DE INBRENG EN INKORTING VAN LEVENSVERZEKERINGEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "DE INBRENG EN INKORTING VAN LEVENSVERZEKERINGEN"

Transcriptie

1 DE INBRENG EN INKORTING VAN LEVENSVERZEKERINGEN Joy Vingerhoets Studentennummer: Promotor: Prof. dr. Jan Bael Commissaris: Daan De Witte Masterproef voorgelegd voor het behalen van de graad master in de richting Master of Laws in het Notariaat Academiejaar:

2 De inbreng en inkorting van levensverzekeringen Inhoudsopgave Voorwoord... 3 Hoofdstuk I. Inleiding... 3 Hoofdstuk II. De begunstiging bij levensverzekering... 4 Afdeling 1. De levensverzekering als typevoorbeeld van het derdenbeding... 4 Afdeling 2. De aanwijzing en identificatie van de begunstigde Algemeen Aanspraken iure proprio of iure hereditario?... 6 A. Belang... 6 B. Gemeenrechtelijke interpretatie... 7 C. Art. 174 Verzekeringswet... 8 Hoofdstuk III. De erfrechtelijke gevolgen van de begunstiging bij levensverzekering Afdeling 1. Art. 188 Verzekeringswet en zijn geschiedenis Afdeling 2. Art. 188 Verzekeringswet en zijn hedendaagse (knel)punten Toepassingsgebied ratione materiae A. Levensverzekering B. Aanspraken iure proprio C. Quid met groepsverzekeringen? D. Onrechtstreekse schenking Geen vrijstelling van inkorting A. Toepassing gemeen erfrecht B. Betwisting omtrent de datum van de schenking Weerlegbaar vermoeden van vrijstelling van inbreng A. Principiële vrijstelling van inbreng B. Tenzij de verzekeringnemer tot inbreng verplicht Voorwerp van de schenking Afdeling 3. Evaluatie Hoofdstuk IV. Besluit Bijlage. Bibliografie

3 Voorwoord Graag zou ik mijn promotor, Prof. dr. Jan Bael en commissaris, Daan De Witte bedanken voor de tijd die zij investeerden in het begeleiden van deze meesterproef. Daarnaast wil ik deze meesterproef opdragen aan mijn ouders, grootouders en zus die mij zowel gedurende mijn rechtenopleiding als gedurende de master notariaat onvoorwaardelijk gesteund hebben. Hoofdstuk I. Inleiding 1. De erfrechtelijke behandeling van begunstiging via levensverzekering is reeds vele jaren een omstreden materie. Dit komt omdat art. 124 van de Wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst 1 de schenking onder de vorm van een levensverzekering tot voor kort aan een bijzonder erfrechtelijk regime onderwierp. Art. 124 WLVO 1992 luidde als volgt: In geval van overlijden van de verzekeringnemer zijn de premies die hij heeft betaald, niet aan inbreng of inkorting onderworpen, behalve voor zover het betaalde kennelijk buiten verhouding staat tot zijn vermogenstoestand, in welk geval de inbreng of de inkorting het bedrag van de opeisbare prestaties niet mag overschrijden. De verzekeringnemer kon dus door zijn vermogen onder te brengen in een verzekeringsproduct een substantieel deel van zijn vermogen aan zijn nalatenschap (en bijgevolg aan de aanspraken van zijn reservataire erfgenamen) onttrekken. 2 Met de Wet van 10 december 2012 tot wijziging van art. 124 van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst 3 heeft de wetgever, in aansluiting op rechtspraak van het Grondwettelijk Hof dienaangaande 4, een einde gesteld aan dit bijzonder regime. Voortaan moeten ook schenkingen die onrechtstreeks via een levensverzekering plaatsvinden in de nalatenschap worden verrekend. Deze bepaling werd overgenomen in art. 188 van de Wet van 1 Wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst, BS 20 augustus Verder: WLVO S. SEYNS, De erfrechtelijke behandeling van een begunstiging via levensverzekering: een praktische handleiding, T.Not. 2013, afl. 4, (209) Wet van 10 december 2012 tot wijziging van art. 124 van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst betreffende de inkorting van het kapitaal van een levensverzekering in geval van erfopvolging, BS 11 januari Verder: WLVO GwH 26 juni 2008, nr. 96/2008, Arr.GwH 2008, afl. 3, 1547 en GwH 16 december 2010, nr. 147/2010, Arr.GwH 2010, afl. 5,

4 4 april 2014 betreffende de verzekeringen 5 die als volgt luidt: In geval van overlijden van de verzekeringnemer is de verzekeringsprestatie, overeenkomstig het Burgerlijk Wetboek, onderworpen aan inkorting en, voor zover de verzekeringnemer dit uitdrukkelijk heeft bedongen, aan de inbreng. Op deze manier heeft de wetgever een einde willen stellen aan de mogelijkheid om via het afsluiten van een levensverzekering de erfrechtelijke regels van inbreng en inkorting te omzeilen Centraal in deze meesterproef staat art. 188 Verzekeringswet die de erfrechtelijke gevolgen van de levensverzekering regelt. De geschiedenis van het artikel komt hierbij aan bod, maar de nadruk ligt voornamelijk op de hedendaagse knelpunten aangaande de inbreng en inkorting van levensverzekeringen. Deze uiteenzetting wordt gevolgd door een evaluatie van het huidige artikel. Vooraleer ik hierop inga, wordt kort de begunstiging bij levensverzekering besproken. Ik sta stil bij de levensverzekering als typevoorbeeld van het derdenbeding en de aanwijzing en identificatie van de begunstigde voor zover dit relevant is voor de inbreng en inkorting. Hoofdstuk II. De begunstiging bij levensverzekering Afdeling 1. De levensverzekering als typevoorbeeld van het derdenbeding 3. De aanwijzing van een begunstigde bij levensverzekering steunt op het derdenbeding als juridische grondslag (art BW 7 ). De levensverzekering is een derdenbeding waarin de verzekeraar belooft aan de verzekeringnemer om, bij zijn 8 (niet) overlijden, een voordeel uit te keren aan een derde begunstigde. 9 Het obligatoire effect van de verbintenis van de verzekeraar tegenover de verzekeringnemer wordt door middel van het derdenbeding uitgebreid ten gunste van een derde. De begunstigde derde ontleent een eigen, rechtstreeks vorderingsrecht aan de verbintenis van de verzekeraar tegenover de verzekeringnemer om een verzekeringsprestatie uit te keren (art. 185 Verzekeringswet). Dit vormt een uitzondering op 5 Wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen, BS 30 april Verder: Verzekeringswet. 6 S. SEYNS, De erfrechtelijke behandeling van een begunstiging via levensverzekering: een praktische handleiding, T.Not. 2013, afl. 4, (209) Burgerlijk Wetboek 21 maart 1804, Code Napoléon 3 september In deze meesterproef wordt voornamelijk stilgestaan bij de hypothese dat de verzekeringnemer de verzekering heeft afgesloten op zijn eigen hoofd. Uiteraard kan hij dit ook doen op het hoofd van een derde. 9 J. BAEL, Artikel 124 van de wet landverzekeringsovereenkomst in het licht van de recente rechtspraak, T.Not. 2004, afl. 12, (662)

5 het relativiteitsbeginsel (art BW). 10 Deze verhouding tussen de verzekeraar en de begunstigde kunnen we omschrijven als de prestatieverhouding. 11 Naast de prestatieverhouding tussen de verzekeraar en de begunstigde hebben we een valutaverhouding tussen de verzekeringnemer en de begunstigde. De begunstigde verkrijgt op grond van het derdenbeding geen recht tegenover de verzekeringnemer, maar het is wel dankzij de verzekeringnemer dat hij/zij een voordeel ontvangt. Het recht van de begunstigde volgt juridisch-technisch uit het vermogen van de verzekeraar, maar economisch bekeken uit het vermogen van de verzekeringnemer. 12 Afdeling 2. De aanwijzing en identificatie van de begunstigde 1. Algemeen 4. De verzekeringnemer heeft het recht één of meer begunstigden aan te wijzen (art. 169, 1 Verzekeringswet). Hij is echter niet verplicht dit te doen. 13 Wanneer er geen begunstigde aangewezen is of wanneer de aanwijzing herroepen is of geen gevolg kan hebben, komt de verzekeringsprestatie toe aan de verzekeringnemer of aan zijn nalatenschap (art. 170 Verzekeringswet). Dit is een toepassing van art BW dat stelt dat men wordt geacht voor zichzelf en voor zijn erfgenamen en rechtverkrijgenden te hebben bedongen, tenzij het tegendeel uitdrukkelijk is bepaald. 14 De verzekeringnemer moet zijn recht op aanwijzing van de begunstigde niet noodzakelijk uitoefenen op het moment van contractsluiting. De aanwijzing van de begunstigde(n) is geen geldigheidsvereiste voor de totstandkoming van het levensverzekeringscontract N. CARETTE, Krachtlijnen van het derdenbeding in N. CARETTE (ed.), Begunstiging bij levensverzekering, Antwerpen, Intersentia, 2013, (1) R. BARBAIX en N. CARETTE, Verzekeringen in het familiaal vermogensrecht in Themis Familiaal vermogensrecht, Brugge, die Keure, 2013, (1) R. BARBAIX en N. CARETTE, Verzekeringen in het familiaal vermogensrecht in Themis Familiaal vermogensrecht, Brugge, die Keure, 2013, (1) B. WEYTS, De begunstiging bij levensverzekeringen volgens de Wet Landverzekeringsovereenkomst, T.Verz. 2013, afl. 3, (253) C. DEVOET, Les droits du preneur d assurance et du bénéficiaire d une assurance-vie individuelle en droit belge et luxembourgeois, T.Verz. 2010, afl. 1, (5) B. WEYTS, Verzekeringsrechtelijke aspecten van begunstiging bij levensverzekering in N. CARETTE (ed.), Begunstiging bij levensverzekering, Antwerpen, Intersentia, 2013, (33)

6 De begunstigde moet louter identificeerbaar zijn wanneer de verzekerde prestaties opeisbaar worden (art. 169, 2 Verzekeringswet). Dit wil zeggen dat de begunstigde in het verzekeringscontract ofwel nominatief moet aangeduid worden dan wel generatief, bv. door mijn kinderen of mijn echtgenoot aan te duiden als begunstigde(n) Aanspraken iure proprio of iure hereditario? A. Belang 5. Is een erfgenaam, erfgerechtigde, erfopvolger of rechtverkrijgende van de verzekeringnemer aangeduid als begunstigde van de levensverzekering, dan rijst de vraag of die aanwijzing de begunstigde een nieuw, eigen en rechtstreeks recht verschaft (iure proprio), dan wel een loutere bevestiging is van zijn erfrechtelijke aanspraken (iure hereditario). 17 Het onderscheid tussen beide gevallen is wezenlijk. Verkrijgt de begunstigde het voordeel krachtens zijn aanspraken in de nalatenschap van de verzekeringnemer dan kan hij die aanspraken verliezen (bv. indien hij de nalatenschap verwerpt) of dan kunnen die aanspraken hem worden ontnomen (bv. via testament). Het vermogensvoordeel passeert via het vermogen van de verzekeringnemer waardoor de begunstigde de verhaalsaanspraken van schuldeisers en eventuele andere rechtverkrijgenden van de verzekeringnemer ondergaat. 18 Verkrijgt de begunstigde daarentegen een nieuw, eigen en rechtstreeks recht tegenover de verzekeraar, dan blijft het voordeel buiten het vermogen van de verzekeringnemer (en diens schuldeisers en eventuele andere rechtverkrijgenden). De begunstigde kan de nalatenschap bijvoorbeeld verwerpen zonder het bedongen voordeel te verliezen. De erfrechtelijke mechanismen van plaatsvervulling en kloving zijn evenmin van toepassing bij verdeling van het kapitaal. 19 Zijn er meerdere begunstigden aangeduid dan geschiedt de verdeling in gelijke delen C. DEVOET, Les droits du preneur d assurance et du bénéficiaire d une assurance-vie individuelle en droit belge et luxembourgeois, T.Verz. 2010, afl. 1, (5) B. WEYTS, De begunstiging bij levensverzekeringen volgens de Wet Landverzekeringsovereenkomst, T.Verz. 2013, afl. 3, (253) R. BARBAIX en N. CARETTE, Verzekeringen in het familiaal vermogensrecht in Themis Familiaal vermogensrecht, Brugge, die Keure, 2013, (1) K. BOONE, De aanduiding van de wettelijke erfgenamen als de begunstigden van een levensverzekering: concrete gevolgen van de wet van 13 januari 2012 tot invoeging van art. 110/1 in de Landverzekeringswet, NFM 2012, afl. 5, (142) R. BARBAIX en N. CARETTE, Verzekeringen in het familiaal vermogensrecht in Themis Familiaal vermogensrecht, Brugge, die Keure, 2013, (1) 4. 6

7 B. Gemeenrechtelijke interpretatie 6. In de praktijk zien we interpretatieproblemen 21 ontstaan bij de aanduiding van de erfgenamen of erfopvolgers als begunstigden van de levensverzekering. Vaak is het hierbij onduidelijk aan wie de verzekeringnemer de verzekeringsprestatie wilde toekennen. 22 De begrippen erfgenaam en erfopvolger hebben immers een andere betekenis. De erfopvolger is degene die tot de nalatenschap wordt geroepen op grond van de wet, een overeenkomst of een testament. Hij wordt slechts als erfgenaam beschouwd wanneer hij de nalatenschap heeft aanvaard. 23 In het raam van de levensverzekeringsovereenkomst wil dit zeggen dat de erfopvolgers, wanneer zij worden aangeduid als begunstigden, een recht op de verzekeringsprestatie hebben. Het betreft in dat geval een recht iure proprio. Het speelt geen enkele rol of ze de nalatenschap al dan niet aanvaarden. De verzekeringsprestatie zal immers niet in de nalatenschap terechtkomen, ze bezitten een nieuw, eigen en rechtstreeks recht ten opzichte van de verzekeraar. 24 Wanneer daarentegen de erfgenamen als begunstigden worden aangewezen, wordt (strikt juridisch gezien) verwezen naar diegenen die de nalatenschap daadwerkelijk aanvaarden. Hun hoedanigheid als erfgenaam bepaalt hun recht op de verzekeringsprestatie. Zij bezitten slechts iure hereditario het recht op de verzekeringsprestatie en hebben geen eigen recht tegenover de verzekeraar. In dit geval zal de verzekeringsprestatie dus wel terechtkomen in de nalatenschap In de rechtsleer wordt opgemerkt dat het vreemd is dergelijk verstrekkend gevolg te koppelen aan het onderscheid tussen de begrippen erfopvolger en erfgenaam. 26 Vaak zal de verzekeringnemer (en de verzekeraar) niet op de hoogte zijn van het onderscheid tussen 21 Het is niet de bedoeling van deze meesterproef om uitgebreid in te gaan op deze problematiek. Ik beperk mij tot wat relevant is in het kader van de inbreng en inkorting. Voor een uitgebreidere analyse zie: K. BOONE, De aanduiding van de wettelijke erfgenamen als de begunstigden van een levensverzekering: concrete gevolgen van de wet van 13 januari 2012 tot invoeging van art. 110/1 in de Landverzekeringswet, NFM 2012, afl. 5, ; N. CARETTE en A. VERBEKE, Aanwijzing van erfgenamen als begunstigde van een levensverzekering in Confronting the frontiers of family and succession law. Liber amicorum Walter Pintens, Antwerpen, Intersentia, 2012, ; R. BARBAIX en N. CARETTE, Verzekeringen in het familiaal vermogensrecht in Themis Familiaal vermogensrecht, Brugge, die Keure, 2013, K. BERNAUW, De verzekering en erfrecht in J. ROGGE (ed.), Levensverzekeringen en giften. T.Verz. Dossier 2008, Mechelen, Kluwer, 2008, (11) 30 e.v. 23 N. CARETTE, Derdenbeding, Antwerpen, Intersentia, 2011, K. BOONE, De aanduiding van de wettelijke erfgenamen als de begunstigden van een levensverzekering: concrete gevolgen van de wet van 13 januari 2012 tot invoeging van art. 110/1 in de Landverzekeringswet, NFM 2012, afl. 5, (142) N. CARETTE, Derdenbeding, Antwerpen, Intersentia, 2011, 396; N. CARETTE en A. VERBEKE, Aanwijzing van erfgenamen als begunstigde van een levensverzekering in Confronting the frontiers of family and succession law. Liber amicorum Walter Pintens, Antwerpen, Intersentia, 2012, (267) N. CARETTE, Derdenbeding, Antwerpen, Intersentia, 2011,

8 deze twee begrippen. Men zou het technisch onderscheid tussen deze twee begrippen ook zo kunnen begrijpen dat dit slechts relevant is voor de vaststelling wanneer iemand in aanmerking komt als begunstigde. In de mate dat men wordt gekwalificeerd als begunstigde in de levensverzekering verkrijgt men dan een eigen recht. In geval van aanwijzing van de erfgenamen komen slechts zij die de nalatenschap aanvaardt hebben in aanmerking als begunstigde. Aanvaardt een erfopvolger de nalatenschap, dan is hij erfgenaam en voldoet hij aan de omschrijving van de begunstigde. Hij verkrijgt een eigen recht, iure proprio, op grond van de levensverzekeringsovereenkomst. Verwerpt de erfopvolger de nalatenschap, dan wordt hij geen erfgenaam en dus geen begunstigde. In dat geval heeft hij geen recht op het voordeel uit de overeenkomst. 27 Het risico bestaat dat wanneer de erfgenamen worden aangeduid als begunstigden de uitkering van de verzekeringsprestatie aan de nalatenschap niet in overeenstemming is met de werkelijke wil van de verzekeringnemer. 28 Het is dus belangrijk voldoende aandacht te besteden aan een zorgvuldige opstelling van de begunstigingsclausule. 29 C. Art. 174 Verzekeringswet 8. De wetgever heeft met art. 174 Verzekeringswet (het oude art. 110/1 WLVO ) trachten tegemoet te komen aan enkele kritiekpunten in de rechtsleer wat betreft de aanwijzing van de wettelijke erfgenamen als begunstigden. Art. 174 Verzekeringswet bepaalt dat wanneer de wettelijke erfgenamen als begunstigden worden aangewezen zonder bij name te zijn vermeld, onder voorbehoud van tegenbewijs of andersluidend beding, de verzekeringsprestatie verschuldigd is aan de nalatenschap van de verzekeringnemer. Het betreft met andere woorden een beding voor zichzelf (art BW) in plaats van een derdenbeding. De wettelijke erfgenamen verkrijgen hun aanspraken iure hereditario en vallen 27 N. CARETTE en A. VERBEKE, Aanwijzing van erfgenamen als begunstigde van een levensverzekering in Confronting the frontiers of family and succession law. Liber amicorum Walter Pintens, Antwerpen, Intersentia, 2012, (267) B. WEYTS, Verzekeringsrechtelijke aspecten van begunstiging bij levensverzekering in N. CARETTE (ed.), Begunstiging bij levensverzekering, Antwerpen, Intersentia, 2013, (33) N. CARETTE en A. VERBEKE, Aanwijzing van erfgenamen als begunstigde van een levensverzekering in Confronting the frontiers of family and succession law. Liber amicorum Walter Pintens, Antwerpen, Intersentia, 2012, (267) Wet van 13 januari 2012 tot invoeging van artikel 110/1 in de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst, wat de aanwijzing betreft van een begunstigde in een levensverzekeringsovereenkomst, BS 24 februari

9 buiten het toepassingsgebied van art. 188 Verzekeringswet. Bijgevolg is het gemeen erfrecht van toepassing. 31 De verzekeringsprestatie die als vermogensbestanddeel toekomt aan de nalatenschap van de verzekeringnemer wordt toebedeeld via de erfrechtelijke devolutie. Dit wil zeggen dat indien er een testament is, dit bepalend is voor wie het voordeel bekomt: algemene legataris(sen), legataris(sen) onder algemene titel of bijzondere legataris(sen) en/of (deels) andere (wettelijke of contractuele) erfgenamen. Bij gebrek aan een testament wordt het voordeel toebedeeld op grond van de wettelijke devolutie Het wettelijk vermoeden dat wordt ingevoerd door artikel 174 Verzekeringswet is weerlegbaar en geldt onder voorbehoud van tegenbewijs of andersluidend beding. Dit tegenbewijs kan met alle middelen van recht worden geleverd. Denk bijvoorbeeld aan de toevoeging in eigen naam of in het individuele voordeel van. Dit vermoeden kan ook worden weerlegd door toevoeging van de naam van de wettelijke erfgenamen Art. 174 Verzekeringswet spreekt enkel over de aanwijzing van de wettelijke erfgenamen. De vraag rijst of generieke(re) aanwijzingen zoals erfgenamen, erfopvolgers, erfgerechtigden of rechtverkrijgenden hier ook onder vallen. Het lijkt verdedigbaar dat zij nog steeds als begunstigde van een eigen recht kunnen worden beschouwd, al kan men dit enigszins betwijfelen gezien het gebrek aan kennis bij de verzekeringnemers over de verschillen tussen deze termen. Anderzijds spreekt de wet enkel over de wettelijke erfgenamen en mogen we ervan uitgaan dat de verzekeraar de verzekeringnemer correct inlicht over de draagwijdte van dit begrip. 34 Dit blijkt echter niet altijd het geval te zijn. Uiteindelijk komt deze problematiek neer op het achterhalen van de werkelijke bedoeling van de verzekeringnemer. Het is echter zelden mogelijk hierover volstrekte zekerheid te 31 K. BOONE, De aanduiding van de wettelijke erfgenamen als de begunstigden van een levensverzekering: concrete gevolgen van de wet van 13 januari 2012 tot invoeging van art. 110/1 in de Landverzekeringswet, NFM 2012, afl. 5, (142) Amendement inzake het wetsvoorstel tot wijziging van artikel 107 van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst wat de aanwijzing betreft van een begunstigde in een levensverzekeringsovereenkomst, Parl.St. Belgische Senaat , nr /2. 33 B. WEYTS, De begunstiging bij levensverzekeringen volgens de Wet Landverzekeringsovereenkomst, T.Verz. 2013, afl. 3, (253) N. CARETTE en A. VERBEKE, Aanwijzing van erfgenamen als begunstigde van een levensverzekering in Confronting the frontiers of family and succession law. Liber amicorum Walter Pintens, Antwerpen, Intersentia, 2012, (267)

10 verwerven. Mijns inziens lijkt het wenselijk hieromtrent rechtszekerheid te scheppen door de bepaling uit te breiden naar de overige generieke(re) aanwijzingen ( erfgenamen, erfopvolgers, erfgerechtigden of rechtverkrijgenden ). Hoewel dit afstand doet van de initiële bedoeling van de Verzekeringswet, namelijk een eigen recht creëren voor de begunstigde (door middel van een derdenbeding) dat onmiddellijk ontstaat 35, lijkt dit mij de meest wenselijke oplossing. Bovendien kan aan het wettelijke vermoeden gemakkelijk worden ontkomen door de begunstigde(n) aan te duiden bij naam of door het leveren van tegenbewijs. Er wordt gepleit voor een soepele interpretatie van het mogelijk tegenbewijs, aangezien de wilsautonomie van de verzekeringnemer de rode draad moet blijven bij de begunstiging. 36 Ik kan mij hierbij aansluiten, al kan dit opnieuw tot heel wat discussie leiden. De essentie van het probleem ligt dan ook in een gebrek aan informatie en voorlichting bij het sluiten van de verzekeringsovereenkomst. Het probleem moet in eerste instantie worden aangepakt via de informatie- en voorlichtingsplicht van de bij het sluiten van de levensverzekering betrokken actoren. 37 De notaris kan hier een rol in spelen door bij het sluiten van een testament de verzekeringnemer correct te informeren over de begunstiging via (reeds afgesloten) levensverzekering. 38 Het lijkt aangeraden de begunstigden nominatief aan te duiden wanneer het de bedoeling is van de verzekeringnemer om de begunstigden een eigen recht toe te kennen en de principes van het wettelijk erfrecht uit te schakelen Zie art. 185 Verzekeringswet. 36 N. CARETTE en A. VERBEKE, Aanwijzing van erfgenamen als begunstigde van een levensverzekering in Confronting the frontiers of family and succession law. Liber amicorum Walter Pintens, Antwerpen, Intersentia, 2012, (267) N. CARETTE en A. VERBEKE, Aanwijzing van erfgenamen als begunstigde van een levensverzekering in Confronting the frontiers of family and succession law. Liber amicorum Walter Pintens, Antwerpen, Intersentia, 2012, (267) S. SEYNS, Discrepantie tussen de begunstiging via levensverzekering en de begunstiging via testament. Wie haalt het?, T.Not. 2014, afl. 11, (676) B. WEYTS, Verzekeringsrechtelijke aspecten van begunstiging bij levensverzekering in N. CARETTE (ed.), Begunstiging bij levensverzekering, Antwerpen, Intersentia, 2013, (33)

11 Hoofdstuk III. De erfrechtelijke gevolgen van de begunstiging bij levensverzekering Afdeling 1. Art. 188 Verzekeringswet en zijn geschiedenis 11. Art. 188 Verzekeringswet (een letterlijke overname van art. 124 WLVO 2012) bepaalt dat de verzekeringsprestatie in geval van overlijden van de verzekeringnemer onderworpen is aan de inkorting en, voor zover de verzekeringnemer het uitdrukkelijk heeft bedongen, aan de inbreng. Dit wil zeggen dat (voor zover de begunstiging als een onrechtstreekse schenking kan worden gekwalificeerd) de begunstigde, tenzij anders bedongen, wordt vrijgesteld van inbreng. Hij is echter niet langer vrijgesteld van inkorting. Dit was voor de WLVO 2012 wel mogelijk. Art. 124 WLVO 1992 luidde als volgt: In geval van overlijden van de verzekeringnemer zijn de premies die hij heeft betaald, niet aan inbreng of inkorting onderworpen, behalve voor zover het betaalde kennelijk buiten verhouding staat tot zijn vermogenstoestand, in welk geval de inbreng of de inkorting het bedrag van de opeisbare prestaties niet mag overschrijden. De begunstigde was in de regel niet tot inbreng of inkorting van de verzekeringsprestatie gehouden. Enkel bij een kennelijke wanverhouding tussen de betaalde premies en de vermogenstoestand van de verzekeringnemer verviel de vrijstelling van inbreng of inkorting. De erfrechtelijke verrekening beperkte zich in dat geval uitsluitend tot de betaalde premies en strekte zich niet uit tot het uitgekeerde kapitaal. Voortaan speelt een wanverhouding tussen de premies en de vermogenstoestand van de verzekeringnemer niet meer. Eventuele inbreng of inkorting hebben daarnaast steeds betrekking op het kapitaal De wijziging van het oorspronkelijke art. 124 WLVO 1992 is een gevolg van een arrest van het Grondwettelijk Hof van 26 juni waarin het Hof oordeelde dat art. 124 WLVO 1992 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schond, in zoverre het ertoe leidde dat, in geval van een spaarverrichting door de erflater in de vorm van een gemengde levensverzekering, de reserve niet kon worden aangevoerd ten aanzien van het kapitaal. Indien de erflater hetzelfde kapitaal opbouwde door middel van een aankoop van effecten of 40 S. SEYNS, De erfrechtelijke behandeling van een begunstiging via levensverzekering: een praktische handleiding, T.Not. 2013, afl. 4, (209) GwH 26 juni 2008, nr. 96/2008, Arr.GwH 2008, afl. 3,

12 andere spaartegoeden kon de reserve wel worden ingeroepen en kon een vordering tot inkorting worden ingesteld. Dit maakte volgens het Grondwettelijk Hof een schending uit van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. De gunstregeling die aan de levensverzekering door art. 124 WLVO 1992 werd verleend, was volgens het Hof vroeger verantwoord door het feit dat de levensverzekering werd opgevat als een normale daad van voorzorg die een beperkte verarming van het vermogen inhield (meestal nam ze de vorm aan van een betaling van periodieke premies van een redelijk bedrag). Volgens het Grondwettelijk Hof is dit vandaag de dag niet meer het geval. Sommige verzekeringsproducten zijn echte financiële beleggingsinstrumenten geworden waarbij aanzienlijke spaartegoeden worden gemobiliseerd, met als gevolg dat het voorbehouden gedeelte dat krachtens de wet aan de reservataire erfgenamen dient te worden gewaarborgd, ernstig kan worden aangetast. Dat kan ertoe leiden dat ten gevolge van een begunstiging door een verzekeringnemer van slechts een of meer van zijn kinderen, met uitsluiting van een of meer andere, de niet-begunstigde reservataire erfgenamen in werkelijkheid, in meer of mindere mate, worden onterfd. Bijgevolg kan de in het geding zijnde maatregel volgens het Hof tot onevenredige gevolgen leiden wat de behandeling van verschillende categorieën van reservataire erfgenamen betreft, naargelang zij al dan niet begunstigde zijn van de levensverzekeringsovereenkomst van de erflater. Het Grondwettelijk Hof zegt dat er geen verantwoording bestaat om reservataire erfgenamen begunstigden van een levensverzekeringsovereenkomst anders te behandelen, wat de inbreng en de inkorting betreft, dan reservataire erfgenamen begunstigden van een andere vrijgevigheid, zoals een schenking In een arrest van 16 december boog het Hof zich opnieuw over het art. 124 WLVO. Ditmaal rees de vraag of art. 124 WLVO 1992 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schond in zoverre die bepaling ertoe leidde dat, in geval van een spaarverrichting door de erflater in de vorm van een gemengde levensverzekering, de inbreng niet kon worden aangevoerd ten aanzien van het kapitaal. Het Hof beantwoordde deze vraag ontkennend. Het Hof stelt dat de inbreng (in tegenstelling tot de reserve die alleen in de bij de wet bepaalde gevallen kan worden uitgesloten, die alleen kan worden aangevoerd door de reservataire 42 C. VAN SCHOUBROECK, T. MEURS, J. AMANKWAH, N. GLIBERT, Persoonsverzekeringen, TPR 2016, afl. 2-3, (1078) GwH 16 december 2010, nr. 147/2010, Arr.GwH 2010, afl. 5,

13 erfgenamen en die voor de erflater niet beschikbaar is) gewoon kan worden uitgesloten door de eenvoudige wil van de schenker. Geen element maakte het mogelijk in dat opzicht te verantwoorden dat de in het geding zijnde verzekeringsovereenkomsten anders werden behandeld dan andere akten om niet. De erflater heeft zowel in het geval van een schenking als in het geval van een levensverzekering de mogelijkheid om zijn wil te laten primeren, zodat het verschil in behandeling niet als onverantwoord kan worden beschouwd Artikel 124 WLVO 1992 vormde een belangrijke uitzondering op de gemeenrechtelijke regel dat schenkingen (onder welke vorm die ook plaatsvinden) bij overlijden van de schenker aan inbreng en inkorting onderworpen zijn. Met de WLVO 2012 heeft de wetgever zich willen aansluiten bij de rechtspraak van het Grondwettelijk Hof. Voortaan worden ook schenkingen die onrechtstreeks via aan levensverzekering tot stand komen aan inkorting en, voor zover de verzekeringnemer het uitdrukkelijk heeft bedongen, aan inbreng onderworpen. Hiermee heeft de wetgever een einde gesteld aan de mogelijkheid om via een levensverzekering de (dwingende) erfrechtelijke regels te omzeilen. 45 Deze bepaling werd in 2014 overgenomen in art. 188 Verzekeringswet. Afdeling 2. Art. 188 Verzekeringswet en zijn hedendaagse (knel)punten 1. Toepassingsgebied ratione materiae A. Levensverzekering 15. Art. 188 Verzekeringswet is slechts geldig wanneer de bijzondere bepalingen inzake levensverzekeringen van toepassing zijn. 46 Dit is het geval wanneer het een persoonsverzekering betreft waarbij het zich voordoen van het verzekerd voorval alleen afhankelijk is van de menselijke levensduur (art. 160 Verzekeringswet). Met andere woorden is de levensverzekering een verzekeringsovereenkomst waarbij de verzekeraar zich ertoe verbindt, in ruil voor de betaling van (een) premie(s), een vast bedrag uit te keren aan de 44 C. VAN SCHOUBROECK, T. MEURS, J. AMANKWAH, N. GLIBERT, Persoonsverzekeringen, TPR 2016, afl. 2-3, (1078) S. SEYNS, De erfrechtelijke behandeling van een begunstiging via levensverzekering: een praktische handleiding, T.Not. 2013, afl. 4, (209) R. BARBAIX en N. CARETTE, Familiaal vermogensrechtelijke aspecten van begunstiging bij levensverzekering in N. CARETTE (ed.), Begunstiging bij levensverzekering, Antwerpen, Intersentia, 2013 (49)

14 verzekeringnemer of aan een derde begunstigde wanneer er zich een gebeurtenis voordoet die alleen afhankelijk is van de menselijke levensduur. 47 De exclusieve koppeling aan de menselijke levensduur impliceert dat de levensverzekering ofwel het overlijden, ofwel het overleven (niet overlijden) van de verzekeringnemer dekt of een combinatie van beiden. 48 Gewone spaar- en beleggingsproducten vallen hier niet onder. 49 Het volstaat dat de verzekering uitsluitend gekoppeld is aan de menselijke levensduur opdat er van een levensverzekering sprake is. 50 Vroeger bestond er discussie over de noodzaak van een kanselement om van een levensverzekering te kunnen spreken en, indien een kanselement vereist was, wat dit kanselement dan kon zijn. Bepaalde rechtspraak en rechtsleer waren de mening toegedaan dat er geen levensverzekering aan de orde was indien enkel het tijdstip van de uitkering onzeker was, maar niet de omvang van de opgenomen verbintenissen. 51 De wetgever heeft deze discussie beslecht bij interpretatieve wet van 19 juli tot wijziging van art. 97 WLVO. Art. 160 Verzekeringswet incorporeert deze interpretatie door te bepalen dat van een levensverzekering sprake is wanneer de verzekering uitsluitend gekoppeld is aan de menselijke levensduur, zelfs indien de partijen de wederzijdse prestaties hebben geëvalueerd zonder rekening te houden met de voorvalswetten. 53 Het beslissende criterium zit dus niet langer in de definitie van het kanscontract in het BW, maar in het verzekeringsrecht. 54 We hebben te maken met een levensverzekering telkens wanneer de verzekering uitsluitend verbonden is aan de menselijke levensduur, ongeacht of de 47 P. COLLE, Handboek bijzonder gereglementeerde verzekeringscontracten, Antwerpen, Intersentia, 2015, R. BARBAIX, Levensverzekeringen in T. VANSWEEVELT en B. WEYTS (eds.), Handboek verzekeringsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2016, (839) R. BARBAIX en N. CARETTE, Familiaal vermogensrechtelijke aspecten van begunstiging bij levensverzekering in N. CARETTE (ed.), Begunstiging bij levensverzekering, Antwerpen, Intersentia, 2013 (49) R. BARBAIX, Levensverzekeringen in T. VANSWEEVELT en B. WEYTS (eds.), Handboek verzekeringsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2016, (839) Zie voor een uitgebreid overzicht van de verschillende standpunten hieromtrent: H. COUSY, Over de kwalificatie van levensverzekeringscontracten en de rol die daarin wordt gespeeld door het begrip van kanscontract in Knelpunten Kanscontracten, Antwerpen, Intersentia, 2004, ; J. BINON en B. DUBUISSON, L aléa dans les produits d assurance-vie. Le point de vue belge in Les nouveaux produits d assurance-vie. Droit civil et droit fiscal, Brussel, Bruylant, 2000, Wet van 19 juli 2013 tot interpretatie van art. 97 van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst, BS 8 augustus G. JOCQUÉ, De Wet Landverzekeringsovereenkomst en de Verzekeringswet 1874 in de nieuwe Wet Verzekeringen, RW , afl. 13, (483) C. VAN SCHOUBROECK, T. MEURS, J. AMANKWAH, N. GLIBERT, De landverzekeringsovereenkomst in het algemeen. Inleidende bepalingen, TPR 2016, afl. 2-3, (697)

15 onzekerheid gepaard gaat met de verzekerde gebeurtenis, dan wel met het tijdstip waarop de uitkering moet gebeuren. 55 B. Aanspraken iure proprio 16. Daarnaast is vereist dat via de levensverzekering aanspraken iure proprio en niet iure hereditario worden toegekend. Indien de wettelijke erfgenamen als begunstigden worden aangewezen, zonder bij naam te worden vermeld, spreken we van rechten iure hereditario. In dergelijk geval gaat het niet om een derdenbeding (art BW), maar om een beding voor zichzelf (art BW). 56 Slechts wanneer de rechten iure proprio worden toegekend, zijn de bijzondere regels van de Verzekeringswet van toepassing, aangevuld met de gemeenrechtelijke bepalingen inzake het derdenbeding (supra randnummers 5-10). 57 C. Quid met groepsverzekeringen? 17. De vraag rijst of art. 188 Verzekeringswet van toepassing is op groepsverzekeringen. Het artikel bepaalt immers dat bij overlijden van de verzekeringnemer de verzekeringsprestatie is onderworpen aan inkorting en, voor zover de verzekeringnemer dit uitdrukkelijk heeft bedongen, aan inbreng. Bij een groepsverzekering is het echter vaak de werkgever die de verzekering afsluit en optreedt als verzekeringnemer. Rechtspraak en rechtsleer zijn hieromtrent verdeeld. De Rechtbank van Eerste Aanleg te Antwerpen oordeelde op 21 maart 2012 dat art. 124 WLVO niet toepasselijk is op groepsverzekeringen, aangezien de werkgever bij een groepsverzekeringscontract de verzekeringnemer is en de uitkering aan de begunstigde plaatsvindt ingeval van overlijden van de verzekerde werknemer. 58 Eenzelfde stelling wordt verdedigd door enkele auteurs in de 55 R. BARBAIX, Levensverzekeringen in T. VANSWEEVELT en B. WEYTS (eds.), Handboek verzekeringsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2016, (839) R. BARBAIX en N. CARETTE, Familiaal vermogensrechtelijke aspecten van begunstiging bij levensverzekering in N. CARETTE (ed.), Begunstiging bij levensverzekering, Antwerpen, Intersentia, 2013 (49) B. WEYTS, Verzekeringsrechtelijke aspecten van begunstiging bij levensverzekering in N. CARETTE (ed.), Begunstiging bij levensverzekering, Antwerpen, Intersentia, 2013, (33) Rb. Antwerpen 21 maart 2012, RABG 2012, afl. 12,

16 rechtsleer. 59 In hoger beroep werd echter geoordeeld dat art. 124 WLVO wel van toepassing is op de groepsverzekering. 60 Als argument wordt in de rechtsleer aangehaald dat de werkgever slechts formeel verzekeringnemer is. 61 De premies worden immers betaald met het loon van de verzekerde werknemer, zodat economisch gezien de werkgever bezwaarlijk als verzekeringnemer kan worden beschouwd. 62 Het is de werknemer die titularis is van het verzekerde belang en in feite de premielast draagt. 63 Naar mijn mening is art. 188 Verzekeringswet van toepassing op alle levensverzekeringen, zowel individuele als groepsverzekeringen. 64 Deze opvatting zien we ook opduiken in recente rechtspraak. 65 Het belang van deze discussie is echter grotendeels achterhaald, aangezien art. 188 Verzekeringswet nauw aansluit bij het gemeen erfrecht. 66 D. Onrechtstreekse schenking 18. Art. 188 Verzekeringswet is ratione materiae slechts van toepassing indien de begunstiging gebeurde ten titel van een schenking. Enkel giften kunnen immers worden onderworpen aan inbreng en inkorting. 67 Verscheidene instrumenten kunnen gebruikt worden om een schenking tot stand te brengen (bijvoorbeeld door een notariële akte, een handgift of een bankgift). Het levensverzekeringscontract is eveneens een mogelijk instrument. In dat geval spreekt men van een onrechtstreekse schenking, aangezien een neutraal medium wordt 59 C. VAN SCHOUBROECK, T. MEURS, J. AMANKWAH, N. GLIBERT, Persoonsverzekeringen, TPR 2016, afl. 2-3, (1078) Antwerpen 19 mei 2014, T.Verz. 2014, afl. 4, 414, noot E. VAN DEN HOUT. 61 R. BARBAIX en N. CARETTE, Familiaal vermogensrechtelijke aspecten van begunstiging bij levensverzekering in N. CARETTE (ed.), Begunstiging bij levensverzekering, Antwerpen, Intersentia, 2013 (49) F. BOUCKAERT, De landverzekeringswet in verhouding tot het huwelijksvermogensrecht en erfrecht, T.Verz. 2005, afl. 4, (627) K. BERNAUW, De verzekering en erfrecht in J. ROGGE (ed.), Levensverzekeringen en giften. T.Verz. Dossier 2008, Mechelen, Kluwer, 2008, (11) E. VAN DEN HOUT, Inbreng en inkorting bij uitkering van de groepsverzekering, T.Verz. 2014, afl. 4, (417) 418; F. TAINMONT, Le rapport et la réduction de la prestation d assurance à la lumière du nouvel article 124 de la loi du 25 juin 1992, RNB 2013, afl. 3072, (170) 186; J.-L. RENCHON, Le bénéfice d une assurance sur la vie en cas de décès et la liquidation de la succession in F. TAINMONT (ed.), L assurance-vie. Aspects civils et fiscaux, Brussel, Larcier, 2013, (167) Famrb. Namen 23 mei 2016, RNB 2016, afl. 3109, R. BARBAIX en N. CARETTE, Familiaal vermogensrechtelijke aspecten van begunstiging bij levensverzekering in N. CARETTE (ed.), Begunstiging bij levensverzekering, Antwerpen, Intersentia, 2013 (49) R. BARBAIX en N. CARETTE, Verzekeringen in het familiaal vermogensrecht in Themis Familiaal vermogensrecht, Brugge, die Keure, 2013, (1)

17 gebruikt voor het verwezenlijken van de schenking. 68 Is er sprake van een onrechtstreekse schenking via begunstiging van een levensverzekering dan worden de grondregels, maar niet de vormvoorwaarden van de schenking op de verhouding tussen de verzekeringnemer en de begunstigde toegepast. Hetzelfde geldt voor alle andere onrechtstreekse schenkingen. 69 Het instrument zelf (de levensverzekering) geeft echter niet aan met welke bedoeling een deel van het vermogen van de verzekeringnemer naar de begunstigde verschuift. De Verzekeringswet bepaalt evenmin uitdrukkelijk dat de aanwijzing van een begunstigde in een levensverzekering een schenking uitmaakt, noch wordt zij vermoedt dit te zijn. 70 Bij het openvallen van de nalatenschap dient dus, aan de hand van de regels van het burgerlijk recht, te worden nagegaan of de aanwijzing van de begunstigde moet worden gekwalificeerd als schenking of deze om een andere reden plaatsvond Vooraleer we van een schenking kunnen spreken dient voldaan te zijn aan twee constitutieve voorwaarden. De schenking omvat een materieel element en een intentioneel element. Het materiële element vergt een verarming van de schenker en een correlatieve verrijking van de begiftigde. Het intentionele element vereist dat de vermogensverschuiving tussen beiden plaatsvindt uit vrijgevigheid, animo donandi. 72 Degene die beweert dat een schenking voorligt, moet het bewijs hiervan leveren. De schenking wordt, zoals eerder vermeld, niet vermoed. 73 Het bewijs dat een vermogensverschuiving plaatsvindt, ligt in de aanwijzing van een persoon als begunstigde van een levensverzekering. Het vermogen van de verzekeringnemer verarmt 68 Het neutrale karakter wijst op het feit dat de verzekeringsovereenkomst op zich niet aangeeft wat de intentie is van de verzekeringnemer (D. PIGNOLET, Artikel 124 WLVO in R. BARBAIX en A.-L. VERBEKE (eds.), Actuele knelpunten familiaal vermogensrecht, (87) 89.) 69 R. BARBAIX en N. CARETTE, Verzekeringen in het familiaal vermogensrecht in Themis Familiaal vermogensrecht, Brugge, die Keure, 2013, (1) H. CASMAN, Levensverzekeringen, groepsverzekeringen en het familiaal vermogensrecht, T.Verz. 2012, afl. 3, (308) 310; R. BARBAIX en N. CARETTE, Familiaal vermogensrechtelijke aspecten van begunstiging bij levensverzekering in N. CARETTE (ed.), Begunstiging bij levensverzekering, Antwerpen, Intersentia, 2013 (49) J.-L. RENCHON, Le régime successoral des assurances sur la vie à la lumière complémentaire de l arrêt du 16 décembre 2010 de la cour constitutionelle, JT 2012, afl. 6468, (145) H. CASMAN, Levensverzekeringen, groepsverzekeringen en het familiaal vermogensrecht, T.Verz. 2012, afl. 3, (308) 310; R. BARBAIX en A.-L. Verbeke, Kernbegrippen familiaal vermogensrecht, Antwerpen, Intersentia, 2014, R. BARBAIX en A.-L. Verbeke, Kernbegrippen familiaal vermogensrecht, Antwerpen, Intersentia, 2014,

18 zich ten voordele van dat van de begunstigde. 74 Indien de begunstigde beweert een gelijkaardige tegenprestatie te hebben geleverd, dient hij elementen aan te brengen die dit aannemelijk maken. 75 Daarnaast moet worden aangetoond dat de aanwijzing van de begunstigde is gebeurd uit vrijgevigheid. Dit is een feitenkwestie die met alle middelen van recht kan worden bewezen. 76 De aanwijzing dat geen gelijkwaardige tegenprestatie werd geleverd, volstaat niet om aan te tonen dat een schenking plaatsvond. 77 Zonder bewijs van de animus donandi kan er nooit sprake zijn van een schenking. Er is geen sprake van een onrechtstreekse schenking wanneer het voordeel ten aanzien van de begunstigde kan worden beschouwd als de uitvoering van een natuurlijke verbintenis of een daad van voorzorg. Het is echter niet altijd eenvoudig om het onderscheid te maken Er is sprake van een daad van voorzorg of voorzienigheid wanneer de aanwijzing van de begunstigde gebeurde om deze na het overlijden van de verzekeringnemer niet onverzorgd achter te laten. De begunstiging is dan geen schenking, maar de uitvoering van een natuurlijke verbintenis of een daad van voorzorg. 79 Vroeger werd een onderscheid gemaakt tussen de zogenaamde echte levensverzekeringen en de onechte levensverzekeringen. In de rechtspraak 80 en de rechtsleer 81 werd de weg bewandeld van de herkwalificatie. De levensverzekering werd (vaak bij éénmalige storting) geherkwalificeerd in een gewoon spaar- en bellegingsproduct. 82 Enkel de echte levensverzekeringen zouden door de voorzorggedachte zijn ingegeven en waren aan het 74 H. CASMAN, L assurance vie et le droit civil des successions. Plus de questions que de réponses in L assurance vie: outil de planification patrimoniale, Louvain-la-Neuve, Anthemis, 2010 (135) Luik 1 december 2010, T.Not. 2012, afl. 10, 506; Antwerpen 6 november 2007, T.Not. 2009, afl. 2, 72; Rb. Dendermonde 28 februari 2008, TGR 2008, afl. 5, N. CARETTE en A.-L. VERBEKE, Voorwerp van schenking bij levensverzekering in Over grenzen. Liber Amicorum Herman Cousy, Antwerpen, Intersentia, 2011, (379) Gent 18 juni 2015, TBBR 2016, afl. 5, 277; Antwerpen 3 december 2014, T.Not. 2015, afl. 2, Gent 3 september 2015, T.Verz. 2016, afl. 3, 341; Luik 2 juni 2006, RGAR 2007, afl. 10, nr ; Famrb. Namen 23 mei 2016, RNB 2016, afl. 3109, 539; Rb. Nijvel 24 mei 2006, RNB 2007, Een daad van voorzienigheid kan worden gekwalificeerd als een natuurlijke verbintenis om ook na het overlijden de begunstigde financieel te ondersteunen (HR 30 november 1945, NJ 1946, 62; M. PUELINCKX- COENE, R. BARBAIX en N. GEELHAND, Giften. Overzicht van rechtspraak ( ), TPR 2013, 380 e.v.). 80 Zie onder meer Rb. Mechelen 12 januari 2011, NJW 2011, afl. 236, 107, noot K. VANDENBERGHE; Rb. Brussel 10 juni 2008, T.Not. 2008, afl. 12, 618, noot; Rb. Mechelen 6 februari 2008, T.Not. 2008, afl. 12, S. SEYNS, De erfrechtelijke behandeling van een begunstiging via levensverzekering: een praktische handleiding, T.Not. 2013, afl. 4, (209) 214; W. PINTENS en P. VAN DEN ABEELE, De levensverzekering in het familiaal vermogensrecht, T.Not. 2006, afl. 11, (615) Wetsvoorstel tot aanvulling van artikel 124 van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst betreffende de inkorting van het kapitaal van een levensverzekering in geval van erfopvolging, Parl.St. Belgische Senaat , nr /1, 3. 18

19 oorspronkelijke art. 124 WLVO onderworpen. De levensverzekeringen die een spaarverrichting waren, werden gekwalificeerd als schenking en werden aan inbreng of inkorting onderworpen. 83 Dit onderscheid werd, geheel terecht, verlaten. 84 Uit de keuze van een (bepaalde soort) levensverzekering kan immers niet worden afgeleid of het een voorzorgsdaad dan wel een schenking betreft. Een echte levensverzekering kan gepaard gaan met tal van andere maatregelen waardoor zij haar voorzorggedachte verliest. Bijvoorbeeld wanneer zo een levensverzekering wordt afgesloten ten voordele van de langstlevende echtgenoot in combinatie met een vermogensrechtelijke bescherming in het huwelijksstelsel. 85 Bovendien kan ook de begunstiging via een levensverzekering die een spaarproduct vormt een daad van voorzorg zijn. 86 Het gewijzigde art. 124 WLVO en het nieuwe art. 188 Verzekeringswet zijn dan ook van toepassing op alle levensverzekeringen, zowel de echte als de onechte. 87 Dit is uiteraard niet het geval indien de verzekering buiten het toepassingsgebied van de verzekeringswet valt. 88 De vraag rijst dan hoe moet worden uitgemaakt of er sprake is van een schenking, dan wel van een daad van voorzorg. Hiervoor dient te worden teruggegrepen naar de basisprincipes van het burgerlijk recht. 89 De rechtshandeling in concreto dient te worden nagegaan, net als de bedoeling van de schenker. De begunstiging via een levensverzekering kan een daad van voorzorg uitmaken indien zij uitvoering geeft aan een natuurlijke verbintenis 90 van de verzekeringnemer om de begunstigde na zijn overlijden niet onverzorgd achter te laten. Het betreft de morele verplichting van de verzekeringnemer om de begunstigde na zijn overlijden 83 N. TORFS, Levensverzekering en erfrecht stand van zaken na het arrest van het Grondwettelijk Hof van 16 december 2010, TBBR 2011, afl. 5, (214) J. BINON, Epargne, prévoyance, libéralité: le triangle des Bermudes de l assurance vie, For.ass. 2011, afl. 112 (64) N. TORFS, Levensverzekering en erfrecht stand van zaken na het arrest van het Grondwettelijk Hof van 16 december 2010, TBBR 2011, afl. 5, (214) R. BARBAIX en N. CARETTE, Familiaal vermogensrechtelijke aspecten van begunstiging bij levensverzekering in N. CARETTE (ed.), Begunstiging bij levensverzekering, Antwerpen, Intersentia, 2013 (49) en J. BINON, Wet van 19 juli 2013 tot interpretatie van artikel 97 van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst, TBH 2013, afl. 9, (941) C. DEVOET, L article 124 de la loi du 25 juin 1992 au Parlement fédéral, For.Ass. 2012, afl. 129, (213) ; F. TAINMONT, Le rapport et la réduction de la prestation d assurance à la lumière du nouvel article 124 de la loi du 25 juin 1992, RNB 2013, afl. 3072, (170) ; T. ROOVERS, De civiele en fiscale aspecten van de schenking (door middel) van een individuele levensverzekering, NFM 2012, afl. 10, (334) Amendement inzake het wetsvoorstel tot aanvulling van artikel 124 van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst betreffende de inkorting van het kapitaal van een levensverzekering in geval van erfopvolging, Parl.St. Belgische Senaat , nr /4; T. ROOVERS, De civiele en fiscale aspecten van de schenking (door middel) van een individuele levensverzekering, NFM 2012, afl. 10, (334) Een natuurlijke verbintenis is een betaling en geen schenking. (K. WILLEMS, Waarom de uitvoering van een natuurlijke verbintenis toch een schenking kan zijn, TEP 2011, afl. 5, (281) 281.) 19

20 financieel te blijven verzorgen. 91 Volgens een meerderheidsopvatting in de Belgische rechtsleer moet voldaan zijn aan een subjectief en een objectief element vooraleer een morele verplichting kan resulteren in een natuurlijke verbintenis. 92 Niet alleen de verzekeringnemer moet dit als een morele verplichting beschouwen (subjectief element), deze morele verplichting moet ook door de maatschappij worden erkend (objectief element). 93 Daarnaast dient de prestatie die wordt geleverd redelijk te zijn en in verhouding te staan tot de ingeroepen natuurlijke verbintenis. 94 Het ter beschikking gestelde kapitaal mag niet excessief zijn of verder rijken dan nodig om de vroegere levensstandaard te onderhouden. Daarbij moet rekening worden gehouden met de concrete omstandigheden. 95 De hulp moet in overeenstemming zijn met de nood en met de mogelijkheden van de verzekeringnemer. 96 Zo zal een gehandicapt kind nood hebben aan een groter kapitaal om in zijn levensstandaard te blijven voorzien dan een gezond kind. 97 Het is eveneens belangrijk na te gaan of de levensstandaard eventueel door andere maatregelen wordt aangehouden bv. via huwelijksvoordelen. 98 Alles wat de bedragen die redelijkerwijze noodzakelijk zijn voor het behoud van de levensstandaard overschrijdt, vormt een schenking, althans wanneer de schenker uit vrijgevigheid handelt. 99 We kunnen concluderen dat verscheidene elementen een rol spelen bij de beoordeling of het een schenking dan wel een voorzorgsmaatregel betreft. Dit is niet altijd even eenvoudig uit te maken. 100 Indien de verzekeringnemer de overeenkomst afsluit met het oog op het treffen van een voorzorgsmaatregel, valt het aan te raden dat hij in 91 R. BARBAIX en N. CARETTE, Familiaal vermogensrechtelijke aspecten van begunstiging bij levensverzekering in N. CARETTE (ed.), Begunstiging bij levensverzekering, Antwerpen, Intersentia, 2013 (49) M. PUELINCKX-COENE, R. BARBAIX en N. GEELHAND, De schenking is een soort gift - Constitutieve bestanddelen, TPR 2013, afl. 1, (355) Rb. Charleroi 12 oktober 2000, FJF 2001, 603; K. WILLEMS, De natuurlijke verbintenis in Recht & Onderneming, Brugge, die Keure, 2011, Brussel 7 mei 2002, JT 2003, afl. 6080, 32; Rb. Charleroi 12 oktober 2000, FJF 2001, R. BARBAIX, Erfrechtelijke aspecten van de (onrechtstreekse) schenking via een begunstiging in een levensverzekering. De debatten heropend? in F. SWENNEN en R. BARBAIX (eds.), Over erven: liber amicorum Mieken Puelinckx-Coene, Mechelen, Kluwer, 2006, (53) N. TORFS, Levensverzekering en erfrecht stand van zaken na het arrest van het Grondwettelijk Hof van 16 december 2010, TBBR 2011, afl. 5, (214) J. BINON, Epargne, prévoyance, libéralité: le triangle des Bermudes de l assurance vie, For.ass. 2011, afl. 112 (64) K. WILLEMS, Waarom de uitvoering van een natuurlijke verbintenis toch een schenking kan zijn, TEP 2011, afl. 5, (281) Rb. Charleroi 12 oktober 2000, FJF 2001, 603; Famrb. Namen 23 mei 2016, RNB 2016, afl. 3109, 539; M. PUELINCKX-COENE, R. BARBAIX en N. GEELHAND, De schenking is een soort gift - Constitutieve bestanddelen, TPR 2013, afl. 1, (355) J. BAEL, Artikel 124 van de wet landverzekeringsovereenkomst in het licht van de recente rechtspraak, T.Not. 2004, afl. 12, (662)

VOORWERP VAN SCHENKING BIJ LEVENSVERZEKERING

VOORWERP VAN SCHENKING BIJ LEVENSVERZEKERING VOORWERP VAN SCHENKING BIJ LEVENSVERZEKERING Nicolas Carette Docent U.Antwerpen Advocaat aan de balie te Brussel Alain-Laurent Verbeke Gewoon hoogleraar K.U.Leuven & Tilburg Advocaat aan de balie te Brussel

Nadere informatie

Op 16 januari 2009 heeft de Raad van State een advies uitgebracht.

Op 16 januari 2009 heeft de Raad van State een advies uitgebracht. 1 CSW-Dossier 4392 Wetsvoorstel tot wijziging van artikel 107 van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst wat de aanwijzing betreft van een begunstigde in een levensverzekeringsovereenkomst

Nadere informatie

BEGUNSTIGING BIJ LEVENSVERZEKERING

BEGUNSTIGING BIJ LEVENSVERZEKERING BEGUNSTIGING BIJ LEVENSVERZEKERING BEGUNSTIGING BIJ LEVENSVERZEKERING Nicolas Carette (ed.) Antwerpen Cambridge Begunstiging bij levensverzekering Nicolas Carette (ed.) 2013 Intersentia Antwerpen Cambridge

Nadere informatie

NIEUWSFLASH SUCCESSIERECHTEN OP AFKOOPWAARDE LEVENSVERZEKERINGEN

NIEUWSFLASH SUCCESSIERECHTEN OP AFKOOPWAARDE LEVENSVERZEKERINGEN NIEUWSFLASH SUCCESSIERECHTEN OP AFKOOPWAARDE LEVENSVERZEKERINGEN Dit nieuwsbericht is enkel voor informatie doeleinden bestemd. Ondanks het feit dat aan dit nieuwsbericht de gebruikelijke zorg is besteed,

Nadere informatie

Het levensverzekeringscontract als instrument voor successieplanning

Het levensverzekeringscontract als instrument voor successieplanning Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2013-2014 Het levensverzekeringscontract als instrument voor successieplanning Masterproef van de opleiding Master in de Rechten Ingediend door

Nadere informatie

Made available by Hasselt University Library in Document

Made available by Hasselt University Library in Document Wie is begunstigde bij een reeds afgesloten levensverzekering bij overlijden van de erflater tijdens de overgangsperiode, bespreking van het arrest van het Grondwettelijk Hof van 3 maart 2016. Link Peer-reviewed

Nadere informatie

GROEPSVERZEKERINGEN EN HET HUWELIJKSVERMOGENSRECHT

GROEPSVERZEKERINGEN EN HET HUWELIJKSVERMOGENSRECHT GROEPSVERZEKERINGEN EN HET HUWELIJKSVERMOGENSRECHT 1. De artikelen 127 en 128 van de Wet van 25 juni 1992 op de Landverzekeringsovereenkomst (WLVO) stelden eertijds het volgende: Artikel 127 WLVO: De aanspraken,

Nadere informatie

Rolnummer 4908. Arrest nr. 147/2010 van 16 december 2010 A R R E S T

Rolnummer 4908. Arrest nr. 147/2010 van 16 december 2010 A R R E S T Rolnummer 4908 Arrest nr. 147/2010 van 16 december 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 124 van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst, gesteld door

Nadere informatie

Hoe beveilig ik mijn partner?

Hoe beveilig ik mijn partner? Hoe beveilig ik mijn partner? Brussel, 22 oktober 2011 2 Agenda Planning tussen partners Samenwonenden Echtgenoten Civiel- en fiscaal statuut Instrumenten Van testament tot contract 3 Wettelijke bescherming

Nadere informatie

GRONDWETTELIJK HOF 26 JUNI 2008, NR. 96/2008 (RESERVATAIREN EN LEVENSVERZEKERINGEN)

GRONDWETTELIJK HOF 26 JUNI 2008, NR. 96/2008 (RESERVATAIREN EN LEVENSVERZEKERINGEN) GRONDWETTELIJK HOF 26 JUNI 2008, NR. 96/2008 (RESERVATAIREN EN LEVENSVERZEKERINGEN) Masterproef bij Notarieel Burgerlijk Recht Promotor: Prof. Dr. A. Wylleman Nr. 20033330 Master in het Notariaat INHOUDSTAFEL

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Federale Overheidsdienst Financiën Onderwerp Circulaire nr. 16/2006. Levensverzekeringen - Echtgenoten gehuwd onder een stelsel van gemeenschap van goederen. Datum 31 juli 2006 Copyright and

Nadere informatie

Site wettige erfgenamen

Site wettige erfgenamen Site wettige erfgenamen Begunstigingsclausule Wie een levensverzekering afsluit, moet in het contract één of meer begunstigden aanduiden. Met deze aanduiding geeft de verzekeringsnemer aan wie het kapitaal

Nadere informatie

Het levensverzekeringscontract als instrument van successieplanning

Het levensverzekeringscontract als instrument van successieplanning Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2012-2013 Het levensverzekeringscontract als instrument van successieplanning Masterproef van de opleiding Master in het Notariaat Ingediend door

Nadere informatie

Faculteit rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2012-2013

Faculteit rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2012-2013 Faculteit rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2012-2013 MASTERPROEF: DE SCHENKING VAN LEVENSVERZEKERINGEN. AANDACHTSPUNTEN VOOR DE NOTARIS MET EEN VOORSTEL VAN MODEL VAN NOTARIELE SCHENKINGSAKTE.

Nadere informatie

Successieplanning met verzekeringsproducten in nieuw samengestelde gezinnen

Successieplanning met verzekeringsproducten in nieuw samengestelde gezinnen Successieplanning met verzekeringsproducten in nieuw samengestelde gezinnen Samenlevingsvormen huwelijk wettelijke samenwoning feitelijke samenwoning Doelstellingen bescherming langstlevende echtgenoot

Nadere informatie

Update@Work Februari 2014 Nummer 2 Jaargang 10

Update@Work Februari 2014 Nummer 2 Jaargang 10 Update@Work Februari 2014 Nummer 2 Jaargang 10 Uitkering van de verzekerde overlijdensprestaties: nalatenschap versus de wettelijke erfgenamen? Gevolgen voor de 2de pijler. Door de wet van 13.1.2012 1

Nadere informatie

HOOFDSTUK 4. De reserve

HOOFDSTUK 4. De reserve HOOFDSTUK 4 De reserve 35. Grondbeginsel De wet (BW, art. 913 en volgende) legt een reserve vast ten gunste van sommige wettelijke erfgenamen (de wettige bloedverwanten in opgaande lijn, de bloedverwanten

Nadere informatie

1. HET ERFRECHT VAN DE LANGSTLEVENDE ECHTGENOOT EN HET WETTELIJK OF CONVENTIONEEL RECHT VAN TERUG- KEER 2

1. HET ERFRECHT VAN DE LANGSTLEVENDE ECHTGENOOT EN HET WETTELIJK OF CONVENTIONEEL RECHT VAN TERUG- KEER 2 HOOFDSTUK 1 DE WISSELWERKING TUSSEN SCHENKINGEN EN UITERSTE WILSBESCHIKKINGEN Annelies Wylleman Hoofddocent Vakgroep Burgerlijk Recht Universiteit Gent Notaris Lise Voet Assistent Vakgroep Burgerlijk Recht

Nadere informatie

DE IMPACT VAN HET NIEUWE ERFRECHT OP IN HET VERLEDEN UITGEWERKTE FAMILIALE VERMO- GENSPLANNINGEN.

DE IMPACT VAN HET NIEUWE ERFRECHT OP IN HET VERLEDEN UITGEWERKTE FAMILIALE VERMO- GENSPLANNINGEN. DE IMPACT VAN HET NIEUWE ERFRECHT OP IN HET VERLEDEN UITGEWERKTE FAMILIALE VERMO- GENSPLANNINGEN. Aantal woorden: 23.675 Lynn Fermyn Studentennummer: 01200348 Promotor: Prof. dr. Jan Bael Commissaris:

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Ministerie van Financiën Onderwerp de Voorafgaande beslissing nr. 2013.405. Successierechten. Levensverzekering tak 21 en 23. Gemeenschapsstelsel. Vóóroverlijden begunstigde echtgenoot. Vergoedingsrekening

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling M&D Seminars Onderwerp Studiedag beleggingsverzekeringen - meerkeuzevragenlijst Datum 18 september 2001 Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit document onderworpen

Nadere informatie

Het erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende en de problematiek van de inbreng en de inkorting

Het erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende en de problematiek van de inbreng en de inkorting Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2009-10 Het erfrecht van de langstlevende wettelijk samenwonende en de problematiek van de inbreng en de inkorting Masterproef van de opleiding

Nadere informatie

Auteur. Onderwerp. Datum

Auteur. Onderwerp. Datum Auteur Eubelius Client Alert www.eubelius.com Onderwerp De levensverzekering in het erfrecht. Onterving via levensverzekering voorgoed van de baan? Datum februari 2009 Copyright and disclaimer Gelieve

Nadere informatie

Redactie van begunstigingsclausules van levensverzekeringen = maatwerk

Redactie van begunstigingsclausules van levensverzekeringen = maatwerk Redactie van begunstigingsclausules van levensverzekeringen = maatwerk Studieavond KVK 1 februari 2011 Pieter Debbaut, fiscalist, opleider studiedienst Ergo Insurance nv 1 Programma Inleiding Theorie Wet

Nadere informatie

Faculteit Rechtsgeleerheid. Universiteit Gent. Academiejaar 2014-2015 DE HERVORMING IN HET HUWELIJKSVERMOGENSRECHT. Levensverzekeringen en aanwinsten

Faculteit Rechtsgeleerheid. Universiteit Gent. Academiejaar 2014-2015 DE HERVORMING IN HET HUWELIJKSVERMOGENSRECHT. Levensverzekeringen en aanwinsten Faculteit Rechtsgeleerheid Universiteit Gent Academiejaar 2014-2015 DE HERVORMING IN HET HUWELIJKSVERMOGENSRECHT Levensverzekeringen en aanwinsten Masterproef van de opleiding ' Master in de rechten' Ingediend

Nadere informatie

Over A-A-B en AB-AB-C -verzekeringen: het nieuwe huwelijksvermogensrecht en successierecht, elk zijn eigen logica?

Over A-A-B en AB-AB-C -verzekeringen: het nieuwe huwelijksvermogensrecht en successierecht, elk zijn eigen logica? Over A-A-B en AB-AB-C -verzekeringen: het nieuwe huwelijksvermogensrecht en successierecht, elk zijn eigen logica? Het nieuwe huwelijksvermogensrecht is op 1 september 2018 in werking getreden. Een van

Nadere informatie

Erfbelasting en verzekeringsgift De verzekeringsgift (nog steeds) een fiscaal interessant instrument voor successieplanning?

Erfbelasting en verzekeringsgift De verzekeringsgift (nog steeds) een fiscaal interessant instrument voor successieplanning? Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2016-2017 Erfbelasting en verzekeringsgift De verzekeringsgift (nog steeds) een fiscaal interessant instrument voor successieplanning? Masterproef

Nadere informatie

Begripsbepaling H OOFDSTUK

Begripsbepaling H OOFDSTUK H OOFDSTUK Begripsbepaling I 1. WETTELIJKE DEFINITIE Artikel 1075 van het Belgisch Burgerlijk Wetboek (hierna BW) bepaalt: De vader, de moeder en andere bloedverwanten in de opgaande lijn kunnen hun goederen

Nadere informatie

HANDBOEK BURGERLIJK RECHT

HANDBOEK BURGERLIJK RECHT RENE DEKKERS HANDBOEK BURGERLIJK RECHT DEEL IV Huwelijksstelsels - Erfrecht - Giften DERDE UITGAVE BEWERKT DOOR HELENE CASMAN Gewoon Hoogleraar Vrije Universiteit Brussel Hoogleraar Université Libre de

Nadere informatie

Het levensverzekeringscontract als instrument van successieplanning

Het levensverzekeringscontract als instrument van successieplanning Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2010-2011 Het levensverzekeringscontract als instrument van successieplanning Masterproef van de opleiding Master in het Notariaat Ingediend door

Nadere informatie

INHOUD VOORWOORD... KRONIEK FAMILIAAL VERMOGENSRECHT Coördinatie Prof. Dr. JOHAN DU MONGH... 1. Primair huwelijksvermogensstelsel VEERLE ALLAERTS...

INHOUD VOORWOORD... KRONIEK FAMILIAAL VERMOGENSRECHT Coördinatie Prof. Dr. JOHAN DU MONGH... 1. Primair huwelijksvermogensstelsel VEERLE ALLAERTS... INHOUD VOORWOORD... v DEEL I. KRONIEK FAMILIAAL VERMOGENSRECHT Coördinatie Prof. Dr. JOHAN DU MONGH... 1 Hfdst. I. Primair huwelijksvermogensstelsel VEERLE ALLAERTS... 3 I. Algemeen... 3 II. Verplichting

Nadere informatie

De levensverzekering als instrument van vermogensplanning

De levensverzekering als instrument van vermogensplanning Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2009-2010 De levensverzekering als instrument van vermogensplanning Masterproef van de opleiding Master in het notariaat Ingediend door Van Gampelaere

Nadere informatie

DE INBRENG VAN GIFTEN IN HET NIEUWE ERFRECHT

DE INBRENG VAN GIFTEN IN HET NIEUWE ERFRECHT DE INBRENG VAN GIFTEN IN HET NIEUWE ERFRECHT Aantal woorden: 23.022 Jean-Baptiste Louagie Studentennummer: 01104315 Promotor: Prof. dr. Jan Bael Commissaris: Elise Maes Masterproef voorgelegd voor het

Nadere informatie

De levensverzekering als instrument voor vermogensplanning

De levensverzekering als instrument voor vermogensplanning Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2010-2011 De levensverzekering als instrument voor vermogensplanning Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Aurélie

Nadere informatie

INHOUD. Woord vooraf... v Over de auteurs... vii Algemene bibliografie... ix ERFRECHT

INHOUD. Woord vooraf... v Over de auteurs... vii Algemene bibliografie... ix ERFRECHT INHOUD Woord vooraf.................................................................... v Over de auteurs................................................................. vii Algemene bibliografie.............................................................

Nadere informatie

Rechtsleer. Successieplanning met een levensverzekering: enkele knelpunten. Nathalie Labeeuw 1 en Bart Verdickt*

Rechtsleer. Successieplanning met een levensverzekering: enkele knelpunten. Nathalie Labeeuw 1 en Bart Verdickt* Rechtsleer Successieplanning met een levensverzekering: enkele knelpunten Nathalie Labeeuw 1 en Bart Verdickt* Inleiding 95. Levensverzekeringen beslaan een alsmaar groter aandeel in de samenstelling van

Nadere informatie

ACTUELE KNELPUNTEN FAMILIAAL VERMOGENSRECHT

ACTUELE KNELPUNTEN FAMILIAAL VERMOGENSRECHT ACTUELE KNELPUNTEN FAMILIAAL VERMOGENSRECHT ACTUELE KNELPUNTEN FAMILIAAL VERMOGENSRECHT Renate Barbaix Alain Laurent Verbeke (eds.) Antwerpen Cambridge Actuele knelpunten familiaal vermogensrecht Renate

Nadere informatie

Handboek Estate Planning Bijzonder Deel... Voorwoord... De auteurs... Verkrijgingen door de langstlevende echtgenoot via huwelijkcontract...

Handboek Estate Planning Bijzonder Deel... Voorwoord... De auteurs... Verkrijgingen door de langstlevende echtgenoot via huwelijkcontract... Inhoudsopgave Handboek Estate Planning Bijzonder Deel..................... Voorwoord.............................................. De auteurs............................................... i iii v DEEL

Nadere informatie

Het vooroverlijden van de begunstigde echtgenoot en de toepassing van artikel VCF

Het vooroverlijden van de begunstigde echtgenoot en de toepassing van artikel VCF Universiteit Gent Faculteit Rechten Academiejaar 2015-2016 Het vooroverlijden van de begunstigde echtgenoot en de toepassing van artikel 2.7.1.0.6 VCF Meesterproef tot het behalen van de graad Master in

Nadere informatie

privé-vermogenvermogen

privé-vermogenvermogen FAMILIAAL VERMOGENSRECHT VENNOOTSCHAPSRECHT Inleiding Prof. Dr. Johan Du Mongh KU Leuven Advocaat Johan Du Mongh 1 Johan Du Mongh 2 Het huwelijksgoederenrecht speelt op het ogenblik van inbreng van privé-vermogenvermogen

Nadere informatie

Inhoud. Inhoud... Titel 1. Juridische aspecten... 1. Hoofdstuk 1. Algemeen... 1

Inhoud. Inhoud... Titel 1. Juridische aspecten... 1. Hoofdstuk 1. Algemeen... 1 p. Inhoud... V Titel 1. Juridische aspecten.... 1 Hoofdstuk 1. Algemeen... 1 Hoofdstuk 2. Algemene beschouwingen over de schenking onder de levenden... 2 Afdeling 1. Definitie...... 2 Afdeling 2. Grondvereisten

Nadere informatie

VEERTIG JAAR INSTITUUT VOOR FAMILIAAL VERMOGENSRECHT Prof. Em. ROGER DILLEMANS... xi

VEERTIG JAAR INSTITUUT VOOR FAMILIAAL VERMOGENSRECHT Prof. Em. ROGER DILLEMANS... xi VEERTIG JAAR INSTITUUT VOOR FAMILIAAL VERMOGENSRECHT Prof. Em. ROGER DILLEMANS... xi DE WET VALKENIERS, EEN GEMISTE KANS? Prof. MIEKEN PUELINCKX-COENE...1 I. De bedoeling van de wet...1 II. Betekenis van

Nadere informatie

ACTUALIA VERMOGENSRECHT

ACTUALIA VERMOGENSRECHT ACTUALIA VERMOGENSRECHT Het Centrum voor Beroepsvervolmaking in de Rechten (CBR) is een feitelijk samenwerkingsverband tussen de Raad van de Orde der Advocaten bij de balie te Antwerpen en de faculteit

Nadere informatie

INHOUD. Hoofdstuk IV. Ongeldigheid van het huwelijkscontract... 48 TITEL II DE VERSCHILLENDE HUWELIJKSSTELSELS... 51

INHOUD. Hoofdstuk IV. Ongeldigheid van het huwelijkscontract... 48 TITEL II DE VERSCHILLENDE HUWELIJKSSTELSELS... 51 INHOUD BOEK VIII. HUWELIJKSSTELSELS.... 1 Inleiding... 3 TITEL I HET HUWELIJKSCONTRACT.... 5 Hoofdstuk I. Inleiding.... 5 Hoofdstuk II. Inhoud van het huwelijkscontract.... 10 Afdeling I. Huwelijksovereenkomsten....

Nadere informatie

Relevante feiten. Beoordeling. RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996

Relevante feiten. Beoordeling. RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996 Relevante feiten Als kaderlid van M heeft eerste eiser in 1993 aandelenopties verkregen op aandelen

Nadere informatie

BESPREKING VAN KOMENDE WIJZIGINGEN INZAKE HUWELIJKSVERMOGENSRECHT

BESPREKING VAN KOMENDE WIJZIGINGEN INZAKE HUWELIJKSVERMOGENSRECHT Faculteit Rechtsgeleerdheid Academiejaar 2013-14 BESPREKING VAN KOMENDE WIJZIGINGEN INZAKE HUWELIJKSVERMOGENSRECHT Wetsontwerp van 20 augustus 2013 Masterproef van de opleiding Master in het Notariaat

Nadere informatie

De onherroepelijkheid van de schenking: de lege lata en de lege ferenda

De onherroepelijkheid van de schenking: de lege lata en de lege ferenda Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 201213 De onherroepelijkheid van de schenking: de lege lata en de lege ferenda Masterproef van de opleiding Master in het notariaat Ingediend

Nadere informatie

Begunstigingsclausules: een zaak van levensbelang!

Begunstigingsclausules: een zaak van levensbelang! Begunstigingsclausules: een zaak van levensbelang! KVK Pieter DEBBAUT Maart 2015 ERGO slide master 2010 1 1. Inleiding 2. Gevolgen wijziging begunstigingsclausule: wettelijke erfgenamen vs de nalatenschap

Nadere informatie

Het bewijs van de gezondheid of ongezondheid van geest van de testator of schenker en de problematiek van het medisch beroepsgeheim

Het bewijs van de gezondheid of ongezondheid van geest van de testator of schenker en de problematiek van het medisch beroepsgeheim Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2010-11 Het bewijs van de gezondheid of ongezondheid van geest van de testator of schenker en de problematiek van het medisch beroepsgeheim Masterproef

Nadere informatie

VOORWOORD...v. KRONIEK FAMILIAAL VERMOGENSRECHT Coördinatie Prof. Dr. JOHAN DU MONGH...1. Primair huwelijksvermogensstelsel VEERLE ALLAERTS...

VOORWOORD...v. KRONIEK FAMILIAAL VERMOGENSRECHT Coördinatie Prof. Dr. JOHAN DU MONGH...1. Primair huwelijksvermogensstelsel VEERLE ALLAERTS... VOORWOORD...v DEEL I. KRONIEK FAMILIAAL VERMOGENSRECHT Coördinatie Prof. Dr. JOHAN DU MONGH...1 Hfdst I. Primair huwelijksvermogensstelsel VEERLE ALLAERTS...3 I. Algemeen...3 II. Verplichting tot hulp

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 10 DECEMBER 2010 F.08.0102.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.08.0102.N BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Financiën, met kantoor te 1000 Brussel, Wetstraat 12, voor wie optreedt

Nadere informatie

De sterfhuisclausule na het arrest van het Hof van Cassatie van 10 december 2010 en na de wijziging van het standpunt van de fiscale administratie

De sterfhuisclausule na het arrest van het Hof van Cassatie van 10 december 2010 en na de wijziging van het standpunt van de fiscale administratie Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2011-12 De sterfhuisclausule na het arrest van het Hof van Cassatie van 10 december 2010 en na de wijziging van het standpunt van de fiscale administratie

Nadere informatie

DE OORZAAK VAN EISBAARHEID VAN DE SUCCESSIERECHTEN...

DE OORZAAK VAN EISBAARHEID VAN DE SUCCESSIERECHTEN... Successierechten 1. INLEIDING...2 A. OMSCHRIJVING...2 B. ONDERSCHEID...2 1 Het eigenlijk successierechten...2 2 Het recht van overgang bij overlijden...2 3 Oneigenlijke gewestelijke belasting...2 4 Ontstaan

Nadere informatie

HET LEVENSVERZEKERINGSCONTRACT ALS INSTRUMENT VAN SUCCESSIEPLANNING. Masterproef van de opleiding. Master in de rechten

HET LEVENSVERZEKERINGSCONTRACT ALS INSTRUMENT VAN SUCCESSIEPLANNING. Masterproef van de opleiding. Master in de rechten Faculteit Rechtsgeleerdheid Academiejaar 2011-2012 HET LEVENSVERZEKERINGSCONTRACT ALS INSTRUMENT VAN SUCCESSIEPLANNING Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Laurens De Cock Studentennr.

Nadere informatie

KRONIEK FAMILIAAL VERMOGENSRECHT Prof. Dr. Charlotte Declerck en Sven Mosselmans... 1

KRONIEK FAMILIAAL VERMOGENSRECHT Prof. Dr. Charlotte Declerck en Sven Mosselmans... 1 INHOUD VOORWOORD.................................................... v DEEL I. KRONIEK FAMILIAAL VERMOGENSRECHT Prof. Dr. Charlotte Declerck en Sven Mosselmans.... 1 Hfdst. I. Primair huwelijksvermogensstelsel

Nadere informatie

Enkele belangrijke begrippen en afkortingen

Enkele belangrijke begrippen en afkortingen 35 Enkele belangrijke begrippen en afkortingen De volgende lijst geeft een beknopte omschrijving 3 van enkele juridische termen die in dit boek aan bod komen, en dient enkel om die begrippen beter te kunnen

Nadere informatie

Inhoud De "wettelijke erfgenamen" als begunstigden van een levensverzekering...

Inhoud De wettelijke erfgenamen als begunstigden van een levensverzekering... BELANGRIJKE NIEUWE WETGEVING De "wettelijke erfgenamen" als begunstigden van een levensverzekering Inhoud De "wettelijke erfgenamen" als begunstigden van een levensverzekering... Bij het afsluiten van

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE ADLOCUTIO ROGERUM DILLEMANS HONORIFICANS FAMILIAAL VERMOGENSBEHEER IN RECENTE NATIONALE EN EUROPESE RECHTSPRAAK

INHOUDSOPGAVE ADLOCUTIO ROGERUM DILLEMANS HONORIFICANS FAMILIAAL VERMOGENSBEHEER IN RECENTE NATIONALE EN EUROPESE RECHTSPRAAK INHOUDSOPGAVE ADLOCUTIO ROGERUM DILLEMANS HONORIFICANS... v FAMILIAAL VERMOGENSBEHEER IN RECENTE NATIONALE EN EUROPESE RECHTSPRAAK Walter PINTENS...1 I. Inleiding...3 II. Huwelijksvoordelen...4 1. Artikel

Nadere informatie

Bedenkingen bij schenkingen van onroerende goederen tussen echtgenoten. Hoe verrekenen ten tijde van de afwikkeling van de nalatenschap?

Bedenkingen bij schenkingen van onroerende goederen tussen echtgenoten. Hoe verrekenen ten tijde van de afwikkeling van de nalatenschap? Bedenkingen bij schenkingen van onroerende goederen tussen echtgenoten. Hoe verrekenen ten tijde van de afwikkeling van de nalatenschap? Elisabeth DE NOLF en Bénédicte VAN DER HEYDE Nieuwsbrief Notariaat,

Nadere informatie

Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar

Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2009-2010 Het verbod van erfovereenkomsten bij de echtscheiding door onderlinge toestemming Masterproef van de opleiding Master in het notariaat

Nadere informatie

Levensverzekering De wilsrechten van de verzekeringnemer

Levensverzekering De wilsrechten van de verzekeringnemer Levensverzekering De wilsrechten van de verzekeringnemer Jaap Rijkels Senior Legal Counsel Nationale-Nederlanden Levensverzekering Maatschappij 7 februari 2014 2 Wilsrechten Aan de verzekeringnemer om

Nadere informatie

Stéphanie Crombez. Promotor: Prof. dr. Annelies Wylleman Copromotor: Mevr. Lies Pottier. Aantal woorden: Studentennummer:

Stéphanie Crombez. Promotor: Prof. dr. Annelies Wylleman Copromotor: Mevr. Lies Pottier. Aantal woorden: Studentennummer: DE BEVOEGDHEIDSAFBAKENING TUSSEN NOTARIS EN RECHTBANK BIJ DE OMZETTING VAN HET VRUCHTGEBRUIK VAN DE LANGSTLEVENDE ECHTGENOOT OF LANGSTLEVENDE WETTELIJK SAMENWONENDE PARTNER Aantal woorden: 21.155 Stéphanie

Nadere informatie

Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent. Academiejaar 2009-10. De problematiek van de reserve bij schenking

Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent. Academiejaar 2009-10. De problematiek van de reserve bij schenking Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2009-10 De problematiek van de reserve bij schenking Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door VAN HEYGHEN CAMILLE (Studentennr.

Nadere informatie

INHOUD. VOORWOORD... v. KRONIEK FAMILIAAL VERMOGENSRECHT Prof. Dr. Charlotte Declerck Primair huwelijksvermogensstelsel Veerle Allaerts...

INHOUD. VOORWOORD... v. KRONIEK FAMILIAAL VERMOGENSRECHT Prof. Dr. Charlotte Declerck Primair huwelijksvermogensstelsel Veerle Allaerts... INHOUD VOORWOORD.................................................... v DEEL I. KRONIEK FAMILIAAL VERMOGENSRECHT Prof. Dr. Charlotte Declerck........................ 1 Hfdst. I. Primair huwelijksvermogensstelsel

Nadere informatie

Successieplanning via levensverzekering en huwelijkscontract. Brussel, 23 oktober 2010

Successieplanning via levensverzekering en huwelijkscontract. Brussel, 23 oktober 2010 Successieplanning via levensverzekering en huwelijkscontract Brussel, 23 oktober 2010 Inhoud Agenda 1. Successieplanning via levensverzekering 2. Belang huwelijkscontract Instrumenten Instrumenten tot

Nadere informatie

HET VERBOD VAN ERFOVEREENKOMSTEN BIJ DE

HET VERBOD VAN ERFOVEREENKOMSTEN BIJ DE Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2010-11 HET VERBOD VAN ERFOVEREENKOMSTEN BIJ DE ECHTSCHEIDING DOOR ONDERLINGE TOESTEMMING Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend

Nadere informatie

INHOUDSTAFEL WOORD VOORAF... CONTRACTEN ONDER VOORWAARDE ALAIN VERBEKE & IRIS VERVOORT... 1

INHOUDSTAFEL WOORD VOORAF... CONTRACTEN ONDER VOORWAARDE ALAIN VERBEKE & IRIS VERVOORT... 1 voorwerk.fm Page vii Monday, October 11, 2004 3:26 PM INHOUDSTAFEL WOORD VOORAF....................................... v CONTRACTEN ONDER VOORWAARDE ALAIN VERBEKE & IRIS VERVOORT.........................

Nadere informatie

Masterproef Levensverzekeringen in het erfrecht: optimaal instrument voor vermogensplanning?

Masterproef Levensverzekeringen in het erfrecht: optimaal instrument voor vermogensplanning? 2015 2016 FACULTEIT RECHTEN master in de rechten Masterproef Levensverzekeringen in het erfrecht: optimaal instrument voor vermogensplanning? Promotor : Prof. dr. Marie-Antoinette TORFS De transnationale

Nadere informatie

INHOUD. VOORWOORD... v. KRONIEK FAMILIAAL VERMOGENSRECHT Prof. Dr. Johan Du Mongh Primair huwelijksvermogensstelsel Veerle Allaerts...

INHOUD. VOORWOORD... v. KRONIEK FAMILIAAL VERMOGENSRECHT Prof. Dr. Johan Du Mongh Primair huwelijksvermogensstelsel Veerle Allaerts... INHOUD VOORWOORD.................................................... v DEEL I. KRONIEK FAMILIAAL VERMOGENSRECHT Prof. Dr. Johan Du Mongh.............................. 1 Hfdst. I. Primair huwelijksvermogensstelsel

Nadere informatie

VR DOC.0453/2BIS

VR DOC.0453/2BIS VR 2018 0405 DOC.0453/2BIS Ontwerp van decreet tot modernisering van de erf- en schenkbelasting, aangepast aan het nieuwe erfrecht DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Begroting,

Nadere informatie

ARTIKEL 918 B.W. ALS MOGELIJK INSTRUMENT VAN VERMOGENSPLANNING 1 . M. PUELINCKX-COENE

ARTIKEL 918 B.W. ALS MOGELIJK INSTRUMENT VAN VERMOGENSPLANNING 1 . M. PUELINCKX-COENE ARTIKEL 918 B.W. ALS MOGELIJK INSTRUMENT VAN VERMOGENSPLANNING 1. M. PUELINCKX-COENE Bij vermogensplannig kan men verschillende objectieven nastreven. Ik ga vandaag uit van de volgende niet zo ongewone

Nadere informatie

Inhoud. Deel 1 Huwelijksvermogensrecht 17. Inleiding 13

Inhoud. Deel 1 Huwelijksvermogensrecht 17. Inleiding 13 Inhoud Inleiding 13 Deel 1 Huwelijksvermogensrecht 17 Hoofdstuk 1 Inleiding 19 Hoofdstuk 2 Het wettelijk stelsel 25 1 Algemeen 25 2 Samenstelling van het vermogen: actief 27 2.1 Het gemeenschappelijk vermogen

Nadere informatie

REGELING HOUDENDE AFSTAND VAN RESERVE BIJ EEN SCHENKING IN BELGIË EN ONZE BUURLANDEN

REGELING HOUDENDE AFSTAND VAN RESERVE BIJ EEN SCHENKING IN BELGIË EN ONZE BUURLANDEN REGELING HOUDENDE AFSTAND VAN RESERVE BIJ EEN SCHENKING IN BELGIË EN ONZE BUURLANDEN Stevens Eline Studentennummer: 01201759 Promotor: Prof. dr. Jan BAEL Commissaris: de heer Daan DE WITTE Masterproef

Nadere informatie

ERFRECHT EN SCHENKING

ERFRECHT EN SCHENKING MR. C. ASSER'S HANDLEIDING TOT DE BEOEFENING VAN HET NEDERLANDS BURGERLIJK RECHT ERFRECHT EN SCHENKING BEWERKT DOOR MR. S. PERRICK ADVOCAAT EN NOTARIS TE AMSTERDAM DERTIENDE DRUK KLUWER - DEVENTER - 2002

Nadere informatie

Auteur. Onderwerp. Datum

Auteur. Onderwerp. Datum Auteur Alain Verbeke Buitengewoon Hoogleraar Leuven, Antwerpen, Tilburg Advocaat Philippe & Partners Onderwerp Vruchtgebruik: creatief met rechthebbenden Datum 1999 Copyright and disclaimer Gelieve er

Nadere informatie

Beknopte inhoudstafel

Beknopte inhoudstafel Beknopte inhoudstafel Inleiding... 1 Eerste titel. Erfenissen... 5 Eerste hoofdstuk. Openvallen van erfenissen en bezit van de erfgenamen... 5 Hoofdstuk II. Hoedanigheden vereist om te kunnen erven...

Nadere informatie

1.1. Lijst van gebruikte begrippen en afkortingen. Successiewet Successiewet 1956. Burgerlijk Wetboek

1.1. Lijst van gebruikte begrippen en afkortingen. Successiewet Successiewet 1956. Burgerlijk Wetboek Schenk- en erfbelasting. Overdrachtsbelasting. Verwerping van een nalatenschap. Ongelukkige redactie testament. Vergeten testament. Informele wil Belastingdienst/ Directie Vaktechniek Belastingen. Besluit

Nadere informatie

Persoonlijke kopie van ()

Persoonlijke kopie van () PATRIMONIUM 2007 REDACTIERAAD PATRIMONIUM Prof. Dr. Walter Pintens (voorzitter redactieraad) Prof. Dr. Johan Du Mongh (hoofdredacteur) Charlotte Declerck PATRIMONIUM 2007 Prof. Dr. WALTER PINTENS Prof.

Nadere informatie

De hervorming van het erfrecht: grotere vrijheid om uw nalatenschap te regelen

De hervorming van het erfrecht: grotere vrijheid om uw nalatenschap te regelen 20 juli 2017 Persinfo: Bart Azare Fednot 02 505 08 14-0478 58 46 21 azare@fednot.be www.notaris.be De hervorming van het erfrecht: grotere vrijheid om uw nalatenschap te regelen Het federaal parlement

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 19 529 Vaststelling van titel 7.17 (verzekering) en titel 7.18 (lijfrente) van het nieuwe Burgerlijk Wetboek Nr. 7 NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET

Nadere informatie

RECHTSPRAAKFICHES FAMILIAAL VERMOGENSRECHT

RECHTSPRAAKFICHES FAMILIAAL VERMOGENSRECHT RECHTSPRAAKFICHES FAMILIAAL VERMOGENSRECHT RECHTSPRAAKFICHES FAMILIAAL VERMOGENSRECHT 2 Alain Laurent Verbeke Renate Barbaix Elisabeth Adriaens Elise Goossens Ariadne Van den Broeck (eds.) Rector Roger

Nadere informatie

WIE KRIJGT HET KAPITAAL NA UW OVERLIJDEN? DE BEGUNSTIGINGSCLAUSULE VAN HET GROEPSVERZEKERINGSREGLEMENT

WIE KRIJGT HET KAPITAAL NA UW OVERLIJDEN? DE BEGUNSTIGINGSCLAUSULE VAN HET GROEPSVERZEKERINGSREGLEMENT CONTASSUR Société Naamloze Anonyme Vennootschap WIE KRIJGT HET KAPITAAL NA UW OVERLIJDEN? DE BEGUNSTIGINGSCLAUSULE VAN HET GROEPSVERZEKERINGSREGLEMENT 1 WAT IS EEN BEGUNSTIGDE? De begunstigde bij overlijden

Nadere informatie

Inhoud. Deel 1 Analyse van de situatie 17. Woord vooraf 3 Inleiding 11

Inhoud. Deel 1 Analyse van de situatie 17. Woord vooraf 3 Inleiding 11 Inhoud Woord vooraf 3 Inleiding 11 Deel 1 Analyse van de situatie 17 Hoofdstuk 1 Inleiding 19 Hoofdstuk 2 De persoonlijke situatie 23 1 Inleiding 23 2 De familiale aspecten 23 2.1 De huidige burgerlijke

Nadere informatie

Auteur. Onderwerp. Datum

Auteur. Onderwerp. Datum Auteur Paul Van Eesbeeck Onderwerp Positie van de (reservataire) erfgenamen van de verzekeringnemer Datum Januari 2009 Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit document

Nadere informatie

Optimaal gebruik van levensverzekeringen in het kader van successieplanning

Optimaal gebruik van levensverzekeringen in het kader van successieplanning Optimaal gebruik van levensverzekeringen in het kader van successieplanning Bart Chiau Professor UGent 1.Inleiding 2.Begunstigingsclausules bij levensverzekeringen 3.Successieplanning met levensverzekering

Nadere informatie

GROEPSVERZEKERINGEN EN PENSIOENSPAREN IN HET

GROEPSVERZEKERINGEN EN PENSIOENSPAREN IN HET Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2012-13 GROEPSVERZEKERINGEN EN PENSIOENSPAREN IN HET KADER VAN DE VEREFFENING-VERDELING VAN DE HUWGEMEENSCHAP Masterproef van de opleiding Master

Nadere informatie

Cass. 5 januari 2006, Arr.Cass. 2006, 46, Pas. 2006, 49, RABG 2006, 1405, TBH 2007, 773, noot C. VAN SCHOUBROECK, T.Verz.

Cass. 5 januari 2006, Arr.Cass. 2006, 46, Pas. 2006, 49, RABG 2006, 1405, TBH 2007, 773, noot C. VAN SCHOUBROECK, T.Verz. 96 DEEL 3 DE OPZEGGING IN HET RAAM VAN BEPAALDE HANDELSCONTRACTEN voer, met uitzondering van de bagage- en verhuisverzekeringen wordent geweerd uit het toepassingsgebied van de Wet Landverzekeringsovereenkomst.

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN FIRST FISCAAL FIRST PENSIOENSPAREN

ALGEMENE VOORWAARDEN FIRST FISCAAL FIRST PENSIOENSPAREN ALGEMENE VOORWAARDEN FIRST FISCAAL FIRST PENSIOENSPAREN Inhoudstafel Blz. Artikel 1 : Definities 4 Artikel 2 : Doel van het contract - Algemene beschrijving 4 Artikel 3 : Ingangsdatum van het contract

Nadere informatie

hoofdstuk 12 Conclusie

hoofdstuk 12 Conclusie hoofdstuk 12 249 Tot slot vindt u een samenvattend overzicht met de belangrijkste verschilpunten tussen huwen, wettelijk samenwonen en feitelijk samenwonen binnen de verschillende domeinen die doorheen

Nadere informatie

Naar aanleiding van uw brief van 8 februari 2012 heb ik de eer het volgende op te merken.

Naar aanleiding van uw brief van 8 februari 2012 heb ik de eer het volgende op te merken. I f^l öobuicq3~o\ Den Haag, 2 O MRT 2012 Kenmerk: DGB 2012-753 TL Motivering van liet beroepsciirir: in cassatie (rolnummer 12/00641) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-gravenhage van 21 december

Nadere informatie

INHOUD. xiii. Woord vooraf... v Over de auteurs... vii Algemene bibliografie... ix DEEL 1. KERNBEGRIPPEN RELATIEVERMOGENSRECHT

INHOUD. xiii. Woord vooraf... v Over de auteurs... vii Algemene bibliografie... ix DEEL 1. KERNBEGRIPPEN RELATIEVERMOGENSRECHT INHOUD Woord vooraf........................................................................ v Over de auteurs...................................................................... vii Algemene bibliografie................................................................

Nadere informatie

J.-P. Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en R. Leysen

J.-P. Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en R. Leysen Grondwettelijk Hof 15 oktober 2015 Voorzitters: Rechters: Advocaten: A. Alen en J. Spreutels J.-P. Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en R. Leysen N. Maes Grondwet gelijkheid en niet-discriminatie

Nadere informatie

gemeenschap van aanwinsten) liggen de zaken moeilijker. Voor het Groeps- en levensverzekering bij echtscheiding

gemeenschap van aanwinsten) liggen de zaken moeilijker. Voor het Groeps- en levensverzekering bij echtscheiding Groeps- en levensverzekering bij echtscheiding Heel wat gehuwden sluiten een levensverzekering af of hebben via hun werk een groepsverzekering. Maar wat gebeurt daarmee als het tot een echtscheiding komt?

Nadere informatie

(Aanvullend) pensioen en huwelijksvermogensrecht

(Aanvullend) pensioen en huwelijksvermogensrecht (Aanvullend) pensioen en huwelijksvermogensrecht mr. Ludo Vermeulen Inleiding Wettelijk pensioen werknemers zelfstandigen ambtenaren en huwelijksvermogensrecht Aanvullend pensioen Arbitragehof 26 mei 1999

Nadere informatie

actuele ONtWIKKElINgEN IN HEt ERfREcHt

actuele ONtWIKKElINgEN IN HEt ERfREcHt ACTUELE ONTWIKKELINGEN IN HET ERFRECHT 71 actuele ONtWIKKElINgEN IN HEt ERfREcHt Dieter Leroy Bart Verdickt 1. In dit onderdeel gaan we dieper in op enkele actuele thema s in het erfrecht. In het eerste

Nadere informatie

INHOUD. Woord vooraf... v DEEL I. RECHTSPRAAKFICHES

INHOUD. Woord vooraf... v DEEL I. RECHTSPRAAKFICHES INHOUD Woord vooraf.......................................................... v DEEL I. RECHTSPRAAKFICHES A. Relatievermogensrecht.............................................. 3 Grondwettelijk Hof Grondwettelijk

Nadere informatie

HET ENE VRUCHTGEBRUIK IS HET ANDERE NIET.

HET ENE VRUCHTGEBRUIK IS HET ANDERE NIET. HET ENE VRUCHTGEBRUIK IS HET ANDERE NIET. R. KUMPEN Wanneer in erfrechtelijke dossiers het woord vruchtgebruik (VG) opduikt ontstaat vaak de grootste verwarring, vandaar deze nota voor enige toelichting.

Nadere informatie

Deel 1. Naar wie gaat uw nalatenschap?

Deel 1. Naar wie gaat uw nalatenschap? INHOUDSTAFEL Deel 1. Naar wie gaat uw nalatenschap? 1. Een aantal principes.................................................... 1 2. De zeven basisregels van het erfrecht....................................

Nadere informatie

Standpunt van de FSMA betreffende de essentiële bestanddelen van de verzekeringsovereenkomst

Standpunt van de FSMA betreffende de essentiële bestanddelen van de verzekeringsovereenkomst Mededeling FSMA_2015_13 dd. 26/08/2015 Standpunt van de FSMA betreffende de essentiële bestanddelen van de verzekeringsovereenkomst Samenvatting/Doelstelling: Met dit standpunt beoogt de FSMA vooreerst

Nadere informatie

Rolnummer 2704. Arrest nr. 109/2003 van 22 juli 2003 A R R E S T

Rolnummer 2704. Arrest nr. 109/2003 van 22 juli 2003 A R R E S T Rolnummer 2704 Arrest nr. 109/2003 van 22 juli 2003 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 1, 3, eerste lid, van artikel III, overgangsbepalingen, van de wet van 14 juli 1976 betreffende

Nadere informatie