GEMEENTERAAD VALKENBURG AAN DE GEUL RAADSADVIESCOMMISSIE CULTUUR SOCIALE ZAKEN WELZIJN EN ONDERWIJS. Verslag van de vergadering de dato 21 maart 2011

Transcriptie

1 GEMEENTERAAD VALKENBURG AAN DE GEUL RAADSADVIESCOMMISSIE CULTUUR SOCIALE ZAKEN WELZIJN EN ONDERWIJS Verslag van de vergadering de dato 21 maart 2011 Voorzitter van de commissie: de heer W.C. Westerhof Commissiegriffier: de heer W.G.L. Theunissen Leden Aanw Leden Aanw Leden Aanw L.A.N. Duijzings H.W.P. Bemelmans * * G.G.J.M. Silverentand-Nelissen * H.J.M. Aussems * M.C.A. Dexters- Mijnes. S. Huijnen * M.J.J. Haagmans A.M.H.F. Braun * G.Drost L. Wagemans * * J.E.J. Blom * J. Kleijnen * P.M.G. Visser * Y. Tuinman J. Prevoo H. Maenen * * J. Smeets * N. Piters E. de Vries-Becker * Aanwezig/uitgenodigd: wethouder B.Dauven. Voor de vergadering is een uitnodiging uitgegaan waarbij de volgende agendapunten zijn vermeld: 1. Opening en mededelingen. 2. Spreekrecht Burgers. 3. Vaststelling van de agenda en aanmelden onderwerpen voor de rondvraag. 4. Raadsplanner. 5. Vaststellen van het verslag van de vergadering van de commissie Cultuur, Sociale Zaken, Welzijn en Onderwijs de dato 25 januari Actielijst. 7. Voorstel college betreffende de stand van zaken realisatie tweede kunstgras hockeyveld. 8. Voorstel college betreffende het peuterspeelzaalbeleid. 9. Voorstel college betreffende gemeentelijke subsidie restauratie kerk Broekhem, Berg en Terblijt en Protestantse kerk Valkenburg. 10. Voorstel college betreffende overschrijding budget leerlingenvervoer. 11. Bespreekpunten: Verslag raadsconferentie Een gezonde koers voor Zuid-Limburg d.d. 24 j anuari Evaluatie vierjarenbeleidsplan WMO Gewestelijke aangelegenheden. 13. Rondvraag 14. Sluiting. 1.Opening en mededelingen. De voorzitter heet de aanwezigen welkom en opent de vergadering. Mevrouw Tuinman is afgemeld, omdat ze vandaag oma is geworden. Verder heet hij de heer L. Wagemans welkom die vanaf vandaag als burgerlid namens de fractie PVDA/D66 lid is van de commissie CSWO. 2.Spreekrecht Burgers. Er is een aanmelding ontvangen om gebruik te maken voor het spreekrecht. 1

2 De heer René Scholtes spreekt in over het collegevoorstel m.b.t. de stand van zaken realisatie tweede kunstgras hockeyveld. De tekst van zijn bijdrage is bij dit verslag gevoegd. Naar aanleiding van zijn inbreng vraagt de voorzitter wat het verschil is tussen VHV Sjinborn en de Stichting Kunstgras Valkenburg. De heer Scholtes geeft aan dat de SKV een stichting is die in 1992 opgericht is en als beheerder opereert voor het complex. De SKV is eigenaar van alle opstallen behalve het clubhuis. De vereniging huurt als het ware en betaalt voor het gebruik van de accommodatie aan de SKV. Dat is indertijd zo besloten omdat men daarmee fiscaal voordeel haalt. De SKV betaalt maar 6 % BTW en de vereniging betaalt 19 %. Mevrouw Silverentand-Nelissen vraagt of de vereniging veel leden van buiten Valkenburg aan de Geul heeft. De heer Scholtes zegt dat er dat maar heel weinig zijn. De heer Blom vraagt waar het zaalhockey plaatsvindt? De heer Scholtes zegt dat dit in het Polfermolen plaatsvindt. De heer Kleijnen vraagt of de hockeyvereniging ook heeft gecommuniceerd met de buurt Broekhem-Noord over de plannen die er eventueel staan aan te komen. De heer Scholtes zegt dat er zeker met de buurt zal worden gesproken als de plannen concreet zijn. De voorzitter dankt de heer Scholtes voor zijn inbreng. 3.Vaststelling van de agenda. De agenda wordt vastgesteld conform het voorliggende voorstel. Wel wordt nog een korte toelichting door wethouder Dauven over Adelante aan de bespreekstukken toegevoegd. 4.Raadsplanner Er zijn geen zaken te melden. 5.Vaststellen van het verslag van de vergadering van de commissie Cultuur, Sociale Zaken, Welzijn en Onderwijs de dato 25 januari 2011 De commissie gaat akkoord met het verslag van de vergadering van de commissie CSWO op 25 januari Actielijst. De voorzitter deelt mee dat de commissie een bezoek zal gaan brengen aan LICOM. Er is inmiddels een dagprogramma. Binnenkort zullen de commissieleden per mail enkele mogelijke data ontvangen waaruit een definitieve datum zal worden bepaald waarop zoveel mogelijk leden kunnen meegaan, ook de raadsleden die geen zitting hebben in de commissie CSWO. Hij vraagt alle betrokkenen uitdrukkelijk aan dit bezoek deel te nemen omdat het heel verhelderend werkt wat de LICOM allemaal voor Valkenburg aan de Geul betekent. 7. Voorstel college betreffende de stand van zaken realisatie tweede kunstgras hockeyveld. Mevrouw Silverentand-Nelissen zegt dat de raad ,-- beschikbaar heeft gesteld voor de realisatie van het tweede kunstgras hockeyveld. De VHV Sjinborn en de Stichting Kunstgras Valkenburg zien af van de realisatie van het tweede veld. De VVD-fractie spreekt hierbij zijn waardering uit voor de realistische kijk van de verenigingen op de te verwachten stagnatie in de 2

3 ledengroei. Het daarbij vrijgekomen budget zou de VVD willen besteden aan een kwaliteitsimpuls van de huidige accommodatie met als toegevoegde waarde een vermindering van overlast voor de omgeving. Omdat de vereniging blijk geeft om voor kwaliteit te willen gaan en de zelfredzaamheid bewezen is zoals o.a. het onderhouden van het veld en de groenvoorziening er om heen. En wel helemaal als je bedenkt dat het onderhoud van de voetbalvelden door de gemeente gebeurt. Omdat er toch nog altijd 300 leden zijn staat de VVD positief tegenover dit voorstel. Voor het resterende bedrag van ,-- dat gereserveerd wordt voor het uitvoeren van de nota buitensportcomplexen wil de VVD graag dat de wethouder hun de garantie geeft dat hij geen Sinterklaas met dat geld gaat spelen en dat hij met voorstellen hierover telkens terugkomt naar de raad. Kan de wethouder dat toezeggen? De heer Bemelmans zegt dat het bestuur van de hockeyclub, ook nog ondersteunt door een brief van de Sportraad, te kennen heeft gegeven dat de realisatie van een tweede kunstveld niet noodzakelijk zou zijn. Dit vanwege de gestagneerde ledengroei en vanwege de gegevens van de bond dat binnen de regio Valkenburg statistisch gezien er geen rek meer zal zijn in het vergroten van het ledenbestand. Ze zien af van het tweede hockeyveld en ze hebben hun pijlen nu gericht op het nieuw te bouwen clubhuis en het moderniseren van de clubruimtes. Deze club is ook heel belangrijk voor de jeugd. AB vindt dat bij iedere afweging over het verlenen van subsidie aan verenigingen het van belang is om de demografisch aspecten daarin mee te nemen. Verder regelt de hockeyclub veel privaatzaken nog zelf, in tegenstelling tot andere verenigingen in Valkenburg aan de Geul. AB stemt met de voorliggende nota in. Er zijn wel nog een tweetal vragen. Wie wordt de eigenaar van het clubhuis? Kan de overlast die bij de parkeerplaatsen zou kunnen ontstaan opgelost worden doordat de parkeerplaatsen allemaal op het terrein blijven, of is daar nog niet in voorzien? De heer Blom zegt dat het niet doorgaan van tweede kunstgras hockeyveld bijzonder jammer is. De raad heeft de financiële middelen hiervoor al beschikbaar gesteld. Ze begrijpen echter de beslissing van VHV Sjinborn en de Stichting Kunstgras Valkenburg en waarderen het voortschrijdende inzicht. Nu vraagt de hockeyvereniging een kwaliteitsimpuls van het complex ook om minder overlast voor de omgeving met zich mee te brengen. Dit kan de CDA-fractie helemaal volgen hoewel die opwaardering van de kleedaccommodatie en de vervangen van het clubgebouw niet direct van doen hebben met minder overlast voor de omgeving. Het CDA had liever gezien dat in de raadsnota een duidelijk onderscheid was gemaakt in de diverse onderdelen en tevens een verantwoording ter voorkoming van mogelijke precedentwerking. Ook een heldere uiteenzetting van de toenmalige privatisering in de 80- en 90-jaren in relatie tot de voorgestelde investeringen stellen zij op prijs. Graag een reactie van de wethouder hierover. Het ware wellicht beter geweest niet alleen de fractievoorzitters uit te nodigen voor overleg met de hockeyvereniging, maar ook de leden van de commissie CSWO. Het voorstel om het restant bedrag te oormerken voor de toekomstige meerjarenplanning van de buitensportaccommodaties ondersteunt de CDA-fractie volledig. Voor zijn fractie zal de discussie over meer kunstgrasvelden voor het voetbal naar de toekomst ook gevoerd moeten worden. Wat dat betreft loopt onze gemeente al achter. Het ontbreken hiervan laat zich vooral in de winterperiode voelen en zijn verenigingen genoodzaakt regelmatig uit te wijken naar andere gemeenten met alle extra kosten daaraan verbonden. Ook mijden voetbalclubs uit hogere klassen Valkenburg voor trainingsweken etc. juist vanwege het ontbreken van kunstgrasvelden. En dat is niet direct reclame voor toeristisch Valkenburg. Zij verzoeken het college om bij de discussie over de toekomstige herijking van het accommodatiebeleid zo mogelijk ook het onderwerp kunstgrasvelden voor de voetbalsport te agenderen. Mevrouw Drost zegt dat PVDA/D66 niet tegen de ruil zijn die plaats heeft gevonden tussen de hockeyvereniging en de gemeente. Dat zij dus een kwaliteitsimpuls gaan doorvoeren. De hockeyvereniging heeft net gezegd dat er alleen maar winnaars zijn. Maar zij denkt toch dat er meer winnaars zijn dan anderen. De gemeente steekt dus op dit moment heel veel geld in het nieuwe clubgebouw. Dat clubgebouw is eigendom van de hockeyvereniging. Het geld dat er in gaat, wat geeft dat voor rechten aan de gemeente wie is er dan eigenaar van dat gebouw? Een uitgangspunt in de coalitiebesprekingen is geweest dat tegenvallers in de begroting en in het budget van de betreffende wethouder opgevangen moeten worden. Daar zou uit volgen dat meevallers ook in het betreffende budget van de wethouder zouden vallen. PVDA/D66 wil 3

4 vooralsnog niet dat dat geoormerkt wordt voor de buitensportaccommodaties. Zij willen graag dat dat geld terug gaat naar het budget c.q. portefeuille van de wethouder en dat daar bij de nieuwe buitensportnota gekeken wordt of het daaraan besteed wordt. Het zou wat hun betreft mogelijk moeten zijn om het overschot aan andere tegenvallers binnen het budget te besteden. Mevrouw Piters zegt dat de hockeyvereniging afziet van een 2 de kunstgrashockeyveld. Daarvoor werd in de nota Buitensportcomplexen Valkenburg aan de Geul een bedrag van Euro beschikbaar gesteld. De Stichting Waarborgfonds was toen onder voorwaarden bereid voor 50% garant te staan voor een lening. De hockeyvereniging is zo realistisch haar plannen bij te stellen: De accommodatie van het complex zou verouderd zijn en zou moeten worden aangepast aan de huidige kwaliteitseisen. - Wethouder kunt u ons vertellen in welke staat de huidige accommodatie is? - Is hij werkelijk aan vervanging toe of kan met een eenvoudige opknapbeurt en aanpassing volstaan worden? Wij vonden geen beleidskaders voor dit soort zaken en vroegen ons af of dit soort beleidszaken telkens ad-hoc besloten worden? - We moeten als commissie voorkomen dat we steeds discussiëren over wel of niet toestaan van subsidies of investeringen voor aanvragen die buiten de beleidskaders vallen? - Daarvoor moeten regels vastgelegd worden waaraan aanvragen voor subsidie getoetst kunnen worden.aan de regels ook de daarvoor benodigde middelen koppelen? - Dat schept ook duidelijkheid naar verenigingen, stichtingen en de inwoners van Valkenburg toe? Kunt u ons kort, mede vanwege mogelijke volgende subsidieaanvragen, vertellen hoe dit beleid georganiseerd is? Heeft de opmerking de raad kan en mag geen beslissing nemen ook betrekking op de Euro welk gereserveerd wordt voor de uitvoering van de nota Buitensportcomplexen ? In 2008 is de bestemming van de uitgaven binnen de Buitensportcomplexen in de vierjarenbegroting vastgelegd? De SP is van mening dat als de meevaller niet nodig is binnen de huidige begroting om tegenvallers op te vangen, de overblijvende gelden voor de buitensportcomplexen te reserveren. We kunnen ons vinden in het voorstel van Mevr. Drost om de meevaller binnen de portefeuille van de wethouder te besteden. De heer Kleijnen zegt dat de PPGV de hockeyvereniging Sjinborn een warm hart toedraagt. Zeker gezien het feit dat deze vereniging veel jonge leden telt. De raad heeft zoals ook in dit raadsvoorstel aangeven staat een bedrag beschikbaar gesteld voor een tweede kunstgrasveld van Nu het ledenaantal stagneert geeft men aan dat er geen behoefte is aan een tweede kunstgrasveld. Voor ons is dit te begrijpen. Men wil nu dat er een gedeelte van het bedrag ( ) ingezet wordt voor de upgrading van het hockeycomplex. Het gaat dan om een update van de veldverlichting; aanbrengen klimbeveiliging; aanbrengen kantplaten; herstellen afrastering; renoveren ingang, parkeervoorziening, inspeelveldje, kleedaccommodatie en vervangen clubgebouw. Wij vinden dat deze werkzaamheden noodzakelijk zij n om een vereniging met zo n 300 leden optimaal te laten functioneren. Het bedrag voor deze update bedraagt wordt door de vereniging zelf opgebracht. Tot zover kunnen wij ons vinden in dit voorstel. Waar wij ons echter niet in kunnen vinden is dat het college voorstelt om het resterende bedrag van te reserveren voor de noodzakelijke renovatiewerkzaamheden gedurende de periode zoals die zijn opgenomen in het meerjarenonderhoudsplan van de nota Buitensportcomplexen Hiervoor zal in 2012 een nieuwe nota worden opgesteld. Ondanks dat ze de sportverenigingen een warm hart toedragen vinden wij dit een stap te ver. Zeker in een tijd waar wij met gigantische bezuinigingen te maken krijgen vinden wij dat het bedrag van 4

5 in eerste instantie terugmoet naar de algemene middelen en te betrekken bij de behandeling van de Kaderbrief en de begrotingsbehandeling. Zeker gezien het feit dat de nieuwe nota buitensportcomplexen pas in 2012 wordt opgesteld. In een tijd dat er sprake is van bezuinigingen zullen er keuzes gemaakt dienen te worden.de raad moet in de gelegenheid gesteld worden hier een terdege afweging over te maken. Nu zomaar oormerken vinden hij veel te ver gaan. Zij willen het college dan ook expliciet verzoeken om het bedrag van in eerste instantie terug te laten vloeien naar de algemene middelen en te betrekken bij de behandeling van de kaderbrief en de begrotingsbehandeling. Gebeurt dit niet dan zullen zij tijdens de raadsvergadering van 11 april 2011 tijdens de behandeling van dit raadsvoorstel hier een amendement over indienen. Wethouder Dauven zegt blij verrast te zijn dat eigenlijk iedereen instemt om deze middelen te geven aan de hockeyclub. Deze club heeft dat ook dubbel en dwars verdient. Er is overlast dus zijn een aantal aanpassingen noodzakelijk. N.a.v. de vraag van mevrouw Piters geeft hij aan dat het huidige clubhuis altijd al een noodvoorziening is geweest. Als ze gaat kijken zal ze er van overtuigd zijn. Daar moet echt iets gebeuren. Bij de voetbalclubs doet de gemeente het onderhoud van de speelvelden. In 1994 zijn de tennisclubs uitgekocht. Daar heeft de gemeente geen bemoeienis meer mee. Bij de hockeyclub is dat allemaal niet zo duidelijk. Het is geen precedent want het gaat alleen over de hockeyclub. Er zijn met de club afspraken gemaakt dat wanneer de gemeente het clubgebouw voor het een of ander nodig heeft dat de gemeente er dan ook gebruik van mag maken. Ook de kern Broekhem. Mevrouw Silverentand-Nelissen vindt het allemaal een beetj e dubbel. In Broekhem Zuid ligt De Beemde. Wethouder Dauven zegt dat het niet dubbel is, maar er zijn dan twee kansen. Het gaat hem er alleen om dat de bereidwilligheid er is. Hij zegt niet dat dit clubgebouw het gemeenschapshuis van Broekhem is. Mevrouw Drost zegt dat we er nu veel geld insteken omdat de hockeyclub zelf een flinke bijdrage levert. Juridisch blijven zij eigenaar. Wat gebeurt er als ze bijvoorbeeld gaan fuseren. Van wie is het dan? Wethouder Dauven zegt dat het gebouw van de hockeyclub is. Wat er ook gebeurt het is hun eigendom en heeft de gemeente geen recht van spreken. Hij is er voorstander van het bedrag van ,-- te reserveren van het onderhoud van de sportcomplexen. Voor het onderhoud van deze complexen is tot 2019 nog vier ton nodig die we gewoon niet hebben. Bijvoorbeeld een kunstgrasvoetbalveld kost al ,--. Het bedrag mag van hem naar de algemene middelen, maar weet dan wel dat we in de toekomst de sportclubs als er geen geld voor is, niet kunnen helpen. Mevrouw Drost proeft hiervoor in de commissie nog al wat medestanders. PVDA/D66 zou dat niet a priori willen vastleggen. Het kan wel binnen het budget en portefeuille blijven van de wethouder maar dan niet specifiek gelabelt. Wethouder Dauven zegt dat er in 2012 een nieuwe nota komt, maar een ding is 100 % zeker het wordt nooit minder dan die ,-- die we nodig hebben, tenminste als men de zaak wil vernieuwen. Maar het voorstel van mevrouw Drost is duidelijk. De heer Kleijnen vraagt waar die ,-- oorspronkelijk vandaan zijn gekomen? Wethouder Dauven zegt dat dat geld door de raad is gevoteerd. De heer Kleijnen zegt de discussie clean te willen houden. De raad zal toch keuzes moeten gaan maken. Zijn fractie blijft erbij dat je die gelden moet betrekken bij de behandeling van de kaderbrief of de begroting. 5

6 Wethouder Dauven zegt dat de nota onderhoud sportcomplexen hier door iedereen is geaccordeerd maar er was alleen geen geld. De heer Kleijnen zegt dat dat hier wel vaker gebeurt. Hij verwijst in dit kader naar het nota openbare verlichting. Wethouder Dauven vraagt of hij de heer Kleijnen hoort zeggen dat VV Sibbe of Walram pech hebben. De heer Kleijnen zegt niet dat hij daar geen geld voor over heeft. Maar hij zegt wel dat de discussie op de juiste plaats gevoerd moet worden. Deze discussie is te vroeg. Straks moet de raad keuzes gaan maken. De wethouder weet ook wat ons boven het hoofd hangt. Er moeten onpopulaire keuzes gemaakt gaan worden en dan moet het college de raad alle vrijheid geven om daar goede besluiten over te kunnen nemen. Wethouder Dauven zegt dat het aan de raad is om hierover een besluit te nemen. Maar hij denkt dat het toch noodzakelijk is dat er geld gelabeld wordt voor die sportterreinen. Tweede termijn Er wordt geen gebruik gemaakt van de tweede termijn. De commissie verwijst het stuk door naar de raad (geen hamerstuk) 8. Voorstel college betreffende het peuterspeelzaalbeleid. Mevrouw Silverentand-Nelissen zegt dat de VVD-fractie zich helemaal kan vinden in dit voorstel over het peuterspeelzaalbeleid. Wel vinden ze het j ammer dat de pilot Moelej aan slechts wordt voortgezet met 2 VVE-zalen en 4 VVE-light-zalen. Wel wil ze nog weten hoeveel kinderen aan dit project deelnemen. Verder ziet haar fractie de conclusie van de evaluatie met belangstelling tegemoet. Mevrouw Duijzings zegt dat haar fractie van mening is dat de pedagogische ondersteuning van de j ongsten binnen onze gemeente, en daarmee ook het voornemen dat het proj ect Moelej aan een vervolg te geven een heel goed initiatief vinden. Dit is een juiste beslissing maar er moet wel nog commercieel gekeken worden om de kosten voor de komende jaren indien mogelijk te reduceren. Het samenwerkingsverband met andere peuterspeelzalen binnen onze regio dient onderzocht te worden. Ze vraagt wat de functie en de exacte werkzaamheden van de teamcoach zullen worden en ze vraagt om de commissie tijdig op de hoogte te stellen over het overleg met het college over de afweging m.b.t. de exploitatie van de zes peuterspeelzalen. Mevrouw Drost zegt dat uit de nota blijkt dat er veel overleg is geweest met alle actoren in het veld en dat juicht haar fractie alleen maar toe. Ze vraagt wat is nou precies die teamcoach? Is de teamcoach de oplossing voor die VVE-light constructie? Is het een organisatorische of een inhoudelijke functie? Wat is nou precies het verschil tussen VVE-Light en VVE-Heavy? De meevallers en de tegenvallers moeten in de portefeuille van de wethouder opgevangen worden. Dat doet hij keurig voor 2011 maar voor 2012 is dat nog maar de vraag. PVDA/D66 wil daar t/m 2012 mee akkoord gaan, maar in de tussentijd moet er een discussie gevoerd worden over de verdere harmonisatie die moet gaan plaatsvinden met de kinderdagverblijven. Daar zitten de nodige haken en ogen aan maar daar zitten ook zeker voordelen aan. Daar willen ze zeker een hele discussie over voeren. Ze willen t/m 2014 niet de middelen ter beschikking stellen. Verder wil haar fractie punt c op blz. 8 van het voorstel schrappen. Schrappen betekent niet dat haar fractie geen voorstander is van die samenwerking maar zij willen er liever geen organisaties in vernoemd zien. MIK is een hele grote organisatie. Bij punt d is het voor haar fractie belangrijk dat het een dusdanige organisatie wordt die haar eigen broek kan ophouden. 6

7 Mevrouw Piters zegt dat de gemeente Valkenburg aan de Geul hoog heeft ingezet met deelname aan het project Moelejaan, voor en vroeg schoolse educatie. De SP fractie ondersteunt dit beleid van harte. Het peuterspeelzaalbeleid wordt afgeslankt tot 2VVE peuterspeelzalen en eventueel 4 VVE- light zalen. Voor een goede spreiding zijn wij vóór dat laatste. Dan de inschakeling van een teamcoach: Wat is in het takenpakket van de teamcoach opgenomen? Met de pilot Moelejaan voortzetten in 2 VVE-zalen, kan de opgedane kennis en ervaring geïmplementeerd en verspreid worden over de andere peuterspeelzalen door interne opleidingen. Gaat dit gebeuren? De SP vraagt de gemeente de regierol in het aanbod van voor- en vroegschoolse educatie te gebruiken om op samenwerking van de VVE-zalen met de andere peuterspeelzalen en kinderdagverblijven aan te dringen ten behoeve van kwaliteitsverbetering. Blad. 11 Tariefstelling peuterspeelzaal: - De ouders van de peuters moeten in de plaats van 2 dagdelen 4 dagdelen gaan betalen. Dat is een pittige verhoging per maand. - Is rekening gehouden met de komende bezuinigingen op kinderopvang voor de ouders? - Welke financiële zorg biedt de gemeente voor mensen met een klein inkomen die gecombineerde lastenverzwaring teveel wordt? - Is er rekening gehouden met verminderd aanbod en minder inkomsten, omdat ouders noodgedwongen minder gebruik gaan maken van de peuterspeelzaal? De SP vraagt het college ervoor te zorgen, dat het voor ouders aan de onderkant van de samenleving, mogelijk blijft hun kinderen naar de peuterspeelzalen te laten gaan. Immers, juist hier zijn mensen die dankzij peuterspeelzalen maatschappelijk betrokken kunnen zijn en niet in een isolement komen. Uiteraard heeft het ook een pedagogische meerwaarde voor de kinderen. Het peuterspeelzaalbeleid, een basisvoorziening voor de ontwikkeling van alle kinderen, is te belangrijk om niet voldoende middelen daarvoor uit te trekken. De heer Kleijnen zegt dat in dit voorstel door het college wordt aangegeven dat in het kader van de Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) alle betrokken partijen het er over eens zijn dat in feite alle kinderen recht hebben op een (to)taalontwikkeling, maar dat het handhaven van 4 VVE-zalen niet haalbaar is. Dat betekent dus dat in het kader van de ontwikkelingsgerichte preventieve basisvoorziening voor alle kinderen tussen 2 en 4 jaar in het geding komt. Als je kinderen al ontwikkelingskansen wil bieden die betrekking hebben op de motorische, sociale, emotionele en creatieve taalontwikkeling dan is het van primair belang om dit zo vroeg mogelijk te doen. Als je de huidige situatie wil handhaven dan betekent dit dat er op jaarbasis zo n tekort is van een kleine op j aarbasis. Welke actie heeft de wethouder ondernomen om te bekijken of binnen zijn portefeuille eventueel nog een financiële ruimte zit om aan het bedrag van te komen? Is de wethouder het met ons eens dat door het opheffen van 2 VVE-zalen de ontwikkelingskansen van kinderen die het toch al moeilijk hebben niet in gevaar mag komen? Wethouder Dauven zegt dat het positief is dat iedereen voorstander is van VVE. Het is ontzettend belangrijk dat zoiets blijft bestaan. Iedereen heeft een opleiding gehad, maar de vrijwilligers hebben alleen maar een certificaat gehad. De VVE-light heeft een gediplomeerde leidster en een vrijwilligster. Bij de VVE verplichting zijn er twee gediplomeerde leidsters. De werkmethode is in principe hetzelfde bij die peuterspeelzalen. Valkenburg aan de Geul heeft de pech of het geluk dat we minder dan 6% doelgroepkinderen hebben en daarom krijgt we geen enkele bijdrage meer. Mevrouw Drost vraagt of de wethouder precies kan aangeven wat het verlies aan kwaliteit is als je overgaat naar VVE-light. 7

8 Wethouder Dauven zegt dat het verlies aan kwaliteit niet zo groot hoeft te zijn. Maar de eisen die je stelt aan een VVE-groep is dat er twee gediplomeerde leidsters zijn. Maar de vrijwilligsters hebben de cursus ook gevolgd en een certificaat gekregen. Wat betreft de tariefstelling hoeven doelgroepkinderen maximaal maar 105,-- te betalen. Verder is de gemeente al een hele tijd bezig om te onderzoeken of voor minima er niet de mogelijkheid is om met die peuterspeelzalen iets te regelen. Hij zal nog een keer hierover naar de commissie terugkoppelen hoe het hiermee staat. Wat betreft de teamcoach het volgende. Het peuterspeelzaalwerk in onze gemeente wordt gerund door een vrijwillig bestuur. Ze hebben al lang gevraagd naar een stukje professionalisering en een stukje betaalde kracht. De coach begeleidt de leidsters, houdt beoordelingsgesprekken, functioneringsgesprekken, is ook inhoudelijk bezig enz. Ze is aangesteld voor 16 uur. Dat is een reëel aantal uren. De heer Aussems vraagt of een aanstelling voor 25 uur meer meerwaarde zou hebben. Dat gaat dan ,-- extra kosten. Die ,-- extra is 6 % van het totale budget, terwijl je 53% meer coachuren maakt. Wethouder Dauven denkt dat 16 uur voldoende is. Dat is ook zo in onze buurgemeenten zo. In 2012 is er een evaluatie. Verder is MIK zowat de enige speler op dit terrein in onze regio derhalve wordt die naam ook genoemd. We kunnen wel nog toevoegen en mogelij ke anderen. Mevrouw Drost zegt dat haar fractie vindt dat MIK een te grote speler in het veld zou kunnen worden. Wethouder Dauven zegt dat hij bij de kadernota met een voorstel zal komen hoe hij dat vanuit zijn eigen portefeuille zal dekken. De heer Visser vraagt om het onderzoek naar een lagere bijdrage van de minima aan de peuterspeelzalen op de actielijst te zetten. De heer Aussems vraagt wat een doelgroepkind is? Wethouder Dauven zegt dat dat toch een vrij complex verhaal is. Hij zegt de heer Aussems toe dat hij terzake informatie krijgt toegestuurd. Verder is het zo dat in Zuid-Limburg veel kinderen, ondanks dat ze niet horen bij de doelgroep, een duidelijke taalachterstand hebben. Alle kinderen profiteren ervan, maar met name kinderen die de minste kansen hebben profiteren er het meeste van. Mevrouw Dexters-Mijnes vraagt of de peuterspeelzaal in Houthem, die er voor gekozen heeft zelfstandig te blijven, ook onder het toezicht en de inspectie vallen. Wethouder Dauven zegt dat ze wel onder het toezicht etc. vallen maar ze doen niet mee aan VVE. Toen is de keuze gemaakt of aansluiten of geen subsidie. Hij zegt dat er in het voorstel wel nog vermeld moet worden dat er nog een voorbehoud moet worden gemaakt i.v.m. de voorjaarsnota. Het voorbehoud is de financiering. Mevrouw Drost zegt dat PVDA/D66 pleit voor financiering tot 31 december Mevrouw Piters vraagt hoe de twee VVE-zalen invloed hebben op implementatie van die vier light zalen, dat dat doorgegeven wordt? Wethouder Dauven zegt dat er een bestuur is en daarvoor is ook de coach verantwoordelijk, dat is zelfs zijn hoofdtaak. Verder geeft hij nog aan dat het op dit moment om 64 kinderen gaat. Doelgroepkinderen komen nooit op een wachtlijst te staan. 8

9 Tweede termijn Mevrouw Duijzings vraagt wat de verhouding is tussen het VVE-light en de wet OKE. Wethouder Dauven zegt dat de wet Ontwikkelingskansen Educatie veel omvattender is. Die behelst samenwerking met scholen. We krijgen bijvoorbeeld nu nog wat geld, maar dat heeft met OKE te maken en dat gebruiken wij voor VVE. Het heeft ook te maken met de aansluiting tussen peuterspeelzalen en scholen. De commissie verwijst het stuk door naar de raad (hamerstuk onder voorwaarde dat de door wethouder Dauven toegezegde aanpassingen in het voorstel worden aangebracht) 9. Voorstel college betreffende gemeentelijk subsidie restauratie kerk Broekhem, Berg en Terblijt en Protestantse kerk Valkenburg. Mevrouw Silverentand-Nelissen vraagt of haar fractie het goed begrijpt dat de aanvraag voor de eenmalige gemeentelijke subsidie voor de restauratie van deze drie kerken wordt verleend omdat deze monumenten ook in aanmerking komen voor de BRIM-subsidie, want daarom wordt de Exploitatiemaatschappij Strabeek niet gehonoreerd, omdat ze geen BRIM-subsidie krijgen. Hebben zij hiervoor ooit een aanvraag gedaan? Zijn zij afgewezen of weten zij niet af van het bestaan van het BRIM-subsidie? Indien de wethouder niet op de hoogte is of de Exploitatiemaatschappij Strabeek een aanvraag bij de BRIM heeft gedaan is hij dan bereid om ze hierin te begeleiden en/of te steunen? Want voorop moet staan het instandhouden van ons erfgoed. Zij vinden het vreemd dat de gemeente een eenmalig subsidie wil geven, terwijl de BRIM-subsidie stelt dat de gelden alleen maar gebruikt mogen worden voor onderhoud en niet voor restauratie. Maar nu gaat de gemeente Valkenburg aan de Geul gelden toekennen voor restauratie. In hun ogen is dat een contradictie. Als dit zo is kunnen zij zich niet vinden in dit voorstel. In het voorstel staat ook dat het BRIM-subsidie is bedoeld voor instandhouding en onderhoud en niet voor restauratie (pagina 23/52). Graag uitleg van de wethouder. De heer Bemelmans zegt dat uit het stuk blijkt dat de investeringsreserve toereikend is. Wat hem wel bevreemd is dat alles wat wordt genoemd een beetje apart wordt behandeld. Zou een beleidsplan deze zaak niet gestroomlijnder kunnen aanpakken. Waarom wordt de ene aanvraag wel gehonoreerd en de andere niet? De heer Blom zegt dat het CDA er voorstander van is indien het subsidies betreft die bedoeld zijn voor het instandhouden van monumentale gebouwen, die gekoppeld zijn aan provinciale of rijkssubsidies. Op heeft het college nog een verzoek om subsidie afgewezen voor diverse vanwege het ontbreken van concreet beleid en een specifieke financiële dekking. Zijn fractie gaat er nu van uit dat deze criteria er nu wel zijn en er aan wordt voldaan. Uit de nota kunnen wij die niet lezen. Betekent dit dat er nog steeds sprake is van ad hoc beleid. Zijn fractie wil het college dan ook verzoeken om in het kader van de samenwerking met onze buurgemeenten Gulpen-Wittem en Vaals een gezamenlijk uniform subsidiebeleid te ontwikkelen. Dit om te voorkomen dat in de toekomst aanvragers niet steeds met onduidelijkheden en verrassingen worden geconfronteerd maar met helder eenduidig beleid. Zijn fractie is het op voorhand met hem eens dat beleid maken geen zin heeft als er geen geld beschikbaar is. Anderzijds moeten we bekijken wat we in de toekomst samen met verenigingen en instellingen kunnen verwezenlijken in het belang van het behoud van monumenten. Mevrouw Drost zegt dat zich nu wederom wreekt dat wij hierin geen beleid hebben. Verder heeft het geen zin om een hele prachtige nota te schrijven en daar geen geld voor beschikbaar te stellen. Dus zouden we wat we altijd hebben afgewezen nu ook moeten afwijzen. Maar zover wil ze nu niet gaan. Ze wil nu wel het onderscheid maken van monumentale panden die eigendom zijn van kerken. Wij moeten als Valkenburg Vestingstad nu duidelijk beleid gaan ontwikkelen. Ze vraagt de wethouder op welke termijn hij met zoiets voor de draad zal kunnen komen. Ze vond het een heel moeilijk stuk om te lezen. Ze heeft begrepen dat bij de BRIM-regeling de rijksoverheid 65 % betaalt, dat de provincie 10 % van de som betaalt, mits de gemeente ook 10 % betaalt. Dan ziet ze tot haar 9

10 verbazing dat de kerken maar 5 % gevraagd hebben dat betekent dus dat ze 15 % mislopen. Graag uitleg? Mevrouw Piters zegt dat door de terugloop van parochianen de inkomsten van de parochies sterk terug lopen. Parochies worden al geclusterd door tekort aan bedienaren en om de onderhoudskosten van de kerken te drukken. De SP fractie is van mening dat het niet de taak van de gemeente is om blijvend middelen uit te trekken voor parochies die niet meer levensvatbaar zijn. Cultureel erfgoed kan bewaard blijven door een andere bestemming voor het gebouw te zoeken, waardoor het wel in stand gehouden kan worden. Als het Rijk subsidie toekent, volgt de Provincie die lijn in de co-financiëringsregeling met de gemeente. Met eigen monumenten beleid kan de Raad aan de hand van dat beleid beslissen of ze meegaat in de voorgestelde financiering van de provincie. Om eigen beleid te kunnen volgen en om precedentwerking te voorkomen zal het college beleid moeten vast stellen. De SP fractie is geen voorstander van subsidiëring van kerken die tot cultuurhistorische erfgoed behoren. De kerkinstituten, waaronder de Rooms Katholieke, behoren tot de rijksten ter wereld en kunnen hun eigen broek makkelijk ophouden. Een Valkenburgs subsidie hebben zij niet nodig. Daartegenover staan in Valkenburg andere gebouwen met cultuurhistorische waarden die geen financiële ruggengraat hebben en zeker even belangrijk zijn om te behouden. Indien Valkenburg een financiële bijdrage wil leveren aan cultuurhistorisch erfgoed dan komen wat ons betreft andere objecten eerder in aanmerking. De heer Kleijnen zegt dat mevrouw Piters er van uitgaat dat binnen die drie kerken geen mensen meer komen. Zijn fractie vindt dat deze kerken gewoon in stand moeten blijven zolang mensen een kerk bezoeken. Hij is voor scheiding van kerk en staat maar hij kijkt ook naar wat is ingebakken in onze cultuur, derhalve heeft zijn fractie niet veel moeite met dit raadsvoorstel. Het zijn monumentale panden en aan alles wat monumentaal is zal zijn fractie medewerking verlenen om dat in stand te houden. Wethouder Dauven zegt dat de exploitatiemaatschappij Strabeek een particulier initiatief is. Wat betreft die BRIM-subsidie is het zo dat wanneer het Rijk zegt dat zijn subsidiabele kosten dan zijn dat subsidiabele kosten of het nu om restauratie, renovatie of herstel gaat. Nu komt het hele verhaal terug hoe zit het nu met het beleid. Het heeft weinig zin om beleid op te stellen want we hebben geen geld. Als er morgen een gat in het dak van de kerk van Houthem zit moet men proberen zo n topper te redden. Als gemeente hebben we veel eigen monumenten in bezit en daar moeten we ook geld voor hebben. We moeten eigenlijk proberen een ton in reserve te hebben, want als er iets met een stadsmuur gebeurt ben je direct bijvoorbeeld ,00 kwijt. Er zijn in het verleden diverse aanvragen afgewezen want we moeten ook aan onze eigen gebouwen denken. Maar de Protestantse kerk heeft gezegd alle andere kerken hebben allemaal al eens een keer geld gehad. Nu zitten ze met die glas in lood ramen, wat belangrijk is, want ze zitten in dat Pradoecomplex en het is weer belangrijk voor de gemeente dat dat complex er goed bijligt. Toen hebben B&W ook gesteld dat ze het ten opzichte van Broekhem en Berg wel een beetje krom vonden. En daarom is het college met dit voorstel is gekomen. Het is ad hoc beleid en het verdient geen schoonheidsprijs. Ten aanzien van de opmerkingen van mevrouw Piters zegt hij dat het bisdom veel bezit heeft, maar al die kerken moeten hun eigen broek ophouden. Het bisdom heeft geen liquide middelen. De heer Bemelmans vraagt criteria aan te geven wanneer men voor subsidie in aanmerking komt. Wethouder Dauven zegt dat het beleid is in principe geen geld behalve voor eigen gebouwen. Tweede termijn. Van de tweede termijn wordt geen gebruik gemaakt. 10

11 De raad verwijst het voorstel door naar de raad. (hamerstuk. De heer Visser zal tijdens de raadsvergadering wel een stemverklaring afleggen) 10.Voorstel college betreffende overschrijding budget leerlingenvervoer. De heer Haagmans heeft enkele vragen. In de bedragen voor het leerlingenvervoer voor 2008, 2009 en 2010 zitten behoorlijke verschillen. Het tekort voor 2010 is ongeveer ,-- Wat is naar benadering het bedrag voor 2011? Of zit er geen logica in dit gebeuren? Hoeveel kinderen hebben leerlingenvervoer? Is er ook toezicht op de combinatie van het vervoer? Er is een kind dat per dag 130,00 kost aan leerlingenvervoer. Maar het totaal is ,--. Dus dat kind gaat maar 77 dagen naar school? De kinderen die in het weekend vervoerd worden, zijn die allemaal afkomstig uit een gemeente? Komt er voor 2011 weer geld bij? De heer Bemelmans zegt dat ondanks dat de gemeente alles in het werk heeft gesteld om de kosten van het leerlingenvervoer zo goed mogelijk te beheersen, de kosten toch zodanig stijgen dat er jaarlijks sprake is van een budgetoverschrijding. Zijn fractie vraagt of het leerlingenvervoer in regionaal verband opgepakt kan worden, zodat er wellicht winst uit te halen is? Wat betekent het voor de posten welzijn en onderwijs als de tekorten 2010 en 2011 uit deze posten worden gedekt? De heer Maenen zegt dat een overschrijding van 20 % op een begroting van ,-- behoorlijk is. Hij gaat er van uit dat toen een aantal gemeenten op het terrein van het leerlingenvervoer zijn gaan samenwerken het uitgangspunt kostenbeheersing is geweest. Maar we zien sindsdien alleen maar overschrijdingen van de budgetten. Het moet toch in het begin van het jaar mogelijk zijn om in te schatten hoeveel leerlingen gebruik gaan maken van dit vervoer. Dat kan toch geen verrassing zijn op het einde van het jaar. Zijn fractie is het niet eens met het aanspreken van de reserve welzijn. Leerlingenvervoer hoort thuis bij de onderwijsbegroting en nergens anders. Mevrouw Piters zegt: Het leerlingenvervoer is een open eind regeling en de uitgaven worden bepaald door het aanbod van leerlingen die er gebruik van moeten maken en de prijs die de vervoerder vraagt. Via een regionaal overleg wordt alsnog gezocht wat de mogelijkheden zijn om de kosten te beheersen.tot alle mogelijkheden om te bezuinigen onderzocht zijn, moeten de middelen verstrekt worden. Vraag aan B&W: Blijft u inzetten bij het zoeken naar mogelijkheden om via slimme maatregelen het vervoer op peil te houden en de kosten verder te drukken.? Kunnen de uitgaven vergeleken worden met omringende gemeenten bedoelend de kosten per kind. Mevrouw Drost zegt dat het een openeindregeling is. Zitten wij op het minimum wat de eisen betreft in de modelverordening. Zij wijst op een artikel in het VNG-blad dat gaat over dilemma s in het leerlingenvervoer Tussen pamperen en loslaten. Verder is er een handboek Professioneel aanbesteden in het leerlingenvervoer. De gemiddelde prij s om een leerling naar school te vervoeren ligt tussen de 2.500,-- en 3.000,-- per leerling per jaar. Dat zijn enorme bedragen. Wethouder Dauven zegt dat leerlingenvervoer een open eind is en dat is altijd een probleem. Hij geeft overigens aan dat de leerling die 130,00 per dag aan leerlingenvervoer kostte inmiddels intern is op de betrokken school. Dat is zowel in het voordeel van betrokkene als van de gemeente. We werken samen met Eijsden-Margraten, Meerssen en Maastricht. Het is vreemd dat we niet met Gulpen-Wittem samenwerken, want daar ligt de Bernardussschool. En heel veel kinderen gaan naar deze school. Als we nu met Gulpen-Wittem samenwerkten zouden busjes die vanuit Valkenburg richting Gulpen rijden, in Gulpen-Wittem ook nog een aantal leerlingen kunnen ophalen, dus veel goedkoper. Dat kan nu niet want Gulpen-Wittem heeft een eigen afspraak met Vaals. Vanuit Valkenburg aan de Geul is het initiatief genomen om alle Zuid-Limburgse gemeenten bij elkaar te brengen en te overleggen om na deze periode voor heel Zuid-Limburg aan te besteden, want dan krijg je het grote voordeel van samen in een busje, dus veel goedkoper. Verder zullen demografische ontwikkelingen er voor gaan zorgen dat we wat minder leerlingen krijgen en zo zouden de kosten richting toekomst weer kunnen gaan meevallen. Aan de andere kant heeft Adelante steeds meer leerlingen. Wel wordt het leerlingenvervoer in het geval van Adelante betaald door de gemeenten waar de leerlingen woonachtig zijn. De financiering van het tekort zou inderdaad helemaal uit onderwijs moeten komen, maar in 2010 zullen we het uit de reserve welzijn moeten halen omdat over onderwijsgelden overleg moet 11

12 plaatsvinden met het OGO. En hij kan dit voor 2010 niet met terugwerkende kracht doen. Naar de toekomst toe, en de kosten zouden blijven oplopen, dan houdt het putten uit de onderwijsgelden ook een keer op. In 2012 zal de zaak derhalve weer bekeken worden. De heer Haagmans waarschuwt voor het in groter verband oppakken van het leerlingenvervoer. Dan is er maar een vervoerder, die dan zegt, dat heb je maar te betalen. Anders heb je niemand meer. Wethouder Dauven zegt dat daar een risico zit. De heer Kleijnen dringt aan op samenwerking in dit kader, zeker tussen de drie gemeenten, die nu intensief willen gaan samenwerken. De commissie verwijst het voorstel door naar de raad.( Hamerstuk met de aanpassing in het voorstel dat men in 2012 gaat kijken hoe het er mee staat en dan komt het college terug naar de raad). 11.Bespreekpunten Verslag van de raadsconferentie Een gezonde koers voor Zuid-Limburg d.d. 24 j anuari Wethouder Dauven zegt dat wanneer er nog vragen zijn die aan de GGD gesteld kunnen worden. De heer Kleijnen vraagt bijzondere aandacht voor het feit dat in Valkenburg aan de Geul veel woningen een binnenmilieuprobleem hebben. 26 % van onze inwoners heeft last van zeer ernstige geluidsoverlast. Dat heeft niet alleen te maken met geluidsoverlast van verkeer en dergelijke, maar dat heeft ook te maken met het feit hoe het gesteld is met, met name, de woningen van de sociale verhuurders. Deze woningen zijn slecht geisoleerd en hij vraagt contact op te nemen met de sociale verhuurders. Er moet echt iets gaan gebeuren en dat verdient beslist aandacht. Met de sociale verhuurders worden de zogenaamde prestatieafspraken gemaakt. Hij vraagt wethouder van Melsen dat mee te nemen wanneer er nieuwe prestatieafspraken worden gemaakt. Wethouder Dauven zal dat zeker aan zijn collega-wethouder doorgeven. Hij deelt verder nog mee dat de cliëntenraad Werk en Bijstand heeft gereageerd op het beleidsplan voor het komende jaar en ze vonden het een prima stuk. Adelante. Wethouder Dauven deelt mee dat er een bedrag van ,-- nodig is voor het onderwijspakket en meubilair. Normaal gaat zoiets via het scholenoverleg, maar Adelante is fors gegroeid. Er zijn tien nieuwe lokalen en nog eens vier tijdelijke lokalen. Zodoende hebben ze een spoedaanvraag moeten doen voor huisvesting, dus in het lopende jaar. De verordening zegt dat spoedaanvragen volledig gemandateerd zijn aan het college. De leden van de commissie nemen deze toelichting voor kennisgeving aan. Evaluatie vierjarenbeleidsplan WMO Wethouder Dauven geeft aan dat bij de laatste ateliersessie liefst 11 vertegenwoordigers aanwezig waren van Valkenburg aan de Geul. Dat vindt hij een heel goede zaak. Hij geeft aan dat er op 13 april 2011 een gezamenlijke regionale bijeenkomst is in het gemeentehuis in Margraten. Die sessie gaat over de kanteling welzijn nieuwe stijl. Dat heeft alles te maken met de WMO. Alle betrokken zullen op korte termijn hiervoor een uitnodiging ontvangen. Vervolgens start de wethouder met zijn presentatie over de evaluatie vierjarenbeleidsplan WMO De sheets zijn bij het verslag gevoegd. 12

13 Naar aanleiding van deze presentatie heeft mevrouw Piters een vraag over de WMO/CAK-bijdrage. Wethouder Dauven vraagt haar de vraag schriftelijk te formuleren waarna de hele commissie een schriftelijk antwoord zal krijgen. De heer Kleijnen vraagt om meer documentatiemateriaal over dit onderwerp, omdat hij voor de eerste keer zitting heeft in deze commissie. Wethouder Dauven zegt dat hij deze stukken zal ontvangen en voor verdere vragen hierover kan hij zich tot de wethouder wenden. De heer Aussems vraagt of het bij de cijfers over de woningaanpassingen gaat om mensen die dat ook helemaal vergoed hebben gekregen, of zitten daar ook woningen bij waar alleen een advies is gegeven. Wethouder Dauven zegt dat het hier gaat om woningaanpassingen die helemaal vergoed worden. De heer Visser vraagt of er breed gemeentelijk ambtelijk overleg is om allerlei zaken over de WMO uit te wisselen. Wethouder Dauven bevestigt dit. Verder vraagt de heer Visser of mensen die in het kader van de WMO worden doorverwezen na bijvoorbeeld drie maanden een terugkoppeling krijgen vanuit onze gemeente hoe het er mee staat. Wethouder Dauven zegt dat het daar nog wel eens aan schort en dat moeten we ook in het kader van de kanteling gaan oppakken. De heer Visser vindt de naam Centrum voor j ong en oud een grandioos idee. Als wij als gemeente als eerste met deze naam komen is er wellicht een extra subsidie te krijgen om dat eens heel efficiënt uit te werken. Wethouder Dauven vindt dit een goede tip. 12. Gewestelijke aangelegenheden Er zijn geen gewestelijke aangelegenheden te melden. 13. Rondvraag De heer Kleijnen heeft de volgende vragen: Op 15 februari 2011 hebben wij een raadsinformatiebulletin mogen ontvangen m.b.t. de ontwikkelingen binnen Licom NV. Het gaat hier o.a. over de bezuinigingen waar Licom mee te maken krijgt. Mede dankzij de rijksbezuinigingen laat de begroting van Licom NV voor 2011 een negatief resultaat zien van ruim Zo n wordt veroorzaakt door de landelijke bezuiniging (minder rijkssubsidie). Ook de kredietcrisis in de jaren 2009 en 2010 hebben een negatief effect gehad op de prestaties van Licom. Wij maken ons grote zorgen over de toekomst van Licom dat met zo n 4200 SW ers de grootste Sociale Werkplaats is in Nederland. Ook voor de komende jaren zijn verregaande rijksbezuinigingen aangekondigd. Dit maakt het noodzakelijk dat Licom samen met de met de aandeelhoudende gemeenten scenario s (ook Valkenburg a/d Geul) gaat zoeken naar de toekomst toe. Voor de korte termijn stelt Licom zelf een onderzoek in naar mogelijke bezuinigingen in de bedrijfsvoering. Ook de aandeelhoudende gemeenten hebben een onderzoek opgestart. De uitkomsten van dit onderzoek zou nog voor het zomerreces aan de diverse gemeenteraden gepresenteerd worden. Wij kunnen u nu al aangeven dat het een en ander tot grote onrust geleid heeft, bij de populatie van Licom. N.a.v. het bovenstaande hebben wij de volgende vragen: 13

14 Wat is de actuele stand van zaken m.b.t. het onderzoek? Welke stappen gaat de gemeente Valkenburg a/d Geul ondernemen naar de landelijke overheid toe, om aan te geven dat de voorgestelde bezuinigingen op de SW in feite de doodsteek voor deze sector zijn? Hoeveel inwoners van onze gemeente staan op dit moment op de wachtlijst met een SW-indicatie? Welke inspanning(en) heeft Valkenburg a/d Geul gedaan om deze mensen aan een dienstverband te helpen in de SW? Indien dit niet het geval zou zijn, willen wij expliciet aangeven, dat u ook een primaire taakstelling heeft om hier een wezenlijke bijdrage aan te leveren. Wij willen dan ook van u een plan van aanpak hebben? Is de gemeente Valkenburg a/d Geul bereid om meer opdrachten aan Licom te gaan verstrekken, zodat er ook een wezenlijke bijdrage vanuit deze gemeente geleverd wordt om de bezuinigingen een halt toe te roepen? Is men bereid om aan te haken bij het gezamenlijke project van Licom enerzijds en de Parkstad gemeentes anderzijds om een re-integratieproject op te starten waarbij het vooral gaat om jonge Wajongers weer een uitzicht op de arbeidsmarkt te bieden? Dit kan in het kader van samenwerking ook gezamenlijk gedaan worden met Gulpen-Wittem en Vaals, zodat alle aandeelhouders van Licom hierbij betrokken worden. Wethouder Dauven zegt dat er op dit moment 27 mensen op de wachtlijst staan en we gaan binnenkort 5 mensen plaatsen. Dan zijn er nog 22 over. Mensen die op de wachtlijst staan en die hier in de WWB zitten hebben een groeibaan, dus daar doen we wat mee. Wij doen ook aan het jongerenproject van de Licom mee. Het is nooit goed wanneer mensen jarenlang op een wachtlijst staan. De heer Kleijnen zegt dat gemeente ook een inspanning kunnen leveren om mensen die op de wachtlijst staan in die gemeente om die dus een kans te bieden om bij Licom aan het werk te komen of in de sociale werkvoorziening. Wethouder Dauven zegt dat het in het verleden zo was dat, en het kan nog steeds, maar daar kiest onze gemeente absoluut niet voor, mensen met geld van het werkdeel bij de Licom te werk gesteld konden worden. Dan stonden die mensen wel op de wachtlijst, maar met geen zicht op plaatsing. Dan gaat de gemeente tonnen uitgeven, die op een andere manier effectiever kunnen worden besteed. Dat doet bijna geen enkele gemeente meer. De heer Kleijnen heeft zijn oor te luister gelegd bij Licom en die zeggen dat het geen taak van hun is maar vooral een taak van de gemeente. Als de gemeente een extra inspanning levert en ons extra geld geeft willen we daar wel aan meewerken. Hij heeft het gevoel dat met een beetje naar elkaar aan het pingpongen is. Wethouder Dauven zegt dat voor de Licom geldt dat het een zwaar gesubsidieerde werkvoorziening is en mensen staan daar op de wachtlijst en de mensen weten wanneer ze aan de beurt zijn ze instromen. Maar als de gemeente zegt dat ze daar eerder aan gaat beginnen en men moet dat gaan betalen dan is dat zo n inbreuk op j e werkdeel. De gemeente wil wel iets met die mensen op de wachtlijst, maar niet door te zeggen jullie gaan naar de Licom toe. Ten aanzien van het extra werk uitzetten van onze gemeente bij de Licom geeft de wethouder aan dat in 2005 het onderhoud van het groen naar de Licom is gegaan. Tijdens de vorige zittingsperiode heeft het college besloten om aan te besteden en is besloten om niet aan de Licom te gunnen. En de heer Kleijnen weet ook precies waarom het college dit zo besloten heeft. De heer Kleijnen zegt dat hij zich toen van stemming heeft onthouden. Wethouder Dauven geeft aan dat men bij de schoonmaak het wel weer heeft uitbesteed aan de Licom. Bij de werkzaamheden aan de Rijksweg te Berg en Terblijt hebben B&W gezegd dat men een werkbegeleider van de Licom wil. Zo mogelijk doen we het. 14