RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Samenwerkingsverband Koers VO

Transcriptie

1 RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK Samenwerkingsverband Koers VO Plaats : Rotterdam Administratienummer : VO2810 Bestuursnummer : Onderzoeksnummer : Datum onderzoek : 24 mei 2016 Datum vaststelling : 14 november 2016

2 Pagina 2 van 15

3 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING BEVINDINGEN REACTIE VAN HET BESTUUR Pagina 3 van 15

4 Pagina 4 van 15

5 1 INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs voerde op 17 en 24 mei 2016 een kwaliteitsonderzoek uit bij het 'Samenwerkingsverband Koers VO' (hierna Koers VO). Daarbij ging het de inspectie om het toezichthouden op en het stimuleren van de ontwikkeling van het samenwerkingsverband. De kwaliteit van het samenwerkingsverband en de naleving van wet- en regelgeving komen beide aan de orde in dit rapport van bevindingen. Risicogericht toezicht Het inspectietoezicht op de samenwerkingsverbanden is met ingang van 1 augustus 2015 risicogericht. Bij risicogericht toezicht onderzoekt de inspectie een samenwerkingsverband alleen als dat verband wellicht risico s loopt vanuit zijn context. Tot die context rekent de inspectie de kenmerken van een samenwerkingsverband waarop het bestuur van het verband zelf weinig of geen directe invloed heeft, maar waarmee het wel terdege rekening moet houden. Te denken is aan financiële verevening, demografische krimp, opvallende verzuimcijfers, kwaliteitstekorten van de scholen binnen het samenwerkingsverband. Bij de risicobepaling betrekt de inspectie ook aandachtspunten uit het kwaliteitsonderzoek bij het samenwerkingsverband in het schooljaar 2014/2015 en al dan niet terechte signalen over het functioneren van het samenwerkingsverband of de aangesloten scholen. Nadat een samenwerkingsverband op grond van deze kenmerken voor een kwaliteitsonderzoek is geselecteerd, beperkt de inspectie omvang en inhoud van dat onderzoek tot een werkwijze die past bij de ontwikkeling van dat samenwerkingsverband ( maatwerk ). Dit maatwerkonderzoek kan leiden tot het signaleren van eventuele tekorten, maar ook tot informatie over wat goed is en wat (nog) beter kan. Werkwijze onderzoek Aan het onderzoek ging risicobepaling vooraf in de vorm van een kennisanalyse bij alle 152 samenwerkingsverbanden. Als een samenwerkingsverband risico s liet zien bij de kennisanalyse, volgde een expertanalyse. Het onderzoek op locatie vond plaats tijdens twee dagen; de eerste onderzoeksdag was onderdeel van de expertanalyse en leidde tot de onderzoeksagenda voor de tweede onderzoeksdag. Bij het opstellen van die agenda is de inspectie tevens nagegaan of er (interne of externe) verantwoordingsdocumenten van het samenwerkingsverband beschikbaar zijn. De volgende documenten heeft de inspectie betrokken: Pagina 5 van 15

6 Ondersteuningsplan met bijlagen en uitwerkingsnotities (versie mei 2015); Protocol thuiszitters 2015/2016; Thuiszittersregistraties inclusief bijlagen die de inspectie elke twee maanden opvraagt (versies november 2015, januari en maart 2016); Toezichtkader voor Samenwerkingsverband Koers VO (versie 16 december 2014); Procedure opdc voor leerlingen in het vo (versie 10 maart 2016); Voortzetting waarderingssysteem Koers VO (versie 22 maart 2016); Brief Koers VO aan scholen over ondersteuningsbekostiging 2016/2017 (versie 20 april 2016); Concept meerjarenbegroting (versie 2 mei 2016); Project Toekomst lwoo in regio Koers VO (versie 12 mei 2016); Stand van zaken kwaliteitszorg Koers VO (versie 20 mei 2016); Samen werken aan een perspectiefrijke toekomst voor elke jongere (zonder datum); Informatie op de website (d.d. 16 mei 2016). Onderzoeksdag 1: rondetafelgesprekken Op de eerste dag van het onderzoek, 17 mei 2016, voerde de inspectie rondetafelgesprekken met zeven ouders, zes ('zorg')ondersteuningscoördinatoren, een afdelingsleider en zeven directeuren/teamleiders van scholen. Tijdens deze gesprekken verzamelde de inspectie informatie over de (eerste) ervaringen die genoemde gesprekspartners met het samenwerkingsverband hebben. Deze gesprekken waren medebepalend voor de inrichting van de tweede onderzoeksdag. Onderzoeksdag 2: onderzoek bij het samenwerkingsverband Op 24 mei 2016 voerde de inspectie gesprekken met de beide leden van het college van bestuur, de bestuurssecretaris, leden van de adviescommissie, de intern toezichthouder, de financieel deskundige, de directeur innovatie, de coördinator van het Koersloket en de beleidsmedewerker met aandachtsgebied kwaliteitszorg. Onderwerpen van die gesprekken waren de volgende aspecten van het functioneren van het samenwerkingsverband: het dekkend ondersteuningsaanbod; de ondersteuningstoewijzing; de thuiszittersaanpak; de kwaliteitszorg en het intern toezicht; de financiën; Pagina 6 van 15

7 de interne en externe communicatie. Aan het eind van het onderzoek besprak de inspectie haar bevindingen met het college van bestuur van het samenwerkingsverband. Toezichtkader De inspectie baseert zich bij dit kwaliteitsonderzoek op het toezichtkader samenwerkingsverbanden po/vo passend onderwijs. Dit toezichtkader bevat een waarderingskader, maar nog geen beslisregels om vast te kunnen stellen of het samenwerkingsverband aan de basiskwaliteit voldoet. Het document is te vinden op Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staat de hoofdlijn van de bevindingen uit het onderzoek (2.1), gevolgd door een toelichting (2.2). De bevindingen over de naleving van de wettelijke voorschriften geeft de inspectie in dat hoofdstuk weer in een afzonderlijke paragraaf (2.3). Hoofdstuk 3 vermeldt de reactie van het bevoegd gezag. Pagina 7 van 15

8 2 BEVINDINGEN 2.1 Hoofdlijn Koers VO werkt vanuit een duidelijke visie welke is gericht op thuisnabij onderwijs en een toekomstperspectief voor elke jongere. Het beleid in het ondersteuningsplan en de uitwerking daarvan in bijvoorbeeld de netwerkontwikkeling, de opzet van het kwaliteitsbeleid en het thuiszittersprotocol laten een congruent en doordacht geheel zien. De schoolbesturen zijn verantwoordelijk voor het uitvoeren van het beleid. Koers VO vervult hierbij met verve een stimulerende rol, zorgt voor de benodigde randvoorwaarden en ondersteunt de scholen en besturen waar mogelijk. Zo organiseert Koers VO bijvoorbeeld netwerkbijeenkomsten voor ('zorg')ondersteuningscoördinatoren, bijeenkomsten rondom specifieke thema s en ondersteunen de begeleiders passend onderwijs in de scholen en Koersconsulenten van het samenwerkingsverband de scholen bij specifieke vragen over passend onderwijs. Het college van bestuur wil middels datagestuurd werken monitoren in hoeverre de schoolbesturen en scholen slagen om passend onderwijs te realiseren. Het college heeft dat zicht ook nodig om schoolbesturen te kunnen aanspreken op het eventueel niet nakomen van afspraken of niet realiseren van afgesproken resultaten. Tot nu toe ontbreken deze data. Dat maakt dat het college van bestuur ten tijde van het kwaliteitsonderzoek onvoldoende in staat is om te sturen op de realisatie van de doelen uit het ondersteuningsplan. Tegelijk constateert de inspectie dat de schoolbesturen weinig prioriteit lijken te geven aan de invoering van passend onderwijs. Zo schetsen ouders en scholen unaniem het beeld niet goed te weten hoe de extra ondersteuning te organiseren en solistisch te zoeken naar oplossingen. Ouders moeten zelf achter scholen aan om de juiste extra ondersteuning voor hun kind te krijgen. En reguliere en speciale scholen werken nog weinig samen aan de ontwikkeling van thuisnabije arrangementen, één van de doelen van Koers VO. Daarnaast zijn scholen terughoudend om zich te profileren met de nieuwe initiatieven die er wel zijn. Zij willen voorkomen dat deze initiatieven een aanzuigende werking hebben op specifieke leerlingengroepen. Het intern toezicht richt Koers VO degelijk en professioneel in en voert de raad van toezicht toegewijd uit. Zo zijn het fungeren als sparringpartner voor het college van bestuur en de maatschappelijke verantwoording stevig belegd. Net als het college van bestuur wil ook de raad van toezicht datagestuurd werken. De raad van toezicht heeft echter geen prestatieafspraken met het college van Pagina 8 van 15

9 bestuur gemaakt en heeft ook geen zicht op de realisatie van passend onderwijs door het ontbreken van data. Dat maakt dat de raad van toezicht niet in staat is om (tijdig) in te grijpen wanneer de gewenste ontwikkelingen en resultaten uitblijven. De inspectie ziet hierin een risico voor de realisatie van passend onderwijs in de regio Rotterdam. De inspectie constateert tekortkomingen in de naleving van de wettelijke voorschriften. Zo is er een lacune in het dekkend netwerk doordat er leerlingen door plaatsgebrek op wachtlijsten voor het voortgezet speciaal onderwijs (vso) staan. Deze leerlingen krijgen geen passend onderwijs of zitten zelfs thuis. Ook constateert de inspectie dat Koers VO de voorschriften bij de toekenning van extra ondersteuning niet naleeft, omdat niet altijd twee deskundigen van verschillende disciplines betrokken zijn bij de advisering over extra ondersteuning. Hieronder volgt een nadere toelichting op de bevindingen, gerelateerd aan het waarderingskader. 2.2 Toelichting Dekkend ondersteuningsaanbod Het samenwerkingsverband stimuleert de schoolbesturen en scholen om passende ondersteuningsvoorzieningen te organiseren voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. De veranderingen die passend onderwijs met zich meebrengt in de financiering, het aanvragen van extra ondersteuning en de vereiste denkomslag daarbij, maken dat de scholen zoekende zijn naar de mogelijkheden om passend onderwijs te realiseren. Het ontwikkelen van arrangementen voor individuele of groepen leerlingen met extra ondersteuning op de reguliere scholen komt echter nog weinig zichtbaar tot stand. Hetzelfde geldt voor de samenwerking tussen scholen voor voortgezet speciaal onderwijs en voortgezet onderwijs. Onderdeel van het dekkend netwerk zijn twee locaties van het orthopedagogisch-didactisch centrum (opdc). Van de voorheen vijf opdc's houdt Koers VO er dit schooljaar nog twee in stand, een locatie Noord en een locatie Zuid. De inspectie constateert dat enkele leerlingen van passende ondersteuning verstoken blijven. Het gaat hierbij om leerlingen met een toelaatbaarheidsverklaring voor het vso die op een wachtlijst staan. Voor deze leerlingen zijn onvoldoende plekken beschikbaar. Het samenwerkingsverband toont zich hiervan bewust en werkt op verschillende manieren aan oplossingen. Zo voerde het college van bestuur gesprekken met de vso-besturen met als resultaat dat de vso-besturen naar verwachting bij aanvang van het nieuwe schooljaar 2016/2017 de lacune hebben ingevuld. Zij werken daarbij samen en Pagina 9 van 15

10 maken bijvoorbeeld gebruik van elkaars voorzieningen. Aansluitend heeft het college van bestuur besloten om tot aan de zomervakantie van 2016 de niet gevulde plekken op het opdc beschikbaar te stellen voor leerlingen van de vsowachtlijsten. En één vso-school gaat leerlingen plaatsen op de plekken die eindexamenkandidaten na hun examens niet meer nodig hebben. Voor leerlingen die buiten Rotterdam op de wachtlijst van een vso-school staan, voert het college van bestuur gesprekken met de gemeenten over beschikbare schoolgebouwen. Het samenwerkingsverband laat hiermee zien dat het zijn bevoegdheden en invloed aanwendt om deze ondersteuningsvoorzieningen in en/of tussen de scholen te realiseren, echter nog niet met het gewenste resultaat. Ondersteuningstoewijzing Wanneer voor een leerling extra ondersteuning in de vorm van een toelaatbaarheidsverklaring is aangevraagd, dan handelt het samenwerkingsverband deze aanvraag af binnen de wettelijk voorgeschreven termijn. Het samenwerkingsverband kan het hele traject van de aanvraag voor belanghebbenden in kaart brengen, inclusief het voortraject op school. Hiervoor werkt het samenwerkingsverband met onderwijs transparant, een digitaal systeem waarin scholen de extra ondersteuning aanvragen. De Adviescommissie Beoordeling Toelaatbaarheid (ABT) controleert wekelijks welke aanvragen er binnen zijn en of de dossiers compleet zijn. Wanneer het dossier compleet is, neemt de ABT de aanvraag in behandeling en formuleert doorgaans vlot een advies. Het college van bestuur geeft de toelaatbaarheidsverklaringen af. Wanneer de ABT aanvullende informatie nodig heeft, vraagt die dat op bij de school. Op dat moment schort de ABT de behandeling van de aanvraag op, wat betekent dat de termijn wordt stilgezet totdat de opgevraagde informatie er is. De inspectie constateert dat het samenwerkingsverband de wettelijke voorschriften met betrekking tot het deskundigenadvies niet altijd naleeft. Zo troffen we in de dossiers ook deskundigenadviezen aan van twee dezelfde type deskundigen, bijvoorbeeld twee orthopedagogen. De inspectie heeft het college van bestuur opgedragen de voorschriften met betrekking tot het deskundigenadvies na te leven. Voorkomen schoolverzuim en thuiszitters Het samenwerkingsverband bevordert dat alle leerplichtige leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, ingeschreven staan bij een school en daadwerkelijk onderwijs volgen. Hiervoor werkt Koers VO met een vernieuwd en sterk thuiszittersprotocol. Onderdeel van dit protocol zijn plaatsingsoverleggen voor de scholen en de taskforce thuiszitters die de gemeenten Rotterdam deze winter oprichtte. Een lid van het college van bestuur zit in de stuurgroep van die Pagina 10 van 15

11 taskforce. Het samenwerkingsverband belegt de doorzettingskracht bij de taskforce waarna het college van bestuur de uitkomst nog moet bekrachtigen. Hoewel het samenwerkingsverband zich actief inzet om thuiszitten te voorkomen en terug te dringen, kan hij niet aantonen dat het alsnog bestaand schoolverzuim door deze leerlingen buiten zijn invloedsfeer ligt en niet voorzienbaar was. Hiertoe maakt het samenwerkingsverband ten tijde van het kwaliteitsonderzoek een trendanalyse van de thuiszittersregistraties. Het samenwerkingsverband stuurt de inspectie elke twee maanden zijn thuiszittersregistratie. De meest recente registratie toont aan dat er in maart thuiszitters zijn. Koers VO stelt zichzelf als doel om in 2020 een afname van 75 procent van het aantal thuiszitters te realiseren. Het samenwerkingsverband heeft alle individuele verzuimende/thuiszittende leerlingen in beeld en voert waar nodig de regie bij het terugleiden naar het onderwijs. Waar nodig betrekt het daarbij ketenpartners. Hiervoor werkt het samenwerkingsverband met Koersconsulenten die de scholen en ouders ondersteunen wanneer deze een thuiszitter melden. De kwaliteitszorg en het intern toezicht Het samenwerkingsverband pakt de ontwikkeling van het kwaliteitssysteem grondig aan, maar heeft in de uitwerking nog een behoorlijke slag te maken. Uitgangspunt zijn zestien kritische succesfactoren die voortkomen uit de in het ondersteuningsplan geformuleerde visie en beleid. De fase van ontwikkeling bevindt zich ten tijde van het kwaliteitsonderzoek in het koppelen van deze kritische succesfactoren aan het beleid, het aanwijzen van beleidstrekkers en het koppelen van het beleid aan een PDCA-cyclus. Vervolgens moet Koers VO de kritische succesfactoren nog meetbaar gaan formuleren en bepalen op welke wijze hij dat gaat meten, wie daarvoor wanneer welke informatie moet aanleveren en aan welke criteria die informatie moet voldoen, en met welke norm de informatie moet worden beoordeeld. Het college van bestuur verwacht dit aan het eind van de ondersteuningsplanperiode, dus medio 2018 gereed te hebben. Het is de bedoeling van het college van bestuur om in de nieuwe ondersteuningsplanperiode de data die uit het kwaliteitssysteem naar boven komen te kunnen gebruiken om gerichter te kunnen sturen op het realiseren van de doelen in het ondersteuningsplan. En om de schoolbesturen data-feedback te kunnen geven op de realisatie van afspraken en doelen. Een eerste stap in deze richting zet Koers VO komende maand in de algemene ledenvergadering. Daarbij wordt informatie over bijvoorbeeld leerlingenaantallen, verwijzingen en leerlingenstromen aan de leden gepresenteerd en gezamenlijk besproken. Voor de duur dat Koers VO nog geen data uit het kwaliteitssysteem heeft, voedt het college van bestuur zich met informatie uit gesprekken van medewerkers van het koersbureau, met alle individuele scholen en middels gesprekken die het Pagina 11 van 15

12 college van bestuur met schoolbesturen houdt. Onderdelen van het kwaliteitssysteem dat Koers VO ontwikkelt, zijn het uitvoeren van zelfevaluaties, tevredenheidsmetingen en metingen over de kwaliteit van de extra ondersteuning en het onderwijs op de twee opdc's. Het samenwerkingsverband werkt met een vierjarig ondersteuningsplan en bijbehorende activiteitenplannen. Het werken met jaarplannen en evaluaties daarvan, en het werken met jaarlijkse prestatieafspraken van de raad van toezicht met het college van bestuur zijn voornemens die ten tijde van het kwaliteitsonderzoek niet zijn ingevoerd. Op onderdelen wordt het beleid wel tussentijds geëvalueerd en bijgesteld, bijvoorbeeld het thuiszittersprotocol en de eerste ervaringen met het plaatsingsoverleg. Het samenwerkingsverband stelt ten minste eenmaal in de vier jaar het ondersteuningsplan vast. Daarvoor vertaalt het samenwerkingsverband de beleidsdoelstellingen naar kwalitatieve en kwantitatieve resultaten (incl. bekostigingsaspecten) en voert daarover op overeenstemming gericht overleg (oogo) met burgemeester en wethouders van de desbetreffende gemeenten en met de samenwerkingsverbanden die (geheel of gedeeltelijk) samenvallen met de regio van het eigen samenwerkingsverband. Het in overleg met belanghebbenden vaststellen van acceptabele normen voor die resultaten wil het samenwerkingsverband de komende twee jaar gereed hebben als onderdeel van de kritische succesfactoren. Het bestuur van het samenwerkingsverband legt volgens de wettelijke voorschriften en afgesproken richtlijnen verantwoording af aan de intern toezichthouder, de overheid en de belanghebbenden. Het bestuur informeert zijn omgeving en verantwoordt zich onder andere in het jaarverslag over de resultaten op een voor alle betrokkenen toegankelijke wijze. Het bestuur overlegt periodiek met de ondersteuningsplanraad en de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad en legt besluiten voor conform geldende wet- en regelgeving. Financiën Het samenwerkingsverband zet een deel van de ondersteuningsmiddelen door naar de schoolbesturen, die daarmee de basisondersteuning en extra ondersteuning op de eigen scholen moeten realiseren. De verantwoording van de schoolbesturen aan het samenwerkingsverband wordt nog nader uitgewerkt. Daardoor kan het samenwerkingsverband niet aantonen dat het de financiële middelen voor extra ondersteuning doelmatig inzet. Het samenwerkingsverband werkt met een meerjarenbegroting waarin het beleid uit het ondersteuningsplan duidelijk herkenbaar is vertaald in gekwantificeerde doelstellingen. De meerjarenbegroting op zijn beurt is vertaald in een gedetailleerde begroting op jaarbasis. Minstens een keer per jaar toetst het samenwerkingsverband de Pagina 12 van 15

13 realisatiecijfers aan de begroting, analyseert de verschillen en past zo nodig de meerjarenbegroting en/of de jaarbegroting aan. Interne en externe communicatie Het samenwerkingsverband zorgt voor een netwerkoverleg met zorgaanbieders, gemeenten en het onderwijs en heeft afspraken met gemeenten in de regio die leiden tot passende onderwijs(jeugdzorg)arrangementen. De samenwerking met de wijkteams blijkt in de praktijk wisselend van kwaliteit te zijn. Om hier verbetering in te brengen voert het college van bestuur gesprekken met betrokken gemeenten. 2.3 Naleving wet- en regelgeving De inspectie controleert op verschillende onderwerpen en onderdelen de naleving van wettelijke voorschriften. Om de naleving van wettelijke regels te bevorderen kiest de inspectie jaarlijks enkele onderdelen van wet- en regelgeving die gericht aandacht krijgen. Dit noemen we programmatisch handhaven. Onderstaande tabel bevat de onderdelen die voor het schooljaar 2015/2016 zijn vastgesteld (Jaarwerkplan 2016). Per onderdeel toont de tabel of het samenwerkingsverband aan de voorschriften voldoet. Ook controleert de inspectie de naleving van wettelijke voorschriften op andere onderdelen. Daarbij constateert de inspectie een tekortkoming in de wettelijke voorschriften met betrekking tot een dekkend netwerk (artikel 17a WVO, tweede lid). Waar het samenwerkingsverband niet voldoet aan de wettelijke voorschriften, moet het bestuur dit herstellen. Programmatisch handhaven Voldoende Onvoldoende N.1 Scheiding toezicht en bestuur (artikel 17a WPO / artikel 24d WVO) N.2 Het deskundigenadvies (artikel 18a WPO elfde lid jo. artikel 34.8 Besluit bekostiging WPO / artikel 17a WVO twaalfde lid jo. artikel 15a Inrichtingsbesluit WVO) Pagina 13 van 15

14 3 REACTIE VAN HET BESTUUR In zijn reactie d.d. 8 september 2016 deelt het bestuur mee dat het de bevindingen uit dit rapport bij de verdere ontwikkeling van het samenwerkingsverband op de volgende wijze zal betrekken of al heeft betrokken. Het college van bestuur geeft aan het bezoek als zeer prettig en opbouwend te hebben ervaren. Het schrijft verder dat in het conceptrapport vooral de volgende onderwerpen aan de orde komen: monitoren en intern toezicht, dekkend ondersteuningsaanbod, thuiszitters, kwaliteitszorg en financiën. Hieronder gaat het college van bestuur kort op deze punten in. Monitoring en intern toezicht In het conceptrapport constateert de inspectie dat Koers VO datagestuurd wil werken, maar dat het nog onvoldoende lukt om aan de hand van data te sturen op de realisatie van de doelen uit het ondersteuningsplan. Daardoor zou de raad van toezicht niet in staat zijn om goede afspraken te maken met het college van bestuur over de te realiseren doelen. Het college van bestuur geeft aan deze zorg te begrijpen, maar is ook van mening dat het samenwerkingsverband hard bezig is om zoveel mogelijk gegevens in beeld te krijgen. De rapportage (Koers VO in beeld) waarin alle nu beschikbare data over Koers VO zijn opgenomen, is de inspectie in juni toegestuurd en is voor de volledigheid nogmaals bijgevoegd. Het college van bestuur geeft aan van plan te zijn om jaarlijks deze rapportage te maken. Door systematisch aan de kwaliteitszorg te blijven werken, zal er in de volgende ondersteuningsplanperiode nog meer datagestuurd gewerkt kunnen worden. Dekkend ondersteuningsaanbod In het conceptrapport geeft de inspectie aan dat het ontwikkelen van arrangementen voor leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften en de samenwerking tussen speciaal en regulier onderwijs nog weinig zichtbaar tot stand komt. De inspectie ziet echter ook dat het samenwerkingsverband op diverse gebieden bezig is om ervoor te zorgen dat er voor alle leerlingen een passende plek is. Het college van bestuur is het met de inspectie eens dat er in (gelukkig) slechts enkele gevallen nog leerlingen tussen wal en schip vallen. Er wordt veel gedaan om ervoor te zorgen dat alle leerlingen passend onderwijs ontvangen. Zo starten er het komende schooljaar diverse activiteiten onder leiding van de directeur innovatie, waarin scholen voor regulier en speciaal onderwijs samen gaan werken. Pagina 14 van 15

15 Ook wordt het project: 'Versterking ondersteuningsteam op school' gestart in september. Hiermee beoogt Koers VO het regulier onderwijs beter toe te rusten voor de begeleiding van leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften. Thuiszittersaanpak Het verheugt het college van bestuur dat de inspectie constateert dat het samenwerkingsverband zich zeer actief inzet om het thuiszitten van leerlingen te voorkomen. Koers VO doet er alles aan, via het werken met de Taskforce, in samenwerking met de gemeente Rotterdam, om de thuiszitters in beeld te krijgen en hen, indien nodig via de plaatsingsoverleggen, zo spoedig mogelijk op een school te plaatsen. Kwaliteitszorg De inspectie noemt in het conceptrapport de grondigheid waarmee het samenwerkingsverband de ontwikkeling van een kwaliteitszorgsysteem aanpakt, maar dat er in de concrete uitwerking nog een slag te maken is. Het college van bestuur is het met deze conclusie eens. Het ontwikkelen van een sluitend kwaliteitssysteem van, op het ondersteuningsplan aansluitende, zestien kritische succesfactoren, het meetbaar formuleren en evalueren van de doelen ervan, kost tijd. Zoals al op 24 mei jl. genoemd, hoopt het college van bestuur medio 2018 dit proces af te ronden en in de volgende ondersteuningsplanperiode toe te kunnen passen. Financiën Het samenwerkingsverband legt de verantwoordelijkheid voor de invulling en besteding van de middelen bij de scholen, en de scholen leggen daar verantwoording over af aan het college van bestuur. Het college van bestuur geeft aan dat de inspectie eraan twijfelt of het samenwerkingsverband aan kan tonen of de financiële middelen voor de extra ondersteuning doelmatig worden ingezet. Door te werken met een zogenaamd 'waarderingssysteem' beloont het samenwerkingsverband scholen financieel wanneer ze aantoonbaar goed invulling geven aan passend onderwijs. Dit systeem werkt het verband de komende jaren verder uit, zodat steeds duidelijker in beeld komt hoe doelmatig de gelden zijn ingezet. Ten slotte bedankt het college van bestuur de inspectie voor het bezoek. De bevindingen ervaart het college van bestuur, zoals elk jaar, als ondersteunend voor zijn beleid. Het college van bestuur geeft aan te hopen de inspectie volgend jaar weer te mogen verwelkomen. Pagina 15 van 15