GRONDWETTELIJK HOF 26 JUNI 2008, NR. 96/2008 (RESERVATAIREN EN LEVENSVERZEKERINGEN)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "GRONDWETTELIJK HOF 26 JUNI 2008, NR. 96/2008 (RESERVATAIREN EN LEVENSVERZEKERINGEN)"

Transcriptie

1 GRONDWETTELIJK HOF 26 JUNI 2008, NR. 96/2008 (RESERVATAIREN EN LEVENSVERZEKERINGEN) Masterproef bij Notarieel Burgerlijk Recht Promotor: Prof. Dr. A. Wylleman Nr Master in het Notariaat

2 INHOUDSTAFEL I. Inleiding...3 II. Feiten en rechtspleging...4 III. De aanloop naar het arrest De levensverzekering. Algemeenheden Begrip en soorten Evolutie naar tak 23-verzekeringen Tak 23-verzekering. Levensverzekering? Artikel 124 WLVO: link tussen verzekeringsrecht en erfrecht Artikel 124 WLVO. Algemeenheden Commentaren in rechtsleer en relevante rechtspraak...14 a) Het arrest van het Arbitragehof van 26 mei i. Feiten en prejudiciële vraag...14 ii. Uitspraak, draagwijdte en gevolgen...16 b) De herkwalificatie van levensverzekeringsovereenkomsten...17 i. Criteria voor het onderscheid...18 ii. Toepassingen in de rechtspraak...21 iii. Gevolgen voor de toepassing van inbreng en inkorting...24 c) Het voorwerp van schenkingen...24 d) Premies kennelijk buiten verhouding tot de vermogenstoestand...26 e) Besluit...27 IV. Het arrest van 26 juni De beslissing van het Grondwettelijk Hof De uitspraak geanalyseerd De ongrondwettelijkheid van artikel 124 WLVO: de beste oplossing? Wat met de inbreng? Wat is het voorwerp van de schenking?...32 V. De gevolgen van het arrest Welke vormen van levensverzekeringen worden geviseerd? Producten waarvoor artikel 124 WLVO toepasselijk blijft Producten geviseerd door het arrest Gevolgen voor een verzekering gekwalificeerd als schenking Algemene gevolgen Gevolgen voor de notariële praktijk...39 VI. Besluit...40 BIBLIOGRAFIE...42 BIJLAGE: Grondwettelijk Hof 26 juni 2008, nr. 96/

3 I. Inleiding 1. Overeenkomstig artikel 124 van de Wet op de Landverzekeringsovereenkomst zijn de premies die de levensverzekeringnemer heeft betaald, in geval van diens overlijden, niet aan inbreng of inkorting onderworpen, behalve voor zover het betaalde kennelijk buiten verhouding staat tot zijn vermogenstoestand, in welk geval de inbreng of de inkorting het bedrag van de opeisbare prestaties niet mag overschrijden.1 Deze regeling was in het verleden nog verantwoord aangezien levensverzekeringen beschouwd werden als een normale daad van voorzorg. De betaalde premies besloegen dan ook slechts een redelijk bedrag waardoor de gevolgen voor de reservataire erfgenamen gering waren. 2 Op heden is dit echter niet langer het geval en zijn sommige verzekeringsproducten echte financiële beleggingsinstrumenten geworden waarbij aanzienlijke spaartegoeden worden gemobiliseerd, met als gevolg dat het voorbehouden gedeelte dat krachtens de wet aan de reservataire erfgenamen dient te worden gewaarborgd, ernstig kan worden aangetast. Het Grondwettelijk Hof maakte dan ook een einde aan deze onrechtvaardige situatie. In zijn arrest van 26 juni 2008 stelde het Hof dat het artikel 124 WLVO het gelijkheids- en non-discriminatiebeginsel van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt, in zoverre het ertoe leidt dat, in geval van een spaarverrichting door de erflater in de vorm van een gemengde levensverzekering, de reserve niet kan worden aangevoerd ten aanzien van het kapitaal In onderstaande uiteenzetting wordt deze uitspraak van het Grondwettelijk Hof uitvoerig toegelicht. Na een korte samenvatting van de feiten en de rechtspleging van het arrest, wordt eerst een algemeen kader geschetst waarbinnen de uitspraak 1 Artikel 124 van de Wet van 25 juni 1992 op de Landverzekeringsovereenkomst, BS 20 augustus 1992 (hierna verkort WLVO). 2 B. DUBUISSON, Advies inzake de herkwalificatie van levensverzekeringsovereenkomsten. Artikel 124 van de wet van 25 juni 1992, verslag van 18 februari 2005, GwH 26 juni 2008, nr. 96/2008, BS 3 september 2008; Act. dr. fam. 2008, 153, noot E. DE WILDE D ESTMAEL; For. ass. 2008, 189, noot C. SCHILDERMANS; J.T. 2008, 601, noot Y-H. LELEU en J-L. RENCHON; RGAR 2008, nr , noot P. MOREAU; Rec. gén. enr. not. 2008, 312, noot G. RASSON; Rev. not. b. 2008, 574, noot E. DE WILDE D ESTMAEL; Rev. trim. dr. fam. 2008, 1065; R.W , afl. 1, 44; T.B.H. 2008, 757, noot K. TERMOTE;, T. Not. 2008, 584, noot C. SCHOCKAERT;, T. Verz. 2008, 305, noot J. ANDRÉ-DUMONT. 3

4 gesitueerd moet worden. Het concept levensverzekering wordt beknopt uit de doeken gedaan en er wordt stilgestaan bij de evolutie van de levensverzekeringsproducten en de wetgeving hieromtrent. Ook wordt artikel 124 WLVO besproken, met aandacht voor de hangende twistpunten en de verschillende standpunten in rechtsleer en rechtspraak hieromtrent die het arrest voorafgingen. Vervolgens wordt het eigenlijke arrest uitvoerig geanalyseerd. Tot slot worden de gevolgen van dit arrest in de praktijk onderzocht en wordt nagegaan welke vormen van levensverzekeringen precies onder de toepassing van het arrest vallen. II. Feiten en rechtspleging 3. Aan de basis van het geschil ligt het feit dat een moeder een KBC Life Invest Plan afsloot ten voordele van twee van haar drie kinderen. Bij het overlijden van de moeder gaan de twee begunstigde kinderen er dan ook van uit dat zij de door de verzekeraar uitbetaalde prestaties zonder problemen kunnen behouden. Het gaat hier immers om een levensverzekering waarbij, overeenkomstig artikel 124 WLVO, enkel inbreng in de nalatenschap vereist is indien de door verzekeringnemer betaalde premies kennelijk buiten verhouding staan tot zijn vermogenstoestand, wat hier niet het geval is. Het derde, niet begunstigde, kind is echter van mening dat dit KBC Life Invest Plan geen levensverzekeringsovereenkomst is in de zin van de artikelen 97 en volgende WLVO en dat artikel 124 WLVO dan ook niet van toepassing is. Het gaat hier volgens dit kind wel om een -zij het onrechtstreekse- schenking waarbij, overeenkomstig het gemeen recht, de regels van inbreng van toepassing zijn. De Rechtbank van eerste aanleg te Brugge volgt hierin de mening van het uitgesloten kind en is van oordeel dat de uitbetaalde prestaties ingebracht moeten worden. 4. Tegen dit vonnis gaan de twee begunstigde kinderen in beroep. Zij willen voor recht horen zeggen dat het hier wel degelijk om een levensverzekeringsovereenkomst gaat en dat zij hun toegekende voordelen integraal mogen behouden op basis van artikel 124 WLVO. Het uitgesloten kind blijft echter in hoofdorde vragen dat de uitkeringen gedaan in het kader van het KBC Life Invest Plan als een schenking gekwalificeerd worden en dat dus ingebracht moet worden. Is het Hof van Beroep 4

5 daarentegen van oordeel dat artikel 124 WLVO hier wel degelijk toepassing vindt, dan vraagt het kind, in ondergeschikte orde, te horen zeggen dat artikel 124 WLVO ongrondwettelijk is, wegens schending van het gelijkheids- en nietdiscriminatiebeginsel. Volgens het Hof van Beroep te Gent wijkt artikel 124 WLVO inderdaad af van de algemeen geldende principes van inbreng en inkorting. Daarop stelt het Hof volgende prejudiciële vraag aan het Grondwettelijk Hof: Schendt artikel 124 van de wet van 25 juni 1992 op de Landverzekeringsovereenkomst de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat dit artikel ertoe leidt dat, ingeval van een spaarverrichting door de erflater in de vorm van een gemengde levensverzekering, de reserve niet kan worden ingeroepen, ook wanneer het levensverzekeringscontract een technisch anders geformuleerde spaarvorm is, waar indien de spaarinspanning van de erflater veeleer tot uiting was gekomen door de aankoop van effecten of andere spaartegoeden, de reserve wel kan worden ingeroepen, men met andere woorden wel een vordering tot inkorting kan instellen?. 5. In zijn arrest van 26 juni 2008 beantwoordt het Grondwettelijk Hof deze vraag bevestigend door te stellen dat er inderdaad geen redelijk en objectief criterium bestaat ter verantwoording van de discriminatie tussen erfgenamen in een context van een normale beleggingsformule, waarvoor de regels van inbreng en inkorting onverminderd gelden, en erfgenamen in een context van een levensverzekeringsproduct, waarvoor deze regels niet gelden. Hoe het Hof tot deze uitspraak gekomen is en wat de hiervoor gevolgde redeneringen waren, wordt in wat hierna volgt uitvoerig uit de doeken gedaan. III. De aanloop naar het arrest 6. Om het arrest van het Grondwettelijk Hof ten volle te kunnen vatten, is het niet onbelangrijk om even stil te staan bij het algemeen kader waarbinnen dit alles gesitueerd dient te worden. In dit hoofdstuk wordt dan ook bondig ingegaan op het concept levensverzekeringen, met een bijzondere aandacht voor de zogeheten gemengde levensverzekeringen en de tak-23 levensverzekeringen, waarvan het hoger 5

6 aangehaalde KBC Life Invest Plan een voorbeeld is. Ook wordt stilgestaan bij de evolutie die deze producten doormaakten. In een tweede onderdeel wordt de relatie tussen het levensverzekeringsrecht en het erfrecht, dat voornamelijk gebeurt via het artikel 124 WLVO, nader toegelicht. Eveneens worden de verschillende standpunten, commentaren en beslissingen hieromtrent in rechtspraak en rechtsleer uiteengezet. 1. De levensverzekering. Algemeenheden 1.1. Begrip en soorten 7. Artikel 97 WLVO omschrijft de levensverzekeringen als persoonsverzekeringen waarbij het zich voordoen van het verzekerd voorval alleen afhankelijk is van de menselijke levensduur. Deze omschrijving omvat zowel de eigenlijke levensverzekeringsverrichtingen als de bijkomende (bruidsschat- en geboorteverzekeringen) en de aanvullende levensverzekeringsverrichtingen (verzekeringen die toegevoegd zijn aan een principale levensverzekering). 4 Omdat enkel de eigenlijke levensverzekeringsverrichtingen van belang zijn in deze uiteenzetting, wordt dan ook enkel hier dieper op ingegaan. 8. De eigenlijke levensverzekeringsverrichtingen worden opgedeeld in verzekeringen bij leven, verzekeringen bij overlijden en gemengde verzekeringen. Bij verzekeringen bij leven zijn de prestaties slechts verschuldigd indien de verzekerde op de vervaldag ervan nog in leven is. Het kan hierbij zowel gaan om de uitbetaling van een uitgesteld kapitaal als van lijfrenten. Bij verzekeringen bij overlijden daarentegen zijn de prestaties enkel verschuldigd bij het overlijden van de verzekerde. Hier wordt een onderscheid gemaakt tussen de levenslange verzekeringen, de tijdelijke verzekeringen en de overlevingsverzekeringen. Bij een levenslange verzekering betaalt de verzekeraar de begunstigde ongeacht het tijdstip van overlijden van de verzekerde, terwijl bij een tijdelijke verzekering enkel betaald wordt wanneer de verzekerde gedurende een 4 H. COUSY, Over de kwalificatie van levensverzekeringscontracten en de rol die daarin wordt gespeeld door het begrip van kanscontract in B. TILLEMAN en A. VERBEKE (eds.), Knelpunten kanscontracten, Antwerpen, Intersentia, 2004,

7 bepaalde, vooraf overeengekomen periode overlijdt. Bij een overlevingsverzekering wordt de begunstigde enkel betaald indien hij op het tijdstip van overlijden van de verzekerde zelf nog in leven is. Zoniet eindigt de verzekeringsovereenkomst zonder meer. 5 Een gemengde levensverzekering tot slot, is niets anders dan een combinatie van de twee voorgaande types. Een kapitaal wordt door de verzekeraar uitbetaald, ofwel aan de verzekerde zelf, indien hij op een bepaald tijdstip nog in leven is, ofwel aan diens rechthebbenden of aan een aangewezen begunstigde, indien hij voor deze datum reeds overleed. 9. Het KB van 22 februari 1991 classificeert het hele arsenaal aan verzekeringen in verschillende takken, zoals voorgeschreven door een Europese richtlijn van 5 november De levensverzekeringen worden hierbij ingedeeld in de Groep van activiteiten Leven. De belangrijkste takken hierin zijn tak 21 (levensverzekeringen niet verbonden met beleggingsfondsen) en tak 23 (levensverzekeringen verbonden met beleggingsfondsen). Tak 21 omvat de traditionele levensverzekeringen waarin een bepaald, vaststaand kapitaal wordt uitgekeerd aan de begunstigde. Dat kapitaal is bij de veel recentere tak 23-verzekeringen veranderlijk van aard. Hoewel het KB van 14 november 2003 de levensverzekeringen omschrijft als persoonsverzekeringen tot uitkering van een vast bedrag, waarbij het zich voordoen van het verzekerde voorval alleen afhankelijk is van de menselijke levensduur, slaat dit ook op de tak 23- verzekeringen waarbij het uitgekeerde bedrag juist niet vaststaat. 7 Artikel 1, J WLVO definiëert immers een verzekering tot uitkering van een vast bedrag als een verzekering waarbij de prestatie van de verzekeraar niet afhankelijk is van de omvang van de schade. Eerder gaat het hier dus om een forfaitair bedrag en dus niet aan het bedrag van de schade gerelateerd. 8 5 R. VAN GOMPEL, Handboek levensverzekeringen, Brussel, Centrum voor informatie in assuranties, 2003, Bijlage I bij KB van 22 februari 1991 houdende algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen, BS 11 april 1991 (in overeenstemming met Richtlijn 2002/83/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 november 2002 betreffende levensverzekering, Pb. L. 19 december 2002, afl. 345, 39). 7 Artikel 2 KB van 14 november 2003 betreffende de levensverzekeringsactiviteit, BS 14 november 2003; zie ook artikel 97 WLVO in fine. 8 P. VAN EESBEECK en L. VEREYCKEN, Wat een notaris moet weten over levensverzekeringen en beleggingsverzekeringen, Not. Fisc. M. 2009, 63. 7

8 1.2. Evolutie naar tak 23-verzekeringen 10. In het kader van het te bespreken arrest van 26 juni 2008 is het niet onbelangrijk om even stil te staan bij het ontstaan van die zogeheten tak 23-verrichtingen om zodoende de drijfveer voor het aangaan van dergelijke verzekeringen beter te kunnen inzien. 11. Tot aan het eind van de jaren tachtig fungeerde de levensverzekering als een zeer statisch en betrouwbaar instrument, dat geen ruimte liet voor speculaties. De verzekeringnemer of begunstigde verkregen na afloop een gegarandeerde opbrengst van hun beleggingen. Vanuit de Verenigde Staten waaide echter een golf van zogeheten levensverzekeringen nieuwe producten onze richting uit. De vaste premiebetaling/kapitaaluitkering-systematiek werd verbroken door formules waarbij bijvoorbeeld geen strakke verplichting van jaarlijkse premiebetaling ( flexible life insurance ) of de aanpassing van de uitgekeerde bedragen aan bepaalde variabelen ( variable life insurance ) ingevoerd werden. 9 Het meest opvallende kenmerk van deze nieuwe formules was dat het beleggingsrisico wordt verschoven van de verzekeraar naar de verzekeringnemer, die zo steeds meer een rol als belegger toegedicht krijgt. 10 De tak 23-levensverzekeringen zijn de meest onwikkelde van deze golf aan levensverzekeringen nieuwe producten. 12. Deze resem nieuwe producten kwam er nadat er eind jaren tachtig vanuit de verzekeringnemers kritiek rees op de beperkte rendabiliteit die levensverzekeringen met zich meebrachten. Het was immers zo dat in periodes van hoge inflatie de verzekeraars hoge interesten konden realiseren op de door hen gedane beleggingen. Daardoor ontstond een kloof tussen wat de verzekeraar kreeg en wat hij aan zijn verzekerde diende uit te keren. Het spaarderspubliek begreep dan ook dat ze veel hogere rendementen konden halen door rechtstreeks hun spaargeld te beleggen in de op de markt aangeboden hoogrentende effecten. Daarop grepen de verzekeraars in door aan de verzekeringnemer in een eerste fase een winstdeelneming toe te kennen. 9 L. VAN DEN BERGHE, Nieuwe formules en innovatie in de individuele levensverzekering in H. COUSY en H. CLAASSENS (eds.), Pensioenvoorzieningen en private verzekering, Antwerpen, Maklu, 1989, H. COUSY, Over de kwalificatie van levensverzekeringscontracten en de rol die daarin wordt gespeeld door het begrip van kanscontract in B. TILLEMAN en A. VERBEKE (eds.), Knelpunten kanscontracten, Antwerpen, Intersentia, 2004,

9 Later evolueerde dit naar de toekenning van de gehele winst aan de verzekerde of de begunstigde en de afschaffing van de door de verzekeraar gewaarborgde opbrengst. 11 Hieruit ontstonden dan de levensverzekeringen verbonden aan beleggingsfondsen ofte de tak 23-verzekeringen. De Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen 12 omschrijft de tak 23- levensverzekering dan ook als zijnde een verzekering waarin het verzekerde kapitaal bij leven en/of overlijden niet wordt vastgesteld bij het sluiten van de overeenkomst maar varieert in functie van de evolutie van de waarde en van het rendement van de activa van het beleggingsfonds Tak 23-verzekering. Levensverzekering? 13. In het kader van deze ontwikkelingen kan men zich de vraag stellen of deze nieuwe levensverzekeringsproducten nog wel als levensverzekeringen gekwalificeerd kunnen worden. Er wordt immers -volgens sommigen- gesteld dat een levensverzekering een kanscontract moet zijn en dat er dus voor beide partijen een gelijkwaardige kans op winst of verlies moet bestaan. Indien bij beleggingsverzekeringen de verzekeringsprestatie gelijk is aan de gekapitaliseerde waarde van de premiestortingen en er dus zo goed als geen kans op winst en/of verlies bestaat voor beide partijen, kan de kwalificatie als kanscontract en dus als levensverzekering in het gedrang komen te staan. Hierover zijn de meningen binnen de rechtsleer verdeeld. Grosso modo kan hierbij een onderscheid gemaakt worden tussen de civielrechtelijke en de verzekeringsrechtelijke benadering Zij die de problematiek bekijken vanuit civielrechtelijk oogpunt baseren zich op een theorie van ROMAIN die vier essentiële kenmerken ziet om van een kanscontract 11 H. COUSY, Over de kwalificatie van levensverzekeringscontracten en de rol die daarin wordt gespeeld door het begrip van kanscontract in B. TILLEMAN en A. VERBEKE (eds.), Knelpunten kanscontracten, Antwerpen, Intersentia, 2004, Hierna afgekort als CBFA. 13 P. COLLE, Bijzonder gereglementeerde verzekeringscontracten in hoofdlijnen, 1996, Antwerpen, Maklu, Zie voor een uitgebreide bespreking van deze problematiek C. DEVOET, L assurance vie est-elle un contrat aléatoire?, T. Verz. 2002,

10 te kunnen spreken. 15 Om van een kanscontract te kunnen spreken moet er volgens hem sprake zijn van een onzekere gebeurtenis, een voorwerp, een kans op winst of verlies en een gelijkwaardigheid van kans voor beide partijen. Overeenkomstig BINON en DUBUISSON kan er enkel sprake zijn van een waarachtige levensverzekering indien voldaan is aan deze voorwaarden om van een kanscontract te kunnen spreken. 16 Door de opkomst van de zogeheten levensverzekeringen nieuwe producten werden echter verschillende varianten in het leven geroepen waarvan niet steeds duidelijk is of er al dan niet voor beide partijen een kans op winst of verlies bestaat. Een voorbeeld hiervan is een beslissing van de rechtbank van Brugge inzake een levensverzekering waarbij geen minimum kapitaal bedongen is ingeval van overlijden, zodat enkel een bedrag afhankelijk van de reeds overgemaakte premies uitbetaald wordt. 17 Hier werd geoordeeld dat het niet om een kanscontract -en dus niet om een geldige levensverzekering- ging, aangezien het tot het wezen van de levensverzekering behoort dat de gewaarborgde prestatie van de verzekeraar niet afhankelijk is van wat hij reeds ontvangen heeft van de verzekeringnemer. De kwalificatie als kanscontract is dus niet zo vanzelfsprekend en dient dan ook nauwkeurig voor elke variant van levensverzekering afzonderlijk te gebeuren. 15. Daartegenover bevindt zich de verzekeringsrechtelijke benadering waarbij men uitgaat van het verzekeringsrecht en vaststelt dat daarin nergens sprake is van een kanscontract of van de vier voorwaarden daarvan als vereiste voor de geldigheid van de levensverzekering. 18 Het bepalend criterium om vast te stellen of men al dan niet te maken heeft met een levensverzekering is dus niet of het om een kanscontract gaat of niet, maar wel of de gevolgen van de overeenkomst al dan niet afhankelijk zijn van een onzekere gebeurtenis J.-F. ROMAIN, Observations au sujet de la convention de tontine: de l aléa au pacte sur succession future in Mélanges offerts à Pierre Van Ommeslaghe, Brussel, Bruylant, 2000, J.M. BINON en B. DUBUISSON, L aléa dans les produits d assurance vie. Le point de vue belge in B. DUBUISSON en C. JAUMAIN, Les nouveaux produits d assurance vie. Droit civil et droit fiscal, Louvain-la-Neuve, Bruylant, 2000, Rb. Brugge 15 januari 2002, De Verz. 2002, H. COUSY, Over de kwalificatie van levensverzekeringscontracten en de rol die daarin wordt gespeeld door het begrip van kanscontract in B. TILLEMAN en A. VERBEKE (eds.), Knelpunten kanscontracten, Antwerpen, Intersentia, 2004, N. TORFS, Levensverzekering en erfrecht. Het arrest van het Grondwettelijk Hof van 26 juni 2008, onuitg., nota s bij de vormingsnamiddag Beleggingsverzekering als instrument voor vermogensoverdracht en successieplanning, de impact op het arrest van het Grondwettelijk Hof van 26 juni 2008 en Vlaamse regelgeving van 12 december 2008 van de Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat, 7. 10

11 Deze theorie vindt vooral navolging bij de verzekeraars die aan de levensverzekering geen voorwaarde van aleatoire overeenkomst willen vestigen. Men besluit hierbij dat noch de Verzekeringswet van 1874, 20 noch de wet van 25 juni 1930 betreffende de controle op de levensverzekeringsondernemingen, 21 noch de Landverzekeringswet van 1992 in hun definities van levensverzekering enige aleatoire voorwaarden stellen. Niks belet dan, volgens DEVOET, om levensverzekeringen een aleatoir karakter toe te dichten, maar evenzeer mag men dit niet zien als een essentiële vereiste en moet men zelfs aanvaarden dat dergelijke contracten evolueren in de tijd en daardoor kunnen afwijken van hun oorspronkelijke karakteristieken. 22 Ook de nieuwe lichting tak 23- verzekeringen dienen aldus als volwaardige levensverzekeringen gekwalificeerd te worden. 16. In de rechtsleer noch in de rechtspraak is men op dit punt ondertussen tot een compromis gekomen. Wel werd in de rechtspraak steeds meer de mogelijkheid van de rechter gehanteerd om de verzekeringsovereenkomst te herkwalificeren of te diskwalificeren. Wat aanleiding kan geven tot dergelijke herkwalificatie en in welke gevallen dit reeds gebeurde, wordt hieronder uitvoerig besproken Artikel 124 WLVO: link tussen verzekeringsrecht en erfrecht 2.1. Artikel 124 WLVO. Algemeenheden 17. Artikel 124 WLVO bepaalt dat de premies die de levensverzekeringnemer heeft betaald, in geval van diens overlijden, niet aan inbreng of inkorting onderworpen zijn, behalve voor zover het betaalde kennelijk buiten verhouding staat tot zijn vermogenstoestand. Deze wetsbepaling kwam er in 1992 na een reeks evoluties in wetgeving en rechtspraak, die zijn oorsprong vindt in het Franse recht. Tot 1896 werd inbreng en inkorting in Frankrijk gewoon toegepast in geval van schenkingen gerealiseerd door middel van een levensverzekering. 24 In 1896 besliste het Franse Hof 20 Wet van 11 juni 1874 betreffende de verzekeringen, BS 14 juni Wet van 25 juni 1930 betreffende de controle op de levensverzekeringsondernemingen, BS 18 juli C. DEVOET, L assurance vie est-elle un contrat aléatoire?, T. Verz. 2002, Zie verder randnummer 29 en volgende. 24 E. DE WILDE D ESTMAEL, Arrêt de la Cour constitutionnelle du 26 juin 2008: l'article 124 du Code des assurances malmené, Rev. not. b. 2008,

12 van Cassatie echter dat inbreng en inkorting niet toegepast konden worden op het uitgekeerde kapitaal. 25 Immers, de kapitaalsuitkering gebeurt via de verzekeraar en gaat geenszins over naar de begunstigde via de nalatenschap van de verzekeringnemer. Deze uitsluiting werd enkele jaren later ook toepasselijk verklaard op de door verzekeringnemer betaalde premies, in zoverre deze niet overdreven waren in verhouding tot het vermogen van de verzekeringnemer. 26 Deze regeling, die bepaalde dat enkel de overdreven premies aan inbreng en inkorting onderworpen zijn, werd in 1930 in een wet gegoten. 18. Onder invloed van dat Franse recht, kende men in België een gelijkaardige evolutie. Een eerste wettelijke bepaling kwam er in Toen reeds werd bepaald dat de betaalde premies niet aan inbreng en inkorting onderworpen waren. 27 Door de wet van 14 juli 1976 werd deze regel uitgebreid door de aanvulling dat deze uitsluiting enkel geldt voor de betaalde premies die niet in verhouding zijn tot het vermogen van de verzekeringnemer. Deze regeling gold toen echter enkel nog tussen echtgenoten. 28 Artikel 124 WLVO tenslotte, nam in 1992 diezelfde bepaling over, zij het dat deze nu wel geldt voor alle begunstigden en niet enkel voor de echtgenoten. 19. Naar de ratio van deze regeling is het raden. De Voorbereidende Werken geven hierover niet de minste uitleg. Wel is duidelijk dat de wetgever een gunstregeling voor de levensverzekering wilde uitwerken. Een levensverzekering werd immers beschouwd als een normale daad van voorzorg die slechts een beperkte verarming met zich meebracht. In de regel werden met iemands gewone inkomsten periodieke premies van een redelijk bedrag betaald. 29 Waarom deze regeling echter werd uitgebreid van de echtgenoot-begunstigde naar alle begunstigden wordt door de wetgever nergens verklaard. 25 Cass. fr. 29 juni 1896, D. 1897, I, Cass. fr. 4 augustus 1908, D. 1909, I, Artikel 43, alinea 1 van de Wet van 11 juni 1874 houdende de titels X en XI van Boek I van het Wetboek van Koophandel. Verzekering in het algemeen Verzekeringen in het algemeen, BS 14 juni Artikel 43, alinea 2 van de Wet van 11 juni 1874, zoals gewijzigd door de artikel 44 van de Wet van 14 juli 1976 betreffende de wederzijdse rechten en verplichtingen van echtgenoten en de huwelijksvermogensstelsels, BS 18 september N. TORFS, Levensverzekering en erfrecht. Het arrest van het Grondwettelijk Hof van 26 juni 2008, onuitg., nota s bij de vormingsnamiddag Beleggingsverzekering als instrument voor vermogensoverdracht en successieplanning, de impact op het arrest van het Grondwettelijk Hof van 26 juni 2008 en Vlaamse regelgeving van 12 december 2008 van de Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat, 2. 12

13 20. Er mag echter niet uit het oog verloren worden dat, aangezien het hier gaat om regels van inbreng en inkorting, dit artikel enkel toepassing vindt in de gevallen waarin de begunstigde tevens reservataire erfgenaam van de verzekeringnemer is. Artikel 124 WLVO geldt dus enkel indien de begunstigde afstammeling, ouder of echtgenoot van de verzekeringnemer is. Enkel dan dient met inbreng en inkorting rekening gehouden worden. Inbreng heeft tot doel de gelijkheid tussen de erfgenamen te behouden en houdt in dat iedere erfgenaam aan zijn mede-erfgenamen inbreng doet van al hetgeen hij van de overledene ontvangen heeft. 30 De wijze waarop dit gebeurt hangt af van de aard van de goederen en van de personen die de inbreng moeten doen. Inkorting zorgt ervoor dat elke reservataire erfgenaam zijn reserve waar hij recht op heeft kan krijgen. Dit gebeurt door de herleiding bij het openvallen van de nalatenschap van alle beschikkingen die het beschikbaar deel overschrijden. 31 Deze inkorting moet gevorderd worden door de reservataire erfgenaam. 21. Zoals reeds vermeld worden enkel de overdreven premies en niet het uitgekeerde kapitaal aan inbreng en inkorting onderworpen. De reden van deze beperking is het feit dat het verzekerde kapitaal nooit tot het patrimonium van de overledene heeft behoord. Het uitgekeerde kapitaal komt de begunstigde immers toe op grond van een beding ten behoeve van derden en niet op grond van de nalatenschap van de verzekerde. 32 Men kan zich natuurlijk de vraag stellen wanneer premies als kennelijk buiten verhouding tot de vermogenstoestand beschouwd worden. Hierover bestaat de grootste onduidelijkheid. Algemeen wordt dan ook aangenomen dat dit een feitenkwestie is die door de rechter beoordeeld dient te worden. 33 Er zal immers steeds in concreto bekeken moeten worden welke de omvang van het vermogen is waaruit de premies betaald zijn. De rechter zal in zijn beoordeling rekening moeten houden met zowel het inkomen als het vermogen van de verzekeringnemer, en dit op het ogenblik 30 Artikel 843 Burgerlijk Wetboek (hierna verkort BW) 31 Artikel 920 en volgende BW. 32 M. PUELINCKX-COENE, J. VERSTRAETE en N. GEELHAND, Erfenissen. Overzicht van rechtspraak ( ), T.P.R. 1997, A. VAN D EN B OSSCHE, Art. 124 Wet Landverzekeringsovereenkomst in H. COUSY, L. SCHEURMANS, K. BERNAUW en C. VAN SCHOUBROECK (eds.), Verzekeringen. Artikelsgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Mechelen, Kluwer, losbl. 13

14 waarop de premie betaald werd. 34 Enig uitgangspunt hierbij kunnen de artikelen 221 en 222 BW (voor echtgenoten) en artikel 1477, 3 BW (voor wettelijke samenwonenden) zijn Commentaren in rechtsleer en relevante rechtspraak 22. Zoals hoger reeds vermeld, werden de principes zoals voorgeschreven door artikel 124 WLVO in het snel wijzigende levensverzekeringslandschap door zowel rechtspraak als rechtsleer aan het wankelen gebracht. Vooral de ongrondwettelijkverklaring van de artikelen 127 en 128 door het toenmalige Arbitragehof op 26 mei 1999 bracht de bal aan het rollen. 36 Deze uitspraak effende het pad voor steeds verdergaande meningen en beslissingen die uiteindelijk resulteerden in de ongrondwettelijkverklaring van artikel 124 WLVO. In wat hierna volgt wordt eerst stilgestaan bij het arrest van het Arbitragehof van 26 mei Vervolgens worden twistpunten inzake de herkwalificatie van levensverzekeringsovereenkomsten, het voorwerp van dergelijke verbintenissen en de al dan niet overdreven premies nader toegelicht aan de hand van een aantal relevante uitspraken en arresten. a) Het arrest van het Arbitragehof van 26 mei 1999 i. Feiten en prejudiciële vraag 23. In zijn arrest van 26 mei 1999 oordeelde het toenmalige Arbitragehof dat de artikelen 127 en 128 WLVO de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schenden. Het Hof deed deze uitspraak na een reeks prejudiciële vragen gesteld door de vrederechter 34 Zie onder meer B. VANDECAVEY, Questions relatives aux paiements et récupérations d allucations familliales, J.T.T. 1993, Zie verder randnummer 45 en volgende. 36 Arbitragehof 26 mei 1999, nr. 54/99, BS 18 augustus 1999 (tweede uitg.); A.A. 1999, 623; T. Verz. 1999, 475, noot Y. LELEU en D. SCHEURMANS; E.J. 2000, 22, noot F. BUYSSENS; J.L.M.B. 1999, 1456; R.W , 295; Rev. not. b. 1999, 710, noot; Rev. trim. dr. fam. 1999, 691; T. Not. 2000, 257; T.B.H. 1999, 849, noot K. TERMOTE. 14

15 van Namen. 37 Deze werd verzocht uitspraak te doen over een in gemeenschap gehuwd echtpaar, waarbij de man ter zijner gunste een gemengde levensverzekering aanging waarvoor de premies met gemeenschapsgelden betaald werden. Bij het bereiken van de leeftijd van 65 jaar werd een kapitaal aan de man uitbetaald. Na echtelijke moeilijkheden vroeg de vrouw voor recht te horen zeggen dat het uitgekeerde kapitaal in het gemeenschappelijk vermogen valt en niet in het eigen vermogen van de man conform artikel 127 WLVO De ter discussie staande artikelen 127 en 128 WLVO regelen de levensverzekering gesloten tussen in gemeenschap van goederen getrouwde echtgenoten. Overeenkomstig artikel 127 WLVO worden de aanspraken, ontleend aan de verzekering aangegaan door een echtgenoot, beschouwd als zijnde een eigen goed van de begunstigde echtgenoot. 39 Artikel 128 WLVO voegt hieraan toe dat geen vergoeding aan het gemeenschappelijk vermogen verschuldigd is, tenzij de premiebetalingen kennelijk de mogelijkheden van dit gemeenschappelijk vermogen te boven gaan. Deze regeling staat haaks op de algemene huwelijksvermogensrechtelijke regelen zoals opgenomen in het Burgerlijk Wetboek. Immers, volgens de artikelen 127 en 128 WLVO vormt het geen enkel probleem om als in gemeenschap van goederen gehuwde echtgenoot een levensverzekering in eigen voordeel af te sluiten en de premies te betalen met gemeenschapsgelden. Hoewel de andere echtgenoot evenveel bijdraagt aan de betaling van de premies, zal enkel de begunstigde echtgenoot een kapitaal uitgekeerd krijgen. Dit terwijl de opbrengsten van een andere vorm van sparen, bijvoorbeeld door de aankoop van aandelen in beleggingsfondsen, waarbij gemeenschapsgelden werden aangewend, wel als gemeenschappelijk aanzien worden Vred. Namen 30 april 1998, Div. Act. 1998, A. VANDEWIELE en B. MEESTERS, De levensverzekering in het notariaat, Not. Fisc. M. 2008, Ongeacht of de echtgenoot-verzekeringnemer de verzekering aanging ten behoeve van zichzelf of van de andere echtgenoot. 40 J. BAEL, Artikel 124 van de wet Landverzekeringsovereenkomst in het licht van de recente rechtspraak, T. Not. 2004,

16 Over deze mogelijke vorm van discriminatie stelde de vrederechter van Namen dan ook een prejudiciële vraag aan het Arbitragehof. 41 ii. Uitspraak, draagwijdte en gevolgen 25. Het Hof oordeelde dat beide artikelen inderdaad het gelijkheidsbeginsel schenden, doordat zij ertoe leiden dat, in geval van een gemengde levensverzekering aangegaan door een echtgenoot gehuwd onder gemeenschapsstelsel, in eigen voordeel, waarvoor de premies betaald zijn met gemeenschapsgelden, het kapitaal eigen is en slechts recht geeft op vergoeding indien de ten laste van het gemeenschappelijk vermogen gedane premiebetalingen kennelijk de mogelijkheden van dat vermogen te boven gaan. Indien de inspannig van voorzorg van de echtgenoten veeleer tot uiting was gekomen door de aankoop van effecten of andere spaartegoeden hadden deze gemeenschappelijk moeten zijn, zo stelde het Hof. Zodoende is er geen redelijke verantwoording voorhanden om een onderscheid te maken tussen echtgenoten naargelang de wijze waarop zij hun spaarverrichtingen tot stand brengen, zodat dit onderscheid als discriminerend en strijdig met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet beschouwd werd De vraag dringt zich op naar wat nu de precieze draagwijdte van dit arrest is. Tot welke verzekeringscontracten strekt deze beslissing zich uit? Hierover zijn de meningen verdeeld, gaande van een zeer strikte interpretatie tot een zeer ruime interpretatie van het arrest Een grote meerderheid is het er echter over eens dat een ruime interpretatie aan dit arrest gegeven moet worden. Hiermee bedoelt men dat de artikelen 127 en 128 WLVO ongrondwettelijk zijn telkens wanneer de levensverzekering in feite een spaarverrichting is. Er dient dus een onderscheid 41 DUBUISSON wees reeds voor dit arrest op deze ongeoorloofde vorm van discriminatie (B. DUBUISSON, Les nouveaux produits d assurance vie face au droit. La fin des privilèges?, T.B.B.R. 1997, ). 42 A. VANDEWIELE en B. MEESTERS, De levensverzekering in het notariaat, Not. Fisc. M. 2008, Voor een strikte interpretatie, zie bijvoorbeeld K. TERMOTE, noot onder Arbitragehof 26 mei 1999, T.B.H. 1999, 854. Hierbij wordt gesteld dat enkel volstrekt analoge gevallen als dat waarover uitspraak gedaan werd onder dit arrest vallen. 44 Voor een zeer ruime interpretatie, zie bijvoorbeeld K. VANBEYLEN en G. DEBOODT, Behoren gemengde levensverzekeringen tot het eigen of gemeenschappelijk vermogen na het arrest van hat Arbitragehof van 26 mei 1999? in A. VERBEKE, J. VERSTRAETE en L. WEYTS (eds.), Aspecten van het ondernemingsrecht. Liber Amicorum Frans Bouckaert, Leuven, Universitaire pers, 2000, 477. Zij menen dat alle levensverzekeringen hieronder vallen. 16

17 gemaakt te worden tussen enerzijds de klassieke levensverzekering en anderzijds de levensverzekering die in feite een spaarverrichting is Dit onderscheid kan gemaakt worden door zich volgende vraag te stellen: Heeft de verzekeringnemer beoogd zich tegen een overlijdensrisico te verzekeren of heeft hij getracht voor een aanvullend inkomen te zorgen aan de hand van een belegging die de vorm van een levensverzekering heeft aangenomen? 46 Gaat het om een werkelijke levensverzekering met als enig doel het verzekeren van een overlijdensrisico, dan blijven de artikelen 127 en 128 WLVO gelden. Blijkt daarentegen dat het in werkelijkheid gaat om een spaarinstrument dat niet beperkt blijft tot het louter dekken van risico s, dan worden voornoemde artikelen wel strijdig geacht met de Grondwet Deze beslissing van het Arbitragehof had toen reeds verregaande gevolgen voor het voortbestaan van artikel 124 WLVO. Immers, als er geen redelijke verantwoording gevonden kan worden om een onderscheid te maken tussen spaargelden bekomen door middel van een levensverzekering en deze bekomen door middel van een ander spaarproduct, waardoor de eerste als eigen en de laatste als gemeenschappelijk beschouwd worden, is het redelijkerwijs onmogelijk zulk onderscheid wel te verantwoorden wanneer het gaat om het al dan niet kunnen instellen van een vordering van inkorting en inbreng op deze gelden. Artikel 124 WLVO sluit dit immers uit wanneer het gaat om levensverzekeringen, maar niet wanneer er sprake is van een andere vorm van sparen. De toepassing van dit artikel wordt dus zeer onzeker en zal uiteindelijk leiden tot de vernietiging ervan. b) De herkwalificatie van levensverzekeringsovereenkomsten 29. Sinds enkele jaren gaan rechters in bepaalde gevallen over tot de herkwalificatie van levensverzekeringsovereenkomsten en worden deze contracten beschouwd als spaar- of beleggingsproducten. Vooral de zogeheten levensverzekeringen nieuwe 45 N. TORFS, De levensverzekering en het huwelijksvermogensrecht. Het gelijkheidsbeginsel geschonden, T. Not. 2000, A. VANDEWIELE en B. MEESTERS, De levensverzekering in het notariaat, Not. Fisc. M. 2008, Over de criteria van dit onderscheid en de herkwalificatie van levensverzekeringen, zie verder randnummer 29 en volgende. 17

18 producten die de laatste jaren hun intrede maakten, zoals de gemengde levensverzekering en de tak 23-verzekering, zijn vaak slachtoffer van dergelijke herkwalificatie. Sommige rechters zijn immers van oordeel dat dergelijke flexibelere verzekeringsproducten die mikken op het spaargeld van gezinnen geen aleatoir karakter meer hebben en dat het dus niet meer gerechtvaardigd is om aan deze overeenkomsten de door de levensverzekeringsreglementering toegekende voordelen te verlenen. 48 Deze techniek van herkwalificatie komt overgewaaid vanuit Frankrijk. 49 Met welke criteria daarbij rekening gehouden wordt en in welke gevallen rechters effectief tot dergelijke herkwalificatie overgaan, wordt hierna uiteengezet. i. Criteria voor het onderscheid 30. Eerder werd reeds gewezen op de verschillende visies vanuit burgerrechtelijke en verzekeringsrechtelijke hoek die, respectievelijk, het voldoen aan de voorwaarden van een kanscontract of het al dan niet afhankelijk zijn van een onzekere gebeurtenis als criteria vooropstelden om van een werkelijke levensverzekering te kunnen spreken. 50 Het is van belang te weten of men te maken heeft met een levensverzekering dan wel met een gewone schenking. Immers, de Landverzekeringsovereenkomstenwet, en in het bijzonder artikel 124, zal enkel van toepassing zijn op de eigenlijke levensverzekeringen. Gaat het om een schenking, dan zal enkel het gemeen recht ter zake toepassing kunnen vinden. 31. Heel wat auteurs beschouwen het kanselement als het belangrijkste element in de hele discussie. Terwijl het kanselement helemaal niet ter discussie staat bij een gewone levensverzekering die het overlijdensrisico dekt, is diezelfde kans bij bepaalde nieuwe levensverzekeringsproducten moeilijk te bespeuren. 51 Zo ondervindt men geen problemen om een verzekering met uitgesteld kapitaal als kansovereenkomst en dus als levensverzekering te omschrijven aangezien bij de 48 B. DUBUISSON, Advies inzake de herkwalificatie van levensverzekeringsovereenkomsten. Artikel 124 van de wet van 25 juni 1992, verslag van 18 februari 2005, B. DUBUISSON, Les nouveaux produits d assurance vie face au droit. La fin des privilèges?, T.B.B.R. 1997, Zie hoger randnummers 13 tot E. DE WILDE D ESTMAEL, Arrêt de la Cour constitutionnelle du 26 juin 2008: l'article 124 du Code des assurances malmené, Rev. not. b. 2008,

19 kapitalisatie van het behaalde rendement rekening gehouden wordt met de kans dat de verzekeringnemer voor de vervaldag van de overeenkomst overlijdt. Omdat daarentegen bij een verzekering met uitgesteld kapitaal met tegenverzekering van het verworven spaartegoed, de verzekeraar er zich toe verbindt om in geval van vroegtijdig overlijden het saldo van de spaarrekening te betalen dat gelijk is aan de wiskundige reserve van de overeenkomst en het zodoende minder duidelijk wordt waar de kans op winst of verlies van de contracterende partijen nu juist ligt, is de kwalificatie als kanscontract en dus als levensverzekering wel voor discussie vatbaar. 52 Evenzo zal dit kanselement ontbreken bij overeenkomsten gesloten voor onbepaalde duur waarbij de verzekeringnemer op elk ogenblik de uitkering van de reeds geïnvesteerde spaartegoeden kan vragen Anderen maken zich dan weer de bedenking of een levensverzekering wel moet voldoen aan de voorwaarden van een kanscontract om onder de toepassing van de verzekeringswetgeving te kunnen vallen. Terwijl men in Frankrijk probeert vast te houden aan het belang van een kanselement door dit zeer ruim te interpreteren zodat elk spaarcontract een kanselement bevat aangezien het afhankelijk blijft van de menselijke levensduur, 54 zijn Belgische rechtsgeleerden steeds meer de mening toegedaan dat de aanwezigheid van een kans niet langer vereist is om de Landverzekeringsovereenkomstenwet toe te passen. 55 Bovendien wordt er op gewezen dat nergens in de wetgeving gewag wordt gemaakt van de vereiste dat een levensverzekering een kanscontract zou moeten zijn. Artikel 97 WLVO definieert een levensverzekering immers als zijnde een overeenkomst waarbij het zich voordoen van het verzekerd voorval alleen afhankelijk is van de menselijke levensduur. En aangezien het tijdstip van overlijden steeds onzeker is, zou 52 B. DUBUISSON, Advies inzake de herkwalificatie van levensverzekeringsovereenkomsten. Artikel 124 van de wet van 25 juni 1992, verslag van 18 februari 2005, E. DE WILDE D ESTMAEL, Arrêt de la Cour constitutionnelle du 26 juin 2008: l'article 124 du Code des assurances malmené, Rev. not. b. 2008, Cass. fr. 23 november 2004, Rev. trim. dr. civ. 2005, C. DEVOET, L assurance vie est-elle un contrat aléatoire?, T. Verz. 2002,

20 deze vorm van risico reeds moeten volstaan om van een geldige levensverzekering te kunnen spreken Nog anderen stellen zich de vraag of de kwalificatie als levensverzekeringsproduct wel werkelijk relevant is voor het voorliggend probleem. Men gaat er eerder van uit dat de ratio van de gunstmaatregel van artikel 124 WLVO onderzocht dient te worden. 57 Immers, de rechtvaardiging van dergelijk gunstregime was het feit dat de levensverzekering werd opgevat als een normale daad van voorzorg die slechts een beperkte verarming van het vermogen inhield, omdat ze meestal de vorm aannam van de betaling van periodieke premies van een redelijk bedrag. 58 Nu bepaalde nieuwe levensverzekeringsproducten niet langer dergelijke finaliteit beogen, maar veeleer loutere spaar- of beleggingsverrichtingen zijn, is het niet langer verantwoord dat zulk gunstregime op deze overeenkomsten van toepassing zou kunnen zijn. 59 Van dergelijke voorzorgsmaatregel kan slechts sprake zijn indien aan twee criteria voldaan werd. Er moet tegemoet gekomen worden aan de uitvoering van een natuurlijke verbintenis en de hulp moet in overeenstemming zijn met de nood en de mogelijkheden van de verzekeringnemer. 60 Voldoet een levensverzekeringsovereenkomst niet aan deze voorwaarden en gaat het dus niet om een voorzorgsmaatregel zoals beoogd door de wetgever, dan kan deze niet rekenen op het gunstregime dat geldt voor levensverzekeringen (en dus ook niet op artikel 124 WLVO). 56 B. DUBUISSON, Advies inzake de herkwalificatie van levensverzekeringsovereenkomsten. Artikel 124 van de wet van 25 juni 1992, verslag van 18 februari 2005, J. BAEL, Artikel 124 van de wet Landverzekeringsovereenkomst in het licht van de recente rechtspraak, T. Not. 2004, 673; N. TORFS, Levensverzekering en erfrecht. Het arrest van het Grondwettelijk Hof van 26 juni 2008, onuitg., nota s bij de vormingsnamiddag Beleggingsverzekering als instrument voor vermogensoverdracht en successieplanning, de impact op het arrest van het Grondwettelijk Hof van 26 juni 2008 en Vlaamse regelgeving van 12 december 2008 van de Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat, B. DUBUISSON, Advies inzake de herkwalificatie van levensverzekeringsovereenkomsten. Artikel 124 van de wet van 25 juni 1992, verslag van 18 februari 2005, R. BARBAIX, Erfrechtelijke aspecten van de (onrechtstreekse) schenking via een levensverzekering, in F. SWENNEN en R. BARBAIX (eds.), Over erven. Liber amicorum Mieken Puelinckx-Coene, Mechelen, Kluwer, 2006, N. TORFS, Levensverzekering en erfrecht. Het arrest van het Grondwettelijk Hof van 26 juni 2008, onuitg., nota s bij de vormingsnamiddag Beleggingsverzekering als instrument voor vermogensoverdracht en successieplanning, de impact op het arrest van het Grondwettelijk Hof van 26 juni 2008 en Vlaamse regelgeving van 12 december 2008 van de Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat,

21 34. Eensgezindheid over de vraag vanaf wanneer een levensverzekeringsovereenkomst in wezen een spaar- of beleggingsproduct inhoudt bestaat er in de rechtsleer dus niet. Het zal dus aan de rechtspraak zijn om de ter discussie staande gevallen in concreto te onderzoeken en uit te maken of herkwalificatie zich al dan niet opdringt. ii. Toepassingen in de rechtspraak 35. Uit de bestaande rechtsleer bleek dat een onverkorte toepassing van het artikel 124 WLVO niet in alle omstandigheden gerechtvaardigd kon worden. Ook de rechtspraak voelde aan dat niet elke zogenaamde levensverzekeringsovereenkomst onder dit regime kon vallen en ging daarom op zoek naar een manier om de uitwerking van het artikel indien nodig te verhinderen. Een oplossing werd gevonden in het herkwalificeren van overeenkomsten In haar vonnis van 23 oktober 2001 wees de Rechtbank van Eerste Aanleg van Namen een vordering tot inbreng door het kind van een erflaatster die door diens levensverzekering niet begunstigd werd af op grond van artikel 124 WLVO. Daartegen werd beroep ingesteld bij het Luikse Hof van Beroep. Het Hof besliste in haar arrest van 3 februari 2003 dat het in geding zijnde levensverzekeringscontract geherkwalificeerd diende te worden als een spaarcontract met beding ten gunste van een derde. 62 In casu ging het immers om een gemengde levensverzekering, aangegaan door een bejaarde vrouw, waarbij een eenmalige premie betaald werd en een kapitaal vastgelegd werd dat was uit te keren op het einde van de termijn. Er werd bovendien bedongen dat bij vroegtijdig overlijden een som gelijk aan die eenmalig betaalde premie, vermeerderd met intresten, uitbetaald zou worden aan de begunstigde, zijnde het andere kind van de verzekeringneemster. Dit heeft als gevolg dat er geen sprake meer is van een kanselement aangezien de verzekeraar sowieso gehouden is de eenmalige premie vermeerderd met intresten uit te betalen. Het al dan niet overlijden tijdens de termijn van de overeenkomst is niet langer relevant waardoor het hier in 61 C. SCHOCKAERT, Artikel 124 van de Wet op de Landverzekeringsovereenkomst ongrondwettelijk verklaard: een analyse (noot onder GwH 26 juni 2008), T. Not. 2008, Luik 3 februari 2003, De Verz. 2003, 580, noot C. DEVOET; J.L.M.B. 2003, 1045, noot J. SACE; J.T. 2003, 386, noot Y. LELEU; Rev. not. b. 2003,

22 werkelijkheid om een spaarcontract gaat, zij het dan wel met beding ten gunste van een derde. Wegens het ontbreken van een kanselement wordt de oorspronkelijke levensverzekeringsovereenkomst hier dus geherkwalificeerd naar een spaarcontract. 37. In een ander vonnis van de Rechtbank van Eerste Aanleg van Brussel van 1 september 2003 wordt eveneens een levensverzekeringscontract geherkwalificeerd. 63 Bij de herkwalificatie van deze tak 23-verzekering werd echter niet gekeken naar het ontbreken van een kanselement. Wel struikelde de rechter over het feit dat de overeenkomst heel wat kenmerken vertoonde van een spaarcontract. De overeenkomst bevatte immers geen einddatum en de verzekeringnemer kreeg de mogelijkheid om op eender welk tijdstip bepaalde delen van het reeds ingebrachte kapitaal op te nemen. Zodoende oordeelde de rechtbank dat de verzekeringnemer nog steeds over de ingebrachte gelden kon beschikken zodat het in casu eerder om een beleggingsovereenkomst dan om een levensverzekering ging. Uit dit vonnis valt echter onmogelijk af te leiden dat de rechter elke tak 23- verzekering zou herkwalificeren Ook in een recenter vonnis herkwalificeerde de Burgerlijke Kamer van de Rechtbank van Eerste Aanleg van Mechelen een levensverzekeringsovereenkomst naar een onrechtstreekse schenking. 65 Eiseres zag immers een verdoken schenking in de gemengde levensverzekering die haar vader aanging door middel van een eenmalige premiebetaling met haar broer als begunstigde en was dan ook van mening dat haar broer het verkregen voordeel diende in te brengen in de nalatenschap bij overlijden van hun vader. De Mechelse rechter volgde eiseres hierin omdat het de overeenkomst ontbrak aan een kanselement. Zowel de verbintenis van de verzekeringnemer -de gehele premiebetaling gebeurde in één enkele verrichting- als die van de verzekeraar -door de hoge leeftijd was men vrijwel zeker dat de uitbetaling aan de begunstigde zou gebeuren tijdens de duurtijd van de overeenkomst- waren op voorhand voorspelbaar, 63 Rb. Brussel 1 september 2003, De Verz. 2004, 116, noot H. SCHILTZ. 64 J. BAEL, Artikel 124 van de wet Landverzekeringsovereenkomst in het licht van de recente rechtspraak, T. Not. 2004, Rb. Mechelen 6 februari 2008, T. Not. 2008,

NIEUWSFLASH SUCCESSIERECHTEN OP AFKOOPWAARDE LEVENSVERZEKERINGEN

NIEUWSFLASH SUCCESSIERECHTEN OP AFKOOPWAARDE LEVENSVERZEKERINGEN NIEUWSFLASH SUCCESSIERECHTEN OP AFKOOPWAARDE LEVENSVERZEKERINGEN Dit nieuwsbericht is enkel voor informatie doeleinden bestemd. Ondanks het feit dat aan dit nieuwsbericht de gebruikelijke zorg is besteed,

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Federale Overheidsdienst Financiën Onderwerp Circulaire nr. 16/2006. Levensverzekeringen - Echtgenoten gehuwd onder een stelsel van gemeenschap van goederen. Datum 31 juli 2006 Copyright and

Nadere informatie

GROEPSVERZEKERINGEN EN HET HUWELIJKSVERMOGENSRECHT

GROEPSVERZEKERINGEN EN HET HUWELIJKSVERMOGENSRECHT GROEPSVERZEKERINGEN EN HET HUWELIJKSVERMOGENSRECHT 1. De artikelen 127 en 128 van de Wet van 25 juni 1992 op de Landverzekeringsovereenkomst (WLVO) stelden eertijds het volgende: Artikel 127 WLVO: De aanspraken,

Nadere informatie

De levensverzekering als instrument voor vermogensplanning

De levensverzekering als instrument voor vermogensplanning Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2010-2011 De levensverzekering als instrument voor vermogensplanning Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Aurélie

Nadere informatie

(Aanvullend) pensioen en huwelijksvermogensrecht

(Aanvullend) pensioen en huwelijksvermogensrecht (Aanvullend) pensioen en huwelijksvermogensrecht mr. Ludo Vermeulen Inleiding Wettelijk pensioen werknemers zelfstandigen ambtenaren en huwelijksvermogensrecht Aanvullend pensioen Arbitragehof 26 mei 1999

Nadere informatie

Het levensverzekeringscontract als instrument van successieplanning

Het levensverzekeringscontract als instrument van successieplanning Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2010-2011 Het levensverzekeringscontract als instrument van successieplanning Masterproef van de opleiding Master in het Notariaat Ingediend door

Nadere informatie

Relevante feiten. Beoordeling. RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996

Relevante feiten. Beoordeling. RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996 Relevante feiten Als kaderlid van M heeft eerste eiser in 1993 aandelenopties verkregen op aandelen

Nadere informatie

gemeenschap van aanwinsten) liggen de zaken moeilijker. Voor het Groeps- en levensverzekering bij echtscheiding

gemeenschap van aanwinsten) liggen de zaken moeilijker. Voor het Groeps- en levensverzekering bij echtscheiding Groeps- en levensverzekering bij echtscheiding Heel wat gehuwden sluiten een levensverzekering af of hebben via hun werk een groepsverzekering. Maar wat gebeurt daarmee als het tot een echtscheiding komt?

Nadere informatie

Op 16 januari 2009 heeft de Raad van State een advies uitgebracht.

Op 16 januari 2009 heeft de Raad van State een advies uitgebracht. 1 CSW-Dossier 4392 Wetsvoorstel tot wijziging van artikel 107 van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst wat de aanwijzing betreft van een begunstigde in een levensverzekeringsovereenkomst

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Ministerie van Financiën Onderwerp de Voorafgaande beslissing nr. 2013.405. Successierechten. Levensverzekering tak 21 en 23. Gemeenschapsstelsel. Vóóroverlijden begunstigde echtgenoot. Vergoedingsrekening

Nadere informatie

Faculteit Rechtsgeleerheid. Universiteit Gent. Academiejaar 2014-2015 DE HERVORMING IN HET HUWELIJKSVERMOGENSRECHT. Levensverzekeringen en aanwinsten

Faculteit Rechtsgeleerheid. Universiteit Gent. Academiejaar 2014-2015 DE HERVORMING IN HET HUWELIJKSVERMOGENSRECHT. Levensverzekeringen en aanwinsten Faculteit Rechtsgeleerheid Universiteit Gent Academiejaar 2014-2015 DE HERVORMING IN HET HUWELIJKSVERMOGENSRECHT Levensverzekeringen en aanwinsten Masterproef van de opleiding ' Master in de rechten' Ingediend

Nadere informatie

Auteur. Onderwerp. Datum

Auteur. Onderwerp. Datum Auteur Eubelius Client Alert www.eubelius.com Onderwerp De levensverzekering in het erfrecht. Onterving via levensverzekering voorgoed van de baan? Datum februari 2009 Copyright and disclaimer Gelieve

Nadere informatie

De levensverzekering als instrument van vermogensplanning

De levensverzekering als instrument van vermogensplanning Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2009-2010 De levensverzekering als instrument van vermogensplanning Masterproef van de opleiding Master in het notariaat Ingediend door Van Gampelaere

Nadere informatie

Auteur. Onderwerp. Datum

Auteur. Onderwerp. Datum Auteur Paul Van Eesbeeck Onderwerp Positie van de (reservataire) erfgenamen van de verzekeringnemer Datum Januari 2009 Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit document

Nadere informatie

Grensvervaging tussen verzekerings- en bankproducten: fiscale en civiele herkwalificatie

Grensvervaging tussen verzekerings- en bankproducten: fiscale en civiele herkwalificatie Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2010-11 Grensvervaging tussen verzekerings- en bankproducten: fiscale en civiele herkwalificatie GUNSTREGIMES BIJ LEVENSVERZEKERINGEN NIET LANGER

Nadere informatie

Rolnummer 4908. Arrest nr. 147/2010 van 16 december 2010 A R R E S T

Rolnummer 4908. Arrest nr. 147/2010 van 16 december 2010 A R R E S T Rolnummer 4908 Arrest nr. 147/2010 van 16 december 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 124 van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst, gesteld door

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN FIRST FISCAAL FIRST PENSIOENSPAREN

ALGEMENE VOORWAARDEN FIRST FISCAAL FIRST PENSIOENSPAREN ALGEMENE VOORWAARDEN FIRST FISCAAL FIRST PENSIOENSPAREN Inhoudstafel Blz. Artikel 1 : Definities 4 Artikel 2 : Doel van het contract - Algemene beschrijving 4 Artikel 3 : Ingangsdatum van het contract

Nadere informatie

Het levensverzekeringscontract als instrument van successieplanning

Het levensverzekeringscontract als instrument van successieplanning Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2012-2013 Het levensverzekeringscontract als instrument van successieplanning Masterproef van de opleiding Master in het Notariaat Ingediend door

Nadere informatie

Hoe beveilig ik mijn partner?

Hoe beveilig ik mijn partner? Hoe beveilig ik mijn partner? Brussel, 22 oktober 2011 2 Agenda Planning tussen partners Samenwonenden Echtgenoten Civiel- en fiscaal statuut Instrumenten Van testament tot contract 3 Wettelijke bescherming

Nadere informatie

VOORWERP VAN SCHENKING BIJ LEVENSVERZEKERING

VOORWERP VAN SCHENKING BIJ LEVENSVERZEKERING VOORWERP VAN SCHENKING BIJ LEVENSVERZEKERING Nicolas Carette Docent U.Antwerpen Advocaat aan de balie te Brussel Alain-Laurent Verbeke Gewoon hoogleraar K.U.Leuven & Tilburg Advocaat aan de balie te Brussel

Nadere informatie

Rolnummer 3630. Arrest nr. 174/2005 van 30 november 2005 A R R E S T

Rolnummer 3630. Arrest nr. 174/2005 van 30 november 2005 A R R E S T Rolnummer 3630 Arrest nr. 174/2005 van 30 november 2005 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 320, 4, van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te

Nadere informatie

Rolnummer 3677. Arrest nr. 200/2005 van 21 december 2005 A R R E S T

Rolnummer 3677. Arrest nr. 200/2005 van 21 december 2005 A R R E S T Rolnummer 3677 Arrest nr. 200/2005 van 21 december 2005 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 14bis, 3, van de wet van 3 juli 1967 betreffende de preventie van of de schadevergoeding

Nadere informatie

1. HET ERFRECHT VAN DE LANGSTLEVENDE ECHTGENOOT EN HET WETTELIJK OF CONVENTIONEEL RECHT VAN TERUG- KEER 2

1. HET ERFRECHT VAN DE LANGSTLEVENDE ECHTGENOOT EN HET WETTELIJK OF CONVENTIONEEL RECHT VAN TERUG- KEER 2 HOOFDSTUK 1 DE WISSELWERKING TUSSEN SCHENKINGEN EN UITERSTE WILSBESCHIKKINGEN Annelies Wylleman Hoofddocent Vakgroep Burgerlijk Recht Universiteit Gent Notaris Lise Voet Assistent Vakgroep Burgerlijk Recht

Nadere informatie

INHOUDSTAFEL WOORD VOORAF... CONTRACTEN ONDER VOORWAARDE ALAIN VERBEKE & IRIS VERVOORT... 1

INHOUDSTAFEL WOORD VOORAF... CONTRACTEN ONDER VOORWAARDE ALAIN VERBEKE & IRIS VERVOORT... 1 voorwerk.fm Page vii Monday, October 11, 2004 3:26 PM INHOUDSTAFEL WOORD VOORAF....................................... v CONTRACTEN ONDER VOORWAARDE ALAIN VERBEKE & IRIS VERVOORT.........................

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Federale Overheidsdienst Financiën Onderwerp Voorafgaande beslissing 400.374. Interest. Afkoopwaarde. Kapitaal. Levensverzekering. Beleggingsfonds. Datum 21 april 2005 Copyright and disclaimer

Nadere informatie

Rolnummer 4560. Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T

Rolnummer 4560. Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T Rolnummer 4560 Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 13 van de wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten

Nadere informatie

Redactie van begunstigingsclausules van levensverzekeringen = maatwerk

Redactie van begunstigingsclausules van levensverzekeringen = maatwerk Redactie van begunstigingsclausules van levensverzekeringen = maatwerk Studieavond KVK 1 februari 2011 Pieter Debbaut, fiscalist, opleider studiedienst Ergo Insurance nv 1 Programma Inleiding Theorie Wet

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 10 DECEMBER 2010 F.08.0102.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.08.0102.N BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Financiën, met kantoor te 1000 Brussel, Wetstraat 12, voor wie optreedt

Nadere informatie

Site wettige erfgenamen

Site wettige erfgenamen Site wettige erfgenamen Begunstigingsclausule Wie een levensverzekering afsluit, moet in het contract één of meer begunstigden aanduiden. Met deze aanduiding geeft de verzekeringsnemer aan wie het kapitaal

Nadere informatie

DE INBRENG EN INKORTING VAN LEVENSVERZEKERINGEN

DE INBRENG EN INKORTING VAN LEVENSVERZEKERINGEN DE INBRENG EN INKORTING VAN LEVENSVERZEKERINGEN Joy Vingerhoets Studentennummer: 01611710 Promotor: Prof. dr. Jan Bael Commissaris: Daan De Witte Masterproef voorgelegd voor het behalen van de graad master

Nadere informatie

Huwelijksvermogensrecht en verzekeringen, moet je ze gescheiden zien?

Huwelijksvermogensrecht en verzekeringen, moet je ze gescheiden zien? Huwelijksvermogensrecht en verzekeringen, moet je ze gescheiden zien? 18 november 2014 Huwelijksvermogensrecht en verzekeringen, moet je ze "gescheiden" zien? 1 Wijziging van de titels 6, 7 en 8 van Boek

Nadere informatie

F I N A N C I Ë L E I N F O F I C H E

F I N A N C I Ë L E I N F O F I C H E F I N A N C I Ë L E I N F O F I C H E Argenta-Flexx 1 Deze financiële infofiche maakt integraal deel uit van de verzekeringsvoorwaarden T Y P E L E V E N S V E R Z E K E R I N G Levensverzekering met een

Nadere informatie

Rolnummer 1333. Arrest nr. 54/99 van 26 mei 1999 A R R E S T

Rolnummer 1333. Arrest nr. 54/99 van 26 mei 1999 A R R E S T Rolnummer 1333 Arrest nr. 54/99 van 26 mei 1999 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 127, 128 en 148, 3, van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 JANUARI 2011 C.09.0635.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.09.0635.N S.J., eiser, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 1000 Brussel, Brederodestraat

Nadere informatie

Rolnummer 2704. Arrest nr. 109/2003 van 22 juli 2003 A R R E S T

Rolnummer 2704. Arrest nr. 109/2003 van 22 juli 2003 A R R E S T Rolnummer 2704 Arrest nr. 109/2003 van 22 juli 2003 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 1, 3, eerste lid, van artikel III, overgangsbepalingen, van de wet van 14 juli 1976 betreffende

Nadere informatie

Naar aanleiding van uw brief van 8 februari 2012 heb ik de eer het volgende op te merken.

Naar aanleiding van uw brief van 8 februari 2012 heb ik de eer het volgende op te merken. I f^l öobuicq3~o\ Den Haag, 2 O MRT 2012 Kenmerk: DGB 2012-753 TL Motivering van liet beroepsciirir: in cassatie (rolnummer 12/00641) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-gravenhage van 21 december

Nadere informatie

Over A-A-B en AB-AB-C -verzekeringen: het nieuwe huwelijksvermogensrecht en successierecht, elk zijn eigen logica?

Over A-A-B en AB-AB-C -verzekeringen: het nieuwe huwelijksvermogensrecht en successierecht, elk zijn eigen logica? Over A-A-B en AB-AB-C -verzekeringen: het nieuwe huwelijksvermogensrecht en successierecht, elk zijn eigen logica? Het nieuwe huwelijksvermogensrecht is op 1 september 2018 in werking getreden. Een van

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 OKTOBER 2009 C.08.0200.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0200.F FORTIS INSURANCE BELGIUM, Mr. Antoine De Bruyn, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen P. D. I. RECHTSPLEGING VOOR HET

Nadere informatie

Safe Return+ Laat uw belegging veilig groeien! 3,40 % in 2010! 1

Safe Return+ Laat uw belegging veilig groeien! 3,40 % in 2010! 1 Safe Return+ Laat uw belegging veilig groeien! 3,40 % in 2010! 1 Een vaste gewaarborgde rentevoet gedurende 8 jaar Met Safe Return+ kiest u voor de absolute zekerheid van een aantrekkelijk rendement op

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie. Rolnummer 2287 Arrest nr. 163/2001 van 19 december 2001 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie. Het Arbitragehof,

Nadere informatie

Rolnummer 5855. Arrest nr. 178/2014 van 4 december 2014 A R R E S T

Rolnummer 5855. Arrest nr. 178/2014 van 4 december 2014 A R R E S T Rolnummer 5855 Arrest nr. 178/2014 van 4 december 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 13, tweede lid, van de wet van 3 juli 1967 betreffende preventie van of de schadevergoeding

Nadere informatie

Auteur. Elfri De Neve. www.elfri.be. Onderwerp. Anatocisme. Copyright and disclaimer

Auteur. Elfri De Neve. www.elfri.be. Onderwerp. Anatocisme. Copyright and disclaimer Auteur Elfri De Neve www.elfri.be Onderwerp Anatocisme Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit document onderworpen kan zijn aan rechten van intellectuele eigendom,

Nadere informatie

Standpunt van de FSMA betreffende de essentiële bestanddelen van de verzekeringsovereenkomst

Standpunt van de FSMA betreffende de essentiële bestanddelen van de verzekeringsovereenkomst Mededeling FSMA_2015_13 dd. 26/08/2015 Standpunt van de FSMA betreffende de essentiële bestanddelen van de verzekeringsovereenkomst Samenvatting/Doelstelling: Met dit standpunt beoogt de FSMA vooreerst

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 DECEMBER 2013 C.13.0041.N-C.13.0067.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest I Nr. C.13.0041.N T.P., eiser, vertegenwoordigd door mr. Huguette Geinger, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 203 van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Luik.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 203 van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Luik. Rolnummer 2151 Arrest nr. 119/2002 van 3 juli 2002 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 203 van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Luik. Het Arbitragehof,

Nadere informatie

WEBINAR Hoge Raad Rechtspraak Personen-, familie- en erfrecht. 11 februari 2015 Prof. Mr. T.J. Mellema-Kranenburg

WEBINAR Hoge Raad Rechtspraak Personen-, familie- en erfrecht. 11 februari 2015 Prof. Mr. T.J. Mellema-Kranenburg WEBINAR Hoge Raad Rechtspraak Personen-, familie- en erfrecht 11 februari 2015 Prof. Mr. T.J. Mellema-Kranenburg Onderwerpen 3 uitspraken: 1. samenwoners en natuurlijke verbintenis, HR 10 oktober 2014,

Nadere informatie

Rolnummer 2248. Arrest nr. 18/2002 van 17 januari 2002 A R R E S T

Rolnummer 2248. Arrest nr. 18/2002 van 17 januari 2002 A R R E S T Rolnummer 2248 Arrest nr. 18/2002 van 17 januari 2002 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 24 en 25 van het koninklijk besluit van 14 december 1992 betreffende de modelovereenkomst

Nadere informatie

Rolnummer 3444. Arrest nr. 170/2005 van 23 november 2005 A R R E S T

Rolnummer 3444. Arrest nr. 170/2005 van 23 november 2005 A R R E S T Rolnummer 3444 Arrest nr. 170/2005 van 23 november 2005 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 299, 300 en 1429 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste

Nadere informatie

Rolnummer 2652. Arrest nr. 86/2003 van 11 juni 2003 A R R E S T

Rolnummer 2652. Arrest nr. 86/2003 van 11 juni 2003 A R R E S T Rolnummer 2652 Arrest nr. 86/2003 van 11 juni 2003 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 4, 1, van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering

Nadere informatie

HET LEVENSVERZEKERINGSCONTRACT ALS INSTRUMENT VAN SUCCESSIEPLANNING. Masterproef van de opleiding. Master in de rechten

HET LEVENSVERZEKERINGSCONTRACT ALS INSTRUMENT VAN SUCCESSIEPLANNING. Masterproef van de opleiding. Master in de rechten Faculteit Rechtsgeleerdheid Academiejaar 2011-2012 HET LEVENSVERZEKERINGSCONTRACT ALS INSTRUMENT VAN SUCCESSIEPLANNING Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Laurens De Cock Studentennr.

Nadere informatie

niet verbeterde kopie

niet verbeterde kopie Rolnummer 3859 Arrest nr. 191/2006 van 5 december 2006 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 728, 2, van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg

Nadere informatie

Vonnis van de Rechtbank van eerste aanleg van Antwerpen dd. 16 december 2005

Vonnis van de Rechtbank van eerste aanleg van Antwerpen dd. 16 december 2005 Vonnis van de Rechtbank van eerste aanleg van Antwerpen dd. 16 december 2005 Rol nr 02-6031-A-02-6439-A - Aanslagjaar 1998 Des frais professionnels effectués en vue de réduire le montant des impôts ne

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Antwerpen.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Antwerpen. Rolnummer 2540 Arrest nr. 17/2003 van 28 januari 2003 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Antwerpen. Het

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN ONMIDDELLIJKE RENTE OP ÉÉN HOOFD

ALGEMENE VOORWAARDEN ONMIDDELLIJKE RENTE OP ÉÉN HOOFD ALGEMENE VOORWAARDEN ONMIDDELLIJKE RENTE OP ÉÉN HOOFD Inhoudstafel Blz. Definities 5 Voorwerp van het contract 7 Artikel 1 : Aanvang van het contract 7 Artikel 2 : Duur van het contract 7 Artikel 3 : Eénmalige

Nadere informatie

Handboek Estate Planning Bijzonder Deel... Voorwoord... De auteurs... Verkrijgingen door de langstlevende echtgenoot via huwelijkcontract...

Handboek Estate Planning Bijzonder Deel... Voorwoord... De auteurs... Verkrijgingen door de langstlevende echtgenoot via huwelijkcontract... Inhoudsopgave Handboek Estate Planning Bijzonder Deel..................... Voorwoord.............................................. De auteurs............................................... i iii v DEEL

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 JUNI 2005 S.04.0109.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.04.0109.N.- B. J., eiser, vertegenwoordigd door Mr. Huguette Geinger, advocaat bij het Hof van Cassatie, kantoor houdende te 1000 Brussel,

Nadere informatie

De premies die de tijdelijke handelsvennootschap (THV) DIB-Ethias Lokale Contractanten ontvangt, worden op verscheidene manieren beschermd:

De premies die de tijdelijke handelsvennootschap (THV) DIB-Ethias Lokale Contractanten ontvangt, worden op verscheidene manieren beschermd: Welke zekerheden en garanties werden er ingebouwd in de groepsverzekering van de tweede pijler voor de contractuele personeelsleden van de lokale besturen? De premies die de tijdelijke handelsvennootschap

Nadere informatie

Rolnummer 2847. Arrest nr. 57/2004 van 24 maart 2004 A R R E S T

Rolnummer 2847. Arrest nr. 57/2004 van 24 maart 2004 A R R E S T Rolnummer 2847 Arrest nr. 57/2004 van 24 maart 2004 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 394 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, vóór de wijziging ervan bij de

Nadere informatie

Rolnummer 5726. Arrest nr. 135/2014 van 25 september 2014 A R R E S T

Rolnummer 5726. Arrest nr. 135/2014 van 25 september 2014 A R R E S T Rolnummer 5726 Arrest nr. 135/2014 van 25 september 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd

Nadere informatie

Algemene Voorwaarden ING Life Optima

Algemene Voorwaarden ING Life Optima Algemene Voorwaarden ING Life Optima Inhoudstafel I. Beschrijving van de verzekering 1. Opbouw van het kapitaal 2. Kapitalisatie van de premie 2.1. Gegarandeerde interestvoet 2.2. Winstdeelname II. Het

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling M&D Seminars Onderwerp Studiedag beleggingsverzekeringen - meerkeuzevragenlijst Datum 18 september 2001 Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit document onderworpen

Nadere informatie

HOOFDSTUK 4. De reserve

HOOFDSTUK 4. De reserve HOOFDSTUK 4 De reserve 35. Grondbeginsel De wet (BW, art. 913 en volgende) legt een reserve vast ten gunste van sommige wettelijke erfgenamen (de wettige bloedverwanten in opgaande lijn, de bloedverwanten

Nadere informatie

Financiële Informatiefiche voor fiscale levensverzekering

Financiële Informatiefiche voor fiscale levensverzekering Financiële Informatiefiche voor fiscale levensverzekering Geldig vanaf 6/2/2015 DL Strategy Type Levensverzekering Levensverzekering met intrestvoet gewaarborgd door de verzekeringsmaatschappij (Tak 21).

Nadere informatie

Vonnis van de Rechtbank van eerste aanleg van Leuven dd. 4 maart 2005 - Rol nr 02-1580-A - Aanslagjaar 1994

Vonnis van de Rechtbank van eerste aanleg van Leuven dd. 4 maart 2005 - Rol nr 02-1580-A - Aanslagjaar 1994 Vonnis van de Rechtbank van eerste aanleg van Leuven dd. 4 maart 2005 - Rol nr 02-1580-A - Aanslagjaar 1994 Une indemnité de non concurrence est-elle une indemnité de préavis déguisée? Arrêt Advocaten:

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 55/2015 van 7 mei 2015 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 55/2015 van 7 mei 2015 A R R E S T Rolnummer 5847 Arrest nr. 55/2015 van 7 mei 2015 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 347-2 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Luik. Het

Nadere informatie

Wettelijk erfrecht Duitsland

Wettelijk erfrecht Duitsland De positie van de langstlevende echtgenoten in het Duitse, Franse, Luxemburgse, Belgische en Nederlandse erfrecht Dr. Rembert Süβ Deutsches Notarinstitut Wettelijk erfrecht Duitsland Beperkte vooruitneming

Nadere informatie

Top Rendement Invest Pluk de vruchten van uw belegging! 4,67 % gemiddeld over de laatste 9 jaar 1!

Top Rendement Invest Pluk de vruchten van uw belegging! 4,67 % gemiddeld over de laatste 9 jaar 1! 4,67 % gemiddeld over de laatste 9 jaar 1! Top Rendement Invest Pluk de vruchten van uw belegging! Top Rendement Invest is een individuele levensverzekering (tak 21) van AG Insurance. Raadpleeg de Financiële

Nadere informatie

Successieplanning met verzekeringsproducten in nieuw samengestelde gezinnen

Successieplanning met verzekeringsproducten in nieuw samengestelde gezinnen Successieplanning met verzekeringsproducten in nieuw samengestelde gezinnen Samenlevingsvormen huwelijk wettelijke samenwoning feitelijke samenwoning Doelstellingen bescherming langstlevende echtgenoot

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 16 APRIL 2009 C.07.0604.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.07.0604.F HOPITAL DE BRAINE-L ALLEUD WATERLOO, vzw, Mr. Bruno Maes, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. C. G. en 2. P. J. I.

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 01/04/2014

Datum van inontvangstneming : 01/04/2014 Datum van inontvangstneming : 01/04/2014 Vertaling C-96/14-1 Zaak C-96/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 28 februari 2014 Verwijzende rechter: Tribunal de grande instance de

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Cassatie Onderwerp Erfenissen - Vereffening - Verdeling - Schenking tussen echtgenoten - Schenking van geld - Aankoop van een onroerend goed door de begiftigde echtgenoot - Opkomen van

Nadere informatie

Made available by Hasselt University Library in Document

Made available by Hasselt University Library in Document Wie is begunstigde bij een reeds afgesloten levensverzekering bij overlijden van de erflater tijdens de overgangsperiode, bespreking van het arrest van het Grondwettelijk Hof van 3 maart 2016. Link Peer-reviewed

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 4 NOVEMBER 2010 C.09.0630.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.09.0630.F M., Mr. Michèle Grégoire, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen T., Mr. Antoine De Bruyn, advocaat bij het Hof van Cassatie.

Nadere informatie

Datum van inontvangstne ming : 24/05/2012

Datum van inontvangstne ming : 24/05/2012 Datum van inontvangstne ming : 24/05/2012 C-181/12-1 Zaak C-181/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 18 april 2012 Verwijzende rechter: Finanzgericht Düsseldorf (Duitsland) Datum

Nadere informatie

Het levensverzekeringscontract als instrument voor successieplanning

Het levensverzekeringscontract als instrument voor successieplanning Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2013-2014 Het levensverzekeringscontract als instrument voor successieplanning Masterproef van de opleiding Master in de Rechten Ingediend door

Nadere informatie

Date de réception : 27/12/2011

Date de réception : 27/12/2011 Date de réception : 27/12/2011 Resumé C-577/11-1 Zaak C-577/11 Resumé van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 104, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering van het Hof

Nadere informatie

3,21 % gemiddeld over de laatste 8 jaar1. Top Rendement Invest. Pluk de vruchten van uw belegging!

3,21 % gemiddeld over de laatste 8 jaar1. Top Rendement Invest. Pluk de vruchten van uw belegging! 3,21 % gemiddeld over de laatste 8 jaar1 Top Rendement Invest Pluk de vruchten van uw belegging! Uw nettopremie is steeds volledig beschermd Uw belegging is volledig veilig. U kunt uw nettopremie (= gestorte

Nadere informatie

VLAAMS GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, in. de persoon van de Minister-President, met kabinet gevestigd te

VLAAMS GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, in. de persoon van de Minister-President, met kabinet gevestigd te 29 MEI 2000 C.96.0188.N/1 Nr. C.96.0188.N.- VLAAMS GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, in de persoon van de Minister-President, met kabinet gevestigd te 1000 Brussel, Martelaarsplein, 19,

Nadere informatie

Financiële infofiche levensverzekering voor tak 21

Financiële infofiche levensverzekering voor tak 21 Financiële infofiche levensverzekering voor tak 21 Type levensverzekering Waarborgen Doelgroep Tak 21 Rendement isave Income 1 Het product isave Income is een levensverzekering met een gegarandeerde intrestvoet

Nadere informatie

Hof van Cassatie 14/11/ Nr. C N

Hof van Cassatie 14/11/ Nr. C N Hof van Cassatie 14/11/2008 - Nr. C.07.0417.N (bron: http://jure.juridat.just.fgov.be/ ) H. A., eiser, vertegenwoordigd door mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, kantoor houdende te 1050

Nadere informatie

Cass. 5 januari 2006, Arr.Cass. 2006, 46, Pas. 2006, 49, RABG 2006, 1405, TBH 2007, 773, noot C. VAN SCHOUBROECK, T.Verz.

Cass. 5 januari 2006, Arr.Cass. 2006, 46, Pas. 2006, 49, RABG 2006, 1405, TBH 2007, 773, noot C. VAN SCHOUBROECK, T.Verz. 96 DEEL 3 DE OPZEGGING IN HET RAAM VAN BEPAALDE HANDELSCONTRACTEN voer, met uitzondering van de bagage- en verhuisverzekeringen wordent geweerd uit het toepassingsgebied van de Wet Landverzekeringsovereenkomst.

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. U I T S P R A A K Nr. 2000/88 Le in d e k l a c h t nr hierna te noemen 'klaagster,

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. U I T S P R A A K Nr. 2000/88 Le in d e k l a c h t nr hierna te noemen 'klaagster, RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. in d e k l a c h t nr. 009.00 ingediend door: hierna te noemen 'klaagster, tegen: hierna te noemen 'verzekeraar. De Raad van Toezicht Verzekeringen

Nadere informatie

Rolnummer 4792. Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T

Rolnummer 4792. Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T Rolnummer 4792 Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 4, 2, en 6, 2, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken,

Nadere informatie

BENELUX ~ A 2004/2/6 COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. Arrest van 30 juni 2005 in de zaak A 2004/2. Inzake : OPENBAAR MINISTERIE. tegen.

BENELUX ~ A 2004/2/6 COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. Arrest van 30 juni 2005 in de zaak A 2004/2. Inzake : OPENBAAR MINISTERIE. tegen. COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ A 2004/2/6 Arrest van 30 juni 2005 in de zaak A 2004/2 Inzake : OPENBAAR MINISTERIE tegen Alexander NIJS Procestaal : Nederlands Arrêt du 30 juin 2005 dans l'affaire

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 19 529 Vaststelling van titel 7.17 (verzekering) en titel 7.18 (lijfrente) van het nieuwe Burgerlijk Wetboek Nr. 7 NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET

Nadere informatie

Inhoud De "wettelijke erfgenamen" als begunstigden van een levensverzekering...

Inhoud De wettelijke erfgenamen als begunstigden van een levensverzekering... BELANGRIJKE NIEUWE WETGEVING De "wettelijke erfgenamen" als begunstigden van een levensverzekering Inhoud De "wettelijke erfgenamen" als begunstigden van een levensverzekering... Bij het afsluiten van

Nadere informatie

Rechtsvordering : ook nadien niet-aangegeven inkomsten

Rechtsvordering : ook nadien niet-aangegeven inkomsten Rechtsvordering : ook nadien niet-aangegeven inkomsten Auteur(s): Filip Smet Editie: 1202 p. 9 Publicatiedatum: 21 april 2010 Rechtbank/Hof: Cassatie Datum van uitspraak: 11 februari 2010 Wetboek: W.I.B.

Nadere informatie

Nieuwe beslissingen VLABEL over erfbelasting

Nieuwe beslissingen VLABEL over erfbelasting Nieuwe beslissingen VLABEL over erfbelasting Het artikel van Cazimir Advocaten dd. 23/01/2017 over de update inzake erfbelasting kunnen wij u niet onthouden. Beding van aanwas en terugvalling (Standpunt

Nadere informatie

Pensioenspaarcontract van het type Universal Life

Pensioenspaarcontract van het type Universal Life Pensioenspaarcontract van het type Universal Life Algemene voorwaarden Securex Leven - VOV - Maatschappelijke zetel: Tervurenlaan 43, 1040 Brussel Erkend bij KB van 5.1.1982 (B.S. 23.1.1982) onder nr.

Nadere informatie

De Commissie stelt vast dat partijen haar advies als bindend zullen aanvaarden.

De Commissie stelt vast dat partijen haar advies als bindend zullen aanvaarden. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-082 (mr. R.J. Verschoof, voorzitter, mr. B.F. Keulen en drs. W. Dullemond, leden en mr. R.A.F. Coenraad, secretaris) Klacht ontvangen op

Nadere informatie

Rolnummer 4237. Arrest nr. 33/2008 van 28 februari 2008 A R R E S T

Rolnummer 4237. Arrest nr. 33/2008 van 28 februari 2008 A R R E S T Rolnummer 4237 Arrest nr. 33/2008 van 28 februari 2008 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 34, 2, van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst, gesteld door

Nadere informatie

niet verbeterde kopie

niet verbeterde kopie Rolnummer 4452 Arrest nr. 65/2009 van 2 april 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 150 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals van toepassing vanaf het aanslagjaar

Nadere informatie

Rolnummer 5633. Arrest nr. 26/2014 van 6 februari 2014 A R R E S T

Rolnummer 5633. Arrest nr. 26/2014 van 6 februari 2014 A R R E S T Rolnummer 5633 Arrest nr. 26/2014 van 6 februari 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 4 van het koninklijk besluit van 18 november 1996 «houdende invoering van een sociale

Nadere informatie

Nr. S F.- FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN Mr. René Bützler, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. S.A., 2. D.K., 3. AXA BELGIUM.

Nr. S F.- FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN Mr. René Bützler, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. S.A., 2. D.K., 3. AXA BELGIUM. 8 oktober 2001 S.00.0074.F/1 Nr. S.00.0074.F.- FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN Mr. René Bützler, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. S.A., 2. D.K., 3. AXA BELGIUM. HET HOF, Gehoord het verslag van

Nadere informatie

Deel 1. Naar wie gaat uw nalatenschap?

Deel 1. Naar wie gaat uw nalatenschap? INHOUDSTAFEL Deel 1. Naar wie gaat uw nalatenschap? 1. Een aantal principes.................................................... 1 2. De zeven basisregels van het erfrecht....................................

Nadere informatie

Auteur. Onderwerp. Datum

Auteur. Onderwerp. Datum Auteur Alain Verbeke Buitengewoon Hoogleraar Leuven, Antwerpen, Tilburg Advocaat Philippe & Partners Onderwerp Vruchtgebruik: creatief met rechthebbenden Datum 1999 Copyright and disclaimer Gelieve er

Nadere informatie

Top Rendement Invest Pluk de vruchten van uw belegging! 3,51 % gemiddeld over de laatste 8 jaar 1

Top Rendement Invest Pluk de vruchten van uw belegging! 3,51 % gemiddeld over de laatste 8 jaar 1 3,51 % gemiddeld over de laatste 8 jaar 1 Top Rendement Invest Pluk de vruchten van uw belegging! Top Rendement Invest is een individuele levensverzekering (tak 21) van AG Insurance. Raadpleeg de Financiële

Nadere informatie

PROGRAMMA. 19.00 u Ontvangst. 19.15 u Inleiding door uw gastheer Hans Veirman

PROGRAMMA. 19.00 u Ontvangst. 19.15 u Inleiding door uw gastheer Hans Veirman PROGRAMMA 19.00 u Ontvangst 19.15 u Inleiding door uw gastheer Hans Veirman 19.20 u Aandachtspunten om vermogen en erfgenamen te beschermen door de heer Luc Wynant 20.00 u Beleggingsverzekeringen als instrument

Nadere informatie

Deel 1 - U bent gehuwd. Wat betekent dit voor uw bezittingen?

Deel 1 - U bent gehuwd. Wat betekent dit voor uw bezittingen? Inhoudstafel Voorwoord 1 Deel 1 - U bent gehuwd Wat betekent dit voor uw bezittingen? 1 U bent gehuwd zonder huwelijks contract 5 11 Wat betekent dit eigenlijk? 5 12 Welke goederen zijn van wie? 5 121

Nadere informatie

BS Verzekeringsrecht

BS Verzekeringsrecht Master Rechten BS Verzekeringsrecht Smvt - Weyts Q uickprinter Koningstraat 13 2000 Antwerpen www.quickprinter.be R49 7.00 EUR Bijzonderestudie Verzekeringsrecht 2013 Moduleburgerlijkrecht MasterRECHTEN

Nadere informatie