Uit de opgemaakte removal order blijkt door welke vervoerder en met welke maatschappij of reder de vreemdeling is aangevoerd.

Transcriptie

1 Procesprotocol C1 Effectueren claim vervoerder Datum 30 augustus 2013 Versie Definitief, versie 3.5 Doel Beschrijving van de processtappen die leiden tot het vertrek uit Nederland van een op grond van Art. 6 Vw2000 door de Koninklijke Marechaussee of de Zeehavenpolitie geweigerde vreemdeling, voor wie door die dienst een removal order is opgemaakt. Afbakening Uit de opgemaakte removal order blijkt door welke vervoerder en met welke maatschappij of reder de vreemdeling is aangevoerd. Bedoeld voor (sr) regievoerder vertrek art. 6, (sr) regievoerders vertrek, (sr) medewerkers feitelijk vertrek Ingangsdatum 1 januari 2009 Datum herziening Ingangsdatum + 1 jaar Eigenaar procesprotocol Procesbeheer DT&V Pagina 1 van 16

2 Versiebeheer Datum en Opmerking versienummer Nummering aangepast Aangepast n.a.v. opm. HSIO Voorleggen aan IS-TV Aanpassing n.a.v. testscript ISTV (noodoplossing) functionaliteit ontbreekt ICT ondersteuning gevuld en definitief gesteld I.o.m. HSIO, n.a.v. opm. IS-TV Stap "memo staf weigering vervoerder" verwijderd Tekst aangepast in ICT ondersteuning kolom. Geen consequenties IS-T Aangepast n.a.v. nadere uitwerking art 6. geweigerden met een claim op de vervoerder. Voorgelegd aan medewerkers UC Art. 6-afhandeling, afdelingsmanager UC en Directeur Bewaring Aangepast n.a.v. standpunt Directeur Bewaring (na overleg met DOO d.d ). Verzonden aan Bedrijfsvoering, tevens op intranet geplaatst Aanpassingen tbv IS-TV / Beheer verwerkt Akkoord H Bedrijfsvoering Als concept aangepast n.a.v. aanpassingsvoorstel UC art. 6- afhandeling en geretourneerd Aanpassingen zijn geaccepteerd door UC art. 6-afhandeling. Voorgelegd aan ICT ivm aanpassingen ISTV IS-TV kolom aangepast Aanpassingen geaccepteerd. Gereed voor plaatsing op Intranet. Voorgelegd aan Bedrijfsvoering Aanpassing tbv IS-TV / Beheer verwerkt Akkoord HBedrijfsvoering Stroomschema aangepast Aangepast m.b.t. het verfijnen van stroomschema. Voorgelegd aan SIO Aangepast nav op- en aanmerkingen SIO. Voorgelegd aan HSIO Voorgelegd aan DStaf Akkoord DStaf, geplaatst op intranet Aangepast nav wijziging scancodes Pagina 2 van 16

3 Casus voorgelegd aan de gebruikersgroep met de vraag of het procesprotocol gewijzigd moet worden. Op en aanmerkingen gebruikersgroep verwerkt Procesprotocol op intranet geplaatst Aangepast n.a.v. hyperlink per activiteit Aangepast n.a.v. invoering opschalingsmodel. ZieToelichting. Akkoord DBewaring, manager bewaring en DIA. dd Def. vastgesteld voor 1e versie op Internet Def. vastgesteld voor 2e versie op Internet Goedkeuring Datum Functie Algemeen Directeur DT&V Directeur Staf Pagina 3 van 16

4 Procesprotocol -Inhoudsopgave Pagina Nr. Activiteit/processtap Functionaris 4 Inhoudsopgave/administratieve afhandeling 5 Legenda procesdiagram 6 0 Algemeen 8 1 Controle op aanwezigheid en gebruik van removal order (sr) regievoerder vertrek, (sr) regievoerder vertrek art Effectueren van de claim (sr) regievoerder vertrek, (sr) regievoerder vertrek art Gebruik guiding letter (Attest betreffende vreemdelingen zonder reisdocumenten) of gebruik covering letter (Attest betreffende vreemdelingen met valse of vervalste reisdocumenten) (sr) regievoerder vertrek art Acceptatie of weigering vervoerder of land van bestemming (sr) regievoerder vertrek, (sr) medewerker feitelijk vertrek, 16 5 Vervoerdersaansprakelijkheid (sr) regievoerder vertrek art. 6 Administratieve afhandeling Voor elk procesprotocol geldt dat de gebruikelijke administratieve handelingen, zoals vastgelegd in de procesprotocollen A1 t/m A5 + L2, uitgevoerd worden. Algemeen: 1. Het digitale en het fysieke dossier lopen één op één. 2. Alle vreemdeling gerelateerde documenten worden digitaal vastgelegd in Decos. Documenten die digitaal worden aangeleverd hoeven niet meer opnieuw digitaal vastgelegd te worden (zie procesprotocol L2 Scannen). 3. Er wordt een postregistratie beheerd in Decos (zie procesprotocol A1 Registratie vreemdeling gerelateerd document.) Pagina 4 van 16

5 Legenda procesdiagram Pagina 5 van 16

6 Procesprotocol Activiteiten Algemeen A Het betreft hier een toetsing van een van de vertrekmogelijkheden binnen het vertrekplan. Zie tevens procesprotocol K1 Vreemdelingen in de strafketen (VRIS) ivm op grond van art. 3 Vw2000 geweigerde vreemdelingen die vallen onder VRIS-afhandeling. B Zie: o Beleidsachtergrond: Vw2000, artikel 5, lid 2 en art 65 lid 2. o Annex 9 van de Convention on International Civil Aviation (Verdrag van Chicago 1944), Facilitation International standards and recommended practices (luchtvaartmaatschappij.) o Convention of International Maritime Organization. (Rederij) o De vreemdeling is de DT&V ingestroomd door middel van een overdrachtsdossier. Een vertrekdossier is aangemaakt en een vertrekplan is opgemaakt. C In het overdrachtsdossier bevindt zich een zgn. door de KMar opgemaakte aanwijzing removal order of door ZHP opgemaakte aanwijzing terugvoerverplichting rederij (Model M30 VC2000). Het betreft hier een formulier waaruit blijkt dat een vreemdeling is geclaimd bij de vervoerder die hem heeft aangevoerd en waaruit blijkt dat die vervoerder verantwoordelijk is voor de teruggeleiding van de geweigerde vreemdeling naar de opstapplaats of naar een andere bestemming waar hij zal worden toegelaten. Een dergelijke removal order wordt opgemaakt op het moment dat een vreemdeling aan de grens wordt geweigerd én als bekend is welke vervoerder (luchtvaartmaatschappij / reder) de vreemdeling heeft aangevoerd. In principe zijn geen reisdocumenten benodigd voor deze vorm van vertrek. Wanneer er sprake is van inname van valse/vervalste reisdocumenten én er is een covering letter opgemaakt, kunnen landen - i.c. luchtvaartmaatschappijen - verzoeken om deze documenten te retourneren. De KMar, Bureau Afhandeling Inadmissibles, of de ZHP draagt hier zorg voor. Aan de KMar/ZHP wordt verzocht de vreemdeling over te dragen aan de vervoerder teneinde die vreemdeling terug te geleiden naar de opstapplaats met gebruikmaking van een guiding of covering letter. Een groot aantal landen in de wereld heeft zich aangesloten bij het Verdrag van Chicago. Of een land is aangesloten, staat vermeld in LAVIN. Er zijn landen, en daardoor ook vervoerders, die niet of niet altijd uitvoering geven aan de Facilitation van Annex 9. Weigeringen door vervoerders of door landen van bestemming, die wel lid zijn van het Verdrag van Chicago, om vreemdelingen terug te geleiden of toegang te verlenen, worden door de UC Schiphol (Afdeling Art. 6) geregistreerd. Indien Afdeling Art. 6 van oordeel is dat nader onderzoek dient te worden opgestart naar aanleiding van een weigering of meerdere weigeringen naar een bepaalde bestemming, wordt het opschalingsmodel in werking gezet. Het opschalen geschiedt als volgt: 1. Bij een gelegde claim wordt gecheckt of een land partij is bij het Verdrag van Chicago (=Annex 9 to the Convention on International Civil Aviation) en of het betreffende land geen voorbehouden heeft gemaakt (Supplement to Annex 9 - Facilitation). Op basis hiervan kan de op de luchthaven geweigerde vreemdeling door de KMar worden overgedragen aan de aanvoerende maatschappij. 2. Indien de vervoerder weigert een vreemdeling terug te brengen a. naar het derde land van waaruit hij werd aangevoerd, b. dan wel te vervoeren naar het derde land dat het document voor grensoverschrijding waarmee de vreemdeling heeft gereisd heeft Pagina 6 van 16

7 afgegeven, of c. naar ieder derde land waar zijn toelating is gewaarborgd, treedt de KMar in overleg met de vervoerder. Indien dit overleg niet leidt tot het gewenste resultaat, wordt de zaak - goed gedocumenteerd - voorgelegd aan Afdeling Art. 6. Met name de redenen van de weigering van de vervoerder zijn van groot belang om te worden vastgelegd ten behoeve van de opschaling. Gaat het om hier een 'incidentele' weigering of gaat het om een structurele weigering van een vervoerder of een land/plaats van bestemming? 3. De zaak wordt vervolgens door Afdeling Art. 6 opnieuw besproken met de vervoerder. Indien ook dit niet tot het gewenste resultaat leidt, wordt de zaak - wederom goed gedocumenteerd - opgeschaald binnen de DT&V. 4. Indien ook deze opschaling niet tot het gewenste resultaat leidt - bij voorbeeld omdat de vervoerder of land/plaats van bestemming een andere interpretatie geeft aan het gestelde in Annex 9 - kan de zaak wederom goed gemotiveerd worden doorgeleid naar Directeur Internationale Aangelegenheden (DIA). 5. DIA kan tenslotte de problematiek in generieke zin opnemen met de centrale autoriteiten inclusief hun diplomatieke vertegenwoordiging. Ook kan door DIA de keus worden gemaakt om de problematiek in ICAO-verband aan de orde te stellen. Zie tevens 4.6 Acceptatie of weigering vervoerder of land van bestemming van dit protocol. Pagina 7 van 16

8 1 Controle op aanwezigheid en gebruik van removal order 1.1 Het IND-, KMar-, VP- of ZHP-overdrachtsdossier wordt doorgelopen op de aanwezigheid van een zgn. removal order. 1.2 Is er geen removal order aanwezig dan wel is op de removal order geen naam van een aanleverende vervoersmaatschappij vermeld, dan is vertrek uit Nederland op grond van een claim op de vervoerder is niet mogelijk. Deze activiteit stopt. Het vertrekplan wordt aangevuld met de bevindingen. Zie procesprotocol B1 Opstellen en onderhoud en afsluiten vertrekplan. De volgende vertrekoptie wordt getoetst. 1.3 Is er wel een removal order aanwezig (met opgave van naam van de aanleverende vervoerder) dan voert de regievoerder een controle uit of het land van bestemming lid is van het Verdrag van Chicago (ICAO) en IMO contacten. Hiertoe wordt het Landgebonden Vertrek Informatiesysteem (LAVIN) geraadpleegd. 1.4 Indien het land van bestemming geen lid is van het Verdrag van Chicago (ICAO), dan is vertrek uit Nederland op grond van een claim op de vervoerder niet mogelijk. Deze activiteit stopt. Het vertrekplan wordt aangevuld met de bevindingen. Zie procesprotocol B1 Opstellen en onderhoud en afsluiten vertrekplan. De volgende vertrekoptie wordt getoetst. 1.5 Indien het land van bestemming wel lid van het Verdrag van Chicago (ICAO) en IMO contacten, dan wordt het vertrekplan aangevuld met de bevindingen. Zie procesprotocol B1 Opstellen en onderhoud en afsluiten vertrekplan. De regievoerder gaat verder met activiteit 2. Pagina 8 van 16

9 1 Controle op aanwezigheid en gebruik van removal order 1.6 Uit het overdrachtsdossier blijkt ten onrechte nog geen claim op de vervoerder is gelegd, bijvoorbeeld omdat de vreemdeling via een nog niet eerder bekende route in Nederland is gearriveerd dan wel dat anderszins op een later moment, bijvoorbeeld door een controle in BVV waaruit een weigering aan de grens blijkt. 1.7 De regievoerder dient een verzoek in bij het UC Schiphol (Afdeling Art.6) om de KMar verder onderzoek te laten doen, met als doel om de vreemdeling alsnog te claimen bij een vervoersmaatschappij. 1.8 UC Schiphol (afdeling Art.6) registreert het verzoek van de regievoerder in IS-TV. 1.9 UC Schiphol (afdeling Art.6) zet het verzoek uit bij de KMar voor een nader onderzoek m.b.t. alsnog leggen van claim bij vervoerder. Pagina 9 van 16

10 1 Controle op aanwezigheid en gebruik van removal order 1.10 UC Schiphol (afdeling Art. 6) ontvangt en registreert in IS-TV het antwoord van de KMar m.b.t. het alsnog leggen van een claim bij vervoerder UC Schiphol (afdeling Art.6) stelt de regievoerder via een op de hoogte van het antwoord Kan er een claim bij de vervoerder worden gelegd, dan gaat de regievoerder verder met punt Kan er géén claim bij de vervoerder worden gelegd, dan gaat de regievoerder verder met punt 1.2 Pagina 10 van 16

11 2 Effectueren van de claim 2.1 Indien het land van bestemming wel lid is van het Verdrag van Chicago (ICAO) dan wordt de claim op de vervoerder geëffectueerd, en - indien nodig - met escortering. De regievoerder bericht per UC Schiphol (Afdeling Art. 6) hierover en verzoekt UC Schiphol over te gaan tot een effectuering van de claim. 2.2 De regievoerder voert bij de regionale IND (zie VT wegwijzer voor adressen) een verwijderbaarheidscheck uit, zie hiervoor procesprotocol J3 Verwijderbaarheidscheck. 2.3 UC Schiphol (Afdeling Art. 6) genereert uit het digitaal vertrekdossier de volgende documenten: - removal order - vliegtickets - het reisdocument - (indien aanwezig) verblijfsvergunning voor een derde land - (indien aanwezig) proces verbaal afdeling falsificaten KMar. Het vertrekdossier blijft op de locatie waar de vreemdeling verblijft, en wel tot het moment dat de vreemdeling wordt overgeplaatst naar het UC. Vervolgens vindt er een overdracht van het vertrekdossier naar het UC plaats. 2.4 In sommige situaties is het voor UC Schiphol (Afdeling Art. 6) noodzakelijk de beschikking te hebben over originele reisdocumenten. Is dit het geval dan vraagt UC Schiphol (Afdeling Art. 6) deze bescheiden op bij de behandelend regievoerder en voegt deze bij de overige documenten van Voor het versturen en ontvangen van het originele reisdocument, zie procesprotocol G1 Ontvangst beheer teruggave en verzending van documenten. Pagina 11 van 16

12 2 Effectueren van de claim 2.6 Het effectueren van de claim wordt geregistreerd in IS-TV. 2.7 Effectueren claim UC Schiphol (Afdeling Art. 6) neemt schriftelijk/fax contact op met de KMar om bij de aanvoerende maatschappij de claim te effectueren. 2.8 Claim buigen Indien de vreemdeling in het bezit is van een (geldig) paspoort, kan, via de KMar, een aanwijzing worden gegeven aan de vervoersmaatschappij om de claim om te buigen naar het land van de nationaliteit van de vreemdeling. Indien de vreemdeling in het bezit is van een geldig paspoort met een geldige verblijfstitel voor een ander land, kan, wederom via de KMar, aanwijzing worden gegeven aan de vervoersmaatschappij om de claim om te buigen naar het land waarvoor de verblijfsvergunning geldig is. Dit kan plaatsvinden in overleg met de vreemdeling. 2.9 Claim Dublin buigen Tevens kan het verzoek tot het ombuigen van een claim plaatsvinden, indien voor de vreemdeling een Dublin-overdracht is voorbereid, doch de vreemdeling geeft te kennen terug te willen keren naar zijn land van herkomst en hij is daartoe op dat moment ook in de gelegenheid, of hij geeft te kennen te willen reizen naar een ander land waar op dat moment zijn toelating is gewaarborgd. Dit dient schriftelijk door de betrokken vreemdeling te worden verklaard De gegevens betreffende het effectueren van de claim worden geregistreerd in IS-TV De opgestelde fax wordt digitaal vastgelegd alvorens deze wordt verzonden naar de KMar. Zie procesprotocol A1 Registratie vreemdeling gerelateerde documenten UC Schiphol (Afdeling Art. 6) ontvangt schriftelijk/fax het bericht van de KMar over datum, tijdstip van het vertrek en de bestemming. De fax wordt digitaal vastgelegd. Zie procesprotocol A1 Registratie vreemdeling gerelateerde documenten. Pagina 12 van 16

13 2 Effectueren van de claim 2.13 Indien de vreemdeling nog niet in het UC verblijft, meldt UC Schiphol aan de regievoerder het resultaat van de gelegde claim en de datum en tijdstip van vertrek De regievoerder zorgt dat de vreemdeling en vertrekdossier wordt overgebracht naar het UC. Zie procesprotocollen I1 doorplaatsen en vervoer van vreemdelingen en A4 Dossierverkeer, afsluiten en fiatteren vertrekprocedure en archiefhandelingen UC Schiphol (Afdeling Art. 6) houdt te allen tijde een vertrekgesprek met de vreemdeling. Zie hiervoor procesprotocol B2 (vertrek-) gesprekken. Pagina 13 van 16

14 3 Gebruik guiding letter (Attest betreffende vreemdelingen zonder reisdocumenten) of gebruik covering letter (Attest betreffende vreemdelingen met valse of vervalste reisdocumenten) 3.1 Indien nodig wordt aan de KMar verzocht een guiding óf een covering letter ten behoeve van de immigratieautoriteiten van de plaats van bestemming op te maken. De KMar beoordeelt welke van beide brieven van toepassing is. 3.2 Aan de KMar/ZHP, Bureau Afhandeling Inadmissables, wordt verzocht de teruggeleiding van de vreemdeling ter hand te nemen. In het bericht wordt verwezen naar de eerder opgemaakte removal order (Naam, dossiernr en datum). 3.3 De regievoerder voert uiterlijk 24 uur voor vertrek bij de regionale IND (zie VT wegwijzer voor adressen) een verwijderbaarheidscheck uit, zie hiervoor procesprotocol J3 Verwijderbaarheidscheck. 3.4 UC Schiphol draagt zorg voor tijdige overbrenging van de vreemdeling en de reisbescheiden naar de KMar op de luchthaven Schiphol. Zie verder procesprotocol I1 Doorplaatsen en vervoer van vreemdelingen en procesprotocol G1 Ontvangst, beheer en teruggave en verzending van documenten van vreemdelingen. Onder de over te dragen bescheiden worden in dit geval ook kopieën van de removal order en de guiding of covering letter gerekend. Pagina 14 van 16

15 4 Acceptatie of weigering vervoerder of land van bestemming 4.1 Wanneer de vervoerder de betreffende vreemdeling accepteert wordt dit resultaat geregistreerd in IS-TV. 4.2 De regievoerder of medewerker feitelijk vertrek sluit het proces C1.1 af. 4.3 Wanneer de vervoerder weigert de betreffende vreemdeling terug te geleiden wordt dit geregistreerd door de regievoerder, met opgaaf van reden(en) van de weigering in IS-TV. 4.4 Na de registratie sluit de medewerker feitelijk vertrek het proces C1.1 af. 4.5 De medewerker feitelijk vertrek informeert de regievoerder, indien deze laatste nog bemoeienis heeft met deze zaak. 4.6 De regievoerder of medewerker feitelijk vertrek informeert periodiek SIO DT&V over de weigering en verstrekt periodiek de nodige informatie: o Namen vervoerders (luchtvaartmaatschappij / reder) o Naam bestemmingen (stad en land) o Data van weigering o Redenen van weigering Voor wat betreft het in werking treden van het zgn. opschalingsmodel wordt verwezen naar Algemeen onder C. 4.7 De regievoerder of medewerker feitelijk vertrek gaat over op toetsing van de volgende vertrekoptie. Zie procesprotocol B1 Opstellen onderhoud en afsluiten vertrekplan. Pagina 15 van 16

16 ICT ondersteuning Functionaris 5 Vervoerderaansprakelijkheid 5.1 UC Schiphol (Afdeling Art. 6) registreert ten behoeve (sr) regievoerder vertrek Art. 6 van de vervoerderaansprakelijkheid de gemaakte kosten met betrekking tot het effectueren van de claim. Zie procesprotocol V1 Vervoerdersaansprakelijkheid/verhalen van kosten op vervoerder. Indien een removal order aanwezig is ten behoeve van een rederij en het aanvoerende schip is niet (meer) beschikbaar voor terugplaatsing aan boord, dan wordt de verwijdering afgehandeld als zijnde geen claim, maar wordt de rederij na de verwijdering wel aansprakelijk gesteld voor de gemaakte kosten. Pagina 16 van 16