Verslag van de vergadering van dinsdag 4 september 2007 in het stadhuis te Leiden om uur

Transcriptie

1 GEMEENTERAAD VAN LEIDEN 203 Verslag van de vergadering van dinsdag in het stadhuis te Leiden om uur Voorzitter: Griffier: de heer H.J.J. Lenferink mevrouw E.H.T. van der Vlist Aanwezig zijn voorts 37 raadsleden: mevrouw De Bakker (SP), mevrouw Becht (GL), mevrouw Van der Beek (GL), mevrouw Van den Berg (PvdA), de heer Bleijie (CDA), de heer Boer (SLO), de heer Bonestroo (CDA), mevrouw Broeyer (PvdA), mevrouw Clement (CU), mevrouw Dickhoff (PvdA), de heer Dirks (SP), mevrouw Van Dongen (PvdA), de heer Van Egdom (GL), de heer Flippo (CDA), mevrouw Van Gelderen (SP), mevrouw Van Gruting (VVD), de heer De Haan (CDA), de heer Hendriks (SP), de heer Hermans (VVD), de heer Holla (PvdA), de heer El Houari (PvdA), de heer Iken (PvdA), mevrouw Jansen (PvdA), de heer Van der Klis (VVD), de heer Van der Kraats (SP), de heer Van Laar (PvdA), de heer Laudy (VVD), de heer Van der Luit (D66), de heer Van Meenen (D66), de heer Peper (LL), de heer Posthuma (GL), de heer Rademaker (SP), mevrouw Van Sandick (CDA), de heer Sleijster (VVD), de heer Theeuwen (SP), de heer Terpstra (CU) en de heer Zevenbergen (VVD) De wethouders Van den Berg (PvdA), Witteman (PvdA), Jonas (SP), Keur (SP), Steegh (GL), Van As (CU) en de gemeentesecretaris Van den Wijngaart. Afwezig: de heer Sloos (LL), de heer Keereweer (PvdA) Notulist: I.L. Vos (Notuleerservice Nederland) Mevrouw Van Gruting treedt op als plaatsvervangend voorzitter, hierna te noemen: plv. voorzitter. Opening De plv. voorzitter opent de vergadering en verwelkomt alle aanwezigen na het zomerreces. 1. Vaststelling agenda De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld. 2. Mededelingen Een bericht van verhindering is ontvangen van de heren Sloos (LL) en Keereweer (PvdA). De heer Lenferink is verlaat, vanwege het bijwonen van een herdenkingsbijeenkomst voor Indiëslachtoffers. De raadsleden troffen op hun legger diverse bescheiden aan. De plv. voorzitter vraagt bijzondere aandacht voor het boekje Raadsleden in de stad. Namens de raad bedankt zij de opsteller van het boekje, mevrouw De Heer. 3. Actualiteit Er heeft zich niemand aangemeld voor dit agendapunt. 4. Regeling van werkzaamheden Zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 5. Ingekomen stukken Zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming wordt de lijst van ingekomen stukken vastgesteld. 6. Vaststelling besluitenlijsten van 19 juni, 10 en 11 juli 2007

2 GEMEENTERAAD VAN LEIDEN 204 Zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming worden de besluitenlijsten vastgesteld. BENOEMINGEN De agendapunten 7, 8 en 9 worden doorgehamerd volgens de methode Welling. 7. Benoeming lid commissie Bestuur en Leefbaarheid (vacature Van Haaster) Zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming wordt besloten te benoemen tot lid van de commissie Bestuur en Leefbaarheid mevrouw L. Kerkhof (duo-raadslid D66). 8. Benoeming lid commissie Bestuur en Leefbaarheid (vacature Sleijster) Zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming wordt besloten te benoemen tot lid van de commissie Bestuur en Leefbaarheid mevrouw B. Zippro-Pouw (duo-raadslid VVD). Om agendatechnische redenen zal mevrouw Zippro-Pouw op een later tijdstip worden beëdigd. 9. Benoeming lid commissie Onderwijs en Samenleving (vacature Kerkhof) Zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming wordt besloten te benoemen tot lid van de commissie Onderwijs en Samenleving de heer A. van der Luit (raadslid D66). 10. Tijdelijke verkeersmaatregel Stationsplein-Morssingelterrein (RV ) Zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten. SCHORSING Tijdens de schorsing draagt mevrouw Van Gruting als plv. voorzitter het voorzitterschap weer over aan burgemeester Lenferink, hierna te noemen: voorzitter. De voorzitter heropent de vergadering en bedankt mevrouw Van Gruting voor het overnemen van de opening en de eerste agendapunten. 11. Afdoening raadsvoorstel (Openingstijden op donderdag) De voorzitter verwijst naar de brief die de raadsleden op hun legger aantroffen. De door het presidium af te handelen kwestie bleek niet eenvoudig afgedaan te kunnen worden. De Gemeentewet zegt hierover niets. Het Reglement van Orde geeft aan dat tot het moment dat de volgende gesproken heeft een stem kan worden herroepen. In het onderhavige geval is er sprake van een zeer specifieke situatie. Op basis van het Reglement van Orde kon niet gecorrigeerd worden, omdat niet bekend was dat er mogelijkerwijs sprake was van een misverstand. De geluidsopname is door verschillende personen diverse malen beluisterd. Dit geeft geen uitsluitsel. De voorzitter legt de raad een ordevoorstel voor om in deze uitzonderlijke situatie de stemming opnieuw te doen. Het Reglement van Orde voorziet daar niet in, maar het lijkt de meest eerlijke manier. De heer Terpstra deelt de conclusie van de voorzitter om opnieuw te stemmen, maar heeft nog een vraag. Hoe is het presidium tot de conclusie gekomen dat de interpretatie van de voorzitter bindend is? De heer De Haan kan instemmen met het ordevoorstel. Hij wil graag nog het volgende opmerken. Opvallend is dat bij mondelinge stemmingen raadsleden veelal de microfoon niet gebruiken. Spreker zou alle raadsleden dan ook willen oproepen om er een gewoonte van te maken om de microfoon te gebruiken bij hoofdelijke stemmingen. De voorzitter verwijst naar artikel 55 van het Reglement van Orde. De heer Posthuma vraagt de voorzitter of hij zich bewust is van het feit dat er een volstrekt andere stemming uit voort kan komen. Feitelijk gaat het om de beoordeling van slechts een stem.

3 GEMEENTERAAD VAN LEIDEN 205 De voorzitter zegt dat het evident is dat dit nadeel daaraan vast hangt. Men dient zich goed te realiseren dat er sprake is van een vergissing. Er valt niet op te maken of iets verkeerd is verstaan of verkeerd is gezegd. Beide opties zijn mogelijk. De enige eerlijke oplossing is opnieuw stemmen. De heer Posthuma vraagt of het presidium heeft overwogen om alleen de betreffende stem opnieuw uit te laten brengen, of dat het Reglement van Orde daar niet in voorziet. De voorzitter zegt dat opnieuw stemmen de meest eerlijke oplossing lijkt. Het voorkomt ieder misverstand. De voorzitter constateert dat de raad unaniem kan instemmen met het ordevoorstel om tot nieuwe stemming over te gaan. De voorzitter gaat over tot hoofdelijke stemming en verzoekt ieder raadslid om de microfoon te gebruiken. Voor gestemd hebben: De leden Iken (PvdA), Jansen (PvdA), Dickhoff (PvdA), Broeyer (PvdA), Holla (PvdA), Zevenbergen (VVD), Hermans (VVD), Laudy (VVD), Van Gruting (VVD), Van den Berg (PvdA), Sleijster (VVD), Boer (SLO), Peper (LL), El Houari (PvdA), Van der Luit (D66), Boddé (VVD), Van der Beek (GroenLinks), Van Meenen (D66), Van Laar (PvdA), Van Dongen (PvdA), Posthuma (GroenLinks) Tegen gestemd hebben: De leden De Haan (CDA), Van Egdom (GroenLinks), Bleijie (CDA), Flippo (CDA), Rademaker (SP), Hendriks (SP), Clement (CU), Dirks (SP), Terpstra (CU), Van Gelderen (SP), Bonestroo (CDA), Van der Kraats (SP), Van Sandick (CDA), Becht (GroenLinks), Theeuwen (SP), De Bakker (SP). De voorzitter constateert dat de hoofdelijke stemming uitwijst, dat met 16 stemmen tegen en 21 stemmen voor, het voorstel is aangenomen. 12. Conclusies en aanbevelingen naar aanleiding van de evaluatie van de werkwijze van de raad (RV ) De voorzitter verzoekt de leden van het presidium plaats te nemen achter de tafel. Over de door het presidium opgestelde lijst van twintig punten zegt mevrouw Becht dat GL vreest dat deze punten niet zullen leiden tot een daadwerkelijke verandering. Niet alleen de spelregels, maar ook de cultuur moet veranderen. Zolang raadsleden elkaar niet aanspreken op hun functioneren en afspraken uit raadscommissies niet altijd worden nagekomen, zal er niets veranderen. Regels voor het indienen van moties vreemd aan de orde van de dag en regels voor interrupties zouden kunnen helpen. Echter, GL vreest dat het laatste zal leiden tot een uitholling van het debat in de raad. GL verwacht dat een radicale cultuurverandering nodig is om de gewenste punten te realiseren. De fractie wil dat bij de in het najaar te organiseren raadsconferentie aandacht wordt besteed aan de vergaderstructuur en -cultuur. Daartoe wordt een amendement ingediend (amendement 1) (bijlage). In de praktijk is gebleken dat het beperken van het aantal officiële zetels van kleinere fracties in raadscommissies heeft geleid tot een ware stoelendans, omdat er meerdere woordvoerders waren. Anderzijds maakten de grote fracties niet maximaal gebruik van de ieder van hen toegewezen drie zetels in de raadscommissies. De fractie van GL verzoekt om alle fracties twee zetels per raadscommissie te geven en dient daartoe een amendement in (amendement 2) (bijlage). De heer De Haan zegt dat vergaderen hoort bij het politieke vak. De raad van Leiden mag zichzelf best prijzen. Het is namelijk leuk in de Leidse gemeenteraad. Er vindt veel debat en discussie plaats op een behoorlijk niveau. Er zijn altijd verbeteringen mogelijk. In de voorstellen van het presidium komt veelvuldig de term nieuwe regels voor. De CDA-fractie is bezorgd over de mate waarin regels beperkend zijn. Bijvoorbeeld het element interruptie hoort bij een debat. De CDA-fractie is van mening dat er ruimte moet zijn voor interrupties.

4 GEMEENTERAAD VAN LEIDEN 206 In het kader van moties vreemd aan de orde van de dag en Actualiteit ontstond een soort wildgroei. Soms was niet duidelijk waarvoor deze aspecten te gebruiken zijn. Het is dan ook belangrijk om duidelijk te definiëren wanneer een onderwerp wel/niet geschikt is. Een Actualiteitsvraag moet betrekking hebben op ontwikkelingen in Leiden. Onvoldoende wordt nageleefd de afspraak dat in de raad alleen nog wordt gesproken over de punten waarvan de commissievoorzitters hebben geconcludeerd dat daarover in de raad nog gesproken moet worden. De voorzitter van de raad zou dat bijvoorbeeld aan het begin van een agendapunt kunnen melden, om te voorkomen dat de discussie uit de raadscommissie wordt overgedaan. Bij interruptie vraagt mevrouw Van den Berg of de heer De Haan met haar van mening is dat de Actualiteitsvraag ook actueel moet zijn. Nu lijkt het een omzeiling van het presidium. De heer De Haan is het eens met mevrouw Van den Berg. Op dit moment worden bepaalde instrumenten onvoldoende gebruikt omdat niet duidelijk is gedefinieerd waarvoor ze bedoeld zijn. De CDA-fractie is het eens met de aanbeveling ten aanzien van kwaliteit en tijdigheid van vergaderstukken. In het kader van de kwaliteit mist de fractie het schrijven richting politieke besluitvorming. Ook de fracties moeten blijven werken aan een verbetering van de inbreng en presentatie in de raad. Wellicht kan dit worden bewerkstelligd door met elkaar te trainen? Over strak leiden, zegt de heer De Haan: Ruimte als het kan, strak als het moet. Ten aanzien van de introductie van het begrip destructief amendement is de CDA-fractie van mening dat daarvan geen sprake kan zijn in de politiek. Als het college van B en W een voorstel doet, heeft een fractie niet het recht om een tegengestelde beweging in te zetten. Als men tegen het voorstel is, dan stemt men gewoon tegen het voorstel. Het introduceren van een dergelijk amendement zal ook leiden tot een praktisch probleem. Hoe kan worden vastgesteld wanneer iets destructief is en wie bepaalt dat? Wat de CDA-fractie betreft zijn alle amendementen welkom, tenzij deze buiten de orde zijn. In reactie op mevrouw Becht zegt de heer De Haan dat de door haar genoemde stoelendans tijdens commissievergaderingen mogelijk wordt veroorzaakt door de portefeuilleverdeling in een fractie. De CDA-fractie vindt de afspraak dat een grote fractie meer zetels heeft prima. De heer Boddé merkt op dat het, na het lezen van de evaluatie en het voorstel, lijkt of het in Leiden huilen met de pet op is. Spreker sluit zich aan bij de woorden van de heer De Haan. Het is hier nog niet zo slecht. De kwaliteit van het debat is ons aller zaak. De VVD-fractie zou willen dat raad daarin nog beter zijn best gaat doen, maar er ligt ook een verantwoordelijkheid bij de voorzitter van de raad. De VVD-fractie kan meegaan met de opmerkingen van GL en CDA. Zij heeft geen behoefte aan beperkende regels. Wel kan de fractie instemmen met het voorstel. Immers de te houden raadsconferentie heeft een open karakter, waardoor men vrij is om met elkaar in discussie te gaan. Namens zijn fractie dient de heer Boddé een amendement in (amendement 3) (bijlage). In tegenstelling tot het presidium vindt de VVD-fractie het vergaderschema van de raadscommissies problematisch. Middels het amendement wordt voorgesteld om over te gaan tot één commissievergadering per avond. Bij interruptie wijst de heer De Haan erop dat dan alleen de woensdagavond resteert om als fractie de stad in te gaan. De heer Boddé legt uit dat niet de gehele fractie aanwezig is bij de commissievergadering. Iedere avond in de week kan een fractie mensen beschikbaar hebben om bijvoorbeeld de stad in te gaan. Namens zijn fractie dient de heer Boddé nog een amendement in met betrekking tot het Reglement van Orde en de Verordening commissies (amendement 4) (bijlage). De onderwerpen Actualiteit (raad) en Rondvraag (commissie) zijn authentiek, maar de vergaderwijze blijkt niet authentiek te zijn. Via het amendement wordt voorgesteld dit te herstellen. De heer Terpstra vindt het houden van een evaluatie goed. Hij constateert dat het niet alleen maar kommer en kwel is. Toch heeft de CU de nodige kritiekpunten. Bijvoorbeeld: - interrupties, die worden gebruikt als verlenging van een eigen termijn of een voorschot daarop; - elkaar in de rede vallen; - het overdoen in de raad van een debat uit de commissie.

5 GEMEENTERAAD VAN LEIDEN 207 Hoe kunnen deze problemen worden opgelost? De aanbevelingen houden ondermeer een raadsconferentie in en het opstellen van regels. De CU verwacht meer van de nadrukkelijke aanwezigheid van de voorzitter. Een voorzitter volgt de vergadering inhoudelijk en grijpt in als dat nodig is. Via ordekwesties regelt een voorzitter de vergaderorde. In die zin verwacht de fractie veel van het voorzitterschap. Over het amendement van GL met betrekking tot duo-raadsleden zegt de heer Terpstra dat hierover voor de verkiezingen afspraken zijn gemaakt. Hij voelt er niet veel voor om na de verkiezingen de betreffende regels te gaan aanpassen. Bij interruptie vult mevrouw Becht aan dat het voorstel van GL betrekking heeft op alle fracties in de raad. De heer Terpstra legt uit dat de CU tegen het probleem aanloopt vanwege de verplichting dat een duo-raadslid op de verkiezingslijst moet hebben gestaan. Dat is belemmerend voor de fractie, wanneer mensen na enige tijd niet meer beschikbaar zijn. De heer Terpstra stelt voor om in de raadsconferentie hierover een discussie aan te gaan. Mevrouw Van den Berg vertelt dat de PvdA-fractie het amendement van GL sympathiek vindt, maar het niet zal steunen. Het amendement suggereert dat verbetering zal ontstaan door het op te schrijven. Als men iets van de (vergader)cultuur wil veranderen, dan zal men bij zichzelf moeten beginnen. Spreekster pleit ervoor dat men de debattraining gebruikt om deze op zichzelf toe te passen. Dat zal de kwaliteit van het debat ten goede komen. Bij interruptie merkt de heer De Haan op dat hij de debattraining primair een aangelegenheid voor de fractie zelf vindt. Mevrouw Van den Berg onderschrijft die uitspraak. Toch zou zij als raad nogmaals een debattraining willen aanbieden. De vergaderstukken moeten van hoge kwaliteit zijn. De kwaliteit is verbeterd, maar vaak is het collegestuk ook het raadstuk. Wat het college van B en W besluit is interessant, maar vervolgens moet nog een slag worden gemaakt; de raad moet een besluit nemen. Spreekster zou het college van B en W, de griffie en het presidium willen oproepen om aandacht te schenken aan het onderscheid tussen college- en raadsvoorstellen. De procedure voor initiatiefraadsvoorstellen juicht de PvdA-fractie van harte toe. Het is wel belangrijk om ook de inspraak rond initiatiefraadsvoorstellen in de procedure op te nemen. Het hanteren van spelregels is niet verkeerd, maar dan wel zo minimaal mogelijk en als minimale handvatten voor de voorzitter. Ten aanzien van het begrip destructief amendement is spreekster het eens met de redenering van de heer De Haan. Het lijkt haast onmogelijk om een definitie op te stellen. Anderzijds zou de PvdA-fractie het presidium willen uitdagen om regels aan de raad voor te leggen. Het amendement van GL over het aantal zetels in de commissievergadering lijkt onvolledig. De PvdA-fractie zou in dat geval twee raadsleden overhouden die politiek gezien niets kunnen doen. Mevrouw Van den Berg dient een motie in (motie 1) (bijlage). Zij pleit ervoor om de vergaderingen met een aanvangstijd voor uur tot een absoluut minimum te beperken. Als het toch nodig blijkt te zijn om eerder dan uur te beginnen met een vergadering, dan zou spreekster door middel van een motie willen opdragen om stemmingen na uur te laten plaatsvinden. De heer Theeuwen meldt dat de SP-fractie zich grotendeels kan vinden in de conclusies van de evaluatie. De fractie heeft wel moeite met de nieuwe aanbevelingen. Wat de fractie betreft voldoen de aanbevelingen van 2006 prima. Geconstateerd kan worden dat ondanks alle gemaakte afspraken er weinig terecht is gekomen van de uitvoering. De SP-fractie zou graag de volgende kernpunten naar voren willen brengen. 1. Discipline van de raadsleden. Daarvoor is geen raadsconferentie nodig. Iedereen dient zich te houden aan de gemaakte afspraken. 2. Goede voorzitters. Zij bewaken en sturen op de kwaliteit van het debat en voorkomen een herhaling van de discussie die plaatsvond in de commissie. 3. Presidium. Alleen op technische gronden bemoeit het presidium zich met stukken van het college van B en W en moties vreemd aan de orde van de dag. Het presidium mag niet op de stoel van de griffie gaan zitten en mag geen politieke rol aannemen.

6 GEMEENTERAAD VAN LEIDEN 208 De SP-fractie kan niet instemmen met de besluitpunten. Wel onderschrijft zij de intentie dat commissievoorzitters, de voorzitter van de raad en de mederaadsleden de discipline gezamenlijk handhaven. De voorzitter legt uit dat het presidium behoefte heeft aan een korte schorsing vanwege de amendementen en de motie. De voorzitter schorst de vergadering. SCHORSING Mevrouw Van Gruting (hierna te noemen: plv. voorzitter) neemt tijdelijk het voorzitterschap over. De plv. voorzitter heropent de vergadering en geeft het woord aan de voorzitter van het presidium, de heer Lenferink. De heer Lenferink wil allereerst het volgende opmerken over het handhaven door de voorzitter van de raad van de conclusies in de commissies. Het Reglement van Orde zegt hierover niets. Het Reglement van Orde doet voor het overige geen uitspraak over wat een raadslid wel of niet mag zeggen. De Gemeentewet kent geen commissie. De heer Lenferink wijst op de mogelijkheid dat een fractie na een commissievergadering kan besluiten om het anders te doen. De heer Lenferink kan zich de onvrede voorstellen, maar hij waarschuwt voor het hard neerzetten van een dergelijke afspraak. Bij interruptie merkt de heer De Haan op dat hij niet heeft gevraagd om het voorstel te formaliseren. Hij wilde in zijn betoog naar voren brengen dat de informele werkwijze onvoldoende uit de verf is gekomen. De heer Lenferink legt uit dat wanneer in een commissie is geconcludeerd dat in de raad geen discussie zal worden gevoerd, maar als een raadslid alsnog de discussie wenst aan te gaan, de voorzitter van de raad geen middel heeft om dat tegen te houden. Bij het destructieve voorstel komt de heer Lenferink met het volgende voorbeeld. Er wordt een voorstel gedaan tot wijziging van de regelgeving. Het betreffende voorstel komt in de inspraak. Vervolgens komt het voorstel ter sprake en het voorstel kan wel of niet worden aangenomen. Als het vervolgens volledig de andere kant op gaat, dan is dat voorstel op dat moment niet in de inspraak geweest. Het is zuiverder in de vorm van het afstemmen van het eerste en het initiatief nemen om een tweede en andere richting in te nemen en het normale traject te volgen. De achtergrond van een destructief amendement is om een zorgvuldige opbouw van de beleidsvorm te krijgen. Bij interruptie vraagt mevrouw Clement waar het verschil dan ligt tussen de verantwoordelijkheid van een collegelid en die van een raadslid. De heer Lenferink legt uit dat de raad besluit over de raadsbehandeling. Over de amendementen en de motie heeft het presidium de volgende opmerkingen. Amendement 1 (cultuur/structuur) van GL: Het voorstel is om een raadsconferentie te houden. Daarin kan aandacht aan dit aspect worden besteed. Amendement 2 (alle fracties twee zetels in commissie): Dit betreft een keuze van de fracties zelf. De heer Lenferink wijst erop dat in dat geval een commissie uit achttien leden zal bestaan, de helft van het aantal raadsleden. Dat is omvangrijk en het zorgt wellicht voor een logistiek probleem. Amendement 3 (een in plaats van twee commissievergaderingen op een avond): Het presidium geeft geen oordeel. Dit kan per fractie verschillend liggen. Bij interruptie wijst de heer Boddé erop dat voorbij wordt gegaan aan de argumenten zoals genoemd in het amendement. De heer Lenferink verwijst naar het oorspronkelijke argument om twee commissievergaderingen op een avond te overwegen. Amendement 4: het presidium vindt het geen vreemde gedachte om de rondvraag (commissie) en actualiteit (raad) op gelijke wijze te behandelen. Het presidium zou daarnaast willen voorstellen om het woord burgerinspraak te veranderen in burger aan het woord. De eerste term kan namelijk verwarring oproepen ten aanzien van de formele inspraak. In het presidium heerst het gevoel dat de verdenking bestaat dat in het presidium politiek wordt bedreven. De heer Lenferink en het presidium werpen dit verre van zich. Het presidium regelt zaken procesmatig. De raad heeft het presidium opgedragen om de griffie aan te sturen. De raad kan het presidium, en niet de griffie, aanspreken op zijn besluiten. De raad velt een oordeel over de besluiten van het presidium.

7 GEMEENTERAAD VAN LEIDEN 209 Het presidium kan zich erg goed vinden in de motie. De plaatsvervangend voorzitter draagt het voorzitterschap weer over aan burgemeester Lenferink, hierna te noemen: voorzitter. De voorzitter gaat over tot stemming. Amendement 1: Amendement 2: Amendement 3: Amendement 4: Motie 1: zonder hoofdelijke stemming wordt het amendement 1 verworpen, met dien verstande dat de fracties van de VVD, GroenLinks, D66 en LL geacht worden voor het amendement gestemd te hebben. zonder hoofdelijke stemming wordt amendement 2 verworpen, met dien verstande dat de fracties van GL, D66, SLO en LL geacht worden voor het amendement te hebben gestemd. zonder hoofdelijke stemming wordt het amendement verworpen, met dien verstande dat de fractie van VVD, GroenLinks, de SP (minus de leden Rademaker, Dirks en Theeuwen), de fractie LL en het lid Van Laar (PvdA) geacht worden voor het amendement te hebben gestemd. zonder hoofdelijke stemming wordt het amendement aanvaard, met dien verstande dat de fractie van SP, uitgezonderd het lid Rademaker, geacht wordt tegen het amendement te hebben gestemd. zonder hoofdelijke stemming wordt de motie met algemene stemmen aangenomen. De voorzitter brengt het totale, geamendeerde voorstel in stemming. Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen, met dien verstande dat de fractie van SP geacht wordt tegen het voorstel te hebben gestemd. Namens de raad bedankt de voorzitter de griffie voor het uitvoeren van de evaluatie. 13. Adviescommissie Vooronderzoek Inzake Onderzoek naar Overschrijdingen bij Grote Projecten (RV ) De voorzitter verzoekt de leden van de vooronderzoekscommissie plaats te nemen achter de tafel. De voorzitter wijst erop dat professor Toonen formeel gezien het woord niet mag voeren. De raad kan hiertoe anders besluiten. Verwezen wordt naar artikel 29 van het Reglement van Orde. De voorzitter constateert dat de raad kan instemmen met het reglementair aanwezig zijn van professor Toonen. De heer Sleijster memoreert aan de raadsvergadering van 15 mei 2007, waarin een interpellatiedebat werd gevoerd naar aanleiding van een brief van het college van B en W inzake een overschrijding in het project Stadsgehoorzaal. De door het college van B en W aangekondigde maatregelen waren voor de raad onvoldoende. Bij motie werd opdracht gegeven tot het instellen van een commissie Vooronderzoek. De VVD-fractie onderschrijft het advies van de commissie Vooronderzoek volledig. De fractie kan instemmen met de besluitpunten. Zij steunt de voordracht van vijf commissieleden, inclusief de voorzitter. Zij dienen conform de letter en geest van het raadsvoorstel te handelen namens de gehele raad van de gemeente Leiden en niet namens bepaalde fracties. De VVD-fractie ziet de uitkomst van de zelfstudie van het college van B en W naar de verdorven bestuurscultuur met belangstelling tegemoet. Tevens is zij benieuwd naar de uitkomst van het aanvullend onderzoek naar de aard en het karakter van de verhoudingen tussen apparaat, bestuur en raad. De VVD-fractie onderschrijft vooralsnog de keuze voor een reconstructie en evaluatie van de gang van zaken bij de besluitvorming rondom het Scheltemacomplex en het Rembrandtjaar. De in het fractievoorzitteroverleg aangekondigde amendementen op dit punt zal de VVD-fractie uiteraard bij haar afwegingen betrekken. De heer Posthuma haalt de harde woorden aan van fractievoorzitter Keereweer, toen hij sprak van een verdorven bestuurscultuur, die onderzocht moest worden. Het college van B en W legde een verklaring af en kondigde maatregelen aan.

8 GEMEENTERAAD VAN LEIDEN 210 Het is een nog niet eerder in de historie van Leiden vertoond feit dat de grootste partij in de raad publiekelijk in de raad afstand nam van een bestuursstijl en dat een college van B en W afstand nam van de handelswijze van het vorige college. Dan moet er inderdaad wat aan de hand zijn. Dat een onderzoek zou moeten plaatsvinden daarover waren de fracties het snel unaniem eens. De fractie van GL nam in het betreffende debat een bescheidener opstelling in. De fractie constateerde al eerder dat er geen control leek te zijn op uitgaven in grotere projecten in de stad. GL wees op de verantwoordingsplicht van de wethouder ten opzichte van de raad. De raad stelt op afstand kaders en controleert de besluiten rondom projecten op afstand. Al enige jaren lijkt het de gewoonte om bij het vaststellen van de begroting enige kredieten recht te strijken. Ook de raad streek bij die gelegenheid met de hand over het politieke hart. GL steunde het voorstel tot het instellen van een commissie Vooronderzoek, voornamelijk vanuit de optiek dat er lessen geleerd moesten worden, dat de achterliggende processen blootgelegd moesten worden en dat er snel treffende maatregelen getroffen moesten worden. De commissie Vooronderzoek heeft de opdracht van de raad goed vertaald. Terecht wordt een verbinding gelegd met de maatregelen die het college van B en W zelf nam. Het is goed dat in de afronding van de aanpak is voorzien in een publieke hoorzitting. De fractie van GL kan instemmen met de voorgestelde aanpak en de keuze voor de projecten. Zij steunt de opvatting dat er een mogelijkheid moet zijn waarbij toch nog kan c.q. moet worden overgestapt naar een raadsenquête. Het onderzoek en de behandeling in de raad zouden bij voorkeur voor het zomerreces van 2008 afgerond moeten zijn. De fractie kan instemmen met het budget.. Het is een fors bedrag, maar als dit leidt tot een betere financiële planning en verantwoording, dan kunnen wellicht miljoenen euro s worden bespaard. De samenstelling van de commissie heeft het vertrouwen van de fractie. De commissie dient tot een oordeel te komen dat losstaat van de mogelijke politieke of juridische consequenties. GL wenst de commissie een goede en vastberaden koers toe. Aan de commissie heeft de fractie nog de volgende vraag. Is het mogelijk om de raad tussentijds (bijvoorbeeld in januari 2008) te rapporteren over de feitelijke bevindingen? Aan de raad en het college van B en W stelt GL de volgende vraag. Op welke wijze kan worden gegarandeerd dat op zo kort mogelijke termijn de interne administratieve processen zodanig zijn ingericht, dat maandelijks en per kwartaal een financiële rapportage ontstaat, waarmee inzicht in de uitgaven versus de begroting kan worden gegeven? De fractie van GL verwacht van dit onderzoek dat het kan bijdragen aan de verbetering van planning & control van grote en ingewikkelde projecten, waarmee veel geld is gemoeid. GL steunt het besluit en heeft daartoe fractielid Van Egdom vrijgemaakt om deze taak te gaan vervullen. De voorzitter wijst de heer Posthuma erop dat hij een vraag stelt aan een commissie die nog niet is ingesteld. Hij stelt voor de vraag later mee te geven aan de commissie, waarna schriftelijke informatie volgt. De heer Posthuma kan instemmen met de interpretatie van de voorzitter. De heer De Haan constateert dat in het debat van 15 mei jl. een stinkend lijk uit de kast is gekomen, namelijk de verdorven bestuurscultuur of eigenlijk het project Stadsgehoorzaal. Spreker citeert enkele opmerkingen uit het debat. De CDA-fractie vond dat de zware woorden van die avond gevolgd zouden moeten worden door een zwaar onderzoek. Wat de fractie betreft, was nu al overgegaan tot een raadsenquête, maar zij kan zich goed vinden in het voorstel van de commissie Vooronderzoek. Over de samenstelling van de in te stellen commissie, waarvoor de CDA-fractie de heer Bonestroo beschikbaar stelt, zegt de heer De Haan dat deze voldoende divers is qua vaardigheden, politieke samenstelling en deskundigheid. De samenstelling lijkt voldoende zwaar om de klus te klaren. Naast de taskforce die het college van B en W instelt, moet nadrukkelijk worden gekeken naar de meer politieke relatie en de informatievoorziening aan college van B en W en gemeenteraad. Niet alleen de aspecten planning & control, maar ook de verantwoordelijkheid van de verschillende portefeuillehouders moet worden belicht. De opzet van het onderzoek biedt daarvoor voldoende ruimte, maar een en ander is nog voldoende geëxpliciteerd. Naast alle waardering heerst er ook verbazing binnen de CDA-fractie. De fractie is verbaasd over de keuze van de projecten. De Stadsgehoorzaal is geen onderwerp van onderzoek, terwijl het wel gaat om: - een forse financiële overschrijding;

9 GEMEENTERAAD VAN LEIDEN een politiek zwaar beladen onderwerp; - een project wat veel leerpunten kan opleveren voor toekomstige projecten. In relatie tot het project Stadsgehoorzaal is er juist sprake van een verdorven bestuurscultuur. De CDA-fractie is van mening dat het project Stadsgehoorzaal zwaarder beoordeeld zou moeten worden dan het project Rembrandtjaar. De heer De Haan dient een amendement in, waarin wordt voorgesteld om het Scheltemacomplex en de Stadsgehoorzaal als casestudie aan te wijzen (amendement 1) (bijlage). Mevrouw Van den Berg stelt dat op 15 mei jl. niet alleen sprake was van een shockerende raadsvergadering. Er leek veel herkenning te zijn bij raadsleden maar ook bij mensen in de stad. De oorzaak van de ontstane bestuurscultuur is niet aanwijsbaar. Het is een samenspel van college van B en W, ambtenaren, raadsleden, maar ook van mensen van buiten de raad, die van het college van B en W een bepaalde ambitie verwachten. De open bestuurscultuur is er mede verantwoordelijk voor dat nu wordt gesproken over de vraag hoe het beter kan worden georganiseerd. De raad heeft er geen grip op gehad. De PvdA-fractie is blij met het voorstel tot onderzoek. De fractie hoopt dat de commissie problemen adresseert. Zij hoopt niet dat de commissie oplossingen zoekt in een brei aan monitors en rapportages. De fractie hoopt dat de commissie, met het oog op de toekomst, projecten bekijkt vanuit de gedachte: wat kunnen raad en college van B en W anders doen om overschrijdingen in tijd en geld te voorkomen? Bij interruptie vraagt de heer Van Meenen of mevrouw Van den Berg het met hem eens is dat de PvdA-fractie voor de commissie uit al een oordeel heeft over wat nu wel of niet verstandig is. Mevrouw Van den Berg antwoordt dat zij, achteraf gezien en vanwege de vele amendementen, had gehoopt dat de raad richtinggevende uitspraken had gedaan. Zij ziet er niets verkeerds in om namens de PvdA-fractie uit te spreken dat de commissie beter geen oplossingen kan zoeken in rapportages en monitors. Zij hoopt dat de commissie zal aanbevelen dat de instrumenten, die ter beschikking worden gesteld, goed gebruikt worden. Het is goed om als raad suggesties mee te geven aan de commissie. De PvdA-fractie vindt het instellen van een onderzoekscommissie een goed middel, vanwege het feit dat de mogelijkheid aanwezig blijft om alsnog te besluiten tot een raadsenquête. Ook de vraagstelling krijgt het akkoord van de fractie. In het kader van de keuze voor projecten wordt het project Scheltemacomplex geschikt geacht. Echter, in het project Rembrandtjaar mist de fractie de aspecten van de grondexploitatie. De fractie stelt daarom het project Roomburg te kiezen in plaats van het Rembrandtjaar. Waarom kiest de fractie voor Roomburg en niet voor het project Stadsgehoorzaal? De PvdA-fractie denkt dat het belangrijk is om een project al afgerond te zien, want alle project- en uitvoeringsbesluiten staan dan al op een rij. Namens de PvdA-fractie dient mevrouw Van den Berg een amendement in, waarin wordt voorgesteld om niet voor het project Rembrandtjaar, maar het project Roomburg woningbouw te kiezen (amendement 2) (bijlage). Bij interruptie vraagt de heer De Haan om een toelichting. De PvdA-fractie sprak eerder grote woorden over de gevolgen van de overschrijding in het project Stadsgehoorzaal. De fractie sprak van een ernstig misgelopen project. Nu kiest zij voor een woonwijk, waarbij geen sprake is van: - chocoladeletters in de krant; - een verdorven bestuurscultuur; - hoogoplopende debatten. Het leereffect is redelijk beperkt. Mevrouw Van den Berg antwoordt dat de PvdA-fractie de door de CDA-fractie aangedragen argumenten om te kiezen voor het project Stadsgehoorzaal, zeker zal meewegen. Overigens betekent chocoladeletters in de krant niet dat een project geschikt is om onderzoek naar te doen. Het gaat erom dat zoveel mogelijk bekend wordt over hoe zaken verlopen in het stadhuis en hoe daarin verbetering kan worden aangebracht. Bij interruptie merkt de heer De Haan op dat het niet gaat om chocoladeletters in de krant, maar om de politieke zwaarte. Mevrouw Van den Berg vertelt dat de PvdA-fractie kan instemmen met de samenstelling van de commissie. De nieuwe commissie wordt veel succes, sterkte en onafhankelijkheid van geest toegewenst.

10 GEMEENTERAAD VAN LEIDEN 212 Bij interruptie vraagt de heer Posthuma op welk punt volgens mevrouw Van den Berg de verantwoordelijkheid van de commissie ophoudt en op welk punt die van de raad begint. Mevrouw Van den Berg antwoordt dat het haar als raadslid vrijstaat om vooraf verwachtingen uit te spreken en om die achteraf te toetsen. De heer Terpstra merkt op dat wensdenken vaak een onderwerp van kritiek is geweest in de bestuurs- en raadscultuur. De CU heeft geen behoefte aan moddergooien vanuit het verleden. Het leervermogen van het onderzoek voor de toekomst staat voor de fractie centraal. De fractie mist de aspecten aanbesteding, onroerend goed en grondexploitatie in de gekozen onderwerpen van onderzoek en dan voornamelijk in het project Rembrandtjaar. Het college van B en W en de raad hebben over dat onderwerp al geconcludeerd dat nooit meer een dergelijk project door de gemeente zelf zou moeten worden uitgevoerd. De CU steunt het amendement van de CDA-fractie om te kiezen voor het project Stadsgehoorzaal. De CU-fractie kan instemmen met de aanbevelingen van de commissie, de vraagstelling, de voordracht van personen en de overwegingen ten aanzien van de uiteindelijke vormgeving van de commissie. Als wordt besloten tot het instellen van een nieuwe commissie dan wenst de CU-fractie deze commissie veel succes. De heer Theeuwen zal geen relaas houden over hoe het gemeentebestuur op dit pad is gekomen. Wat spreker betreft hebben de heren Posthuma en De Haan dat uitstekend verwoord. De SP-fractie is tevreden over het werk van de commissie Vooronderzoek. Zij heeft vertrouwen in de nieuw in te stellen commissie. De vraagstelling en het plan van aanpak zijn goed opgezet. Het is prettig dat er een mogelijkheid is om over te gaan tot een raadsenquête. De fractie heeft haar twijfels over de gekozen projecten. De keuze voor het project Scheltemacomplex wordt gesteund. Voor wat betreft de keuze voor het project Rembrandtjaar wacht de fractie graag eerst de beantwoording van de commissie af, zodat duidelijk is wat de achterliggende gedachte is van deze keuze. De fractie kan het voorstel van de CDA-fractie om het project Stadsgehoorzaal te betrekken wel steunen. De heer Van Meenen constateert dat veel verstandige woorden zijn gezegd, vooral vanuit de fracties van VVD, CDA en GL. Spreker sluit zich aan bij die woorden. De inbreng vanuit de PvdA-fractie bestempelt spreker als onverstandig. De heer Van Meenen bespeurt de neiging om de commissie alvast te vertellen wat de PvdA-fractie bij voorkeur uit het onderzoek verwacht. Over de keuze van het onderwerp heeft de commissie waarschijnlijk langer nagedacht dan de raad, dus de fractie van D66 heeft er wel vertrouwen in dat het een verstandige keuze is. Spreker citeert punt d. van de toelichting en hoort graag of dit betekent dat het de commissie vrijstaat om betrokkenen in andere projecten vragen voor te leggen over trends en fouten in de onderzochte projecten. Als dit niet geval is, dan vindt de fractie van D66 het jammer dat de keuze is beperkt tot twee of drie onderwerpen. Professor Toonen antwoordt bevestigend op de vraag van de heer Van Meenen. Dat is de gedachte van de commissie. De keuze van onderwerpen is gemaakt vanuit de gedachte dat het cultuurpatroon moet worden onderzocht. Door het analyseren van afgesloten projecten, zoals het Scheltemacomplex, kan een redelijk inzicht worden verkregen. Ten aanzien van de keuze voor het project Rembrandtjaar was de overweging dat er sprake is van een privaatpublieke constructie en van grotere aantallen partijen in de stad. Juist vanuit de gedachte en de positie van de raad is het goed om signalen vanuit de stad (kritiek op de gemeente of onderdelen van de gemeente) mee te nemen. Wethouder Witteman merkt op dat meerdere malen is aangegeven dat het interpellatiedebat van 15 mei jl. het een en ander heeft losgemaakt. Voor het college van B en W markeert de datum van 15 mei het begin van een periode waarin met de organisatie aan de slag wordt gegaan om uiteindelijk weer in control te komen.

11 GEMEENTERAAD VAN LEIDEN 213 In het traject daarnaar toe zijn veel mensen in de organisatie bezig om veranderingen aan te brengen in de processen, zodanig dat het in control zijn ook beter vastgesteld kan worden. Het college van B en W merkt dat binnen de organisatie veel inspiratie wordt gehaald om de klus te klaren. Het college van B en W neemt met belangstelling kennis van de discussie in de raad, maar neemt afstand als het gaat om de besluitpunten betreffende het onderzoek. Ook de keuze van de projecten laat het college van B en W volledig aan de raad. Bij interruptie vraagt de heer De Haan of het project Stadsgehoorzaal nog onderdeel van politieke besluitvorming is. Wethouder Witteman antwoordt dat het project Stadsgehoorzaal deel uitmaakt van het Aalmarktproject. De Stadsgehoorzaal krijgt nog volop te maken met politieke besluitvorming. De projectorganisatie Aalmarkt is bezig met de voorbereiding van politieke besluiten. De heimachine staat bij de Stadsgehoorzaal. Het project is in uitvoering. Het is van groot belang om de voortgang in het project te houden. De wethouder zou de raad willen oproepen om geen dingen te doen die ertoe leiden dat de voortgang van het project stagneert. Stagnatie zal opnieuw leiden tot grotere tekorten. De voorzitter vraagt of er behoefte is aan een tweede termijn. Vanuit de raad wordt aangegeven dat er behoefte is aan een korte schorsing. De voorzitter schorst de vergadering. De voorzitter heropent de vergadering. SCHORSING Mevrouw Van den Berg meldt dat de PvdA-fractie haar amendement intrekt. De fractie zal het amendement van de CDA-fractie steunen. De voorzitter gaat over tot stemming. Amendement 1: De heer Theeuwen wenst een stemverklaring af te leggen. Na beraadslaging geeft de SP-fractie de voorkeur aan het advies van de commissie Vooronderzoek. De fractie zal dan ook tegen het amendement van de CDA-fractie stemmen. De heer Van Meenen legt de volgende stemverklaring af. De fractie van D66 zal tegen het amendement stemmen. De fractie vindt het jammer dat niet goed is geluisterd naar de voorzitter van de commissie Vooronderzoek. Als men goed had geluisterd, dan was het indienen van een amendement niet nodig geweest. De voorzitter brengt het amendement in stemming. Zonder hoofdelijke stemming wordt het amendement aanvaard, met dien verstande dat de fracties van D66, GL, SP en het lid Bonestroo (CDA) geacht worden tegen het amendement te hebben gestemd. Zonder hoofdelijke stemming wordt het geamendeerde totaalvoorstel met algemene stemmen aangenomen. Het lid Laudy (VVD) is bij de stemming van het raadsvoorstel en het ingediende amendement niet aanwezig geweest. Het lid Hermans (VVD) is bij de stemming van het raadsvoorstel niet aanwezig geweest. De voorzitter sluit de vergadering.

12 GEMEENTERAAD VAN LEIDEN 214 INGEKOMEN STUKKEN RAADSVERGADERING VAN No. Onderwerp Besloten is: 1. Brief van Rekenkamercommissie (nr ) inzake stand van zaken onderzoeken. 2. Kopie van brief/ van fam. Overdijk (znd. nr.) inzake overlast. 3. Brief van Ondernemersfonds Leiden (nr ) inzake verzoek cameratoezicht Verbeekstraat. 4. Kopie van brief van P. Symons (nr ) inzake teleurstelling over brief wethouder m.b.t. veiligheid verkeersdeelnemers. 5. Brief van Raad van State, afd. bestuursrechtspraak (nr ) inzake kopieën Wijkvereniging Transvaal (Bp. Leiden Zuidwest). Brief voor kennisgeving aan te nemen. Kopie van brief/ voor kennisgeving aan te nemen. Hetr verzoek na advies B&W in handen te stellen van de Cie Bestuur en Leefbaarheid. Kopie van brief voor kennisgeving aan te nemen. Brief in handen te stellen van B&W ter afdoening. 6. Brief van Raad van State, afd. bestuursrechtspraak (nr ) inzake kopieën Vereniging Vrienden Oostvlietpolder (Bp. Oostvlietpolder). Brief in handen te stellen van B&W ter afdoening. 7. Brief van Raad van State, afd. bestuursrechtspraak (nr ) inzake termijn uitspraak (Bp. Leiden Zuidwest). 8. Brief van Raad van State, afd. bestuursrechtspraak (nr ) inzake termijn uitspraak (Bp. Binnenstad I.). 9. Brief van Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (nr ) inzake uitspraak over wijze van onafhankelijke uitoefening rekenkamerfunctie. 10. Brief van C. Scholtheis (nr ) inzake prostitutiebedrijven in Bestemmingsplan. 11. Brief van Universiteit Leiden (nr ) in zake RGL West. 12. Brief van Vereniging Eigen Huis (nr ) inzake onderzoek naar gemeentelijke reserves. 13. Brief van D. Truijens olde Scheper (nr ) inzake aansprakelijkheidsstellingen over de periode juli 1999 en vaststelling schadeclaims. 14. Brief van Provincie Zuid-Holland (nr ) inzake jaarrekening Brief in handen te stellen van B&W ter afdoening. Brief in handen te stellen van B&W ter afdoening. Brief in handen te stellen van de Cie Rekeningen. Brief in handen te stellen van B&W ter afdoening. Brief voor kennisgeving aan te nemen en in handen te stellen van de Cie Ruimte en Bereikbaarheid. Brief in handen te stellen van de Cie Rekeningen. Brief voor kennisgeving aan te nemen. Brief in handen te stellen van de Cie Rekeningen.

13 GEMEENTERAAD VAN LEIDEN Brief van T. en R. de Waard (nr ) inzake zienswijze tijdelijke vrijstelling / bouwvergunning AZC Besjeslaan. 16. Kopie van brief van Horeca Nederland, afd. Leiden (nr en 640) inzake brandveiligheid. 17. Brief van Stichting Vrije Recreatie (nr ) inzake Recron versus kleinschalige recreatie. 18. Brief van Bewonersvereniging Trekvaartplein (nr ) inzake klacht en bezwaar tegen handelwijze medewerkers van het Projectbureau Woonwagenzaken Leiden. 19. Brief van M. Slierings (nr ) inzake AZC Roomburg. Brief in handen te stellen van B&W ter afdoening en ter kennis te brengen van de Cie Ruimte en Bereikbaarheid. Kopie van brief voor kennisgeving aan te nemen. Brief voor kennisgeving aan te nemen. Brief in handen te stellen van B&W ter afdoening. Brief in handen te stellen van B&W ter afdoening en ter kennis te brengen van de Cie Ruimte en Bereikbaarheid. 20. Brief/ van Stichting Behoud Stad, Natuur en Landschap Rijnland (nr ) inzake nut, noodzaak en financiering Rijnland Route. Brief ter kennis te brengen van de Cie Ruimte en Bereikbaarheid en van de Cie Bestuur en Leefbaarheid. 21. Kopie van van A. van t Hof (nr ) inzake wateroverlast Vollersgracht. 22. Brief/ (nr ) inzake Begroting 2008 RDOG Hollands Midden 23. Brief/ (nr ) inzake Jaarverslag 2006 RDOG Hollands Midden. 24. Brief (nr ) in zake Begroting 2008 Gevulei. 25. Advies van de Commissie voor de Beroep- en Bezwaarschriften (nr ) inzake ligplaats locatie Haagweg. 26. Brief van het DB Holland Rijnland (nr ) inzake aanslutiing van Rijnstreekberaadgemeenten bij Holland Rijnland. 27. Brief van het DB Holland Rijnland (nr ) inzake consultatie ontwerp-beheersverordening regionaal investeringsfonds brieven van de Bomebond Rijnland inzake zienswijze bij kapaanvraag resp. 5 coniferen achter Sperwerhorst 4, achtertuin Lindestaat 97, esdoorn de Genestetstraat 91, 20 bomen Medelweg 1. Kopie van voor kennisgeving aan te nemen. Brief/ en begroting voor kennisgeving aan te nemen. Brief en jaarverslag 2006 voor kennisgeving aan te nemen Brief en begroting voor kennisgeving aan te nemen. Conform advies te besluiten. Na advies B&W in handen te stellen van de Cie Bestuur en Leefbaarheid. Na advies B&W in handen te stellen van de Cie Bestuur en Leefbaarheid. 4 brieven in handen te stellen van B&W ter afdoening.

14 GEMEENTERAAD VAN LEIDEN 216 RV Amendement 1 Onderwerp: cultuur/structuur De gemeenteraad van Leiden in vergadering bijeen op, Gelezen: - Het evaluatie over het functioneren van de raad - het raadsvoorstel Overwegende: - dat cultuur een lastig te veranderen iets is - soms grote structuurveranderingen nodig zijn om de cultuur te veranderen besluit om: twee nieuwe besluitpunten 1l en 1m toe te voegen: 1l in de raadsconferentie in het najaar ook nadrukkelijk aandacht te besteden aan cultuur 1m als conclusie van de raadsconferentie in het najaar niet bij voorbaat een structuurverandering uit te sluiten Rianne Becht GroenLinks Jos Posthuma Groenlinks Zonder hoofdelijke stemming wordt het amendement verworpen, met dien verstande dat de fracties van de VVD, GroenLinks, D66 en LL geacht worden voor het amendement gestemd te hebben.

15 GEMEENTERAAD VAN LEIDEN 217 RV Amendement 2 Onderwerp: leden raadscommissies De gemeenteraad van Leiden in vergadering bijeen op, Gelezen: - Het evaluatie over het functioneren van de raad - het raadsvoorstel Overwegende: - sommige commissies dusdanig breed zijn dat ze door 1 woordvoerder bijna niet te behappen zijn; - stoelendansen in de commissievergaderingen zorgen voor veel onrust besluit om: een nieuw besluitpunt 11 toe te voegen 11 Op kortst mogelijke termijn het reglement van orde zo te wijzigen dat alle fracties in het vervolg 2 zetels in de commissies kunnen hebben Rianne Becht (GroenLinks) Jos Posthuma (Groenlinks) Paul van Meenen (D66) Piet Peper (LL) Zonder hoofdelijke stemming wordt het amendement verworpen, met dien verstande dat de fracties van GroenLinks, D66, SLO en LL geacht worden voor het amendement gestemd te hebben.

16 GEMEENTERAAD VAN LEIDEN 218 RV Onderwerp: Vergaderavonden Amendement 3 De Raad van de gemeente Leiden, bijeen in de vergadering van BESLUIT Schrappen besluitpunt 1.g.. Toevoegen van een volgend deelbesluit: Niet langer 2 commissievergaderingen tegelijkertijd te laten plaatsvinden, maar de vergaderingen die tot nu toe op dinsdagavond gepland worden te verdelen over de dinsdagavond en de donderdagavond. Krijn Boddé (VVD) Arend-Jan Sleijster (VVD) Toelichting: Wij delen de conclusie van het presidium, dat het huidige vergaderschema van commissies niet problematisch is, niet. Wij ervaren de huidige indeling als beperkend voor raadsleden en storend door de ondeelbaarheid van wethouders. Dit amendement lost een aantal problemen op: - Het probleem van wethouders die in 2 vergaderingen tegelijk worden verwacht wordt opgeheven. - Alle vergaderingen kunnen in de raadszaal plaatsvinden. Er hoeft daardoor niet langer gebruik gemaakt te worden van minder geschikte vergaderruimtes. - Raadsleden die in meerdere commissies zitting willen hebben wordt dit niet langer onmogelijk gemaakt, hetgeen ook de afhankelijk van duo-raadsleden van kleine fracties zal verminderen. - Leidenaren die interesse hebben in meerder commissies hebben zo de gelegenheid om ze allemaal te bezoeken. Zonder hoofdelijke stemming wordt het amendement verworpen, met dien verstande dat de fracties van VVD, GroenLinks, de SP (minus de leden Rademaker, Dirks en Theeuwen), de fractie LL en het lid Van der Laar (PvdA) geacht worden voor het amendement gestemd te hebben.

17 GEMEENTERAAD VAN LEIDEN 219 RV Amendement 4. Onderwerp: Actualiteit/rondvraag De Raad van de gemeente Leiden, bijeen in de vergadering van BESLUIT - Wijzigen deelbesluit 5 in: Het agendapunt 'actualiteit' in de commissievergaderingen te wijzigen in het agendapunt burgers aan het woord. Over het bestaan van het agendapunt burgers aan het woord wordt beter naar de burger gecommuniceerd (via website en Stadskrant). - na besluitpunt 1.k. toe te voegen: 1.l.: een wijziging van de Verordening voor de Raadscommissies voor te bereiden waarin de vergaderorde voor het agendapunt 'rondvraag' gelijk wordt gesteld aan de vergaderorde die het Reglement van Orde voorschrijft voor het raadsagendapunt 'actualiteit'. Krijn Boddé (VVD) Arend-Jan Sleijster (VVD) Toelichting: De wijziging van deelbesluit maakt expliciet dat het hier gaat om het agendapunt in de commissies en niet de raad. Toevoeging van besluitpunt 1.l.bis vult een lacune die nu nog aanwezig is in de Verordening voor de Raadscommissies: Wie de agenda van de raad en de commissies naast elkaar legt ziet dat het agendapunt 'actualiteit' in de raad en het agendapunt 'rondvraag' in de commissies een identiek karakter hebben. Het is dan ook logisch om dit tot uiting te laten komen in de Verordening voor de Raadscommissies. Zonder hoofdelijke stemming wordt het amendement aanvaard, met dien verstande dat de fractie van SP (minus het lid Rademaker) geacht wordt tegen het amendement gestemd te hebben.