Datum 18 oktober Lan. de decentrale normen benoemd

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Datum 18 oktober 2006. Lan. de decentrale normen benoemd"

Transcriptie

1 Datum 18 oktober 2006 Lan Basisvereisten Crisismanagement: de decentrale normen benoemd

2 Inhoud Inleiding De achtergebleven kwaliteit van de randvoorwaarden Van plan naar resultaat De behoefte aan - en status van de basisvereisten Leeswijzer 8asisvereisten: definitie en plaats [)efini~el"'l.reil<wijdte van. b~isvereisten Kenmerken van de basisvereisten Met basisvereisten samenhangende initiatieven Basisvereisten Samenhang basisvereisten Onderdelen procesbeschrijvingen Bijlage 1. Lijst van geraadpleegde literatuur Bijlage 2. Samenstelling hoofdstructuur en onderdelen 32 t Pagina 2 van 33 t

3 1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt stilgestaan bij de voorgeschiedenis van - en de directe aanleiding voor het formuleren van Basisvereisten Crisismanagement. 1.1 De achtergebteven kwaliteit van de randvoorwaarden In de jaren '90 is onder andere door middel van het Project Versterking Brandweer (PVB) en het Project.Geneeskundige. HulpbiJQn~vl3l1~n~n Rl3mpen.(PGHQR) gewerkt aan het verbeteren van de kwaliteit van de monodisciplinaire hulpverleningsprocessen. In de achterliggende jaren is deze kwaliteitsverbetering doorgezet en verankerd in monodisciplinaire referentiekaders en kwaliteitszorgsystemen. Hierbij kan worden gedacht aan het Referentiekader Conflict- en Crisisbeheersing (CCB) van de politie en aan de productenboeken van de GHOR en brandweer. De kwaliteit van de zogenaamde voorwaardenscheppende processen - die essentieel zijn voor de kwaliteit van de rampenbestrijding I crisisbeheersing - is hier enigszins bij achtergebleven. De kwaliteit en effectiviteit van het totale systeem van rampenbestrijdingl crisisbeheersing zijn hierdoor onvoldoende geborgd. Vanaf het rapport Melding en Opschaling - dat in 2001 door de toenmalige Inspectie Brandweerzorg en Rampenbestrijding is opgesteld - is verschillende keren gewezen op de gebrekkige kwaliteit en te weinig 'multidisciplinarïteit' van de volgende processen: 1 melding & alarmering op- & afschaling leiding & coördinatie informatiemanagement. Kenmerkend voor deze processen is niet alleen dat ze een noodzakelijke randvoorwaarde zijn voor het effectief functioneren van de rampenbestrijdingl crisisbeheersing, maar ook dat ze een multidisciplinair karakter hebben. Het zijn dus de processen die de gezamenlijke bestrijding van grootschalige incidenten mogelijk maken. 2 Door middel van de processen melding & alarmering en op- & afschaling wordt de multidisciplinaire hoofdstructuur van de rampenbestrijdingl crisisbeheersing opgebouwd. Deze processen - en dan met name op- & afschaling - zijn daarom de achilleshiel van de rampenbestrijdingl crisisbeheersing. Wordt de hoofdstructuur niet tijdig genoeg opgebouwd, dan wordt (voorai) bij acute grootschalige incidenten per definitie afbreuk gedaan aan de effectiviteit van de bestrijding. 1 Zie lnspeclie Brandweerzorg en Rampenbestrijding, Melding en opschaiir,g, informatie en communicatie bij acute rampen, BlK, 2001; Inspectie Brandweerzorg en Rampenbestrijding, Rapport Incident cafébrand nieuwjaarsnacht 2001, BZK, 2001; Kabinetsstandpunt vuurwerkramp Enschede, Kamerstuk 27157, nr. 20, vergaderjaar ; ACIR, De vrijblijvendheid voorbij, BZK, n dit document wordt gesproken van 'bestrijding van grootschalige incidenten'. Hieronder moet worden verstaan: de responslase (bestrijden en beheersen) bij rampen en crises. Pagina 3 van 33

4 Het proces leiding & coördinatie is essentieel voor het functioneren van de hoofdstructuur, omdat hiermee alle andere processen worden aangestuurd. De aanwezigheid van de benodigde mensen en middelen is immers niet voldoende; het gaat erom dat daarmee het incident daadwerkelijk wordt bestreden. Het proces leiding & coördinatie voorziet tevens in de samenhang en binding van de overige processen, en zodoende ook in het daadwerkelijk multidisciplinair optreden. Het proces informatiemanagement voorziet tot slot in de meest elementaire behoefte van alle andere processen, namelijk de informatie over de aard en omvang van het inoident, de effecten. de wijze van bestrijden en hetaanwezigeennog bestrijdingspotentieel. komende Uit het onlangs verschenen rapport Algemene Doorlichting Rampenbestrijding; de stand van zaken 2003~2005 van de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid (IOOV) blijkt dat de (veiligheids)regio's in de afgelopen jaren hebben gewerkt aan het verbeteren van de kwaliteit van de genoemde processen. Dit neemt volgens de IOOV niet weg dat de rampbestrijding- of crisisbeheersingsorganisatie in multidisciplinair opzicht nog niet 'op orde is,.3 Dit is zorgelijk, omdat uit doorlichtingen en studlesnaar grootschalige incidenten niet alleen naar voren komt dat de kwaliteit van de voorwaardenscheppende processen tekortschiet, maar ook dat deze processen een kritische functie hebben: van een adequate rampenbestrijdingl crisisbeheersing kan alleen sprake zijn als de hoofdstructuur deugdelijk is opgebouwd en effectief functioneert. De conclusie kan gezien het voorgaande niet anders zijn dan dat het verbeteren van de kwaliteit van de voorwaardenscheppende wenselijk, maar ook noodzakelijk is. processen niet alleen Het ontwikkelen en gebruiken van normen is een manier om kwaliteitsverbetering te realiseren. Op dit moment is er binnen de rampenbestrijdingl crisisbeheersing sprake van een informele normenbenadering, die onder meer voortvloeit uit het (regionale) gebruik van de Leidraad Maatramp (LMR) en Leidraad Operationele Prestaties (LOP). De benadering heeft een informeel karakter, omdat de normen die worden vastgesteld een vrijblijvende richtlijn voor (het beleid van) de veiligheidsregio zijn. 4 Op basis van de Leidraad Maatramp stellen (veiligheids)regio's aan de hand van het eigen risicoprofiel een niveau van 'moeten' vast. Dit niveau van 'moeten' heeft betrekking op het te leveren zorgniveau en de daaraan gerelateerde hulpbehoefte. Aan de hand van de hulpbehoefte definiëren (veiligheids)regio's met behulp van de Leidraad Operationele Prestaties de benodigde operationele capaciteit om aan het vastgestelde zorgniveau te voldoen. Deze capaciteit wordt afgezet tegen de beschikbare operationele capaciteit ('kunnen'). In het regionaal beheersplan formuleren (veiligheids)regio's de ambities voor de komende vier jaar ('willen'). Dit 'willen' is gericht op het zoveel als mogelijk dichten van het altijd aanwezige gat tussen het 'moeten' en 'kunnen'. In de ambities wordt vrijwel altijd rekening 3 Inspectie Openbare Orde en Veiligheid, Algemene Doorlichting Rampenbestrijding; de stand van zaken , Den Haag, Zie ook het advies van het LBCB (2004) inzake informele regelgeving in de rampenbestrijding: Rampen, regels en richtlijnen Pagina 4 van 33

5 gehouden met het gegeven dat het gat niet altijd te dichten is. In veel gevallen kiezen (veiligheids)regio's ervoor een lager ambitieniveau te hanteren dan wat volgens de Leidraad Maatramp ais zorgniveau moet worden geleverd. Een dergelijke keuze kan legitiem zijn, omdat het te ver kan gaan de hulpbehoefte af te stemmen op enkele 'uitschieters' in het risicoprofiel. In die zin is het ook maatschappelijk van belang om in sommige gevailen met een kosten! baten-perspectief naar de rampenbestrijdingi crisisbeheersing te 'kijken'. Middelen zijn immers altijd schaars. In de afgelopen Doorlichting Rampenbestrijding (ADR) - vastgesteld jaren. heeft. <ie.inspectie aov.:..in.het.kacler van.de Algemene dat de doorgelichte (veiligheids)regio's het in de leidraden vervatte zorgniveau I in veel gevallen niet konden realiseren. Dit terwijl de ambities van veel (veiligheids)regio's betrekking hebben op zorgniveau 11of 11I.De conclusie is dan ook dat de ambities die in beleidsmatige zin worden geformuleerd niet realistisch zijn. 5 Daarnaast kan worden geconstateerd dat in de leidraden nauwelijks aandacht wordt besteed aan de voorwaardenscheppende processen. Kortom: de leidraden hebben niet alleen een relatief vrijblijvend karakter en gaan uit van een niet te realiseren zorgniveau, maar zijn ook niet dekkend voor het totale systeem als zodanig. Als gevolg hiervan is behoefte ontstaan aan realistische eisen voor de voorwaardenscheppende processen in de rampenbestrijding/ crisisbeheersing. Deze behoefte is uitgemond in de Basisvereist&n Crisismanagement. 1.2 Van plan naarresultaat In de Beleidsnota Rampenbestrijding is al aangegeven dat er in nauw overleg met de verantwoordelijke besturen en instellingen een samenhangend stelsel van kwaliteitsnormen voor de rampenbestrijdingl crisisbeheersing moet worden ontwikkeld. 6 In de afgelopen jaren zijn onderdelen van dit stelsel gerealiseerd, vooral waar het de monodisciplinaire processen betreft. De behoefte aan normen voor de voorwaardenscheppende (multidisciplinaire) processen is hiernaast echter blijven bestaan. In het Kabinetsstandpunt Vuurwerkramp Enschede heeft het kabinet de behoefte te komen tot (multidisciplinaire) normen voor de rampenbestrijdingl crisisbeheersing nog eens benadrukt." In februari 2004 is in een Algemeen Overleg met betrekking tot de eerder genoemde Beleidsnota door de Minister van BZK toegezegd minimumnormen te ontwikkelen voor de voorwaardenscheppende processen die als kritisch in het systeem van rampenbestrijdingl crisisbeheersing worden gezien. Volgens de minister is dit nodig om de vrijblijvendheid te beperken en de aandacht te verleggen van het produceren van plannen naar de daadwerkelijke resultatert" 5 Zie ook de 'State-of-the-art 2005' van het LBCB 'Ptanvorming: meerwaarde In plaats van meerwerk' 6 Ministerie van BZK, Rampenbestrijding; de veiligheidsketen gesmeed, Den Haag, Tweede Kamer, Kabinetsstandpunt Vuurwerkramp Enschede, Kamerstuk , nr. 1, vergaderjaar Zie ook de 'State-of the-art 2005' van het LBCB IPlanvorming: meerwaarde in plaats van meerwerl( Pagina 5 van 33

6 'De rampenbestrijding verbeteren betekent voor mij het op een acceptabel niveau brengen van de feitelijke bestrijding van rampen. Daartoe moet het niveau meetbaar zijn en resultaatgericht zijn beschreven. Pas dan kan de minister samen met de regionate en gemeentelijke overheden sturen op resultaat. Er zullen samen met de betrokken partners basisvereisten voor de rampenbestrijding worden geformuleerd, onder andere met betrekking tot de opschaling bij grootschalig optreden en acute rampen, het informatiemanagernent, de communicatie en de leiding & coördinatie ten tijde van een ramp. Deze basisvereisten zullen worden getest op haalbaarheid en effectiviteit. Op termijn zullen zij juridisch worden verankerd. Vrijblijvendheid is niet I gewêhst. Het gaat erom in iedefgeval de minimaal noodzakelijke prestaties te kunnen leveren als dat nodig is: 9 De behoefte aan basisvereisten vloeit logisch voort uit de ontwikkelingen die in de afgelopen jaren zijn ingezet. In het Beleidsplan Crisisbeheersing - waarin de betekenis van de verbreding van rampenbestrijding naar crisisbeheersing nader is doordacht - wordt expliciet verwezen naar de noodzaak van normering. De Wet Kwaliteitsbevordering Rampenbestrijding (Wkr) heeft er daarnaast voor gezorgd dat de planfiguur van het regionaal beheersplan en de toetsende rol van de Inspectie OOV (ADR) zijn vastgelegd. Voor het bepalen van het regionale beleid bieden minimumnormen houvast, omdat er een eenduidiger referentiekader voor het formuleren van ambities is. Ook voor de toezichthoudende rol van de Inspectie OOV en andere inspecties zijn normen van grote toegevoegde waarde. Daarmee kan efficiënter, transparanter en eenduidiger worden getoetst en wordt de toezichtslast voor de regio's verminderd. Tot slot geldt dat voor de (toekomstige) Wet op de Veiligheidsregio's basisvereisten essentieel zijn. Het bestaansrecht van de veiligheidsregio's is immers primair gelegen in de schaal die nodig is voor effectief optreden in de responsfase. Er dienen dan vervolgens wel normen voorhanden te zijn, die richting geven aan dit optreden. Basisvereisten voorzien hierin. In het te ontwikkelen regionaal crisisplan moeten de afspraken die worden gemaakt over de voorwaardenscheppende processen worden gebaseerd op de in dit document beschreven basisvereisten. 1.3 De behoefte aan en status van de basisvereisten De politiek-bestuurlijke ontwikkelingen op nationaal niveau en de huidige operationele praktijk in de veiligheidsregio's hebben geleid tot de behoefte aan het definiëren van een randvoorwaarrj1jlijk minimumniveau waaraan de veiligheidsregio's onder operationele omstandigheden moeten voldoen. Deze opvatting heeft zich vertaald in de werknaam Basiwereisten Crisismanagement. De term crisismanagement onderscheidt zich van risicomanagement. Risicomanagement gaat over wat welde 'koude' kant van de rampenbestrijding of crisisbeheersing wordt genoemd (het reduceren van risico's). Crisismanagement richt zich daarentegen op de 'warme' kant (bestrijdenj beheersen gevolgen). De term Basisverelsten Crisismanagement maakt dus duidelijk dat de minimumnormen betrekking hebben op het operationele optreden ten tijde van en direct na grootschaiige incidenten (responsfase). Mede 9 Tweede Kamer, Verslag van algemeen overleg m.b.!. beleidsnota rampenbestrijding 200().2004, Kamerstuk , nr. 19, vergaderjaar , p, 5 Pagina 6 van 33

7 gezien het acute karakter van de responsfase zijn normen van groot belang: de structuur moet er snel staan en effectief functioneren. De Basisvereisten Crisismanagement zijn - in samenwerking met partners - opgesteld door het Landelijk Beraad Crisisbeheersing (LBCB). Het LBCB is van mening dat Basisvereisten kunnen bijdragen aan het verbeteren van de effectiviteit van de bestrijding van grootschalige incidenten. Deze effectiviteit moet volgens het LBCB leidend zijn bij alle inspanningen die worden verricht en aanpassingen die in het systeem van rampenbestrijding/ crisisbeheersing worden gedaan. In het onlangs verschênêhrapport Planvóiiriil1g:fuêêiWaàrdê in Plaats Val1meêrWefk is dit nog eens benadrukt. Basisvereisten hebben naast kwaliteitsverbetering op systeemniveau en effectiviteitsverbetering op operationeel niveau ook een belangrijke functie in het 'managen van verwachtingen'. In vergaderingen van het LBCB is bij herhaling vastgesteld dat het verwachtingspatroon ten aanzien van het grootschalig multidisciplinair optreden - zowel richting burgers als bestuur - onvoldoende wordt 'gemanaged'. In het verantwoordingsproces levert dit stelselmatig onbevredigende gevoelens op. Basisvereisten maken het mogelijk de wederzijdse verwachtingen te 'managen' en sturing te geven aan het verantwoordingsproces. Tabel 1. Doel basisvereisten Met het voorliggende document Basisvereisten Crisismanagement; de decentrale normen benoemd heeft het LBCB beantwoord aan de bovenstaande doeistelling. Hiermee is - samen met de betrokken partners - een eerste belangrijke stap gezet in de richting van definitieve basisvereisten voor het decentrale (regionale) niveau. Om tot definitieve basisvereisten te komen, dienen de in dit document opgenomen normen te worden getest op haalbaarheid en effectiviteit. Wanneer de normen haalbaar en effectief zijn gebleken, kan worden gewerkt aan het juridisch verankeren van de basisvereisten, zodat de status die aan de basisvereisten moet worden toegekend eenduidig is. Tot die tijd kunnen de basisvereisten worden gezien als informele regelgeving. Ten aanzien van de geformuleerde normen geldt dat de prestaties moeten kunnen worden geleverd bij een praktijktekst onder realistische omstandigheden op basis van enkele vastgestelde referentie-testscenario's van (maat)rampniveau I, aangevuld met een modale belasting van reguliere incidenten die is ontleend aan een groep van kleine enlof risico-arme regio's. 1.4 Leeswijzer in hoofdstuk 2 wordt nader ingegaan op de definitie en het karakter van de basisvereisten. In hoofdstuk 3 worden de basisvereisten beschreven, waarbij een onderscheid is gemaakt naar de vier voorwaardenscheppende processen. Pagina 7 van 33

8 2 Basisvereisten:definitie en plaats In dit hoofdstuk wordt nader uitgewerkt wat de definitie en reikwijdte van de basisverelsten is, welke centrale kenmerken van de basisvereisten relevant zijn en hoe het traject basisvereistenzich verhoudt tot andere initiatieven. 2.1 Definitie en reikwijdte van basisvereisten Met het formuleren van basisvereisten wordt beoogd de minimale normen op een aantalvoorwaardenscheppende processen te beschrijven.aan deze normen moet een veiligheidsregio in een situatie van een grootschalig incident kunnen voldoen. Het achterliggende doel van de baslsvereisten is al aan de orde gekomen in het vorige hoofdstuk: het gaat om het realiseren van een kwaliteitsverbetering in de voorwaardenscheppende processen, zodat de feitelijke bestrijding effectiever is. Het formuleren van normen is hiervoor een instrument. Tabel 2. Definitie basisvereisten I!!I!!!!!!!!! De voorwaardenscheppende processen zijn de niet-ïnhoudelijke processen die bij elk (grootschalig) incident randvoorwaardelijk zijn voor een effectieve bestrijding. Zoals eerder is aangegeven, gaat het om de volgende processen: melding & alarmering op- & afschaling leiding & coördinatie informatiemanagement. Het is van belang om vooraf een tweetal opmerkingen te plaatsen over de reikwijdte van de basisvereisten. In de eerste plaats is het van beiang te benadrukken dat de basisvereisten een minimumniveau definiëren, dat als starlpunt geldt voor alle veiligheidsregio's in Nederland. Het niveau is uniform, wat ook bijdraagt aan de interregionale samenwerking. Het basisniveau is afgestemd op maatrampniveau I, volgens de systematiek van de Leidraad Maatramp (LMR). Vanzelfsprekend is het risiooprofiel van veiligheidsregio's verschillend en het kan dus voor bepaalde veiligheidsregio's noodzakelijk zijn een hogere normering te hanteren. Het is aan de veiligheidsregio's zelf om het (normerings)niveau vast te stellen dat adequaat is voor het risiooprofiel van de eigen regio. In de tweede plaats moet worden opgemerkt dat de basisvereisten een generiek karakter hebben. Dit betekent dat zij in essentie gelden voor alle typen grootschalige incidenten. De relevantie en toepassing van de basisvereisten is - vanzelfsprekend - echter niet voor ieder type grootschalig incident hetzelfde. Een acuut grootschalig incident - zoals een ongeval met een giftige stof of een instorting van een groot gebouw - komt onverwacht, heeft veelal een overload aan meldingen tot gevolg en Pagina 8 van 33

9 vraagt om onmiddellijke opschaling en inzet. Er zijn echter ook incidenttypen waar dit niet of minder voor geldt: voorzienbare of zich langzaam ontwikkelende incidenten. Voor deze typen incidenten - zoals extreme weersomstandigheden, uitval van nutsvoorzieningen en ziektegolf - is kenmerkend dat ze in veel gevallen een minder acuut karakter hebben en zich overal kunnen voordoen. Hulpdiensten zijn ook minder vertrouwd met dit type incidenten. Daarnaast hebben zij te maken met enkele relatief onbekende partners. De basisvereisten die in dit document zijn beschreven, zijn vooral relevant voor een acuut grootschalig incident, omdat daar de snelheid van de respons van essentieel belang is en dus kwantitatieve normen het meest van betekenis zijn (zie proces melding & alarmering en op- & afschaling). Dit neemt niet weg dat de normen in veel gevallen ook van toepassing zijn op de incidenttypen behorende tot voorzienbare of zich langzaam ontwikkelende grootschalige incidenten. 2.2 Kenmerkenvande basisvereisten Het is van belang te benadrukken wat de centrale kenmerken zijn van de basisvereisten, zodat de basisvereisten ook kunnen worden gepositioneerd ten opzichte van andere ontwikkelingen (zie ook paragraaf 2.3.). In de onderstaande tabel staan de kenmerken weergegeven. Hierbij moeten de twee in de vorige paragraaf gemaakte opmerkingen in ogenschouw worden genomen. Tabel 3. Kenmerken van de basisvereisten Pagina 9 van 33

10 2,,3 MetbasisverelstensameMangendeinitietieven Het traject basisvereisten is weliswaar een zelfstandig traject, maar kan tegelijkertijd niet los worden gezien van andere actuele initiatieven. De belangrijkste hiervan zijn: basisvereisten interdepartementale crisisbeheersing: onder begeleiding van het Interdepartementaal Overleg Crisisbeheersing (IOCB) heeft het Ministerie van BZK onlangs in samenwerking met vrijwel alle departementen basisvereisten vastgesteld voor het nationale (interdepartementale) niveau. Bij deze basisvereisten wordt uitgegaan van de kritische succesfactoren besluitvorming, informatie-uitwisseiing, competenties en werkwijze Algemene Doorlichting Rampenbestrijding (ADR): de ADR heeft tot doel de regio's te toetsen op hun operationele prestaties op het gebied van de rampenbestrijding. De Inspectie OOVis verantwoordelijk voor de uitvoering van de ADR. De ADR wordt op afzienbare termijn uitgebreid met het rijkstoezicht op de crisisbeheersing oompetentie-ontwikkeling: het gaat hierbij om verschillende trajecten waarin wordt gewerkt aan het ontwikkelen van competenties voor onder andere sleutelfunctionarissen binnen de hoofdstructuur van derampenbestrijdingl crisisbeheersing (vakbekwaamheid GOOR, crisisoompetenties NVBR) project GeTntegreerd Meldkamersysteem (GMS) waarin het informatiesysteem van de meldkamers wordt doorontwikkeld (ook bekend onder NMS) project Versterking Meldkamers waarin verschillende regio's samen met het ministerie van BZK werken aan concrete verbeteringen op het niveau van werkprooessen van de meldkamer. Een van de regionale verbetertrajecten heeft betrekking op productenboeken voor de verschillende secties van de meldkamer referentiekader GRIP: dit project heeft tot doel een toetsbaar referentiekader voor GRIP te formuleren. In juli 2006 is onder verantwoordelijkheid van de Veiligheidskoepel een referentiekader uitgebracht. De verdere uitwerking hiervan heeft in NVBR-veroand plaatsgevonden project crisisinformatievoorziening: Met dit project wordt stapsgewijs de informatievoorziening voor de crisisbeheersing van het nationale niveau tot en met de veiligheidsregio's verbeterd, waaronder de NetCentric proeftuinen. Dit gebeurt onder andere in samenwerking met de Taskroree ACIR. De Basisvereisten Crisismanagement voor het decentrale niveau kunnen niet los worden gezien van de hierboven genoemde initiatieven. Hieronder wordt uitgebreider ingegaan op de meest relevante initiatieven. Voor een goed functionerend systeem van rampenbestrijdingt crisisbeheersing is het essentieel dat de Basisvereisten Crisismanagement voor het decentrale niveau en de Basisvereisten Interdepartementale Crisisbeheersing goed op elkaar aansluiten, aangezien crisisbeheersing in veel gevallen niet stopt op regionaal niveau. Deze Pagina 10 van 33

11 aansluiting is echter geen onderdeel geweest van het traject Basisvereisten Crisismanagement, zoals dit in de afgelopen periode is uitgevoerd door het LBCB. De Basisvereisten die in dit document zijn beschreven, dienen primair om voor de (veiligheids)regio's duidelijkheid te verschaffen over de prestaties die met de voorwaardenscheppende processen van de rampenbestrijdingl crisisbeheersing moeten worden geleverd. In de komende periode moet ervoor worden gezorgd dat de belde basisvereisten logisch met elkaar samenhangen. Ook voor het toezicht van de Inspectie IOOV is dit essentieel. Aangezien de prestaties die in operationele zin worden geleverd ook afhankelijk zijn van de competenties van (sleutel) functionarissen, zijn de verschillende trajecten waarin competenties worden ontwikkeld van groot belang om tot een compleet pakket van basisvereisten te komen. Competenties beschrijven immers de prestaties op gedragsniveau en zijn daarmee nodig om nader invulling te geven aan de basisvereisten, met name op het gebied van leiding & coördinatie. Het LBCB heeft deze stap in het licht van de diverse genoemde parallelle trajecten en ontwikkelingen niet zelf gezet. Wel vindt het LBCB het van belang te benadrukken dat de separaat ontwikkelde competenties worden toegevoegd aan het pakket basisvereisten. Voor de andere initiatieven geldt dat onderdelen enerzijds zijn opgenomen in de basisvereisten - denk aan de referenties rondom GRIP of de uitkomsten van ACIR - terwijl anderzijds geldt dat de basisvereisten richting kunnen geven aan het vervolg van de genoemde trajecten. Mede door middel van versterking van de meldkamers worden deze geacht te kunnen voldoen aan de gestelde normen in dit document. Pagina 11 van 33

12 3 Bas isvere lsten In dit hoofdstuk worden de basisvereisten voor de verschillende (kritische) voorwaardenscheppende processen beschreven. Eerst wordt kort ingegaan op de samenhang tussen en opbouw van de basisvereisten. 3.1 samenhang basisvereisten De baslsvereisten zijn gekoppeld aan de voorwaarden scheppende processen melding & alarmering;orr&afschaling, teiding&coördinatieen informatiemanagement. Deze processen zijn randvoorwaardelijk voor alle onderdelen van de bestrijding en zijn daarom ook zo kritisch: zonder deze processen is er geen hoofdstructuur, laat staan dat deze kan functioneren. De voorwaardenscheppende processen hangen sterk met elkaar samen. Deze samenhang moet in de basisvereisten tot uiting komen. In de onderstaande figuur is de samenhang tussen processen weergegeven. Figuur 1. Samenhang en aansluiting van de voorwaardenscheppende processen In het proces melding & alarmering wordt onder alarmering de init/ijle alarmering verstaan, zoals deze in de alarmeringsprocedure of het inzetvoorstel bij de betreffende meldclassificatie is vastgelegd. Onder het proces op- & afschaling vallen dan alle vervolgalarmeringen van bijvoorbeeld grootschalige eenheden, het Regionaal Operationeel Team (ROT) en overige onderdelen van de hoofdstructuur. Het uitgangspunt is dat de behandeling van een grootschalig incident zo snel mogelijk vanuit de meldkamer wordt overgeheveld naar een multidisciplinaire coördinatieruimte. De vervolgmeldingen (aanname) van het incident worden dan behandeld als onderdeel van het proces informat/emanagement. De vervolgalarmeringl uitgifte vindt plaats in het proces op- & afschaling. Het proces leiding & coordinatie is voor zijn samenstelling (wie is ter plaatse?) vooral afhankelijk van het proces op- & afschaling en het voor het daadwerkelijk functioneren vooral van het proces informatiemanagement. Pagina 12 van 33

13 De sterke verwevenheid tussen de kritische processen heeft als gevolg dat er in de opbouw van de basisvereisten soms een kunstmatige knip is gemaakt. Zo is het onderdeel aanname van het proces melding & alarmering in feite onderdeel van het proces informatiemanagement, aangezien het gaat om gegevens over het incident. Omdat de aanname van meldingen, de initiêle, beoordeling, uitgifte en alarmering zo met elkaar samenhangen, worden deze in het kader van de basisvereisten toch als één proces behandeld. Dit heeft als gevolg dat het proces informatiemanagement (pas) begint met de gegevens die in het proces melding & alarmering al zijn vastgelegd. Op dit punt moeten de beide processen dus naadloos op elkaar aansluiten. De basisvereïsten voorzien hierin. 3.2 Onderdelen procesbeschrijvingen Op de navolgende pagina's wordt ieder kritisch proces uitgewerkt. Per proces worden de volgende onderdelen beschreven. Tabel 4. Omschrijvingen van basisvereisten Figuur 2. Opbouw van de basisvereisien Wat is het en moet het bereiken? Wat moet het daarvoor kunnen? Waaraan moet het kunnen voldoen? Hoe kan hiermee worden omgegaan? Pagina 13 van 33

14 1. Melding & alarmering Het proces omvat alle activiteiten gericht op het bedrijfszeker, effectief en tijdig aannemen, verwerken en registreren van de gegevens over het incident (aanname) en het alarmeren enlof informeren van de juiste eenheden, functionarissen, instanties en andere hulpbronnen (uitgifte). Prestaties 1. de essentime gegevens die de melders over het incident kunnen geven zijn tijdig in het GMS vastgelegd. Van melders die aanvullende gegevens kunnen leveren Zijn de bereikbaarheidsgegevens vastgelegd 2. de noodzakelijke gegevens over het incident uit statische en overige bronnen, waaronder het ms, zijn tijdig beschikbaar als input voor het proces informatiemanagement 3. op basis van de beschikbare gegevens in de meldingen is de juiste initiële hulpen inzetbehoefte bepaald naar soort en aantal, alsmede de verdeling over de disciplines en andere diensten 4. de initieel benodigde hulp is zo snel mogelijk gealarmeerd en komt, onder meer door het tijdig verstrekken van noodzakelijke gegevens en begeleiding tijdens opkomst en ter plaatse, zo effectief mogelijk beschikbaar daar waar die nodig is (zie verder het proces Informatiemanagement). Pagina 14 van 33

15 reguliere meldingen per 5 minuten tot een maximum van Y meldingen per uur moeten binnen 4 minuten na binnenkomst van de melding in het GMS zijn geregistreerd 10 initieel alarmeren voor het grootschalig incident binnen 2 minuten - nadat is voldaan aan de criteria waarmee de meldkamer is gemandateerd om 'groot te alarmeren' (starttriggers) - moet de alarmering in gang zijn gezet van iedere functionaris, eenheid en dienst die onder 'groot alarmeren' valt met de daarbij behorende soorten en hoeveelheden materieel/uitrusting. een minimum(basis)bezetting en een multidisciplinaire coördinator meldkamer 1112, van de meldkamer van 2 centralisten per discipline die tevens tijdelijk de functie van informatiemanager (meldkamer) uitoefent. 13 Deze bezetting zou binnen 2 minuten nadat is voldaan aan de criteria voor een grootschalig incident (starttriggers) op de meldkamer daadwerkelijk moeten kunnen functioneren (zie de prestatienormn ten aanzien van 'groot alarmeren')" uitbreiding van capaciteit direct na de eerste meldingen met 1 extra centralist per discipline en een multidisciplinaire informatiemanager. 15 In deze uitbreiding zou binnen 15 minuten na de eerste meldingen moeten kunnen worden voorzien uitbreiding van capaciteit kort na de eerste meldingen met een 2 de extra centralist per discipline. In deze uitbreiding zou binnen 30 minuten na de eerste meldingen moeten kunnen worden voorzien bestuurlijke mandatering van de meldkamer om zonodig direct op te schalen tot en met GRIP 3 en een basisaantal grootschalige eenheden te alarmeren aan de hand van criteria c.q. starttriggers, die zijn afgestemd op de gegevens zoals de gemiddelde melder (als leek) die zal doorgeven berging van de bekendheid met dit mandaatbesluit bij alle personeel dat 'groot' moet kunnen alarmeren scheiding - ook in personele zin - van het aanname- en uitgifteproces, wanneer mogelijk ook in de reguliere situatie toepassing van functionaliteiten van de beschikbare meldkamersystemen en alarmerings- en oproepsystemen 10 Het verwerken van de meldingen van het grootschalig incident moel- in ieder geval voor een deel - kunnen worden gecombineerd met het behandelen van (gelijktijdige), reguliere incidenten. De benodigde capaciteit voorde behandeling van een grootschalig incident is (in theorie) onafhankelijk van de regio waarin dat incident plaatsvindt. Het aanbod van reguliere incidenten en de benodigde capaciteit om die te behandeien kan echter tussen (veîligheids)regio's aanzienlijk verschuien. Er wordt nog gezocht naar een regio-afhankelijke invuuing van de norm voor het verwerken van gelijktijdige reguliere incidenten. Daarmee kan dan ook de waarde van X en Y voor een bepaalde regio worden bepaald. 11 De multidisicpünaire coordinator meldkamer zou eigenlijk 24 uur per dag of op nabij de meldkamer aanwezig moeten zijn, zodat hij of zij de processen melding & alarmering en op- & alschaling (totdat het ROT operationeel is) kan aansturen. 13 Dit in verband met de O\IerIoad aan meldingen, initiële (multidisciplinaire) alarmeringen en de communicatie in reactie hierop. 14 Met deze nuancering Is het mogelijk dat centralisten en/of de coordinator slapend in het gebouw verblijven. 15 De inlormatiemenager kan later doorschuiven naar het ROT. Pagina 15 van 33

16 inrichting van GMS op een dusdanige manier dat: alle kerngegevens van de relevante incidenttypen direct kunnen worden vastgelegd in het GMS door middel van het aanvinken van karakteristieken of toevoegen van een getal of code (de overige essentiêle gegevens kunnen in het kladbloc worden gezet). Iedere centralist moet deessentiêle gegevens per ramptype (karakteristieken) in maximaal drie doorklikstappen op het computerscherm kunnen zetten aan de hand van (landelijk vastgestelde) meldingsclassificaties en multidisciplinaire inzetvoorstellen alle initiële hulp- en inzetbehoefte naar aard;aantal endisclpliredirect kan wordengealarmeerd endejuiste monoen multidisciplinaire procedures en taken kunnen worden gevolgd. De meldingsclassificaties moeten zijn afgestemd op de gegevens zoals de gemiddelde melder (als leek) die zal aanleveren de bereikbaarheidsgegevens van melders - die hun gegevens adequaat doorgeven en die het incident enjof de effecten rechtstreeks kunnen blijven waarnemen - zijn vastgelegd, zodat die melders later (door de informatiecoördinator) kunnen worden benaderd voor een update toepassing van uitvraagprocedures die zijn afgestemd op de praktijkomstandigheden bij acute, grootschalige incidenten en op de kerngegevens van de incidenttypen die voor de regio relevant zijn, en die voor het uitvragen rekening houden met de op dat moment al bekende gegevens (complementariteit) toepassing van een (voorbereide 16 ) 112-overloopfunctie 17,wat wil zeggen dat de 112 meidingen worden doorgeschakeld naar een andere meldkamer. De 112- overloop zou binnen 10 minuten na de eerste meldingen - naast alle andere meldkameractiviteiten - moeten kunnen plaatsvinden 18 toepassing van een (voorbereide) overloopvoorziening, wat wil zeggen dat meldingen - op basis van vooraf gedefinieerde criteria - worden doorgeleid naar externe meldkamerfaciliteiten toepassing van (een voorbereide) taakoverdracht, wat wil zeggen dat specifieke onderdelen van alarmering (en opschaling) - inclusief de bijbehorende registratie en terug rapportage - aan externe meldkamer1aciliteiten worden uitbesteed. Het gebruik hiervan dient gebaseerd te zijn op vooraf gedefinieerde criteria (bv. ten aanzien van ambulancebijstand en vooralarmeren van ziekenhuizen)19 zoveel als mogelijk integreren van de werkwijze bij grootschalige incidenten in de routinematige werkwijze bij kleinschalige incidenten. 16 Hiermee word! in alle gevallen gedoeld op beoefende samenwerkingsalspraken met omliggende meldkamers cq, externe meidkamerlaciliteiten. 17 Hierbij moel worden opgemerkt dal dit alleen mogelijk is wanneer de bljstandsregio over voldoende 112-lijnen beschikt, zodat zij niet zelf 'overloopt'. Op dit moment wordt door het Ministerie van BZK met vertegenwoordigers uit het veld nagedaclll over hoe de organisatie van het 112-a1armnummer tijdens grootsche.fige incidenten hel best kan worden vormgegeven. 18 Het binnen 10 minuten doorschakelen moel periodiek onder gesimuleerde omstandigheden zijn geoefend en getest. 19 De behoefte aan deze voorziening dient uit testen naar voren te komen. Pagina 16 van 33

17 Het doel van het proces op- & afschaling is om steeds zoveel mogelijk de Juiste hoeveelheid bestrijdingspotentieel (mensen en middelen) beschikbaar te hebben om een rampl crisis optimaal te bestrijden. De totale organisatie die nodig is, moet door middel van opscnalingwordën opgebouwd.zondër voldoende mensen en middëlen verloopt de bestrijding en hulpverlening onnodig langzaam en/of kunnen de effecten te lang blijven escaleren. Met teveel potentieel worden leiding & coördinatie, informatiemanagement en andere logistieke processen daarentegen onnodig belast en wordt de paraatheid c.q, dekking in andere gemeenten en regio's ongewenst verlaagd. Behalve een toename van mensen en middelen is bij de opschaling ook sprake van een verandering van de structuur, de werkprocessen en procedures naar een op grootschalige incidenten afgestemde vorm. De opschaling is voltooid als de hoofdstructuur en alle inhoudelijke processen volledig functioneren. De afschaling is voltooid als de hoofdstructuur niet meer functioneert. Het proces omvat alle activiteiten gericht op het bedrijfszeker, effectief en tijdig veranderen van het functioneren van de parate en gemeentelijke diensten vanuit de dagelijkse situatie (basiszorg) naar één (regionale) operationele en bestuurlijke bestrijdingsorganisatie, Onder dit proces valt ook het effectueren van de intergemeentelijke, interregionale en landelijke bijstand en overige ondersteuning. Bijzondere omstandigheden De druk die in geval van een grootschalig incident op het proces van op- & afschaling ontstaat, is afhankelijk van het type incident. Bij een voorzienbaar of zich langzaam ontwikkelend grootschalig incident is er voor de opschaling voldoende tijd, en komt veelal binnen die tijd de informatie beschikbaar over het (dreigende) incident, zodat de inzet op hoofdlijnen kan worden bepaald. Bij acute grootschalige incidenten is dit niet het geval. Het 'groot opschalen' moet dan onder grote tijdsdruk en meestal gelijktijdig met de eerste bestrijdings- en hulpverleningsacties plaatsvinden. Vooral voor de meldkamer geeft dit problemen, aangezien zij ook activiteiten verricht voor het proces melding & alarmering en het daarmee verbonden proces van informatiemanagement. Tegelijkertijd met de activiteiten voor deze twee processen moet de meldkamer de voortgang van de alarmaring bewaken en het opschalen in gang zetten van bijvoorbeeld de bestrijding op een rampterrein en in de omgeving, het regionaal coördinatiecentrum, gemeente(n), ziekenhuizen, opvanglocaties, etcetera. Voor het goed kunnen uitvoeren van dit complex van werkzaamheden samen met de reguliere activiteiten is vrijwel altijd bijstand noodzakelijk door middel van een 112-<>verloopfunctieof overdracht van bepaalde taken. Pagina 17 van 33

18 Prestaties 1. de opschaling van de meldkamer start zo snel mogelijk nadat is voldaan aan de criteria van een grootschalig incident(starttriggers) en vindt op een bedrijfszekere en zoveel mogelijk multidisciplinaire manier plaats 2. de opschaling van de meldkamer in de vorm van een 112-overtoopfunctie enlof eentaakoverdracht wordt zo tijdig mogelijk ingezet zodra duidelijk is dat sprake Is van een grootschalig incident en er een toevloed van meldingen valt te verwachten 3. het alarmeren van de sleute!functionarissen 20 en (grootschalige) eenheden, die.voor het vereiste.niveauvanopschalingnoodzakelljkzijn,sfartzosne.l mogelijk.. nadat is voldaan aan de criteria voor een grootschalig incident (starttriggers) en wordt, met inbegrip van de spontaan aangeboden bijstand, voorldurend gemonitord naar aantal, verwachte aankomsttijd en -locatie 4. de alarmering en opkomst van de sleutelfunctionarissen is voldoende bedrijfszeker en vindt plaats binnen de daarvoor vastgestelde tijdsnormen 5. de opschaling van bijstand ten behoeve van de hoofdstructuur en van de inhoudelijke processen vindt zo snel mogelijk plaats nadat duidelijk is dat de regionale schaal tekortschiet 6. het niveau van opschaling is afgestemd op de specifieke kenmerken van het grootschalig incident, zodat de verandering van structuur, werkprocessen en procedures maximaal blijft aansluiten bij de aard en de omvang c.q, het niveau van het grootschalig incident 7. via de monitoring van het verloop van de initiêle alarmering, opschaling en spontaan aangeboden bijstand wordt bewaakt dat niet teveevonnodig potentieel uitrukt c.q. opkomt en wordt het opkomen van teveevonnodig potentieel direct geannuleerd Hel gaat hierbij om de sleutelfunctionarissen die zijn vastgesteld in het Referentiekader GRIP: LeiderCOPI OvDB 0vDG OvDP Voorlichtingslunctionaris COPI Operationeel leider Staffunctionaris Brandweer Staffunctionaris GOOR Staffunctionaris Politie Staffunctionaris Gemeente VoorlichlîngsIunclionaris ROT Burgemeester (HooId)OIIicier van Justitie (wanneer reievant) Ud BT Brandweer UdBTGHOR Ud BT Politie Ud 8T Gemeente Vooriichlingslunctionaris BT 21 Het aflossen en de besluitvorming voor het verder opschaien sn/of (gedeellsfijk) afschalen vallen onder het proces leiding & coördinatie. Pagina 18 van 33

19 8. het actuele niveau van opschaling en de status van het gealarmeerde I opkomende potentieel wordt voortdurend in het totaalbeeld geactualiseerd (zie proces Informatiemanagement) 9. afschaling vindt gefaseerd (naar niveau) en gecoördineerd plaats, naar expliciete kennisgeving aan of besluitvorming van het direct bovenliggende niveau. het proces Op- & afschaling wordt binnen 5 minuten - nadat is voldaan aan de criteria voor een grootschalig incident (starttriggers) - multidisciplinair en eel1hoofdigäbngëstl.ll.lrd... de gealarmeerde sleutelfunctionarissen van de hoofdstructuur zijn binnen maximaal 5 minuten na alarmering bereikbaar, wat wil zeggen dat men op afstand in staat is om advies te geven en beslissingen te nemen het COPI - met een samenstelling conform bijlage 2 - is binnen 30 minuten na alarmering ter plaatse van het incident en operationeel, wat wil zeggen dat men in staat is gecoördineerd leiding te geven het (kern)rot - met een samenstelling conform bijlage 2 - is binnen 45 minuten na alarmering operationeel en de informatiemanager na 30 minuten 22, wat wil zeggen dat het ROT op dat moment in een voorbereide crisisruimte in staat is om gecoördineerd leiding te geven en te faciliteren het (kem)gbt - met een samenstelling conform bijlage 2 - is binnen 60 minuten na alarmering operationeel wat wil zeggen dat men op dat moment in een voorbereide crisisruimte in staat is om gecoördineerd leiding te geven op basis van het inmiddels vanuit het ROT beschikbaar gestelde totaalbeeld het gemeentelijk verbindingscentrum is binnen 50 minuten na alarmering operationeel qua bemensing en verbindingen de stafsecties en actiecentra in het ROT (zie bijlage 2) zijn binnen 60 minuten na alarmering bemand en zijn in staat om hun voorbereidende, uitvoerende en operationeel-ondersteunende taken uit te voeren. Voor de sectie informatiemanagement geldt hierbij een normtijd van 40 minuten de gemeentelijke actiecentra zijn binnen 90 minuten na alarmering bemand en zijn in staat om hun voorbereidende, uitvoerende en operationeelondersteunende taken uit te voeren. Daarbij geldt dat deelproces voorlichting binnen 30 minuten in de kern moet kunnen functioneren en de deelprocessen slachtofferregistratie en opvang & verzorging binnen 60 minuten op de voorbereide locatie moeten kunnen (beginnen te) functioneren,. het (kem)rbt - met een samenstelling conform bijlage 2 - is binnen 90 minuten na alarmering operationeel in een daartoe op dat moment voorbereide crisisruimte en is in staat om gecoördineerd leiding te geven de totale (opgeschaelde) crisisorganisatie moet tenminste 72 uren vanaf de opschaling continu kunnen functioneren. 22 Deze informatiemanager moet zich fysiek verplaatsen van de meldkamer naar het ROT op het moment dat de informatiefunctie in de meldkamer word! overgenomen door de (gewenste) multidisciplinaire coördinator meldkamer. Pagina 19 van 33

20 een multidisciplinaire werkwijze voor grootschalige incidenten die is vastgesteld, waar alle betrokkenen onmiddellijk op kunnen overgaan en waarin allen praktijkgericht zijn geoefend. Die werkwijze kent tenminste de volgende regelingen, die als hardcopy onder handbereik zijn én in maximaal drie 'doorklikstappen' op het computerscherm kunnen worden gezet: een beschrijving van de criteria (starttriggers ) voor het overschakelen op deze werkwijze de te hanteren opschalingsniveaus conform de. landelijk vastgestelde. GRIP de procedure met betrekking tot de opschaling van de meldkamer zelf de procedures met betrekking tot de opschaling van de (hulp)diensten een overzicht van afspraken die terzake van de rampenbestrijdingi crisisbeheersing in multidisciplinair verband zijn gemaakt, zoals oproepprocedures, bijstandsplannen, gewondenspreidingsplannen afstemmingsafspraken met gemeentelijke processen zoals het proces slachtofferregistratie een overzicht van afspraken (per niveau) ten behoeve van de interregionale bijstand.(wat komt waar vandaan) een hard piket voor de functionarissen die een normopkomsttijd hebben en dat door minimaal drie personen wordt ingevuld onderling afgestemde en gekoppelde bijstandsregelingen van de eigen en omliggende regio's, zodat duidelijk is wat die vehigheidsregio's qua omvang en specifieke taakstelling van elkaar kunnen verwachten. en 23 De mogelijke voorzieningen voor dit proces gelden in aanvulling. op die van het proces melding & alarmering. Pagina 20 van 33

21 3. Leiding & coördinatie Het doel van het proces leiding & coordinatie is het zo optimaal mogelijk bestrijden van een grootschalig incident. Het proces op- & afschaling heeft de beschikbaarheid van het (benodigde) potentieel (mensen, middelen en structuren) als prestatie/resl.lftaaf, maar ómvat niet 00 feitelijke inzet van dit potentieel en het leveren van de 'bestrijdingsprestaties'. Het proces leiding & coördinatie moet hierin voorzien door een effectieve aansturing van alle betrokken diensten, sleutelfunctionarissen en eenheden te waarborgen. Effectief wil in deze context zeggen dat het totale potentieel - dat op een bepaald moment aanwezig is - zodanig en in onderlinge afstemming wordt ingezet dat de noodzakelijke bestrijdings- en ondersteunende activiteiten zo snel en effectief mogelijk en in de juiste prioriteitsvolgorde worden uitgevoerd. Dit met een zo beperkt mogelijk risico voor de bestrijders en derden. Het proces behelst voor alle disciplines (horizontaal) en voor alle niveaus (verticaal) het in onderlinge samenhang vaststellen van de wijze van bestrijden van het incident (besluitvorming), het coördineren van en leiding geven aan de feitelijke bestrijding c.q, aan de inhoudelijke rampbestrijdingsprocessen, het monitoren van de resultaten en het op basis hiervan beoordelen en bijstellen van de bestrijding. Deze activiteiten vormen gezamenlijk de 'crisismanagementcyclus'. Deze cycius gebruikt informatie van het proces informatiemanagement, maar voedt dit proces ook. Figuur 3. Crisismanagementcyclus in drievoud Tactisch I 1 Operationeel Pagina 21 van 33

22 Benadrukt moet worden dat het proces van leiding & coördinatie van betekenis is voor alle inhoudelijke en voorwaardenscheppende processen in de rampenbestrijdinglcrisisbeheersing en dat dit niet pas start nadat de opschaling is voltooid. Bij acute incidenten worden tijdens het melden & alarmeren en de opschaling vaak al cruciale besluiten genomen die doorwerken in de bestrijding tijdens de structurele fase als derampbestrijdingsorganisatie volledig is ontplooid. Bij de beschrijvingen van de processen melding & alarmering en op- & afscha/ing is daarom al aandacht besteed aan leiding & coördinatie, die ten aanzien van die processen vooral wordt ingevuld door de multidisciplinaire coördinator meldkamer. Bijzondere omstandigheden Bij de bestrijding van grootschalige incidenten ontstaat een complexe situatie met een veelheid aan betrokken actoren van uiteenlopende disciplines, die ten aanzien van de te nemen besluiten afhankelijk van elkaar zijn. Het beroep dat in een situatie van een grootschalig incident op het vermogen tot aansturing wordt gedaan, is veel groter dan bij reguliere incidenten. Dit geldt: binnen de afzonderlijke disciplines (monodisciplinaire leiding & coördinatie), omdat er (veelal) meer operationele eenheden moeten worden ingezet en dus het aantal niveaus van leiding groter is dan in geval van een kleinschalig incident tussen de afzonderlijke disciplines (horizontale coördinatie), omdat niet alleen de eigen discipline moet worden aangestuurd, maar deze aansturing ook in afstemming met de aansturing van andere disciplines moet plaatsvinden. Dit betekent dat de te nemen besluiten (bestrijdingsstrategie ) inhoudelijk moeten zijn voorbereid met de andere disciplines, zodat deze onderling aansiuiten tussen de verschillende niveaus (verticale coördinatie), omdat de (multidiscipnnaire) besluiten op operationeel (COPI), tactisch (ROT), strategisch (BT) en - in geval van een crisis - bovenregionaal aansluiten. niveau op elkaar moeten De keten van besluitvorming wordt in geval van een grootschalig incident veel langer dan bij reguliere incidenten en kent meer onderlinge afhankelijkheden c.q. vertakkingen. De complexiteit, de belasting en de doorlooptijd van het proces nemen hierdoor exponentieel toe. In feite is er bij de bestrijding van een grootschalig incident sprake van een (niet-routinematige) netwerkorganisatie waarin in een zeer korte tijd besluiten moeten worden voorbereid en moeten worden genomen. Het verschil tussen reguliere incidenten en grootschalige incidenten is zo groot, dat leidinggevenden en sleutelfunctionarissen specifieke competenties nodig hebben om in een situatie van een grootschalig incident goed te kunnen functioneren. Men moet namelijk een bredere scope kunnen hanteren, met meer aspecten rekening kunnen houden en verder vooruit kunnen denkert Pagina 22 van 33

23 Prestaties 1. op basis van het beschikbare totaalbeeld van het incident, de (verwachte) effecten en het beschikbare en nog opkomende potentieel worden tijdig op alle niveaus afgewogen en onderbouwde prioriteiten gesteld en voortdurend bijgesteld 2. wanneer nodig wordt door middel van (verdere) opschaling voorzien in aanvurend potentieel- zodat het totale bestrijdingspotentieel toeneemt - of door middel van afsmaling het totaal beschikbaar potentieel verminderd, zodat dit (weer) beschikbaar komt voor mogelijke, andere incidenten 3. op.alle. niveaus worden de bestrijdings~eninzetvoorstellen tijcjiguitge""eri<ten onderling afgestemd, zodat hierover afgewogen besluitvorming kan plaatsvinden 4. tijdens de opschalings- en structurele fase functioneert de structuur van de aansturing effectief, logisch en transparant 5. er is sprake van samenhang in de uitvoering van de rampbestrijdingsprocessen, telwîjl tevens de veiligheid van bestrijders en derden in acht wordt genomen 6. de resultaten van de bestrijding en inzet worden voortdurend gemonitord en zijn samen met andere relevante informatie de basis voor het herbeoordelen en zonodig bijstellen van besluiten waar dat nodig is 7. alle relevante gegevens, ontwikkelingen, uitkomsten van besluitvorming, monitoring, beoordeling en bijstelling worden zo snel als mogelijk ingebracht in het proces informatiemanagement. de bestrijding vindt plaats conform de landelijk uniform vastgestelde hoofdstructuur voor de bestrijding van grootschalige incidenten (zie bijlage 2)24 de genomen besluiten ten aanzien van de prioriteitstelling zijn op ieder niveau: geëxpliciteerd op basis van altematieven en overwegingen vertaald in acties en daaraan gekoppelde actienemers afgestemd op de fase van het incident afgestemd op besluiten en!of acties van de andere niveaus de voorstellen! adviezen die aan het bovenliggende niveau worden gegeven, zijn gebaseerd op operationele feiten en voorzien van opties voor besluitvorming en bijbehorende consequenties op ieder niveau is een overzicht beschikbaar van de (zelf) genomen besluiten en de mate waarin deze zijn geïmplementeerd, dit met inbegrip van de hiermee rechtstreeks samenhangende acties op de andere niveaus niet (volledig) uitgevoerde opdrachten worden op ieder niveau gesignaleerd en opnieuw geformuleerd, waarbij rekening wordt gehouden met een (mogelijk) gewijzigde prioritering, ook op andere (bovenliggende) niveaus. definiêren van competenties voor alle sleutelfunctionarissen rampenbestrijdingl crisisbeheersing 25 in de (regionale) op basis van deze competenties (realistisch) oefenen van alle sleutel- en overige (ondersteunende) functionarissen die bij dit proces kunnen worden betrokken. 24 UnifOrmiteit in nationaal verband is van belang.in hel kacler van hel interregionaal uitwisselen van sleutelfunctionarissen, net centraal opleiden en oefenen van al degenen die met de bestrijding kunnen worden belast. 25 Zie paragraal2.3. Pagina 23 van 33

Basisvereisten Crisismanagement De decentrale normen benoemd

Basisvereisten Crisismanagement De decentrale normen benoemd Basisvereisten Crisismanagement De decentrale normen benoemd Landelijk Beraad Crisisbeheersing Den Haag, november 2006 Aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Minister van Binnenlandse

Nadere informatie

Multidisciplinair Opleiden en Oefenen

Multidisciplinair Opleiden en Oefenen Toetsingskader en positiebepalingssystematiek (definitieve versie) Inhoudsopgave Inleiding. Verdeling in oordeel, hoofdonderwerpen, onderwerpen, hoofd- en subaspecten. Banden voor positiebepaling. Prestatieniveaus.

Nadere informatie

Erratum Regionaal Crisisplan Uitwerking calamiteitencoördinator (CaCo)

Erratum Regionaal Crisisplan Uitwerking calamiteitencoördinator (CaCo) Erratum Regionaal Crisisplan Uitwerking calamiteitencoördinator (CaCo) Erratum Calamiteitencoördinator (CaCo) Dit erratum geeft invulling aan de huidige taakopvatting en werkwijze van de CaCo en dient

Nadere informatie

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen 25 juni 2007 Inhoudsopgave Inleiding... 1 1 Niveaus in de incident- en crisismanagementorganisatie... 1 1.1 Operationeel niveau...

Nadere informatie

Collegevoorstel. Inleiding. Feitelijke informatie. Zaaknummer: BVJL11. Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio Brabant-Noord

Collegevoorstel. Inleiding. Feitelijke informatie. Zaaknummer: BVJL11. Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio Brabant-Noord Zaaknummer: BVJL11 Onderwerp Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio Brabant-Noord Collegevoorstel Inleiding Met de vaststelling van de Wet veiligheidsregio s heeft de veiligheidsregio Brabant-Noord de verplichting

Nadere informatie

AGP 13 REGIONAAL CRISISPLAN VEILIGHEIDSREGIO BRABANT-NOORD

AGP 13 REGIONAAL CRISISPLAN VEILIGHEIDSREGIO BRABANT-NOORD AGP 13 REGIONAAL CRISISPLAN VEILIGHEIDSREGIO BRABANT-NOORD 2012 Inhoudsopgave Inleiding...2 Bedrijfsprocessen...2 Regionaal Beleidsteam...6 Gemeentelijk Beleidsteam...10 Regionaal Operationeel Team...12

Nadere informatie

5. Beschrijving per organisatie en

5. Beschrijving per organisatie en 5. Beschrijving per organisatie en taken secties in de hoofdstructuur 5.1 In organieke zin worden binnen de hoofdstructuur het RBT, BT, ROT, CoPI de GMK/ CMK, de secties en de actiecentra onderscheiden.

Nadere informatie

Referentiekader GRIP en eisen Wet veiligheidsregio s

Referentiekader GRIP en eisen Wet veiligheidsregio s Kennispublicatie Referentiekader GRIP en eisen Wet veiligheidsregio s 1 Infopunt Veiligheid In 2006 heeft de toenmalige Veiligheidskoepel een landelijk Referentiekader GRIP opgesteld. De op 1 oktober 2010

Nadere informatie

Rampen- en Crisisbestrijding: Wat en wie moeten we trainen

Rampen- en Crisisbestrijding: Wat en wie moeten we trainen Kenmerken van rampen- en crisisbestrijding Crisissen of rampen hebben een aantal gedeelde kenmerken die van grote invloed zijn op de wijze waarop ze bestreden worden en die tevens de voorbereiding erop

Nadere informatie

Crisisorganisatie uitgelegd

Crisisorganisatie uitgelegd GRIP Snelle opschaling, vaste teams, eenhoofdige leiding Wat kan er gebeuren? KNOPPENMODEL Meer tijd voor opschaling, maatwerk in teams en functionarissen GRIP 4 / 5 STRATEGISCH OPERATIONEEL / TACTISCH

Nadere informatie

Algemeen bestuur Veiligheidsregio Groningen

Algemeen bestuur Veiligheidsregio Groningen AGENDAPUNT 2 Algemeen bestuur Veiligheidsregio Groningen Vergadering 12 december 2014 Strategische Agenda Crisisbeheersing In Veiligheidsregio Groningen werken wij met acht crisispartners (Brandweer, Politie,

Nadere informatie

Doorontwikkeling Toezicht Nationale Veiligheid

Doorontwikkeling Toezicht Nationale Veiligheid Doorontwikkeling Toezicht Nationale Veiligheid Koers 1. Periodiek een beeld over het functioneren van de uitvoering 2. Achterliggende oorzaken 3. Meer op de keten gericht 4. Risicogericht toezicht (monitor)

Nadere informatie

WET. Toelichting N.v.t.

WET. Toelichting N.v.t. TOETSINGSKADER RADAR In de periode mei 2008 t/m december 2009 voert de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid (Inspectie OOV) het project RADAR uit. Vooruitlopend op de inwerkingtreding van de Wet op de

Nadere informatie

Programma van Eisen ex art. 4 lid 3 WAZ Advies aan het Veiligheidsberaad, uitgebracht door de ALV van GHOR Nederland

Programma van Eisen ex art. 4 lid 3 WAZ Advies aan het Veiligheidsberaad, uitgebracht door de ALV van GHOR Nederland Programma van Eisen ex art. 4 lid 3 WAZ Advies aan het Veiligheidsberaad, uitgebracht door de ALV van GHOR Nederland Op 1 januari 2011 treedt de Wet ambulancezorg (WAZ) in werking. De wet is op 2 december

Nadere informatie

Basisvereisten Crisismanagement: De decentrale normen doorgelicht

Basisvereisten Crisismanagement: De decentrale normen doorgelicht Basisvereisten Crisismanagement: De decentrale normen doorgelicht Toetsing van de Basisvereisten Crisismanagement zoals opgesteld door het LBCB Utrecht, 14 december 2007 c Basisvereisten crisismanagement-eindrapportage

Nadere informatie

Bijlage E: Observatievragen

Bijlage E: Observatievragen Bijlage E: Observatievragen Inhoudsopgave Waarnemervragen Meldkamer (MK) Waarnemervragen Commando Plaats Inicident (CoPI) Waarnemervragen Regionaal Operationeel Team (ROT) Waarnemervragen Team Bevolkingszorg

Nadere informatie

1 De coördinatie van de inzet

1 De coördinatie van de inzet 1 De coördinatie van de inzet Zodra zich een incident voordoet of dreigt voor te doen, wordt de rampenbestrijdingsorganisatie via het proces van opschaling opgebouwd. Opschalen kan worden gedefinieerd

Nadere informatie

Begeleidende samenvatting en advies behorende bij de. Concept Rapportage Regionaal Risicoprofiel

Begeleidende samenvatting en advies behorende bij de. Concept Rapportage Regionaal Risicoprofiel Begeleidende samenvatting en advies behorende bij de Concept Rapportage Regionaal Risicoprofiel 1. Inleiding 1.1 Veiligheidsregio Drenthe en het Regionaal risicoprofiel De Veiligheidsregio Drenthe heeft

Nadere informatie

GRIP-teams en kernbezetting

GRIP-teams en kernbezetting GR P Wat is GRIP? GRIP is de afkorting van Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure en staat voor: het snel en multidisciplinair organiseren van de juiste mensen en middelen die nodig

Nadere informatie

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure GRIP) bijlage van het Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio Twente

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure GRIP) bijlage van het Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio Twente Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure GRIP) bijlage van het Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio Twente Autorisatie OPSTELLERS: Barrett,Annelies Voorde ten, Jaqueline BIJDRAGE IN DE

Nadere informatie

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP)

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP) Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP) Inleiding Een goede coördinatie tussen betrokken hulpdiensten is bij de bestrijding van complexe incidenten van groot belang. Het model voor

Nadere informatie

Toelichting RADAR. Pagina 1 van 8

Toelichting RADAR. Pagina 1 van 8 Toelichting RADAR Inleiding De ambitie van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is dat eind 2009 de (organisatie van de) rampenbestrijding en crisisbeheersing op orde moet zijn

Nadere informatie

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Supplement u. Functie officier van dienst Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 1 sub u Besluit personeel veiligheidsregio

Nadere informatie

Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland

Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland Inhoudsopgave Grip op hulpverlening 4 Routinefase 6 GRIP 1 8 GRIP 2 12 GRIP 3 18 GRIP 4 24 Gebruikte afkortingen 30 4 Grip op hulpverlening Dit boekje bevat de samenvatting

Nadere informatie

Kwalificatiedossier Hoofd Acute Gezondheidszorg

Kwalificatiedossier Hoofd Acute Gezondheidszorg Kwalificatiedossier Hoofd Acute Gezondheidszorg Versie definitief Vastgesteld door Cluster Veiligheid GGD GHOR Nederland op 17 september 2015 1 Inhoud Leeswijzer... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

Nadere informatie

Voor de inhoud van het Regionaal Crisisplan en de aanpassingen, wordt u verwezen naar de bijlage.

Voor de inhoud van het Regionaal Crisisplan en de aanpassingen, wordt u verwezen naar de bijlage. Voorstel AGP 10 Aan : Algemeen Bestuur Datum : 3 november 2014 Bijlagen : 1 Steller : Christel Verschuren Onderwerp : Regionaal Crisisplan 2014 Algemene toelichting Aanleiding Voor u ligt het. Veiligheidsregio

Nadere informatie

Managementsamenvatting Referentiekader. Netcentrische crisisbeheersing

Managementsamenvatting Referentiekader. Netcentrische crisisbeheersing Achtergrond In de eindrapportage van het RADAR-onderzoek uit 2009 constateerde de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid dat het overgrote deel van de veiligheidsregio s op het gebied van informatiemanagement

Nadere informatie

Begroting 2015. V Ą Vėiligheidsregio. ^ Drenthe

Begroting 2015. V Ą Vėiligheidsregio. ^ Drenthe Begroting 215 V Ą Vėiligheidsregio ^ Drenthe VOORWOORD Dit is d e t w e e d e b e g r o t i n g v a n V e i l i g h e i d s r e g i o D r e n t h e ( V R D ). Hierin is h e t v o l i e d i g e b u d g

Nadere informatie

Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland

Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland Partijen A. De Veiligheidsregio s Twente, IJsselland, Noord- en Oost-Gelderland, Gelderland

Nadere informatie

Addendum Beleidsplan 2012-2015 Bestuursvisie op fysieke veiligheid in Zeeland

Addendum Beleidsplan 2012-2015 Bestuursvisie op fysieke veiligheid in Zeeland Addendum Beleidsplan 2012-2015 Bestuursvisie op fysieke veiligheid in Zeeland Waarom een addendum? Het beleidsplan 2012-2015 is op 7 juli 2011 in een periode waarop de organisatie volop in ontwikkeling

Nadere informatie

De veiligheidsregio Midden- en West-Brabant is gebaseerd op verlengd lokaal bestuur en is een samenwerkingsverband tussen 26 gemeenten.

De veiligheidsregio Midden- en West-Brabant is gebaseerd op verlengd lokaal bestuur en is een samenwerkingsverband tussen 26 gemeenten. BELEIDSPLAN 2011-2015 VEILIGHEIDSREGIO MIDDEN- EN WEST-BRABANT Bijlage 3. Sturing en organisatie De veiligheidsregio Midden- en West-Brabant is gebaseerd op verlengd lokaal bestuur en is een samenwerkingsverband

Nadere informatie

Productbeschrijvingen generiek

Productbeschrijvingen generiek en generiek 108 Totaalbeeld Toelichting Het totaalbeeld is een informatieproduct dat wordt gegenereerd in de multidisciplinaire hoofdas van de crisisbeheersingsorganisatie in het landelijk crisismanagementsysteem

Nadere informatie

Rampenplan Gemeente Assen 2007 Deel I: Algemeen

Rampenplan Gemeente Assen 2007 Deel I: Algemeen Rampenplan Gemeente Assen 2007 Deel I: Algemeen Rampenplan Gemeente Assen 2007 versie 9 mei 2007 Inleiding Het voorliggende Rampenplan Gemeente Assen 2007 beschrijft de organisatie en werkwijze van de

Nadere informatie

Verbetering Operationeel Informatiemanagement. Netwerkdag Infomanagement NVBR en GHOR. 30-01-2009 Simon G.J. van der Doorn

Verbetering Operationeel Informatiemanagement. Netwerkdag Infomanagement NVBR en GHOR. 30-01-2009 Simon G.J. van der Doorn Verbetering Operationeel Informatiemanagement Netwerkdag Infomanagement NVBR en GHOR. 30-01-2009 Simon G.J. van der Doorn Betrokkenheid Inspectie OOV 1. Vanuit eerder onderzoek (aspect/incidenten) 2. Vanuit

Nadere informatie

GRIP 2, zeer grote brand Wieringerwerf 6 april 2017, gemeente Hollands Kroon

GRIP 2, zeer grote brand Wieringerwerf 6 april 2017, gemeente Hollands Kroon GRIP 2, zeer grote brand Wieringerwerf 6 april 2017, gemeente Hollands Kroon 1. Overzicht Incident 6 april 2017 Zeer grote brand, kringloopwinkel Saartje Gemeente Hollands Kroon GRIP 2 Omschrijving Op

Nadere informatie

Operationele Regeling VRU

Operationele Regeling VRU Operationele Regeling VRU Uitwerking van de Wet veiligheidsregio s over de organisatie en werking van de hoofdstructuur van de rampenbestrijding en crisisbeheersing van de Veiligheidsregio Utrecht. Vastgesteld

Nadere informatie

Presterend Vermogen. Veiligheidsregio. September 2016 Project K&V Tijs van Lieshout

Presterend Vermogen. Veiligheidsregio. September 2016 Project K&V Tijs van Lieshout Presterend Veiligheidsregio September 2016 Project K&V Tijs van Lieshout VenJ is verantwoordelijk voor systeem 1. Strategie Nationale Veiligheid 2. Interdepartementaal stelsel Crisisbesluitvorming 3. Veiligheidsregio

Nadere informatie

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Supplement aa. Functie specialist opleiden en oefenen Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 1 sub aa. Besluit personeel veiligheidsregio

Nadere informatie

Regionaal Crisisplan 2012

Regionaal Crisisplan 2012 Regionaal Crisisplan 2012 ------------- 2016 Colofon: Dit document is tot stand gekomen in opdracht van de veiligheidsdirectie van de veiligheidsregio Midden- en West-Brabant Adres: Veiligheidsregio Midden-

Nadere informatie

Afsprakenlijst behorende bij het Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en ProRail

Afsprakenlijst behorende bij het Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en ProRail Afsprakenlijst behorende bij het Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen s, Politie en Art. 1 Doelen Partijen maken afspraken over: 1. organiseert bijeenkomsten voor de Doorlopend naar - Het vergroten

Nadere informatie

Omgevingszorg. Regionaal Crisisplan - Bevolkingszorg

Omgevingszorg. Regionaal Crisisplan - Bevolkingszorg Omgevingszorg Regionaal Crisisplan - Bevolkingszorg Omgevingszorg Handboek Bevolkingszorg Deel D Datum: Kenmerk: Auteurs: Werkgroep Regionaal Crisisplan Bevolkingszorg Pagina 2 van 12 Inhoudsopgave 1.

Nadere informatie

DE NIEUWE GHOR. 24 NOVEMBER 2011 Jan Woldman

DE NIEUWE GHOR. 24 NOVEMBER 2011 Jan Woldman DE NIEUWE GHOR 24 NOVEMBER 2011 Jan Woldman De GHOR komt in de pubertijd 13 jaar WAT NU? Andere omgeving Nieuwe Rector Nieuwe conrectrice De werelden van zorg en veiligheid Wetgeving Departement Sturing

Nadere informatie

Bepalingen over de brandweerzorg, de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de geneeskundige hulpverlening (Wet veiligheidsregio s)

Bepalingen over de brandweerzorg, de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de geneeskundige hulpverlening (Wet veiligheidsregio s) 31 117 Bepalingen over de brandweerzorg, de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de geneeskundige hulpverlening (Wet veiligheidsregio s) Nr. VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 10 juli

Nadere informatie

GRIP-regeling 1 t/m 5 en GRIP Rijk

GRIP-regeling 1 t/m 5 en GRIP Rijk GRIP-regeling 1 t/m 5 en GRIP Rijk Al jaren is het de dagelijkse praktijk om bij grote, complexe incidenten op te schalen binnen de GRIP-structuur. Deze structuur beschrijft in vier fasen de organisatie

Nadere informatie

; - 3 JUNI 2009 fio^gzl. ouwaw 1- c\s. ! _^M^NT go_sterhout I

; - 3 JUNI 2009 fio^gzl. ouwaw 1- c\s. ! _^M^NT go_sterhout I ! _^M^NT go_sterhout I ; - 3 JUNI 2009 fio^gzl ouwaw 1- c\s Inspectie Openbare Orde en Veiligheid fainisterie van BirmenlandseZaken en Konmkrijksrelaties > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Inspectie

Nadere informatie

Beschrijving van de organisatie, verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden in het kader van de rampenbestrijding en crisisbeheersing.

Beschrijving van de organisatie, verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden in het kader van de rampenbestrijding en crisisbeheersing. Beschrijving van de organisatie, verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden in het kader van de rampenbestrijding en crisisbeheersing. 1 Inhoud Processen per kolom / hulpdienst Netcentrisch werken GRIP-opschaling

Nadere informatie

Operationele prestaties van veiligheidsregio s. Plan van aanpak

Operationele prestaties van veiligheidsregio s. Plan van aanpak Operationele prestaties van veiligheidsregio s Plan van aanpak Deelonderzoek van het Periodiek beeld Rampenbestrijding en Crisisbeheersing 2019 1 Inleiding 3 2 Doelstelling en onderzoeksvragen 5 2.4 Samenhang

Nadere informatie

GRIP 1, zeer grote brand Venhuizen 30 mei 2017, gemeente Drechterland

GRIP 1, zeer grote brand Venhuizen 30 mei 2017, gemeente Drechterland GRIP 1, zeer grote brand Venhuizen 30 mei 2017, gemeente Drechterland 1. Overzicht Incident 30 mei 2017 Zeer grote brand, agrarisch bedrijf, Venhuizen Gemeente Drechterland GRIP 1 Omschrijving Op dinsdag

Nadere informatie

B2 - Hoofdproces Coördinatie en Commandovoering: GRIP Noord-Holland Noord

B2 - Hoofdproces Coördinatie en Commandovoering: GRIP Noord-Holland Noord B2 - Hoofdproces Coördinatie en Commandovoering: GRIP Noord-Holland Noord B2-0 Overzicht Samenvatting In dit deel is de Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings- Procedure (GRIP) Noord-Holland Noord

Nadere informatie

De Veiligheidsregio NHN in vogelvlucht. 28-03-2011 Commissie Bestuur en middelen

De Veiligheidsregio NHN in vogelvlucht. 28-03-2011 Commissie Bestuur en middelen De Veiligheidsregio NHN in vogelvlucht 28-03-2011 Commissie Bestuur en middelen Welkom Veiligheidsregio NHN Wet veiligheidsregios Bezuinigingen Regionalisering brandweer Praktijk Veiligheidsregio Noord-Holland

Nadere informatie

Opleiding Liaison CoPI voor zorginstellingen

Opleiding Liaison CoPI voor zorginstellingen Opleiding Liaison CoPI voor zorginstellingen Uitgangspunten Opdracht Ontwikkelen van een opleiding om vertegenwoordigers van zorginstellingen toe te rusten als liaison in het CoPI. Pilot voor vijf Limburgse

Nadere informatie

Functies en teams in de rampenbestrijding

Functies en teams in de rampenbestrijding B Functies en teams in de rampenbestrijding De burgemeester - De burgemeester heeft de eindverantwoordelijkheid voor en de algehele leiding bij het bestrijden van incidenten in de eigen gemeente; - De

Nadere informatie

In the hot seat. NIBHV Ede 24 november 2015. de crisis samen de baas

In the hot seat. NIBHV Ede 24 november 2015. de crisis samen de baas In the hot seat NIBHV Ede 24 november 2015 de crisis samen de baas Programma: Inleiding workshop Film: Samenwerking tijdens een GRIP incident Sitting in the hot seat: CoPI Even voorstellen Ymko Attema

Nadere informatie

1. INLEIDING. Pagina 2 van 7

1. INLEIDING. Pagina 2 van 7 Pagina 1 van 7 1. INLEIDING Context Na het verschijnen van het advies van de Commissie Hoekstra over de werking van de Wet Veiligheidsregio s en het Nederlands stelsel van rampenbestrijding en crisisbeheersing

Nadere informatie

Introductie GRIP GRIP1 GRIP2 GRIP3 GRIP4 GRIP5 + GRIP RIJK

Introductie GRIP GRIP1 GRIP2 GRIP3 GRIP4 GRIP5 + GRIP RIJK Risico- en crisisbeheersing Brandweer Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR) Gemeenschappelijke Meldkamer Zeeland (GMK) Introductie GRIP GRIP1 GRIP2 GRIP3 GRIP4 GRIP5 + GRIP RIJK Wie

Nadere informatie

CONVENANT VEILIGHEIDSREGIO AMSTERDAM AMSTELLAND

CONVENANT VEILIGHEIDSREGIO AMSTERDAM AMSTELLAND CONVENANT VEILIGHEIDSREGIO AMSTERDAM AMSTELLAND 2008 2009 Convenant Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland De minister van BZK heeft twee doelstellingen benoemd ten aanzien van de Veiligheidsregio s: binnen

Nadere informatie

Kwalificatiedossier Hoofd Publieke Gezondheidszorg

Kwalificatiedossier Hoofd Publieke Gezondheidszorg Kwalificatiedossier Hoofd Publieke Gezondheidszorg Versie definitief Vastgesteld door Cluster Veiligheid GGD GHOR Nederland op 17 september 2015 1 Inhoud Leeswijzer... 3 Deel A Algemene informatie... 4

Nadere informatie

Toelichting Normenkader Gemeentelijke Processen

Toelichting Normenkader Gemeentelijke Processen A.10 Bijlage 2 Toelichting Normenkader Gemeentelijke Processen 1. Inleiding Het normenkader Oranje Kolom is ontwikkeld in opdracht van het Dagelijks Bestuur (DB) van de Veiligheidsregio Hollands Midden

Nadere informatie

Mijn ideaal: één gemeente Hollands Midden

Mijn ideaal: één gemeente Hollands Midden Programma Oranje Kolom Ruud Bitter, Bureau Gemeentelijke Crisisbeheersing (BGC): Mijn ideaal: één gemeente Hollands Midden beleidsdocument Bevolkingszorg VRHM ontwikkeld. De visie BZOO (Bevolkingszorg

Nadere informatie

GRIP 1, XTC-laboratorium.

GRIP 1, XTC-laboratorium. GRIP 1, XTC-laboratorium. 09 februari 2017 Alkmaar 1. Overzicht Incident Donderdag 9 februari 2017 GRIP 1, XTC-laboratorium Gemeente Alkmaar, Hamsterkoog 13 K. Omschrijving Op donderdag 9 februari 2017

Nadere informatie

Productenboek Basisvoorzieningen GHOR Veiligheidsregio NHN

Productenboek Basisvoorzieningen GHOR Veiligheidsregio NHN Productenboek Basisvoorzieningen GHOR Veiligheidsregio NHN versie 3 april 2014 Productenboek Basisvoorzieningen GHOR Veiligheidsregio NHN Over dit document Versie 3 april 2014 Inhoud Het productenboek

Nadere informatie

Pastorale zorg bij rampen

Pastorale zorg bij rampen 2 Inhoud: 1. Doelstelling pag. 3 2. Realisatie pag. 4 3. Begrippen pag. 5 4. Verantwoordelijkheid pag. 6 5. Pastorale verzorger pag. 7 6. Taken pastorale verzorger pag. 8 7. Coördinator pastorale zorg

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 16950 2500 BZ Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Minister van Veiligheid en Justitie Veiligheidsregio's Turfmarkt 147

Nadere informatie

Operationele Regeling VRU

Operationele Regeling VRU Operationele Regeling VRU Uitwerking van de Wet veiligheidsregio s over de organisatie en werking van de hoofdstructuur van de rampenbestrijding en crisisbeheersing van de Veiligheidsregio Utrecht. Vastgesteld

Nadere informatie

Raads informatiebrief (Bestuurlijke pijler)

Raads informatiebrief (Bestuurlijke pijler) gemeente Eindhoven Raadsnummer og.rzoso.ooz Inboeknummer osbstoooo3 Classificatienummer Do ssiernummer 439.102 2I december 2004 Raads informatiebrief (Bestuurlijke pijler) Betreft vaststelling van het

Nadere informatie

Overdracht naar de Nafase (advies aan lokale gemeente)

Overdracht naar de Nafase (advies aan lokale gemeente) Overdracht naar de Nafase (advies aan lokale gemeente) Format Plan van Aanpak (PvA) Nafase Omschrijving incident Locatie/gemeente(n) Datum 1. Opdrachtbeschrijving Het

Nadere informatie

Ferwert, 28 mei 2013.

Ferwert, 28 mei 2013. AAN: de raad van de gemeente Ferwerderadiel Sector : I Nr. : 15/36.13 Onderwerp : Brandrisicoprofiel Veiligheidsregio Fryslân Ferwert, 28 mei 2013. 1. Inleiding Op 1 oktober 2010 is de Wet veiligheidsregio

Nadere informatie

Modeluitwerking Stappenplan

Modeluitwerking Stappenplan Modeluitwerking De modeluitwerking is opgesteld om crisispartners en veiligheidsregio s te ondersteunen bij het maken van afspraken om netcentrisch met elkaar te gaan samenwerken. Het bevat concrete vragen

Nadere informatie

GRIP 1 Ammoniaklekkage Zwaagdijk 29 april 2017 Medemblik

GRIP 1 Ammoniaklekkage Zwaagdijk 29 april 2017 Medemblik GRIP 1 Ammoniaklekkage Zwaagdijk 29 april 2017 Medemblik 1. Overzicht Incident Zaterdag 29 april 2017 Ammoniaklekkage Zwaagdijk Gemeente Medemblik GRIP 1 Omschrijving Op zaterdag 29 april 2017 krijgt de

Nadere informatie

Raadsnota. Raadsvergadering d.d.: 31 oktober 2011 Agenda nr: Onderwerp: Risicoprofiel en beleidsplan Veiligheidsregio Zuid-Limburg

Raadsnota. Raadsvergadering d.d.: 31 oktober 2011 Agenda nr: Onderwerp: Risicoprofiel en beleidsplan Veiligheidsregio Zuid-Limburg Raadsnota Raadsvergadering d.d.: 31 oktober 2011 Agenda nr: Onderwerp: Risicoprofiel en beleidsplan Veiligheidsregio ZuidLimburg Aan de gemeenteraad, 1. Doel, Samenvatting en Advies van het raadsvoorstel

Nadere informatie

STIP OP DE HORIZON: CRISISCAPACITEIT ALS STABIELE EN PROFESSIONELE BASIS IN DE ORGANISATIE VOOR RAMPENBESTRIJDING EN CRISISBEHEERSING

STIP OP DE HORIZON: CRISISCAPACITEIT ALS STABIELE EN PROFESSIONELE BASIS IN DE ORGANISATIE VOOR RAMPENBESTRIJDING EN CRISISBEHEERSING BELEIDSPLAN 2011-2015 VEILIGHEIDSREGIO MIDDEN- EN WEST-BRABANT Bijlage 5. Opleidings- en oefenbeleidsplan STIP OP DE HORIZON: CRISISCAPACITEIT ALS STABIELE EN PROFESSIONELE BASIS IN DE ORGANISATIE VOOR

Nadere informatie

GRIP 2, brand industriepand Alkmaar 30 april 2016, gemeente Alkmaar

GRIP 2, brand industriepand Alkmaar 30 april 2016, gemeente Alkmaar GRIP 2, brand industriepand Alkmaar 30 april 2016, gemeente Alkmaar Quickscan GRIP 2, brand industriepand Alkmaar, 30 april 2016 Incident 30 april 2016 Brand in een industriehal aan de Noorderkade-Noorderstraat

Nadere informatie

GRIP 1 zeer grote brand Portiekflat

GRIP 1 zeer grote brand Portiekflat GRIP 1 zeer grote brand Portiekflat 26 januari 2017 Alkmaar 1. Overzicht Incident Donderdag 26 januari 2017 GRIP 1 Zeer grote brand portiekflat Gemeente Alkmaar, Cornelis Evertsenplein 31. Omschrijving

Nadere informatie

Voorgestelde maatregelen Systeemoefening Prisma 14 juni 2012

Voorgestelde maatregelen Systeemoefening Prisma 14 juni 2012 Systeemoefening Prisma 14 juni 2012 1 Inleiding Op 14 juni 2012 heeft in de avonduren de oefening Prisma plaatsgevonden. Hiermee is uitvoering gegeven aan het gestelde in artikel 2.5.1. van het Besluit

Nadere informatie

Veiligheidsregio Utrecht lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll. Ministerie van Veiligheid en Justitie

Veiligheidsregio Utrecht lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll. Ministerie van Veiligheid en Justitie Veiligheidsregio Utrecht lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll 19/12/2016 16.0022830 Ministerie van Veiligheid en Justitie > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de voorzitters

Nadere informatie

GROOTER. in één oogopslag. Uniformiteit & kwaliteit in gemeentelijke Crisisbeheersing Bevolkingszorg

GROOTER. in één oogopslag. Uniformiteit & kwaliteit in gemeentelijke Crisisbeheersing Bevolkingszorg GROOTER in één oogopslag Uniformiteit & kwaliteit in gemeentelijke Crisisbeheersing Bevolkingszorg GROOTER Voorwoord GROOTER is een informeel kwaliteitslabel voor opleidingen en trainingen. Voor u ligt

Nadere informatie

Aan Regiegroep 17.02.2014. Aan Veiligheidsdirectie 27.02.2014. Goedkeuring Dagelijks bestuur 26.03.2014. Vaststelling Algemeen Bestuur 09.04.

Aan Regiegroep 17.02.2014. Aan Veiligheidsdirectie 27.02.2014. Goedkeuring Dagelijks bestuur 26.03.2014. Vaststelling Algemeen Bestuur 09.04. Voorstel CONCEPT AGP 12 Aan : Algemeen Bestuur Datum : 9 april 2014 Bijlage : 1 Steller : Ruud Huveneers Onderwerp : Continuïteitsplan sleutelfunctionarissen hoofdstructuur Algemene toelichting De Veiligheidsregio

Nadere informatie

Spelregels Systeemtest Keten 2014 versie 0.2

Spelregels Systeemtest Keten 2014 versie 0.2 Spelregels Systeemtest Keten 2014 versie 0.2 Onverwachte simulatie van een calamiteit In de periode van 1 tot en met 14 december 2014 wordt op een onaangekondigd tijdstip buiten kantooruren (kan dus ook

Nadere informatie

Doorontwikkeling Bevolkingszorg Zaanstreek- Waterland 2016

Doorontwikkeling Bevolkingszorg Zaanstreek- Waterland 2016 Doorontwikkeling Bevolkingszorg Zaanstreek- Waterland 2016 Inleiding Bevolkingszorg ten tijde van een crisis of calamiteit zet zich in voor die mensen die betrokken zijn en die niet in staat zijn zichzelf

Nadere informatie

in samenwerking met de 21 gemeenten in de Regio Zuidoost-Brabant Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure

in samenwerking met de 21 gemeenten in de Regio Zuidoost-Brabant Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure in samenwerking met de 21 gemeenten in de Regio Zuidoost-Brabant 2011 Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure Someren Son en Breugel Valkenswaard Veldhoven Waalre Helmond Laarbeek Nuenen

Nadere informatie

STAPPENPLAN IMPLEMENTATIE WATERRAND

STAPPENPLAN IMPLEMENTATIE WATERRAND STAPPENPLAN IMPLEMENTATIE WATERRAND HOE TE KOMEN TOT EEN ADEQUATE ORGANISATIE VAN INCIDENTBESTRIJDING OP HET WATER? IN AANSLUITING OP HET HANDBOEK INCIDENTBESTRIJDING OP HET WATER Uitgave van het Projectbureau

Nadere informatie

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Supplement cc. Functie strategisch manager Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 1 sub cc Besluit personeel veiligheidsregio

Nadere informatie

Bijlage A bij voorstel Systeemoefening VRU 2013

Bijlage A bij voorstel Systeemoefening VRU 2013 Bijlage A bij voorstel Systeemoefening VRU 2013 1 Rapportage Systeemoefening VRU 4 december 2013 2 Inleiding Voor u ligt het ingevulde toetsingskader van de Inspectie Veiligheid & Justitie (IV&J). De gegevens,

Nadere informatie

Samenvatting projectplan Versterking bevolkingszorg

Samenvatting projectplan Versterking bevolkingszorg Aanleiding en projectdoelstellingen Aanleiding In 2011 werd door de (toenmalige) portefeuillehouder Bevolkingszorg in het DB Veiligheidsberaad geconstateerd dat de nog te vrijblijvend door de gemeenten

Nadere informatie

Kaders voor de GRIP in Groningen, Friesland en Drenthe

Kaders voor de GRIP in Groningen, Friesland en Drenthe Kaders voor de GRIP in Groningen, Friesland en Drenthe Johan Haasjes Vakspecialist Expertise Veiligheidsregio Groningen Versie 1.5 16 april 2014 (definitief) Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 De opschalingsniveaus

Nadere informatie

Beschrijving toets Basisscholing crisisbeheersing. Inhoud 1. Inleiding 2. Eindtermen 3. Leerboom 4. Leerstof 5. Toetsmatrijs

Beschrijving toets Basisscholing crisisbeheersing. Inhoud 1. Inleiding 2. Eindtermen 3. Leerboom 4. Leerstof 5. Toetsmatrijs Beschrijving toets Basisscholing crisisbeheersing Inhoud 1. Inleiding 2. Eindtermen 3. Leerboom 4. Leerstof 5. Toetsmatrijs Bijlage: Organogram crisisorganisatie 04-06-2010 1 Inleiding De toets Basisscholing

Nadere informatie

Regionaal Crisisplan. Deel 1

Regionaal Crisisplan. Deel 1 Regionaal Crisisplan Deel 1 Regionaal Crisisplan Deel 1 Veiligheidsregio Hollands Midden Datum: Inhoud 1 Inleiding... 2 2 Voorwaardenscheppende processen... 3 2.1 Melden en alarmeren... 3 2.2 Op- en afschalen...

Nadere informatie

VRHM REGIONAAL CRISISPLAN

VRHM REGIONAAL CRISISPLAN VRHM REGIONAAL CRISISPLAN Inhoud 1. Inleiding 4 2. Voorwaardenscheppende processen 6 2.1 Melden en alarmeren 6 2.2 Op- en afschalen 7 2.3 Leiding en coördinatie 8 2.4 Informatiemanagement 9 3. Beschrijving

Nadere informatie

Pastorale zorg bij rampen

Pastorale zorg bij rampen 2 Inho ud: 1. Doelstelling pag. 4 2. Realisatie pag. 5 3. Begrippen pag. 6 4. Verantwoordelijkheid pag. 7 5. Pastorale verzorger pag. 8 6. Taken pastorale verzorger pag. 8 7. Coördinator pastorale zorg

Nadere informatie

Visie op crisismanagement in de zorgsector en de toegevoegde waarde van een Integraal Crisisplan. All hazard voorbereid zijn (1 van 3)

Visie op crisismanagement in de zorgsector en de toegevoegde waarde van een Integraal Crisisplan. All hazard voorbereid zijn (1 van 3) Visie op crisismanagement in de zorgsector en de toegevoegde waarde van een Integraal Crisisplan All hazard voorbereid zijn (1 van 3) Versie 1.0 11 november 2014 Voorwoord Zorginstellingen zijn vanuit

Nadere informatie

Regionaal Crisisplan. Veiligheidsregio. Zuid-Limburg 2012-2015

Regionaal Crisisplan. Veiligheidsregio. Zuid-Limburg 2012-2015 Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio Zuid-Limburg 2012-2015 Documentbeheer Opdrachtgever Algemeen Bestuur (conform artikel 16 Wet veiligheidsregio's) Portefeuillehouder J. Som Proceseigenaar G. v. Klaveren

Nadere informatie

Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen veiligheidsregio s, politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland

Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen veiligheidsregio s, politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen veiligheidsregio s, politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland Partijen A. Veiligheidsregio s Twente, IJsselland, Noord- en Oost-Gelderland, Gelderland-Zuid

Nadere informatie

Crisismodel GHOR. Landelijk model voor de invulling van het geneeskundige deel van het regionaal crisisplan. Versie 1.0 Datum 4 juni 2013

Crisismodel GHOR. Landelijk model voor de invulling van het geneeskundige deel van het regionaal crisisplan. Versie 1.0 Datum 4 juni 2013 Crisismodel GHOR Landelijk model voor de invulling van het geneeskundige deel van het regionaal crisisplan. Versie 1.0 Datum 4 juni 2013 Status Definitief Besluit Raad DPG d.d. 26 april 2013 Beheer PGVN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 26 956 Beleidsnota Rampenbestrijding 2000 2004 31 117 Bepalingen over de brandweerzorg, de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de geneeskundige

Nadere informatie

Concept-raadsvoorstel. Onderwerp: Brandrisicoprofiel veiligheidsregio Fryslân. Aan: de Raad

Concept-raadsvoorstel. Onderwerp: Brandrisicoprofiel veiligheidsregio Fryslân. Aan: de Raad Concept-raadsvoorstel Plaats X, Datum X Onderwerp: Brandrisicoprofiel veiligheidsregio Fryslân Aan: de Raad 1. Inleiding Op 1 oktober 2010 is de Wet veiligheidsregio s (Wvr) met het daaraan gekoppelde

Nadere informatie

Systeemtest Rapportage op basis van toetsingskader

Systeemtest Rapportage op basis van toetsingskader Systeemtest 2014 Rapportage op basis van toetsingskader Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Legenda 3 3 Totaaloverzicht 5 4 Invulling toetsingskader 6 4.1 Basisvereisten organisatie 6 4.2 Basisvereisten alarmering

Nadere informatie

TOETSINGSKADER STAAT VAN DE RAMPENBESTRIJDING

TOETSINGSKADER STAAT VAN DE RAMPENBESTRIJDING TOETSINGSKADER STAAT VAN DE RAMPENBESTRIJDING Versie Datum Opmerking Pagina Vastgesteld door 2.0 30 Augustus 2012 Toetskader in geheel aangepast i.h.k.v. de Wet veiligheidsregio s, Besluit veiligheidsregio

Nadere informatie

Productenboek Basisvoorzieningen Gemeenschappelijke Meldkamer Veiligheidsregio NHN

Productenboek Basisvoorzieningen Gemeenschappelijke Meldkamer Veiligheidsregio NHN Productenboek Basisvoorzieningen Gemeenschappelijke Meldkamer Veiligheidsregio NHN versie 3 april 2014 Productenboek Gemeenschappelijke Meldkamer Veiligheidsregio NHN Over dit document Versie 3 april 2014

Nadere informatie

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR CENTRALIST MELDKAMER

KWALIFICATIEPROFIEL VOOR CENTRALIST MELDKAMER KWALIFICATIEPROFIEL VOOR CENTRALIST MELDKAMER werkzaam bij de brandweer Status Dit kwalificatieprofiel is op 5 maart 2009 te Arnhem vastgesteld door de Deelprojectgroep Kwaliteitsinstrumenten van het Project

Nadere informatie

Houtskoolschets voor de nieuwe crisisorganisatie VRU

Houtskoolschets voor de nieuwe crisisorganisatie VRU Houtskoolschets voor de nieuwe crisisorganisatie VRU De Wet veiligheidsregio s die in oktober 2010 van kracht is geworden, heeft ondermeer tot doel om de rampenbestrijding en crisisbeheersing verder te

Nadere informatie