(sr) administratief medewerker, (sr) regievoerder (bijzonder) vertrek, (sr) medewerker feitelijk vertrek,(sr) adviseur, procesdirecteur

Transcriptie

1 Procesprotocol D8 Scheiden van gezinnen bij uitzetting Datum 30 augustus 2013 Versie Definitief, versie 2.8 Doel Beschrijven van het proces van die situaties waarin sprake is of kan zijn van het scheiden van gezinnen bij uitzettingen en hoe in dergelijke situatie te handelen. Tevens wordt ingegaan op toepassing van het buiten schuld criterium inzake het vertrek naar één land van gezinnen met meerdere nationaliteiten. Afbakening A 3/ Vreemdelingencirculaire 2000 Bedoeld voor Ingangsdatum 1 januari 2007 (sr) administratief medewerker, (sr) regievoerder (bijzonder) vertrek, (sr) medewerker feitelijk vertrek,(sr) adviseur, procesdirecteur Datum herziening Eigenaar procesprotocol Procesbeheer DT&V Pagina 1 van 11

2 Versiebeheer Datum en Opmerking versienummer Ruwe versie met comm IND. (SIO heeft beleidsuitgangspunten geaccordeerd) Tweede concept Ter comm voorgelegd aan HSIO Comm verwerkt en def. vastgesteld. Ter voorlegging aan IS-TV ICT ondersteuning gevuld en definitief gesteld Aangepast n.a.v. wijzigingsvoorstel aan DVB ivm verduidelijking van de definitie en uitwerking punt 2.2. Voorgelegd aan gebruiker Aangepast n.a.v. opmerkingen, tevens op intranet geplaatst Def. vastgesteld voor 1e versie op Internet Def. vastgesteld voor 2e versie op Internet, het procesprotocol is niet gewijzigd ten opzichte van de vorige versie Aangepast n.a.v. een procesdiagram. Tevens bijlage nota toegevoegd. Wijzigingsverzoek bij FAB ingediend. Voorgelegd aan HSIO Opmerkingen HSIO verwerkt, PP op intranet geplaatst Def. Vastgesteld voor 3e versie op Internet Aangepast nav wijziging scancodes Def. Vastgesteld voor 4e versie op Internet Aangepast n.a.v. de brieven met het nieuwe logo BZK. (Zie bijlagen) Aangepast n.a.v. hyperlink per activiteit Def. Vastgesteld voor 5e versie op Internet Def. Vastgesteld voor 6e versie op Internet Def. Vastgesteld voor 7e versie op Internet Nota aangepast met nw logo VJ Aangepast n.a.v. wijziging route nota Wijzigingsverzoek m.b.t. de nota is door FAB uitgevoerd. Nota staat in IS-TV Def. Vastgesteld voor 8e versie op Internet incl aanpassing verwijzing Vc Pagina 2 van 11

3 Goedkeuring Datum Functie Algemeen Directeur DT&V Procesprotocol -Inhoudsopgave Pagina Nr. Activiteit/processtap 3 Inhoudsopgave 4 Administratieve afhandeling/legenda procesdiagram 5 0 Algemeen 6 1 Doelgroep 7 2 Situaties waarin het scheiden van een gezin aan de orde kan zijn 8 3 Categorieën met bijzondere aandacht 9 4 Toetsing aan schrijnende situaties 10 5 Verlenen van toestemming voor en melden van een gescheiden uitzetting 11 Toelichting activiteiten Functionaris (sr) regievoerder vertrek, (sr) regievoerder (bijzonder) vertrek, (sr) medewerker feitelijk vertrek Pagina 3 van 11

4 Administratieve afhandeling Voor elk procesprotocol geldt dat de gebruikelijke administratieve handelingen, zoals vastgelegd in de procesprotocollen A1 t/m A5 + L2, uitgevoerd worden. Algemeen: 1. Het digitale en het fysieke dossier lopen één op één. 2. Alle vreemdeling gerelateerde documenten worden digitaal vastgelegd in Decos. Documenten die digitaal worden aangeleverd hoeven niet meer opnieuw digitaal vastgelegd te worden (zie procesprotocol L2 Scannen). 3. Er wordt een postregistratie beheerd in Decos (zie procesprotocol A1 Registratie vreemdeling gerelateerd document.) Legenda procesdiagram Pagina 4 van 11

5 Procesprotocol Activiteiten 0 Algemeen In Vreemdelingencirculaire 2000 (hierna: Vc), deel A hoofdstuk 3 paragraaf 6.2 is bepaald dat voor het vertrek van het hoofd van een gezin uit Nederland geldt dat de tot het gezin behorende vreemdelingen die Nederland moeten verlaten, zoveel mogelijk met het hoofd van het gezin vertrekken. Als gezamenlijk vertrek van het gezin niet mogelijk is, mag gescheiden vertrek plaatsvinden nadat de situatie van het gezin is beoordeeld en getoetst door de DT&V. In dit procesprotocol wordt aangegeven hoe uitvoering dient te worden gegeven aan het gestelde in Vc2000 deel A hoofdstuk 3 paragraaf 6.2. Pagina 5 van 11

6 1 Doelgroep 1.1 Definitie gezin (bron IND werkinstructie 2004) Dit procesprotocol is van toepassing op de volgende samenstellingen van personen: 1. (huwelijks-)partners, die feitelijk een gezin vormen; 2. (één) ouder(s) met één of meer minderjarige kinderen die feitelijk een gezin vormen; 3. (één) ouder(s) met één of meer meerderjarige kinderen die zodanig afhankelijk zijn van hun ouder(s) dat feitelijk sprake is van een gezin. Bovenstaande laat onverlet dat er gezinssituaties kunnen zijn, die hier weliswaar niet onder vallen, maar waarbij er omstandigheden zijn die ertoe kunnen nopen om niet over te gaan tot een gescheiden uitzetting. 1.2 Gezinnen die al bestonden in het land van herkomst De in dit procesprotocol beschreven instructie voor een gezamenlijke en gelijktijdige uitzetting geldt slechts indien het gezinsverband reeds bestond vóór de komst naar Nederland. Wanneer het gezin in Nederland is gevormd, dient wel steeds -bij het scheiden van een gezin bij uitzetting- bekeken te worden of een dergelijke gescheiden uitzetting wel wenselijk is. Zie verder onder stap 4.1 van deze instructie toetsing aan schrijnende situaties. Bij deze inschatting kan o.a. de duur van het gezinsverband, alsmede de vraag of (in Nederland geboren) kinderen deel uitmaken van het gezin, betrokken worden. Pagina 6 van 11

7 2 Situaties waarin het scheiden van een gezin aan de orde kan zijn 2.1 Alle gezinsleden zijn verwijderbaar Conform Vc2000 deel A hoofdstuk 4 paragraaf 6.2 dienen gezinsleden die allemaal verwijderbaar zijn geworden (en de DT&V zijn ingestroomd) zo veel als mogelijk gezamenlijk te worden uitgezet. Hiervan wordt slechts afgeweken wanneer sprake is van een situatie als beschreven in de stappen 3.2, 3.3 en 3.4 van dit protocol, met eveneens in achtneming van het gestelde onder 2.2. Voorts dient te worden overgegaan tot gescheiden uitzetting van gezinsleden wanneer een verwijdermogelijkheid voor langere duur verloren gaat. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een (vervangend) reisdocument dat zijn geldigheid dreigt te verliezen terwijl niet eenvoudig een verlenging. Of een nieuw reisdocument kan worden verkregen. Hier dient voorts het gestelde in 4.1 van dit protocol in acht te worden genomen. 2.2 Niet gelijk lopende procedures Het kan voorkomen dat niet alle leden van een gezin, waarbij van gezinsleven reeds sprake was in het land van herkomst, verwijderbaar zijn, omdat een deel van de gezinsleden een procedure heeft lopen die mag worden afgewacht en een ander deel van het gezin reeds verwijderbaar is geworden. In beginsel wordt pas tot uitzetting overgegaan als alle gezinsleden verwijderbaar zijn geworden. Zie voor wat betreft de uitzonderingen het gestelde onder 3 van dit protocol. Pagina 7 van 11

8 3 Categorieën met bijzondere aandacht 3.1 Gezinsleden met verschillende nationaliteiten Er wordt door de regievoerder of de medewerker feitelijk vertrek extra aandacht besteed aan gezinnen waarbij de gezinsleden verschillende nationaliteiten hebben. Er zal zoveel mogelijk getracht moeten worden hen naar één en hetzelfde land te laten vertrekken. Indien het niet mogelijk blijkt alle gezinsleden naar één land te laten vertrekken en ook overigens voldaan wordt aan de voorwaarden van het buitenschuldbeleid zoals vastgelegd in Vc2000 deel B hoofdstuk 8 paragraaf 4, kunnen zij uitgenodigd worden om een aanvraag in te dienen voor een verblijfsvergunning op grond van het buitenschuld-beleid. (Zie in dit verband tevens de procesprotocollen D1 Ambtshalve toets buiten schuld en D2 Beoordelen buiten schuld-criterium naar aanleiding van een aanvraag VVR. ) 3.2 Gevaar voor de openbare orde of nationale veiligheid Het scheiden van een gezin bij een uitzetting is mogelijk in die gevallen waarbij één der gezinsleden verblijf is of zou worden geweigerd omdat hij een gevaar vormt voor de openbare orde. Hierbij is aansluiting gezocht bij het beleid zoals neergelegd in deel B van de Vc. Hierbij moet worden gedacht aan transacties of veroordelingen wegens misdrijven (ook lichte misdrijven, echter geen overtredingen) en toepasselijkheid van artikel 1 F Vluchtelingenverdrag. Vreemdelingen van wie de toelatingsprocedure reeds is afgerond en die nadien een strafbaar feit plegen, kunnen ook gescheiden worden uitgezet, rekening houdend met de situatie zoals beschreven in paragraaf 4 van deze instructie. 3.3 Frustreren van de uitzetting door een of meerdere gezinsleden Het scheiden van een gezin bij een uitzetting is mogelijk in die gevallen waarbij het frustreren van deze gezamenlijke uitzetting door een gezinslid, de uitzetting van de overige gezinsleden in de weg staat. Het onttrekken aan het toezicht van een deel van het gezin kan beschouwd worden als het frustreren van de gezamenlijke uitzetting. Dit geldt eveneens voor het indienen van een herhaalde asielaanvraag door een gezinslid, welke aanvraag door de IND op grond van art. 4:6 AWB is of afgewezen. Indien bij de regievoerder de indruk bestaat dat ook reguliere aanvragen worden ingediend teneinde een gezamenlijke uitzetting te frustreren, dan dient een dergelijke zaak voorgelegd te worden aan de procesdirecteur, met gebruikmaking van het bij het protocol gevoegde format. 3.4 Dublin-overdracht Het scheiden van een gezin bij vertrek Nederland is mogelijk indien er sprake is van overdracht van een gezinslid in het kader van Dublin aan een EU land of lidstaat van Dublin. Het staande beleid inzake Dublin blijft onverkort van toepassing. 3.5 Niet alle gezinsleden hebben een verblijfsvergunning In het geval een deel van de gezinsleden de Nederlandse nationaliteit heeft of in het bezit is gesteld van een verblijfsvergunning en een deel van de gezinsleden niet, zullen de gezinsleden die geen verblijfsvergunning hebben op gebruikelijke wijze een reguliere aanvraag voor gezinshereniging (of -vorming) moeten indienen. Dergelijke verzoeken worden/zijn door de IND afgehandeld. Indien het verzoek om toelating is afgewezen en de vreemdeling is verwijderbaar geworden, dan is een nieuwe toets in welke vorm dan ook door de DT&V, dus ook schrijnendheid zoals bedoeld onder 4, niet nodig. De verwijdering kan doorgezet worden. Pagina 8 van 11

9 4 Toetsing aan schrijnende situaties 4.1 Niettegenstaande onder 2 en 3 van dit protocol zal te allen tijde bekeken moeten worden of het scheiden van een gezin bij uitzetting geen schrijnende situatie oplevert. Indien de gescheiden uitzetting een schrijnende situatie oplevert, dient een belangenafweging te worden gemaakt tussen de schrijnende situatie en het belang om de gescheiden uitzetting te laten doorgaan. Er zal hierbij een inschatting moeten worden gemaakt of de uitzetting niet beter uitgesteld kan worden tot het moment dat alle gezinsleden verwijderbaar zijn geworden. Deze belangenafweging moet niet worden verward met het voorleggen van individuele schrijnende zaken aan de IND (zie procesprotocol D4 Ambtshalve toets schrijnendheid). Pagina 9 van 11

10 5 Verlenen van toestemming voor en melden van een gescheiden uitzetting 5.1 In de Vc2000 deel A hoofdstuk 4 paragraaf 6.2 staat beschreven dat een gescheiden uitzetting pas kan plaatsvinden nadat hiervoor toestemming is verleend door de DT&V. Op grond van dit procesprotocol kan de regievoerder of de medewerker feitelijk vertrek in de meeste gevallen zelf de afweging maken of een gezin gescheiden kan worden uitgezet. In de volgende twee uitzonderingsgevallen dient een dergelijk verzoek tot het feitelijk scheiden van een gezin bij een uitzetting per nota te worden voorgelegd aan de procesdirecteur van de DT&V, wanneer: het oordeel bestaat dat wellicht sprake is van een schrijnende situatie bij uitzetting, maar er desalniettemin redenen zijn om toch over te gaan tot een gescheiden uitzetting, of; ingeschat wordt dat een gescheiden uitzetting kan leiden tot publiciteit. 5.2 In IS-TV wordt door de regievoerder of medewerker feitelijk vertrek vastgelegd dat de effectuering van de gescheiden uitzetting wordt, voor advies, voorgelegd aan de procesdirecteur. 5.3 De regievoerder of medewerker feitelijk vertrek maakt de nota voor advies aan in IS-TV door de processtap op te voeren. 5.4 Deze nota wordt verzonden aan de procesdirecteur. Zie voor een verdere beschrijving van postverzending procesprotocol A1 Registratie vreemdeling gerelateerd document. Zie toelichting. 5.5 Indien de procesdirecteur akkoord is wordt de uitzetting geëffecueerd en wordt het dossier gearchiveerd. Zie hiervoor procesprotocol A4 Dossierverkeer, afsluiten en fiatteren vertrekprocedure en archiefhandelingen. Indien de procesdirecteur niet akkoord is, wordt het vertrekplan verder opgepakt en uitgevoerd. Zie hiervoor procesprotocol B1 Opstellen, onderhoud en afsluiten vertrekplan. Pagina 10 van 11

11 Procesprotocol Toelichting activiteiten 2.2 Vanwege onduidelijkheden in de uitvoering rond 2.2 is in juli 2008 in overleg met de DVB gekozen voor een nieuwe formulering van dit punt. Het betreft hier een principiëel uitgangspunt, te lezen in samenhang met 2.1. van dit protocol. 5.4 De procesdirecteur kan zich, indien hij dat wenst, laten adviseren door HSIO. Pagina 11 van 11