Memo Reconstructie N240, analyse verkeersaantrekkende werking

Transcriptie

1 1 Memo Reconstructie N240, analyse verkeersaantrekkende werking

2 Memo betreft Reconstructie N240, analyse verkeersaantrekkende werking revisie 01 memonr aan Peter Hopman Provincie Noord-Holland kopie Rik Hulshof Oranjewoud van Ronnie Poorterman Oranjewoud projectnummer datum 31 maart 2010 Inleiding De provincie Noord-Holland is voornemens de N240 Westerterpweg tussen Wieringerwerf en Slootdorp te reconstrueren. De aanleiding van dit plan is het aspect verkeersveiligheid. Als gevolg hiervan is in de Memo luchtkwaliteit (N240 herinrichting Westerterpweg en aanleg rotonde Den Oeverseweg van Oranjewoud d.d. 17 februari 2009) gesteld dat de reconstructie van de N240, Westerterpweg en de aanleg van de rotonde op het kruispunt met de Den Oeverseweg niet in meer verkeer resulteert. Deze aanname is echter niet onderbouwd en het is de vraag of de N240 Westerterpweg door de reconstructie niet aantrekkelijker wordt voor motorvoertuigen, waardoor deze weg meer verkeer genereert dan voor de reconstructie. Onderzoeksvragen Om duidelijkheid te verschaffen over de toename van motorvoertuigen als gevolg van de reconstructie, zijn de volgende werkzaamheden uitgevoerd: 1. Onderzoek of reconstructie van de weg leidt tot vergroting van de aantrekkelijkheid van deze weg. Aantrekkelijkheid wordt bepaald door doorstroming en verkeersveiligheid. a. Op basis van beschikbare verkeersgegevens worden: de bestaande en verwachte verkeerskundige knelpunten in de huidige situatie; de autonome situatie (dus voor reconstructie) en; de projectsituatie (na reconstructie); beoordeeld. Een afname van de eventuele knelpunten als gevolg van de reconstructie leidt tot een vergroting van de aantrekkelijkheid van de weg. b. Op basis van bestaande literatuur (bijvoorbeeld SWOV onderzoeken) wordt onderzocht of verkeersveiligheid een significante rol speelt in de routekeuze van automobilisten. Indien dit zo is, zal de weg na reconstructie aantrekkelijker zijn (verkeersveiligheid is immers de aanleiding om deze reconstructie uit te voeren). Indien bij onderzoeksvraag 1 de conclusie is, dat de weg niet aantrekkelijker wordt, eindigt het onderzoek. De reconstructie zal dan in ieder geval geen effect hebben op het gebruik van de weg. Indien bij onderzoeksvraag 1 de conclusie is, dat de weg wel aantrekkelijker wordt, dient nader onderzoek uit te wijzen of ook daadwerkelijk een stijging van de intensiteit verwacht mag worden. Dit is onderzoeksvraag Welke toename van de intensiteit mag verwacht worden als gevolg van de reconstructie van de N240?

3 a. Op basis van bestaande literatuur (PVVP, MER Wieringerrandmeer, Quick Scan Kop van Noord-Holland-Oost, Aanvullende berekeningen Wieringerrandmeer) maken we een onderbouwde inschatting van de te verwachten toename van de intensiteiten als gevolg van de reconstructie van de N240. We kijken daarbij naar aanwezige verkeerskundige knelpunten in het studiegebied en de verkeersstromen tussen herkomst-bestemmingsrelaties waarvoor de N240 een reële routeoptie is. b. Indien uit de literatuurstudie blijkt, dat een significante stijging van de intensiteiten verwacht mag worden, kan het wenselijk zijn om met behulp van verkeersmodelberekeningen de omvang van de stijging nader te onderzoeken. Dergelijk onderzoek vraagt meer doorlooptijd en is vooralsnog geen onderdeel van deze aanbieding. Wij maken daar graag nadere afspraken over met u. Analyse Onderzoeksvraag 1a: Op basis van beschikbare verkeersgegevens wordt beoordeeld: de bestaande en verwachte verkeerskundige knelpunten in de huidige situatie; de autonome situatie (dus voor reconstructie) en; de projectsituatie (na reconstructie); De volgende figuur geeft de etmaalintensiteiten weer op de Westerterpweg en de Den Oeverseweg in de huidige situatie (2004) en de autonome situatie (2030 met Wieringerrandmeer) 3. Van de projectsituatie zijn geen afzonderlijke intensiteiten beschikbaar. Op basis van onderstaande berekeningen is bepaald of een toename van de intensiteiten verwacht mag worden als gevolg van de reconstructie. Den Oeverseweg Jaar Intensiteit Westerterpweg Westerterpweg Jaar Intensiteit Jaar Intensiteit Uitgaande van een normaal gangbare capaciteit voor een dergelijke weg van 1600 mvt/uur per rijrichting, wordt de conclusie getrokken dat de wegen het verkeersaanbod probleemloos kunnen verwerken. Eventuele knelpunten zullen als eerste ontstaan op de kruising Den Oeverseweg - Westerterpweg. Of hier daadwerkelijk knelpunten zullen ontstaan, is geanalyseerd door met behulp van verschillende methoden te berekenen of op deze kruising een voorrangskruispunt of rotonde in staat is om de toekomstige intensiteiten te verwerken. Er is gebruik gemaakt van: Analyse voorrangskruispunt met de methode Slop Analyse voorrangskruispunt met de methode Harders Analyse rotonde met de meerstrooks rotondeverkenner 3 Bron: MER Wieringerrandmeer - Arcadis (2009), hoofdstuk 12

4 In bijlage 1a zijn de resultaten van de kruispuntberekeningen opgenomen. De conclusie uit de berekeningen is, dat zowel een voorrangskruispunt (met de huidige vormgeving) als een enkelstrooks rotonde in staat is om het verkeersaanbod te verwerken. Reconstructie van het kruispunt naar een rotonde zal dan ook niet leiden tot een afname van verkeerskundige knelpunten (er zijn immers geen knelpunten). Daaruit volgt dat de reconstructie, voor wat betreft het aspect verkeersafwikkeling, niet leidt tot een vergroting van de aantrekkelijkheid van deze weg. Onderzoeksvraag 1b: Op basis van bestaande literatuur (bijvoorbeeld SWOV onderzoeken) wordt onderzocht of verkeersveiligheid een significante rol speelt in de routekeuze van automobilisten. Indien dit zo is, zal de weg na reconstructie aantrekkelijker zijn (verkeersveiligheid is immers de aanleiding om deze reconstructie uit te voeren). Onderzoek van de SWOV 4 wijst uit, dat verkeersveiligheid geen noemenswaardige rol speelt in de routekeuze van automobilisten. Automobilisten baseren hun routekeuze hoofdzakelijk op basis van reistijd en reisafstand. Navraag bij de SWOV leert, dat deze uitkomst uit hun onderzoek consistent is met eerdere onderzoeken vanaf de jaren 50 van de vorige eeuw. Daaruit volgt dat de reconstructie, voor wat betreft het aspect verkeersveiligheid, niet leidt tot een vergroting van de aantrekkelijkheid van deze weg. Onderzoeksvraag 1, samenvatting: Zowel op het gebied van verkeersafwikkeling als verkeersveiligheid zal reconstructie van de weg niet leiden tot een vergroting van de aantrekkelijkheid van de weg in termen van routekeuze. Verwacht mag dan ook worden dat reconstructie van de weg niet leidt tot toename van het verkeersaanbod op deze weg. Conclusie Bij onderzoeksvraag 1 is de conclusie dat de reconstructie niet zal leiden tot een toename van het verkeersaanbod op deze weg. Onderzoeksvraag 2 is daarmee niet van toepassing. Hiermee eindigt het onderzoek. 4 Bron: Routekeuze van automobilisten - SWOV (2006)

5 1a: resultaten kruispuntberekeningen 2030 Kruispuntberekening voorrangskruispunt, methode Slop Kruispuntberekening voorrangskruispunt, methode Harders Kruispuntberekening rotonde, meerstrooks rotondeverkenner

6 Nb bij alle berekeningen is uitgegaan van: Het drukste spitsuur bevat 10% van de etmaalintensiteit De intensiteit op doorsnede zijn gelijkelijk verdeeld over beide rijrichtingen