-koorts. Wel zijn er in vitro studies, case reports en een enkele retrospectieve analyse. Hieruit komt het volgende naar voren voor de in Nederland verkrijgbare fluorochinolonen en macroliden: Van de fluorochinolonen is ciprofloxacin het minst actief in vitro met MRCs van 4-8 mg/l. Dit is 2-4 x hoger dan de actievere fluorochinolonen. Het meest actief in vitro zijn moxifloxacin (MRCs mg/l) en levofloxacin (0.5-1 mg/l). Gevoeligheidsbepalingen voor C. burnetii zijn echter niet zeer goed gestandaardiseerd. Ofloxacin komt niet in aanmerking. De bereikbare concentraties in serum als maat voor expositie in vivo liggen het meest ongunstig voor ciprofloxacin (fauc bij een 2x 500 mg dagdosering ongeveer 20 mg.h/l). Dit kan echter gecompenseerd worden door de 2x 750 mg dosering voor te schrijven. Voor moxifloxacin is dit ongeveer 30 mg.h/l en voor levofloxacin 35 mg.h/l bij respectievelijk 1x 400 en 1x 500 mg dagdoseringen. In een retrospectieve studie is moxifloxacin vergeleken met doxycycline en clarithromycine (n=77). De effectiviteit was vergelijkbaar. Ook voor paediatrische patiënten is claritromycine het alternatief. Van azithromycine zijn geen goede klinische gegevens bekend, de MRCs zijn echter dermate hoog dat het middel niet in aanmerking komt.
9 Workflow ZGV / MIL Coxiella burnetii serum: Eerste monster: 1 e ziektedag <3 maanden Of onbekend EN NIET opgenomen 14 dagen EN WEL opgenomen >3 maanden ELISA M2 screening ELISA M2 screening EN PCR (Velp) IFA IgM/IgG fase I/II Den Bosch Negatief Dubieus/Positief 1 e ziektedag onbekend 1 e ziektedag > 14 dagen 1 e ziektedag 14 dagen IFA IgM/IgG fase I/II ter bevestiging Den Bosch Opmerking 1 <4 weken Opmerking 2 >4 weken: Opmerking 3 PCR (Velp) Negatief of niet interpreteerbaar: Opmerking 4 Positief: Opmerking 5
10 Opmerking 1 Cox1 Eerste screening voor Coxiella burnetii infectie negatief. 1 e ziektedag niet vermeld welke noodzakelijk is voor interpretatie en eventueel vervolgonderzoek. Indien de eerste ziektedag <4 weken geleden gaarne 2 e monster insturen 2 weken na 1 e monster met vermelding van 1 e ziektedag en klinische gegevens. Opmerking 2 Cox2 Geen aanwijzingen voor een recente Coxiella burnetii infectie. Gaarne 2 e monster insturen 2 weken na 1 e monster. Opmerking 3 Cox3 Geen aanwijzingen voor recente Coxiella burnetii infectie. Opmerking 4 Cox4 = opmerking 2 Opmerking 5 Cox5 Serologisch sprake van een acute infectie met Coxiella burnetii. Deze ziekte behoort tot een groep C meldingsplichtige ziekte en moet door de behandelende arts en het laboratorium gemeld worden. Behandeling met antibiotica en controle van het serologisch beloop noodzakelijk na 3, 6 en 12 maanden indien risicofactoren op chronisch beloop (hartklepafwijkingen, kunsthartkleppen, aneurysma, vaatprothese, immuungecompromiteerden, zwangeren, lymfoom of solide tumoren). Bovengenoemde risicofactoren uitsluiten. Indien van tevoren gezonde patiënt en risicofactoren uitgesloten: serologische controle na 9 maanden.
11 Vervolgmonster Vervolgmonster Historie: Q-koorts negatief IgM/IgG (en evt PCR) negatief Historie: Geen bewezen infectie, wel IgG e/o IgM dubieus/positief Bewezen infectie volgens schema 3, 6 en 12 maanden 1 e ziektedag 3 maanden 1 e ziektedag >3 maanden IFA IgM/IgG fase I/II Den Bosch IFA titratie ALLEEN IgG fase I en II Den Bosch ELISA M2 screening Beschouwen als nieuw monster Negatief/dubieus (dubieus met 1 e ziektedag > 4 weken geleden) Dubieus/positief (dubieus met 1 e ziektedag <4 weken) Geen antistoffen en 1 e ziektedag <4 weken geleden of onbekend: Opmerking 6 Geen/dubieuze antistoffen en 1 e ziektedag >4 weken geleden: Opmerking 7 IFA IgM/IgG fase I/II Den Bosch
12 Opmerking Cox6 Geen aanwijzingen voor recente Coxiella burnetii infectie. Herhaling niet nodig, tenzij sterke verdenking op Q koorts blijft bestaan. Opmerking 7 Cox7 Geen aanwijzingen voor recente Coxiella burnetii infectie. Indien aanvragen opgestuurd worden naar Den Bosch de volgende gegevens vermelden: - datum monsterafname - kliniek - 1 e ziektedag - 1 e monster (op aanvraag naar Den Bosch zetten: confirmatie Q-koorts ELISA) - of vervolgonderzoek (op aanvraag naar Den Bosch zetten: IFA + titratie Q-koorts). De interpretatie die terugkomt van Den Bosch kunnen we dan overnemen (nadat AM dit heeft nagekeken). Indien er sprake is of sprake kan zijn van een acute/recente infectie (interpretatie Den Bosch): dit melden aan de GGD. Bijzondere aanvragen: Zwanger en positieve serologie Chronisch IFA titratie IgG en IgM (Den Bosch) IFA titratie IgG en IgM en PCR (Den Bosch)
13 Interpretatie Den Bosch: ELISA PCR IFA Den Bosch 1 e ziektedag Interpretatie IgM fase II Dub/pos Neg/nv Neg/dub Onbekend Geen aanwijzingen voor een recente Coxiella burnetii infectie. Indien de eerste ziektedag < 4 weken geleden gaarne 2 e monster insturen 2 weken na 1 e monster. Dub/pos Neg/nv Neg/dub <4 weken = opmerking 2 Dub/pos Neg/nv Neg/dub >4 weken = opmerking 3 Dub/pos Neg/nv Alleen IgM fase II positief Kan passen bij een acute Coxiella burnetii infectie, voor bevestiging gaarne 2 e monster insturen 2 weken na eerste monster. Nog niet melden aan de GGD. Dub/pos Neg/nv IgM fase I en II positief = opmerking 5 Dub/pos Nv Fase II positief, fase I <3 maanden = opmerking 5 neg/pos Dub/pos Nv Alles positief met: IgG fase I 1:4096 of IgG fase I >IgG fase II <6 maanden Serologisch sprake van een acute infectie met Coxiella burnetii met kans op het ontwikkelen van een chronische infectie. Deze ziekte behoort tot een groep C meldingsplichtige ziekte en moet door de behandelende arts en het laboratorium gemeld worden. Behandeling met antibiotica en controle van het serologisch verloop noodzakelijk na 3, 6 en 12 maanden. Hartklepafwijkingen uitsluiten (indien auscultatie afwijkend of bekende hartklepafwijkingen dan Dub/pos Nv Alles pos, of alleen IgM fase I neg Dub/pos Nv IgG positief (IgM neg) met: IgG fase I<IgG fase II of IgG fase I 1:32 Dub/pos Nv IgG pos (IgM neg of pos) met: IgG fase I 1:4096 en > IgG fase II Onbekend of >3 maanden alleen echo), cave vaatprothese. Serologisch sprake van een recente infectie of infectie langer geleden met Coxiella burnetii. Interpretatie afhankelijk van eerste ziektedag. Deze ziekte behoort tot een groep C meldingsplichtige ziekte en moet door de behandelende arts en het laboratorium gemeld worden. Behandeling met antibiotica en controle van het serologisch beloop noodzakelijk na 3, 6 en 12 maanden. Hartklepafwijkingen uitsluiten (indien auscultatie afwijkend of bekende hartklepafwijkingen dan alleen echo), cave vaatprothese. Indien van tevoren gezonde patiënt en risicofactoren uitgesloten zijn: serologische controle na 9 maanden. Doorgemaakte infectie met Coxiella burnetii in het verleden. Niet melden aan de GGD. >6 maanden Chronische infectie met Coxiella burnetii. Landurige antibiotische behandeling en serologische controle nodig en hartklepafwijkingen uitsluiten (echo, cor) cave
14 Dub/pos Nv Alleen IgG fase II pos (1:32 of 1:64) vaatprothese. Doorgemaakte infectie met Coxiella burnetii of a-specifieke reactie. Vervolgmonster na 2 weken: Seroconversie = opmerking 5 Geen/dubieuze antistoffen en 1 e ziektedag > 4 weken. = opmerking 3 Geen antistoffen en 1 e ziektedag <4 weken geleden of = opmerking 6 onbekend Vervolgmonster na 3, 6 en 12 maanden of vervolgmonster na 9 maanden: IgG fase I <1:4096 en <IgG fase II IgGfase II > IgG fase I IgM fase I daalt IgM fase II daalt IgG fase I 1:4096 IgG fase I > IgG fase II IgM fase I stijgt of daalt IgM fase II stijgt of daalt Monster < 12 maanden: nog geen aanwijzingen voor chronische infectie. Serologie herhalen volgens schema 3, 6 en 12 maanden. Monster 12 maanden: geen aanwijzingen voor chronische infectie. Herhaling van serologie niet nodig, tenzij blijvende klachten of reactivatie van klachten. Aanwijzingen voor chronische infectie. Overleg met arts-microbioloog.
Q-koorts, een complexe diagnostiek! (the JBZ experience!)
Q-koorts, een complexe diagnostiek! (the JBZ experience!) De microbiologen zagen zieke mensen. In hun ogen waren dat er veel meer dan normaal en zij spraken van een epidemie. ( ) We hebben de epidemie
Nadere informatieRichtlijn Q koorts. versie 14-12-2009 Jeroen Bosch Ziekenhuis. Richtlijn Q koorts
Richtlijn Q koorts versie 14-12-2009 Jeroen Bosch Ziekenhuis Richtlijn Q koorts Verdenking acute Q koorts: Frequente presentatie: Asymptomatisch Griepachtig beeld: Koorts, hoofdpijn, myalgieen, arthritis.
Nadere informatieDe Q koorts epidemie in Nederland
De Q koorts epidemie in Nederland Coxiella burnetii Wim van der Hoek, artsepidemioloog, Centrum Infectieziektebestrijding 1 Huisarts Herpen Toename Q koorts? Microbioloog Huisarts Sint Oedenrode Mei Juni
Nadere informatieBrabant-Zuidoost. Zicht op Q-koorts. Ronald ter Schegget. arts infectieziektebestrijding. GGD Brabant-Zuidoost
Zicht op Q-koorts Ronald ter Schegget arts infectieziektebestrijding GGD Brabant-Zuidoost 1 Kernboodschap Q-koorts kunt u oplopen door het inademen van de bacterie. Wees alert op de verschijnselen van
Nadere informatieRubella Synoniemen: rodehond, German measles, Röteln
Rubella Synoniemen: rodehond, German measles, Röteln B06 Bijlage I Rubella en zwangerschap, richtlijnen voor de praktijk Beleid naar aanleiding van een (mogelijk) contact (zie toelichting 1) Inventariseer
Nadere informatieSAMENVATTING VOOR NIET-INGEWIJDEN Kattenkrabziekte. Diagnostische en klinische aspecten van Bartonella henselae infectie
166 Samenvatting SAMENVATTING VOOR NIET-INGEWIJDEN Kattenkrabziekte. Diagnostische en klinische aspecten van Bartonella henselae infectie Deel I Introductie In de introductie van dit proefschrift (Hoofdstuk
Nadere informatieQ-koorts, versie 12 (PDF aangemaakt op: )
Q-koorts, versie 12 (PDF aangemaakt op: 12-3-2019) EPI-azc Indien de patiënt een asielzoeker betreft worden data doorgeven aan GGD GHOR Nederland. lblqkoocontact lblmeldcrit Contactpersoon voor q-koorts:
Nadere informatieMortaliteit bij Q koorts
Mortaliteit bij Q koorts L.M. Kampschreur Universitair Medisch Centrum Utrecht, Afdeling interne geneeskunde en infectieziekten, Jeroen Bosch Ziekenhuis, s-hertogenbosch, Afdeling interne geneeskunde Achtergrond
Nadere informatieCMV, EBV, Toxoplasma. Diagnostiek. Inge Gyssens Dienst infectieziekten Internist infectioloog
CMV, EBV, Toxoplasma Diagnostiek Inge Gyssens Dienst infectieziekten Internist infectioloog Man, 50 jaar Sinds 8d uit Thailand, 1 maand verblijf (nieuwe partner aldaar) Branderig gevoel ter hoogte van
Nadere informatieVVK Wintervergadering Sectie Neonatologie 18 januari 2013
VVK Wintervergadering Sectie Neonatologie 18 januari 2013 Congenitale Toxoplasmose: Hoe gebruik je de diagnostische informatie op een zinvolle manier? Filip Cools, MD, PhD Neonatologie, UZ Brussel Scenario
Nadere informatieInterpretatie van laboratoriumtesten: microbiologie
Interpretatie van laboratoriumtesten: microbiologie Jens Van Praet Dienst Nierziekten, Infectieziekten en Algemeen inwendige ziekten HIV referentiecentrum Travel clinic Casus 1: Kris Labo-diagnostiek:
Nadere informatieHarmonisatie in de Q koorts serologie
Harmonisatie in de Q koorts serologie Vergelijking van de prestaties van de CBR, IFA en ELISA voor de serodiagnose van Q koorts met behulp van een rondzending 14 juni 2011 SKML Congres Kwaliteit in Harmonisatie
Nadere informatieCasuspresentaties infectieuse serologie: laboratoriumaspecten. Dr. Alex Mewis Klinisch Bioloog Jessa Ziekenhuis - Campus Virga Jesse Hasselt
Casuspresentaties infectieuse serologie: laboratoriumaspecten Dr. Alex Mewis Klinisch Bioloog Jessa Ziekenhuis - Campus Virga Jesse Hasselt Infectieuse serologie Borrelia-serologie (Lyme) Toxoplasma gondii
Nadere informatieTwee opvattingen over Lyme-ziekte. Alexander Klusman Psychiater en Lyme-patiënt
Twee opvattingen over Lyme-ziekte Alexander Klusman Psychiater en Lyme-patiënt Oude en Nieuwe opvattingen over Lyme-ziekte Nederlandse CBO richtlijn Lyme-borreliose ILADS richtlijnen voor het management
Nadere informatie(sero) logisch denken
CLINIC ZGV 17 november 2010 (sero) logisch denken Ries Schouten arts-microbioloog reizigersgeneeskundige Infectie en afweer Patient met blaasjes gelaat HSV IgM + IgG 20 VZV IgM + IgG 200 Leishmania Casus
Nadere informatieMazelen en rubella surveillance overzicht, 1 mei 14 aug 2013 (week 33)
Mazelen en rubella surveillance overzicht, 1 mei 14 aug 2013 (week 33) Bron gegevens: Osiris/CIb LCI/CIb IDS. Auteurs: Esther Swart, Mirjam Knol (CIb EPI). Met dank aan Henriette Giesbers, VZP, en Irmgard
Nadere informatieplaats, met meer dan 4000 gemelde gevallen van acute Q-koorts. De zwaarst getroffen gebieden waren de provincies Noord-Brabant, Gelderland
Samenvatting 191 Tussen 2007 en 2009 vond -koorts uitbraak plaats, met meer dan 4000 gemelde gevallen van acute Q-koorts. De zwaarst getroffen gebieden waren de provincies Noord-Brabant, Gelderland bron
Nadere informatieValkuilen bij diagnostiek hepatitis ABC
Valkuilen bij diagnostiek hepatitis ABC Streeklab GGD Amsterdam, 30 okt 2009 Hans L. Zaaijer, arts-microbioloog AMC - Klinische Virologie / Sanquin - Bloedoverdraagbare Infecties leverontsteking chemisch/toxisch
Nadere informatieSpecifieke advisering diagnostiek en behandeling van Q-koorts infectie bij kinderen
Specifieke advisering diagnostiek en behandeling van Q-koorts infectie bij kinderen Versie 1.7 d.d. 11-11-2010 Sectie Pediatrische Infectieziekten & Immunologie Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde
Nadere informatie1. RSV: testaanbod. 1.1 RSV antigeen = sneltest
RSV en influenza seizoen 2018-2019 Met het nieuwe RSV seizoen voor de deur en het daaropvolgend influenza seizoen, wilden we graag even stil staan bij de optimale diagnostische keuze. - Voor de detectie
Nadere informatieMazelen en rubella surveillance overzicht, 1 mei 4 sep 2013 (week 36)
Mazelen en rubella surveillance overzicht, 1 mei 4 sep 2013 (week 36) Bron gegevens: Osiris/CIb-LCI/CIb-IDS. Auteurs: Esther Swart, Susan Hahné (CIb-EPI). Met dank aan Maarten Mulders, VVG, en Irmgard
Nadere informatieMazelen en rubella surveillance overzicht, 1 mei 21 aug 2013 (week 34)
Mazelen en rubella surveillance overzicht, 1 mei 21 aug 2013 (week 34) Bron gegevens: Osiris/CIb-LCI/CIb-IDS. Auteurs: Esther Swart, Susan Hahné (CIb-EPI). Met dank aan Maarten Mulders, VVG, en Irmgard
Nadere informatieDe nieuwe meldingsplicht voor tien ziekten Hans van Vliet RIVM-CIb 7 oktober 2008
De nieuwe meldingsplicht voor tien ziekten Hans van Vliet RIVM-CIb 7 oktober 2008 Wat bespreken Iets over meldingscriteria De nieuwe ziekten (2 minuten per ziekte!) - Wat is de reden om het te melden -
Nadere informatieWat te doen als een Italiaanse zwangere bezorgd is en een kind vreemd kijkt?
Wat te doen als een Italiaanse zwangere bezorgd is en een kind vreemd kijkt? Rebecca van Grootveld AIOS Medische Microbiologie Werkgroep Klinische Parasitologie, NVP & WAMM Toxoplasmose 2 Werkgroep klinische
Nadere informatieMazelen en rubella surveillance overzicht, 1 mei 11 sep 2013 (week 37)
Mazelen en rubella surveillance overzicht, 1 mei 11 sep 2013 (week 37) Bron gegevens: Osiris/CIb-LCI/CIb-IDS. Auteurs: Esther Swart, Susan Hahné (CIb-EPI). Met dank aan Henriette Giesbers, VZP, Irmgard
Nadere informatie15-07-2008 Kamervragen aan de ministers van VWS en LNV over de explosieve stijging van het aantal Q-koorts gevallen in Brabant
15-07-2008 Kamervragen aan de ministers van VWS en LNV over de explosieve stijging van het aantal Q-koorts gevallen in Brabant Kamervragen van het lid Thieme aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn
Nadere informatieMazelen surveillanceoverzicht, 1 mei 18 dec 2013 (week 51)
Mazelen surveillanceoverzicht, 1 mei 18 dec 2013 (week 51) Bron gegevens: Osiris/CIb-LCI/CIb-IDS. Auteurs: Annemarijn van Ginkel, Esther Swart, Susan Hahné (CIb-EPI). Met dank aan Tessa van t Klooster,
Nadere informatieMazelen surveillance overzicht, 1 mei jan 2014 (week 5)
Mazelen surveillance overzicht, 1 mei 2013 29 jan 2014 (week 5) Bron gegevens: Osiris/CIb-LCI/CIb-IDS. Auteurs: Tessa Schurink-van t Klooster, Susan Hahné (CIb-EPI). Met dank aan Annemarijn van Ginkel,
Nadere informatieRapportage uitkomsten Q-koorts Herpen II onderzoek
Rapportage uitkomsten Q-koorts Herpen II onderzoek 22 juni 2015 De GGD Hart voor Brabant voerde dit onderzoek uit in samenwerking met AMPHI de academische werkplaats van het Radboud universitair medisch
Nadere informatieMazelen en rubella surveillance overzicht, 1 mei 7 aug 2013 (week 32)
Mazelen en rubella surveillance overzicht, 1 mei 7 aug 213 (week 32) Bron gegevens: Osiris/CIb-LCI/CIb-IDS. Auteurs: Esther Swart, Mirjam Knol (CIb-EPI). Met dank aan Henriette Giesbers, VZP, en Irmgard
Nadere informatieDrie jaar Q-koorts in Nederland: snellere diagnose
Onderzoek Drie jaar Q-koorts in Nederland: snellere diagnose Wim van der Hoek, Frederika Dijkstra, Nancy Wijers, Ariene Rietveld, Clementine J. Wijkmans, Jim E. van Steenbergen, Daan W. Notermans en Peter
Nadere informatieSWAB richtlijn Community Acquired Pneumonie (CAP)
SWAB richtlijn Community Acquired Pneumonie (CAP) Concept versie 30 oktober 2018 Auteurs: Dr. C. van Nieuwkoop, internist-infectioloog-acuut geneeskundige Drs. L. el Bouazzoui, longarts Drs. T. Pletting,
Nadere informatieLaboratoriumdiagnostiek van acute Q-koorts
Stand van zaken Laboratoriumdiagnostiek van acute Q-koorts Marjolijn C.A. Wegdam-Blans, Marrigje H.Nabuurs-Franssen, Alphons M. Horrevorts, Marcel F. Peeters, Peter M. Schneeberger en Henk A. Bijlmer Landelijk
Nadere informatieMazelen surveillance overzicht, 1 mei jan 2014 (week 3)
Mazelen surveillance overzicht, 1 mei 2013 15 jan 2014 (week 3) Bron gegevens: Osiris/CIb-LCI/CIb-IDS. Auteurs: Annemarijn van Ginkel, Susan Hahné (CIb-EPI). Met dank aan Tessa Schurink-van t Klooster,
Nadere informatieMazelen surveillance overzicht, 1 mei jan 2014 (week 1)
Mazelen surveillance overzicht, 1 mei 2013 1 jan 2014 (week 1) Bron gegevens: Osiris/CIb-LCI/CIb-IDS. Auteurs: Tessa Schurink-van t Klooster, Mirjam Knol (CIb-EPI). Met dank aan Annemarijn van Ginkel,
Nadere informatieSCHILDKLIERFUNCTIESTOORNISSEN EN ZWANGERSCHAP
SCHILDKLIERFUNCTIESTOORNISSEN EN ZWANGERSCHAP SCHILDKLIERFUNCTIETESTEN TIJDENS DE ZWANGERSCHAP Wat is de normale range voor TSH in elk trimester? [2012] Trimester-specifieke, per centrum bepaalde, normaalwaarden
Nadere informatieMazelen surveillance overzicht, 1 mei 4 dec 2013 (week 49)
Mazelen surveillance overzicht, 1 mei 4 dec 2013 (week 49) Bron gegevens: Osiris/CIb-LCI/CIb-IDS. Auteurs: Esther Swart, Susan Hahné (CIb-EPI). Met dank aan Annemarijn van Ginkel, Tessa van t Klooster,
Nadere informatieInformatiedossier patiënt. Alfons Olde Loohuis
Informatiedossier patiënt Alfons Olde Loohuis 1. Q-koorts Q-koorts wordt veroorzaakt door de bacterie Coxiella burnetii. Q-koorts is een zoönose. Dat betekent dat de bacterie van dier op mens wordt overgedragen.
Nadere informatieVSV Achterhoek Oost Protocol Preventie en behandeling van early-onset neonatale infecties
VSV Achterhoek Oost Protocol Preventie en behandeling van early-onset neonatale infecties Doel Het doel van dit protocol is preventie, herkenning, optimalisering van diagnostiek en behandeling van early-onset
Nadere informatieQ-koorts. Dr. Janna Munster AIOS gynaecologie Pathologendagen
Q-koorts Dr. Janna Munster AIOS gynaecologie Pathologendagen 30-03-2017 Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring
Nadere informatieZwangerschap en HBV. Greet Boland Nationaal Hepatitis Centrum, Amersfoort Afdeling Virologie, Universitair Medisch Centrum Utrecht
Zwangerschap en HBV Greet Boland Nationaal Hepatitis Centrum, Amersfoort Afdeling Virologie, Universitair Medisch Centrum Utrecht 1 Virale aandoeningen die verticaal overdraagbaar zijn HIV Hepatitis B
Nadere informatieInformatiedossier Q-koorts. Alfons Olde Loohuis
Informatiedossier Q-koorts Alfons Olde Loohuis 1. Q-koorts Q-koorts wordt veroorzaakt door de bacterie Coxiella burnetii. Q-koorts is een zoönose. Dat betekent dat de bacterie van dier op mens wordt overgedragen.
Nadere informatieInformatiedossier Q-koorts. Alfons Olde Loohuis
Informatiedossier Q-koorts Alfons Olde Loohuis 1. Q-koorts Q-koorts wordt veroorzaakt door de bacterie Coxiella burnetii. Q-koorts is een zoönose. Dat betekent dat de bacterie van dier op mens wordt overgedragen.
Nadere informatieLegionella. Annemarie Essink Longziekten 05-03-2014
Legionella Annemarie Essink Longziekten 05-03-2014 Indeling Historie Epidemiologie en pathogenese Klinische presentatie en beloop Microbiologische diagnose Behandeling Maatregelen naar aanleiding van een
Nadere informatieDe waarde van aviditeitstesten in diagnostiek en rondzendingen
De waarde van aviditeitstesten in diagnostiek en rondzendingen Greet Boland, klinisch microbioloog / MMM er Aviditeitstesten Wat is aviditeit? Wat betekent de uitslag? Wanneer is toepassing zinvol/niet
Nadere informatieHEPATITIS B EN ZWANGERSCHAP. Ann-Sophie Page & Gerbrich van den Bosch 04-11-2014
HEPATITIS B EN ZWANGERSCHAP Ann-Sophie Page & Gerbrich van den Bosch 04-11-2014 INTRODUCTIE HBV = dsdna virus, hoge viremie, zeer infectieus (50-100x infectieuzer dan HIV) Transmissie door contact met
Nadere informatieSamenvatting. Q-koorts in Nederland
Samenvatting Q-koorts is een zoönose een infectieziekte die kan worden overgedragen van dieren op mensen veroorzaakt door de bacterie Coxiella burnetii (C. burnetii). Bij mensen verloopt een infectie met
Nadere informatieACHTERGRONDEN BIJ DE CASUSSCHETSEN INCLUSIEF LEERDOELEN EN STELLINGEN
INTERLINE INFECTIEZIEKTEN januari 2015 ACHTERGRONDEN BIJ DE CASUSSCHETSEN INCLUSIEF LEERDOELEN EN STELLINGEN Inleiding Werkgroepleden: Mevrouw J.W. (Jolande) Bouwhuis, internist-infectioloog De heer P.H.P.
Nadere informatieCongenitaal gehoorverlies en de kinderarts. CDS symposium 17 maart 2010 Margot Mulder, kinderarts
Congenitaal gehoorverlies en de kinderarts CDS symposium 17 maart 2010 Margot Mulder, kinderarts Kindergeneeskundig onderzoek naar de oorzaak van het congenitaal gehoorverlies doel Patiënt: te verwachten
Nadere informatieNRC Bordetella pertussis: verslag van het Nationaal Referentiecentrum voor het jaar 2012.
NRC Bordetella pertussis: verslag van het Nationaal Referentiecentrum voor het jaar 2012. Inleiding In 2012 bevestigden de twee laboratoria van het Nationaal Referentie Centrum Bordetella pertussis een
Nadere informatieFlavivirus serologie. Jean-Luc Murk, arts-microbioloog
Flavivirus serologie Jean-Luc Murk, arts-microbioloog Flaviviridae POWV TBEV Mogelijk grootste Familie onder de virussen ZIKV SLEV WNV MVEV Virus taxonomy 9 th ed 2012 Flaviviridae Zika virus Kunjin virus
Nadere informatieQ-koorts in Nederland: klinisch beeld, diagnostiek en therapie
Klinische les Q-koorts in Nederland: klinisch beeld, diagnostiek en therapie Mayke Persoon Inleiding In 1937 beschreef E.H. Derrick een koortsende ziekte onder abattoirmedewerkers in Australië die hij
Nadere informatieQ-koorts A78 Q-fever, Query-fever, Coxiella burnetii -infectie 1. Algemeen 2. Ziekte 2.1 Verwekker 2.2 Pathogenese 2.
Q-koorts Q-fever, Query-fever, Coxiella burnetii-infectie A78 1. Algemeen Q-koorts is een zoönose. In België zijn geiten en schapen de belangrijkste besmettingsbron voor de mens. Ook andere dieren zoals
Nadere informatieOntstekingsparameters in de huisartspraktijk. Warffum 2012
Ontstekingsparameters in de huisartspraktijk Warffum 2012 Onderwerpen CRP, bezinking of beide CRP bij acuut hoesten CRP sneltest voor andere indicaties? CRP, bezinking of beide? Indicaties - infectie/ontsteking
Nadere informatieJuni 2015 SAMENVATTING SCREENINGSSCHEMA UIT LEIDRAAD VOOR MEDISCHE CONSULTATIES BIJ SEKSWERKERS. Pasop vzw
SAMENVATTING SCREENINGSSCHEMA UIT LEIDRAAD VOOR MEDISCHE CONSULTATIES BIJ SEKSWERKERS Pasop vzw 1 KERNBOODSCHAP Sekswerkers: zeer gevarieerde groep qua leeftijd, nationaliteit, werksector, taal, sociale
Nadere informatieOptimalisatie van de rapportering van infectieuze serologie
1 h.-hartziekenhuis vzw Critically Appraised Topic Optimalisatie van de rapportering van infectieuze serologie Laura Peeters Supervisie: Apr. Wim Laffut & Dr. Ellen Van Even H.-Hartziekenhuis Lier 15 mei
Nadere informatiePneumocystis jirovecii pneumonie Behandeling met corticosteroïden. Teske Schoffelen, arts-assistent IC
Pneumocystis jirovecii pneumonie Behandeling met corticosteroïden Teske Schoffelen, arts-assistent IC 28-02-2019 Casus Vrouw, 67 jaar Presentatie Koorts, niet-productieve hoest, dyspnoe Acuut hypoxisch
Nadere informatieMicrobiologie achtergronden casusschetsen
Microbiologie achtergronden casusschetsen Voor: begeleider/presentator Voorstel wijzigingen bij herziening werkafspraak kunnen op de laatste pagina worden genoteerd. Interline, januari 2011 INTERLINE
Nadere informatieGeval van chronische Q-koorts
Geval van chronische Q-koorts Koen De Schrijver 1,Wim Flipse 2 Samenvatting In ons land is Q-koorts is een zeldzame zoönose. Dat geldt nog meer voor de complicatie van de ziekte, die slechts bij 1 tot
Nadere informatieOverzicht aanbevelingen richtlijn Urineweginfecties bij kwetsbare ouderen (2018)
Overzicht aanbevelingen richtlijn Urineweginfecties bij kwetsbare ouderen (2018) Klinische verschijnselen Aspecifieke klachten en symptomen bij kwetsbare ouderen kunnen niet worden toegeschreven aan een
Nadere informatieZika virus en zwangerschap
Zika virus en zwangerschap 04/2016 Dit document bevat mogelijk vertrouwelijke informatie van JIJWIJ. Het kopiëren en/of verspreiden van dit document zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van JIJWIJ
Nadere informatiePreventie van groep B-streptokokken infectie
Preventie van groep B-streptokokken infectie Het stroomdiagram dat is opgesteld door de NVOG en NvK vormt het uitgangspunt van dit lokale protocol (bijlage 1). Algemeen De vroege vorm van neonatale groep
Nadere informatieQ-fever, Query-fever, Coxiella burnetii-infectie
Q-koorts Q-fever, Query-fever, Coxiella burnetii-infectie A78 1. Historie Q-koorts is een zoönose. De 'Q' in Q-koorts verwijst naar het woord 'Query', dat vraag of vraagteken betekent. Tot 1937 was de
Nadere informatieSerologische testen en interpretatie van testresultaten
Serologische testen en interpretatie van testresultaten Serologische testen Serologie is de leer van de stoffen die zich bevinden in het bloedserum. Bloedserum is het vocht dat verkregen is nadat bloed
Nadere informatieNabespreking rondzendingen coeliakie 2013, 2014 en Ingrid van Hoogstraten MI VUmc, Amsterdam
Nabespreking rondzendingen coeliakie 2013, 2014 en 2015 Ingrid van Hoogstraten MI VUmc, Amsterdam Diagnostiek van coeliakie Richtlijnen (2008): (Nederlandse Vereniging van Maag-Darm-Leverartsen) Klinische
Nadere informatieZwangerschap en rhesusfactoren. Informatie over bloedgroepen en antistoffen
Zwangerschap en rhesusfactoren Informatie over bloedgroepen en antistoffen 1 Inleiding Uit bloedonderzoek is gebleken dat u bloedgroep rhesus D-negatief of rhesus c-negatief heeft. Uw verloskundig zorgverlener
Nadere informatieLegionella. De overdracht. Jacob P. Bruin Streeklaboratorium voor de Volksgezondheid Kennemerland Haarlem
Legionella De overdracht Jacob P. Bruin Streeklaboratorium voor de Volksgezondheid Kennemerland Haarlem Legionella Inhoud: Legionella bacterie Infectieroute Diagnostiek Kweek Urine antigeentesten Serologie
Nadere informatieSamenvatting. Samenvatting 7
Samenvatting Dit advies gaat over zwangerschapsimmunisatie door rode bloedcellen: het verschijnsel waarbij vrouwen zogeheten irregulaire erytrocytenantistoffen (IEA) vormen tegen voor hen vreemde rode
Nadere informatieCommissie Praktische Tuberculosebestrijding AANBEVELINGEN UIT DE RICHTLIJN DIAGNOSTIEK (LATENTE) TUBERCULOSE- INFECTIE (LTBI)
Commissie Praktische Tuberculosebestrijding AANBEVELINGEN UIT DE RICHTLIJN DIAGNOSTIEK (LATENTE) TUBERCULOSE- INFECTIE () INHOUD Welke testen zijn beschikbaar en wat zijn de eigenschappen van deze testen
Nadere informatierondzending kinkhoestserologie 2015
rondzending kinkhoestserologie 2015 SKML infectieziekten serologie Deelnemersmiddag 24 mei 2016 Thera Trienekens, arts-microbioloog VieCuri kinkhoest Catarraal Paroxysmaal Reconvalescentie Incidentie
Nadere informatieZwangerschap en rhesusfactoren Informatie over bloedgroepen en antistoffen
Zwangerschap en rhesusfactoren Informatie over bloedgroepen en antistoffen Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. 1 Inleiding Uit bloedonderzoek is gebleken dat u bloedgroep
Nadere informatieDIAGNOSTIEK TARIEVEN EERSTE LIJN 2014
DIAGNOSTIEK TARIEVEN EERSTE LIJN 2014 De onderstaande tarievenlijst geeft een zo goed mogelijk beeld van de kosten van de meest aangevraagde onderzoeken. Afwijkingen kunnen voorkomen. Het kan zijn dat
Nadere informatieCommunity-acquired pneumonie. Kliniek, verwekkersen antibioticabeleid. Michiel Bos(huisarts) en Sunita Paltansing/Elise Kraan. (artsen-microbioloog)
Community-acquired pneumonie Kliniek, verwekkersen antibioticabeleid Michiel Bos(huisarts) en Sunita Paltansing/Elise Kraan (artsen-microbioloog) DUO dagen 2014 Casus: 53-jarige vrouw Anamnese: Meer daneenweek
Nadere informatie12. PERINATAAL BELEID BIJ VERHOOGD RISICO OP AGS
12. PERINATAAL BELEID BIJ VERHOOGD RISICO OP AGS 1. Prenatale diagnostiek en behandeling met DXM Indicatie: Echtparen, die beiden drager zijn van een mutatie van de klassieke vorm van AGS. Als een van
Nadere informatieRSV en influenza seizoen
RSV en influenza seizoen 2017-2018 1. Huidige epidemiologie 1.1 WIV Het WIV stelt een wekelijkse update beschikbaar voor de opvolging van het influenza seizoen, aan de hand van de klinische surveillance
Nadere informatieSamenvatting in. het Nederlands
11 Samenvatting in het Nederlands Chapter Samenvatting 1 in het Nederlands Naast therapeutische effectiviteit zijn kostenbeheersing en het verminderen van onnodig antibioticumgebruik belangrijke aspecten
Nadere informatieDENGUE, versie 8 (PDF aangemaakt op: ) Contactpersoon: Brechje de GierBrechje.de
DENGUE, versie 8 (PDF aangemaakt op: 12-3-2019) lbldengcontact lbldengcrit1 lbldengcrit1a lbldengmeld1-2016 Contactpersoon: Brechje de GierBrechje.de gier@rivm.nl MELDINGSCRITERIA DENGUE WAARSCHIJNLIJKE
Nadere informatieEen donatie met een staartje
Een donatie met een staartje Jaap van Hellemond Dept. Medische Microbiologie & Infectieziekten Erasmus MC & Havenziekenhuis Rotterdam Met medewerking van en dank aan Havenziekenhuis, Rotterdam Emmaline
Nadere informatieOnderzoek in het kort Q-koorts onderzoek in Nederland: resultaten tot nu toe
Onderzoek in het kort Q-koorts onderzoek in Nederland: resultaten tot nu toe Y.T.H.P. van Duynhoven, P. Wever, F. Dijkstra, W. van der Hoek, H.J. Roest, C. Wijkmans, P. Vellema, T. Oomen, J.E. van Steenbergen
Nadere informatieSamenvatting richtlijn medicamenteuze behandeling van tuberculose NVALT
Samenvatting richtlijn medicamenteuze behandeling van tuberculose NVALT 2005 AANBEVELINGEN: Niveau 2 Het routinematig voorschrijven van pyridoxine bij isoniazide toediening is niet nodig. Pyridoxine suppletie
Nadere informatieHepatitis E, wat moet je ermee?
Hepatitis E, wat moet je ermee? Caroline Swanink, arts-microbioloog Rijnstate 11 oktober 2016 Wanneer verricht u diagnostiek naar hepatitis E virus? A. Altijd bij een acuut hepatitis beeld B. Bij een acuut
Nadere informatieInleiding. Werkgroepleden:
INTERLINE INFECTIEZIEKTEN januari 2015 Inleiding Werkgroepleden: Mevrouw J.W. (Jolande) Bouwhuis, internist-infectioloog De heer P.H.P. (Paul) Groeneveld, internist-infectioloog De heer J. (Joop) Barkmeyer,
Nadere informatieLaboratoria Nieuwsbrief Juni 2012 Klinisch Chemisch en Hematologisch Laboratorium Medisch Microbiologisch Laboratorium
Laboratoria Nieuwsbrief Juni 2012 Klinisch Chemisch en Hematologisch Laboratorium Medisch Microbiologisch Laboratorium In dit nummer: Express-info Inleiding Bereikbaarheid laboratoria / specialisten Ziekenhuis
Nadere informatieLaboratoriumdiagnostiek van ANCA: dagelijkse praktijk in Nederland
Laboratoriumdiagnostiek van ANCA: dagelijkse praktijk in Nederland Renate van der Molen Medisch Immunoloog Afdeling Laboratoriumgeneeskunde Laboratorium Medische Immunologie Universitair Medisch Centrum
Nadere informatieDiagnostiek naar de oorzaak van slechthorendheid binnen het Centrum Diagnostiek Slechthorendheid
Diagnostiek naar de oorzaak van slechthorendheid binnen het Centrum Diagnostiek Slechthorendheid Derde VUMC nascholingsdag 22 maart 2013 Margot Mulder, kinderarts Aangeboren slechthorendheid: Literatuur:
Nadere informatieKLINISCHE BIOLOGIE Art. 24bis pag. 1 officieuze coördinatie Opsporen op kwalitatieve wijze van het hepatitis C virus (HCV) B 2000
KLINISCHE BIOLOGIE Art. 24bis pag. 1 "Artikel 24bis. Worden als verstrekkingen beschouwd waarvoor de bekwaming van specialist voor klinische biologie (P) vereist is : 1. Moleculaire Biologische Onderzoeken
Nadere informatieKenmerk: AGZUIT/12046/ms Datum: 29 maart 2010 Behandeld door: C. Wijkmans Onderwerp: Q-koorts, stand van zaken
Aan geadresseerde Kenmerk: AGZUIT/12046/ms Datum: 29 maart 2010 Behandeld door: C. Wijkmans E-mail: infectieziekten@ggdhvb.nl Onderwerp: Q-koorts, stand van zaken Geachte collega, Via deze brief brengen
Nadere informatieK.B B.S In werking
K.B. 18.6.2017 B.S. 29.6.2017 In werking 1.8.2017 Wijzigen Invoegen Verwijderen Artikel 24bis - KLINISCHE BIOLOGIE 1. Moleculaire Biologische Onderzoeken op genetisch materiaal van micro-organismen : 556872
Nadere informatieTweede screening bij Rhc-negatieve vrouwen: Wat levert het op?
Tweede screening bij Rhc-negatieve vrouwen: Wat levert het op? 1 INHOUD PSIE programma Antistoffen Ontstaan en Risico Achtergrond Rhc-screening Doel Rhc-screening Evaluatiestudie Rhc-screening Opzet Inclusies
Nadere informatieToxoplasma-serologie, wat kun je ermee?
Toxoplasma-serologie, wat kun je ermee? Titia Kortbeek, MD Centre for Infectious Disease Control Netherlands cmgm.stanford.edu/.../boothroydlabdesc.ht ml Ca.16 x 10 6 inwoners Ca. 200.000 geboortes per
Nadere informatieLCI-richtlijn Kinkhoest
LCI-richtlijn Kinkhoest Diagnostiek (met medewerking van de NVMM) Microbiologische diagnostiek Directe diagnostiek Voor detectie van infectie met B.pertussis is PCR van nasofaryngeaal materiaal aanzienlijk
Nadere informatieIcterus na tropenbezoek. Sophie Willemse Maag-Darm-Leverarts Academisch Medisch Centrum
Icterus na tropenbezoek Sophie Willemse Maag-Darm-Leverarts Academisch Medisch Centrum Casus 1 Man, 51 jaar Voorgeschiedenis Niertransplantatie prednison, cellcept en tacrolimus M. Bechterew etanercept
Nadere informatieQ-koorts. Dr. Jan H. Marcelis,arts-microbioloog Sanquin ZO. Nijmegen en Streeklaboratorium Tilburg Mede namens vele anderen,.
Q-koorts Dr. Jan H. Marcelis,arts-microbioloog Sanquin ZO. Nijmegen en Streeklaboratorium Tilburg Mede namens vele anderen,. april 2010 1 Q-koorts Geschiedenis Edward Derrick in 1937. Queensland, Australia
Nadere informatieVerdeling Borrelia species
Verdeling Borrelia species in Europa naar an2geniciteit i.e. outer surface proteine (Osp) A, voorkomen in teken, liquor, huid en synoviaal vocht. Species Osp A type Verdeling in teken (%) N=90 Liquor N=43
Nadere informatieDoel Behandeling bij Varicella Zoster virus (VZV) tijdens de zwangerschap en bij neonaat.
: Pagina 1 van 5 Doel Behandeling bij Varicella Zoster virus (VZV) tijdens de zwangerschap en bij neonaat. Doelgroep Kinderarts en gynaecoloog. Algemene aandachtspunten Overtuig je van de juiste patiënt
Nadere informatieMazelen. Coschap Huisarts- en Sociale geneeskunde Huisartsenpraktijk P.A.J. van de Kar Jiske Sloekers
Mazelen Coschap Huisarts- en Sociale geneeskunde Huisartsenpraktijk P.A.J. van de Kar Jiske Sloekers 25-04-2019 Wat is mazelen? Virusinfectie morbellivirus Aerogene druppel verspreiding Primaire infectie
Nadere informatieK.B In werking B.S
K.B. 2.10.2009 In werking 1.12.2009 B.S. 20.10.2009 Artikel 24bis - KLINISCHE BIOLOGIE Wijzigen Invoegen Verwijderen 1. Moleculaire Biologische Onderzoeken op genetisch materiaal van micro-organismen :
Nadere informatieDetectie van pneumocystis in broncheoalveolaire lavage. Rafke Schoffelen 15-12-2015 IC Radboudumc
Detectie van pneumocystis in broncheoalveolaire lavage Rafke Schoffelen 15-12-2015 IC Radboudumc Casus Man, 78 jaar Behandeld met rituximab en prednison Verdenking pneumocystis pneumonie(pcp) Start cotrimoxazol
Nadere informatieIn het algemeen duidt een RPI < 2 op onvoldoende tijd of vermogen van het beenmerg om te reageren op de anemie.
Mededelingen MDC-Amstelland voor (huis)artsen en verloskundigen. november 2011 MDC-Amstelland is sinds 1 juli j.l. een feit, maar hiermee zijn nog niet alle bepalingen met de daarbij behorende referentiewaarden
Nadere informatieHepatitis A.
Hepatitis A www.hepatitisinfo.nl Hepatitis A Epidemiologie Transmissie Virologie Symptomen van een infectie met hepatitis A Diagnostiek Behandeling Preventie Hepatitis A epidemiologie http://wwwnc.cdc.gov/travel/pdf/yellowbook-2012-map-03-03-estimated-prevalence-hepatitis-a.pdf
Nadere informatie