1. Opvolging verslag VERSLAG NETWERKPLATFORM FUNCTIE 2A 8 NOVEMBER '12

Transcriptie

1 VERSLAG NETWERKPLATFORM FUNCTIE 2A 8 NOVEMBER '12 Aanwezigen: Jan Van Hecke (voorzitter netwerkplatform functie 2a), Koen Van Rompaey (ZNA EPSI), Hilde Vints (CAW ROSA+), Leen Van Assche (CGG Andante), Robby Geldof (SC De Wilg), Luc Van der Straeten (SODA), Dirk Meeus (CGG VAGGA), Danny Boons (SEL Amberes CM), Linda Huybrechts (SEL Amberes De Voorzorg), Joris Housen (Netwerkcoördinatie SaRA), Karolien Weemaes (Netwerkcoördinatie SaRA - verslag) Verontschuldigd: Geert Vandendriessche (VDIP), Mieke Joniaux (CGG Andante), Elisabeth Dries (MSOC Free-Clinic), Jo Bernagie (huisarts WGC t Spoor), Ward Verbruggen (PZ Sint-Amedeus) 1. Opvolging verslag - Er wordt opgemerkt dat de thuiszorgdiensten weinig aan bod komen tijdens de afgelopen vergaderingen en ook niet vermeld worden in de beslissingsboom. Hoewel dergelijke diensten geen behandeling of therapeutisch werk doen, kunnen zij in de thuisomgeving een belangrijke rol spelen in de ondersteuning ( thuiszorgmedewerkers zien & horen veel en kunnen mee structuur geven in een huishouden ). Zo kunnen deze diensten b.v. na 6 weken opvolgperiode door 2a, cliënten verder opvolgen en stabiliseren. Het klopt dat nog niet werd ingegaan op de samenwerking tussen functie 2a en de diensten gezinszorg. In het lijstje van de te bespreken thema s staat de samenwerking met andere (externe) diensten wel vermeld. Momenteel wordt binnen het netwerkplatform gefocust op de concrete inhoudelijke en praktische uitwerking van het mobiel crisisteam. Vandaag ligt b.v. de beslissingsboom voor aanmeldingen bij het 2a-team opnieuw voor. Op de beslissingsboom staat bij inclusie mobiel 2a-team vermeld: opmaak netwerkkaart met cliënt en cliëntsysteem. In deze netwerkkaart worden alle diensten die rond een cliënt samenwerken in kaart gebracht, de netwerkkaart omvat dus zowel het niet-professionele als professionele netwerk van de cliënt (inclusief diensten gezinszorg). Samenwerking met de gezinszorg is vooral belangrijk in een latere fase, bij de afronding en bij het installeren van een vervolgtraject. - In het verslag wordt een onderscheid gemaakt tussen week- en weekendaanmeldingen. Hierbij wordt opgemerkt dat veel acute zaken in het weekend terecht komen op de wachtposten van de huisartsen. Aangezien dit vaak voorkomt en huisartsen in het weekend frequent met acute situaties worden geconfronteerd, zijn de huisartsen vragende partij om ook voor de weekendaanmeldingen een goede procedure uit te werken (b.v. goede afspraken tussen spoeddiensten en 2a-team - met duidelijke afspraken waarnaar huisartsen binnen de regio in het weekend kunnen verwijzen). - In het verslag staat vermeld wat mensen zonder papieren betreft, is momenteel niet duidelijk of 2a onder de regelgeving van dringende medische zorg valt, er wordt gevraagd om dit verder uit te klaren:

2 De hulpverlening door het mobiel crisisteam is gratis dus de regelgeving inzake dringende medische zorg is hier niet van toepassing. Wat mensen zonder papieren betreft (een grote groep in Antwerpen): 2a wordt in het leven geroepen om mensen in de thuisomgeving te behandelen. Dit impliceert dat er een thuisomgeving moet zijn. Een definiëring van het begrip thuis (afbakening en begrenzing) dringt zich op. Bovendien is het zo dat om een opname te vermijden, verondersteld wordt dat er rond de cliënt een (beetje) netwerk moet zijn (het voorbeeld wordt gegeven van een Nederlander met psychotische stoornis die in het Harmoniepark woont zinvolheid en meerwaarde inschakeling 2a t.a.v. opname is wellicht beperkt). Twee bovenstaande puntjes (inzake weekendregeling en mensen zonder papieren) zijn opmerkingen van huisartsen: het is aangewezen, dat van zodra 2a meer vorm krijgt, toenadering wordt gezocht tot de huisartsenwachtposten om dit te bespreken. - Daarnaast wordt verduidelijking gevraagd over verhouding / afstemming tussen functie 2a en 2b. Er is een kloof tussen de doelgroepen met acute en chronische psychiatrische problemen. Doorverwijzing van 2a naar 2b kan wel eens voorkomen, maar dit is zeker geen automatisme. Iemand die door 2a wordt opgevolgd, is niet per definitie een patiënt met een EPAproblematiek die langdurende outreach-behandeling behoeft. Momenteel wordt ook de stelling ingenomen dat de 2b-teams de crisissen van eigen cliënten oplossen wat maakt dat ook doorverwijzing van 2b naar 2a zeker geen automatisme zal zijn. Dit verslag wordt goedgekeurd. 2. Mogelijke samenwerking tussen CGG en toekomstig 2a-team Om het mobiel crisisteam goed te laten functioneren is vanuit gedeelde verantwoordelijkheid voor de cliënten van SaRA een goede ondersteunende samenwerking en afstemming met ambulante en residentiële netwerkpartners nodig. Inzake het overleg met de CGG en de positie van het 2a-team binnen het GGZ-landschap, kunnen een aantal thema s benoemd worden waarover in deze context grondig moet worden nagedacht: - Functie 1 zit vóór functie 2 (principe stepped care ): ambulante en poliklinische zorg is goedkoper dan mobiele, outreachende zorg waarbij interdisciplinair team aan huis gaat; - Anderzijds komt het mobiel, outreachend team (functie 2) aan huis en zit het dichter bij cliënt en cliëntsysteem (in vergelijking met polikliniek en CGG waar cliënten naartoe dienen te gaan) functie 2a zit dus ook gedeeltelijk vóór functie 1 (in acute crisissituaties gaat een huisarts b.v. geen contact opnemen met een CGG maar met 2a-team). Bovenstaande twee stellingen gaan over hoe de CGG en het mobiel 2a-team zich tot elkaar verhouden en onder welke modaliteiten naar elkaar kan worden verwezen en met elkaar kan worden samengewerkt. CGG VAGGA gaat als volgt te werk: 1. Telefonische aanmelding 2. Telefonische screening: komt persoon in aanmelding voor hulpverlening?

3 3. Intake-gesprek: gaat grondiger in op problematiek en nodige zorg 4. Behandeling Sommige CGG s werken enkel op verwijzing: CGG VAGGA niet, hoewel de voorkeur uitgaat naar werken op verwijzing door een goed geplaatst iemand waarbij eveneens overleg over de modaliteiten van de verwijzing plaatsvindt (b.v. overbrugging wachttijden). De wachttijden zijn zeer verschillend: het ouderenteam heeft momenteel geen wachttijd, het jongvolwassenenteam heeft amper wachttijd. De wachttijd voor de volwassenenteams is doelgroepafhankelijk en kan oplopen tot gemiddeld 6 maanden, vooral als er door de cliënt zeer specifieke vragen gesteld worden (b.v. enkel avondsessies, enkel psychiateruren, therapeut moet man zijn, ). CGG VAGGA maakt uitzonderingen op de wachtlijst voor dringende medische zorg. Bij CGG Andante verloopt er tussen de aanmelding en het eerste (intake-)gesprek 2 à 3 weken. Aansluitend daarop wordt deze persoon op team besproken: Is het iemand voor CGG Andante? Zijn er alternatieven (b.v. voldoende kapitaalkrachtig voor privécircuit?)? Indien blijkt dat behandeling door het CGG geïndiceerd is, volgt een tweede gesprek. Pas daarna komt deze persoon op de wachtlijst. In bepaalde crisissituaties is het mogelijk om crisisgesprekken te hebben (b.v. 5 sessies). Iemand met suïcidedreiging heeft binnen een paar dagen een crisisgesprek, in bepaalde andere crisissituaties heeft men binnen 2 à 3 weken een eerste gesprek. Bij een CGG kunnen alle klinische doelgroepen terecht, zolang het gaat om personen met een ernstige, psychiatrische aandoening voor wie een ambulante zorgvorm haalbaar is. De gemiddelde behandelduur is 10 sessies, maar sommige behandelingen kunnen ook 10-tallen sessies duren. Het onderscheid acuut langdurend speelt niet zozeer mee voor de intake, hoewel een cure/careafweging wel gemaakt wordt: er zijn ook cliënten die niet uitstromen (care), maar cure is meer focus van CGG. bij CGG Andante vindt b.v. volgende week een interne vorming plaats over tijdsgelimiteerd en kortdurend werken en hoe men bij het begin van het traject reeds eindigheid kan introduceren. CGG Andante en CGG VAGGA hebben een verschillende categorale werking. CGG Andante doet de suïcidepreventie en CGG VAGGA de verslavings- en forensische zorg. Onderling overleg en doorverwijzingen gebeuren niet zo frequent aangezien men dezelfde algemene doelgroep heeft en dezelfde intakecriteria. Een CAW (met CLG-werking) gaat bij een aanmelding gelijkaardig te werk. Tijdens de screening wordt onderzocht welke zorg nodig is en bekijkt men onmiddellijk wat het CAW zelf kan opnemen en waarvoor men beroep moet doen op andere partners. Deze partners worden bij aanvang van de begeleiding betrokken. CAW werkt louter op verwijzing: - In vele gevallen is er immers al een hulpverlener betrokken en het CAW wil aansluiten op het voortraject dat reeds werd afgelegd, - Bovendien wil men achteraf, na afronding van de begeleiding, opnieuw kunnen doorverwijzen naar de verwijzer.

4 De doorslaggevende factor om te kiezen voor een CAW (1 e lijn) of een CGG (2 e lijn), is de nood aan een psychiater (uiteraard is hier grijze zone). Daarnaast is er in een aantal gevallen ook sprake van gedeelde zorg en neemt een CAW de begeleiding op zich op voorwaarde dat men makkelijk toegang krijgt tot de psychiater van een CGG. Uit de bespreking: - Indien een cliënt geïncludeerd wordt in functie 2a waarvoor een ambulant vervolgzorg- /nazorgtraject geregeld moeten worden, zou deze best reeds tijdens de eerste 2 weken 2abehandeling aangemeld worden bij een CGG. Functie 2a heeft een adequaat versneld antwoord nodig, anders kan het crisisteam niet doen waarvoor het effectief bedoeld is en zal het mensen moeten blijven opvolgen omdat er geen achterdeur/alternatief is. Indien wordt ingeschat dat CGG bij afronding door 2a nodig is, wordt hiervoor best zo snel mogelijk contact opgenomen met het CGG. Er dient door netwerkplatform functie 2a een beslissingsboom opgemaakt te worden voor de achterdeur van 2a (naar analogie van beslissingsboom aanmeldingen), waarin eveneens verschillende situaties gespecifieerd worden (b.v. nood aan opvolging GGZ of CAW/CLG opvolging privécircuit haalbaar). De vraag die voorligt is of er binnen een CGG een rechtstreekse toegang of iets extra kan gecreëerd worden voor enkele binnen 2a geïncludeerde cliënten. Binnen CGG VAGGA een extra voordeur creëren of iemand vrijstellen voor doorverwijzingen zonder enige wachttijd vanuit 2a, kan niet. Maar het is b.v. wel mogelijk dat een verwijzer van 2a onmiddellijk na aanmelding van een dossier bij 2a contact heeft met een CGG-hulpverlener zodat de modaliteiten van de verwijzing na afronding 2a onmiddellijk besproken kunnen worden (b.v. onderzoeken van mogelijkheden om de wachttijd te overbruggen) en meteen duidelijk is wat verwacht kan worden. Een structureel overleg in kader van afstemming en samenwerking tussen hulpverleners van 2a en CGG behoort ook tot de mogelijkheden. Daarnaast kan er binnen het CGG een aanspreekpunt voor 2a gecreëerd kunnen worden, met het engagement dat er zo snel als mogelijk een adequaat antwoord geformuleerd wordt op een concrete 2a-vraag. Vanuit CGG Andante wordt opgemerkt dat er nog te veel onbekenden zijn om een rechtstreeks toegang te proberen concretiseren ( en te gaan onderhandelen met de betrokken teams ): over hoeveel verwijzingen gaat het? - Binnen GGZ netwerk Kempen is er een zeer intense samenwerking tussen het CGG en het team crisis- en kortdurend behandeling om te bewaken dat overgangen efficiënt en naadloos gebeuren. In deze context wordt ook verwezen naar het CO3-verhaal en VDIP-team waarbij gekozen wordt om een team samen te stellen met medewerkers van verschillende betrokken actoren zodat het netwerk binnen het team weerspiegeld wordt wat de samenwerking en aansluiting ten goede komt. (noot van de verslaggever: we dienen hier echter wel bij op te merken dat ons eerste projectdossier door de jury werd afgekeurd omdat we middelen uit reallocatie en middelen van partners binnen 1 e en 2 e lijn hadden ingezet in het mobiele 2a-team en de overheid dit het niet respecteren van de bevoegdheidsverdeling vond.)

5 Besluitend, de twee CGG willen zich engageren om afstemming en samenwerking tussen CGG- en 2awerking in de goede richting te laten evolueren, zonder dit al te zwart/wit voor te stellen: er dient een antwoord gezocht te worden op drie vragen: wat is nodig? wat kan nu? wat kan op termijn? Er zijn tal van mogelijkheden om anders om met elkaar om te gaan en beter tegemoet te komen aan elkaars vragen dan in de huidige manier van samenwerken. 3. Volgende vergadering De eerstvolgende vergadering vindt plaats op donderdag 29 november van 16u30 tot 18u30 in een vergaderzaal van CGG Andante (en niet in CGG VAGGA omdat partners van VAGGA verhinderd zijn op dat moment). (noot van de verslaggever: de daaropvolgende bijeenkomsten van netwerkplatform functie 2a zullen plaatsvinden op de donderdagnamiddagen 20 december 2012, 10 en 31 januari en 21 februari De uren worden afgesproken op de eerstvolgende bijeenkomst op 29 november).