Informatiebundel. Stage grootstedelijke context. Academiejaar: BaKO 3

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Informatiebundel. Stage grootstedelijke context. Academiejaar: BaKO 3"

Transcriptie

1 Informatiebundel Stage grootstedelijke context Academiejaar: BaKO 3 1

2 Inhoudstafel 1. Inleiding De kern van deze stage Programma van deze stage Specifieke doelstellingen stage grootstedelijke context Observatie-participatiedagen De eerste observatie-participatiedag- contactname met mentor Week 1.8 (maandag 09/11-13/11/2015) Verkennend gesprek coach op campus Comenius Doestageweken Meer vrijheid in functie van krachtige onderwijsleeromgeving Agenda Duo-werking/ co- teaching Opdrachten Voorbereidingen verkennend gesprek met coach op campus Comenius Thema-analyse Observeren-participeren-anticiperen-remediëren-differentiëren Nevenactiviteiten voor de begeleidende kleuterleid(st)er Voorbereiden coachingsgesprek op de stageschool Zelfevaluatie Evaluatie De begeleiding van de student vanuit hogeschool De begeleiding van de student vanuit de stageschool Verwachtingen ten aanzien van de student Praktische Afspraken M.b.t. weekrooster M.b.t. lesvoorbereidingen M.b.t. stagemap

3 Stage grootstedelijke context (GSC) 1. Inleiding Studenten van de lerarenopleiding Leraar kleuteronderwijs worden verplicht een deel van hun stage in het Nederlandstalig onderwijs in een grootstedelijke context te lopen. Het stage lopen in een grootstedelijke context biedt om verschillende redenen een meerwaarde aan de opleiding. Voor studenten geldt vaak: onbekend maakt onbemind. Studenten hebben vaak zeer sterke vooroordelen als het gaat over beeldvorming van diverse scholen. Ze zijn bang om zich in een onbekend avontuur te storten, weg van de vertrouwde context en hebben het idee dat de stad vol gevaren is. Door hen te verplichten (of sterk aan te moedigen) onder begeleiding en in de veilige stagecontext worden in vele gevallen de heersende vooroordelen ontkracht. Anderzijds worden ze ook geconfronteerd met uitdagingen die zeer sterk aanwezig zijn in grootstedelijke contexten. We geloven dat het hun blik verruimt en bijdraagt tot een scherper inzicht in de grote diversiteit die onze samenleving kenmerkt. Willen we dat studenten de competentie omgaan met diversiteit goed beheersen moeten we hen die diversiteit ook echt laten aanvoelen. Het werken in een school in een grootstedelijk gebied met een grotere populatie aan migrantenkinderen, vluchtelingenkinderen, kansarme kinderen,... biedt de student de mogelijkheid om de eerder verworven stagevaardigheden te verdiepen en uit te breiden naar het werken met deze doelgroepen. Daarnaast betekent het een aanzienlijke versterking voor het onderwijs zelf. Werken in grootstedelijke contexten vereist vaak andere, creatievere werkvormen, en dat is een expertise die onze studenten dan weer binnenbrengen vanuit hun opleiding. 2. De kern van deze stage In de derde opleidingsfase van de lerarenopleiding kleuteronderwijs organiseren we voor onze studenten twee stageperiodes. Tijdens het eerste semester is er de zgn. stage in een grootstedelijke context. Het tweede semester is een praktijksemester. We willen een lerarenopleiding zijn die een leraar tot een wereldburger opleidt. Om onze studenten volledig te kunnen voorbereiden op hun toekomstige onderwijspraktijk, gekleurd door diversiteit en verscheidenheid op verschillende domeinen, vinden wij het van primordiaal belang om hen ook verplicht stage te laten lopen in een grootstedelijke context. In een grootstad heb je enerzijds die diversiteit, maar daarnaast moet je in een grootstad ook kunnen omgaan met een onderwijssetting die vele en extra uitdagingen biedt, naast het klasgebeuren op zich. 3

4 De bedoeling van de stage is om onze studenten kennis te laten maken met lesgeven in een grootstedelijke context. Het is niet de bedoeling dat de studenten na deze stage het lesgeven binnen deze specifieke context volledig onder de knie hebben. Wel vinden we het belangrijk dat de student een open, respectvolle en betrokken houding aanneemt ten aanzien van de diversiteit in de klas, dat de student zich flexibel kan opstellen ten aanzien van de huidige klassituatie, dat de student op een creatieve en veranderingsbekwame manier de kleuters kan betrekken in zijn onderwijspraktijk, dat de student oog heeft voor de gelijkenissen en verschillen in de klas en een veilig klasklimaat voor elke kleuter kan creëren, naast de reeds verworven competenties van het leraar zijn. 3. Programma van deze stage DERDE OPLEIDINGSFASE Soort stage Duur Data Observatie-participatie 3 dagen Dinsdag 6/10, 13/10 en 20/10/2015 Voorbereidingsdagen 2 dagen Dinsdag 27/10 en vrijdag 13/11 Doestage in grootstedelijke context 2 weken 16/11 t.e.m. 27/11/ Specifieke doelstellingen stage grootstedelijke context Voor de algemene doelstellingen en evaluatiecriteria van de stages van het derde jaar, verwijzen wij naar hoofdstuk 3, doelstellingen, evaluatiecriteria en leerlijn in de stagewijzer van de derde opleidingsfase. Naast deze algemene doelstellingen en gekende basiscompetenties die de student in de derde opleidingsfase moet verwerven, ligt de focus van de te realiseren doelstellingen op de specifieke doelstellingen stage grootstedelijke context, hieronder beschreven. 4

5 Voorbereidend werk De student kan zijn verantwoordelijkheid t.a.v. de administratie en het voorbereidingswerk nemen (oa. aanwezigheid en inzet op tijdens OP-dagen; voorbereiden coachingsgesprek). De student kan zijn algemene beginsituatie analyseren met specifieke aandacht voor diversiteit in de kleuterklas/school (zie thema-analyse). De student kan werken met de leerplandoelen van de school (zie Agenda). De duo-partners tonen gelijke inzet en werkkracht m.b.t het voorbereidingswerk. Taalvaardigheden De student kan flexibel een waaier aan communicatievormen gebruiken om zich verstaanbaar te maken en constructief in dialoog te gaan met elke kleuter, collega en ouder. De student doet aan taalstimulering via informele en taakgerichte activiteiten waarbij hij een veilig klimaat creëert waarbij het welbevinden van de kleuter centraal staat. De student kan uitdagende activiteiten aanbieden waarbij taal een middel is om een motiverend doel te bereiken. De student is zich bewust van zijn eigen taalaanbod (dat rijk, gevarieerd in standaardnederlands moet zijn), van de manier waarop ze feedback geven (vooral naar de inhoud en minder naar de vorm) en mogelijkheden die ze de peuters geven om zelf te spreken. De student kan de kleuters met veel mimiek en expressie benaderen. De student kan voor elke aangeboden activiteit minstens één talig doel voorzien. Attitudes De student kan open staan voor waarden en normen uit andere culturen. Hij is zich bewust van eigen vooroordelen en stereotyperingen en probeert deze los te koppelen van zijn handelen. De student kan individueel (zie Agenda, Zorgopdracht, Coachingsgesprek, Zelfevaluatie) en in team kritisch reflecteren over zijn eigen handelen en leerproces als leerkracht binnen een grootstedelijke context (bijv: Hoe bied ik gelijke leer- en ontwikkelingskansen aan aan kleuters? Benut ik de diversiteit in mijn klas? Etc.) De student kan op een respectvolle manier omgaan met vertrouwelijke informatie over kleuters, ouders en collega s. De student kan op een geëngageerde, enthousiaste en authentieke wijze omgaan met de diverse kleuters, ouders en collega s. De student kan feedback met betrekking tot zijn competenties voor omgaan met diversiteit aanvaarden en hier constructief mee omgaan. De student kan flexibel inspelen op diverse situaties. BC. 1 Leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen De student kan aantonen dat hij bij het uitwerken van een thema rekening houdt met de specifieke beginsituatie (zie thema-analyse) en inspeelt op de verschillende/gelijke interesses, talenten en leefwerelden van de kleuters. De student kan gericht op zoek gaan naar vormen van diversiteit bij kleuters, en deze benutten tijdens het leerproces (bijv: de student voorziet mogelijkheden waarin kleuters elkaars leefwereld leren kennen). De student kan differentiatie in de lespraktijk inbouwen om tegemoet te komen aan de diversiteit en ontwikkelingsnoden, individuele leerstijlen en tempo s van kleuters. De student biedt vooral activiteiten aan die exploratie, experiment, onderzoek, creativiteit en zelfontdekkend leren stimuleren. De student laat hierbij ook ruimte voor spontaan en informeel leren. De student kan interactieve werkvormen gebruiken, werkvormen waarin veel kansen zitten tot onderlinge interactie tussen kinderen en/of waarin de persoonlijke inbreng van de kinderen van groot belang is (stimulering van zelfsturing/ondernemingszin). De student kan een zorgactiviteit doelgericht begeleiden, rekening houdend met de beginsituatie van de betrokken kleuters (zie zorgopdracht). De student kan heterogene groepen stimuleren en begeleiden opdat ontwikkelings- of leerbedreigde kleuters geholpen worden door andere kleuters. De student geeft prioriteit aan het organiseren van uitdagende en taakgerichte activiteiten boven het uitwerken van een themahoek en het verrijken van bestaande hoeken. BC. 2 Leraar als opvoeder De student kan een veilig klimaat scheppen (ruimte laten of stimuleren van verschillende omgangsvormen/interesses van kinderen) voor kinderen om zichzelf te zijn en te ontplooien, ongeacht de sociale, culturele of andere eigenheid. De student kan een ervaringsgerichte basishouding (aanvaarding, echtheid en empathie) aannemen in interactie met kleuters. De student kan in zijn relatie met kleuters rekening houden met de eigenheid en specifieke achtergrond van elke kleuter. 5

6 De student kan activiteiten aanbieden waarbij kleuters leren omgaan met verschillen (appreciatie/ respect voor verschillende voorkeuren). BC. 3 Leraar als inhoudelijk expert De student kan bij het uitdiepen van het thema zich inhoudelijk verdiepen door verschillende bronnen te raadplegen. De student kan gebruik maken van taal, activiteiten en materialen die stereotypen vermijden. De student kan methodieken die taalvaardigheid van kleuters stimuleren hanteren (bijv: Taal-Materiaal, Taal- Verhaal, Taal-Centraal, Bonte Boel, Peuterprikkels). De student kan de deskundigheid van zijn duopartner en mentor (h)erkennen en maakt hier optimaal gebruik van om zijn professioneel handelen te verbeteren. De student kan de activiteiten vormgeven volgens de algemeen geldende vakdidactiek (zie lesfiches en lesverloop). BC. 4 Leraar als organisator De student kan krachtige activiteiten duidelijk en soepel organiseren. De student kan op een creatieve en gevarieerde manier kleine interventies bedenken om de betrokkenheid van de kleuters te stimuleren. BC. 5 Leraar als innovator / onderzoeker De student kan het ontwikkelingsaanbod voor kleuters op een creatieve en muzische manier gestalte geven. De studenten kan een onderzoekende houding aannemen wanneer hij botst op uitdagingen en/of problemen met betrekking tot het lesgeven in een grootstedelijke context. De student experimenteert met nog niet gekende werkvormen, samenwerkingsinitiatieven, leermiddelen en/of methodieken BC. 6-9 Sociale vaardigheden De student kan constructieve en kwaliteitsvolle interacties opzetten met kleuters, collega s, ouders en externe partners over de verschillende cultuur- en taalbarrières heen. BC. 10 Leraar als cultuurparticipant De student kan cultuur en maatschappij bespreekbaar maken in de klas op verschillende manieren (bijv: prentenboeken, kringgesprek, etc.). De student kan zijn gemaakte keuzes voor het omgaan met en het inspelen op diversiteit expliciteren. De student kan een leeromgeving creëren waarin kleuters cultuur kunnen beleven. De student kan de wereld in de klas brengen en de klas naar de wereld. De student kan de kleuters cultureel nieuwsgierig en leergierig maken. 6

7 5. Observatie-participatiedagen De doestageweken in de grootstedelijke context (vanaf nu afgekort met GSC ) wordt voorafgegaan door 3 volledige OP-dagen op dinsdag (week 1.3; 1.4 en 1.5) en door 2 volledige voorbereidingsdagen (op dinsdag 4 november en vrijdag 14 november). De student wordt tijdens deze observatieparticipatiedagen en voorbereidingsdagen lesvrij gemaakt. Tijdens de OP-dagen moet de student de hele dag aanwezig zijn in de kleuterklas waar hij stage zal lopen. De student observeert grondig en noteert zoveel mogelijk voor zichzelf en voor de opdrachten die hier aan gekoppeld zijn (zie verder). Naast het observeren participeert de student in de kleuterklas. De bedoeling is dat de student op die manier ook de klasgewoonten en routines leert kennen en kennis maakt met de kleuters. De student mag zelf extra observatie-participatiemomenten afspreken met de mentor op momenten dat hij zelf vrij is (hij mag dus geen colleges missen) maar mits de toestemming van de directie en de mentor. De student vergaart tijdens de OP-dagen zoveel mogelijk informatie om de doestageweken zo optimaal mogelijk te laten verlopen. Tijdens de voorbereidingsdagen bereidt de student de stage grondig voor. 5.1 De eerste observatie-participatiedag- contactname met mentor. De eerste kennismaking met de mentor is op dinsdag 6 oktober Dit is tevens ook de eerste volledige OP-dag in de klas. De student bezorgt op deze dag de stagewijzer, de specifieke informatiebundel omtrent de stage in grootstedelijke context en de begeleidende brief aan de mentor. De stagementor krijgt aan de hand van de informatiebundel zicht op de verwachtingen t.a.v. student, mentor en hogeschool. De stagewijzer en informatiebundel wordt in de intreeweek meegegeven aan de student. De student kan voor het afgeven van de stagewijzer en de informatiebundel dit kopiëren voor zichzelf (zit verplicht in stagemap) of digitaal raadplegen op e-pos bij stagedocumenten. De student vraagt aan de mentor informatie omtrent het mogelijke thema voor de doestage en peilt naar de verwachtingen van de mentor. De student maakt met de mentor praktische afspraken omtrent weekrooster, agenda, algemene beginsituatie, lesvoorbereidingen, deadlines, gewoontes in de kleuterklas. De student overlegt met duo-partner en mentor wie start met de eerste stageweek als hoofd kleuterleid()st)er en wie start met de nevenactiviteiten (zie verder). De student vraagt aan de mentor of en in welke mate er activiteiten dienen te gebeuren met de kleuters opdat dit voor zowel de kleuters, klasmentor én de student een meerwaarde betekent in het groei- en leerproces van de kleuters en het optimaal dagverloop in de kleuterklas. Een voorbeeld van 7

8 zo n activiteit kan zijn dat er kleuters zijn die specifieke aandacht nodig hebben (dit kan op verschillende domeinen en op verschillende niveaus: getalenteerde kleuters, kleuters met taalachterstand, kleuters met nood aan remediëringskansen, kleuters met nood aan extra uitdaging, ) en hiermee aan de slag dient gegaan te worden. Ten laatste op deze eerste OP-dag laat de student de stageovereenkomst ondertekenen door de directie of een andere belanghebbende. De student vraagt of hij mag beschikken over de persoonlijke gegevens van de mentor ( dres en/of telefoonnummer). Dit is nodig voor stagecoördinator en coach om de snaren gelijk te kunnen stemmen. De student stuurt uiterlijk dinsdagavond 6 oktober 2015 een mail naar de coach met de contactgegevens van zijn mentor. 1 mail per twee studenten volstaat. 5.2 Week 1.8 (maandag 09/11-13/11/2015) Ten laatste dinsdag 10 november 2015 bezorgen de twee studenten 1 volledig weekrooster voor de eerste stageweek en de uitwerking voor de nevenactiviteiten (zie verder) van de eerste week digitaal of op papieren versie aan de mentor (af te spreken), zodat de mentor al inzage heeft in het document en constructieve feedback kan geven aan de studenten. Op basis van suggesties en aanvullingen van de mentor, maken de studenten hun weekrooster en nevenactiviteiten tijdens de laatste voorbereidingsdag op vrijdag 13 november af. Tijdens week 1.8 geven de studenten informatie aan hun stagementor over hun plannen voor de doestage: ze kunnen concreet vertellen welke inhouden ze in hun activiteiten rond het opgegeven thema willen brengen (bijv. welke verhalen ze willen gebruiken, welke opdrachten ze bedacht hebben voor het beeldend werk, enz). Belangrijk! Elke student bezorgt uiterlijk op dinsdag 10 november of dinsdag 17 november (afhankelijk van welke stageweek de student op zich neemt) zijn eigen gemaakte en individuele lesvoorbereidingen en nevenactiviteiten die hij gaat geven digitaal of op papierenversie aan de mentor ter inzage (af te spreken met de mentor). Uiterlijk bij aanvang van de eerste dag van de eerste of tweede doestageweek zitten de aangepaste en aldus definitieve lesvoorbereidingen of nevenactiviteiten in de stagemap. De duo-partners hebben dus elk een eigen weekrooster voor hun eigen doestageweek (ze overleggen dit samen) en elk hun eigen voorbereidingen van de nevenactiviteiten en bereiden dit individueel voor. Elke student heeft een eigen stagemap met eigen individuele lesvoorbereidingen en nevenactiviteiten. 8

9 5.3 Verkennend gesprek coach op campus Comenius In week 1.8 (maandag 09/11-13/11/2015) wordt er een verkennend gesprek met de coach georganiseerd. Dit is een verplicht gesprek, waarop de student de tijd en ruimte krijgt om een aantal twijfels/vragen/bezorgdheden/plannen te bespreken met de coach. Dit gesprek bereidt de student voor a.d.h.v. een document met vragen, te vinden op e-pos ( verkennend gesprek coach). Tijdens de intreeweek formuleert de student 2 leervragen. De student brengt deze leervragen mee naar het verkennend gesprek. Één student per stageschool neemt zelf initiatief om de coach te mailen voor het plannen van het verkennend gesprek in week 1.8. De student overlegt met coach waar en wanneer dit kan plaatsvinden, na overleg met medestudenten. De student brieft de medestudenten van dezelfde stageschool over de afspraken met de coach. 6. Doestageweken 6.1 Meer vrijheid in functie van krachtige onderwijsleeromgeving Vanuit de vakken worden er voor deze stage geen specifieke vakopdrachten opgegeven voor de student. De bedoeling is dat de student zoveel mogelijk ervaart wat het is om stage te lopen in een GSC, met al zijn drempels maar vooral grote rijkdom. We laten expliciet ruimte vrij opdat de student zichzelf en de kleuters leert kennen binnen deze specifieke context, met als doel dat de student een open leerhouding aanneemt en zichzelf verrijkt in zijn persoonlijk en professioneel handelen. De focus ligt op het kunnen creëren van een krachtige onderwijsleeromgeving voor elke kleuter binnen de klas en dit op een open, respectvolle, creatieve en veranderingsbekwame manier. De student bereidt samen met zijn duo-partner de twee doestageweken voor op de manier waarop het in hun specifieke kleuterklas er aan toe gaat. Afstemming en een goede communicatie met de mentor is hier cruciaal. De student bereidt wel elk zijn eigen activiteiten voor, maar om gerichte ondersteuning te kunnen bieden, en zinvolle nevenactiviteiten en differentiaties te organiseren, zijn overleg en goede afspraken een must. De student kan voor zijn lesvoorbereidingen gekende weekrooster en dagindeling van de hogeschool gebruiken als leidraad maar dit is geen vereiste meer. Omwille van de specifieke en erg verschillende werkwijze per school en klas wordt er geen verplichting meer opgelegd wat het aantal begeleide en zelfstandige crea-activiteiten betreft en het aantal liedjes en versjes die aangeleerd dienen te worden. Van de student wordt wel verwacht dat hij in overleg met zijn duo-partner en mentor een zo 9

10 gevarieerd, rijk, uitdagend en krachtig activiteitenaanbod aanbiedt. Dit wil zeggen dat er activiteiten worden voorzien vanuit elk vakdomein. Ook hier kan de gekende en vertrouwelijke leidraad vanuit de hogeschool een houvast betekenen voor de student. 6.2 Agenda Ook in deze stage gebruikt de student een agenda. Dit is een persoonlijk document. Dus elke student heeft één agenda. De student vraagt aan de mentor welke klasagenda hij/zij gebruikt en of hij deze mag overnemen. Zij vullen de agenda in voor hun stageweek volgens de gewoonten van de stageschool. Indien de stageschool een digitaal agenda gebruikt, dan maakt de student alsnog een papieren versie hiervan. Voor het invullen van de agenda worden de leerplandoelstellingen gebruikt (OVSG/ GO!/ VVKBaO) die je online of in de stageschool kan raadplegen. Na elke klasdag vult de student ook de kolom evaluatie in. Ofwel evalueert de student de hoofdactiviteit, ofwel reflecteert de student over zijn nevenactiviteiten. Voorzie 30 à 45 min per dag voor deze reflectie. Gebruik agenda om te reflecteren op de praktijk. Het doel van deze evaluatie is: Hoe kan ik de observaties van vandaag verwerken in de planning van morgen? Want als je erin slaagt een aanbod te voorzien in de lijn van wat leeft bij de kleuters, stijgt je betrokkenheid. Vragen die je kunnen helpen bij het invullen van je dagelijkse reflecties zijn: Leidt het aanbod tot betrokkenheid? Hoe hoog is het welbevinden van de kleuters? Wat heb ik goed gedaan, wat had succes? Waarom ging dit goed (Leermiddelen/ afspraken/ Taalvaardigheden Zie BC) Wat ging niet zo goed? Waarom ging dit niet goed? Wat doe ik de volgende keer best anders? Welke zorgopdracht voerde ik uit? Heeft het kind dankzij de zorgopdracht iets bijgeleerd tijdens deze activiteit en waarom wel/niet? Zou ik de zorgopdracht opnieuw gebruiken of hoe zou ik de zorgopdracht aanpassen? 10

11 6.3 Duo-werking/ co- teaching Gedurende deze twee doestageweken staat de student steeds met een duo-partner in de kleuterklas. Er wordt vanuit de opleiding bewust voor deze duo-werking of co-teaching gekozen omdat we onze studenten de kans willen geven om op een gestructureerde manier, in een gelijkwaardige relatie met zijn duo-partner, een gedeelde verantwoordelijkheid te laten dragen voor het onderwijzen van een groep kleuters in eenzelfde klasruimte en op die manier samen het groei- en leerproces van kleuters optimaal te kunnen begeleiden en stimuleren. Daarnaast is die keuze vanuit de hogeschool ook gegroeid vanuit de gedachte dat er steeds meer studenten in de opleiding starten, maar het aantal stageplaatsen én het aantal lectoren om de studenten te kunnen bezoeken op de stageplek, niet evenredig meegroeit. Voor een goede samenwerking is afstemming, open en eerlijke communicatie een noodzaak opdat deze stage voor elke student kan slagen. Je moet goed kunnen samenwerken. Als je dat niet kan, dan lukt het niet! De basis voor een goede samenwerking is een stevige vertrouwensband. Het moet klikken met je duopartner. Uiteenlopende karakters zorgden al voor botsingen tijdens vorige stages wat de samenwerking niet ten goede kwam. Je kan op zeer verschillende manieren met twee een klas leiden en begeleiden. Afhankelijk van de setting, de talenten, de creativiteit van de studenten, de situatie wordt co-teaching op zeer diverse wijzen ingevuld. Er is niet één bepaalde, vaste manier om co- teaching vorm te geven. Vandaar ook dat wij vanuit de hogeschool niet expliciet de duo-werking van onze studenten willen opleggen. Zij moeten de samenwerking op een verantwoorde en doordachte wijze vorm geven, wel in overleg met de mentor. De duo-partners spreken zelf af wie start als hoofd kleuterleid(st)er en wie start met de nevenactiviteiten in week 1 en omgekeerd in week 2. De duo-partners communiceren en overleggen ook helder met elkaar omtrent de gekozen nevenactiviteiten, wanneer deze activiteiten zullen doorgaan, met welke kleuters, waar, op welke manier, zodanig dat het klasverloop rustig en efficiënt kan verlopen en niet gestoord wordt. De student kent ook het dagverloop en het verloop van de activiteiten van zijn duo-partner, ook al is hij niet de hoofdkleuterleid(st)er op dat moment. Zo leren de studenten ook op elkaar inspelen en 11

12 kunnen zij beiden gerichte prikkels en spelimpulsen geven en interacties aangaan met de kleuters, zonder elkaar en de kleuters te storen (bijvoorbeeld: elkaar aanvullen bij de visuele ondersteuning van begrippen; elkaars talenten benutten; samen overzicht houden over de klasgroep; inspelen op elkaars signalen; beide studenten spreken de kleuters persoonlijk aan; studenten krijgen samen kansen om mee te spelen met de kleuters; druk voor de individuele student is minder groot; meer kansen tot interactie met de kleuters; samen verantwoordelijk voor het ontwikkelingsproces van de kleuters; samen gerichter observeren; meer spreekkansen voor kleuters door mogelijkheid tot kleinere groepjes kleuters en andere activiteiten; samen in één klas, maar met eenzelfde doel: de kleuters worden er beter van). De student die de hoofdactiviteit uitvoert, bereidt deze, zoals hierboven reeds geschreven, zelf individueel voor op een lesvoorbereidingsfiche en lesverloop. Tijdens deze hoofdactiviteit observeert en participeert de andere student actief mee. Dit kan voor de activiteit zelf zijn, maar tevens kan er ook tijd en ruimte gemaakt worden om bepaalde zorginitiatieven en/of een nevenactiviteit met een aantal kleuters uit te voeren (zie verder bij nevenactiviteiten). De twee studenten zijn gedurende de twee doestageweken actief aanwezig in de kleuterklas en nemen dus niet louter, wanneer de andere de hoofdactiviteiten uitvoert, een begeleidende rol op. 6.4 Opdrachten Voorbereidingen verkennend gesprek met coach op campus Comenius Als voorbereiding op dit verkennend gesprek met de coach, brengt de student zijn twee leervragen van in de intreeweek mee. (bijv: Wat als ik als vrouwelijke leerkracht niet word aanvaard? Wat als een kleuter keer op keer te laat komt in de klas, hoe spreek ik die ouder daarover aan?). De student kan op het gesprek ook verantwoorden welke nevenactiviteiten hij zal uitvoeren en waarom en licht de invulling van zijn weekrooster met hoofdactiviteiten toe. De student brengt ook het ingevulde document verkennend gesprek met coach mee. Het gesprek kan niet doorgaan, indien de student de voorbereidingen niet grondig heeft gemaakt. Onvoldoende voorbereid of niet deelnemen aan het verkennend gesprek met de coach, betekent een onvoldoende op voorbereidingswerk en administratie voor deze stage. 12

13 6.4.2 Thema-analyse Om de kleuters in hun eigenheid te benaderen en te kunnen inspelen op de aanwezige diversiteit in de klas, is het noodzakelijk dat de student de algemene beginsituatie goed en grondig observeert. Dit doet de student vanuit de 10 stappen van de gekende thema-analyse. Specifiek voor deze opdracht dient de student enkel de eerste 6 stappen voor te bereiden. Stap 1 van deze thema-analyse omvat ook een brede observatie in functie van diversiteit binnen de kleuterklas. De bedoeling is dat de student doorheen de OP-dagen, alsook de doestage een indruk tracht te vormen over de diversiteit binnen zijn kleuterklas (het zelfbeeld van kleuters, interacties onderling, de betrokkenheid van ouders op hun kinderen en de leerkracht, de leefwereld en achtergrond van de kleuters, hun interesses, ). Dit is een hele klus die de student niet op enkele dagen kan klaren. Het is een uitdaging voor de student om toch maximaal gebruik te maken van zijn contacten met de mentor, met de kleuters om zoveel mogelijk observaties en gegevens te noteren. De student dient zo objectief mogelijk te zijn, eigen interpretaties te vermijden. De student hoeft niet van élke kleuter observaties te hebben, maar tracht zo ruim en breed mogelijk deze observatie te vervullen. Observeer zelf, door te participeren, met de kleuters te spelen en in gesprek te gaan, én in de klas, én op de speelplaats, én in de opvang. Op e-pos vind je een sjabloon om deze opdracht te maken. Deze opdracht moet niet individueel per student voorbereid worden maar mag met de duopartner samen. Elke student steekt deze thema-analyse wel in zijn eigen stagemap, inclusief brede observatie in functie van diversiteit in de kleuterklas Observeren-participeren-anticiperen-remediëren-differentiëren Elke student observeert en participeert actief in de klas, zowel tijdens de vastgelegde OP-dagen op dinsdag, alsook tijdens de doestageweken zelf. Een gerichte observatie geeft de student relevante en zinvolle informatie omtrent zijn kleuters en klasgroep en kan hierdoor het leerproces van kleuters doelgericht begeleiden. Een gerichte observatie is de basis van een correcte beginsituatie en draagt zo bij tot het welbevinden en betrokkenheid van de kleuters. Het participeren aan activiteiten en het klasgebeuren stimuleert de kleuters tot spel en biedt de kans om kleuters in verschillende domeinen te leren kennen. Door gericht en grondig te observeren en participeren kan je ook anticiperen op een aantal situaties die zich (zullen) voordoen in klassikale of individuele werkvormen. Daarnaast draagt een goede observatie bij tot het zoeken en uitvoeren van zinvolle differentiaties voor welbepaalde situaties, 13

14 binnen welbepaalde domeinen, voor specifieke kleuters. Dit komt het leerproces van de kleuter ten goede en kan elk kind, ontwikkelen op zijn niveau en krijgt elk kind de juiste speel- en leerkansen. De student neemt zelf nota van zijn observaties. De manier waarop dit gebeurt wordt niet opgelegd vanuit de hogeschool. Hoe meer en concreet materiaal waarover de student beschikt, hoe gerichter, juister en zinvoller de differentiaties voor de kleuters zullen zijn en hoe groter de betrokkenheid van deze kleuters zal zijn. De voorbereidingen moeten ook in de stagemap aanwezig zijn Nevenactiviteiten voor de begeleidende kleuterleid(st)er Tijdens deze stage voert de student, naast de gerichte observatie-participatiemomenten én de nodige differentiaties, ook 3 nevenactiviteiten uit, opgelegd vanuit de hogeschool. Deze nevenactiviteiten vertrekken elk vanuit een andere focus, zijnde: - OutdAre teaching - Huis -en tuinatelier (huishoudelijke activiteit) - Talentgericht werken De bedoeling van deze nevenactiviteiten is drieledig: Eerst en vooral willen we de student de kans en de ruimte geven om zich verder in zijn leraarschap te ontplooien, met het accent op DURF, CREATIVITEIT, VERNIEUWING, UITDAGING. Daar waar binnen andere stages of de opleiding de tijd en ruimte ontbreekt om een aantal activiteiten uit te proberen, willen we de studenten binnen deze specifieke context, de kans bieden om aan de slag te gaan met de kleuters, op een fijne, authentieke en ongedwongen manier. Het slagen van deze activiteiten staat niet zozeer centraal, maar wel het groei- en leerproces van de student en het reflectievermogen om achteraf te kunnen duiden waarom iets wel of niet goed liep. Daarnaast is de keuze van de 3 nevenactiviteiten bewust. Binnen de opleiding vinden wij het belangrijk dat de studenten DURVEN om buiten de klasruimte te gaan, letterlijk dan. Studenten moeten leren om de naaste omgeving en de leefwereld van de kleuters te benutten in hun aanbod. Wat is herkenbaar voor kleuters? Wat brengen kleuters aan? Wat ervaren zij? Wat zien en voelen zij? Wat speelt bij hen? Wat brengen zij mee van buiten naar binnen in de klas? Wat biedt de omgeving en buurt van leerprikkels en hoe kan je hier als leerkracht mee aan de slag, zodat het voor kleuters herkenbaar en leerrijk wordt? De transfer van de buitenwereld naar de klaspraktijk wordt nog te vaak onbenut, waardoor er veel gemiste speel- en leerkansen voor de kleuters ontstaan. 14

15 Ook het talentgericht werken binnen de opleiding vinden wij erg waardevol. We willen onze studenten stimuleren om niet alleen talenten bij zichzelf te ontdekken en te ontwikkelen, maar ook talent te spotten bij de kleuters en hiermee aan de slag te gaan. Als talent (h)erkend wordt bij kleuters, voelen kleuters zich gewaardeerd, gerespecteerd in wie ze zijn en wat ze doen. Talenten benoemen, zien, ervaren en ermee aan de slag gaan biedt kleuters groeikansen. Een huishoudelijke activiteit, door en samen met de kleuters wordt vaak in het weekrooster van de studenten geschrapt wegens praktische redenen (te groot aantal kleuters, te weinig tijd, klashouden, past niet in het thema, te weinig voeling met de activiteiten, ). Doordat de studenten met twee in de klas staan, is er nu wel ruimte om een huishoudelijke activiteit te organiseren waarbij er met de duopartner duidelijke afspraken worden gemaakt over het wanneer, hoe, met hoeveel kleuters etc. de activiteit zal verlopen. Een voorbeeld van een huishoudelijke activiteit kan koken zijn met kleuters, samen in de tuin werken en leren, huishoudelijke taakjes opnemen zoals poetsen van materiaal, schoenen,.. met gerichte spel- en leerimpulsen. Tot slot kiezen we voor deze nevenactiviteiten opdat de kleuters ook zelf uitgedaagd worden om nieuwe of niet gekende activiteiten uit te proberen. Het kan kleuters enorm boeien om eens op een andere manier zaken te leren, te ervaren, te zien en te voelen. Door deze activiteiten uit te voeren, naast het gewone klasverloop, krijgen kleuters de kans om zich op andere manieren, binnen andere domeinen, te ontwikkelen en komen op die manier misschien wel andere talenten/interesses van de kleuters tot uiting. Hier kan de student dan weer op inpikken en wordt het groei- en leerproces van de kleuters ook via deze weg gestimuleerd. Concreet: Elke student voert 3 nevenactiviteiten uit, gespreid over 1 week, tijdens de week dat de andere student de hoofdkleuterleid(st)er is: 1 outdare activiteit (zie uitleg binnen colleges huis- en tuin) 1 huishoudelijke activiteit 1 activiteit waar je rond talenten van je kleuters werkt De activiteiten sluiten aan binnen het dag of weekthema en hebben een logische samenhang met de hoofdactiviteiten van de duo-partner. Wanneer en hoe deze activiteiten plaatsvinden is in overleg met de duo-partner en wordt ingeroosterd in het weekrooster. De activiteiten kunnen voor 1 kleuter zijn, voor een klein groepje kleuters, voor 15

16 een grote groep kleuters, afhankelijk van de gekozen activiteit, klasgroep, haalbaarheid, samenwerking met duo-partner etc. De student bereidt de activiteiten grondig en volledig voor op papier (deze zitten tevens ook in de stagemap) en voert deze uiteindelijk uit met de kleuters. Achteraf blikt de student terug op de activiteit en reflecteert hij of de vooropgestelde doelstellingen bereikt zijn met de kleuters. Dit noteert hij in kolom evaluatie in zijn agenda. De voorbereiding en uitwerking van deze activiteiten gebeurt volledig individueel, maar wel in overleg en samenspraak met de duo-partner (hoe ziet het weekrooster er uit van duo-partner, wanneer best nevenactiviteit inroosteren, welke kleuters nemen deel aan de activiteit en hoeveel zijn dit er, etc?) Voorbereiden coachingsgesprek op de stageschool Tijdens de eerste week van de doestage komt er een bezoekende lector naar de stageplaats op stagebezoek. De lector zal gedurende een volledige dag aanwezig zijn in de verschillende kleuterklassen, observeren, praten met de studenten en mentor. De bezoekende lector doet vooral indrukken op en kijkt hoe de studenten in deze specifieke grootstedelijke context met de kleuters aan de slag gaan. Tijdens de middagpauze voert de lector met al de studenten aanwezig in de stageschool een coachingsgesprek. Er vindt dus geen individueel gesprek meer plaats per student na het stagebezoek, maar in plaats daarvan wordt er tijd en ruimte vrijgemaakt voor een coachingsgesprek met al de betrokken studenten. De mentor moet niet op dit gesprek aanwezig zijn, maar kan dit wel op aanvraag. Tijdens dit coachingsgesprek peilt de bezoekende lector naar de verwachtingen/gevoelens/bedenkingen/bezorgdheden van elke student en tracht de studenten te ondersteunen en te coachen voor het verdere verloop van de doestage. Elke student bereidt individueel dit coachingsgesprek voor. De student kan enkel deelnemen aan dit coachingsgesprek als hij dit grondig heeft voorbereid. Het coachingsgesprek heeft niet als doel de student te evalueren maar wil wel een hulpmiddel en ondersteuning zijn voor het goed voelen van de student enerzijds, en het slagen van een tweede doestageweek anderzijds. Indien de student niet actief deelneemt aan dit gesprek, alsook de voorbereiding hieromtrent niet grondig heeft gemaakt, zal dit wel mee in rekening worden gebracht bij het eindoordeel van deze stage. Het sjabloon voor dit coachingsgesprek vind je terug op e-pos. 16

17 6.5.6 Zelfevaluatie Na afloop van deze stage krijgt elke student individueel de kans om zichzelf en het verloop van de doestageweken in de GSC te evalueren. Deze zelfevaluatie gebeurt niet in duo. De student reflecteert kritisch ten aanzien van zijn eigen groei- en leerproces en waardeert eigen talenten en competenties en is zich bewust van mogelijke aandachts- en werkpunten met nog mogelijke groeikansen naar de toekomst toe. De student tracht op een eerlijke en open manier zichzelf op persoonlijk en professioneel vlak onder de loep te nemen en schrijft zijn bevindingen neer op een zelfevaluatieformulier. Dit formulier staat op e-pos. Elke student dient na de doestage zijn zelfevaluatieformulier in op het stagesecretariaat, samen met hetzelfde beoordelingsformulier van de mentor. 7. Evaluatie 7.1 De begeleiding van de student vanuit hogeschool De stagecoördinator neemt contact op met de mentor om de bedoeling van dit soort stage toe te lichten en de snaren gelijk te stemmen. Deze stage is een ervaringsstage. De student heeft nog geen of weinig knowhow omtrent stage lopen in een GSC. Per stageschool wordt er één coach aangeduid voor de studenten. Tijdens de eerste week van de doestage komt er een bezoekende lector (coach) naar de stageplaats op stagebezoek. De coach komt in alle klassen uitgebreid en met een open blik kijken naar de studenten. Tijdens de middagpauze voert de coach met al de studenten aanwezig in de stageschool een coachingsgesprek. Er vindt dus geen individueel gesprek meer plaats per student na het stagebezoek, maar in plaats daarvan wordt er tijd en ruimte vrijgemaakt voor een coachingsgesprek met al de betrokken studenten. De mentor moet niet op dit gesprek aanwezig zijn. Tijdens dit coachingsgesprek peilt de coach naar de verwachtingen/gevoelens/bedenkingen/bezorgdheden van elke student en tracht de studenten te ondersteunen en te coachen voor het verdere verloop van de doestage. De coach licht de studenten op voorhand in wanneer deze naar de stageplaats komt. Zo kan er rekening gehouden worden dat er voor al de betrokken studenten in een specifieke stageschool tijdens de middagpauze een coachingsgesprek plaatsvindt. De coach is het eerste aanspreekpunt voor de studenten indien er vragen/bekommernissen/bedenkingen zijn van de student. Indien er zich problemen zouden voordoen op de stageplaats die van die aard zijn dat dit verder gaat dan het coachingsproces van de coach, zal de stagecoördinator hiervan op de hoogte gebracht worden. De 17

18 stagecoördinator neemt dan contact op met de stagementor en/of directie, alsook met de betrokken student. In week 1.8, de week vóór de doestage, vindt er een verkennend gesprek plaats met de coach. Dit is een gesprek tussen de student en de coach waarbij vragen/bezorgdheden besproken worden. Na de doestage wordt er voor elke individuele student een stagegesprek georganiseerd waarin de afgelopen stage met de student wordt besproken en er ook vooruitgeblikt wordt naar het komende praktijksemester. Dit individueel gesprek vindt plaats met de stagecoördinator. Er wordt geen tussentijds syntheseverslag meer gemaakt op e-pos. Een stagecijfer wordt na deze stage niet gegeven. Wel wordt er een waarderend oordeel gegeven aan de student. Dit wordt vooraf eerst besproken in de stagecommissie en gebeurt aan de hand van de zelfevaluatieformulieren, beoordelingsformulier van de mentor en de coach. 7.2 De begeleiding van de student vanuit de stageschool De student heeft tenminste één mentor die hem begeleidt gedurende de OP-dagen en de twee doestageweken. De stagementor ondersteunt en begeleidt de twee studenten in de kleuterklas. De stagementor geeft eerlijke, open en gerichte feedback aan de student opdat hij op persoonlijk en professioneel vlak kan bijleren. De mentor blijft gedurende de doestageweken in de klas en observeert de studenten. De mentor maakt aantekeningen voor zichzelf en kan deze gewenst bespreken met de student. De stagementor houdt elke dag een kort gesprekje met elke student apart of met beide studenten omtrent de werkpunten en talenten van de student. De student neemt hier nota van. De stagementor vult één beoordelingsformulier per student per twee doestageweken in. De mentor dient dus niet voor week één een beoordelingsformulier in te vullen en een ander beoordelingsformulier voor week twee. De mentor vult dus in totaal twee beoordelingsformulieren in (voor elke student één). 18

19 7.3 Verwachtingen ten aanzien van de student De student toont een kritische ingesteldheid bij het voorbereiden van het coachingsgesprek. De student evalueert zichzelf aan de hand van hetzelfde beoordelingsformulier van de stagementor. De student toont een open leerhouding. De student komt de afspraken met de stagementor en deadlines na. De student communiceert op een open, eerlijke en respectvolle manier met stagementor, directie, ouders en externe partners indien nodig. De student levert zichtbaar inspanningen om zichzelf op persoonlijk en professioneel vlak te verbeteren. De student neemt tijdig contact op met coach, en indien nodig met de stagecoördinator, indien er zich vragen/problemen voordoen. De student brengt het beoordelingsformulier en het zelfevaluatieformulier de eerste maandag na afloop van de stage binnen op het stagesecretariaat van de hogeschool. Bij het laattijdig indien van deze documenten krijgt de student een onvoldoende op het deelaspect voorbereidingswerk. Het binnenbrengen door de student of derden aangepaste evaluatieformulieren wordt beschouwd als schriftvervalsing en fraude en als dusdanig ook gesanctioneerd, conform het examenreglement (art. 128). De student neemt een kopie van het beoordelingsformulier en zelfevaluatieformulier vooraleer hij het indient op de hogeschool (dit kan nog van pas komen bij reflectie en portfolio). Voor het eindcijfer van het opleidingsonderdeel leerpraktijken stage van de derde opleidingsfase worden alle beoordelingen van de verschillende stageperioden samen in acht genomen (dus zowel stage in de grootstedelijke context, als de verschillende soorten stages in het praktijksemester). Het eindcijfer is echter geen mathematisch gemiddelde van de basiscompetentie per stage noch van de beoordelingen van de afzonderlijke stageperiodes (zie meer in vademecum). 19

20 8. Praktische Afspraken De algemene afspraken die gelden voor alle stages van de opleiding staan beschreven in het stagevademecum, alsook in de stagewijzer van de derde opleidingsfase. 8.1 M.b.t. weekrooster Er wordt 1 weekrooster per week door beide studenten gemaakt (afhankelijk van welke doestage de student doet) Het weekrooster voor week 1 moet op maandag van de eerste week in de stagemap zitten. Het weekrooster voor week 2 moet op maandag van de tweede week in de stagemap zitten. De studenten bezorgen op dinsdag 10 november 2015 het volledige weekrooster (dus samen met de lesvoorbereidingen) en de voorbereiding van de nevenactiviteiten, digitaal of op papierenversie aan de mentor ter inzage (af te spreken met de mentor). De studenten nemen deze feedback in acht en passen hun weekrooster/activiteiten aan. Het aangepaste (o.b.v. suggesties en tips van mentor) en aldus definitieve weekrooster/activiteiten zit samen met het oorspronkelijk weekrooster, bij aanvang van de eerste dag van de doestageweek verplicht in de stagemap van de studenten Elke student post zijn weekrooster op e-pos. De eerste week post de ene student zijn weekrooster, de tweede week post de andere student zijn rooster ten laatste op woensdag in de week voorafgaand de doestageweek. Opgelet: De stage van een student kan niet aanvangen als de stagebegeleiders geen rooster ter beschikking hebben 8.2 M.b.t. lesvoorbereidingen Zoals eerder beschreven, bezorgt de student uiterlijk op dinsdag 10 november 2015 de eigen lesvoorbereidingen digitaal of op papierenversie aan de mentor ter inzage (af te spreken met de mentor). Uiterlijk op de eerste dag van de doestageweek zitten de aangepaste en aldus definitieve individuele lesvoorbereidingen in de stagemap. Elke student maakt voor zijn eigen activiteiten in zijn doestageweek individuele lesvoorbereidingen Alle observaties en differentiaties/nevenactiviteiten zijn schriftelijk voorbereid. De voorbereiding bestaat uit een lesfiche, een beschrijving van het lesverloop op toegevoegde papieren en soms een aanvullend blad. 20

21 De lesfiches worden correct en volledig ingevuld. Het lesverloop is overzichtelijk gestructureerd. Het bevat altijd drie fasen (inleiding, kern en slot) en per fase structureren de studenten de beschrijving door gebruik te maken van ondertitels. De lesvoorbereiding moet meer zijn dan een stramien, ze moet de concrete informatie bevatten die eigen is aan de specifieke activiteit op dat moment, in dat thema, voor die kleuters. De lesvoorbereidingen worden chronologisch geordend en worden in pakjes per dagdeel gescheiden door een tussenblad (op die manier is het gemakkelijk te map te raadplegen men vindt meteen de voorbereidingen van het dagdeel dat men observeert). 8.3 M.b.t. stagemap Wat zit er de stagemap van elke student? Voorblad JA/NEEN Grootstedelijke context Naam van de student Naam en adres van de stageschool Periode van de stage Naam en voornaam van de stagementoren Klas Tussenblad Voorbereidingswerk Origineel en verbeterde versie weekrooster Thema-analyse (eerste 6 stappen) (gemeenschappelijk met duo-partner) Milieuverrijkingsfiches A, B, C Weekvoorzieningen: lijst met liedjes, bewegingstussendoortjes, versjes Opdrachten (observaties, thema-analyse, nevenactiviteiten, gesprek met coach én coachingsgesprek tijdens doestage) Tussenbladen MA DI- WOE- DO VR voorbereiding verkennend Lesvoorbereidingen (volledige lesfiches en lesverloop) Tussenblad Stagevademecum en jaarwijzer Stagevademecum Stagewijzer Informatiebundel stage GSC Tussenblad Stageovereenkomst Kopie Stageovereenkomst 21

22 22

Info praktijk 2 BaLO Academiejaar

Info praktijk 2 BaLO Academiejaar 1. INHOUD EN ORGANISATIE PRAKTIJK 2 BaLO De student loopt gedurende het hele jaar stage in eenzelfde school. In samenspraak met de stageschool kiest hij twee graden (per semester een andere graad) waarin

Nadere informatie

LEERLIJN STAGE BcLK Legende:

LEERLIJN STAGE BcLK Legende: LEERLIJN STAGE BcLK Legende: De doelstellingen van opleidingsfase 1 (OF1) blijven geldig. De doelstellingen van opleidingsfase 1 (OF1) en opleidingsfase 2 (OF2) blijven geldig. Voorbereidingswerk Stagemap

Nadere informatie

Wat we minimaal verwachten van een student uit 1 BaKO - 1 BaLO: Eerste stappen in stiel leren

Wat we minimaal verwachten van een student uit 1 BaKO - 1 BaLO: Eerste stappen in stiel leren In de praktijk werken we aan de visie op leraarschap, beheersingsniveau opleidingsfase 1: Wat we minimaal verwachten van een student uit 1 BaKO - 1 BaLO: Eerste stappen in stiel leren SPECIFIEKE INFO PRAKTIJK

Nadere informatie

SPECIFIEKE INFO PRAKTIJK 1 BaLO

SPECIFIEKE INFO PRAKTIJK 1 BaLO SPECIFIEKE INFO PRAKTIJK 1 BaLO 1. ORGANISATIE VAN DE PRAKTIJK De student loopt gedurende het hele jaar stage in eenzelfde school. De school wordt toegewezen door de opleiding. In semester 1 zijn er 5

Nadere informatie

Stageconcept en -planning

Stageconcept en -planning Stageconcept en -planning 2017-2018 Bachelor in het onderwijs: Secundair Onderwijs lichamelijke opvoeding Eerste jaar fase 1 - praktijk deel 1 Het vernieuwde stageconcept is gericht op werkplekleren, aangevuld

Nadere informatie

Keuzestage - BAKO - Wat verwachten we van de student?

Keuzestage - BAKO - Wat verwachten we van de student? Keuzestage - BAKO - Wat verwachten we van de student? Tijdens de keuzestage heb je de mogelijkheid om ook andere invullingen van het leraar zijn te leren kennen en zo bijvoorbeeld stage te lopen in het

Nadere informatie

Opleidingsfase 1 BcLK STAGES

Opleidingsfase 1 BcLK STAGES Opleidingsfase 1 BcLK STAGES Stagecoördinatie Helene Stragier Stagecoördinator Kleuteronderwijs Lokaal C104 Tel: 016/ 37 55 09 helene.stragier@groept.be 1 Administratie Glenn Debruyn 016/ 37.55.08 Glenn.debruyn@groept.be

Nadere informatie

Mentorenvorming 2 BaKO 22 oktober 2018

Mentorenvorming 2 BaKO 22 oktober 2018 Mentorenvorming 2 BaKO 22 oktober 2018 Bouwstenen praktijk Verkenningsdagen: (bijna) wekelijks, meestal donderdagen experimenteren, uitproberen, observeren, participeren, verantwoorden, Actieve stage:

Nadere informatie

WERKPLEKLEREN OPLEIDINGSFASE 3 ACADEMIEJAAR Geachte stagementor, vakmentor(en)

WERKPLEKLEREN OPLEIDINGSFASE 3 ACADEMIEJAAR Geachte stagementor, vakmentor(en) WERKPLEKLEREN OPLEIDINGSFASE 3 ACADEMIEJAAR 2018-2019 Geachte stagementor, vakmentor(en) Het traject werkplekleren bestaat uit een differentiatiestage (3 weken in semester 1 05/11/2018 t.e.m. 23/11/2018)

Nadere informatie

SPECIFIEKE INFO PRAKTIJK 1 BaLO

SPECIFIEKE INFO PRAKTIJK 1 BaLO SPECIFIEKE INFO PRAKTIJK 1 BaLO 2018-2019 ook te vinden op de praktijkwebsite (sommige onderdelen zijn nog onder constructie) https://www.ucll.be/samenwerken/stages/stage-hasselt/praktijk-lager-onderwijs

Nadere informatie

De student toont weinig interesse in. De student toont interesse in de uitgangspunten en de visie van de stageschool.

De student toont weinig interesse in. De student toont interesse in de uitgangspunten en de visie van de stageschool. EVALUATIEFORMULIER MENTOR KLEUTERONDERWIJS STAGE 3 PERIODE 3 (ingroeistage) gebruik voor het invullen van dit evaluatieformulier de stageleerlijn Student: Stageschool: Stageklas: Mentor: Aantal kleuters:

Nadere informatie

pedagogie van het jonge kind PJK: Opvoeding en Coaching

pedagogie van het jonge kind PJK: Opvoeding en Coaching BACHELOR pedagogie van het jonge kind PJK: Opvoeding en Coaching DE BEOORDELINGSCRITERIA VOOR STAGE 2 (WIE DOET WAT? WELKE CRITERIA? WELKE VERWACHTINGEN?) DEEL 1: WIE DOET WAT? ROL VAN DE STUDENT: WETEN,

Nadere informatie

pedagogie van het jonge kind PJK: Opvoeding en Coaching

pedagogie van het jonge kind PJK: Opvoeding en Coaching BACHELOR pedagogie van het jonge kind PJK: Opvoeding en Coaching DE GEDRAGSINDICATOREN VOOR AFSTUDEERSTAGE (WIE DOET WAT? WELKE INDICATOREN? WELKE VERWACHTINGEN?) DEEL 1: WIE DOET WAT? ROL VAN DE STUDENT:

Nadere informatie

Mentor on the Move. 2 oktober 2015

Mentor on the Move. 2 oktober 2015 Mentor on the Move 2 oktober 2015 Samen opleiden Kijk op leraarschap Holistische kijk op leraarschap Leraar is geen uitvoerder maar meester Kan verantwoordelijkheid opnemen voor: de klas en de kinderen,

Nadere informatie

1 Basiscompetenties voor de leraar secundair onderwijs

1 Basiscompetenties voor de leraar secundair onderwijs 1 Basiscompetenties voor de leraar secundair onderwijs Het Vlaams parlement legde de basiscompetenties die nagestreefd en gerealiseerd moeten worden tijdens de opleiding vast. Basiscompetenties zijn een

Nadere informatie

Deze stageperiode start met een aantal observatie- en participatiedagen in de stageschool en enkele stagevoorbereidingsdagen op de hogeschool.

Deze stageperiode start met een aantal observatie- en participatiedagen in de stageschool en enkele stagevoorbereidingsdagen op de hogeschool. Stageperiode 1B Situering Stageperiode 1B valt in het 2 de semester. De studenten lopen deze stage per twee in één stageklas. De duo s lopen per semester stage in een ander leerjaar. De studenten lopen

Nadere informatie

Stage eerste Leerjaar

Stage eerste Leerjaar Stage eerste Leerjaar De student loopt voor de eerste keer stage in een eerste leerjaar. Deze stage kadert binnen het thema het jonge kind waar onder meer de didactiek van het eerste leerjaar uitvoerig

Nadere informatie

Basiscompetenties, opleidingsspecifieke accenten en attitudes KdG

Basiscompetenties, opleidingsspecifieke accenten en attitudes KdG Basiscompetenties, opleidingsspecifieke accenten en attitudes KdG DLR 1 BaCo 1 De Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs begeleidt kleuters in complexe school- en klascontexten bij hun leer- en ontwikkelingsproces.

Nadere informatie

Betreft: Praktijk 2 de jaar Bachelor Lager Onderwijs Hasselt, 18 september 2017

Betreft: Praktijk 2 de jaar Bachelor Lager Onderwijs Hasselt, 18 september 2017 P a g i n a 1 Departement Lerarenopleiding Campus Oude Luikerbaan Oude Luikerbaan 79, 3500 Hasselt T 011 18 05 00 Betreft: Praktijk 2 de jaar Bachelor Lager Onderwijs Hasselt, 18 september 2017 Beste directie

Nadere informatie

Mentorenvorming 21 maart 2019

Mentorenvorming 21 maart 2019 Mentorenvorming 21 maart 2019 Praktijk 2 BaKO Verkenningsdagen en stage bij 5-jarige kleuters Programma Welkom! Uitgangspunten praktijk BaKO Afspraken en verwachtingen VK-dagen en stage Pauze Universal

Nadere informatie

BaLO welkom

BaLO welkom BaLO 2017-2018 welkom Het beste van de 3 campussen Veel ervaring opdoen Veel mogen oefenen Geleidelijke opbouw van stages Breed kijken naar het onderwijs Gebruik van competentieprofiel voor begeleiden

Nadere informatie

Betreft: Praktijk 3 de jaar Bachelor Lager Onderwijs. Beste mentor

Betreft: Praktijk 3 de jaar Bachelor Lager Onderwijs. Beste mentor Groep lerarenopleiding - Kleuter- en lager onderwijs Campus Oude Luikerbaan, Oude Luikerbaan 79, 3500 Hasselt - T 011 18 05 00 Betreft: Praktijk 3 de jaar Bachelor Lager Onderwijs Het is eind mei. Het

Nadere informatie

De 10 basiscompetenties van de leraar

De 10 basiscompetenties van de leraar De 10 basiscompetenties van de leraar Woord vooraf 1 De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen 2 De leraar als opvoeder 3 De leraar als inhoudelijk expert 5 8 36 52 4 De leraar als organisator

Nadere informatie

lerarenopleiding Brabant Diest Heverlee Opleidingsfase naam student:

lerarenopleiding Brabant Diest Heverlee Opleidingsfase naam student: lerarenopleiding Brabant Diest Heverlee Opleidingsfase 2 2018-2019 naam student: www.ucll.be 1 1 INLEIDING In dit praktijkkompas vind je alle informatie voor studenten, mentoren en lectoren betreffende

Nadere informatie

pedagogie van het jonge kind PJK: Opvoeding en Coaching

pedagogie van het jonge kind PJK: Opvoeding en Coaching BACHELOR pedagogie van het jonge kind PJK: Opvoeding en Coaching DE BEROEPSATTITUDES EN DE BEOORDELINGSCRITERIA VOOR STAGE 1 (WIE DOET WAT? WELKE BEROEPSATTITUDES EN CRITERIA? WELKE VERWACHTINGEN?) DEEL

Nadere informatie

10 oktober samen met MENTOREN

10 oktober samen met MENTOREN 10 oktober 2017 2 BaKO on the MOVE samen met MENTOREN Programma Deel 1 (klasgroepen) SAMEN taal geven aan de nieuwe opleidingsvisie De beheersingsniveaus Leren in de opleiding (inhouden van 2 BaKO) Deel

Nadere informatie

AVONDTRAJECT LER BaSO MDT 1 & 2 PRAKTIJK 1 Synthesedocument MENTOR

AVONDTRAJECT LER BaSO MDT 1 & 2 PRAKTIJK 1 Synthesedocument MENTOR AVONDTRAJECT LER BaSO MDT 1 & 2 PRAKTIJK 1 Synthesedocument MENTOR Naam student:... Onderwijsvakken:... Stageschool:... Vakmentor(en):... Praktijkbegeleider UCLL:... Datum:... Samengevat: Kwaliteiten en

Nadere informatie

FORMULIER MENTOREN bachelor kleuteronderwijs tweede opleidingsfase (2 BaKO) m.i.v. semester 5

FORMULIER MENTOREN bachelor kleuteronderwijs tweede opleidingsfase (2 BaKO) m.i.v. semester 5 FORMULIER MENTOREN bachelor kleuteronderwijs tweede opleidingsfase (2 BaKO) m.i.v. semester 5 vestiging Diest - Weerstandsplein 2-3290 Diest tel. 016 375 400 - dlo.diest@ucll.be vestiging Heverlee - Naamsesteenweg

Nadere informatie

Didactische competentie oefenlessen. A. Algemeen. Theorie Praktijk X Semester 1 Semester 2 Semester 3 X Semester 4

Didactische competentie oefenlessen. A. Algemeen. Theorie Praktijk X Semester 1 Semester 2 Semester 3 X Semester 4 MODULE Didactische competentie oefenlessen A. Algemeen Situering binnen het programma Periode binnen het tweejarige modeltraject Theorie Praktijk X Semester 1 Semester 2 Semester 3 X Semester 4 Aantal

Nadere informatie

pedagogie van het jonge kind PJK: Opvoeding en Coaching

pedagogie van het jonge kind PJK: Opvoeding en Coaching BACHELOR pedagogie van het jonge kind PJK: Opvoeding en Coaching DE BEOORDELINGSCRITERIA VOOR STAGE 3 (WIE DOET WAT? WELKE CRITERIA? WELKE VERWACHTINGEN?) DEEL 1: WIE DOET WAT? ROL VAN DE STUDENT: WETEN,

Nadere informatie

Didactische competentie oefenlessen. A. Algemeen. Theorie Praktijk X Semester 1 Semester 2 Semester 3 X Semester 4

Didactische competentie oefenlessen. A. Algemeen. Theorie Praktijk X Semester 1 Semester 2 Semester 3 X Semester 4 MODULE Didactische competentie oefenlessen A. Algemeen Situering binnen het programma Periode binnen het tweejarige modeltraject Theorie Praktijk X Semester 1 Semester 2 Semester 3 X Semester 4 Aantal

Nadere informatie

Specifieke lerarenopleiding ECTS-fiches. ECTS-Fiche Vakdidactische oefeningen 1 Code: 10374 Academiejaar: 2015-2016 Aantal studiepunten: 6

Specifieke lerarenopleiding ECTS-fiches. ECTS-Fiche Vakdidactische oefeningen 1 Code: 10374 Academiejaar: 2015-2016 Aantal studiepunten: 6 Specifieke lerarenopleiding ECTS-fiches ECTS-Fiche Vakdidactische oefeningen 1 Code: 10374 Academiejaar: 2015-2016 Aantal studiepunten: 6 Studietijd: 120 à 150 uur Deliberatie: mogelijk Vrijstelling: niet

Nadere informatie

ECTS-fiche. 1. Identificatie. Opleiding Module Didactische competentie stage 3

ECTS-fiche. 1. Identificatie. Opleiding Module Didactische competentie stage 3 ECTS-fiche 1. Identificatie Opleiding SLO Module Didactische competentie stage 3 Code E6 DCS3 Lestijden 40 Studiepunten 6 Ingeschatte totale 150 studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot JA aanvragen

Nadere informatie

WELKOM! Overleg mentoren en studenten 3 BaKO

WELKOM! Overleg mentoren en studenten 3 BaKO WELKOM! Overleg mentoren en studenten 3 BaKO Inhoud 1. Kennismaking 2. Focus van de opleiding: opleidingsvisie -> concretisering voor 3 BAKO 3. Begeleiding van studenten de opleiding de mentor FOCUS van

Nadere informatie

Stageconcepten. Stage 1 ste jaar - Studenten eerste opleidingsfase

Stageconcepten. Stage 1 ste jaar - Studenten eerste opleidingsfase Stageconcepten Stage 1 ste jaar - Studenten eerste opleidingsfase De studenten van het eerste jaar lopen het hele jaar stage in eenzelfde klas. De stage gaat door bij 3-, 4- of 5-jarigen (niet in een klas

Nadere informatie

De competenties die prioritair aan bod komen tijdens dit opleidingsonderdeel zijn:

De competenties die prioritair aan bod komen tijdens dit opleidingsonderdeel zijn: Specifieke lerarenopleiding C ECTS-fiche opleidingsonderdeel vakdidactische oefeningen 2 Code: 10375 Academiejaar: 2015-2016 Aantal studiepunten: 6 Studietijd: 120 à 150 uur Deliberatie: mogelijk Vrijstelling:

Nadere informatie

GROEIDOSSIER Praktijk SOV

GROEIDOSSIER Praktijk SOV GROEIDOSSIER Praktijk SOV 2017 2018 Arteveldehogeschool Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs Kattenberg 9 B-9000 Gent Tel.: 09 234 82 70 Fax: 09 234 80 01 www.arteveldehogeschool.be/oso/stage

Nadere informatie

pedagogie van het jonge kind PJK: Opvoeding en Coaching

pedagogie van het jonge kind PJK: Opvoeding en Coaching BACHELOR pedagogie van het jonge kind PJK: Opvoeding en Coaching DE BEROEPSATTITUDES EN DE GEDRAGSINDICATOREN VOOR STAGE 1 (WIE DOET WAT? WELKE BEROEPSATTITUDES EN INDICATOREN? WELKE VERWACHTINGEN?) DEEL

Nadere informatie

Competenties van leerkrachten in scholen met een katholiek geïnspireerd opvoedingsproject

Competenties van leerkrachten in scholen met een katholiek geïnspireerd opvoedingsproject Competenties van leerkrachten in scholen met een katholiek geïnspireerd opvoedingsproject Deze lijst is het onderzoekresultaat van een PWO-traject binnen de lerarenopleidingen van de KAHO Sint-Lieven,

Nadere informatie

Stageconcepten. Stage 1 ste jaar - Studenten eerste opleidingsfase

Stageconcepten. Stage 1 ste jaar - Studenten eerste opleidingsfase Stageconcepten Stage 1 ste jaar - Studenten eerste opleidingsfase De studenten van het eerste jaar lopen het hele jaar stage in eenzelfde klas. De stage gaat door bij 3-, 4- of 5-jarigen (niet in een klas

Nadere informatie

Naam student: School: Praktijk fase 1- Attitudes mentor. Mentor(en): Leeftijd kleuters: Maandagen observeren en participeren 2015

Naam student: School: Praktijk fase 1- Attitudes mentor. Mentor(en): Leeftijd kleuters: Maandagen observeren en participeren 2015 Naam student: School: Mentor(en): Leeftijd kleuters: Praktijk fase 1- Attitudes mentor Maandagen observeren en participeren 2015 Beste mentor : Gelieve per attitude (beslissingsvermogen, relationele gerichtheid,

Nadere informatie

Aan het einde van het tweede semester vier werkdagen voor het driehoeksgesprek in mei of juni.

Aan het einde van het tweede semester vier werkdagen voor het driehoeksgesprek in mei of juni. HOE WORDT DE STUDENT BEGELEID EN BEOORDEELD? Studenten doen clusters van onderzoeksdagen en eindigen met een langere stage. Tijdens het praktijktraject worden studenten begeleid door de mentor, de leergroepbegeleider

Nadere informatie

Didactische competentie algemeen (DCA) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 X Semester 2 Semester 3 Semester 4

Didactische competentie algemeen (DCA) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 X Semester 2 Semester 3 Semester 4 ALGEMENE INFORMATIE MODULE Didactische competentie algemeen (DCA) A. Algemeen Situering binnen het programma Periode binnen het tweejarige modeltraject Theorie X Praktijk Semester 1 X Semester 2 Semester

Nadere informatie

OBSERVATIELIJST van de MUZISCHE ONTWIKKELING Van kleuters IN 5 CATEGORIEËN

OBSERVATIELIJST van de MUZISCHE ONTWIKKELING Van kleuters IN 5 CATEGORIEËN OBSERVATIELIJST van de MUZISCHE ONTWIKKELING Van kleuters IN 5 CATEGORIEËN Mijn muzisch enthousiasme Mijn muzische durf en creativiteit Mijn relatie met en begrip van de kunsttalen Mijn muzische expressie

Nadere informatie

Studiewijzer Diversiteit

Studiewijzer Diversiteit 1 Thomas More Kempen Studiewijzer Studiewijzer Diversiteit OPO-verantwoordelijke: Annelies Demessemaeker Docenten: Eline Bernaerts en Annelies Demessemaeker CAMPUS Vorselaar Domein Lerarenopleiding Bachelor

Nadere informatie

TOELICHTING BEGELEIDINGS- EN EVALUATIEFORMULIER Schoolstage

TOELICHTING BEGELEIDINGS- EN EVALUATIEFORMULIER Schoolstage TOELICHTING BEGELEIDINGS- EN EVALUATIEFORMULIER Schoolstage Campus Kruidtuin Opleiding kleuteronderwijs DE COMPETENTIES We omschrijven per competentie de essentie van wat we verwachten dat de student in

Nadere informatie

De lat hoog voor iedereen! Conferentie Steunpunt GOK

De lat hoog voor iedereen! Conferentie Steunpunt GOK De lat hoog voor iedereen! Conferentie Steunpunt GOK Krachtige leeromgeving Inbreken in de klas Didactische praktijken ter ondersteuning van gelijke onderwijskansen in het lager onderwijs Diversiteit KVS

Nadere informatie

Didactische competentie algemeen (DCA) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 X Semester 2 Semester 3 Semester 4

Didactische competentie algemeen (DCA) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 X Semester 2 Semester 3 Semester 4 ECTS-FICHE MODULE Didactische competentie algemeen (DCA) A. Algemeen Situering binnen het programma Periode binnen het tweejarige modeltraject Theorie X Praktijk Semester 1 X Semester 2 Semester 3 Semester

Nadere informatie

Netwerking kleuterleidsters SG Sint-Nicolaas BaO

Netwerking kleuterleidsters SG Sint-Nicolaas BaO Netwerking kleuterleidsters SG Sint-Nicolaas BaO Vooraf inschrijven bij : Sofie Talpe : tweedelijnsondersteuning kleuterparticipatie sofie.talpe@vsko.be 1. Omgaan met anderstaligheid bij peuters Kleuterleid(st)ers

Nadere informatie

Begeleidingsdocument

Begeleidingsdocument Student naam FOTO voornaam hogeschool Stagebegeleider naam voornaam Stageplaats instelling afdeling Stagementor naam voornaam Stageperiode van tot PAGINA 1/20 2. INDIVIDUEEL STAGETRAJECT Schrijf neer welke

Nadere informatie

1. Functionele gehelen

1. Functionele gehelen AR-WG BASISCOMP-DOC-1718-004 Bijlage. Basiscompetenties als vermeld in artikel 1 De basiscompetenties van pas afgestudeerde leraren worden bepaald door twee factoren. Enerzijds zijn er tien functionele

Nadere informatie

* schrappen wat niet past

* schrappen wat niet past SPECIFIEKE LERARENOPLEIDING LESEVALUATIEDOCUMENT Gelieve deze tabel in te vullen Naam cursist (lio /stagiair*): Naam vakmentor /stagebegeleider /liobegeleider*: Naam Stageschool/Lioschool*: Graad en leerjaar:

Nadere informatie

De verhouding tussen de basiscompetenties, de Dublindescriptoren en de domeinspecifieke leerresultaten

De verhouding tussen de basiscompetenties, de Dublindescriptoren en de domeinspecifieke leerresultaten Bijlage. Basiscompetenties als vermeld in artikel 1 De basiscompetenties van pas afgestudeerde leraren worden bepaald op basis van de volgende twee factoren: - tien functionele gehelen - een set van attitudes

Nadere informatie

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 3 (jaar 3)

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 3 (jaar 3) ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk 2018-2019 Fase 3 (jaar 3) Kerntaak 1: Pedagogische adequaat handelen: opbouwende relatie met kinderen ontwikkelen, leiding geven aan de groep, zorgen voor een goed

Nadere informatie

pedagogie van het jonge kind

pedagogie van het jonge kind BACHELOR pedagogie van het jonge kind PJK: Opvoeding en Coaching DE GEDRAGSINDICATOREN VOOR AFSTUDEERSTAGE (WIE DOET WAT? WELKE INDICATOREN? WELKE VERWACHTINGEN?) DEEL 1: WIE DOET WAT? ROL VAN DE STUDENT:

Nadere informatie

Stage Eerste Leerjaar

Stage Eerste Leerjaar Stage Eerste Leerjaar De student loopt voor de eerste keer stage in een eerste leerjaar. Deze stage kadert binnen de module Eerste Leerjaar waar onder meer de didactiek van het eerste leerjaar uitvoerig

Nadere informatie

ECTS-fiche. Graduaat orthopedagogie Gesuperviseerde praktijk

ECTS-fiche. Graduaat orthopedagogie Gesuperviseerde praktijk ECTS-fiche 1. Identificatie Opleiding Graduaat orthopedagogie Module Gesuperviseerde praktijk Code M2 Lestijden 60 Studiepunten nvt Ingeschatte totale studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot aanvragen

Nadere informatie

Beste collega. Stages. Observatiestage

Beste collega. Stages. Observatiestage Beste collega U engageerde zich om één van onze studenten te begeleiden bij zijn stage, waarvoor alvast onze welgemeende dank. Wanneer u meer informatie wil over de lerarenopleidingen en de opbouw van

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE DOORLICHTING ZONDER JURIDISCHE CONSEQUENTIES GO! Basisschool Vogelzang (2221)

VERSLAG VAN DE DOORLICHTING ZONDER JURIDISCHE CONSEQUENTIES GO! Basisschool Vogelzang (2221) VERSLAG VAN DE DOORLICHTING ZONDER JURIDISCHE CONSEQUENTIES GO! Basisschool Vogelzang (2221) 1 IN WELKE MATE ONTWIKKELT DE SCHOOL HAAR EIGEN KWALITEIT? K1 K6 K2 K5 K3 K4 K1. Visie en strategisch beleid

Nadere informatie

WELKOM! Overleg mentoren en studenten 3 BaKO

WELKOM! Overleg mentoren en studenten 3 BaKO WELKOM! Overleg mentoren en studenten 3 BaKO Inhoud 1. Kennismaking 2. Focus van de opleiding: opleidingsvisie -> concretisering voor 3 BAKO 3. Begeleiding van studenten de opleiding de mentor FOCUS van

Nadere informatie

BEOORDELING STAGE DOOR DE VAKMENTOR

BEOORDELING STAGE DOOR DE VAKMENTOR Opleidingsinstelling Adres Telefoon fax BEOORDELING STAGE DOOR DE VAKMENTOR Identificatie Naam student/cursist: Opleidingsonderdeel/module: Stageplaats: Vakmentoren: naam en contactgegevens Periode: O

Nadere informatie

Verantwoordelijke opleidingsonderdeel: Gretel Van Heukelom

Verantwoordelijke opleidingsonderdeel: Gretel Van Heukelom Specifieke lerarenopleiding ECTS-fiches ECTS-fiche opleidingsonderdeel VAKDIDACTISCHE STAGE Code: 10379 Academiejaar: 2015-2016 Aantal studiepunten: 9 Studietijd: 225 à 270 uur Deliberatie: mogelijk Vrijstelling:

Nadere informatie

VISIE. Met opvoeden en onderwijzen beogen leerkrachten de harmonische ontplooiing van de totale persoon.

VISIE. Met opvoeden en onderwijzen beogen leerkrachten de harmonische ontplooiing van de totale persoon. Met opvoeden en onderwijzen beogen leerkrachten de harmonische ontplooiing van de totale persoon. OPVOEDEN en LEREN is gebaseerd op een draagvlak van STEUNEN, STUREN EN STIMULEREN: Om binnen de grenzen

Nadere informatie

Type 1: De Docent TEST LEERKRACHTSTIJL LAGER. Centrum voor Taal en Onderwijs MIJN PROFIEL

Type 1: De Docent TEST LEERKRACHTSTIJL LAGER. Centrum voor Taal en Onderwijs MIJN PROFIEL Type 1: De Docent Ik weet perfect waar ik mee bezig ben. Met mijn strakke planning zien we alle vooropgestelde leerstof, met tijd voor een herhalingsles voor elke grote toets. Er zijn duidelijke afspraken

Nadere informatie

Attitudes. Stage tweede programmajaar. Naam student: School: Datum stage: Mentor(en): Leeftijd kleuters:

Attitudes. Stage tweede programmajaar. Naam student: School: Datum stage: Mentor(en): Leeftijd kleuters: Naam student: School: Mentor(en): Leeftijd kleuters: Stage tweede programmajaar Datum stage: Attitudes Gelieve per attitude (relationele gerichtheid, kritische ingesteldheid, leergierigheid, organisatievermogen,

Nadere informatie

Evaluatiebundel - Werkplek baby s en peuters

Evaluatiebundel - Werkplek baby s en peuters Evaluatiebundel - Werkplek baby s en peuters 7BSO Kinderbegeleider Duaal 2017-2018 NAAM KLAS WERKPLEK TRAJECTBEGELEIDER MENTOR Deze evaluatiebundel dient om na te gaan in welke mate de verschillende competenties

Nadere informatie

EVALUATIEFORMULIER MENTOR KLEUTERONDERWIJS STAGE 1 PERIODE 1

EVALUATIEFORMULIER MENTOR KLEUTERONDERWIJS STAGE 1 PERIODE 1 EVALUATIEFORMULIER MENTOR KLEUTERONDERWIJS STAGE 1 PERIODE 1 Campus BRUGGE Student: Stageschool: Stageklas: Mentor: Aantal kleuters: Kruis in elke rij het vakje aan dat het gedrag van uw student het dichtst

Nadere informatie

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 1 (jaar 1)

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 1 (jaar 1) ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk 2018-2019 Fase 1 (jaar 1) Kerntaak 1: Pedagogische adequaat handelen: opbouwende relatie met kinderen ontwikkelen, leiding geven aan de groep, zorgen voor een goed

Nadere informatie

Stagewijzer Bachelor in het Onderwijs, Kleuteronderwijs, 3BaKO GROEP lerarenopleiding Campus Comenius. Inhoudstafel

Stagewijzer Bachelor in het Onderwijs, Kleuteronderwijs, 3BaKO GROEP lerarenopleiding Campus Comenius. Inhoudstafel Inhoudstafel 1 Coördinatoren en coördinaten... 3 2 De stages over de drie opleidingsfasen... 3 3 Doelstellingen, evaluatiecriteria en leerlijnen... 5 4 Overzicht stages derde opleidingsfase...14 4.1 Programma...14

Nadere informatie

COMPETENTIEPROFIEL ANIMATOR

COMPETENTIEPROFIEL ANIMATOR COMPETENTIEPROFIEL ANIMATOR VOOR ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS Een goede spelbegeleider biedt ruimte en tijd om te spelen, maakt een weldoordachte keuze in het aanbod, biedt kansen om te exploreren, toont interesse,

Nadere informatie

EVALUATIEFORMULIER MENTOR KLEUTERONDERWIJS STAGE 1 PERIODE 2

EVALUATIEFORMULIER MENTOR KLEUTERONDERWIJS STAGE 1 PERIODE 2 EVALUATIEFORMULIER MENTOR KLEUTERONDERWIJS STAGE 1 PERIODE 2 Student: Stageschool: Stageklas: Mentor: Aantal kleuters: Campus BRUGGE Kruis in elke rij het vakje aan dat het gedrag van uw student het dichtst

Nadere informatie

ECTS-fiche. Specifieke lerarenopleiding Praktijk verdieping en integratie

ECTS-fiche. Specifieke lerarenopleiding Praktijk verdieping en integratie ECTS-fiche a) Identificatie Opleiding Specifieke lerarenopleiding Module Praktijk verdieping en integratie Code E3 + E4 Lestijden 100 + 100 Studiepunten 9 + 9 Ingeschatte totale 300 studiebelasting (in

Nadere informatie

De werkplek biedt een klimaat waarin een werkplekstudent kan leren en groeien.

De werkplek biedt een klimaat waarin een werkplekstudent kan leren en groeien. 1 De werkplek biedt een klimaat waarin een werkplekstudent kan leren en groeien. Suggestie: Reflecteer met het team over onderstaande voorwaarden om een leervriendelijk klimaat te bevorderen. 1. Leg de

Nadere informatie

Mentorenoverleg 1 BaKO SEMESTER februari 2019

Mentorenoverleg 1 BaKO SEMESTER februari 2019 Mentorenoverleg 1 BaKO SEMESTER 2 7-8 februari 2019 OVERZICHT Wie zijn we? Programma 1 BaKO Semester 2 Praktijk 1 BaKO Semester 2 Een blik op de website Vragenrondje Pauze Tijd voor overleg in kleine groepen

Nadere informatie

INFO - Alternatieve stage - Over de grenzen. 3 BaKO 2015-2016

INFO - Alternatieve stage - Over de grenzen. 3 BaKO 2015-2016 INFO - Alternatieve stage - Over de grenzen 3 BaKO 2015-2016 Overzicht 1. Alternatieve stage/ Over de grenzen Wat is dit? Het competentieprofiel Mogelijkheden alternatieve stage Mogelijkheden over de grenzen

Nadere informatie

Beste collega. Stages

Beste collega. Stages De specifieke lerarenopleiding van het Koninklijk Conservatorium Antwerpen maakt een prioriteit van de samenwerking met het werkveld. Deze website wil bijdragen tot een betere communicatie. Beste collega

Nadere informatie

Slim organiseren is samen differentiëren voor elk kind

Slim organiseren is samen differentiëren voor elk kind Dag van de slimme school Slim organiseren is samen differentiëren voor elk kind Praktijkgetuigenis Mijn School op de Hei Even afspreken Om de andere workshop niet te storen, wees stil. Wil je graag iets

Nadere informatie

Thermometer leerkrachthandelen

Thermometer leerkrachthandelen Thermometer leerkrachthandelen Leerlijnen en ontwikkelingslijn voor leerkrachten van WSKO 1 Inleiding Leerkracht zijn is een dynamisch en complex vak. Mensen die leerkracht zijn en binnen onze organisatie

Nadere informatie

10/05/2012. Project evalueren studenten in het UZA. Hoe is dit gegroeid?? Wat is de achtergrond en het doel van evalueren

10/05/2012. Project evalueren studenten in het UZA. Hoe is dit gegroeid?? Wat is de achtergrond en het doel van evalueren Project evalueren studenten in het UZA Nancy Van Genechten Katrien Van den Sande Yvonne Gilissen Werkgroep mentoren en Hogescholen Hoe is dit gegroeid?? Mentorendag 2010 Hoe verder na vraag Mentoren hadden

Nadere informatie

kempelscan P1-fase Kempelscan P1-fase 1/7

kempelscan P1-fase Kempelscan P1-fase 1/7 kempelscan P1-fase Kempelscan P1-fase 1/7 Interpersoonlijke competentie Kern 1.2 Inter-persoonlijk competent Communiceren in de groep De student heeft zicht op het eigen communicatief gedrag in de klas

Nadere informatie

Hieronder wordt de procedure voor de beoordeling van de bekwaamheid van de student in de beroepspraktijk kort weergegeven.

Hieronder wordt de procedure voor de beoordeling van de bekwaamheid van de student in de beroepspraktijk kort weergegeven. Procedure en criteria voor het beoordelen van studenten in de beroepspraktijk Hieronder wordt de procedure voor de beoordeling van de bekwaamheid van de student in de beroepspraktijk kort weergegeven.

Nadere informatie

Hoe kunnen we leraren in opleiding voorbereiden op lesgeven in een inclusieve klas?

Hoe kunnen we leraren in opleiding voorbereiden op lesgeven in een inclusieve klas? Hoe kunnen we leraren in opleiding voorbereiden op lesgeven in een inclusieve klas? 19/02/2014 Symposium Docenten voor Inclusie Breedbeeld van Inclusief Onderwijs Meggie Verstichele HUB-KAHO Lerarenopleiding

Nadere informatie

Klas-in-zicht Wat? Hoe gaan we tewerk? Aan de slag en verder?

Klas-in-zicht Wat? Hoe gaan we tewerk? Aan de slag en verder? Klas-in-zicht Wat? Een negatieve groepsdynamiek, leerlingen die niet met elkaar overeenkomen, een vertroebelde relatie tussen leerlingen en leerkrachten, moeilijk les kunnen geven door storend gedrag zijn

Nadere informatie

Informatie voor assessoren bij het 2 e jaars gedragsassessment

Informatie voor assessoren bij het 2 e jaars gedragsassessment Hogeschool van Amsterdam Informatie voor assessoren bij het 2 e jaars gedragsassessment Bachelor: Sociaal Pedagogische Hulpverlening Voltijd Domein: Maatschappij en Recht December 2012 1. Inleiding Deze

Nadere informatie

3BaKO Beoordelingsformulier stagementor

3BaKO Beoordelingsformulier stagementor 3BaKO Beoordelingsformulier stagementor Naam student: Observatie-participatiedagen: Doestageweek (weken): Thema (s): Adres stageschool: Leeftijdsgroep kleuters: Stagementor: AFWEZIGHEDEN Op welke dagen

Nadere informatie

De lat hoog voor iedereen! Conferentie Steunpunt GOK

De lat hoog voor iedereen! Conferentie Steunpunt GOK De lat hoog voor iedereen! Conferentie Steunpunt GOK Krachtige leeromgeving Inbreken in de klas Didactische praktijken ter ondersteuning van gelijke onderwijskansen in het lager onderwijs Diversiteit KVS

Nadere informatie

STAGEOPDRACHT Praktijk SOV Dagonderwijs Afstandsleren (AL)

STAGEOPDRACHT Praktijk SOV Dagonderwijs Afstandsleren (AL) STAGEOPDRACHT Praktijk SOV Dagonderwijs Afstandsleren (AL) 2018 2019 Arteveldehogeschool Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs Kattenberg 9 B-9000 Gent Tel.: 09 234 82 70 Fax: 09 234 80 01 www.arteveldehogeschool.be/oso/stage

Nadere informatie

Stageconcept en -planning

Stageconcept en -planning Stageconcept en -planning -2016 Eerste jaar Praktijk 1 De studenten van het eerste jaar worden verbonden aan één school. Zij staan in het eerste semester per twee en in het tweede semester alleen in een

Nadere informatie

Activiteitenlijst Kinderbegeleider Duaal

Activiteitenlijst Kinderbegeleider Duaal Activiteitenlijst Kinderbegeleider Duaal Baby s en peuters Naam student: Naam trajectbegeleider: Naam werkplek: Naam mentor: Handleiding Deze activiteitenlijst geeft een overzicht weer van alle activiteiten

Nadere informatie

GROEIDOSSIER Praktijk SOV

GROEIDOSSIER Praktijk SOV GROEIDOSSIER Praktijk SOV 2016 2017 Arteveldehogeschool Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs Kattenberg 9 B-9000 Gent Tel.: 09 234 82 70 Fax: 09 234 80 01 www.arteveldehogeschool.be/oso/stage

Nadere informatie

Mentorenvorming 2 BaKO : 22/3/2018

Mentorenvorming 2 BaKO : 22/3/2018 Mentorenvorming 2 BaKO : 22/3/2018 WELKOM! Agenda DEEL 1: ALGEMEEN AFSPRAKEN EN VERWACHTINGEN (praktijkwijzer) DEEL 2: PRAKTIJK 2 DE JAAR (OF 2) stage bij 5-jarigen: opzet en verwachtingen PAUZE DEEL 3:

Nadere informatie

WELKOM! Overleg mentoren en studenten 3 BaKO- januari 2018

WELKOM! Overleg mentoren en studenten 3 BaKO- januari 2018 WELKOM! Overleg mentoren en studenten 3 BaKO- januari 2018 Met welke verwachtingen ben ik naar hier gekomen? Terugblik: ontmoeten en waarderen Inhoud 1. Focus van de opleiding: Waar richten we studenten

Nadere informatie

ECTS-fiche. Specifieke lerarenopleiding Praktijk oriëntatie

ECTS-fiche. Specifieke lerarenopleiding Praktijk oriëntatie ECTS-fiche 1. Identificatie Opleiding Specifieke lerarenopleiding Module Praktijk oriëntatie Code E1 Lestijden 40 Studiepunten 3 Ingeschatte totale 50 studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot NEEN

Nadere informatie

MICROTEACHING: een kort lesfragment door een student gegeven aan medestudenten.

MICROTEACHING: een kort lesfragment door een student gegeven aan medestudenten. Inhouden en doelen van de opdrachten in de praktijkcomponent van de SLO en de GLO van BEO MICROTEACHING: een kort lesfragment door een student gegeven aan medestudenten. de student geeft 10 à 20 minuten

Nadere informatie

PRAKTIJK 2 DOORGROEISTAGE STAGEOPDRACHT

PRAKTIJK 2 DOORGROEISTAGE STAGEOPDRACHT PRAKTIJK 2 DOORGROEISTAGE STAGEOPDRACHT 2018 2019 Vooraf 3 OVERZICHT EN TIMING OPDRACHTEN 4 1 Vooraf: deelname canon cultuurdag 6 2 Opdracht tijdens de ingroeiweek van stageperiode 1 6 2.1 Verken de beginsituatie

Nadere informatie

lerarenopleiding Brabant Diest Heverlee opleidingsfase naam student:

lerarenopleiding Brabant Diest Heverlee opleidingsfase naam student: lerarenopleiding Brabant Diest Heverlee opleidingsfase 1 2018-2019 naam student: www.ucll.be 1 1 INLEIDING In dit praktijkkompas vind je alle informatie voor studenten, mentoren en lectoren betreffende

Nadere informatie

Kennis rond dementie, familierelaties en verlieservaringen is onontbeerlijk.

Kennis rond dementie, familierelaties en verlieservaringen is onontbeerlijk. COMPETENTIEPROFIEL COACH BEGELEIDING MODULES PSYCHO-EDUCATIEPAKKET DEMENTIE EN NU De coach van Dementie en nu is hij/zij die de vormingssessies begeleidt voor een groep mantelzorgers van personen met dementie.

Nadere informatie

COMPETENTIEPROFIEL ANIMATOR VOOR ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS

COMPETENTIEPROFIEL ANIMATOR VOOR ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS COMPETENTIEPROFIEL ANIMATOR VOOR ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS Een goede spelbegeleider biedt ruimte en tijd om te spelen, maakt een weldoordachte keuze in het aanbod, biedt kansen om te exploreren, toont interesse,

Nadere informatie