COMPETENTIEPROFIEL ANIMATOR

Transcriptie

1 COMPETENTIEPROFIEL ANIMATOR VOOR ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS Een goede spelbegeleider biedt ruimte en tijd om te spelen, maakt een weldoordachte keuze in het aanbod, biedt kansen om te exploreren, toont interesse, moedigt aan om samen te spelen, is enthousiast en geeft waar nodig speelimpulsen om nieuwe ervaringen op te doen. Naar 'Spelenderwijs Wijzer Worden' Roel de Groot 2009 MOTIVATIE - Je hebt interesse in anderstalige nieuwkomers - Je wil als animator iets betekenen voor anderstalige nieuwkomers - Je wil bijdragen aan een betere integratie in de stad en in de samenleving van anderstalige nieuwkomers - Je hebt interesse in taal(ontwikkeling) INTERACTIEVAARDIGHEDEN - Je geeft de ouders het gevoel dat ze, ondanks hun beperkte kennis van het Nederlands en hun nieuw zijn, hun kind kunnen ondersteunen - Je probeert zo duidelijk mogelijk te communiceren met de ouders ( Je beperkt je tot de meest noodzakelijke info, je gebruikt non-verbale communicatie) - Je draagt de visie van de Zomerschool uit naar de ouders, kinderen en andere begeleiders. - Je informeert de ouders over het welbevinden en de activiteiten van hun kinderen en treedt in dialoog - Je hebt niet alleen aandacht voor het individuele kind maar neemt ook een positieve en wederkerige begeleidershouding aan ten aanzien van de groep - Je neemt een positieve attitude aan op de Zomerschool waarbij openheid, respect en gelijkwaardigheid centraal staan - Je gaat confrontaties aan op een constructieve manier BEGELEIDINGSVAARDIGHEDEN Kinderen en jongeren begeleiden - Je gaat in interactie met de kinderen en zoekt actief naar manieren (lichaamstaal, visualisaties, taalgebruik) om de informatie over te brengen - Je bent je bewust van je eigen taalaanbod - Je hebt aandacht voor het welbevinden van elk kind en verhoogt die bij kinderen met een laag welbevinden vooral op een niet verbale manier - Je zet je actief in om een veilig basisklimaat te creëren waar elk kind de ruimte krijgt om zich te uiten en zich veilig te voelen

2 - Je past je manier van communiceren aan de kinderen en jongeren aan - Je kan kinderen en jongeren in het Nederlands begeleiden en gebruikt het Nederlands als instructietaal - Je zet taal functioneel in - Je biedt maximale spreekkansen aan de kinderen en lokt interactie uit - Je moedigt kinderen op een positieve manier aan om Nederlands te gebruiken als vrijetijds-, omgevings- en knuffeltaal - Je geeft de thuistaal en cultuur van de kinderen een plaats op de Zomerschool en toont waardering voor de anderstalige en culturele achtergrond van elk kind - Je weet wat de kinderen en jongeren kunnen en kennen en je houdt er rekening mee - Je hebt aandacht voor elk kind of elke jongere en zijn plaats in de groep - Je kent de leefwereld van de kinderen en jongeren, je kent hun interesses en speelt daarop in - Je werkt aan een positieve buurtbeleving van de kinderen en jongeren door met hen op verkenning te gaan in de stad - Je hebt aandacht voor en inzicht in groepsprocessen en tracht voor elk kind een veilige plaats binnen de groep te creëren - Je benut elk moment van de dag om in interactie te gaan met de kinderen en om hen nieuwe speelimpulsen en taalprikkels aan te bieden - Je kan onvoorwaardelijke acceptatie tonen voor elk kind, ook bij moeilijk gedrag ORGANISATIEVAARDIGHEDEN Activiteiten organiseren - Je kan omgaan met grote diversiteit in je groep en je houdt hiermee rekening bij het voorbereiden van je activiteiten - Binnen het activiteitenaanbod bied je, met behulp van materialen, speluitleg, activiteiten en een actieve begeleidershouding een ruim aanbod aan speelimpulsen en taalprikkels - Je zet ideeën om in een concrete activiteit en treft alle voorbereidingen voor een goed verloop - Je voert een geplande activiteit uit, ziet toe op een goed verloop ervan en stuurt bij waar nodig - Je geeft na afloop van een activiteit aan wat goed en slecht verlopen is en formuleert verbeterpunten voor een volgende activiteit - Je laat de kinderen nieuwe ervaringen opdoen met behulp van een gevarieerd en uitdagend aanbod aan activiteiten PROFIELGEBONDEN COMPETENTIES De veiligheid van kinderen en jongeren waarborgen - Je creëert een veilige omgeving voor activiteiten door risico s in te schatten - Je handelt probleemoplossend in onveilige situaties - Je maakt de nodige afspraken, stelt grenzen en bewaakt ze

3 - Je draagt bij tot de basisbehoeften van elk kind zowel op fysiek (vb. eten, water, zonnecrème, verzorging bij wonden, ) als op emotioneel vlak (vb. affectie, actief luisteren, erkenning, ) Samenwerken - Je werkt samen met anderen op een constructieve manier aan dezelfde taak of gemeenschappelijk resultaat - Je betrekt ouders bij de speelpleinwerking en bouwt met hen een vertrouwensband op - Je staat open voor positieve en negatieve feedback en je gaat er constructief mee aan de slag - Je maakt afspraken met anderen en je houdt je daaraan Respectvol handelen - Je bent je bewust van je voorbeeldfunctie en handelt ernaar - Je benadert kinderen en jongeren gelijkwaardig met respect voor elk kind en elke jongere - Je gaat vertrouwelijk en discreet om met persoonlijke informatie - Je communiceert objectief en respectvol over mede-animatoren en kinderen Enthousiasmeren - Je doet, door je eigen enthousiasme, de kinderen en jongeren zin krijgen in een activiteit EVALUEREN Over zichzelf reflecteren als animator - Je hebt inzicht in je sterke en zwakke punten in je rol als animator van kinderen en jongeren en je gaat aan de slag met je verbeterpunten - Je hebt inzicht in je sterke en zwakke punten in het organiseren van activiteiten en je gaat aan de slag met je verbeterpunten - Je gaat positief om met feedback en stuurt bij waar nodig - Je communiceert bezorgdheden en frustraties op een constructieve en respectvolle manier

4 COMPETENTIEPROFIEL HOOFDANIMATOR VOOR ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS

5 Cluster 1: Begeleiden 1.ANIMATOREN BEGELEIDEN - Je past je manier van communiceren aan de animatoren aan - Je kan animatoren, kinderen en jongeren in het Nederlands begeleiden en je geeft een plaats aan de verschillende thuistalen - Je weet wat de animatoren kunnen en kennen en je houdt er rekening mee - Je hebt aandacht voor elke animator en zijn plaats in de groep - Je kent de leefwereld van de animatoren, je kent hun interesses en speelt daarop in Cluster 2: Organiseren 2. EEN GEHEEL AAN ACTIVITEITEN ORGANISEREN - Je giet een geheel aan activiteiten en uitstappen in een evenwichtig programma - Je stelt een planning en een evenwichtige taakverdeling op - Je bewaakt de uitvoering van de planning en de taakverdeling - Je evalueert een geheel aan activiteiten en uitstappen en stuurt dat geheel bij waar nodig Cluster 3: Evalueren 3. OVER ZICHZELF REFLECTEREN ALS HOOFDANIMATOR - Je hebt inzicht in je sterke en zwakke punten in je rol als begeleider van animatoren en je gaat aan de slag met je verbeterpunten - Je hebt inzicht in je sterke en zwakke punten in het organiseren van een geheel aan activiteiten en je gaat aan de slag met je verbeterpunten 4. ANIMATOREN EVALUEREN - Je schat de competenties van de animatoren in en beoordeelt de competenties tijdens en na afloop van het geheel aan activiteiten - Je benoemt en bespreekt de groeikansen van en met de animatoren, met respect voor de inbreng van de animatoren Cluster 4: Profielgebonden competenties 5. DE EINDVERANTWIOORDELIJKHEID NEMEN - Je voorziet een duidelijk kader voor de werking door afspraken te maken met de animatoren - Je zorgt ervoor dat de afspraken worden nageleefd of bijgestuurd - Je hakt knopen door, je verantwoordt beslissingen en draagt de gevolgen ervan 6. ADMINISTRATIEVE GEGEVENS BEHEREN - Je weet welke administratieve gegevens nodig zijn om de werking te organiseren en de veiligheid te garanderen

6 - - Je registreert administratieve gegevens correct en houdt ze bij zodat ze bruikbaar zijn voor anderen - Je verwerkt administratieve gegevens correct en volgt ze op 7. COMMUNICEREN MET VERSCHILLENDE PARTNERS - Je communiceert met ouders en externe partners - Je gaat een volwaardig partnerschap aan met ouders waarbij zowel ouders als speelplein zicht hebben op elkaar verwachtingen, behoeften en competenties 8. EEN TEAM LEIDEN - Je laat animatoren samenwerken op een participatieve manier - Je werkt aan een goede groepssfeer - Je motiveert, ondersteunt en stuurt bij waar nodig