Zelfevaluatie spiegel. Ontwikkelingsmodel voor Ketenzorg (OMK) Netwerk Palliatieve Zorg Arnhem
|
|
- Robert Verlinden
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Zelfevaluatie spiegel Ontwikkelingsmodel voor Ketenzorg (OMK) Netwerk Palliatieve Zorg Arnhem
2 Netwerk Palliatieve Zorg Arnhem Vilans, Kenniscentrum voor de langdurende zorg Lidewij Vat en Monique Spierenburg Postbus 8228, 3503 RE Utrecht Telefoon: (030) Website: Utrecht VILANS / VIGNETTE Palliatief Netwerk regio Arnhem 2
3 Inleiding In het Netwerk Palliatieve Zorg regio Arnhem (NPZrA)werken organisaties en instellingen samen om de palliatieve zorg zo goed mogelijk te organiseren. Met ieders eigen specifieke inbreng en ervaring wordt een passend zorgaanbod gerealiseerd dat aansluit bij ieders wensen, behoeften en ideeën. In de regio wonen ongeveer inwoners ( Het netwerk is al circa tien jaar actief en heeft diverse verbeteringen ingevoerd. Er is een inventarisatie gedaan naar belangrijke knelpunten en verbeterpunten; één daarvan bleek het verbeteren van de transmurale samenwerking. Om dit op een goede manier aan te pakken is er een behoefte aan een objectief kader waaraan het palliatieve netwerk zich kan spiegelen en dat richting geeft aan welke punten te werken om de keten verder te ontwikkelen. Het OMK is een gevalideerd model dat handvatten biedt voor het verbeteren en verder ontwikkelen van ketens en netwerken in de zorg. Het is recent ontwikkeld door M. Minkman (Vilans) en kan ingezet worden als een (zelf)evaluatietool, behulpzaam om te bepalen waar op de negen domeinen van het model de belangrijkste verbeterpunten liggen om een ontwikkelingsfase verder te komen. De tool is een instrument om het gehele netwerk in beeld te brengen op procesen organisatie niveau. De tool is gebaseerd op het Ontwikkelings Model voor Ketenzorg (OMK), dat ontwikkeld is op basis van wetenschappelijk onderzoek door Mirella Minkman van Vilans in samenwerking met de Universiteit van Rotterdam en Groningen. Het OMK gaat uit van negen clusters die van belang zijn om een goede keten te realiseren en definieert vier fasen van ontwikkeling. Vilans heeft op basis van de resultaten van de zelfevaluaties geanalyseerd welke elementen van het OMK volgens netwerkpartners aanwezig zijn in het Palliatief Netwerk Arnhem en welke elementen gepland staan voor 2011/2012. Tevens heeft Vilans gekeken in welke ontwikkelingsfase het netwerk zich op dit moment bevindt. Ook de netwerkpartners hebben hier een inschatting van gemaakt. De resultaten geven u inzicht in de huidige status van het netwerk en bieden handvatten voor verdere ontwikkeling van het netwerk in de toekomst. De voorlopige resultaten zullen met de netwerkpartners worden besproken in een workshop. De conclusies daaruit zullen worden meegenomen voor de verdere ontwikkeling van het netwerk. De netwerkcoördinator, Ans Blom, heeft daarnaast een aanvullende analyse gedaan in hoofdstuk 4 op de volgende punten: - Nadere analyse obv relevantie- en consensusscore; - Netwerken vergeleken; - Vergelijking uitvoerenden en bestuurders. Deze bevindingen komen integraal in deze rapportage aan de orde. Inhoud In hoofdstuk 1 gaan we in op de algemene kenmerken van het netwerk. In hoofdstuk 2 komen de bevindingen aan de orde op het niveau van de clusters, zowel voor het hele netwerk. We geven een overzicht op verschillen tussen bestuurder-uitvoerder en De Liemers hele netwerk (in grafische weergave). In hoofdstuk 3 beschrijven we de ontwikkelingsfase van het netwerk. In hoofdstuk 4 worden de aandachtspunten per cluster en individuele verschillen met betekenis voor het netwerk beschreven door de netwerkcoördinator. In de conclusie geven we aanbevelingen voor doorontwikkeling van het netwerk. VILANS / VIGNETTE Palliatief Netwerk regio Arnhem 3
4 1. Algemene kenmerken In het eerste deel van de ketenevaluatie is gevraagd naar een aantal algemene kenmerken van het palliatief netwerk Arnhem. Palliatief Netwerk Arnhem heeft 35 netwerkpartners (zie bijlage voor overzicht) die zich sterk maken voor de palliatieve zorg in de regio Arnhem verzocht om de zelfevaluatie tool in te vullen. In het totaal hebben 13 netwerkpartners (34%) de tool ingevuld. In onderstaande tabel 1 presententeren we een aantal bevindingen. De tweede kolom geeft informatie over in hoeverre de antwoorden tussen de verschillende netwerkpartners overeen kwamen, of niet. Gegevens Gemiddelde (n=13) Verschillen in antwoorden tussen netwerkpartners Startjaar Aantal netwerkpartners 14 Zie opvallende zaken Werkgroepen Ja (85%) Nee (15%) Netwerkcoördinator Ja (85%) Nee (15%) Samenwerkingsovereenkomst Ja (85%) Nee (15%) Regulier bestuurlijk overleg Ja (77%) Nee (23%) Regulier overleg met Ja (46%) Nee (54%) zorgverzekeraars Regulier overleg met andere Zie opvallende zaken Zie opvallende zaken partners 1 Tabel 1: Kenmerken Een verklaring voor de grote spreiding in het startjaar van het Netwerk is dat netwerkpartners op verschillende data lid zijn geworden van het Palliatief Netwerk regio Arnhem. In 1998 zijn 4 partijen gestart als project in het netwerk. In de tussen tijd van 1998 en 2009 zijn er veel wisselingen geweest dat uiteindelijk geleid heeft tot het huidige netwerk van 35 netwerkpartners. Opvallende zaken - We zien een groot verschil in het startjaar van de keten. Het startjaar van de Liemers (sub netwerk) is anders dan van Arnhem (2005). Een andere verklaring kan zijn dat het jaar van toetreden van diverse netwerkpartners gezien wordt als de start van het netwerk. Verder heeft het zorgkantoor in 2008 partijen opgeroepen om een keten te vormen ook dat zou als startdatum geïnterpreteerd kunnen worden. Het kan interessant zijn om na te gaan waarop netwerkpartners het startjaar baseren (ondertekening van het contract of het convenant, eerste officiële startbijeenkomst). - Netwerkpartners hebben verschillende ideeën over welke partners betrokken zijn bij het netwerk. Het aantal netwerkpartners varieert van 2-25 partners. De meeste respondenten geven aan dat ziekenhuizen, thuiszorgaanbieders, verpleeghuizen en vrijwilligers palliatieve zorg betrokken zijn. Enkele respondenten geven aan dat ook revalidatiecentra, GGZ, VGZ en gemeenten betrokken zijn. 1 Bijvoorbeeld gemeenten, cliëntenorganisaties, zorgkantoren, indicatieorgaan VILANS / VIGNETTE Palliatief Netwerk regio Arnhem 4
5 - Een enkeling is niet op de hoogte van de netwerkcoördinator, werkgroepen, reguliere overleggen en samenwerkingsovereenkomst. - Het aantal uren per week voor de netwerkcoördinator lijkt voor veel netwerkpartners onduidelijk te zijn, varieert van 4-99 uur per week. Waarschijnlijk hebben enkele respondenten het aantal uren per jaar genoemd. - Slechts enkele netwerkpartners geven aan dat er naast het regulier overleg met de zorgkantoren ook regulier overleg is met andere partners, zoals zorgverzekeraars, cliëntenorganisaties, indicatieorgaan en zorgkantoren. - Er is geen eenduidigheid over ketenafspraken met huisartsen, ongeveer de helft van de respondenten geeft aan dat er afspraken zijn, de andere helft geeft aan dat deze niet gemaakt zijn. - Over het aantal mensen dat (naar schatting) behoefte heeft aan palliatieve zorg bestaat onduidelijkheid, dit varieert van 99 tot De variatie is groot omdat alle chronische zorg er onder valt en niet alleen terminale/palliatieve zorg. Conclusies Een groot aantal van de netwerkpartner geven aan dat er een samenwerkingsovereenkomst aanwezig is welke eveneens bestuurlijk ondertekend is. Ook is een groot deel de respondenten het er over eens dat er regulier bestuurlijk overleg plaatsvindt en dat er een netwerkcoördinator aanwezig is. Over de startdatum van de netwerksamenwerking is geen overeenstemming. Het kan interessant zijn om na te gaan waarop netwerkpartners het startjaar baseren (ondertekening van het contract of het convenant, eerste officiële startbijeenkomst). Ook over het aantal uur dat beschikbaar is voor de netwerkcoördinator is men minder eenduidig, wellicht is dit niet bij iedereen bekend. Aandachtspunten zouden kunnen zijn het specificeren voor welke doelgroep netwerkpartners zorg leveren. Het kan interessant zijn om na te gaan hoe groot deze doelgroep is. Het lijkt erop dat netwerkpartners verschillende ideeën hebben over het aantal mensen dat behoefte heeft aan palliatieve zorg. Wellicht dat de doelgroep afbakening niet voldoende duidelijk is. Vervolgens lijkt het zinvol om na te gaan welke netwerkpartners noodzakelijk zijn voor het leveren van zorg voor deze doelgroep en na te gaan of deze netwerkpartners voldoende betrokken zijn bij het netwerk. VILANS / VIGNETTE Palliatief Netwerk regio Arnhem 5
6 2. Scores op negen clusters voor ketenzorg Het Ontwikkelings Model voor Ketenzorg benoemt negen clusters. De negen clusters zijn: 1. Cliëntgerichtheid 2. Ketenregie en logistiek 3. Resultaatmanagement 4. Optimale zorg 5. Resultaatgericht leren 6. Interprofessionele samenwerking 7. Rol en taakverdeling 8. Ketencommitment 9. Transparant ondernemerschap Een beschrijving van de clusters in opgenomen in bijlage 1. Werken aan al deze negen clusters is van belang om een goede keten te ontwikkelen en te behouden. Iedere cluster bestaat uit een wisselend aantal elementen (variërend van drie tot 18 elementen). De elementen zijn beschreven als activiteiten die je kan ondernemen. De evaluaties van de diverse ketenpartners presenteren wij hieronder. Tevens geven we aan waar consensus lijkt te zijn, en waar minder. 2.1 Relevantie per cluster Aan de ketenpartners is allereerst gevraagd of men de OMK-elementen wel relevant vond voor de diabetesketen van Synchroon. Alle clusters worden door de respondenten > 93% relevant bevonden voor het palliatieve netwerk. Hieruit concluderen we dat de elementen van het Ontwikkelingsmodel voor Ketenzorg van toepassing lijkt te zijn voor het netwerk. In figuur 1 leest u de relevantiescores per cluster. Dit zijn hoge scores. Een score 100% wil zeggen dat alle ketenpartners alle elementen van het cluster relevant vonden. Slechts enkele elementen worden door enkele respondenten minder relevant bevonden, dit zijn: - Gebruik maken van uniforme persoons /identificatienummers van cliënten door het hele netwerk heen (30% acht dit niet relevant, 4 VILANS / VIGNETTE Palliatief Netwerk regio Arnhem 6
7 respondenten geven aan dat dit niet aanwezig is, 3 aanwezig en overige 6 hebben aangeven dit element niet te kunnen beoordelen) - Een cliëntvolgend dossier gebruiken dat toegankelijk en bruikbaar is voor alle netwerkpartners (23% acht dit niet relevant) - Afspraken maken over verwijzing van cliënten naar partners buiten het netwerk (23% acht dit niet relevant, terwijl vier respondenten aangeven dat dit element aanwezig is) 2.2 Scores op negen clusters (n=13) Respondenten hebben per cluster aangegeven of de elementen wel/niet aanwezig zijn en of de elementen die niet aanwezig zijn gepland staan voor dit vof volgend jaar. Indien 70% (afgerond op n=9) van de respondenten heeft aangegeven dat een element aanwezig is het element in onze analyses als aanwezig beschouwd. Wanneer we naar alle clusters tegelijk kijken, kunnen we een radardiagram maken. Het radardiagram laat het percentage elementen zien dat volgens ketenpartners aanwezig is binnen ieder cluster. Hoe verder de lijnen naar de buitenkant van het spinnenweb, hoe meer aspecten van goede ketenzorg aanwezig zijn. Bij ieder cluster is de maximale score 100%. Onderstaand het radardiagram waarbij een grenswaarde van >=70% (n=9) is gehanteerd. Het radardiagram laat zien dat palliatief netwerk Arnhem enkele elementen van ketenzorg geïmplementeerd heeft. Met name het cluster rol en taakverdeling scoort hoog in vergelijking tot de andere clusters, dit cluster bestaat uit 8 elementen waarvan 4 (50%) geïmplementeerd is volgens respondenten. Netwerkcommitment scoort ook hoog in vergelijking tot de andere clusters, 4 van 12 elementen zijn geïmplementeerd. Het cluster interprofessionele samenwerking lijkt ook hoger te scoren dan andere clusters, echter dit cluster bestaat maar uit 3 elementen waarvan 1 geïmplementeerd is volgens respondenten. VILANS / VIGNETTE Palliatief Netwerk regio Arnhem 7
8 Vergelijking Netwerk Arnhem (10) en Netwerk de Liemers (5) Netwerk Arnhem Netwerk de Liemers VILANS / VIGNETTE Palliatief Netwerk regio Arnhem 8
9 Op alle clusters zou het netwerk nog kunnen ontwikkelen, in het speciaal de clusters: - Optimale zorg: in dit cluster gaat het om het ontwikkelen van een multidisciplinair zorgpad gebaseerd op behoeften van cliënten en op evidencebased richtlijnen. Opvallend is dat niet iedereen het inzichtelijk maken van behoeften van cliënten en betrekken van cliënten relevant vindt. Ook valt het op dat slechts 1 respondent aangeeft dat het ontwikkelen van een multidisciplinair zorgprotocol gepland staat. - Netwerkregie en logistiek: dit cluster gaat over het stroomlijnen van de zorg voor de gehelen keten (netwerk), bijvoorbeeld het maken van afspraken over verwijzing, overdracht, uitwisseling van gegevens etc. Niet alle respondenten vinden alle elementen in dit cluster relevant. - Resultaatgericht leren: dit cluster heeft betrekking op een leerklimaat in het netwerk dat gericht is op het voortdurend verbeteren van resultaten in het netwerk. Hierbij past het gezamenlijk in kaart brengen van doelen, knelpunten en leemten in het netwerk en het delen van kennis in een open sfeer. Opvallend is dat alle elementen van dit cluster relevant worden bevonden door de respondenten, behalve het inbouwen van incentives. Opvallend is ook dat er over een groot aantal elementen verschil in mening/ervaring lijkt te bestaat of deze elementen wel of niet aanwezig zijn. - Cliëntgerichtheid: dit cluster gaat over het ontwikkelen van zorg en informatiestromen afgestemd op de doelgroep. Opvallend is dat alle elementen uit dit cluster relevant worden bevonden. - Resultaatsmanagement: dit cluster gaat over het benoemen van prestatie-indicatoren en normen volgens resultaten in het netwerk. Veel van de elementen in dit cluster worden door de respondenten relevant bevonden. 2.3 Opvallende zaken Het valt op dat er over sommige elementen onduidelijkheid bestaat of deze elementen wel of niet aanwezig zijn. Enkele respondenten geven aan dat het element aanwezig is, terwijl ook enkelen aangeven aan dat het element niet aanwezig is of men niet kan beoordelen of het aanwezig is. Dit kan betekenen dat men onvoldoende op de hoogte is dat het element aanwezig is, of men het niet met elkaar eens is of dat men niet hetzelfde onder het element verstaat. Het kan zinvol zijn hier in de workshop aandacht aan te besteden. Dit zijn o.a.: - Cliënteninformatie over zorg van diverse netwerkpartners gezamenlijk aanbieden - Het ontwikkelen van specifieke zorgprogramma's voor subgroepen binnen het netwerk - Afspraken maken in het netwerk over geprotocolleerde follow up na het gesprek waarin aangegeven is dat mensen niet meer beter worden - Een 'front office' ontwikkelen: een centraal informatiepunt voor cliënten - Afspraken maken tussen de netwerkpartners over hoe om te gaan met preferenties van cliënten - Afspraken maken over omgaan met en uitwisselen van cliëntgegevens - Informatie over de financiële kosten en opbrengsten van het netwerk verzamelen - De opbrengsten van de netwerksamenwerking voor iedere partner transparant maken - Afspraken maken over de vereiste deskundigheidsniveaus in een hospicevoorziening - Kwaliteitsnormen afspreken voor de prestaties van het hele netwerk - Activiteiten inzetten gericht op het ontwikkelen van vertrouwen tussen netwerkpartners VILANS / VIGNETTE Palliatief Netwerk regio Arnhem 9
10 Voor een aantal elementen geldt dat het voor veel respondenten niet bekend is of het element wel of niet aanwezig is, zijn o.a.: - Methoden die zelfbeschikking bevorderen inzetten als onderdeel van netwerkzorg - Flexibiliteit in het aanpassen van het netwerkzorg voor individuele cliënten inbouwen - Afspraken maken over de ontslagplanning van cliënten - Afspraken maken over ondersteuning die gegeven wordt aan cliënten die op een wachtlijst staan - Een systematiek hanteren van periodieke toetsing en evaluatie van afspraken, aanpak en resultaten aanwezig - Een multidisciplinair zorgprotocol voor het netwerk ontwikkelen Verder valt het op dat er volgens de respondenten slechts enkele elementen die volgens de respondenten net aanwezig zijn gepland staan voor dit of volgend jaar. Dit kan betekenen dat er (nog) geen activiteiten op de planning staan voor het door ontwikkelen van het netwerk, maar kan ook betekenen dat respondenten niet voldoende op de hoogte zijn van de ambities en planning voor dit en volgend jaar. Opvallend is dat respondenten aangeven dat de ambities en doelen van netwerksamenwerking vastgelegd zijn. Het is raadzaam om concrete activiteiten te koppelen aan ambities voor dit en volgend jaar. Het valt op dat respondenten de elementen van het OMK model relevant vinden voor het palliatieve netwerk. Het kan zinvol zijn te bespreken of de vastgelegde ambities en doelen nog steeds van toepassing zijn, wat men hieronder verstaat en welke activiteiten de netwerkpartners gezamenlijk willen ondernemen om ambities te realiseren. VILANS / VIGNETTE Palliatief Netwerk regio Arnhem 10
11 3. Ontwikkelingsfasen Het Ontwikkelings Model voor Ketenzorg beschrijft vier ontwikkelingsfasen: 1. Initiatief- en ontwerpfase 2. Experiment- en uitvoeringsfase 3. Uitbouw- en monitoringsfase 4. Verduurzamings- en transformatiefase In de vragenlijst is aan alle netwerkpartners gevraagd in welke van de vier ontwikkelingsfasen van het model zij hun netwerk zouden positioneren. In bijlage 2 zijn de uitgebreide beschrijvingen van de fasen opgenomen. Onderstaand geven we u de fase inschatting door netwerkpartners en de huidige fase zoals verwacht op basis van het OMK. 3.1 Fase inschatting (n=13) Ongeveer de helft van de respondenten schat in dat het netwerk zich in de experiment- en uitvoeringsfase (fase 2) bevindt. Volgens 23% bevindt het netwerk zich in de initiatief- en ontwerpfase en volgens 23% in de uitbouw- en monitoringfase. De respondenten die aangaven dat het netwerk zich in fase 2 bevindt schatten in dat na ongeveer 20 maanden de huidige fase voltooid zal zijn. Respondenten hebben verschillende punten aangedragen die volgens hen cruciaal waren voor het bereiken van de huidige fase: - tekenen convenant - heldere doelen formuleren en duidelijk krijgen welke middelen beschikbaar waren - sturing door IKO Nijmegen - bereidwilligheid, inzet buiten eigen organisatie nodig - verzelfstandiging consultteam - mensen leren elkaar kennen, wil tot samenwerken, compassie met de cliënt en palliatieve zorg in het algemeen, veel mondelinge uitwisseling - Daadwerkelijke inbreng van de diverse disciplines om deze samen te laten smelten tot een duidelijk en voldragen stuk Het OMK gaat ervan uit dat elementen in meerdere fasen aan de orde kunnen zijn. De fasen zijn geen lineaire of afgebakende episoden in de tijd, maar geven wel aan hoe over de tijd accenten kunnen verschillen. Op basis van het OMK VILANS / VIGNETTE Palliatief Netwerk regio Arnhem 11
12 onderzoek zijn top 10 en van elementen die het meest bij een fase passen gemaakt. Indien zeven of meer (>=7) elementen uit de top 10 aanwezig zijn gaan we ervan uit dat de fase grotendeels doorlopen is en de keten zich bevindt in een volgende fase. Op basis van het aantal geïmplementeerde elementen is onze inschatting dat palliatief netwerk Arnhem zich in de initiatief- en ontwerpfase (fase 1) bevindt. VILANS / VIGNETTE Palliatief Netwerk regio Arnhem 12
13 4.Nadere analyse en vergelijkingen Ans Blom, netwerkcoördinator Palliatief Netwerk regio Arnhem 4.1 Nadere analyse obv relevantie en consensusscore Hieronder enkele bevindingen naar aanleiding van een nadere analyse van de uitkomsten. - Veel elementen worden relevant geacht. Maar een beperkt aantal is aanwezig, en slecht weinig staan in de planning. Welke elementen hebben prioriteit? Wat verwacht men dat in het Netwerk tot stand gebracht kan worden en op welke termijn. Wat vraagt dat van de deelnemers? - Verschillende subgroepen scoren verschillend. Slechts enkele hebben een overzicht over het netwerk. Vooral de kerngroep lijkt een goed overzicht te hebben. - Het netwerk lijkt versnipperd; er zijn verschillende groepen actief, die zich bezig houden met palliatieve zorg, en zich op een of andere manier verbonden voelen met het netwerk. Maar de doelgroep (palliatieve patiënten en hun naasten) lijkt niet steeds dezelfde. Wie horen en tot de doelgroep? Moet deze beperkt worden? - Volgens het model is de 1 ste ontwikkelfase niet goed doorlopen; aan enkele elementen nodig voor een goed functionerende keten/netwerk wordt niet voldaan. Dus opnieuw is aandacht nodig voor de initiatief- en ontwerpfase. Wie zijn de belangrijkste partijen; wie zijn het netwerk, en welk subgroepen moeten er onderscheiden worden. Wat betekent dat voor de structuur en functie van het netwerk? - Verschillende scores bij de groep uitvoerenden en bestuurders: hoe komt dat? Kijkt ieder vanuit het eigen perspectief naar het netwerk, of weet men van elkaar niet waar de ander mee bezig is? Of is er onvoldoende onderlinge communicatie. - Het netwerk de Liemers laat andere scores zien dan het netwerk Arnhem; het lijkt duidelijk een andere functie te hebben. Hoe verhouden zij zich tot elkaar? - Score niet bekend; gemiddeld is per vraag 4 keer niet bekend geantwoord. (385 keer niet beantwoord op 94 vragen.) Per cluster loopt het gemiddelde uiteen van 3.6 tot 6.5. Daarbij vallen die elementen op die een 100 % relevantiescore hebben, maar waarbij door meer dan 50 % van de respondenten niet bekend geantwoord is op de vraag of het element aanwezig is of niet. Dit geldt voor de volgende elementen - Methoden die zelfbeschikking bevorderen inzetten als onderdeel van netwerkzorg - Flexibiliteit in het aanpassen van het netwerkzorg voor individuele cliënten inbouwen. - Een multidisciplinair zorgprotocol voor het netwerk ontwikkelen - Kennis en informatie laten fungeren als stuurinstrument Waarom dit zo is, is niet helder: is de vraag niet duidelijk, of is bij hen het antwoord niet bekend. Een nadere analyse is gedaan in enkele groepen. Bij 2 een toelichting daarop. Een illustratie daarvan en enkele toelichtende tabellen u in de bijlagen. VILANS / VIGNETTE Palliatief Netwerk regio Arnhem 13
14 Consensusscores Arnhem allen (zonder de Liemers), de Liemers en overall. Tabel Consensus bereikt op elementen per cluster Cluster Element Arnhem de Liemers overall 1. cliëntgerichtheid 3; voorlichting en informatie verstrekken aan cliënten die begrijpelijk is en aansluit bij de levensstijl 105; Klinische/zorginhoudelijke informatie systemen inzetten die in het primaire proces in het netwerk ondersteunen 108; Aandacht voor alle domeinen van de palliatieve zorg. 110; In het netwerk aandacht voor de mantelzorg en naasten van de cliënt inbouwen 111; Cliëntenfeedback en cliëntervaringen verzamelen ter verbetering van het netwerk 2. netwerkregie en 113;Afspraken maken over verwijzing en overdracht + - logistiek van cliënten binnen het netwerk 120; Afspraken maken over het consulteren van kennis tussen netwerkpartners (bijvoorbeeld specialistische kennis in de 1e lijn inbrengen) 121; Inzetten van gespecialiseerde verpleegkundigen die netwerk breed werkzaam zijn 3. Resultaatmanagement 133; Keten brede werkgroepen inrichten gericht op verbetering van het netwerk 5. Resultaatgericht leren 65; Leren door uitwisseling en discussie tussen professionals over het zorgproces 145; Gezamenlijke kennis opdoen om innovaties in de netwerkzorg te ontwikkelen 148; Gezamenlijke scholingsprogramma s en leeromgevingen in het netwerk gebruiken 6. Interprofessionele 70; Werken in multidisciplinaire teams samenwerking voor groepen 152;Afspraken maken over bereikbaarheid en beschikbaarheid van professionals in het netwerk 7..Rol- en taakverdeling 153; Het netwerk aansturen door een beperkt aantal personen met coördinerende taken te benoemen ; Een coördinator voor het netwerk aanstellen ; Zorg dragen dat medewerkers in het netwerk zijn geïnformeerd over elkaars deskundigheid en taken 157;Afstemming in het netwerk bereiken door wederzijds overleg tussen professionals ; Regulier direct contact tussen professionals in het netwerk realiseren 8 Netwerkcommitment 160;Het vastleggen van de ambitie en doelen van de netwerksamenwerking 161;De samenwerkingsafspraken tussen alle betrokken netwerkpartners vastleggen 164;Zorg dragen voor commitment van de leidinggevenden van de deelnemende organisaties 166; Structureel overleggen door bestuurders van netwerkpartners 9 Transparant 172;Budgetafspraken maken over de organisatie van de ondernemerschap netwerkzorg overeenkomsten 5 5 consensus VILANS / VIGNETTE Palliatief Netwerk regio Arnhem 14
15 Consensusscores groep uitvoerenden, bestuurders en overall. Tabel Consensus bereikt op elementen per cluster Cluster Element Uitvoerenden Management Overall 1. cliëntgerichtheid 1; Een 'front office' ontwikkelen: een centraal informatiepunt voor cliënten 3;voorlichting en informatie verstrekken aan cliënten die begrijpelijk is en aansluit bij de levensstijl 105; Klinische/zorginhoudelijke informatie systemen inzetten die in het primaire proces in het netwerk ondersteunen 108; Aandacht voor alle domeinen van de palliatieve zorg. 110; In het netwerk aandacht voor de mantelzorg en naasten van de cliënt inbouwen 111; Cliëntenfeedback en cliëntervaringen verzamelen ter verbetering van het netwerk 2. netwerkregie en 113; Afspraken maken over verwijzing en logistiek overdracht van cliënten binnen het netwerk 115; Afspraken maken over de verdere begeleiding en mogelijkheden van zorg, als de slechte prognose bekend is 120; Afspraken maken over het consulteren van kennis tussen netwerkpartners (bijvoorbeeld specialistische kennis in de 1e lijn inbrengen) 121; Inzetten van gespecialiseerde verpleegkundigen die netwerk breed werkzaam zijn 3. resultaatmanagement 128; Informatie over de financiële kosten en opbrengsten van het netwerk verzamelen 133; Keten brede werkgroepen inrichten gericht op verbetering van het netwerk 4. Optimale zorg 139; Nabestaanden een nazorgproject aanbieden (na (relevantie van slechts 75 %) het overlijden) Opm. 5. Resultaatgericht leren 65; Leren door uitwisseling en discussie tussen professionals over het zorgproces 145; Gezamenlijke kennis opdoen om innovaties in de netwerkzorg te ontwikkelen 6. Interprofessionele 70; Werken in multidisciplinaire teams samenwerking voor groepen 151; De cliëntgroep omschrijven waarop de netwerksamenwerking zich richt 152; Afspraken maken over bereikbaarheid en beschikbaarheid van professionals in het netwerk 7. Rol- en taakverdeling 153; Het netwerk aansturen door een beperkt aantal personen met coördinerende taken te benoemen ; Een coördinator voor het netwerk aanstellen ; Zorg dragen dat medewerkers in het netwerk zijn geïnformeerd over elkaars deskundigheid en taken 157; Afstemming in het netwerk bereiken door wederzijds overleg tussen professionals VILANS / VIGNETTE Palliatief Netwerk regio Arnhem 15
16 158; Regulier direct contact tussen professionals in het netwerk realiseren Netwerkcommitment 160; Het vastleggen van de ambitie en doelen van de netwerksamenwerking 161; De samenwerkingsafspraken tussen alle betrokken netwerkpartners vastleggen 163; Het netwerk aansturen door verbinding aan een gezamenlijk commitment 164; Zorgdragend voor commitment van de leidinggevenden van de deelnemende organisaties 165; Het besef stimuleren dat medewerkers onderdeel uitmaken van een netwerkzorgtraject 166; Structureel overleggen door bestuurders van netwerkpartners 9 Transparant 172; Budgetafspraken maken over de organisatie ondernemerschap van de netwerkzorg 176; Een gemeenschappelijke taal in de netwerksamenwerking hanteren overeenkomsten 9 9 consensus Netwerken vergeleken Analyse van het netwerk Arnhem en het Netwerk de Liemers. Het Netwerk Arnhem telt 10 deelnemers; het netwerk de Liemers kent 5 deelnemers, die de enquête hebben ingevuld. Enkele deelnemers participeren in beide netwerken. De relevantiescores laten geen grote verschillen zien; de meeste elementen die overall relevant zijn, zijn dat ook binnen de beide netwerken. Op enkele elementen is er een verschil van 10 % tussen de relevantiescores. Een uitzondering is er in cluster 7, Rol en taakverdeling: bij afspraken maken over de introduceren en integreren van nieuwkomers in het netwerk : In Arnhem acht 100 % dit relevant. In de Liemers slechts 80 %. Overall is dit 92 % Het gebruik maken van uniforme persoon/identificatienummers van cliënten door het hele netwerk heen wordt slechts door 2 personen relevant geacht in de Liemers. In Arnhem zijn dit er 7. Bij de niet 100 % relevatie scores waren de percentages in de Liemers lager; maar er zijn daar minder deelnemers. De stem van één deelnemer draagt sterk bij aan de score. Het vignet van alleen het netwerk Arnhem vertoont veel overeenkomsten met die van het gehele netwerk. De consensusscores liggen wat hoger, namelijk op 20 elementen tegenover 16 voor het gehele netwerk. In de clusters Netwerkregie en logistiek, Resultaatgericht leren en Interprofessionele samenwerking voor groepen, zijn de scores hoger voor Arnhem alleen. Consensusscore Het Netwerk de Liemers scoort minder bij deze uitsplitsing: slechts over 9 elementen is er consensus. VILANS / VIGNETTE Palliatief Netwerk regio Arnhem 16
17 In het netwerk de Liemers in het cluster Netwerkcommitment is geen consensus: ook over elementen als - Het vastleggen van de ambitie en doelen van de netwerksamenwerking - De samenwerkingsafspraken tussen alle betrokken netwerkpartners vastleggen - Zorg dragen voor commitment van de leidinggevenden van de deelnemende organisaties - Structureel overleggen door bestuurders van netwerkpartners. Ook in het cluster Rol en taakverdeling, is er geen consensus over - Een coördinator voor het netwerk aanstellen. Deze vraag is echter door 2 personen met niet bekend beantwoord. Ook voor het element budgetafspraken maken over de organisatie van de netwerkzorg in cluster Transparant ondernemerschap, is in het netwerk de Liemers geen consensus. In Arnhem is over al deze elementen wel consensus. In het netwerk de Liemers is er wel consensus over - voorlichting en informatie verstrekken aan cliënten die begrijpelijk is en aansluit bij de levensstijl; (overall is door 5 personen hier niet bekend ingevuld). - Inzetten van gespecialiseerde verpleegkundigen die netwerk breed werkzaam zijn; - Zorg dragen dat medewerkers in het netwerk zijn geïnformeerd over elkaars deskundigheid en taken; In Arnhem separaat en overall is hier geen consensus over. Beschouwen we het Netwerk de Liemers als een eigen netwerk, dan is deze minder ver in de ontwikkeling als het Netwerk Arnhem. 4.3 Vergelijking van uitvoerenden (4) versus bestuurders (9) De Relevantiescores laten geen grote verschillen zien. Op de meeste elementen scoren beide groepen 100%. De elementen die lager gewaardeerd worden door de groep uitvoerenden, worden meestal ook lager gewaardeerd door de groep managers. Andersom is dat iets minder het geval. Maar de clusterrelevantiescores liggen dicht bij elkaar. De vignetten van de beide groepen overlappen elkaar in de clusters Netwerkcommitment, Transparant ondernemerschap en Resultaatmanagement. De groep uitvoerenden scoort meer en ook op andere cluster. De consensusscores in de groep uitvoerenden is hoger dan in de groep management: 25 tegenover 14. In de vignet is dit terug te zien. In het cluster Interprofessionele samenwerking voor groepen scoren de uitvoerenden op alle elementen aanwezig; de managers niet één. Ook op de clusters Cliëntgerichtheid, Netwerkregie en logistiek, Netwerkcommitment, Rol- en taakverdeling en Optimale zorg, wordt hoger gescoord in de groep uitvoerenden. Opvallend is binnen de clusters veelal andere elementen worden aangemerkt als aanwezig door de beide groepen. Dat betekent dat hoewel er wel veel overeenstemming is over wat relevant geacht wordt voor het netwerk, er grote verschillen zijn tussen de groep managers en de groep uitvoerenden in wat de respondenten als aanwezig aanmerken. Het overzicht over wat er in het netwerk als geheel gebeurd is er niet. Verder is opvallend dat er tav van het aanbieden van nazorg (na het overlijden), consensus is over de aanwezigheid hiervan bij de uitvoerenden, terwijl er VILANS / VIGNETTE Palliatief Netwerk regio Arnhem 17
18 hierover geen consensus is bij de groep management. Een meerderheid uit die groep scoort juist negatief op de aanwezigheid. De relevantiescore is geen 100 % Vergelijking groepen uitvoerenden (4) en bestuurders (9) Uitvoerenden Bestuurders VILANS / VIGNETTE Palliatief Netwerk regio Arnhem 18
19 Kerngroep netwerk, inclusief coördinator en VPTZ coördinator (5). Bestuurders kerngroep (3) Uitvoeringsfase (1) doorlopen. Experiment en uitvoeringsfase (2) niet doorlopen. VILANS / VIGNETTE Palliatief Netwerk regio Arnhem 19
20 Netwerkcoördinator Uitvoeringsfase (1) niet doorlopen; Experiment en uitvoeringsfase (2) doorlopen. VILANS / VIGNETTE Palliatief Netwerk regio Arnhem 20
21 Conclusies Relevantiescore en consensus De negen clusters en de elementen worden herkend door de netwerkpartners van palliatief netwerk Arnhem. Vrijwel alle elementen worden relevant bevonden door de respondenten. Hieruit concluderen we dat het Ontwikkelingsmodel voor Ketenzorg van toepassing is voor het palliatieve zorg netwerk Arnhem. Niet alle netwerkpartners konden alle elementen beoordelen. Dit kan betekenen dat de netwerkpartners niet voldoende op de hoogte zijn van de aanwezigheid van de elementen of het moeilijk vonden om vanuit hun rol een antwoord te geven op alle elementen. Het kan ook zijn dat niet voor iedere netwerkpartners duidelijk was wat er met het element bedoeld wordt. Het valt op dat er over veel elementen onvoldoende consensus is over het element wel of niet aanwezig is. Op basis van de consensusscore heeft palliatief netwerk Arnhem 16 elementen van het OMK-model geïmplementeerd. We concluderen dat de elementen van het OMK-model relevant bevonden worden, maar er onder netwerkpartners onvoldoende consensus is over welke elementen wel/niet aanwezig zijn. Fase van ontwikkeling Palliatief netwerk Arnhem lijkt zich te bevinden in de initiatief- en ontwerpfase (fase 1). De eigen inschatting van meer dan de helft van de respondenten is dat het netwerk zich in de experiment- en uitvoeringsfase (fase 2) bevindt. Op basis van de consensusscore en de top-10 van het OMK-model zien we dat het netwerk al drie elementen uit fase 1 geïmplementeerd heeft, en drie uit fase 2. Dat betekent dat het netwerk al een aantal stappen heeft gezet om een goed netwerk op te zetten. Opvallend is dat het uit de resultaten niet duidelijk wordt welke stappen het netwerk van plan is dit of volgend jaar te zetten. Er zijn slechts enkele elementen waarvan respondenten aangeven dat deze voor dit of volgend jaar gepland staan. Ontwikkelpunten Gezien het netwerk zich nog in de initiatief- en ontwerpfase lijkt te bevinden is het logisch dat het netwerk zich op veel clusters nog kan ontwikkelen. Er lijkt veel aandacht te zijn voor rol- en taakverdeling en netwerkcommitment. Commitment en duidelijkheid over rollen en taken kan een goede basis zijn voor het verder ontwikkelen van het netwerk. Gezien er ook veel onduidelijkheden lijken te bestaan over de aanwezigheid van een groot aantal elementen lijkt het zinvol om allereerst met alle netwerkpartners in gesprek te gaan over waar het netwerk staat. Het kan zinvol zijn te bespreken of de vastgelegde ambities en doelen nog steeds van toepassing zijn, na te gaan wat men hieronder verstaat en welke activiteiten de netwerkpartners gezamenlijk willen oppakken om ambities te realiseren. Hierbij zou ook ter sprake kunnen komen of het netwerk meer structuur wil aanbrengen binnen het netwerk in de vorm van het ontwikkelen van keten palliatieve zorg of dat men er bewust voor kiest om een vrijblijvend netwerk te zijn. Een aandachtspunt kan zijn te kijken welke partners voldoende betrokken zijn bij het netwerk en welke partners in mindere mate betrokken zijn, en in gesprek te gaan over uit welke samenwerkingspartners bestaat dan wel dient te bestaan. Kijkend naar de fase waar het netwerk zich in bevindt zou palliatief netwerk Arnhem zich vooral moeten richten op: - Het duidelijker omschrijven van de cliëntengroep waarop het netwerk zich richt; - Kenmerken van het gezamenlijke netwerkproduct benoemen en omschrijven; - Een gezamenlijk verantwoordelijkheid voor het eindresultaat afspreken; - Afhankelijkheden tussen netwerkpartners benoemen; - Het omschrijven van taken, van bijvoorbeeld de coördinator, en deze duidelijk communiceren naar het netwerk. VILANS / VIGNETTE Palliatief Netwerk regio Arnhem 21
22 Advies Ons advies is om eerst helderheid te krijgen welke elementen wel en niet aanwezig zijn. Dit kan goed door tijdens de workshop de elementen waar onduidelijkheid over lijkt te bestaan te bespreken met de netwerkpartners. Het kan zinvol zijn om de netwerkpartners dieper uit te vragen over welke doelgroep zij voor ogen hebben, welke netwerkpartners en voor welke aspecten van palliatieve zorg zij een meerwaarde voor samenwerking zien. Een volgende stap kan zijn om na te gaan hoe netwerkpartners het netwerk verder willen ontwikkelen, waar liggen behoeften en waar is draagvlak voor? Het is raadzaam om een aantal prioriteiten te benoemen voor dit en volgend jaar. Naast het omschrijven van de cliëntengroep als prioriteit, valt het op dat niet alle netwerkpartners op de hoogte zijn van de gerealiseerde en geplande activiteiten van het netwerk. Ook dit kan een punt van aandacht zijn. Wij hopen dat de uitkomsten van deze zelfevaluatie het Palliatief Netwerk regio Arnhem inspiratie biedt om met elkaar nader in gesprek te komen om het netwerk verder te ontwikkelen. Lidewij Vat & Monique Spierenburg, Vilans, 19 oktober 2011 VILANS / VIGNETTE Palliatief Netwerk regio Arnhem 22
23 Bijlage 1 Overzicht netwerkpartners Overzicht van Palliatief Netwerk regio Arnhem Kerngroep Netwerk - voorzitter: Yvone Bergsma, voorzitter Raad van Bestuur STMG; - secretaris: Tijn Hermans, verpleeghuisarts Attent-wwz, hospice-arts en medisch consulent tot 1 december 2010; daarna alleen nog werkzaam als medisch consulent - penningmeester: Jan Jans, directeur Centrum voor Wonen, Zorg en Welzijn (WZ&W) Gelderland van het Leger des Heils; vertegenwoordigd door Kees van Harten, manager zorg regio Arnhem; - bestuurslid: Paola Peters, directeur verpleeghuis Liemerije; - bestuurslid: Gosewien van Klaarbergen, Taborhuis: - bestuurslid: Joke Siraa, Raad van Bestuur Attent-wwz:. - bestuurslid: Nanette Haze, manager ziekenhuis Rijnstate; - bestuurslid; Hilde Hooiberg, regiocoördinator VPTZ. De Stichting Transmuraal Netwerk Palliatieve Zorg regio Arnhem (ingeschreven bij de KvK). Bestaat uit de leden van de kerngroep, min de laatste twee. Zij heeft de functie van bestuur van het netwerk. Breed Netwerk - Hospice Rozenheuvel in Rozendaal; Thirza van Olden, coördinator - Verpleeghuis Regina Pacis in Arnhem; Frans van Haaren, locatiemanager/directeur - Stichting Thuiszorg Midden-Gelderland (STMG); Annemieke Stulp, manager - Algemeen Ziekenhuis Rijnstate Arnhem (OAAZ); Jacques Voskuijlen - VTPZ-organisaties Midden Gelderland; Hilde Hooiberg of Ineke Jansen. - Arnhemse Apothekers Vereniging; Roelf-Jan Dijkstra, apotheker - Huisartsen Vereniging Arnhem en omstreken; Renate Veugelers, huisarts - Triade, Langdurige Zorg Ouderen Wolfheze, Pro persona; Tanja van Arkel, - Afdelingshoofd - Huize Heijendaal / Drie Gasthuizengroep; Telina Eenkhoorn locatiemanager - Verpleeghuis Lingehof/Zinzia zorggroep; Karin van Essen/José Bosman - Buurtzorggroepen regio; leen van t Sant, wijkverpleegkundige. - St. geestelijke verzorging Arnhem, Moniek Sierman, geestelijk verzorger; - Meldpunt Vrijwillige Thuishulp en Steunpunt Mantelzorg Arnhem; Clarisse Chaillet, - Thuiszorg Groot Gelre/ A&B thuiszorg, Gerda Aaldering, opleidingscoördinator Als toehoorders kunnen het IKO (C.Galesloot) en het Zorgkantoor Arnhem e.o.(wisselend) aanwezig zijn. Het Brede Netwerk heeft een functie als adviesraad. Netwerk de Liemers Het Netwerk Palliatieve Zorg de Liemers bestaat uit: - Verpleeghuis Liemerije, Hans Waaldijk, clustermanager, voorzitter; - Verpleeghuis Liemerije, medische zorg Diafaan. Frank Schaapsmeerders, specialist ouderengeneeskunde. - Palliatieve Unit de Hazelaar, verpleeghuis Liemerije; Inge Goossens, coördinator. - Ziekenhuis Zevenaar, onderdeel Rijnstate; open. - Diafaan WWZ, Hannie Prinzen, zorgbemiddelaar - Huisartsen Zevenaar; Kinus Crajé, huisarts. VILANS / VIGNETTE Palliatief Netwerk regio Arnhem 23
24 - VPTZ-Midden Gelderland; Hilde Hooiberg, regio coördinator - Hospice Martinus; Henk Niebuur, bestuurslid - Buurtzorgteams Duiven/Westervoort, Odile van Minnen, wijkverpleegkundige. Lijst ketenpartners Menzis Deelnemer Plaats getekend door functie Attent WWZ de Steeg Mevr. J. Siraa RvB Drie Gasthuizengroep Arnhem Dhr. John van der Meulen RvB Stichting Diafaan Zevenaar Dhr. J.R.B. Schildkamp div.man.thz Stichting Oranje Nassau's Renkum Mevr. K.I. Lieber directeur Zorg Oord Stichting Pleyade Arnhem Dhr. PH Jonkergouw RvB Stichting Thuiszorg Midden- Arnhem Mevr. I.L. Bergsma RvB Geld. Thuiszorg Groot Gelre Arnhem Mevr. W.K. Stuut bestuurder Thuiszorg op Maat Heelsum Mevr. M. Stuiver bestuurder Verpleeghuis Liemerije Zevenaar Mevr. P. Peters directeur Zorgcentra Betuweland Bemmel Dhr. G.W.A. RvB Lucassen Zorgcentrum St. Jozef Gendt Dhr. M. Hodes directeur VILANS / VIGNETTE Palliatief Netwerk regio Arnhem 24
25 Bijlage 2 Beschrijving clusters Cluster 1: Cliëntgerichtheid betreft het ontwikkelen van zorg en informatiestromen afgestemd op doelgroepen van cliënten. Informatie wordt in de keten gezamenlijk aangeboden in begrijpelijke taal, bijvoorbeeld via een front office. Methoden voor zelfmanagementondersteuning worden toegepast. De keten is in staat zorg op individuele behoeften of subgroepen toe te snijden, bijvoorbeeld wanneer er sprake is van multimorbiditeit. Cluster 2: Ketenregie en logistiek gaat over het stroomlijnen van de zorg voor de gehele keten. Denk aan het maken van allerlei afspraken over verwijzing, onderzoek, overdracht en ontslag van cliënten in de keten. Ook uitwisseling van cliëntgegevens en overige informatie, bijvoorbeeld middels koppelingen tussen databases, horen hierbij. Casemanagement voor cliënten met complexe zorgvragen is aangeboden en er wordt gewerkt met een voor de ketenpartners toegankelijk cliëntvolgend dossier. Afspraken over consultatie van expertise of gespecialiseerde verpleegkundigen in de keten zijn gemaakt. Cluster 3: Resultaatsmanagement gaat over het benoemen van prestatieindicatoren en normen om vervolgens resultaten in de keten te kunnen evalueren. Resultaten die betrekking hebben op cliëntgerelateerde uitkomsten, cliëntwaardering, logistieke en financiële prestaties. Analyses van (bijna)fouten, feedbackmechanismen en verbeterteams worden gebruikt om prestaties te verbeteren. Cluster 4: Optimale zorg gaat het om het ontwikkelen van een multidisciplinair zorgpad voor de keten gebaseerd op de behoeften van cliënten in de keten en op evidencebased richtlijnen. Hiervoor zijn behoeften van de cliëntgroep inzichtelijk. Vertegenwoordigers van cliënten zijn betrokken bij het ontwikkelen, verbeteren en monitoren van de zorg. Cluster 5: Resultaatgericht leren heeft betrekking op een leerklimaat dat gericht is op voortdurend verbeteren van resultaten in de keten. Hierbij past het gezamenlijk in kaart brengen van de doelen, knelpunten en leemten in de keten en het delen van kennis in een open sfeer. Incentives belonen betere prestaties. Cluster 6: Interprofessionele samenwerking voor doelgroepen bevat elementen zoals het omschrijven van de cliëntengroep waarop de ketensamenwerking zich richt en het werken in multidisciplinaire teams. Helder is wanneer professionals beschikbaar en toegankelijk zijn voor ketenpartners. Cluster 7: Rol- en taakverdeling gaat het bijvoorbeeld over inzicht in elkaar expertises, het afspreken van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden in de keten en over het bereiken van effectieve samenwerking op alle niveaus tussen ketenpartners. Dit laatste kan onder andere door het aanstellen van een coördinator voor de keten of door coördinerende taken te beleggen en door wederzijds overleg en direct contact tussen professionals. Cluster 8: Ketencommitment gaat over de gezamenlijke ambitie en doelen van de ketensamenwerking. Er wordt gevraagd om commitment van leidinggevenden met de ambitie en helder gestelde doelen. Er is een bewustzijn dat men in een keten werkt, welke afhankelijkheden er zijn en welke domeinen. Cluster 9: Transparant ondernemerschap concentreert zich op het afspreken van een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het eindresultaat. Voor transparant ondernemerschap gelden voorwaarden zoals ruimte voor innovatie en VILANS / VIGNETTE Palliatief Netwerk regio Arnhem 25
26 experimenten, leiders betrokken bij verbeteringen, een gezamenlijke budgetafspraak en het hanteren van een gemeenschappelijke taal. Bron: Minkman, M. et al (2009). A quality management model for integrated care: results of a Delphi and Concept Mapping study. In: International Journal for Quality in Health Care. VILANS / VIGNETTE Palliatief Netwerk regio Arnhem 26
27 Bijlage 3 Fasebeschrijving Fase 1: Initiatief- en ontwerpfase De ketensamenwerking is opgestart of wordt geïntensiveerd. Er wordt gesproken over een gezamenlijk erkend probleem, alsmede de noodzaak en (on)mogelijkheden om hier gezamenlijk mee aan de slag te gaan. De doelgroep en het ketenproces zijn in kaart gebracht, evenals behoeften van klanten en diverse stakeholders. Het ambitieniveau, de motivatie van betrokkenen en de inzet van leiders bepalen de voortgang. Op basis van de ontstane ideeën en aanwezig vertrouwen maakt een multidisciplinair team een ontwerp voor een experiment of een project en legt men de samenwerking eventueel vast in een samenwerkings- of intentieverklaring. Fase 2: Experiment- en uitvoeringsfase Er worden projecten of experimenten uitgevoerd. Doelen en inhoud van de ketensamenwerking worden aangescherpt en vastgelegd in afspraken en zorgpaden. Ketenpartners bereiken afstemming middels een ketenoverleg en door het benoemen van een persoon met een coördinerende rol. Gegevens over werkwijzen, doelgroepen en kennis en kunde worden uitgewisseld. Resultaten worden geëvalueerd waarna bijstelling plaatsvindt. Randvoorwaarden voor projecten zijn afgewogen en middels gezamenlijke afspraken of middelen gedekt. Fase 3: Uitbouw- en monitoringsfase De projecten zijn ingebed in of volgroeid tot een ketenprogramma. Afspraken over inhoud, taken en rollen en de organisatie van zorg zijn helder en liggen vast. Samenwerking is niet vrijblijvend. De resultaten worden systematisch gemonitord en verbeterpunten opgepakt. De bereikte populatie is in kaart gebracht. Er ontstaan meer initiatieven tot gezamenlijkheid zoals scholingsprogramma s. Financiering van de zorg op basis van structurele en reguliere middelen is het uitgangspunt. Er is een blijvend commitment aan de benodigde inzet en ambitie. Fase 4: Verduurzamings- en transformatie fase De ketenzorg vormt de reguliere werkwijze en zorg. Een coördinatiepunt op ketenniveau is operationeel, informatie wordt gedeeld, overgedragen en teruggekoppeld. Organisatorische structuren transformeren of zijn nieuw ontworpen rondom de ketenzorg. Financiering is geregeld in integrale ketencontracten tussen aanbieder(s) en financiers. Er is sprake van continue verbetering en analyse van klant- en stakeholderbehoeften. Op succesvolle resultaten wordt verder gebouwd. Nieuwe samenwerkingsmogelijkheden worden verkend en gewogen. Een monitorings- en benchmarksysteem laat periodiek zien waar resultaten geborgd zijn en waar verbetering mogelijk is. Bron: Minkman, M. et al (2009). A four phase development model for integrated care services in the Netherlands. In: BMC Health Services Research. VILANS / VIGNETTE Palliatief Netwerk regio Arnhem 27
Ketenzorg zelfevaluatie. Philip de Roos
Ketenzorg zelfevaluatie Interim management & advies Philip de Roos KPN General Electric Data Sciences IBM Vicorp Madge web 12 jaar zelfstandig, adviseur zorg Vb: Zorggroep SEZ, Zorggroep Katwijk STERK
Nadere informatieZelfevaluatie van de CVA zorgketen, 2019
Zelfevaluatie van de CVA zorgketen, 2019 Totaaluitslagen Kennisnetwerk CVA Nederland INLEIDING Over de noodzaak van goed functionerende CVA zorgketens Na een CVA wordt het leven voor degene die een hersenletsel
Nadere informatieSamenwerken en verder. Ontwikkelingsmodel voor Ketenzorg (OMK) Monique Spierenburg Vilans 15 januari Regionale netwerkbijeenkomst LND
Samenwerken en verder Ontwikkelingsmodel voor Ketenzorg (OMK) Monique Spierenburg Vilans 15 januari Regionale netwerkbijeenkomst LND 1. Werkt u in de palliatieve zorg of in de dementiezorg of beiden? 2.
Nadere informatieZelfevaluatie spiegel
Zelfevaluatie spiegel Ontwikkelingsmodel voor Ketenzorg (OMK) ketencoördinatie Jeugd gemeente Oosterhout Ketencoördinatie jeugd gemeente Oosterhout Zelfevaluatie Joyce de Goede. Tranzo En Lidewij Vat en
Nadere informatieZelfevaluatie instrument voor ketenzorg Gebaseerd op het Ontwikkelingsmodel voor Ketenzorg van Vilans. Overzicht van resultaten CVA zorgketens 2015
Zelfevaluatie instrument voor ketenzorg Gebaseerd op het Ontwikkelingsmodel voor Ketenzorg van Vilans Overzicht van resultaten CVA zorgketens 2015 Kennisnetwerk CVA Nederland juli 2015 INHOUDSOPGAVE Inleiding...
Nadere informatieWat is het OntwikkelingsModel voor Ketenzorg?
Voorwoord De samenleving gaat er anders uitzien, de zorg gaat er anders uitzien. Mensen met complexe zorg- en ondersteuningsvragen helpen we niet meer vanuit één professionele zorgorganisatie. We zouden
Nadere informatieNetwerk Palliatieve Zorg in beeld door gebruik van het Ontwikkelingsmodel voor Ketenzorg
Netwerk Palliatieve Zorg in beeld door gebruik van het Ontwikkelingsmodel voor Ketenzorg Ans Blom, Monique Spierenburg & Mirella Minkman * Samenvatting In het Netwerk Palliatieve Zorg regio Arnhem is met
Nadere informatieKetenaanpak natuurlijk! Maar hoe dan? Een Ontwikkelingsmodel voor Ketenzorg. 29 mei 2012 Austismenetwerk Friesland
Ketenaanpak natuurlijk! Maar hoe dan? Een Ontwikkelingsmodel voor Ketenzorg 29 mei 2012 Austismenetwerk Friesland Msc. Lidewij Vat Vilans Programmamedewerker Ouderenzorg & Chronisch Zieken Bart (16) wil
Nadere informatieSamenhangende zorg voor mensen met dementie
Samenhangende zorg voor mensen met dementie Even voorstellen Wie ben ik? Wie bent u? Casemanagement Ketenvorming Waar staat u? Waar wilt u naar toe? 15-6-2011 Margje Mahler Casemanagement Veel ketens starten
Nadere informatieEXPERIMENT UITVOERING UITBOUW/ MONITORING
KWALITEIT VAN ZORG ORGANISATIE PATIENT- EN WERKPROCES BESTUURLIJKE BORGING STUREN OP RESULTATEN KWALITEIT VAN ZORG Zorgstandaarden en protocollen algemeen beeld van verbeter- potentieel opgesteld tbv.
Nadere informatieNetwerkindicatoren Dementie 2016
Netwerkindicatoren Dementie 2016 Individuele rapportage: Netwerk Dementie regio Haaglanden versie 2, februari 2017 Samen sterk: Goed voorbeeld doet goed volgen! 1 Netwerkindicatoren Dementie 2016 Vilans
Nadere informatieGericht verbeteren met het Ontwikkelingsmodel voor Ketenzorg
THEMA GEÏNTEGREERDE ZORG Gericht verbeteren met het Ontwikkelingsmodel voor Ketenzorg Met het grote aantal ouderen en mensen met meer dan één (chronische) ziekte tegelijkertijd in Nederland is de behoefte
Nadere informatieZicht op CVA-zorgketens met zelfevaluatie
Zicht op CVA-zorgketens met zelfevaluatie Op welke manier zouden we de langdurige zorg moeten organiseren zodat deze leidt tot de best mogelijke uitkomsten voor de patiënt? Ketenzorg lijkt een antwoord.
Nadere informatieFactsheet. Samenwerking bij de inkoop in het Sociaal Domein. maart 2016
Factsheet Samenwerking bij de inkoop in het Sociaal Domein maart 2016 Deze factsheet biedt een korte blik op de samenwerkingen die Nederlandse gemeenten aangaan bij de inkoop van zorg en ondersteuning,
Nadere informatieNaam vertegenwoordiger: Mevr. K. de Kwaasteniet ( directeur innovatie en kwaliteit)
Samenwerkingsovereenkomst netwerk palliatieve zorg Zuidoost Groningen Buurtzorg Nederland Ommelanderziekenhuisgroep, locatie st. Lucas Regionale Huisartsen Vereniging Groningen Stichting Blanckenbörg Stichting
Nadere informatieGroeiende samenwerking in de CVA-zorgketen
Groeiende samenwerking in de CVA-zorgketen Zelfevaluatie stimuleert de doorontwikkeling Jaarlijks krijgen zo n 46.000 mensen een beroerte, ook wel aangeduid met cerebrovasculair accident (CVA) (Vaartjes,
Nadere informatieCONVENANT NETWERK PALLIATIEVE ZORG MEPPEL STEENWIJKERLAND
CONVENANT NETWERK PALLIATIEVE ZORG MEPPEL STEENWIJKERLAND Convenant palliatieve zorg Meppel / Steenwijkerland 1-7 Samenwerkingsovereenkomst netwerk voor palliatieve zorg in de regio Meppel Steenwijkerland
Nadere informatieToezicht op netwerkzorg aan kwetsbare ouderen in de wijk
Toezicht op netwerkzorg aan kwetsbare ouderen in de wijk Het zorglandschap verandert Patiënten met complexe zorgvraag blijven thuis wonen zorg, behandeling en ondersteuning rond de patiënt thuis georganiseerd
Nadere informatieSamen werken in ketens en netwerken
Samen werken in ketens en netwerken Hersenstichting, implementatie ZTH, 5 februari 2015 Dr. Mirella Minkman Programmaleider Innovatie & Onderzoek Vilans Inhoud presentatie Op naar de implementatie van
Nadere informatieProjectinformatie Code Z. Continuïteit van zorg bij Ongeplande opname van mensen met Dementie in het Ziekenhuis
Projectinformatie Code Z Continuïteit van zorg bij Ongeplande opname van mensen met Dementie in het Ziekenhuis December 2014 Inleiding In regio Haaglanden zijn vanuit de Stichting Transmurale Zorg Den
Nadere informatieTransmurale zorgbrug
Transmurale zorgbrug 13 februari 2014 Geriatriedagen 2014 Renate Agterhof, verpleegkundig specialist Spaarne Ziekenhuis Marina Tol, onderzoekscoördinator AMC Programma Aanleiding, ontwikkeling en stand
Nadere informatieAanpak: Er op af aanpak vanuit zorgnetwerken. Beschrijving
Aanpak: Er op af aanpak vanuit zorgnetwerken De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld
Nadere informatieHoe implementeer je de Zorgstandaard Traumatisch Hersenletsel?
Hoe implementeer je de Zorgstandaard Traumatisch Hersenletsel? 9 adviezen uit de praktijk om aan de slag te gaan met de Zorgstandaard in jouw regio! De Zorgstandaard Traumatisch Hersenletsel beschrijft
Nadere informatieSAMENWERKEN IN DE PALLIATIEVE ZORG IN DE EERSTELIJN
SAMENWERKEN IN DE PALLIATIEVE ZORG IN DE EERSTELIJN een onderzoek naar de ontwikkeling en implementatie van het Zorgprogramma Palliatieve Eerstelijnszorg in de deelgemeente Rotterdam Kralingen - Crooswijk
Nadere informatieJaarwerkplan Netwerk Palliatieve Zorg regio Arnhem 2016 Ans Blom, netwerkcoördinator,
Jaarwerkplan Netwerk Palliatieve Zorg regio Arnhem 2016 Ans Blom, netwerkcoördinator, Beleidsdoelstellingen Netwerk Beter werken door netwerken Ambities I. Het netwerk zelf is een inspiratiebron en voedingsbodem
Nadere informatiePalliSupport. Zorgpad. PalliSupport Transmurale zorg voor ouderen
PalliSupport Zorgpad PalliSupport Transmurale zorg voor ouderen Datum: februari 2018 Email: pallisupport@amc.nl Projectleiding: drs. I. (Isabelle) Flierman prof. dr. B.M. (Bianca) Buurman prof. dr. D.L.
Nadere informatieTeamplan samenwerking huisarts - wijkteam
Project Het Dorp Samenwerking Huisarts- wijkteam: Teamplan Teamplan samenwerking huisarts - wijkteam Dit document is te vinden op: www.hetdorp.net/aandeslag Inleiding Om de samenwerking met de huisarts
Nadere informatieOp het snijvlak van Zorg en Welzijn. De eerste lijn, alle facetten in beeld leergang Jan van Es instituut 5 januari 2015
Op het snijvlak van Zorg en Welzijn De eerste lijn, alle facetten in beeld leergang Jan van Es instituut 5 januari 2015 Even voorstellen Bureau Meulmeester & Veltman Kernthema s: samenwerking, kwaliteit
Nadere informatieDieteren, CM, Veer, AJE de, Groot, K de. Cliëntgebonden samenwerking over de grenzen van organisaties. Tabellen. Utrecht: NIVEL, 2017.
Dieteren, CM, Veer, AJE de, Groot, K de. Cliëntgebonden samenwerking over de grenzen van organisaties. Tabellen. Utrecht: NIVEL, 07. CONTACTADRES NIVEL Dr. Anke J.E. de Veer Postbus 568 500 BN Utrecht
Nadere informatieVan wens naar werkelijkheid
Van wens naar werkelijkheid Inventarisatie lopende (zorgpad) projecten in Nederland Bart Noort Promovendus Rijksuniversiteit Groningen Faculteit Economie en Bedrijfskunde Een inventarisatie: Wat gebeurt
Nadere informatieSamenhangende palliatieve zorg in de regio Gelderse Vallei
Samenhangende palliatieve zorg in de regio Gelderse Vallei Klankbordbijeenkomst september 2015 Kien Smulders Programma 1. Welkom 2. Missie, visie, waarden & organisatie van het netwerk 3. Presentatie bestuur
Nadere informatieTumorspecifieke visitatie longcarcinoom. Dhr. R.J.G. Limbeek, adviseur IKNL, Nijmegen Mevr. J.P. Salomé, VS oncologie, SFG, Rotterdam
Tumorspecifieke visitatie longcarcinoom Dhr. R.J.G. Limbeek, adviseur IKNL, Nijmegen Mevr. J.P. Salomé, VS oncologie, SFG, Rotterdam Inhoud presentatie Wat is visitatie? Waarom tumorspecifieke visitatie?
Nadere informatie- Gezamenlijke visie - Algemeen of specifiek - Doelstelling vastgelegd - Doel SMART geformuleerd
Toetsingskader Verantwoorde zorg voor delictplegers met ernstige psychische en/of psychiatrische klachten (Netwerkniveau / Managementniveau); concept, 23 maart 2010 Aspect 1: Doelconvergentie De mate waarin
Nadere informatieStuurgroep stakeholders regio Haaglanden en zorgkantoor en vanaf 2016 met de grotere verzekeraars
1 Jaarplan netwerk Haaglanden 2016 Inleiding en achtergrond Vanaf 2005 is door de regio ingezet op verbetering van de zorg aan cliënten met en hun naasten. In de jaren daarna heeft de wijze van samenwerking
Nadere informatieBetekenisvol, integraal en effectief samenwerken rond oudere inwoners
Betekenisvol, integraal en effectief samenwerken rond oudere inwoners ROHA werkconferentie 29 november 2018 Edith de la Fuente, senior adviseur Raedelijn / projectleider ouderenzorg Hannie Olthuis, POH-ouderen/kwaliteitsmedewerker
Nadere informatieDerde voortgangsrapportage Programma Veilig Thuis de basis op orde
Derde voortgangsrapportage Programma Veilig Thuis de basis op orde 9 januari 2017 Inleiding In dit document wordt gerapporteerd over de bevindingen en resultaten van het Programma Veilig Thuis de basis
Nadere informatieRapport Onderzoek Toegang Wmo 2015
Z Rapport Onderzoek Toegang Wmo 2015 Maart 2015 In opdracht van het Transitiebureau Wmo Team Kennisnetwerk Wmo Inhoudsopgave 1. Inleiding 2 2. Over het onderzoek 3 3. De resultaten 4 3.1 Omvang deelnemende
Nadere informatieVerslag. Sub Regionale Samenwerkingsoverleg Zuid West Hervorming Langdurige Zorg Drenthe
Verslag Sub Regionale Samenwerkingsoverleg Zuid West Hervorming Langdurige Zorg Drenthe 18 februari 2015 WMO regio Drenthe Subregio Noord Midden Regionale Samenwerking Hervorming Langdurige Zorg Drenthe
Nadere informatieConsortiavorming: kader voor samenwerking EPZ - IKNL netwerken palliatieve zorg
MEMO Aan: Betreft: consortiavorming en samenwerking EPZ, IKNL en netwerken palliatieve zorg Van: Karin van der Rijt, voorzitter EPZ en Jeroen Hasselaar, projectleider NFU Peter Huijgens, directeur IKNL
Nadere informatieNieuwsflits. Evaluatieonderzoek naar de Regeling palliatieve terminale zorg
Nieuwsflits Inhoud Evaluatieonderzoek naar de Regeling palliatieve terminale zorg 1. Adviesrapport bureau HHM is openbaar gemaakt Pagina 1 2. Conclusies en advies HHM voor toekomst Pagina 1 3. Kamerbrief
Nadere informatieJaarwerkplan Netwerk Palliatieve Zorg regio Arnhem 2017
Jaarwerkplan Netwerk Palliatieve Zorg regio Arnhem 2017 Ans Blom, netwerkcoördinator, Beleidsdoelstellingen Netwerk Beter werken door netwerken Ambities I. Het netwerk zelf is een inspiratiebron en voedingsbodem
Nadere informatieFactsheet Afhankelijkheden. Trekker: gemeente Groningen
Factsheet Afhankelijkheden Trekker: gemeente Groningen Menzis en gemeenten zoeken naar samenwerkingsmogelijkheden om afwentelrisico s te voorkomen Wie? Zorgverzekeraar Menzis, de gemeente Den Haag, de
Nadere informatieOnderwerp Hoofdthema is vaak op te splitsen in diverse onderwerpen. Resultaat Beschrijf het eindresultaat zodat je zicht hebt op wat je gaat doen
Werkplan ehealth/ict Onderwerp Hoofdthema is vaak op te splitsen in diverse onderwerpen Kennisuitwisseling: Goede programma s en ideeën overnemen ICT werkgroep Korte beschrijving activiteiten Wat ga je
Nadere informatieConvenant tussen. Stichting Seniorenraad Meierijstad en. BENU Apotheek De Meierij
Convenant tussen Stichting Seniorenraad Meierijstad en BENU Apotheek De Meierij 1 INHOUD 1 Inleiding 3 2 Doelstelling Seniorenraad 4 A. Een bijdrage leveren aan integraal ouderenbeleid 4 B. Het bewaken
Nadere informatiePalliatieve zorg voor andere doelgroepen
Palliatieve zorg voor andere doelgroepen CVA, Dementie, COPD, Hartfalen, psychiatrische aandoening, verstandelijke beperking 27 november Rob Krol en Annemiek Kwast Aanleiding IKNL activiteiten palliatieve
Nadere informatieDoelstelling en functie van een regionale regiegroep Basis GGZ in de regio Oss- Uden- Veghel
1 2 Doelstelling en functie van een regionale regiegroep Basis GGZ in de regio Oss- Uden- Veghel Inleiding Het doel van de invoering van de Basis GGZ is dat passende behandeling op de juiste niveau plaats
Nadere informatieZorgpad 1.0. Zorgcoördinator + week 1 (Thuisbezoek) Regio Zaanstreek- Waterland Casemanager COPD
Zorgpad 1.0 Zorgcoördinator + week 1 (Thuisbezoek) Regio Zaanstreek- Waterland Casemanager COPD Persoonlijke Motivatie Longarts Mensen met COPD hebben een hoge zorgconsumptie met frequente heropnames.
Nadere informatieAanvraag VEZN Pro Vita
Aanvraag VEZN Pro Vita Projectinformatie en resultaten In 2013 is het Centrum voor gezondheidszorg Pro Vita opgericht. Een centrum met zorgprofessionals die (deels in samenwerking met elkaar) goede zorg
Nadere informatieOrganisatiescan persoonsgerichte zorg
Organisatiescan persoonsgerichte zorg Doel organisatiescan: bijdragen aan implementatie (-bereidheid) van persoonsgerichte zorg en gezamenlijke besluitvorming in de organisatie. Insteek is op organisatieniveau.
Nadere informatieRegioprotocol palliatieve zorg (2.0)
Regioprotocol palliatieve zorg (2.0) Samenwerkingsverband voor transmurale zorg in het Rivierengebied Het regioprotocol is een kwaliteitskader dat de voorwaarden beschrijft waaraan een organisatie/instelling
Nadere informatieHavenpolikliniek: van bedreiging naar kans. 6 december 2018 SRZ Congres
Havenpolikliniek: van bedreiging naar kans 6 december 2018 SRZ Congres Terug naar het begin: de aanleiding planvorming Oud Haven/Haven 2.0 Overdracht van zorg vanaf 1/10/17 Intrekken Wtzi per 1/1/18 Haven
Nadere informatieJaarplan 2014. Netwerk Palliatieve Zorg Regio Zuidoost Brabant. Netwerk Palliatieve Zorg Zuidoost Brabant
Jaarplan Netwerk Palliatieve Zorg Regio Zuidoost Brabant Netwerk Palliatieve Zorg Zuidoost Brabant 1 Aansluitend op de doelstellingen van het beleidsplan van het netwerk staan de volgende activiteiten
Nadere informatieToelichting Effectenanalyse wijkverpleegkundige niettoewijsbare
Toelichting Effectenanalyse wijkverpleegkundige niettoewijsbare zorg Regio Arnhem Toelichting Effectenanalyse wijkverpleegkundige niet-toewijsbare zorg Dit is een toelichting bij het instrument Effectenanalyse
Nadere informatieUitnodiging. Aan de slag! Werkconferentie palliatieve zorg Gelderland. 29 september 2011 Huis der Provincie, Arnhem
Uitnodiging Aan de slag! Werkconferentie palliatieve zorg Gelderland 29 september 2011 Huis der Provincie, Arnhem Aan de slag! Kwaliteitsinstrumenten in de Palliatieve Zorg Platform Palliatieve zorg provincie
Nadere informatieSamenwerkingsovereenkomst Netwerk Palliatieve Zorg Haaglanden De organisaties die deelnemen aan het Netwerk Palliatieve Zorg regio Haaglanden:
Samenwerkingsovereenkomst Netwerk Palliatieve Zorg Haaglanden De organisaties die deelnemen aan het Netwerk Palliatieve Zorg regio Haaglanden: Stichting Medisch Centrum Haaglanden en Bronovo-Nebo, gevestigd
Nadere informatieJaarplan Palliatieve Zorg Laurens
Gezamenlijk werken aan kwaliteit palliatieve zorg in heel Laurens INHOUD 1 INLEIDING 2 2 ROL REGIO, LPZ EN I&O 2 3 OVERLEGSTRUCTUUR 2 4 DOELEN 2013 3 4.1 Laurensbrede visie 3 4.2 Eenduidig kwaliteitsniveau
Nadere informatieOntwikkelplan Vernieuwd Ambulant Geriatrisch Team (AGT)
Ontwikkelplan Vernieuwd Ambulant Geriatrisch Team (AGT) 1a. Niveau Samenhangende zorg. 1b. Kwaliteitsthema Vernieuwd ambulant geriatrisch team (AGT) Het werken aan dit kwaliteitsthema maakt onderdeel uit
Nadere informatieThema: Één meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling
Thema: Één meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling De deelnemers in deze groep kwamen uit zeer verschillende werksoorten en vanuit beide invalshoeken: huiselijk geweld en aanpak kindermishandeling.
Nadere informatieTransmurale palliatieve zorg regio Arnhem. Ciska Zerstegen Jolanda van Loenhout Verpleegkundig specialisten
Transmurale palliatieve zorg regio Arnhem Ciska Zerstegen Jolanda van Loenhout Verpleegkundig specialisten IKNL consultatieteam Huidige situatie Team ondersteunende en palliatieve zorg Rijnstate Team palliatieve
Nadere informatieSamenvatting nulmeting enquête
Samenvatting nulmeting enquête DuurSaam Houten - Tevredenheid professionals zorg en ondersteuning ouderen Partijen in Houten werken al langere tijd samen rondom (kwetsbare) ouderen. Deze samenwerking is
Nadere informatieSámen maken we de zorg steeds beter Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg
Sámen maken we de zorg steeds beter Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg 2017-2022 Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg 2017-2022 Een kwaliteitskader voor zorgaanbieders dat uitgaat van de kwaliteit van bestaan
Nadere informatieDe Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 26 januari 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,
> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 25 VX Den Haag T 070 340 79 F 070 340 78 34
Nadere informatieResultaten medewerkers tevredenheidsonderzoek Valkenhof najaar 2018
Resultaten medewerkers tevredenheidsonderzoek Valkenhof najaar 2018 Inhoud 1. Vragenlijst... 3 2. Respons... 3 3. Resultaten per thema... 3 4. Werkgever Net Promotor Score (WNPS)... 5 5. Resultaten bibliotheekvragen...
Nadere informatieOverdracht van zorg aan de CVA-client naar de thuissituatie
Overdracht van zorg aan de CVA-client naar de thuissituatie Richtlijnen/afspraken met betrekking overdracht van de coördinatie van zorg naar de thuissituatie. Protocol thuiszorg, 1 december 2004 Opgesteld
Nadere informatieJuMP-scan landelijke resultaten
23 april 2019 Leiderschap Eén van de belangrijkste lessen is dat de beweging naar juiste zorg op de juiste plek (JZOJP) niet vanzelf op gang komt. Dit vraagt om stevig leiderschap en een zichtbaar leidende
Nadere informatieInterdisciplinaire samenwerking in Netwerken Palliatieve Zorg
Godebaldkwartier 914 3511 DT Utrecht E info@stichtingfibula.nl I www.stichtingfibula.nl @StichtingFibula Interdisciplinaire samenwerking in Netwerken Palliatieve Zorg Achtergrondinformatie 1. Inleiding
Nadere informatieKcoetz Wijkgerichte Zorg. 4 oktober 2018 Congres samenwerking eerstelijnszorg en wijkteams
Kcoetz Wijkgerichte Zorg 4 oktober 2018 Congres samenwerking eerstelijnszorg en wijkteams 1 Marieke Verlaan Inhoud Aanleiding Inhoud Verpleegkundige Ouderenzorg Informatiepunt Interventie- en Expertteam
Nadere informatieMEERJAREN BELEIDSPLAN LEENDERT VRIEL TWENTE
MEERJAREN BELEIDSPLAN LEENDERT VRIEL TWENTE 2018 2020 1 Inhoud: Voorwoord 3 Onze missie en visie 4 Werkgroep 5 Meerjarenbeleid 6 2 Voorwoord Inhoud beleidsplan Het meerjarenbeleidsplan geeft weer waar
Nadere informatieHet Palliatief Advies Team. De verpleegkundig specialist centraal en transmuraal 1 september 2015
Het Palliatief Advies Team De verpleegkundig specialist centraal en transmuraal 1 september 2015 2011 nieuw ziekenhuis en starten PAT Waarom? Hoe? Met wie? Waarom een PAT Stervensfase in het ziekenhuis
Nadere informatieTussentijdse bevindingen van het thematoezicht naar de ketenzorg rond psychiatrische patiënten met ernstige somatische comorbiditeit
Bijlage Tussentijdse bevindingen van het thematoezicht naar de ketenzorg rond psychiatrische patiënten met ernstige somatische comorbiditeit 1 Achtergrond De casus van de heer W., beter bekend als de casus
Nadere informatiea. Hebben de professionals die rondom een cliënt samenwerken hetzelfde doel voor (eigen werkgebied overstijgend)?
Toetsingskader Verantwoorde zorg voor delictplegers met ernstige psychische en/of psychiatrische klachten (Cliëntniveau / Uitvoerend niveau); concept, 23 maart 2010 Aspect 1: Doelconvergentie De mate waarin
Nadere informatieQ1 Wat is uw specialistische registratie?
Q1 Wat is uw specialistische registratie? Beantwoord: 189 Overgeslagen: 0 Cardioloog 2,65% Consulent palliatieve... Diëtist 22,22% Fysiotherapeut Geestelijk verzorger 1,59% Geriater 0,53% Huisarts 5,29%
Nadere informatieAanpak: WIJ Eindhoven. Beschrijving
Aanpak: WIJ Eindhoven De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: Lumens Groep
Nadere informatie1. Inleiding. 2. Doelstelling CIHN
WERKPLAN 2014-2017 1. Inleiding De Cliëntenraad is het orgaan dat zich inzet om de belangen van de patiënt van de CIHN te behartigen. Langzamerhand groeit de raad steeds meer in die rol. Vooral als je
Nadere informatieNieuws vanuit de werkgroep vorming van een Regionaal Palliatief Advies Team in de regio s-hertogenbosch Bommelerwaard
Nieuws vanuit de werkgroep vorming van een Regionaal Palliatief Advies Team in de regio s-hertogenbosch Bommelerwaard In de regio s-hertogenbosch Bommelerwaard is een werkgroep actief die zich richt op
Nadere informatieBrief van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
29689 Herziening Zorgstelsel 25424 Geestelijke gezondheidszorg Nr. 599 Brief van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den
Nadere informatieHoe kijkt de eerste lijn aan tegen de geïntegreerde zorg van specialisten met huisartsen en andere professionals?
Hoe kijkt de eerste lijn aan tegen de geïntegreerde zorg van specialisten met huisartsen en andere professionals? CONGRES GEÏNTEGREERDE ZORG EERSTE- EN TWEEDELIJN 15-2-2018 Leo Kliphuis, MPH Adiantar Even
Nadere informatieAanpak: Casusregie en inzet gezinscoaching. Beschrijving
Aanpak: Casusregie en inzet gezinscoaching De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld
Nadere informatieGenero Invitational Conference 27 maart 2017
Genero Invitational Conference 27 maart 2017 Frans Baar, Spec Ouderengeneeskunde, Consulent consultatief palliatief team, directeur stichting Leerhuizen Palliatieve Zorg Ellen Vink, Netwerk coördinator
Nadere informatieUW IMAGO ONDER UW HUURDERS? Resultaten imago-onderzoek Brederode Wonen
UW IMAGO ONDER UW HUURDERS? Resultaten imago-onderzoek Brederode Wonen Over het onderzoek Brederode Wonen heeft in juni 2017 deelgenomen aan het imago-onderzoek dat KWH uitvoerde voor s. Dit imago-onderzoek
Nadere informatieUw imago onder uw regionale belanghouders. Resultaten imago-onderzoek Elan Wonen
Uw imago onder uw regionale belanghouders Resultaten imago-onderzoek Elan Wonen Over het onderzoek Elan Wonen heeft in oktober 2017 deelgenomen aan het imago-onderzoek dat KWH uitvoerde onder de regionale
Nadere informatiedrs. Ap Reinders, John Nederstigt, dr. Tom Horn, dr. Derk Reneman 1 december 2015 Annette Keates ( )
gemeente Haarlemmermeer Nota van B&W drs. Ap Reinders, John Nederstigt, dr. Tom Horn, dr. Derk Reneman 1 december 2015 Annette Keates (0650814004) 2015.005622Z- Inleiding Op 1 januari 2015 is, vanwege
Nadere informatieBijlage 12 TZHO als matrixstructuur in relatie tot de gemeentelijke structuur.
Publieke structuur 1 Figuur 1 1 In dit overzicht staan alleen de gemeenteraad, het college en de volgends doelstellingen bepaalde participatie van organisatieonderdelen binnen de gemeente. Matrixstructuur
Nadere informatieNieuwe ontwikkelingen
Jaarplan 2017 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Nieuwe ontwikkelingen... 4 Samenwerking met patiëntenvereniging Hersenletsel.nl... 4 Samenwerking met Hersenletselnet Overijssel.... 4 Werkconferentie 2017...
Nadere informatieUitkomsten evaluatie module sociale infrastructuur
Uitkomsten evaluatie module sociale infrastructuur Maart 2017 Begin 2017 zijn enquêtes uitgezet bij (A) gemeenten uit de kernwerkgebieden van Menzis, (B) zorgaanbieders die gecontracteerd zijn voor de
Nadere informatieCorinne Tutein Nolthenius NetwerkZorg Rivas
Corinne Tutein Nolthenius NetwerkZorg Rivas Innovatie netwerkzorg: de kracht van het netwerk Corinne Tutein Nolthenius, directeur Rivas Presentatie BeterKeten 29-5-2018 Inhoud Rivas Zorggroep: wat doen
Nadere informatieModule: Zorg voor kwetsbare ouderen Format Plan van Aanpak
Module: Zorg voor kwetsbare ouderen Format Plan van Aanpak Algemene gegevens Gegevens huisarts / contactpersoon samenwerkingsverband Naam huisarts / contactpersoon Naam huisartsenpraktijk / gezondheidscentrum
Nadere informatieHKZ-norm voor ketens en netwerken in de zorg en het sociale domein versie 2015
HKZ-norm voor ketens en netwerken in de zorg en het sociale domein versie 2015 Versiebeheer Datum Activiteit Versie 27 februari Niveau 2 losgekoppeld van overige niveaus 0.1 5 maart 2015 Input projectoverleg
Nadere informatieSámen maken we de zorg steeds beter. Samenvatting Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg
Sámen maken we de zorg steeds beter Samenvatting Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg 2017-2022 Samenvatting Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg 2017-2022 Een kwaliteitskader voor zorgaanbieders dat uitgaat
Nadere informatieSamenwerkingsafspraken regionale AYA Taskforce van het regionaal AYA netwerk ( ) 26 oktober 2017
Samenwerkingsafspraken regionale van het ( ) 26 oktober 2017 Inleiding De zorg voor AYA s in Nederland wordt gecoördineerd vanuit het zorg het Nationaal AYA Jong & Kanker Platform. Het Platform heeft een
Nadere informatieJaarplan 2019 cliëntenraad (CR) Santé Partners
Jaarplan 2019 cliëntenraad (CR) Santé Partners 5-2-2019 Aangepast op 19-03-2019 + 13-05-2019 1. Evaluatie 2018 Na de fusie van STMR en Vitras is de CR van Santé Partners gestart per 1-1-2018. Vanuit de
Nadere informatieAutisme Netwerk Zaanstreek-Waterland 25 september 2018 [1]
1. Aanleiding Sinds 2006 is er een Convenant Autisme Zaanstreek/Waterland. Elke twee jaar wordt het convenant geëvalueerd en eventueel aangepast en opnieuw ondertekend. Met ingang van het nieuwe convenant
Nadere informatie4 Enquête personeel en directies
4 Enquête personeel en directies Toelichting Deze vragenlijst dient ertoe om de opinies en ideeën van het personeel (leerkrachten, leidsters, welzijnswerkers, etc.. ) en de betrokken directies over de
Nadere informatieKrakende ketens in de zorg voor kwetsbare ouderen
Krakende ketens in de zorg voor kwetsbare ouderen Verbeter de zorg begin bij jezelf! Stedelijk advies Amsterdam Knelpunten en oplossingsmogelijkheden SIGRA 1 2 mei 2017 Grootste uitdagingen 2 1 e in LIJN
Nadere informatiePROJECTPLAN Proeftuin AWBZ naar Wmo
Regio Gooi en Vechtstreek wmo@regiogenv.nl Postbus 251, 1400 AG, Bussum PROJECTPLAN Proeftuin AWBZ naar Wmo ALGEMENE KENMERKEN Auteurs: J. van Slooten / H. Uneken Opdrachtgever: Bestuurlijk overleg convenant
Nadere informatiePlan van Aanpak 2012
Plan van Aanpak 2012 Auteurs: Mevr. B.H.(Bernadette) Hessing, coördinator/meldpunt dementie zorgketen A dam Zuidoost & Diemen Dhr. V.W.G. (Wouter) Hogervorst, medisch directeur GAZO en lid dagelijks bestuur
Nadere informatiePalliatieve zorg in de eerste lijn
Palliatieve zorg in de eerste lijn Resultaten van een landelijke behoefte-inventarisatie onder zorgverleners, patiënten en naasten en de rol van PaTz hierbij. Ian Koper Roeline Pasman Bart Schweitzer Bregje
Nadere informatieJaarverslag Jaarverslag Netwerk Palliatieve Zorg regio Arnhem en de Liemers
Inhoud Pagina 1. Inleiding 2 2. Netwerk Palliatieve Zorg regio Arnhem 3 3. Visie, doelstelling en doelgroep 5 4. Activiteiten Netwerken 5 5. Overige activiteiten 11 6. Toekomst 12 Bijlagen: 1.. Aanbod
Nadere informatieVernieuwingen belangrijk voor SSB vanaf 2013
Vernieuwingen belangrijk voor SSB vanaf 2013 De veranderde financieringstroom voor de verpleeghuizen De Aanspreekbare functionarissen zullen hier regelmatig over afstemmen binnen hun overlegvorm Zelfevaluatie
Nadere informatieVerpleegkundige teams bij ZZG zorggroep
Verpleegkundige teams bij ZZG zorggroep Praktijk verhaal Naam presentator Marieke van Haaren gebiedsondersteuner ZZG zorggroep, gebied Wijchen, Maas en Waal Programma Wie is ZZG zorggroep? Ontwikkeling
Nadere informatie