Zelfevaluatie instrument voor ketenzorg Gebaseerd op het Ontwikkelingsmodel voor Ketenzorg van Vilans. Overzicht van resultaten CVA zorgketens 2015

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Zelfevaluatie instrument voor ketenzorg Gebaseerd op het Ontwikkelingsmodel voor Ketenzorg van Vilans. Overzicht van resultaten CVA zorgketens 2015"

Transcriptie

1 Zelfevaluatie instrument voor ketenzorg Gebaseerd op het Ontwikkelingsmodel voor Ketenzorg van Vilans Overzicht van resultaten CVA zorgketens 2015 Kennisnetwerk CVA Nederland juli 2015

2 INHOUDSOPGAVE Inleiding... 3 Hoofdstuk 1 Algemene kenmerken... 5 Hoofdstuk 2 Scores per cluster... 7 Hoofdstuk 3 Indeling in fasen... 9 Hoofdstuk 4 Bevindingen Zelfevaluatie Hoofdstuk 5 Implementatie van de resultaten

3 INLEIDING Het Kennisnetwerk CVA Nederland heeft tot doel CVA zorgketens te stimuleren de zorg voor CVApatiënten in ketenverband te verbeteren. Samenwerken vanuit één gemeenschappelijk doel (de beste zorg op de juiste plek) en één belang (de patiënt) en vanuit het gemeenschappelijke primaire proces (de keten) levert forse winst op voor de patiënt, voor instellingen en voor de samenleving. Maar: wat is nodig voor een goede ketensamenwerking? En: hoe kan een zorgketen zich verder ontwikkelen? Het Ontwikkelingsmodel voor Ketenzorg (OMK) is een gevalideerd kwaliteitsmodel dat handvatten biedt voor het verbeteren en verder ontwikkelen van ketens in de zorg. Dit model is ontwikkeld door Mirella Minkman van Vilans in samenwerking met de Universiteiten van Rotterdam en Groningen. Het OMK gaat uit van negen clusters die van belang zijn om een goede keten te realiseren en definieert vier fasen van ontwikkeling. Vilans heeft op basis van het OMK model een digitale zelfevaluatietool ontwikkeld welke behulpzaam is om te bepalen waar op de negen clusters van het model de belangrijkste verbeterpunten liggen om een keten verder te doen ontwikkelen. Om CVA zorgketens inzicht te verschaffen in de ontwikkeling van ketenvorming en ondersteuning te bieden om de ketensamenwerking te optimaliseren, heeft de werkgroep Sturing en Borging van het Kennisnetwerk CVA Nederland het Zelfevaluatie instrument voor ketenzorg CVA-proof gemaakt en beschikbaar gesteld aan haar leden. Kennisnetwerk CVA Nederland heeft deze Zelfevaluatie inmiddels tweemaal aan haar leden aangeboden en ze daarmee in staat gesteld ketenontwikkeling gestructureerd te onderzoeken en te stimuleren met als uiteindelijk doel de zorg voor de CVA-patiënt verder te optimaliseren. In 2012 is het Zelfevaluatie instrument in de vorm van een online vragenlijst voor de eerste keer aangeboden aan de ketencoördinatoren van alle op dat moment bij Kennisnetwerk CVA Nederland aangesloten CVA zorgketens (ongeveer 80). In totaal namen 67 CVA-zorgketens deel aan deze Zelfevaluatie (respons: 85%). Analyse van de landelijke resultaten werd in een rapportage beschikbaar gesteld aan de deelnemers. Ook ontving elke deelnemer een beknopt persoonlijk rapport met resultaten van de eigen keten. Begin 2015 is aan de CVA zorgketens nogmaals de mogelijkheid geboden om de Zelfevaluatie in te vullen. Ditmaal namen 59 ketens deel, bij 49 ketens was het de tweede keer. De wat lagere respons (70%) valt toe te schrijven aan het samenvallen van de periode van invullen met een voor de ketencoördinatoren intensieve fase in de nieuwe CVA Benchmarkregistratie. In voorliggend rapport geeft het Kennisnetwerk CVA Nederland spiegelinformatie van de resultaten op groepsniveau. Ketens ontvangen hierbij een bijlage, waarin de resultaten van de eigen keten inzichtelijk worden. Hierin is advies opgenomen over het implementeren van de resultaten in bijvoorbeeld een plan van aanpak voor de keten. Voor ketens die tweemaal hebben deelgenomen is het mogelijk om de resultaten van beide jaren met elkaar te vergelijken en daarmee de ontwikkeling van de keten te monitoren. 3

4 In Hoofdstuk 1 worden de algemene kenmerken van de bij Kennisnetwerk CVA Nederland aangesloten ketens weergegeven. In Hoofdstuk 2 wordt een beeld geschetst van de gemiddelde scores van de ketens per cluster. In Hoofdstuk 3 is te zien in welke fase de ketens zich bevinden volgens het OMK model en de inschatting die de ketencoördinatoren hiervan hebben gemaakt. In Hoofdstuk 4 worden alle bevindingen samengevat per cluster. In Hoofdstuk 5 wordt een eerste suggestie gedaan voor het implementeren van de resultaten. De ontwikkeling van de CVA zorgketens in Nederland kon in kaart gebracht worden doordat de vragenlijsten van de Zelfevaluatie werden ingevuld door ketencoördinatoren. Dankzij hun inspanningen kon dit rapport worden geschreven. Het rapport is tot stand gekomen in samenwerking met Lidewij Vat, adviseur bij Vilans en met bijdragen van de leden van de werkgroep Sturing en Borging van het Kennisnetwerk CVA Nederland. Juli 2015 Ingrid Middelkoop Projectcoördinator Kennisnetwerk CVA Nederland 4

5 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE KENMERKEN In het eerste deel van de ketenevaluatie is gevraagd naar een aantal algemene kenmerken van de CVA ketenzorg van elke keten. Onderstaand overzicht geeft beeld van de landelijke situatie. Gegevens keten Landelijke situatie 2012 (n=67) Landelijke situatie 2015 (n=59) Leeftijd keten Gemiddeld 9 jaar (spreiding: 1 jaar - 17 jaar) Gemiddeld 12 jaar (spreiding: 1 jaar - 20 jaar) Totaal aantal zorgorganisaties Gemiddeld 6,6 zorgorganisaties (spreiding: 2-19 ketenpartners) Gemiddeld 7 zorgorganisaties (spreiding: 2-19 ketenpartners) Aantal CVA-patiënten per jaar Samenstelling ketenbrede werkgroepen Ketencoördinator aanwezig Aantal uren per week Gemiddeld 380 patiënten (spreiding: patiënten) Alleen managers: 3% Alleen professionals: 13% Beide: 69% Geen werkgroepen aanwezig: 15%: Ja: 90% Gemiddeld 8 uur per week (spreiding: 0-24 uur) Gemiddeld 475 patiënten (spreiding: patiënten) Alleen managers: 2% Alleen professionals: 15% Beide: 74% Geen werkgroepen aanwezig: 9%: Ja: 100% Gemiddeld 8,2 uur per week (spreiding: 0-24 uur) Samenwerkingsovereenkomst aanwezig in de keten Ja: 84% Ja: 88% Stuurgroep overleg Ja: 76% Ja: 88% Regulier overleg met zorgverzekeraars Ja: 49% Ja: 34% Regulier overleg met de gemeente Ja: 7% Ja: 8% Dataverzameling Ja: 87% Ja: 95% Keteninkoop afspraken met zorgverzekeraars Ja: 50% Ja: 54% Tabel 1 Kenmerken 5

6 KENMERKEN CVA-KETENS KENNISNETWERK CVA NEDERLAND In 2015 bestaan de CVA-ketens die de Zelfevaluatie hebben ingevuld gemiddeld ongeveer twaalf jaar. De variatie in leeftijd is groot; er zijn jonge ketens bij die pas een jaar bestaan, maar ook organisaties die de zorg voor CVA-patiënten al twintig jaar in ketenverband uitoefenen. Verschillen in mate van organisatie en ontwikkeling kunnen mede hieruit worden verklaard. Ook de omvang van de verschillende CVA-ketens vertoont een grote verscheidenheid. Relatief kleine ketens ontvangen minder dan honderd CVA-patiënten per jaar, waar de grootste, met meer dan één ziekenhuis, 1650 CVA-patiënten behandelt. Afspraken en overleg in de regio worden waarschijnlijk mede door de omvang van een keten bepaald. Dataverzameling vindt plaats in bijna 95% van de deelnemende ketens. De afgelopen jaren is een toename gezien in het verzamelen van uitkomst gegevens in de CVA zorg, ook in de benchmark van het Kennisnetwerk CVA. Een mogelijke verklaring voor dit hoge percentage is, dat de meeste ketencoördinatoren die de Zelfevaluatie hebben ingevuld behoren bij een CVA-zorgketen die over het algemeen al lang lid is van het Kennisnetwerk CVA Nederland. Deze groep is bekend met en ingesteld op het jaarlijks aanleveren van data voor de benchmarkregistratie voor Kennisnetwerk CVA Nederland. Opvallend is dat vier ketens invullen dat er voor de taken van de ketencoördinator geen uren beschikbaar zijn, terwijl wel door alle deelnemende CVA zorgketens wordt aangegeven dat er een ketencoördinator in dienst is. Verder zien we in vergelijking met drie jaar geleden geen toename in het contact van de ketens met de gemeente, hoewel de gemeenten sinds 2015 een belangrijkere rol zijn gaan spelen in het organiseren van de langdurige zorg, met name bij de begeleiding van de chronische fase. 6

7 HOOFDSTUK 2 SCORES PER CLUSTER Het Ontwikkelingsmodel voor Ketenzorg benoemt negen clusters. De negen clusters zijn: 1. Cliëntgerichtheid 2. Ketenregie en logistiek 3. Resultaatmanagement 4. Optimale zorg 5. Resultaatgericht leren 6. Interprofessionele samenwerking 7. Rol en taakverdeling 8. Ketencommitment 9. Transparant ondernemerschap Werken aan alle bovenstaande clusters is van belang om een goede keten te ontwikkelen en te behouden. Ieder cluster bestaat uit een wisselend aantal elementen (variërend van drie tot achttien elementen). In totaal zijn in het Ontwikkelingsmodel voor Ketenzorg (OMK) 89 elementen van ketenzorg opgenomen. De elementen zijn beschreven als activiteiten die u kunt ondernemen. De ketencoördinator heeft per cluster aangegeven of de elementen wel/niet aanwezig zijn. Wanneer we naar alle clusters tegelijk kijken, kunnen we een radardiagram maken. Het radardiagram laat het percentage elementen zien dat volgens de ketencoördinator aanwezig is binnen ieder cluster. Hoe verder de lijnen naar de buitenkant van het spinnenweb, hoe meer aspecten van ketenzorg aanwezig zijn. Bij ieder cluster is de maximale score 100%. Onderstaande radardiagrammen zijn een weergave van de landelijk gemiddelde scores in 2012 (figuur 1) en in 2015 (figuur 2). We hebben van alle ketens het aantal aanwezige elementen genomen en gedeeld door n. Het gaat dus om het landelijk gemiddelde percentage aanwezige elementen per cluster. We zien een verschil in uitkomst tussen de twee metingen. De radardiagrammen laten zien dat er in 2015 op alle clusters wat hoger wordt gescoord dan drie jaar eerder. Gemiddeld zien we dat de deelnemende CVA zorgketens aandacht besteden aan alle clusters, welke je kan beschouwen als bouwstenen die van belang zijn voor de ontwikkeling van een zorgketen. De figuur is opvallend gelijkmatig verdeeld over de clusters. Dit is een positief beeld; er is bewustzijn over de heel verschillende aspecten voor de organisatie van ketenzorg. Tegelijkertijd zien we dat op alle clusters nog verdere ontwikkeling mogelijk is. Dit diagram van gemiddelden geeft echter nog geen informatie over de situatie in de afzonderlijke zorgketens. Deze varieert sterk. Veel elementen die betrekking hebben op ketenafspraken, bijvoorbeeld over overdracht en doorstroom van patiënten, vallen op omdat ze in vrijwel alle CVA zorgketens aanwezig zijn. Rollen en taken zijn in de keten meestal duidelijk verdeeld en alle ketens geven aan dat er in multidisciplinaire teams wordt gewerkt. Sommige elementen zijn juist weer opvallend afwezig. De financiële aspecten van de ketensamenwerking worden intern vaak niet gemonitord, noch worden deze besproken met externe partners zoals gemeente en zorgverzekeraars. 7

8 Kennisnetwerk CVA Nederland is in gesprek met externe partijen, zoals Zorgverzekeraars Nederland, over mogelijkheden van financiering van (de organisatie van) ketenzorg Figuur 1 Landelijk gemiddelde scores per cluster, Figuur 2 Landelijk gemiddelde scores per cluster,

9 HOOFDSTUK 3 INDELING IN FASEN Het Ontwikkelingsmodel voor Ketenzorg beschrijft vier ontwikkelingsfasen: 1. INITIATIEF- EN ONTWERPFASE De ketensamenwerking is opgestart of wordt geïntensiveerd. Er wordt gesproken over een gezamenlijk erkend probleem, alsmede de noodzaak en (on)mogelijkheden om hier gezamenlijk mee aan de slag te gaan. De doelgroep en het ketenproces zijn in kaart gebracht, evenals behoeften van klanten en diverse stakeholders. Het ambitieniveau, de motivatie van betrokkenen en de inzet van leiders bepalen de voortgang. Op basis van de ontstane ideeën en aanwezig vertrouwen maakt een multidisciplinair team een ontwerp voor een experiment of een project en legt men de samenwerking eventueel vast in een samenwerkings- of intentieverklaring. 2. EXPERIMENT- EN UITVOERINGSFASE Er worden projecten of experimenten uitgevoerd. Doelen en inhoud van de ketensamenwerking worden aangescherpt en vastgelegd in afspraken en zorgpaden. Ketenpartners bereiken afstemming middels een ketenoverleg en door het benoemen van een persoon met een coördinerende rol. Gegevens over werkwijzen, doelgroepen en kennis en kunde worden uitgewisseld. Resultaten worden geëvalueerd waarna bijstelling plaatsvindt. Randvoorwaarden voor projecten zijn afgewogen en middels gezamenlijke afspraken of middelen gedekt. 3. UITBOUW- EN MONITORINGSFASE De projecten zijn ingebed in of volgroeid tot een ketenprogramma. Afspraken over inhoud, taken en rollen en de organisatie van zorg zijn helder en liggen vast. Samenwerking is niet vrijblijvend. De resultaten worden systematisch gemonitord en verbeterpunten opgepakt. De bereikte populatie is in kaart gebracht. Er ontstaan meer initiatieven tot gezamenlijkheid zoals scholingsprogramma s. Financiering van de zorg op basis van structurele en reguliere middelen is het uitgangspunt. Er is een blijvend commitment aan de benodigde inzet en ambitie. 4. VERDUURZAMINGS- EN TRANSFORMATIEFASE De ketenzorg vormt de reguliere werkwijze en zorg. Een coördinatiepunt op ketenniveau is operationeel, informatie wordt gedeeld, overgedragen en teruggekoppeld. Organisatorische structuren transformeren of zijn nieuw ontworpen rondom de ketenzorg. Financiering is geregeld in integrale ketencontracten tussen aanbieder(s) en financiers. Er is sprake van continue verbetering en analyse van klant- en stakeholderbehoeften. Op succesvolle resultaten wordt verder gebouwd. Nieuwe samenwerkingsmogelijkheden worden verkend en gewogen. Een monitorings- en benchmarksysteem laat periodiek zien waar resultaten geborgd zijn en waar verbetering mogelijk is. 9

10 In de vragenlijst is aan de ketencoördinatoren gevraagd in welke van de vier ontwikkelingsfasen van het model zij hun CVA zorgketen zouden positioneren. Het OMK gaat ervan uit dat elementen in meerdere fasen aan de orde kunnen zijn. De fasen zijn geen lineaire of afgebakende episoden in de tijd, maar geven wel aan hoe over de tijd accenten kunnen verschillen. Op basis van het OMK onderzoek zijn top 10 -en van elementen bepaald die door een expert-panel voor een bepaalde fase vooral van belang werden geacht. Indien zeven of meer (>70%) elementen uit de top 10 aanwezig zijn gaan we ervan uit dat de fase grotendeels doorlopen is en de keten zich bevindt in een volgende fase. Figuur 3 CVA zorgketens verdeling per fase volgens analyse OMK Figuur 3 laat zien hoe de verdeling is van de CVA-ketens over de verschillende fasen tijdens de meting in De verticale blauwe balken vertegenwoordigen de deelnemende ketens. De hoogte van de balken geeft de fase weer zoals geanalyseerd in het OMK-model. Verhoudingsgewijs bevinden zich in de meting van 2015 meer ketens in ontwikkelingsfase 4 (21% vs 12%) en minder in ontwikkelingsfase 2 (9% vs 15%) dan in de meting van Procentueel is het aantal ketens in fasen 1 en 3 ongeveer gelijk gebleven. Wanneer we kijken naar de ketens die zich in fase 4 bevinden, dan zien we dat dit voornamelijk de wat oudere ketens zijn. Gemiddeld bestaan ze 13 jaar. In fase 1 bevindt zich een groep van ketens die varieert in leeftijd. Sommige bestaan één jaar in de huidige vorm, andere ketens in fase 1 bestaan tien jaar of langer. Het onderzoek van Mirella Minkman (Minkman, M. (2012). Developing integrated care. Towards a development model for integrated care. Phd report) laat zien dat het gemiddeld circa 3 jaar duurt om een fase geheel te doorlopen. Uit de twee metingen blijkt dat ook: veel ketens hebben een ontwikkeling doorgemaakt in de afgelopen jaren. 22 ketens zijn sinds 2012 één of meer fasen ontwikkeld. 10

11 Maar de fasen worden niet altijd lineair doorlopen. 18 ketens bevinden zich in 2015 nog in dezelfde fase als in 2012 en voor 13 ketens geldt dat zij zijn verschoven naar een eerdere fase. Er kunnen gegronde redenen zijn waarom een keten een stap maakt naar een eerdere fase. Mogelijk is de organisatie van deze ketens in de afgelopen jaren ingrijpend gewijzigd, doordat ze samen zijn gegaan met bijvoorbeeld een NAH keten en daardoor opnieuw een initiatief- en (her)ontwerpfase doormaken. Dit zou passen bij de ontwikkelingen in het veld, waar we een verschuiving zien van ziekte specifieke ketens naar steeds meer doelgroep gerichte samenwerkingsverbanden. Ook kan de verandering in het zorglandschap meespelen, de transitie van AWBZ naar ZvW en WMO kan een aanleiding zijn om de ketenorganisatie, visie en ambities te herzien. In de Zelfevaluatie is door de ketencoördinatoren een inschatting gemaakt van de fase waarin de eigen keten zich zou bevinden. De eigen inschatting verschilt vaak met de fase wanneer deze volgens het OMK wordt bepaald. 37% van de ketencoördinatoren maakt een juiste inschatting van de fase waarin zijn of haar keten zich bevindt. Door 41% wordt een inschatting gedaan welke één, twee of drie fasen hoger ligt en door 22% wordt een te lage inschatting gedaan vergeleken met die volgens het OMK model. Vaak ontbreken er nog enkele elementen in een bepaalde fase, waardoor deze nog niet als doorlopen mag worden beschouwd. Het kan wel zo zijn dat met aandacht voor dat ontbrekende element de keten al snel een fase verder wordt gescoord. Ook zou het kunnen zijn dat men een missend element niet relevant vindt. In onderstaande grafiek is weergegeven hoe de fase inschatting is voor CVA-ketens van Kennisnetwerk CVA Nederland door de ketencoördinator (blauw) en zoals verwacht volgens het OMK model (grijs). Figuur 4 CVA zorgketens verdeling per fase volgens eigen inschatting 11

12 Onderstaand radardiagram laat zien hoe de ontwikkeling is van de ketens welke zich volgens de meting in 2015 bevinden in fase , alleen Fase 4 ketens Figuur 5 Gemiddelde scores per cluster voor de Fase 4-ketens,

13 HOOFDSTUK 4 BEVINDINGEN ZELFEVALUATIE 2015 In dit hoofdstuk wordt weergegeven hoe de CVA zorgketens op de Zelfevaluatie in 2015 hebben gescoord. Het betreft hier een weergave van de gemiddelde situatie voor de CVA-ketens. Per cluster wordt ingegaan op zaken die opvallen ten opzichte van de meting in Er wordt een voorzichtige interpretatie gedaan van de resultaten, onder meer door een verband te leggen met de fase waarin een bepaald element thuishoort. In alle clusters is een groei te zien ten opzichte van de Zelfevaluatie in 2012 in het aantal elementen dat door de ketens is ontwikkeld. Dit wordt bevestigd door de fase ontwikkeling. Meer ketens dan voorheen bevinden zich in fase 4. ALGEMEEN Het instrument biedt per cluster de mogelijkheid om aanvullende informatie te geven. De opmerkingen die zijn geplaatst in deze open antwoord velden zijn positief van toonzetting en meestal optimistisch over de kansen voor de keten om zich verder te ontwikkelen. Er wordt gesproken over korte lijnen, gedreven professionals, vertrouwen en commitment in de keten. De resultaten van de Zelfevaluatie van 2012 hebben gewerkt als stimulans voor verbeteracties. Soms wordt nuancering aangebracht in de antwoorden ( is aanwezig, maar de borging kan beter ; mate van samenwerking verschilt per ketenpartner ). Geld is een factor van belang, maar goede samenwerking is de goedkoopste goede zorg. Als cruciale factoren voor (verdere) ketenontwikkeling wordt onder meer de ontwikkeling van een ketenbreed zorgpad genoemd. Draagvlak binnen het management is van belang, evenals het gezamenlijk werken aan scholing en jaarplannen en de aanwezigheid van een ketenprotocol met duidelijk omschreven visie en bevoegdheden. De aanwezigheid van een actieve ketencoördinator wordt onmisbaar geacht voor de samenhang in de keten. Op de vraag naar de aspecten die moeten worden aangepakt om verder vooruit te komen als keten, wordt vaak de financiering genoemd. Die moet structureel beter en duidelijker geregeld zijn. Het ontwikkelen van een keten-website staat vaak op het wensenlijstje. Verder benoemt men de wens om de eerste lijn als samenwerkingspartner te laten bijdragen aan de keten. 1. CLIËNTGERICHTHEID Cliëntgerichtheid betreft het ontwikkelen van zorg en informatiestromen afgestemd op doelgroepen van cliënten. Informatie wordt in de keten gezamenlijk aangeboden in begrijpelijke taal, bijvoorbeeld via een front office. Methoden voor zelfmanagementondersteuning worden toegepast. De keten is in staat zorg op individuele behoeften of subgroepen toe te snijden, bijvoorbeeld wanneer er sprake is van multimorbiditeit. Tot cluster 1, Cliëntgerichtheid, behoren 11 elementen. De belangrijkste elementen van dit cluster spelen een rol in de ontwikkeling van ketens die zich bevinden in fase 3 of verder. Het element Methoden inzetten die het eigen vermogen en zelfregie van de cliënt bevorderen als onderdeel van ketenzorg is bij 64% van de ketens aanwezig, waar dat in 2012 bij 34% het geval was. 13

14 Een mooie voortgang die ook aansluit bij de landelijke ontwikkelingen naar meer eigen regie en zelfredzaamheid. Het valt op dat het element Patiëntenfeedback en patiëntervaringen verzamelen ter verbetering van de keten in bijna de helft van de ketens afwezig is. 34% van de ketens geeft in 2015 aan dit element te willen ontwikkelen en dit getal komt overeen met dat van Het lijkt erop dat het voor veel ketens niet is gelukt om dit plan tot uitvoer te brengen. Aangegeven wordt dat patiëntervaringen soms in trial-verband worden verzameld. In de zomer van 2015 wordt in een paar ketens die deelnemen aan het project CVAB 3.0 een pilot gehouden met het meten van patiënttevredenheid door middel van de zogeheten PPP-tool. Dit is een initiatief van het Kennisnetwerk CVA Nederland en de stichting Hersenletsel.nl. Deelnemende teams in de CVA zorgketen krijgen de mogelijkheid om met behulp van een korte vragenlijst met pictogrammen via de ipad cliënten te raadplegen. Het meten van de patiënttevredenheid heeft als doel de kwaliteit van de CVA zorg en de kwaliteit van de ketensamenwerking te verbeteren. 2. KETENREGIE- EN LOGISTIEK Ketenregie en logistiek gaat over het stroomlijnen van de zorg voor de gehele keten. Denk aan het maken van allerlei afspraken over verwijzing, onderzoek, overdracht en ontslag van cliënten in de keten. Ook uitwisseling van cliëntgegevens en overige informatie, bijvoorbeeld middels koppelingen tussen databases, horen hierbij. Casemanagement voor cliënten met complexe zorgvragen is aangeboden en er wordt gewerkt met een voor de ketenpartners toegankelijk cliëntvolgend dossier. Afspraken over consultatie van expertise of gespecialiseerde verpleegkundigen in de keten zijn gemaakt. Dit cluster behelst een 18-tal elementen. De belangrijkste elementen van dit cluster spelen vooral een rol in de eerste fasen van ontwikkeling van ketens. Aanwezigheid van deze elementen in de ketens is zeer divers. Elementen welke passen bij fase 1, de Initiatief en ontwerpfase, zijn goed vertegenwoordigd in de ketens. Voorbeelden hiervan zijn Afspraken maken over verwijzing en overdracht van cliënten binnen de ketens (aanwezig in 93% (2012: 90%) van de ketens) en Afspraken maken over omgaan met en uitwisselen van cliëntgegevens (aanwezig in 79% van de ketens). Het element Afspraken maken over het einde van een zorgtraject bij (één van de) ketenpartners, bijvoorbeeld bij ontslag of het afsluiten van een casus, dat past in fase 2, is aanwezig in 78% van de ketens. Ketens waar genoemde elementen ontbreken, zouden deze kunnen implementeren omdat ze een belangrijke basis zijn. Opvallend is dat het element Gemeenschappelijke zorgplannen hanteren (bijvoorbeeld: één plan, tot stand gekomen met betrokken zorgverleners waarin de doelen staan, gezamenlijke inventarisatie van problemen, acties (wie doet wat wanneer), verantwoordelijkheden, evaluatiemomenten), eveneens passend in fase 2, in slechts 22% (2012: 16%) van de ketens voorkomt. In 66% (2012: 48%) van de ketens worden gespecialiseerde verpleegkundigen ketenbreed ingezet. In nog eens 15% van de ketens bestaat het plan om dit te gaan ontwikkelen. 14

15 Hoog op de planning van veel CVA-ketens (36%) en passend in fase 3, staat het ontwikkelen van koppelingen tussen databases van de ketenpartners en/of het gebruiken van een cliëntvolgend systeem door alle ketenpartners. Men benoemt in dit kader de aanwezigheid van korte lijnen en afspraken waar nodig, maar ook onvoldoende borging van de afspraken. 3. RESULTAATSMANAGEMENT Resultaatsmanagement gaat over het benoemen van prestatie-indicatoren en normen om vervolgens resultaten in de keten te kunnen evalueren. Resultaten hebben betrekking op cliëntgerelateerde uitkomsten, cliëntwaardering, logistieke en financiële prestaties. Analyses van (bijna) fouten, feedbackmechanismen en verbeterteams worden gebruikt om prestaties te verbeteren. Om als keten fase 2 en 3 goed te kunnen doorlopen, is het van belang de elementen uit dit cluster te implementeren. Van de 18 elementen behorend bij dit cluster, zijn vele al vertegenwoordigd binnen de CVA-ketens. Informatie over de cliëntstromen (aantallen, doorlooptijden) van de keten verzamelen en Aanleveren van indicatorgegevens van de keten aan de benchmark van Kennisnetwerk CVA Nederland, belangrijke elementen in fase 2, zijn aanwezig bij of staan op de planning van ongeveer 90% (2012: 90%) van de ketens. Opvallend is het benutten van de resultaten van de CVA benchmark van Kennisnetwerk CVA Nederland. In 2012 benutte 73% van de ketens deze voor verbetering van de eigen keten. In 2015 deed 93% dit. Het zichtbaar maken van de effecten van de ketensamenwerking op de productie van ketenpartners en Een systematiek hanteren van periodieke toetsing en evaluatie van afspraken, aanpak en resultaten (bijvoorbeeld: jaarlijks evaluatiemoment- of methode hanteren, standaard onderwerp op de agenda van ketenbrede overleggen, auditoring, een ketenaudit ), elementen die beide passen in fase 3, zijn bij ongeveer de helft van de CVA-ketens (nog) niet aanwezig, terwijl deze wel als relevant worden beschouwd. Om de keten verder te ontwikkelen, zouden deze elementen geïmplementeerd kunnen worden. Het element Registreren en analyseren van (bijna) fouten in de keten (bijvoorbeeld: onjuiste verwijzingen, onvoldoende informatieoverdracht, te lange wachttijden registeren en bespreekbaar maken, miscommunicatie met gevolgen) past in fase 4 en is in 36% van de ketens (2012: 18%) aanwezig. 52% van de ketens (2012: 42%) vermeldt aan de slag te willen met het meten van cliëntwaardering voor de gehele keten. In sommige ketens staat het implementeren van spiegelgesprekken gepland. Men geeft aan dat voor verschillende elementen afspraken gemaakt worden binnen de instellingen, maar niet op ketenbreed niveau. Zo zijn er afspraken over (bijna) fouten in de eigen instelling en wordt de zorg vaak wel geëvalueerd, maar zijn er geen ketenbrede kwaliteitsnormen ontwikkeld. Recent is een rapport verschenen van de inspectie waarin vermeld staat dat de overdrachten van ziekenhuis naar Verpleeg- en Thuiszorg niet goed lopen. Dit vraagt aandacht. 15

16 4. OPTIMALE ZORG Optimale zorg gaat het om het ontwikkelen van een multidisciplinair zorgpad voor de keten gebaseerd op de behoeften van cliënten in de keten en op evidence-based richtlijnen. Hiervoor zijn behoeften van de cliëntgroep inzichtelijk. Vertegenwoordigers van cliënten zijn betrokken bij het ontwikkelen, verbeteren en monitoren van de zorg. Tot het cluster optimale zorg behoren zeven elementen. Het element Gebruiken van evidence-based richtlijnen en standaarden (passend in fase 2) is in bijna alle ketens aanwezig of staat op de planning om ontwikkeld te worden. Het element Een 24-uurs beschikbaarheid (7 dagen per week) van trombolyse organiseren in de keten is aanwezig bij 97% van de ketens. Voor de twee ketens waar dit afwezig is, wordt trombolyse mogelijk elders in de regio gefaciliteerd. Het element Patiëntvertegenwoordigers betrekken bij verbetertrajecten in de keten (bijvoorbeeld middels cliëntenpanels), passend in fase 3, ontbreekt echter bij 54% van de ketens (2012: bij 67% afwezig). 29% van de ketens hebben het ontwikkelen van dit element op de planning staan (2012: 25%). Aangegeven wordt dat verschillende elementen wel aanwezig zijn, maar niet structureel en/of ketenbreed. 5. RESULTAATGERICHT LEREN Resultaatgericht leren heeft betrekking op een leerklimaat dat gericht is op voortdurend verbeteren van resultaten in de keten. Hierbij past het gezamenlijk in kaart brengen van de doelen, knelpunten en leemten in de keten en het delen van kennis in een open sfeer. Incentives belonen betere prestaties. Cluster 5 bestaat uit 14 elementen. Uit dit cluster is in fase 1 van belang het Benoemen en vaststellen van het gezamenlijk ketenproduct (bijvoorbeeld: aan welke eisen en kenmerken de zorg moet voldoen, hoe de zorg in een bepaalde keten eruit ziet, welke zorg wel of niet verleend wordt). Dit element is in 34% ketens (2012: 31%) niet aanwezig en in 3 ketens niet bekend. Om de Initiatief- en ontwerpfase te doorlopen, kan het van belang zijn dit element te ontwikkelen. Andere elementen uit dit cluster zijn in fase 3 van belang. Het Gezamenlijk kennis opdoen om innovaties in de ketenzorg te ontwikkelen is in 81% van de ketens aanwezig (2012: 61%). Gezamenlijke scholingsprogramma's en leeromgevingen in de keten gebruiken is in 52% van de ketens aanwezig (2012: 49%) en staat in 33% van de ketens gepland (2012: 25%). Voor één van de ketens wordt benoemd dat er een cultuur van voortdurende verbetering aanwezig is in de keten. Opvallend afwezig element in dit cluster is stimulerende prikkels inbouwen die behaalde en afgesproken kwaliteit belonen (net als in 2012 bij 76% van de ketens afwezig of niet bekend). Eenmaal worden de afspraken met de zorgverzekeraar benoemd als stimulerende prikkel voor het verbeteren van de kwaliteit. Het element gevolgen en acties verbinden aan het al dan niet behalen van ketendoelen is bij 46% (2012: 67%) van de ketens afwezig of niet bekend). Deze elementen worden beschouwd als meest van belang in fase 4, wat mogelijk een verklaring is voor de minimale aanwezigheid ervan bij de ketens. 16

17 Het element Kennis uitwisselen over hoe ketenzorg te starten, verder te ontwikkelen en te borgen met betrokken organisaties is in 73% van de ketens (2012: 50%) aanwezig. Dit element past in fase 4. Door verschillende ketencoördinatoren wordt opgemerkt dat het leren wel aan de orde is op bijvoorbeeld casusniveau, of binnen een instelling, maar dat er geen sprake is van ketenbrede borging. 6. INTERPROFESSIONELE SAMENWERKING Interprofessionele samenwerking voor doelgroepen bevat elementen zoals het omschrijven van de cliëntengroep waarop de ketensamenwerking zich richt en het werken in multidisciplinaire teams. Helder is wanneer professionals beschikbaar en toegankelijk zijn voor ketenpartners. Het radardiagram laat zien dat met name cluster 6, Interprofessionele samenwerking, hoog scoort. Dat komt ook omdat dit het kleinste cluster van het model is met maar drie elementen. 92% van de elementen uit dit cluster zijn aanwezig in de ketens (2012: 80%). Net als in 2012 heeft meer dan 90% van de ketens de cliëntgroep omschreven waar de samenwerking zich op richt en er is sprake van multidisciplinaire teams. Van de drie elementen die dit cluster vertegenwoordigen, kan het element Afspraken maken over bereikbaarheid en beschikbaarheid van professionals in de keten verder verbeterd worden. Dit element is aanwezig in 80% (2012: 70%) van de ketens en staat bij 12% van de ketens gepland (2012: 9%). 7. ROL- EN TAAKVERDELING Bij rol- en taakverdeling gaat het bijvoorbeeld over inzicht in elkaars expertises, het afspreken van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden in de keten en over het bereiken van effectieve samenwerking op alle niveaus tussen ketenpartners. Dit laatste kan onder andere door het aanstellen van een coördinator voor de keten of door coördinerende taken te beleggen en door wederzijds overleg en direct contact tussen professionals. Het cluster rol- en taakverdeling bestaat uit acht elementen. Gemiddeld is 88% (2012: 70%) van de elementen uit dit cluster aanwezig in de ketens. Afstemming bereiken door onderling overleg tussen de verschillende professionals (van belang in fase 2) en het aanstellen van een coördinator is in 98% van de ketens aanwezig of staat gepland. Ten opzichte van 2012 zijn verschillende elementen uit dit cluster in hogere mate aanwezig binnen ketens. Bijvoorbeeld Regelmatig direct contact tussen professionals in de keten realiseren, Zorg dragen dat medewerkers in de keten zijn geïnformeerd over elkaars deskundigheid en taken zijn elementen die eveneens passen in fase 2 en aanwezig zijn bij 86% of meer van de ketens (2012: 70-80% aanwezig). Opgemerkt wordt dat het interprofessionele contact binnen elke instelling goed geborgd is, bijvoorbeeld in MDO s. De ketenbrede verbinding mag nog meer aandacht krijgen. Het element Afspraken maken over het voorstellen en deel uit laten maken van nieuwe professionals/partijen in de keten is in meer ketens aanwezig dan bij de vorige meting. In 2015 bij 61% van de ketens; in 2012 bij 42%. Van belang is om hieraan aandacht te besteden zodat er een bewustzijn ontstaat over het onderdeel uitmaken van de keten en hoe de werkwijzen en afspraken 17

18 zijn. Denk bijvoorbeeld aan gemeenten met een steeds grotere rol in de zorg thuis. Het element zou geïmplementeerd kunnen worden door ketens die zich vooral in fase 3 of 4 bevinden. 8. KETENCOMMITMENT Ketencommitment gaat over de gezamenlijke ambitie en doelen van de ketensamenwerking. Er wordt gevraagd om commitment van leidinggevenden met de ambitie en helder gestelde doelen. Er is een bewustzijn dat men in een keten werkt, welke afhankelijkheden er zijn en welke domeinen. Het cluster ketencommitment bestaat uit 12 elementen. Veel van de elementen van cluster 8 passen in fase 1 en een aantal in fase 4. Gemiddeld is ruim 70% (2012: krap 60%) van de elementen uit dit cluster aanwezig in de ketens. Er is sprake van grote variatie tussen de elementen. De elementen Het vastleggen van de ambitie en doelen van de ketensamenwerking (wat willen samenwerkingspartners met elkaar bereiken), De samenwerkingsafspraken tussen alle betrokken ketenpartners vastleggen en Zorgdragen voor commitment van de leidinggevenden van de deelnemende organisaties zijn al in fase 1, de Initiatief- en ontwerpfase, van belang. Deze elementen zijn, net als in 2012, in 90% of meer van de ketens ontwikkeld of staan op de planning. Het element Benoemen welke ketenpartners van elkaar afhankelijk zijn en op welk vlak is ook van belang in fase 1, maar is slechts in 66% (2012: 48%) van de ketens ontwikkeld. Met afhankelijkheden benoemen gaat het om het expliciet uitspreken waarin ketenpartners van elkaar afhankelijk zijn met betrekking tot bijvoorbeeld doorverwijzingen. Vervolginstellingen kunnen een afhankelijke positie hebben ten opzichte van de ziekenhuizen, wanneer deze voorkeuren hebben voor bepaalde verpleeghuizen of professionals om mee samen te werken. Gemeenten zijn partij in aanbesteding, maar ook ketenpartner etc. Daarnaast is in dit element van belang om te bespreken waar er sprake is van afhankelijkheid van elkaars kennis (inzet) of gebruik van faciliteiten. Het element Omschrijven welke taken en bevoegdheden leiding, coördinator, bestuur en adviesraden in de keten hebben is in 75% van de ketens dit element ontwikkeld. In 2012 was dit in slechts 43% van de ketens het geval. Mogelijk is bewustzijn over het belang ervan gegroeid naar aanleiding van de vorige Zelfevaluatie en hebben de ketencoördinatoren dit opgepakt. Regulier bestuurlijk overleg houden met externe partijen (gemeente, inspectie, zorgverzekeraar) is een element dat slechts bij 29% (2012: 17%) CVA-ketens aanwezig is en bij 48% (2012: 19%) van de ketens gepland staat. Dit betekent dat de ontwikkeling van dit element weliswaar een positieve ontwikkeling heeft doorgemaakt, maar nog altijd een punt van aandacht zou kunnen zijn voor veel van de ketens. Dit is voor de borging van belang. Gemeenten zullen steeds meer een partij zijn. Verzekeraars wisselen in hun beleid, maar sommige stellen zich steeds meer als partner op. Verschillende ketens benoemen dat overleggen met externe partijen worden gevoerd door koepelorganisaties van de keten, bijvoorbeeld door een regionaal (transmuraal) netwerk. Ook het element Overeenstemming bereiken tussen ketenpartners over het loslaten van domeinen is van belang in de Verduurzamings- en transformatiefase, fase 4. 53% (2012: 22%) van de ketens heeft dit element ontwikkeld. Het gezamenlijk benoemen en vastleggen van afspraken kan het ketencommitment bevorderen en daarmee de ontwikkeling van de keten bevorderen. 18

19 9. TRANSPARANT ONDERNEMERSCHAP Transparant ondernemerschap concentreert zich op het afspreken van een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het eindresultaat. Voor transparant ondernemerschap gelden voorwaarden zoals ruimte voor innovatie en experimenten, leiders betrokken bij verbeteringen, een gezamenlijke budgetafspraak en het hanteren van een gemeenschappelijke taal. Het cluster transparant ondernemerschap bestaat uit zeven elementen. Gemiddeld is 63% (2012: 50%) van dit cluster aanwezig in de ketens. Elementen uit dit cluster spelen al een rol in fase 1, zoals bijvoorbeeld Een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het eindresultaat afspreken. Dit element wordt door iedereen relevant gevonden, maar is pas in 61% van de ketens aanwezig (2012: 50%). Daarnaast staat het bij 27% van de ketens gepland. Ketens die zich willen ontwikkelen zouden in elk geval aandacht moeten besteden aan dit element. Het element budgetafspraken maken over de organisatie van de ketenzorg is bij 46% van de ketens (2012: 64%) afwezig of niet bekend. Door verschillende ketens worden opmerkingen geplaatst over onzekerheid van de financiële toekomst van de keten. Het element het gezamenlijk aanbieden van een ketencontract aan de financiers is bij een viertal ketens ontwikkeld. Deze elementen zijn vooral van belang in fase 4 en moeten wellicht om die reden in de meeste ketens nog worden ontwikkeld. Financiering vindt waarschijnlijk nog veelal in schotten plaats en ketens initiëren niet een gezamenlijk contract, geen gezamenlijk/populatie budget of keten budget. 19

20 HOOFDSTUK 5 IMPLEMENTATIE VAN DE RESULTATEN Het invullen van de Zelfevaluatie is natuurlijk geen doel op zich. De resultaten brengen de situatie van een keten in kaart en kunnen een uitgangspunt zijn voor het (verder) ontwikkelen van de keten. Het instrument biedt veel handvatten voor ontwikkeling van de keten, mits de betrokkenen de tijd nemen om de analyse te bestuderen, te bespreken binnen de keten en te vertalen naar een concreet plan van aanpak. Het vraagt focus, tijd en overzicht van de ketencoördinator en draagvlak in de achterban. Meerwaarde valt te behalen door de resultaten niet alleen intern, maar bijvoorbeeld ook met collega-ketens in de regio te bespreken. Kennisnetwerk CVA Nederland speelt een rol in het leggen van contacten tussen ketens, het stimuleren van ketens om aan de slag te gaan met de resultaten en de uitkomsten op te nemen in bijvoorbeeld het jaarplan van de keten. Ketens die zich nog in een prille fase van ontwikkeling bevinden, kunnen leren van de good practices binnen de veilige leeromgeving van het Kennisnetwerk. Om de CVA zorgketens hierbij op weg te helpen, wordt aan elke deelnemende keten een bijlage aangeboden bij voorliggende Rapportage van de Zelfevaluatie Hierin staan de resultaten van betreffende keten en adviezen voor implementatie. Voor alle details en verdieping is het mogelijk de tool opnieuw te openen en te kiezen voor de optie Analyse van de resultaten. Toekomst: visitatie van de CVA zorgketen Het Kennisnetwerk CVA Nederland (KNCN) heeft zich ten doel gesteld de aangesloten CVA zorgketens visitaties aan te bieden (planning: per 2016). Een visitatie is bedoeld om de ontwikkeling van de CVA zorgketen vast te stellen aan de hand van vooraf vastgestelde transparante kaders: de normen waaraan een CVA zorgketen volgens het KNCN zou moeten voldoen. Uitvoering van de visitatie zal plaatsvinden door visiteurs die speciaal voor deze taak zullen worden opgeleid. Het voor dit doel ontwikkelde visitatie instrument heeft nadrukkelijk niet de status van keurmerk, maar houdt de zorgketen een spiegel voor. Visiteurs brengen aan de hand van hun bevindingen adviezen uit met handreikingen voor verbetering. De inhoud van de visitatie relateert aan het Ontwikkelingsmodel voor Ketenzorg, de zorgstandaard CVA/TIA en de CVA Benchmark. Op deze wijze krijgen de resultaten uit de Zelfevaluatie een nog grotere waarde bij het gezamenlijk verbeteren van de zorg voor mensen met een CVA. 20

Ketenzorg zelfevaluatie. Philip de Roos

Ketenzorg zelfevaluatie. Philip de Roos Ketenzorg zelfevaluatie Interim management & advies Philip de Roos KPN General Electric Data Sciences IBM Vicorp Madge web 12 jaar zelfstandig, adviseur zorg Vb: Zorggroep SEZ, Zorggroep Katwijk STERK

Nadere informatie

Wat is het OntwikkelingsModel voor Ketenzorg?

Wat is het OntwikkelingsModel voor Ketenzorg? Voorwoord De samenleving gaat er anders uitzien, de zorg gaat er anders uitzien. Mensen met complexe zorg- en ondersteuningsvragen helpen we niet meer vanuit één professionele zorgorganisatie. We zouden

Nadere informatie

Samenwerken en verder. Ontwikkelingsmodel voor Ketenzorg (OMK) Monique Spierenburg Vilans 15 januari Regionale netwerkbijeenkomst LND

Samenwerken en verder. Ontwikkelingsmodel voor Ketenzorg (OMK) Monique Spierenburg Vilans 15 januari Regionale netwerkbijeenkomst LND Samenwerken en verder Ontwikkelingsmodel voor Ketenzorg (OMK) Monique Spierenburg Vilans 15 januari Regionale netwerkbijeenkomst LND 1. Werkt u in de palliatieve zorg of in de dementiezorg of beiden? 2.

Nadere informatie

Zelfevaluatie spiegel

Zelfevaluatie spiegel Zelfevaluatie spiegel Ontwikkelingsmodel voor Ketenzorg (OMK) ketencoördinatie Jeugd gemeente Oosterhout Ketencoördinatie jeugd gemeente Oosterhout Zelfevaluatie Joyce de Goede. Tranzo En Lidewij Vat en

Nadere informatie

Groeiende samenwerking in de CVA-zorgketen

Groeiende samenwerking in de CVA-zorgketen Groeiende samenwerking in de CVA-zorgketen Zelfevaluatie stimuleert de doorontwikkeling Jaarlijks krijgen zo n 46.000 mensen een beroerte, ook wel aangeduid met cerebrovasculair accident (CVA) (Vaartjes,

Nadere informatie

Samenhangende zorg voor mensen met dementie

Samenhangende zorg voor mensen met dementie Samenhangende zorg voor mensen met dementie Even voorstellen Wie ben ik? Wie bent u? Casemanagement Ketenvorming Waar staat u? Waar wilt u naar toe? 15-6-2011 Margje Mahler Casemanagement Veel ketens starten

Nadere informatie

Zicht op CVA-zorgketens met zelfevaluatie

Zicht op CVA-zorgketens met zelfevaluatie Zicht op CVA-zorgketens met zelfevaluatie Op welke manier zouden we de langdurige zorg moeten organiseren zodat deze leidt tot de best mogelijke uitkomsten voor de patiënt? Ketenzorg lijkt een antwoord.

Nadere informatie

EXPERIMENT UITVOERING UITBOUW/ MONITORING

EXPERIMENT UITVOERING UITBOUW/ MONITORING KWALITEIT VAN ZORG ORGANISATIE PATIENT- EN WERKPROCES BESTUURLIJKE BORGING STUREN OP RESULTATEN KWALITEIT VAN ZORG Zorgstandaarden en protocollen algemeen beeld van verbeter- potentieel opgesteld tbv.

Nadere informatie

Ketenaanpak natuurlijk! Maar hoe dan? Een Ontwikkelingsmodel voor Ketenzorg. 29 mei 2012 Austismenetwerk Friesland

Ketenaanpak natuurlijk! Maar hoe dan? Een Ontwikkelingsmodel voor Ketenzorg. 29 mei 2012 Austismenetwerk Friesland Ketenaanpak natuurlijk! Maar hoe dan? Een Ontwikkelingsmodel voor Ketenzorg 29 mei 2012 Austismenetwerk Friesland Msc. Lidewij Vat Vilans Programmamedewerker Ouderenzorg & Chronisch Zieken Bart (16) wil

Nadere informatie

Nieuwe ontwikkelingen

Nieuwe ontwikkelingen Jaarplan 2017 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Nieuwe ontwikkelingen... 4 Samenwerking met patiëntenvereniging Hersenletsel.nl... 4 Samenwerking met Hersenletselnet Overijssel.... 4 Werkconferentie 2017...

Nadere informatie

Ketencoördinatorendag

Ketencoördinatorendag Ketencoördinatorendag 11 oktober 2017 #kcdag17 Verbeteren van de multidisciplinaire transmurale CVA zorg in de regionale netwerken d.m.v. aangesloten CVA zorgketens Welkom 10.00 Nieuws 10:30 Competenties

Nadere informatie

Factsheet. Samenwerking bij de inkoop in het Sociaal Domein. maart 2016

Factsheet. Samenwerking bij de inkoop in het Sociaal Domein. maart 2016 Factsheet Samenwerking bij de inkoop in het Sociaal Domein maart 2016 Deze factsheet biedt een korte blik op de samenwerkingen die Nederlandse gemeenten aangaan bij de inkoop van zorg en ondersteuning,

Nadere informatie

Gericht verbeteren met het Ontwikkelingsmodel voor Ketenzorg

Gericht verbeteren met het Ontwikkelingsmodel voor Ketenzorg THEMA GEÏNTEGREERDE ZORG Gericht verbeteren met het Ontwikkelingsmodel voor Ketenzorg Met het grote aantal ouderen en mensen met meer dan één (chronische) ziekte tegelijkertijd in Nederland is de behoefte

Nadere informatie

Kennisnetwerk CVA Nederland. Voor en door CVA zorgketens

Kennisnetwerk CVA Nederland. Voor en door CVA zorgketens Kennisnetwerk CVA Nederland Voor en door CVA zorgketens Inhoudsopgave Inleiding p. 2 1. Hoe werkt het Kennisnetwerk CVA Nederland? p. 4 2. Wat biedt het Kennisnetwerk aan? En wat is de bijdrage van de

Nadere informatie

Kennisnetwerk CVA Nederland. Voor en door CVA zorgketens

Kennisnetwerk CVA Nederland. Voor en door CVA zorgketens Kennisnetwerk CVA Nederland Voor en door CVA zorgketens Inhoudsopgave Inleiding p. 2 1. Hoe werkt het Kennisnetwerk CVA Nederland? p. 4 Kennisnetwerk CVA Nederland 2. Wat biedt het Kennisnetwerk aan? En

Nadere informatie

Samen werken in ketens en netwerken

Samen werken in ketens en netwerken Samen werken in ketens en netwerken Hersenstichting, implementatie ZTH, 5 februari 2015 Dr. Mirella Minkman Programmaleider Innovatie & Onderzoek Vilans Inhoud presentatie Op naar de implementatie van

Nadere informatie

Brief van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Brief van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 29689 Herziening Zorgstelsel 25424 Geestelijke gezondheidszorg Nr. 599 Brief van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

Hoe implementeer je de Zorgstandaard Traumatisch Hersenletsel?

Hoe implementeer je de Zorgstandaard Traumatisch Hersenletsel? Hoe implementeer je de Zorgstandaard Traumatisch Hersenletsel? 9 adviezen uit de praktijk om aan de slag te gaan met de Zorgstandaard in jouw regio! De Zorgstandaard Traumatisch Hersenletsel beschrijft

Nadere informatie

Nieuwe ontwikkelingen

Nieuwe ontwikkelingen Jaarplan 2018 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Nieuwe ontwikkelingen... 4 Samenwerking met HersenletselNet Overijssel.... 4 Periode scholing ten behoeve van de generalisten... 4 Overdracht in de keten... 4

Nadere informatie

Vernieuwingen belangrijk voor SSB vanaf 2013

Vernieuwingen belangrijk voor SSB vanaf 2013 Vernieuwingen belangrijk voor SSB vanaf 2013 De veranderde financieringstroom voor de verpleeghuizen De Aanspreekbare functionarissen zullen hier regelmatig over afstemmen binnen hun overlegvorm Zelfevaluatie

Nadere informatie

Stuurgroep stakeholders regio Haaglanden en zorgkantoor en vanaf 2016 met de grotere verzekeraars

Stuurgroep stakeholders regio Haaglanden en zorgkantoor en vanaf 2016 met de grotere verzekeraars 1 Jaarplan netwerk Haaglanden 2016 Inleiding en achtergrond Vanaf 2005 is door de regio ingezet op verbetering van de zorg aan cliënten met en hun naasten. In de jaren daarna heeft de wijze van samenwerking

Nadere informatie

Kennisnetwerk CVA Nederland, gebaseerd op het Ontwikkelingsmodel voor Ketenzorg van Vilans. Pagina 3 van 8

Kennisnetwerk CVA Nederland, gebaseerd op het Ontwikkelingsmodel voor Ketenzorg van Vilans. Pagina 3 van 8 Evaluatie 2014-2015 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Evaluatie Jaarplan 2015 CVA-keten Twente... 4 Verbeteren Keteninformatiesysteem... 4 Benchmark... 4 e-overdracht / IZIT... 4 Geketend... 5 KPI s... 5 Organogram

Nadere informatie

Zelfevaluatie spiegel. Ontwikkelingsmodel voor Ketenzorg (OMK) Netwerk Palliatieve Zorg Arnhem

Zelfevaluatie spiegel. Ontwikkelingsmodel voor Ketenzorg (OMK) Netwerk Palliatieve Zorg Arnhem Zelfevaluatie spiegel Ontwikkelingsmodel voor Ketenzorg (OMK) Netwerk Palliatieve Zorg Arnhem Netwerk Palliatieve Zorg Arnhem Vilans, Kenniscentrum voor de langdurende zorg Lidewij Vat en Monique Spierenburg

Nadere informatie

Implementeren en borgen van ketensamenwerking

Implementeren en borgen van ketensamenwerking Workshop 1 Symposium Twentse aanpak EG: Implementeren en borgen van ketensamenwerking Het kennen van de eigen kracht voor positionering binnen ketensamenwerking Marcia Albrecht & Sander de Beer Datum:

Nadere informatie

Organisatiescan persoonsgerichte zorg

Organisatiescan persoonsgerichte zorg Organisatiescan persoonsgerichte zorg Doel organisatiescan: bijdragen aan implementatie (-bereidheid) van persoonsgerichte zorg en gezamenlijke besluitvorming in de organisatie. Insteek is op organisatieniveau.

Nadere informatie

Aanpak: Er op af aanpak vanuit zorgnetwerken. Beschrijving

Aanpak: Er op af aanpak vanuit zorgnetwerken. Beschrijving Aanpak: Er op af aanpak vanuit zorgnetwerken De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld

Nadere informatie

HKZ-norm voor ketens en netwerken in de zorg en het sociale domein versie 2015

HKZ-norm voor ketens en netwerken in de zorg en het sociale domein versie 2015 HKZ-norm voor ketens en netwerken in de zorg en het sociale domein versie 2015 Versiebeheer Datum Activiteit Versie 27 februari Niveau 2 losgekoppeld van overige niveaus 0.1 5 maart 2015 Input projectoverleg

Nadere informatie

Netwerkindicatoren Dementie 2016

Netwerkindicatoren Dementie 2016 Netwerkindicatoren Dementie 2016 Individuele rapportage: Netwerk Dementie regio Haaglanden versie 2, februari 2017 Samen sterk: Goed voorbeeld doet goed volgen! 1 Netwerkindicatoren Dementie 2016 Vilans

Nadere informatie

Samenwerkingsversterker. Aandacht voor focus en beleving in ketens en samenwerkingsverbanden

Samenwerkingsversterker. Aandacht voor focus en beleving in ketens en samenwerkingsverbanden Samenwerkingsversterker Aandacht voor focus en beleving in ketens en samenwerkingsverbanden Wat levert het op? Als organisatie: - Betere resultaten door effectief samenwerken en een gezamenlijke focus

Nadere informatie

Van wens naar werkelijkheid

Van wens naar werkelijkheid Van wens naar werkelijkheid Inventarisatie lopende (zorgpad) projecten in Nederland Bart Noort Promovendus Rijksuniversiteit Groningen Faculteit Economie en Bedrijfskunde Een inventarisatie: Wat gebeurt

Nadere informatie

Zorgpad 1.0. Zorgcoördinator + week 1 (Thuisbezoek) Regio Zaanstreek- Waterland Casemanager COPD

Zorgpad 1.0. Zorgcoördinator + week 1 (Thuisbezoek) Regio Zaanstreek- Waterland Casemanager COPD Zorgpad 1.0 Zorgcoördinator + week 1 (Thuisbezoek) Regio Zaanstreek- Waterland Casemanager COPD Persoonlijke Motivatie Longarts Mensen met COPD hebben een hoge zorgconsumptie met frequente heropnames.

Nadere informatie

Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem

Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem Eind juli is de eerste ronde afgerond voor de besteding van het regionale Innovatiebudget Sociaal Domein. In deze ronde is niet het volledige beschikbare

Nadere informatie

Triage, overdracht en ketenzorg

Triage, overdracht en ketenzorg Triage, overdracht en ketenzorg 14-10-2016 Triage in de CVA zorg Dynamisch beslisproces voor de juiste zorg, op het juiste moment, op de juiste plaats. Triage vindt plaats vanaf moment van beoordelen diagnose

Nadere informatie

Tumorspecifieke visitatie longcarcinoom. Dhr. R.J.G. Limbeek, adviseur IKNL, Nijmegen Mevr. J.P. Salomé, VS oncologie, SFG, Rotterdam

Tumorspecifieke visitatie longcarcinoom. Dhr. R.J.G. Limbeek, adviseur IKNL, Nijmegen Mevr. J.P. Salomé, VS oncologie, SFG, Rotterdam Tumorspecifieke visitatie longcarcinoom Dhr. R.J.G. Limbeek, adviseur IKNL, Nijmegen Mevr. J.P. Salomé, VS oncologie, SFG, Rotterdam Inhoud presentatie Wat is visitatie? Waarom tumorspecifieke visitatie?

Nadere informatie

Implementatieplan Indicatoren ambulancezorg

Implementatieplan Indicatoren ambulancezorg Implementatieplan Indicatoren ambulancezorg definitieve versie maart 2015 1 1. Inleiding In oktober 2014 heeft het bestuur van Ambulancezorg Nederland de indicatorenset ambulancezorg vastgesteld. Hiermee

Nadere informatie

Samen werken aan betere zorg. Handreiking voor begeleiding van cliëntenraden betrokken bij verbetertrajecten

Samen werken aan betere zorg. Handreiking voor begeleiding van cliëntenraden betrokken bij verbetertrajecten Samen werken aan betere zorg van cliëntenraden betrokken bij verbetertrajecten INHOUDSOPGAVE Inleiding... 3 Participatie van cliënten... 4 De rol van de cliëntenraad in verbetertrajecten... 6 Het stappenplan:

Nadere informatie

Bepaal je koers met het Zelfmanagementkompas. zelf. management

Bepaal je koers met het Zelfmanagementkompas. zelf. management Bepaal je koers met het Zelfmanagementkompas zelf management Bepaal je koers met het Zelfmanagementkompas Patiënten helpen zelf regie te voeren over hun gezondheid. Dat is waar zelfmanagementondersteuning

Nadere informatie

Afspraken zorgverzekeraars Casemanagement en Ketenzorg Dementie 2020

Afspraken zorgverzekeraars Casemanagement en Ketenzorg Dementie 2020 Casemanagement en Ketenzorg Dementie 2020 Casemanagement en Ketenzorg Dementie 2020 Disclaimer De afspraken zoals in deze publieksversie staan opgenomen zijn van toepassing op de inkoopvoorwaarden Wijkverpleging

Nadere informatie

Netwerk Palliatieve Zorg in beeld door gebruik van het Ontwikkelingsmodel voor Ketenzorg

Netwerk Palliatieve Zorg in beeld door gebruik van het Ontwikkelingsmodel voor Ketenzorg Netwerk Palliatieve Zorg in beeld door gebruik van het Ontwikkelingsmodel voor Ketenzorg Ans Blom, Monique Spierenburg & Mirella Minkman * Samenvatting In het Netwerk Palliatieve Zorg regio Arnhem is met

Nadere informatie

Implementatie van de Landelijke Zorgstandaard Traumatisch Hersenletsel Hoe pak ik dat aan?

Implementatie van de Landelijke Zorgstandaard Traumatisch Hersenletsel Hoe pak ik dat aan? Implementatie van de Landelijke Zorgstandaard Traumatisch Hersenletsel Hoe pak ik dat aan? Heleen van Milligen Projectleider Stichting Transmurale Zorg Den Haag e.o. Programma Doel van de workshop Informatie

Nadere informatie

Innovatiebudget Sociaal Domein regio Arnhem

Innovatiebudget Sociaal Domein regio Arnhem Innovatiebudget Sociaal Domein regio Arnhem Eind juli is de eerste ronde afgerond voor de besteding van het regionale Innovatiebudget Sociaal Domein. In deze ronde is niet het volledige beschikbare budget

Nadere informatie

Laagdrempelige toegang voor mensen met een beperking

Laagdrempelige toegang voor mensen met een beperking Laagdrempelige toegang voor mensen met een beperking Evaluatie Pilot clientondersteuning in de Rotterdamse Vraagwijzers MEE Rotterdam-Rijnmond Datum Januari 2017 Opdrachtgever Opdrachtnemer Status Gemeente

Nadere informatie

Beleidsplan Suïcidepreventie

Beleidsplan Suïcidepreventie Beleidsplan Suïcidepreventie 2015-2017 Auteur: R. Heukels Functie: Voorzitter beleidscommissie Suïcidepreventie Datum: 1 November 2016 GGZ Drenthe Beleid Status: Vastgesteld Vastgesteld door: Directie

Nadere informatie

Dieteren, CM, Veer, AJE de, Groot, K de. Cliëntgebonden samenwerking over de grenzen van organisaties. Tabellen. Utrecht: NIVEL, 2017.

Dieteren, CM, Veer, AJE de, Groot, K de. Cliëntgebonden samenwerking over de grenzen van organisaties. Tabellen. Utrecht: NIVEL, 2017. Dieteren, CM, Veer, AJE de, Groot, K de. Cliëntgebonden samenwerking over de grenzen van organisaties. Tabellen. Utrecht: NIVEL, 07. CONTACTADRES NIVEL Dr. Anke J.E. de Veer Postbus 568 500 BN Utrecht

Nadere informatie

Rapportage interne audit PDCA in jaarplan 2018

Rapportage interne audit PDCA in jaarplan 2018 A c Check D0 plan Algemeen Rapportage interne audit PDCA in jaarplan 2018 Hogepad Oosterheem 23-08-2018 15.30uur Doel & Werkwijze Volckaert wil graag zicht hebben in de mate waarop afdelingen aantoonbaar

Nadere informatie

Aanvraag VEZN Pro Vita

Aanvraag VEZN Pro Vita Aanvraag VEZN Pro Vita Projectinformatie en resultaten In 2013 is het Centrum voor gezondheidszorg Pro Vita opgericht. Een centrum met zorgprofessionals die (deels in samenwerking met elkaar) goede zorg

Nadere informatie

Zorgkwaliteit als uitgangspunt

Zorgkwaliteit als uitgangspunt Zorgkwaliteit als uitgangspunt Toekomstvisie ROAZ ZWN Regionale afspraken op basis van draagvlak en mogelijkheden Naar regionale excellente acute zorg Vastgesteld: september 2011 VOORWOORD Het Voorbereidingsoverleg

Nadere informatie

Resultaatsverslag. N.a.v. inspectiebezoek van Zorgcentrum Herema State in Heerenveen. op 14 februari 2017

Resultaatsverslag. N.a.v. inspectiebezoek van Zorgcentrum Herema State in Heerenveen. op 14 februari 2017 Resultaatsverslag N.a.v. inspectiebezoek van Zorgcentrum Herema State in Heerenveen op 14 februari 2017 Heerenveen, 31 juli 2017 Inleiding Op 14 februari heeft de Inspectie voor de Gezondheidszorg (hierna:

Nadere informatie

Benchmark doelmatigheid caresector

Benchmark doelmatigheid caresector Benchmark doelmatigheid caresector Politiek & wetenschap Nog te vaak ontbreekt de doelmatigheidsprikkel in de zorg Om doelmatige zorg te kunnen blijven leveren, moet er een brede maatschappelijke discussie

Nadere informatie

Betekenisvol, integraal en effectief samenwerken rond oudere inwoners

Betekenisvol, integraal en effectief samenwerken rond oudere inwoners Betekenisvol, integraal en effectief samenwerken rond oudere inwoners ROHA werkconferentie 29 november 2018 Edith de la Fuente, senior adviseur Raedelijn / projectleider ouderenzorg Hannie Olthuis, POH-ouderen/kwaliteitsmedewerker

Nadere informatie

Zorgstandaard licht traumatisch hersenletsel

Zorgstandaard licht traumatisch hersenletsel Zorgstandaard licht traumatisch hersenletsel Disclosure Disclosure belangenspreker (potentiële) Belangenverstrengeling Geen Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven1 Sponsoring of onderzoeksgeld2

Nadere informatie

Toelichting Effectenanalyse wijkverpleegkundige niettoewijsbare

Toelichting Effectenanalyse wijkverpleegkundige niettoewijsbare Toelichting Effectenanalyse wijkverpleegkundige niettoewijsbare zorg Regio Arnhem Toelichting Effectenanalyse wijkverpleegkundige niet-toewijsbare zorg Dit is een toelichting bij het instrument Effectenanalyse

Nadere informatie

Verpleegkundige teams bij ZZG zorggroep

Verpleegkundige teams bij ZZG zorggroep Verpleegkundige teams bij ZZG zorggroep Praktijk verhaal Naam presentator Marieke van Haaren gebiedsondersteuner ZZG zorggroep, gebied Wijchen, Maas en Waal Programma Wie is ZZG zorggroep? Ontwikkeling

Nadere informatie

Rapport Onderzoek Toegang Wmo 2015

Rapport Onderzoek Toegang Wmo 2015 Z Rapport Onderzoek Toegang Wmo 2015 Maart 2015 In opdracht van het Transitiebureau Wmo Team Kennisnetwerk Wmo Inhoudsopgave 1. Inleiding 2 2. Over het onderzoek 3 3. De resultaten 4 3.1 Omvang deelnemende

Nadere informatie

Proeftuinen GRZ. Antoinette Bolscher Hannie Fonk procesbegeleiders proeftuinen GRZ. 8 september 2011

Proeftuinen GRZ. Antoinette Bolscher Hannie Fonk procesbegeleiders proeftuinen GRZ. 8 september 2011 Proeftuinen GRZ Antoinette Bolscher Hannie Fonk procesbegeleiders proeftuinen GRZ 8 september 2011 Inhoud presentatie Proeftuinen GRZ Waarom PT-GRZ Doelgroepen Resultaten meten Ketenzorg, zorgpaden Fasen

Nadere informatie

Betere ondersteuning en zorg door een goed inkoopbeleid

Betere ondersteuning en zorg door een goed inkoopbeleid Barbara de Groen en Lian Stouthard, Vilans Betere ondersteuning en zorg door een goed inkoopbeleid De geleerde lessen over gemeentelijke inkoop van ondersteuning en zorg Sinds 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk

Nadere informatie

Decentralisatie begeleiding naar de Wmo

Decentralisatie begeleiding naar de Wmo Oktober 2011 Decentralisatie begeleiding naar de Wmo Plan van aanpak TransitieBureau Inhoudsopgave Aanleiding Ambitie en Visie van het TransitieBureau Werkwijze TransitieBureau Activiteiten TransitieBureau

Nadere informatie

Projectinformatie Code Z. Continuïteit van zorg bij Ongeplande opname van mensen met Dementie in het Ziekenhuis

Projectinformatie Code Z. Continuïteit van zorg bij Ongeplande opname van mensen met Dementie in het Ziekenhuis Projectinformatie Code Z Continuïteit van zorg bij Ongeplande opname van mensen met Dementie in het Ziekenhuis December 2014 Inleiding In regio Haaglanden zijn vanuit de Stichting Transmurale Zorg Den

Nadere informatie

Recept 4: Hoe meten we praktisch onze resultaten? Weten dat u met de juiste dingen bezig bent

Recept 4: Hoe meten we praktisch onze resultaten? Weten dat u met de juiste dingen bezig bent Recept 4: Hoe meten we praktisch onze resultaten? Weten dat u met de juiste dingen bezig bent Het gerecht Het resultaat: weten dat u met de juiste dingen bezig bent. Alles is op een bepaalde manier meetbaar.

Nadere informatie

ZN Doelgroepenregistratie schema en beslisboom, d.d. 01 juli 2018, versie 2.0

ZN Doelgroepenregistratie schema en beslisboom, d.d. 01 juli 2018, versie 2.0 ZN Doelgroepenregistratie schema en beslisboom, d.d. 01 juli 2018, versie 2.0 Aanvullende toelichting op de registratie van doelgroepen (code 1032 t/m/ 1037). Wijkverpleegkundigen hebben sinds 2015 een

Nadere informatie

Keurmerkrapportage. rapportage Keurmerk Basis GGZ 2016 o.b.v. de zelfevaluatie

Keurmerkrapportage. rapportage Keurmerk Basis GGZ 2016 o.b.v. de zelfevaluatie Keurmerkrapportage rapportage Keurmerk Basis GGZ 2016 o.b.v. de zelfevaluatie Praktijk Thomassen 18 januari 2016 1 Inleiding Per 1 januari 2016 is Praktijk Thomassen opnieuw geregistreerd als keurmerkdrager.

Nadere informatie

Informatiebijeenkomst Proeftuinen vernieuwing KK GZ. 15 December 2015 Domstad Utrecht

Informatiebijeenkomst Proeftuinen vernieuwing KK GZ. 15 December 2015 Domstad Utrecht Informatiebijeenkomst Proeftuinen vernieuwing KK GZ 15 December 2015 Domstad Utrecht Programma 14:00: Welkom en toelichting programma 14:15: presentatie vernieuwd KK GZ 14:45: presentatie proeftuinen 15:15:

Nadere informatie

Beleid en implementatie aanpak ouderenmishandeling.

Beleid en implementatie aanpak ouderenmishandeling. Beleid en implementatie aanpak ouderenmishandeling. 1. Sociaal beleid in breder verband Ontwikkelen beleid: een complex proces Het ontwikkelen en implementeren van beleid voor preventie en aanpak van grensoverschrijdend

Nadere informatie

Achtergrond informatie Pilot centrale zorgverlener Smallingerland

Achtergrond informatie Pilot centrale zorgverlener Smallingerland 2018 Achtergrond informatie Pilot centrale zorgverlener Smallingerland THEA SWIERSTRA EN YLSE VAN WIEREN, PROJECTLEIDERS PROEFTUIN SMALLINGERLAND VOORWOORD Gemeente Smallingerland is begin 2018 gestart

Nadere informatie

a. Hebben de professionals die rondom een cliënt samenwerken hetzelfde doel voor (eigen werkgebied overstijgend)?

a. Hebben de professionals die rondom een cliënt samenwerken hetzelfde doel voor (eigen werkgebied overstijgend)? Toetsingskader Verantwoorde zorg voor delictplegers met ernstige psychische en/of psychiatrische klachten (Cliëntniveau / Uitvoerend niveau); concept, 23 maart 2010 Aspect 1: Doelconvergentie De mate waarin

Nadere informatie

- Gezamenlijke visie - Algemeen of specifiek - Doelstelling vastgelegd - Doel SMART geformuleerd

- Gezamenlijke visie - Algemeen of specifiek - Doelstelling vastgelegd - Doel SMART geformuleerd Toetsingskader Verantwoorde zorg voor delictplegers met ernstige psychische en/of psychiatrische klachten (Netwerkniveau / Managementniveau); concept, 23 maart 2010 Aspect 1: Doelconvergentie De mate waarin

Nadere informatie

HKZ-norm voor ketens en netwerken in de zorg en het sociale domein versie 2015

HKZ-norm voor ketens en netwerken in de zorg en het sociale domein versie 2015 HKZ-norm voor ketens en netwerken in de zorg en het sociale domein versie 2015 Versiebeheer Datum Activiteit Versie 27 februari Niveau 1 losgekoppeld van overige niveaus 0.1 5 maart 2015 Input projectoverleg

Nadere informatie

Implementatie Zorgstandaard Integrale Geboortezorg

Implementatie Zorgstandaard Integrale Geboortezorg Implementatie Zorgstandaard Integrale Geboortezorg Uitwerking cruciale elementen Zorgstandaard Fase Wat Wanneer Fase 0 Face 0 Plan van aanpak 1-7-2017 HD Fase 0 Gezamenlijke besluitvorming, bejegening

Nadere informatie

Tussentijdse bevindingen van het thematoezicht naar de ketenzorg rond psychiatrische patiënten met ernstige somatische comorbiditeit

Tussentijdse bevindingen van het thematoezicht naar de ketenzorg rond psychiatrische patiënten met ernstige somatische comorbiditeit Bijlage Tussentijdse bevindingen van het thematoezicht naar de ketenzorg rond psychiatrische patiënten met ernstige somatische comorbiditeit 1 Achtergrond De casus van de heer W., beter bekend als de casus

Nadere informatie

Keurmerk Basis GGZ 2017

Keurmerk Basis GGZ 2017 30 maart 2016 Stichting Kwaliteit in Basis GGZ 1 Totstandkoming Keurmerk Basis GGZ 2017 Het Keurmerk Basis GGZ is een eenduidig kenmerk voor kwaliteit in de Basis GGZ. Zorgaanbieders laten met het keurmerk

Nadere informatie

Samenwerking en INnovatie in GEriatrische Revalidatie Ineke Zekveld LUMC

Samenwerking en INnovatie in GEriatrische Revalidatie Ineke Zekveld LUMC Resultaten monitor proeftuinen SINGER Samenwerking en INnovatie in GEriatrische Revalidatie Ineke Zekveld LUMC Inhoud presentatie Organisatie proeftuinen Vraagstelling SINGER Conclusies uit eerder onderzoek

Nadere informatie

Handreiking zelfevaluatie palliatieve zorg. September 2018

Handreiking zelfevaluatie palliatieve zorg. September 2018 Handreiking zelfevaluatie palliatieve zorg September 2018 Handreiking zelfevaluatie palliatieve zorg Auteur Mirjam Jansen-Segers, senior adviseur palliatieve zorg IKNL Marieke Giesen, adviseur palliatieve

Nadere informatie

Thema Wat is aangepast? Waar te vinden?

Thema Wat is aangepast? Waar te vinden? Overzicht van aanpassingen Zorgstandaard Integrale Geboortezorg 3 mei 206 Thema Wat is aangepast? Waar te vinden? De zwangere centraal De zorgvraag van de zwangere staat in deze zorgstandaard centraal.

Nadere informatie

Onderzoek naar de business case van ehealth

Onderzoek naar de business case van ehealth Onderzoek naar de business case van ehealth Deze vragenlijst is onderdeel van studie naar de business case van ehealth en. Op basis van een formeel model van het Nictiz worden een aantal stakeholders onderscheiden

Nadere informatie

Samengesteld op 30 maart 2016

Samengesteld op 30 maart 2016 Samengesteld op 30 maart 2016 Zorginkoopbeleid 2017 Zorginkoopbeleid Zorg en Zekerheid 2017 In dit stuk vindt u de missie en visie van Zorg en Zekerheid op de inkoop van zorg. Het inkoopbeleid voor de

Nadere informatie

Jaarrapport visitaties 2009

Jaarrapport visitaties 2009 Jaarrapport visitaties 9 Derde jaar in kader Kwaliteitsimpuls met als thema: Prestatie-indicatoren Sietske Tjepkema, Marianne van de Rozenberg, Miep Münninghoff Frank Hopstaken, Thom Maas, Bas van Oosten,

Nadere informatie

Zelfevaluatie Kwaliteitslabel Sociaal Werk

Zelfevaluatie Kwaliteitslabel Sociaal Werk Zelfevaluatie Kwaliteitslabel Sociaal Werk Kerngegevens Gegevens organisatie Gegevens zelfevaluatie Naam en adres organisatie Zelfevaluatie ingevuld op [Datum] Scope [werkzaamheden, onderdelen en locaties

Nadere informatie

Overdracht en samenwerking 1 e en 2 e lijns diëtisten bij de dieetbehandeling van ondervoede patiënten.

Overdracht en samenwerking 1 e en 2 e lijns diëtisten bij de dieetbehandeling van ondervoede patiënten. Overdracht en samenwerking 1 e en 2 e lijns diëtisten bij de dieetbehandeling van ondervoede patiënten. Inleiding Ziekte gerelateerde ondervoeding is nog steeds een groot probleem binnen de Nederlandse

Nadere informatie

Jaarplan Stichting Transmurale Zorg Den Haag e.o. 2010

Jaarplan Stichting Transmurale Zorg Den Haag e.o. 2010 Jaarplan Stichting Transmurale Zorg Den Haag e.o. 2010 Inleiding In 2009 bestaat de Stichting 10 jaar. Met het thema NETwerken is NetWERKEN is daar in een lustrumbijeenkomst aandacht aan besteed. De reactie

Nadere informatie

Visitatie: 6 indicatoren Feedbackformulier Kwaliteit praktijkvoering

Visitatie: 6 indicatoren Feedbackformulier Kwaliteit praktijkvoering Visitatie: 6 indicatoren Feedbackformulier Kwaliteit praktijkvoering Indicator 1 Criterium 1 2 3 4 Toelichting op score Kwaliteitsbeleid De praktijk voert een actief beleid, consistent met het kwaliteitsbeleid

Nadere informatie

De zelfcontrole BGT. Algemene toelichting bij de vragenlijst (v ) Versie 0.3. Datum 20 juli 2017 Status

De zelfcontrole BGT. Algemene toelichting bij de vragenlijst (v ) Versie 0.3. Datum 20 juli 2017 Status Algemene toelichting bij de vragenlijst (v0.5 20072017) Versie 0.3 Datum 20 juli 2017 Status Colofon Kerndepartement IenM Dir. Ruimtelijke Ontwikkeling Rijnstraat 8, Den Haag Contactpersoon A.A. van de

Nadere informatie

Instructie cliëntprofielen

Instructie cliëntprofielen Bijlage 4 Instructie cliëntprofielen Dit document beschrijft: 1. Inleiding cliëntprofielen 2. Proces ontwikkeling cliëntprofielen 3. Definitie cliëntprofielen 4. De cliëntprofielen op hoofdlijnen 5. De

Nadere informatie

Handreiking strategisch opleidingsplan voor ondernemingsraad

Handreiking strategisch opleidingsplan voor ondernemingsraad Handreiking strategisch opleidingsplan voor ondernemingsraad Colofon: De tekst in deze handreiking is gebaseerd op de Handreiking strategisch opleidingsplan voor ondernemingsraad van de Stichting Arbeidsmarkt

Nadere informatie

Vragenlijst Ketensamenwerking Sociaal Kwetsbaren

Vragenlijst Ketensamenwerking Sociaal Kwetsbaren Vragenlijst Ketensamenwerking Sociaal Kwetsbaren Deze vragenlijst is ontwikkeld door AnnemiekeTomassen van de GG&GD te Utrecht. Zij stelt de evaluatie aan andere veldregisseurs en geïnteresseerden ter

Nadere informatie

Kwaliteit Eenvoudig Inzichtelijk (KEI) Versterking van de zorgplan PDCA cyclus resulteert in zinvol en regelarm verantwoorden over kwaliteit

Kwaliteit Eenvoudig Inzichtelijk (KEI) Versterking van de zorgplan PDCA cyclus resulteert in zinvol en regelarm verantwoorden over kwaliteit Kwaliteit Eenvoudig Inzichtelijk (KEI) Versterking van de zorgplan PDCA cyclus resulteert in zinvol en regelarm verantwoorden over kwaliteit Kwaliteit Eenvoudig Inzichtelijk (KEI) Geen kwaliteitsdossier

Nadere informatie

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 26 juni 2017 DATUM 26 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie

Verantwoording januari 2018

Verantwoording januari 2018 Verantwoording 2017 29 januari 2018 Ambitie Ambitie is een populatiegericht programma Integrale Ondersteuning en Zorg voor Ouderen te ontwikkelen. Kern van een populatiegericht programma is om van ketenzorg

Nadere informatie

Zorgcoördinatie door de Jeugdgezondheidszorg. Paul van der Velpen Directeur GGD Hart voor Brabant

Zorgcoördinatie door de Jeugdgezondheidszorg. Paul van der Velpen Directeur GGD Hart voor Brabant Zorgcoördinatie door de Jeugdgezondheidszorg Paul van der Velpen Directeur GGD Hart voor Brabant Definitie - Taakverdeling - Opschaling - Combinatie van taken - Taken en prestaties - Randvoorwaarden Zorgcoördinatie

Nadere informatie

In onderstaande tabel zijn de totaalscores per domein aangegeven. Tabel 1: totaalscore procesanalyse en ketenoriëntatie (maximale score = 2)

In onderstaande tabel zijn de totaalscores per domein aangegeven. Tabel 1: totaalscore procesanalyse en ketenoriëntatie (maximale score = 2) PS2008WMC04 BIJLAGE5 DEELRAPPORTAGE D Procesanalyse en ketenoriëntatie Werkwijze De door zorgaanbieders en BJZ verstrekte procesbeschrijvingen zijn geanalyseerd aan de hand van het experimentele schema

Nadere informatie

Proeftuinplan: Meten is weten!

Proeftuinplan: Meten is weten! Proeftuinplan: Meten is weten! Toetsen: hoog, laag, vooraf, achteraf? Werkt het nu wel? Middels een wetenschappelijk onderzoek willen we onderzoeken wat de effecten zijn van het verhogen cq. verlagen van

Nadere informatie

Havenpolikliniek: van bedreiging naar kans. 6 december 2018 SRZ Congres

Havenpolikliniek: van bedreiging naar kans. 6 december 2018 SRZ Congres Havenpolikliniek: van bedreiging naar kans 6 december 2018 SRZ Congres Terug naar het begin: de aanleiding planvorming Oud Haven/Haven 2.0 Overdracht van zorg vanaf 1/10/17 Intrekken Wtzi per 1/1/18 Haven

Nadere informatie

Jaarplan netwerk dementie Haaglanden 2015

Jaarplan netwerk dementie Haaglanden 2015 1 Jaarplan netwerk Haaglanden Inleiding en achtergrond Vanaf 2005 is door de regio ingezet op verbetering van de zorg aan cliënten met en hun naasten. In de jaren daarna heeft de wijze van samenwerking

Nadere informatie

analyse van de opbrengsten.

analyse van de opbrengsten. analyse van de opbrengsten. Borging 6 Analyse 1 5 ACT 2 Bijstellen STUDY PLAN Doelstellingen en resultaten Monitoren 4 DO Uitproberen van de verbetertheorie Planning 3 Wie: Handeling; wanneer Plan Analyse,

Nadere informatie

Kwaliteitszorg met behulp van het INK-model.

Kwaliteitszorg met behulp van het INK-model. Kwaliteitszorg met behulp van het INK-model. 1. Wat is het INK-model? Het INK-model is afgeleid van de European Foundation for Quality Management (EFQM). Het EFQM stelt zich ten doel Europese bedrijven

Nadere informatie

Monitor HH(T) 4 e kwartaalmeting

Monitor HH(T) 4 e kwartaalmeting Monitor HH(T) 4 e kwartaalmeting Marlijn Abbink-Cornelissen Marcel Haverkamp Janneke Wilschut 5 April 2016 1 Samenvatting Samenvatting Dit is het vijfde rapport van de monitor HH(T). Deze monitor inventariseert

Nadere informatie

Ketendocument Acute Psychiatrie regio Drenthe

Ketendocument Acute Psychiatrie regio Drenthe Betreft Ketendocument Acute Psychiatrie regio Resultaten ter afsluiting van de projectfase Aan Van Werkgroep Keten Acute Psychiatrie Anna van Gemert procesbegeleider in afstemming met Cees Vermeeren, voorzitter

Nadere informatie

Beleidsdocument 2012-2016

Beleidsdocument 2012-2016 Beleidsdocument 2012-2016 uw zorg, onze zorg Inhoudsopgave 1. Voorwoord...3 2. Zorggroep de Bevelanden...4 3. Waar staat Zorggroep de Bevelanden voor (Missie, Visie en Doelstellingen)...4 4. Uitwerking:

Nadere informatie

MVI Verklaring Leverancier - Alliander

MVI Verklaring Leverancier - Alliander MVI Verklaring Leverancier - Alliander Subtitel Eventueel logo leverancier en/of ketenpartners Datum Auteurs: Doel: Duidelijke omschrijving van het doel van deze MVI Verklaring. Onderstaande tekst kan

Nadere informatie

Een aanpak om de kwaliteit van Jenaplan in de scholen met elkaar te ontwikkelen en te borgen

Een aanpak om de kwaliteit van Jenaplan in de scholen met elkaar te ontwikkelen en te borgen Kwaliteitsontwikkeling Jenaplan Een aanpak om de kwaliteit van Jenaplan in de scholen met elkaar te ontwikkelen en te borgen Doelstelling -In de school worden veranderingen en verbeteringen gezien als

Nadere informatie

Beïnvloeding Samen sta je sterker

Beïnvloeding Samen sta je sterker Beïnvloeding Samen sta je sterker Aan de slag Om uw doel te bereiken, moet u gericht aan de slag gaan. Het volgende stappenplan kan u hierbij helpen. 1. Analyseer het probleem en bepaal uw doel Als u een

Nadere informatie