Uitvoeringsprogramma

Transcriptie

1 Uitvoeringsprogramma Integraal Veiligheidsbeleid Gemeente Waddinxveen Regie, verbinding en daadkracht

2 Colofon Bestemd voor : Managementteam College van B&W Gemeenteraad Opgesteld door : Mevr. M.C.M. Schuurman Veiligheidsregisseur : Dhr. M. van Zanten Leerarbeidsplaats Datum oplevering : 27 mei 2014 Versie : 3 27 mei e behandeling : 28 mei 2014 Managementteam 2 e behandeling : 3 juni 2014 College van B&W (besluitvormend) 3 e behandeling : 3 juni 2014 Gemeenteraad (ter kennisgeving) Fotografie omslag: Gemeente Waddinxveen Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de gemeente Waddinxveen. Uitvoeringsprogramma Integraal Veiligheidsbeleid

3 Inhoudsopgave 1. Inleiding 4 2. Context Beleidsplan Huidige ontwikkelingen Organisatorische inbedding 7 3. Programmaoverzicht 8 4. Uitvoeringsprogramma prioritaire veiligheidsthema s Fysieke kwaliteit Veilige winkelgebieden Overlastgevende jeugd Uitvoeringsprogramma overige strategische veiligheidsthema s Sociale kwaliteit Subjectieve veiligheid Veilige bedrijventerreinen Veilig uitgaan Objectieve veiligheid Individuele probleemjongeren Voorbereiding op de rampenbestrijding Georganiseerde criminaliteit 24 Uitvoeringsprogramma Integraal Veiligheidsbeleid

4 1. Inleiding Geen woorden, maar daden. Een veel gehoorde uitspraak die voor de openbare orde en veiligheid in Waddinxveen met het uitvoeringsprogramma werkelijkheid is geworden en nu nog steeds de toon zet waar wij 1 voor staan! Voorliggend uitvoeringsprogramma volgt die van op en vloeit eveneens logischerwijs voort uit het beleidsplan Integraal Veiligheidsbeleid Het beleidsplan beschrijft de strategische visie op veiligheid in Waddinxveen en het uitvoeringsprogramma geeft praktische invulling aan deze visie aan de hand van concrete uitvoeringsactiviteiten per gekozen thema. Iedere partner in de veiligheidsketen kent mede door dit plan zijn taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden binnen het domein openbare orde en veiligheid. Voor iedere activiteit is een gemeentelijke actiehouder aangewezen. In hoofdstuk 2 is een contextbeschrijving gegeven zodat u de uitvoeringsactiviteiten met de juiste achtergrondinformatie leest. In hoofdstuk 3 volgt de organisatorische inbedding en in hoofdstuk 4 ziet u een overzichtelijk programma van alle uitvoeringsactiviteiten die voortvloeien uit het eerder genoemd beleidsplan. Er is een verdeling gemaakt van activiteiten die in de jaren 2012/2013 zijn uitgevoerd en de activiteiten die in de jaren 2014/2015 worden uitgevoerd. Alleen de activiteiten voor de jaren 2014/2015 zijn in dit plan uitgewerkt, die u vervolgens in de hoofdstukken 4 (prioritaire thema s) en 5 (overige thema s) kunt lezen. De activiteiten in dit uitvoeringsprogramma dragen bij aan de in het beleidsplan gestelde kwalitatieve en kwantitatieve doelstellingen. De kwalitatieve doelstelling is terug te zien aan het begin van ieder thema (Hoofdstukken 4 en 5). De kwantitatieve doelstellingen zijn, in verband met de leesbaarheid van het document, niet bijgevoegd. Deze indicatoren zijn te vinden in het beleidsplan zelf. Regie, verbinding en daadkracht. Dat is het motto van het integraal veiligheidsbeleid en dus ook het motto om de uitvoering te realiseren. Met andere woorden: Aan de slag! 1 Dit uitvoeringsprogramma is tot stand gekomen in samenwerking met vele interne en externe ketenpartners, bewoners en ondernemers. Een ieder die heeft bijgedragen heeft zijn/haar commitment aan dit plan gegeven. Uitvoeringsprogramma Integraal Veiligheidsbeleid

5 2. Context In dit hoofdstuk worden de kaders gegeven waarbinnen het uitvoeringsprogramma tot stand is gekomen. De context wordt bepaald door het beleidsplan Integraal Veiligheidsbeleid , diverse actuele ontwikkelingen en de organisatorische inbedding Beleidsplan In het collegeprogramma Gaan voor Waddinxveen is voor het programma Veiligheid en daarmee voor het Integraal Veiligheidsbeleid voor de periode verbeteren van de onveiligheidbeleving (6,8 7,3) en het versterken van de leefbaarheid (7,0 7,5) opgenomen als strategische doelstelling. Dit is ook als zodanig opgenomen in het beleidsplan Integraal Veiligheidsbeleid Beoogd maatschappelijk effect is een sociale en fysieke leefomgeving waarin burgers veilig kunnen wonen, werken en recreëren. Een integrale en daadkrachtige samenwerking tussen de partners wordt, samen met de regierol van de gemeente, gezien als de belangrijkste randvoorwaarden. Met het vaststellen van de startnotitie voor de ontwikkeling van Integraal Veiligheidsbeleid heeft de gemeenteraad ook het motto voor het integraal veiligheidsbeleid bepaald: regie, verbinding en daadkracht. Deze drie aspecten zijn absoluut en onlosmakelijk met elkaar verbonden en geven vorm aan de ambitie van het lokale veiligheidsbeleid. Gelet op de wijze van totstandkoming, mag gesteld worden dat het beleid met dit motto de ambitie van de keten als geheel vertegenwoordigt. De regierol van de gemeente vormt de beslissende succesfactor om te kunnen komen tot een effectieve uitvoering van het veiligheidsbeleid en daarmee de realisatie van voorliggend uitvoeringsprogramma Huidige ontwikkelingen Ontwikkelingen op het gebied van openbare orde & veiligheid die zich hebben voorgedaan tijdens het opstellen van dit uitvoeringsprogramma kunnen de gekozen activiteiten hebben beïnvloed. Derhalve worden hieronder enkele ontwikkelingen beschreven, zodat de activiteiten in het juiste perspectief worden gelezen. Vorming nationale politie Op grond van de nieuwe Politiewet zijn de korpsen Hollands Midden en Haaglanden op gegaan in de Nationale Politie, regionale eenheid Den Haag. In 2015 moet het personele reorganisatieproces zijn afgerond en moet de Nationale Politie volledig operationeel zijn. De totale realisatiefase om te komen tot Nationale Politie zal nog enkele jaren langer doorlopen. In de toelichting bij de nieuwe politiewet wordt nadrukkelijk gesteld dat er alle ruimte is en moet zijn voor lokaal politiebeleid. Van het team Rijn en Gouwe is Boskoop reeds bij het team van Alphen aan den Rijn gevoegd in verband met de gemeentelijke herindeling. Het team zal per 2015 verder worden opgesplitst, waarbij Waddinxveen wordt samengevoegd met team Zuidplas, en Bodegraven-Reeuwijk wordt samengevoegd met het politieteam van Gouda. De formatie van de politie in Waddinxveen blijft beperkt. Organisatie HALT Sinds 1 januari 2013 is Halt één organisatie met vestigingen in het hele land. Zo blijft Halt aansluiten bij de lokale wensen. Halt bundelt de krachten tot één vitale organisatie die meer slagkracht heeft en efficiënt haar werk doet. Halt is een stichting met een directeur/bestuurder en een Raad van Toezicht. De nieuwe organisatie bestaat uit 10 regio's (in aansluiting op de gerechtelijke kaart en de 10 politieregio s), die worden aangestuurd door vier regiomanagers. Halt blijft lokaal aanwezig in o.a. de Veiligheidshuizen en werkt nauw samen met gemeenten en de partners in de justitie- en preventie/zorgketen. Uitvoeringsprogramma Integraal Veiligheidsbeleid

6 Kamer van koophandel Met ingang van 1 januari 2014 levert de Kamer van koophandel geen bijdrage meer aan projecten Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO). Decentralisaties Het huidige kabinet gaat meer taken in het sociale domein naar gemeenten overbrengen. Het gaat om de decentralisatie van de jeugdhulp, participatie en het onderbrengen van de onderdelen begeleiding en persoonlijke verzorging vanuit de AWBZ bij de Wmo. Een van de uitgangspunten bij alle decentralisaties is één-gezin-één plan, één regisseur. Gemeenten zijn een belangrijke speler in het transformeren en vormgeven van verzorgingsstaat naar participatiemaatschappij. Wet en regelgeving Per 1 januari 2014 gelden er vernieuwde wetten over alcohol (Drank- en Horecawet) en tabak (Tabakswet). Dit heeft gevolgen voor jongeren en voor ondernemers. Ook zijn er gevolgen voor paracommerciële rechtspersonen. Dit zijn stichtingen, verenigingen en andere organisaties op het gebied van bijvoorbeeld sport, recreatie en welzijnswerk en die tegen betaling drank schenken aan hun bezoekers. De overheid heeft besloten om de leeftijdsgrens voor de verkoop van alcohol te verhogen naar 18 jaar. Vanaf 1 januari 2014 zijn jongeren die in de openbare ruimte alcohol bij zich hebben strafbaar. In december 2013 is door de gemeenteraad van Waddinxveen artikel 2:34a van de Algemene Plaatselijke Verordening vastgesteld. Met het vaststellen van dit artikel heeft de gemeente regels vastgesteld voor het verstrekken van alcoholhoudende drank door paracommerciële rechtspersonen. Ook is het op grond van dit artikel in eerste instantie niet toegestaan om bijeenkomsten van persoonlijke aard, zoals bruiloften, jubilea, recepties, verjaardagen, bedrijfsfeesten etc., te organiseren door paracommerciële rechtspersonen. Regionale ontwikkelingen bestuurlijke aanpak georganiseerde criminaliteit Vanuit het Regionale Informatie- en Expertisecentrum (RIEC) Hollands Midden is er veel aandacht gegeven aan de noodzaak tot het hebben van bestuurlijke instrumenten om, naast de strafrechtelijke aanpak, georganiseerde misdaad te bestrijden. De politie speelt hier alert op in door de gemeenten te begeleiden bij het komen tot een bestuurlijke aanpak hennepteelt. De Minister van Veiligheid en Justitie heeft besloten dat de RIEC s en het Landelijke Informatie en expertisecentrum (LIEC) per 1 januari 2012 een structureel karakter krijgen. In dit uitvoeringsprogramma is dan ook aandacht gegeven aan de inrichting van het proces rondom bestuurlijke handhaving van georganiseerde criminaliteit, zodat deze regionale ontwikkelingen een plek krijgen. Organisatieontwikkelingen gemeente Waddinxveen De ontwikkelingen die onze gemeente raken gaan snel. Denk aan bezuinigingen, een sterke roep om minder regels en minder overheid, mondige en goed opgeleide burgers die andere eisen stellen aan onze dienstverlening, technologische ontwikkelingen, social media en een arbeidsmarkt die in de toekomst krapper wordt. Daarop moeten we flexibel inspelen. Het vergt ook een andere manier van werken en een cultuur waarin klant- en resultaatgerichtheid voorop staan. De organisatie is daarom een doorontwikkeling gestart. De doorontwikkeling gebeurt onder de naam X-toer In de zomer van 2012 zijn de ambities en uitgangspunten van de x-toer 2015 vastgesteld. Per 1 januari 2014 hebben we een nieuwe organisatiestructuur waarbij de afdelingen gericht zijn op een meer klantgericht organisatie. De diverse ontwikkelingen - zoals decentralisaties, de tendens van bestuurlijke schaalvergroting door het ontstaan van grotere gemeenten, optimale inbedding van omgevingstaken en bezuinigingstaakstellingen - maken dat de behoefte aan regionale samenwerking ook groter wordt. Voor de taken op het gebied van de rampenbestrijding zijn de afgelopen jaren al belangrijke stappen gezet naar een intergemeentelijke Uitvoeringsprogramma Integraal Veiligheidsbeleid

7 samenwerking. Dit zal de komende twee jaar worden voortgezet. Op dit moment wordt ook op het gebied van bedrijfsvoering samenwerkingsmogelijkheden met omliggende gemeenten nader bekeken. 3. Organisatorische inbedding Deze paragraaf geeft inzicht in de verhoudingen in taken, bevoegdheden, verantwoordelijkheden en middelen ten aanzien van de realisatie van het uitvoeringsprogramma en de ketensamenwerking daartoe. Belangrijk aandachtspunt is dat dit uitvoeringsprogramma de uitvoeringsactiviteiten voor twee jaar beschrijft, namelijk 2014 en In 2015 vindt een totaalevaluatie plaats van het beleidsplan waarna een nieuw beleidsplan Integraal Veiligheidsbeleid voor de jaren kan worden opgesteld. De uitvoeringsactiviteiten in dit uitvoeringsprogramma zijn steeds in een tabel weergegeven met een aantal vaste items. Zo is ieder uitvoeringsactiviteit gekoppeld aan een bestuurlijk aanspreekpunt en aan een actiehouder. De actiehouder is te allen tijde een medewerker van de gemeente Waddinxveen en verantwoordelijk voor de uitvoering van de activiteit waar hij/zij aan gekoppeld is. De actiehouder is benoemd in samenspraak met het hoofd van de betrokken afdeling. De veiligheidsregisseur is regievoerder over het totale uitvoeringsprogramma. Dit betekent dat de veiligheidsregisseur toezicht houdt op de uitvoering van de activiteiten en indien nodig bijstuurt. De veiligheidsregisseur is hierbij verantwoordelijk voor het functioneren van de ketenorganisatie als geheel. Dit houdt in dat de regisseur zorgt voor verbinding tussen beleid en uitvoering, voor verbinding tussen beleidsvelden en voor verbinding tussen samenwerkingspartners onderling. Uitgangspunt hierbij is dat alle samenwerkingspartners gelijkwaardig zijn aan elkaar. De veiligheidsregisseur creëert hierbij vertrouwen, draagvlak en stimuleert persoonlijk contact tussen de partners. Dit zijn de randvoorwaarden om goed uitvoering te geven aan het uitvoeringsprogramma. Met deze randvoorwaarden accepteren samenwerkingspartners ook de rol van de regisseur die de voortgang van het proces dient te bewaken. Dit betekent dat de veiligheidsregisseur de gezamenlijk vastgestelde ambitie in het vizier houdt. Verder betekent dit dat zij een ruim mandaat en doorzettingsmacht heeft om die ambitie te verwezenlijken. De regisseur kan hiertoe zelfstandig beslissingen nemen (knopen doorhakken) wanneer het proces stagneert of dreigt te stagneren. Dit behoudt de gewenste daadkracht zoals benoemd in het motto. Als vanzelfsprekendheid wordt bij voorkeur een integrale aanpak nagestreefd. Eventueel benodigde financiële middelen voor de uitvoering van dit plan zijn opgenomen in de begroting. Dit is dan ook afgestemd met de hoofden van de afdelingen en de financieel consulent. In de tabellen is het bijbehorende begrotingsprogramma benoemd. De budgetten uit programma 3.5 Veiligheid zijn gespecificeerd weergegeven. De budgetten die meeromvattend zijn dan alleen het domein openbare orde & veiligheid zijn wel per programma genoemd, maar niet nader gespecificeerd weergegeven. De programma s, anders dan 3.5 Veiligheid, zijn namelijk in geld niet alleen op het aspect veiligheid te kwantificeren. Bij alle activiteiten is het principe gehanteerd dat de ambtelijke uren vallen onder de reguliere werkzaamheden behorende bij de functie of dat deze uren zijn geborgd in een ander uitvoeringsprogramma. Derhalve is de benodigde capaciteit in ambtelijke uren niet apart bij het budget opgenomen. Indien een uitvoeringsactiviteit slechts ambtelijke uren behoeft en geen (extra) financiële middelen dan is bij budget niet van toepassing ingevuld. Voor de communicatie (zowel intern als extern) wordt een communicatieplan opgesteld. Uitvoeringsprogramma Integraal Veiligheidsbeleid

8 4. Programmaoverzicht I II Thema Nr Activiteit 2012 / / 2015 Werkstijl inrichting, beheer & onderhoud Wijkschouw Participatie openbare ruimte Handhaving openbare ruimte 1. Handhaving overlast en verloedering Inventarisatie kwaliteit bedrijventerreinen Integrale risicoafweging ruimtelijke inrichting Fysieke kwaliteit 2. Wijkactieplannen 3. Sociale wijkschouw 4. Zelforganisatie 5. Politie Keurmerk Veilig Wonen nieuwbouwlocaties en herinrichtingsprojecten 6. Kwaliteit bedrijventerreinen 7. Behouden onderhoudsniveau B in de openbare ruimte 8. Keurmerk Veilig Ondernemen Veilige 9. Onderzoek toepassing cameratoezicht winkelgebieden Afrekenen met winkeldieven 10. Visie ketenstructuur jeugd Jeugdregisseur Overlastgevende 11. Ontmoetingsplekken voor jongeren jeugd 12. Talentontwikkeling 13. Sociale acceptatie en tolerantie Voorlichting en training groepsdruk Sociale kwaliteit 14. Wijkgericht werken Analyse sociale kwaliteit Subjectieve veiligheid Veilige bedrijventerreinen Veilig uitgaan Objectieve veiligheid Individuele probleemjongeren Voorbereiding op rampenbestrijding Georganiseerde criminaliteit Gevoel voor veiligheid Communicatie over veiligheid 15. Transparantie overheid 16. Preventieve communicatie Keurmerk Veilig Ondernemen Samenwerkingsverband Horeca Buitenruimte Horeca 17. Toezicht en handhaving paracommerciële horeca Keurmerk Veilig Wonen 18. Subsidie Politie Keurmerk Veilig Wonen (PKVW) Campagne Auto-inbraken 19. Analyse en aanpak geweld Sociale kaart 20. Borgen werkprocessen correctie en zorg 21. Alcohol en drugs 22. Intergemeentelijke samenwerking Ambtenaar Rampenbestrijding Informatie-uitwisseling & bestuurlijke handhaving 23. Implementatie Wet BIBOB Gedragscode Integriteit B&W en Gemeenteraad 24. Workshop Integriteit 25. Bestuurlijke aanpak Betekenis symbolen: Activiteit uitgevoerd Activiteit niet uitgevoerd, verplaatst naar uitvoeringsprogramma Gepland om uit te voeren Uitvoeringsprogramma Integraal Veiligheidsbeleid

9 5. Uitvoeringsprogramma prioritaire veiligheidsthema s In dit hoofdstuk zijn per prioritair veiligheidsthema de uitvoeringsactiviteiten benoemd. Alle uitvoeringsactiviteiten dragen bij aan het behalen van de kwalitatieve doelstellingen zoals in beleidsplan geformuleerd. De doelstellingen zijn in dit document, aan het begin van ieder thema, nogmaals opgenomen Fysieke kwaliteit Kwalitatieve doelstelling De openbare ruimte zodanig inrichten, beheren en onderhouden dat onveiligheid en gevoelens van onveiligheid als gevolg van de fysieke kwaliteit zoveel mogelijk worden weggenomen en voorkomen. 1. HANDHAVING OVERLAST EN VERLOEDERING Woonoverlast en verloedering is als bijzonder project geprogrammeerd in het Uitvoeringsplan Integrale Handhaving. Er lopen twee deelprojecten in dit kader, namelijk de aanpak verloederde en/of vervallen panden en aanpak van illegale bewoning. Er vindt een inventarisatie plaats van panden die qua onderhoud, gebruik en/of uitstraling een negatieve invloed hebben op de woon- en leefomgeving. De regie ambtenaar VTH Ruimte bepaalt de beleidsstrategie. Door de uitvoerende medewerkers worden vervolgens per pand een toezicht- & handhavingsstrategie bepaald en uitgevoerd. Deze projecten zijn in 2012 gestart en zullen doorlopen in de periode Dit betekent dat deze projecten uitgevoerd zullen worden door de Omgevingsdienst Midden-Holland. De regieambtenaar VTH Ruimte en de veiligheidsregisseur van de gemeente Waddinxveen moeten worden geïnformeerd over de voortgang van de twee projecten. Ook dienen zij een terugkoppeling te ontvangen bij afronding van de projecten over behaalde resultaten en evaluatie van de projecten. Regie ambtenaar VTH Ruimte (dhr. R. Banning) Uitvoering: Omgevingsdienst Midden Holland, medewerkers afdeling Ruimte, belastingdienst, politie, arbeidsinspectie, sociale recherche, brandweer, woningcorporatie. Advisering: wijkregisseur, handhavingsregisseur APV/Bijzondere wetten en veiligheidsregisseur Burgemeester dhr. H.P.L. Cremers Ruimte Niet van toepassing Uitvoeringsprogramma Integraal Veiligheidsbeleid

10 2. WIJKACTIEPLANNEN De kennis over gewenst en daadwerkelijk gebruik van de buitenruimte wordt nog onvoldoende uitgewisseld en benut. In is voor het eerst de beschikbare informatie gebundeld en verwerkt in wijkanalyse. Om daadwerkelijk op wijkniveau in te spelen op de behoefte van de bewoners dienen deze analyse vertaald te worden naar concrete wijkactieplannen, waar de informatie uit de beleidsvelden openbare ruimte, jeugd, handhaving, veiligheid, leefbaarheid en ook zorg samenkomen. Het wijkactieplan heeft als doel de leef- en woonomstandigheden in de wijk verder te verbeteren en de wijk met zijn bewoners kansen te bieden jaarlijks 1 e kwartaal Wijkregisseur (dhr. P.C. Kops) Uitvoering: gemeentelijke regisseurs, wijkplatforms, politie, woningcorporatie, jongerenwerk, maatschappelijke- en welzijnsorganisaties, WMO-raad en Onderwijsinstellingen. Wethouder dhr. M.W. Vroom Publieksplein Bestaande middelen programma 2.1 Participatie 3. SOCIALE WIJKSCHOUW Door middel van een schouw wordt de kwaliteit in de fysieke buitenruimte in kaart gebracht. De schouw wordt jaarlijks per wijk uitgevoerd op van te voren genoemde locaties met o.a. wijkplatforms, wijkregisseur en woningcorporatie. Door vaste locaties en punten mee te nemen in de schouw kan er een vergelijking met andere jaren worden gemaakt. De externe partners worden tijdig gevraagd, zodat zij hun jaarplanning hierop kunnen aanpassen. Er wordt nadrukkelijk rekening gehouden met de bereikbaarheid voor hulpdiensten en bluswatervoorzieningen. Verder vindt de schouw vooral plaats op punten met betrekking tot sociale veiligheid en in mindere mate op civiel technische punten. Een sociale schouw kan worden benut om de behoeften in de wijk in beeld te brengen. De punten die uit de schouw voortkomen, kunnen veelal worden gezien als quick wins, waarbij met een beperkte inzet van middelen in belangrijke mate in de behoefte van bewoners kan worden voorzien. N.B. Het is vooraf niet mogelijk om in te schatten in welke mate de te nemen maatregelen naar aanleiding van de schouw aanspraak maken op de budgetten. Het is derhalve ook niet relevant de totale middelen die beschikbaar zijn hierin op te nemen Jaarlijks 2 e kwartaal Wijkregisseurs (dhr. P.C. Kops) Uitvoering: wijkregisseur, bewoners, medewerkers cluster Onderhoud (Ruimte), politie, brandweer, woningcorporatie, evt. andere gemeentelijke regisseurs. Wethouder dhr. M.W. Vroom Wethouder dhr. C. de Jong Publieksplein en Ruimte Bestaande middelen programma s 2.1 Participatie en 3.3. Openbare Ruimte Uitvoeringsprogramma Integraal Veiligheidsbeleid

11 4. ZELFORGANISATIE Bewoners worden jaarlijks actief uitgedaagd om op wijk- en buurtniveau een stuk van de openbare ruimte in te richten, te beheren en/of te onderhouden of anderszins maatschappelijke initiatieven te ontplooien. Dit gebeurt onder verantwoordelijkheid van de wijkplatforms en in samenwerking met de wijkregisseur. Bij het realiseren en toepassen van deze zelfwerkzaamheid voor bewoners wordt nadrukkelijk rekening gehouden met aspecten van sociale veiligheid. De condities die zelfwerkzaamheid bevorderen of faciliteren moeten worden onderzocht. De resultaten die hieruit voortvloeien, kunnen worden ingezet voor een concrete vertaling naar de regierol van de gemeente en daarmee de werkwijze, houding en verantwoordelijkheid die daarbij past. De eigen verantwoordelijkheid biedt bewoners betrokkenheid, handelingsperspectief en zelfredzaamheid in het tegengaan van verloedering en het vergroten van de sociale controle doorlopend Wijkregisseur (dhr. P.C. Kops) Uitvoering: wijkplatforms, wijkregisseur Advisering: gemeentelijke regisseurs, politie, woningcorporatie Wethouder dhr. M.W. Vroom Publieksplein Bestaande middelen programma 2.1. Participatie 5. POLITIE KEURMERK VEILIG WONEN NIEUWBOUWLOCATIES EN HERINRICHTINGSPROJECTEN Voor het inrichten van de openbare ruimte op nieuwbouwlocaties en bij herinrichtingsprojecten worden criteria gesteld aan de inrichting van de openbare ruimte ten behoeve van de sociale- en fysieke veiligheid. De openbare ruimte wordt daar ingericht volgens de eisen van de certificaten Veilige Omgeving, Veilig Complex en Veilige woning van het Politie Keurmerk Veilig Wonen (PKVW). Hiertoe worden de projectprocedures en documenten voor ruimtelijke projecten waar nodig aangepast. Het handboek PKVW nieuwbouw en bestaande bouw zijn hierbij leidend. Daarnaast dient er voor een adequate hulpverlening rekening worden gehouden met de bereikbaarheid van hulpverleners (oa parkeerdruk, opkomsttijden, aantal toegangswegen wijk) en de aanwezigheid van bluswatervoorzieningen. Medewerkers worden actief geïnformeerd over de werkwijze voor het toepassen van de eisen PKVW en brandveiligheid. Toepassing van het PKVW draagt o.a. bij aan het verminderen van de inbraakgevoeligheid in die wijken. De eisen van het PKVW hebben daarnaast een positief effect op de veiligheidsbeleving van de bewoners, hun tevredenheid over de veiligheidssituatie in de eigen woonwijk en op hun veiligheidsgedrag e kwartaal implementatie in werkprocessen daarna doorlopend Junior projectleider (mevr. C.L. Johannes) Projectleiders afdeling Ruimte, woningcorporatie, bewoners Wethouder dhr. C. de Jong Ruimte Niet van toepassing Uitvoeringsprogramma Integraal Veiligheidsbeleid

12 6. KWALITEIT BEDRIJVENTERREINEN In het kader van het regionale project Herstructurering Bedrijventerreinen Midden-Holland heeft er in 2013 een verkenning plaatsgevonden op de bedrijventerreinen binnen de gemeente om na te gaan waar kwaliteitsimpulsen denkbaar zijn. Aan de hand van uiterlijke kenmerken bij bedrijven is de verwachting dat er op een aantal terreinen een kwaliteitsverbetering mogelijk is. De bedrijventerreinen moeten vooral toekomstbestendig gemaakt worden. Daartoe is voor de duur van een jaar een traject gestart om met ondernemers in gesprek te komen over hun huisvestingswensen. Aan de hand van de vraaggerichte benadering (ondernemer geeft zelf aan op welke onderdelen een (faciliterende) rol van de gemeente wenselijk is) faciliteert de gemeente procesmatig kwaliteitsverbeteringen. Tot op heden is het nog niet gelukt om voor een specifiek terrein een plan van aanpak ten aanzien van kwaliteitsverbetering op te stellen. In de gesprekken met ondernemers is het mogelijk dat aspecten als ruimtelijke indeling, bereikbaarheid en marktpositie aan de orde komen. Al naar gelang de gemeente meerdere gesprekken heeft kunnen voeren is het mogelijk om verbindingen te leggen tussen de huisvestingswensen, zodat herstructurering mogelijk wordt. De inzet moet leiden tot kwaliteitsverbeteringen op bedrijventerreinen waardoor deze langer levensvatbaar zijn. Een verbetering in de uitstraling draagt op haar beurt bij aan de sociale veiligheid en de veiligheidsbeleving op die terreinen e.v. Beleidsadviseur Economische Zaken (Mevr. M. Harteveld) Uitvoering: gemeente Advisering: Regionaal Economisch Overleg, veiligheidsregisseur, ondernemers bedrijventerreinen, Industrieel Contact Waddinxveen (ICW) Wethouder dhr. C.M. Kroes Ruimte Bestaande middelen programma 3.3. Openbare Ruimte + subsidie provincie 7. BEHOUDEN ONDERHOUDSNIVEAU B IN DE OPENBARE RUIMTE Fysieke kwaliteit is een prioritair thema en wordt in grote mate bepaald door de kwaliteit van het beheer en onderhoud van de buitenruimte. Om die reden is de inzet erop gericht om minimaal onderhoudsniveau B in de openbare ruimte te handhaven of in afstemming met het beleidsveld Veiligheid een differentiatie in onderhoudsniveau aan te brengen aan de hand van structuurelementen. Bij de totstandkoming van de beheerplannen is er nadrukkelijk een adviserende rol vanuit Veiligheid weggelegd. In de beheerplannen wordt daarnaast een budget van ,- gelabeld ten behoeve van de sociale veiligheid. Hierdoor kan adequaat worden ingespeeld op veiligheidsvraagstukken in de openbare ruimte en de sociale veiligheid door middel van zogenaamde quick wins worden verbeterd. Regisseur Openbare Ruimte (dhr. W. Ploeg) Uitvoering: Medewerkers cluster Onderhoud (Ruimte) Wethouder dhr. C. de Jong Ruimte Bestaande middelen programma 3.3. Openbare Ruimte Uitvoeringsprogramma Integraal Veiligheidsbeleid

13 5.2. Veilige winkelgebieden Kwalitatieve doelstelling De winkelgebieden op een structurele basis en vanuit een daadkrachtig samenwerkingsverband veiliger maken voor winkeliers en publiek. 8. KEURMERK VEILIG ONDERNEMEN (WINKELGEBIEDEN) Het Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO) wordt voortgezet in de winkelgebieden Koningin Wilhelminaplein en de Dorpstraat. Daarnaast wordt het KVO uitgebreid naar het Nieuwe Centrum. Eventuele andere nieuwe projecten zullen worden geselecteerd op basis van draagvlak en motivatie bij de winkeliers en schaalgrootte van de winkelgebieden. Bij het bepalen van het winkelgebied wordt hierbij afstemming gezocht met de medewerker van economische zaken. Bij de voortzetting van het KVO wordt tweejaarlijks per winkelcentrum een nieuwe ster behaald tot het maximum van vijf sterren is bereikt. Bij nieuw op te zetten KVO s zijn de ondernemers trekker van het project en verzorgen de administratieve werkzaamheden. De gemeente vervult een ondersteunende rol vanuit drie verschillende beleidsterreinen (Veiligheid, Economie en Openbare Ruimte) waarbij de veiligheidsregisseur als technisch voorzitter tijdens de vergaderingen kan optreden. De veiligheidsregisseur bewaakt ook de voortgang en escaleert naar de convenantpartners als het proces stagneert. De nieuwsbrief KVO wordt minimaal één keer per jaar uitgegeven. De kernsamenstelling van de werkgroep is: het CCV, brandweer, politie, gemeente Waddinxveen en ondernemers uit het winkelgebied. Het Keurmerk Veilig Ondernemen verbetert op een gestructureerde manier de veiligheid van winkelgebieden. Duurzame samenwerking tussen ondernemers, gemeente, politie en brandweer staat hierbij centraal. Veiligheidsregisseur (Mevr. M.C.M. Schuurman) Uitvoering: winkeliers(-verenigingen), Ondernemersvereniging Waddinxveen (OVW), het Centrum voor Criminaliteitspreventie & Veiligheid (het CCV), politie, brandweer Samenwerking: medewerkers afdeling Ruimte Burgemeester dhr. H.P.L. Cremers Wethouder dhr. C.M. Kroes Maatschappij en Ruimte Middelen programma 3.5 Veiligheid 2.000,- p/jr. per KVO-project Bestaande middelen programma 3.3 Openbare ruimte Uitvoeringsprogramma Integraal Veiligheidsbeleid

14 9. ONDERZOEK TOEPASSING CAMERATOEZICHT Goede camerabeelden blijken een uitkomst voor de opsporing en vervolging van verdachten. Een nadere uitwerking van camerabeveiliging en/of cameratoezicht kan mogelijkheden bieden voor de veiligheid in winkels en in (donkere hoeken van) de buitenruimte. Er zal een onderzoek plaatsvinden naar de wenselijkheid en mogelijkheid om cameratoezicht toe te passen. Het onderzoek wordt uitgevoerd door student Integrale Veiligheidskunde als zijnde afstudeeropdracht. Naar aanleiding van dit onderzoek kan bepaald worden of er een behoefte bestaat aan cameratoezicht e kwartaal Veiligheidsregisseur (Mevr. M.C.M. Schuurman) Bewoners, ondernemers van winkelgebieden en bedrijventerreinen, Ondernemersvereniging Waddinxveen (OVW), Industrieel Contact Waddinxveen (ICW) Burgemeester dhr. H.P.L. Cremers Maatschappij Niet van toepassing Uitvoeringsprogramma Integraal Veiligheidsbeleid

15 5.3. Overlastgevende jeugd Kwalitatieve doelstelling Hinderlijk en overlastgevend gedrag aanpakken door vanuit een gedegen ketenstructuur duidelijk en consequent grenzen te stellen, op wijk- en buurtniveau beter en sneller in te spelen op de behoeften van jongeren en de perceptie van hinder en overlast te verbeteren. 10. VISIE KETENSTRUCTUUR JEUGD 2014 De toekomst vraagt een vernieuwde visie op de ketenstructuur jeugd. Gemeenten krijgen vanuit de transitie jeugdzorg steeds meer verantwoordelijkheden als het gaat om jeugdhulp. Vanuit het zorgperspectief is de werkwijze 1 gezin, 1 plan en 1 regisseur steeds prominenter aan de orde. Dit is ook de landelijke ontwikkeling op het gebied van hulp en ondersteuning. Praten óver cliënten/gezinnen is steeds minder aan de orde. Er wordt vaker direct met de gezinnen in kwestie het gesprek aangegaan. Een ketenoverleg over individuele casussen is vanuit die gedachte minder gewenst. Er zal daarom naar de huidige overleggen gekeken moet worden, met de vraag of ze voortgezet moeten worden en hoe ze dan voortgezet moeten worden. Effectiviteit en efficiëntie zijn hierbij het uitgangspunt. De ketenstructuur jeugd moet aansluiting vinden bij de ketens van veiligheid en welzijn. De beleidsregisseur jeugd inventariseert welke partners een rol van betekenis moeten spelen binnen de ketenstructuur jeugd. Samen met deze partners wordt de ketenstructuur neergezet. De structuur wordt beschreven en vastgelegd, waarbij de regie in de keten is geborgd. Er wordt een gezamenlijk ambitie opgesteld die recht doet aan de beginselen voor een effectieve jeugdaanpak: vroegtijdig, snel en consequent. Rollen, taken en verantwoordelijkheden worden benoemd, verdeeld en vastgelegd. De nieuwe ketenstructuur resulteert in een samenwerkingsverband waarin partners op basis van de gezamenlijke ambitie en wederzijds vertrouwen direct opvolging geven aan elkaars handelen. Beleidsregisseur Jeugd (Mevr. M.M.B. van Zwieten en mevr. S.J.P.M. Smolders) Advisering: regisseurs gemeente en alle partners uit de jeugdketen Wethouder mevr. J.M. Nieboer Maatschappij Niet van toepassing Uitvoeringsprogramma Integraal Veiligheidsbeleid

16 11. ONTMOETINGSPLEKKEN VOOR JONGEREN 2014 In navolging op de uitvoering van het speelruimteplan wordt in 2014 het bestaande speelruimteplan geactualiseerd en hierbij expliciet aandacht gegeven aan de plekken voor jongeren van 12 jaar en ouder. Bij de locatiebepaling van de plekken voor jongeren van 12 jaar en ouder worden de uitgangspunten van de in 2013 vastgestelde notitie jeugdplekken gehanteerd. De uitvoering van het plan geschiedt zo spoedig mogelijk, zodat ook daadwerkelijk de jongeren worden bereikt op basis waarvan het plan is opgesteld. De inhoud van het speelruimteplan is dusdanig opgesteld dat overlast door jongeren op ongewenste locaties (zoals winkelcentra, woonwijken en bij publieke gebouwen) zoveel mogelijk wordt voorkomen. Beleidsadviseur Ruimte (Dhr. E. Kortlandt) Uitvoering: medewerkers afdeling Ruimte Advisering: woningcorporatie, politie, jongerenwerk, wijkplatforms, Regisseurs gemeente Wethouder dhr. C. de Jong Ruimte Bestaande middelen programma 3.3. Openbare Ruimte 12. TALENTONTWIKKELING 2014 Conform de methodiek van Edutainment wordt verder geïnvesteerd op talentontwikkeling onder jongeren door jongeren te ondersteunen en te stimuleren bij zelfinitiatieven. De focus komt hierbij te liggen op de hinderlijke en overlastgevende jongeren. Er dient een goede match te zijn van de jongerenwerker met de jongeren, maar ook met andere professionals zoals politie en woningbouwvereniging. In het verlengde hiervan wordt het jongerenfonds weer op actieve en aansprekende wijze onder de aandacht gebracht. Jongeren kunnen aanspraak maken op dit budget bij initiatieven voor jongeren in Waddinxveen. Per initiatief is maximaal 750 euro beschikbaar. Totaal is er 2500,- beschikbaar. Binnen de setting van talentontwikkeling is er ruimte voor ontplooiing enerzijds en correctie op ongewenst gedrag anderzijds. Signalen van individuele probleemjongeren worden tijdig opgepakt door de jongerenwerker en bij het ketennetwerk ingebracht. Daarnaast stimuleert het jongeren tot zelforganisatie, een aspect van zelfredzaamheid waar in de samenleving steeds de focus op komt. Beleidsregisseur Jeugd (Mevr. M.M.B. van Zwieten en mevr. S.J.P.M. Smolders) Uitvoering: jongerenwerk of straatcoaching Samenwerking: woningcorporatie, politie, jongerenwerk, wijkplatforms, wijkregisseur Wethouder mevr. J.M. Nieboer Maatschappij Bestaande middelen programma 2.1 Participatie Uitvoeringsprogramma Integraal Veiligheidsbeleid

17 13. SOCIALE ACCEPTATIE EN TOLERANTIE Het vertrouwen in jongeren door omwonenden wordt gestimuleerd en de tolerantie ten aanzien van hun gedrag wordt vergroot. Ook andersom zullen jongeren hun omgeving meer gaan accepteren en respecteren. De dialoog tussen jongeren, andere bewoners en professionals is de afgelopen periode onvoldoende tot stand gekomen. De dialoog zal door het jongerenwerk proactief worden gestimuleerd. Door het managen van wederzijdse verwachtingen worden in beginsel conflicten voorkomen. Bij spanningen tussen jongeren en bewoners benut jongerenwerk de ontstane situaties juist als een kans om de jongeren, omwonenden en professionals nader tot elkaar te brengen. Jongerenwerk neemt hiertoe dan ook het initiatief. Verder wordt er uitvoering gegeven aan bijeenkomsten op wijk- en buurtniveau die vergelijkbaar zijn met de bijeenkomsten uit Zowel jongeren als ouderen hebben dit als zeer constructief ervaren. In een dergelijke bijeenkomst geleid door trainers staan de sociale acceptatie, tolerantie en begrip ten aanzien van bewoners onderling centraal. Ten behoeve van de verdere uitwerking wordt gebruik gemaakt van methodieken waarbij de belevingswerelden van de bewoners in een buurt verder worden gekarakteriseerd. Met dit pakket aan maatregelen wordt een sociale ruimte gecreëerd waar jongeren kunnen flaneren, ontmoeten, relaxen, zien en gezien worden, maar waar tegelijkertijd de sociale ruimte ook begrensd wordt. Naast formeel toezicht vindt dan namelijk ook sociale controle plaats Doorlopend Dialoog jongeren, omwonenden en professionals 2015 Bijeenkomsten sociale acceptatie en tolerantie Beleidsregisseur Jeugd (Mevr. M.M.B. van Zwieten) Uitvoering dialoog: Jongerenwerk, bewoners. Uitvoering bijeenkomsten: beleidsregisseur jeugd Samenwerking: woningcorporatie, politie, jongerenwerk, wijkplatforms, wijkregisseurs Advisering: veiligheidsregisseur Wethouder mevr. J.M. Nieboer Maatschappij Bestaande middelen programma 2.1 Participatie (Dialoog) Nieuw beleid programma 2.1 Participatie (Bijeenkomsten) Uitvoeringsprogramma Integraal Veiligheidsbeleid

18 6. Uitvoeringsprogramma overige strategische veiligheidsthema s In dit hoofdstuk zijn de uitvoeringsactiviteiten van de overige strategische thema s benoemd. Alle uitvoeringsactiviteiten dragen bij aan de kwalitatieve doelstelling die aan het begin van ieder thema is geformuleerd Sociale kwaliteit Kwalitatieve doelstelling De sociale cohesie in wijken en buurten vergroten door de positie en participatie van wijkplatforms te versterken en lokale activiteiten en initiatieven te versterken en stimuleren. 14. WIJKGERICHT WERKEN Het wijkgericht werken wordt verder ontwikkeld onder leiding van de wijkregisseur. Samen met bewoners worden wijkactieplannen opgesteld, waarbij er bijzondere aandacht is voor de sociale cohesie in de wijk. De wijkactieplannen kennen specifiek een paragraaf over veiligheid. Verder wordt zelforganisatie gestimuleerd, waarbij de gemeente een faciliterende rol heeft. Zelforganisatie is een vorm van sociaal ondernemen die zich kenmerkt door intrinsieke motivatie, samenhang met de omgeving door verbinding en afstemming, autonomie en creativiteit met het doel een sociale dynamiek te creëren die bijdraagt aan de continuïteit van de samenleving. 2 De inzet van de wijkregisseur is er op gericht de vijf condities voor zelforganisatie, namelijk handelingsruimte voor het initiatief, de mogelijkheid voor andere burgers om te kunnen aanhaken, het creëren van een sense of belonging, het initiatief kunnen begrenzen zodat het de zelforganisatie niet ondermijnt en het hebben van vertrouwen in elkaar en in het doel, aanwezig te laten zijn. De wijkbewoners zijn zelf verantwoordelijk voor het ontplooien en uitvoeren van de activiteiten en hebben een actieve rol in het mobiliseren van andere wijkbewoners. Met de komst van de wijkregisseur kan de gemeente zichtbaar regie voeren zonder de verantwoordelijkheid van bewoners over te nemen. De wijkregisseur heeft vooral een enthousiasmerende, richtinggevende en faciliterende rol doorlopend Wijkregisseur (Dhr. P.C. Kops) Uitvoering: wijkplatforms, bewonerscommissies, burgers, ondernemers Samenwerking: gemeentelijke regisseurs, maatschappelijke en professionele partners Wethouder dhr. V.M. Vroom Publieksplein Bestaande middelen programma 2.1 Participatie 2 Uit: Huygen, A., Marissing, E. van & Boutellier, H. (2012). Condities voor zelforganisatie. Wmo Kenniscahier, 18. Utrecht: Verwey-Jonker Instituut. Uitvoeringsprogramma Integraal Veiligheidsbeleid

19 6.2. Subjectieve veiligheid Kwalitatieve doelstelling Het gevoel van veiligheid vergroten door achteruitgang in een buurt te voorkomen en vanuit een gezamenlijke inspanning met bewoners, ondernemers en ketenpartners zichtbaar resultaat te boeken bij de aanpak van onveiligheid. 15. TRANSPARANTIE OVERHEID Een verbetering van de subjectieve veiligheid is naast een daadwerkelijke verbetering van de veiligheid ook sterk afhankelijk van het beeld dat bij inwoners wordt gevestigd over de wijze waarop die veiligheid wordt bereikt en de maatregelen die daartoe worden genomen. Het gaat daarbij om transparantie en het zichtbaar maken van het optreden van de overheid die in belangrijke mate is gericht op het ondersteunen van de burger bij het nemen van haar verantwoordelijkheid. Het venten van successen in de bestrijding van criminaliteit is daar onderdeel van Doorlopend Communicatieadviseur (mevr. M.E. van der Laan Clements) Samenwerking: veiligheidsregisseur, politie Burgemeester dhr. H.P.L. Cremers Publieksplein Bestaande middelen Communicatie en programma 3.5 Veiligheid 16. PREVENTIEVE COMMUNICATIE Communicatie, over preventieve veiligheidsprojecten zoals een Keurmerk Veilig Ondernemen in een winkelgebied of het realiseren van een Rampenbestrijdingsplan voor een bedrijventerrein, levert een belangrijke bijdrage aan het algemene veiligheidsgevoel. Om die reden wordt er één keer per jaar een veiligheidskrant uitgebracht worden, waarmee we burgers preventief informeren over allerlei veiligheidsonderwerpen van veiligheidsbeleving tot diefstallen, geweld en georganiseerde misdaad. Daarnaast zal er gebruik worden gemaakt van sociale media. Gezien de nadrukkelijke relatie tussen de beleving van veiligheid en de fysieke kwaliteit is een aanpak en communicatie op dat thema een randvoorwaarde om het veiligheidsgevoel te vergroten. Communicatieadviseur (mevr. M.E. van der Laan Clements) Samenwerking: veiligheidsregisseur Burgemeester dhr. H.P.L. Cremers Publieksplein Bestaande middelen Communicatie en programma 3.5 Veiligheid Uitvoeringsprogramma Integraal Veiligheidsbeleid

20 6.3. Veilige bedrijventerreinen Kwalitatieve doelstelling De bedrijventerreinen op een structurele basis en vanuit een daadkrachtig samenwerkingsverband veiliger maken voor ondernemers en hun industrie, medewerkers en bezoek. KEURMERK VEILIG ONDERNEMEN Het KVO Coenecoop wordt gecontinueerd. Een belangrijke randvoorwaarde is dat er voldoende draagvlak en motivatie bij de ondernemers zelf aanwezig dient te zijn. Bedrijventerrein Doelwijk wordt als potentieel KVO bedrijventerrein gezien. Hiertoe dient het initiatief vanuit de ondernemers zelf te komen. In verband met een realistische planning en het ontbreken van prioriteit zullen nieuwe KVO projecten niet actief worden geworven. Niet van toepassing Veiligheidsregisseur (Mevr. M.C.M. Schuurman) Uitvoering: Ondernemers, Industrieel Contact Waddinxveen (ICW), Vereniging Bedrijventerrein Coenecoop (VBC), politie, brandweer Samenwerking: medewerkers afdeling Ruimte Burgemeester dhr. H.P.L. Cremers Wethouder dhr. C.M. Kroes Maatschappij en Ruimte Bestaande middelen programma 3.5 Veiligheid 2.000,- p/jr. per project Bestaande middelen programma 3.3 Openbare ruimte 6.4. Veilig uitgaan Kwalitatieve doelstelling Het gevoel van veiligheid onder horecaondernemers en bezoekers rondom horecagelegenheden wordt vergroot. 17. TOEZICHT EN HANDHAVING PARA COMMERCIËLE HORECA Uit de veiligheidsanalyse bleek dat paracommerciële horeca (verenigingen) met enige regelmaat oneigenlijk gebruik lijkt te maakt van kantines en ruimtes om feesten te organiseren en daarbij ook alcohol te schenken. Er zullen, mede gelet op de vernieuwde Drank- en Horecawet, controles worden uitgevoerd bij horeca inrichtingen en wordt het naleefgedrag inzichtelijk gemaakt. Door toezicht en handhaving van de horeca wordt er getracht het alcoholgebruik onder jongeren te verminderen. Handhavingsregisseur APV / Bijzondere wetten (Mevr. E.E. Manschot) Uitvoering: gemeente Gouda Samenwerking: politie Advisering: veiligheidsregisseur en beleidsadviseur Economische zaken Burgemeester dhr. H.P.L. Cremers Maatschappij Nieuw beleid Programma 3.5 Veiligheid 5.000,- Uitvoeringsprogramma Integraal Veiligheidsbeleid

21 6.5. Objectieve veiligheid Kwalitatieve doelstelling Criminaliteit op het gebied van woninginbraken, geweldsdelicten en auto-inbraken terugdringen en daarmee de veiligheid vergroten en het gevoel van veiligheid in de samenleving versterken. 18. SUBSIDIE POLITIE KEURMERK VEILIG WONEN (PKVW) Woninginbraak is een hardnekkige vorm van criminaliteit, waarvan de gevolgen nog wel eens worden onderschat. De kans dat een gelegenheidsinbreker een woning links laat liggen, is twee keer zo groot als deze voldoet aan de eisen van het Politiekeurmerk Veilig Wonen (PKVW). PKVW is een keurmerk voor woningen die voldoen aan een aantal eisen op het gebied van inbraakpreventie en sociale zekerheid. De eisen die het keurmerk stelt, zorgen ervoor dat een inbreker langer de tijd nodig heeft om een woning binnen te komen. De inbreker herkent deze woning aan de goede sloten, verlichting en PKVW-sticker. Het aantal woninginbraken kent vooral tijdens de donkere dagen een piek. Dit is ieder jaar terugkerend. Om die reden is het wenselijk om niet alleen een actie PKVW uit voeren van beperkte duur, maar een continue doorlopende subsidiemogelijkheid te bieden voor huiseigenaren in Waddinxveen. Er wordt een subsidieregeling PKVW opgesteld en vastgesteld. Bewoners die de eigen woning geschikt (laten) maken conform het PKVW ontvangen een vergoeding over een deel van de kosten. De voorwaarden worden vastgelegd in de regeling. Het Politiekeurmerk Veilig Wonen draagt bij aan de sociale veiligheid in wijken e kwartaal Veiligheidsregisseur (Mevr. M.C.M. Schuurman) Uitvoering: PKVW erkende bedrijven Waddinxveen Burgemeester dhr. H.P.L. Cremers Maatschappij Programma 3.5 Veiligheid 5.000,- 19. ANALYSE EN AANPAK GEWELD Het hoge aantal mishandelingen vraagt om een nadere analyse naar achtergrondkenmerken. Op basis van de uitkomsten van analyse kan gericht een plan van aanpak worden opgesteld om het aantal mishandelingen te verminderen. Een mishandeling heeft een grote impact op de persoonlijke integriteit van mensen. Hier geldt dan ook het motto: voorkomen is beter dan genezen e kwartaal Veiligheidsregisseur (Mevr. M.C.M. Schuurman) Uitvoering: politie Burgemeester dhr. H.P.L. Cremers Maatschappij Niet van toepassing Uitvoeringsprogramma Integraal Veiligheidsbeleid

22 6.6. Individuele probleemjongeren Kwalitatieve doelstelling Individuele probleemjongeren worden in kaart gebracht en vroegtijdig gesignaleerd, waarna deze jongeren vervolgens met een maatwerk aanpak van correctie en zorg uit de criminaliteit worden gehouden en gehaald. 20. BORGEN WERKPROCESSEN CORRECTIE EN ZORG Bij de aanpak van norm overschrijdend gedrag bij jongeren dient er altijd een tweesporenbeleid te worden gehanteerd. Een jongere straffen zonder verdere begeleiding naar correct gedrag werkt niet, maar ook hulpverlening zonder duidelijke regels en begrenzing werkt niet. Deze twee zaken, correctie en zorg, dienen hand in hand te gaan. Door de vernieuwde werkwijze binnen de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO), de jeugdzorg en het sociale domein, waarbij bij het eerste contact met de burger wordt doorgevraagd over de situatie kunnen zorgsignalen eerder op de juiste plek worden belegd. Daarnaast zorgen de decentralisaties dat verantwoordelijkheden meer lokaal worden belegd en daardoor de overheid dichter bij de samenleving staat. De verbinding tussen de veiligheidsketen en de zorgketen kan daarmee nog meer bestendigd worden. Het Centrum voor Jeugd en Gezin en het Veiligheidshuis vervullen daarin een essentiële rol. De netwerken van de verschillende ketens jeugd, zorg en veiligheid worden in kaart gebracht en de gemeentelijke werkprocessen worden vastgelegd e kwartaal Veiligheidsregisseur (Mevr. M.C.M. Schuurman) Samenwerking: beleidsregisseur jeugd, senior beleidsadviseur WMO, wijkregisseur Burgemeester Dhr. H.P.L. Cremers Wethouder Mevr. J.M. Nieboer Maatschappij Niet van toepassing 21. ALCOHOL EN DRUGS Er wordt een probleemanalyse gemaakt van het gebruik van alcohol en drugs onder jongeren. De mogelijkheden van de verschillende wet- en regelgeving en de daarbij te nemen maatregelen op het gebied van preventie en repressie worden inzichtelijk gemaakt (plan van aanpak) en in samenhang met elkaar in gezet e kwartaal Analyse en opstellen plan van aanpak e kwartaal Uitvoering plan van aanpak Beleidsregisseur jeugd (Mevr. M.M.B. van Zwieten) en Veiligheidsregisseur (Mevr. M.C.M. Schuurman) Advisering: politie, horeca inrichtingen, jongerenwerk, handhavingsregisseur, beleidsadviseur zorg Wethouder Mevr. J.M. Nieboer Burgemeester dhr. H.P.L. Cremers Maatschappij Bestaande middelen programma s 2.1 Participatie,2.2. Zorg en 3.5 Veiligheid Uitvoeringsprogramma Integraal Veiligheidsbeleid

23 6.7. Voorbereiding op de rampenbestrijding Kwalitatieve doelstelling In de voorbereiding op rampen en crises wordt de gemeentelijke rampenbestrijdingsorganisatie op niveau gehouden middels het doorvoeren van de nieuwe eisen uit de wet Veiligheidsregio s, het realiseren van intergemeentelijke samenwerking en het structureel borgen van het taakveld binnen de ambtelijke organisatie. 22. INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING 2014 De koers ten aanzien van de intergemeentelijke samenwerking die reeds is ingezet wordt voortgezet. De samenwerking die er al is voor de functies ambtenaar rampenbestrijding en officier van dienst bevolkingszorg wordt verder uitgebreid naar het team Bevolkingszorg. Het gezamenlijke programma Opleiding, Trainen en Oefenen (OTO) wordt geëffectueerd en doorontwikkeld. Door samenwerking zijn de gemeenten in staat om een zwaar ongeval, ramp of crisis adequaat te bestrijden en voldoen zij daarnaast aan het regionaal normenkader gemeentelijke rampenbestrijding. Ambtenaar Rampenbestrijding (Mevr. E.E. Manschot) Uitvoering: gemeente Bodegraven-Reeuwijk, gemeente Gouda, gemeente Zuidplas, gemeenten in de Krimpenerwaard. Ondersteuning: Veiligheidsregio (bureau gemeentelijke crisisbeheersing) Burgemeester Dhr. H.P.L. Cremers Maatschappij Bestaande middelen programma 3.5 Veiligheid Uitvoeringsprogramma Integraal Veiligheidsbeleid

24 6.8. Georganiseerde criminaliteit Kwalitatieve doelstelling Het ongewild en onbewust faciliteren van criminele activiteiten door de gemeente wordt voorkomen door samenwerking met het RIEC, toepassing van de wet BIBOB en aandacht voor integriteitrisico s bij bestuurders en ambtenaren. 23. IMPLEMENTATIE WET BIBOB De procedureregeling wordt met een overzichtelijk en praktisch werkproces geïmplementeerd binnen de werkprocessen van vergunningen, subsidies, aanbestedingen en ruimtelijke ordening. Het BIBOB-beleid wordt op deze consequent toegepast bij verlenen van vergunningen, het verstrekken van subsidies en bij aanbestedingen in de bouw. Het RIEC ondersteunt de gemeente bij de kennisontwikkeling en toepassing van de wet BIBOB. Daarna is de gemeente in staat om zelfstandig de BIBOB toetsing te doen. Hiermee voorkomt de gemeente dat zij ongewild en onbewust criminele activiteiten ondersteunt e kwartaal Veiligheidsregisseur (Mevr. M.C.M. Schuurman) Uitvoering: medewerkers verschillende afdelingen Advisering: Regionaal Informatie- en Expertisecentrum (RIEC), bureau BIBOB, politie, openbaar ministerie, belastingdienst Burgemeester dhr. H.P.L. Cremers Maatschappij Niet van toepassing 24. WORKSHOP INTEGRITEIT Integriteit heeft alles te maken met de kwaliteit van het openbaar bestuur. Ook kan integriteit het vertrouwen van de burgers in het college en de raad maken of breken. Het is belangrijk om extra aandacht te geven aan integriteit, temeer omdat er gewerkt wordt met publieke middelen en de gemeente op veel terreinen een monopoliepositie heeft. In de dagelijkse praktijk worden college en raad, ongewild en soms onbewust, aan integriteitrisico s blootgesteld. Op basis van de vernieuwde Handreiking integriteit van politieke ambtsdragers, worden met professionele ondersteuning workshops georganiseerd voor bestuurders. Daarin komen eigen integriteitdilemma s aan de orde en wordt meer bewustwording gecreëerd voor dit onderwerp e kwartaal Daarna aan het begin van iedere bestuursperiode Concernadviseur HRM (Dhr. K.J. Weber) Samenwerking: griffie Burgemeester dhr. H.P.L. Cremers Bedrijfsvoering Nog niet bekend Uitvoeringsprogramma Integraal Veiligheidsbeleid

25 25. BESTUURLIJKE AANPAK De aanpak van hennepteelt is één van de prioriteiten in het regionaal beleidsplan (RBP) van de politie eenheid Den Haag. Naast de strafrechtelijke aanpak worden gemeenten gevraagd de hennepteelt ook bestuurlijk aan te pakken. Naast hennepteelt wordt ook mensenhandel bestuurlijk aangepakt. Mensenhandel vindt in iedere gemeente plaats, maar is niet direct zichtbaar. Deze, vaak georganiseerde, criminaliteit vraagt om een aanpak die erop is gericht om te voorkomen dat misdaad loont (financieel) en te voorkomen dat de overheid de misdaad faciliteert (ondermijning). Er wordt een werkwijze geïmplementeerd waarbij de gemeente het handelen van de politie opvolgt. Met de bestuurlijke aanpak van hennepteelt en mensenhandel wordt een duidelijk signaal afgegeven naar overtreders dat hun gedrag ontoelaatbaar is. De bestuurlijke aanpak gaat daarmee hand in hand met de strafrechtelijke aanpak e kwartaal Veiligheidsregisseur (mevr. M.C.M. Schuurman) Uitvoering: juridische zaken, regie ambtenaar VTH ruimte, handhavingsregisseur, omgevingsdienst (ODMH), politie Burgemeester dhr. H.P.L. Cremers Maatschappij Niet van toepassing Uitvoeringsprogramma Integraal Veiligheidsbeleid