De voorzitter: Goedenavond. Ik open de raadsvergadering van 17 december Waarschijnlijk de laatste vergadering van dit jaar.

Transcriptie

1 Woordelijk verslag van de openbare vergadering van de raad der gemeente Tiel, gehouden op woensdag 17 december 2014 om 19:30 uur in de raadszaal van het stadhuis, Ambtmanstraat 13 te Tiel Aanwezig: Voorzitter Griffier De leden Genodigden Verslag Afwezig: de heer ir. J. Beenakker de heer J.W. Westerholt de heer M. Alişkan (ProTiel), mevrouw N. Budak (PvdA), de heer P. van den Burg (PvdB), mevrouw E.S. Derksen (VVD), de heer R. van Galen (D66), de heer N.E. Gradisen (PvdA), de heer G.G.G. Groen jr. (PvdB), mevrouw H.A. Groenendaal (VVD), de heer B. van Gurp (VVD), de heer F.A.G. Henning (D66), mevrouw C.J. Kreuk Wildeman (PvdB), mevrouw A. Önder (Groen Links), de heer Th.J.M. van Oostrom (CDA), mevrouw E. Rooders - van Geldermalsen (D66) (tot uur), de heer A. Saddiki (PvdA), de heer A.D. Sijpkes (CDA), de heer M. Smits (VVD), mevrouw C.M. Son Stolk (CDA), mevrouw J.D. Stoeten Flach (ChristenUnie), de heer D. Verbeek (PvdA), mevrouw A.F.E. Verhoeks Dekker (PvdB), heer M. Yüce (D66) en de heer T. Zuidema (D66) de heer H.A. Driessen (wethouder), de heer M.J.J. Melissen (wethouder), mevrouw C.A.A. van Rhee - Oud Ammerveld (wethouder) en de heer L. Verspuij (wethouder) Verslagbureau More Support - Wamel mevrouw A.E.L. Duquesnoy - van den Heuvel (VVD), de heer E. van IJzendoorn (Sociaal Tiel), mevrouw L.H.K. Metiary Volmer (PvdA) en de heer R. Manuhutu (ProTiel) 1. Opening De voorzitter: Goedenavond. Ik open de raadsvergadering van 17 december Waarschijnlijk de laatste vergadering van dit jaar. Voordat wij aan de echte agenda toekomen, hebben wij nog twee bijzonderheden, waarmee we van achter het katheder beginnen. Henk Driessen, wethouder. Wil je naast mij komen staan? Dames en heren, raadsleden en publiek. Wanneer iemand twaalf jaar of langer raadslid is, kan hij of zij bij het afscheid in aanmerking komen voor een Koninklijke onderscheiding. Medio 2013 ontvingen wij van het Kapittel voor de Civiele Orden een brief, waarin werd aangegeven hoe te handelen bij het afscheid nemen van raadsleden en van raadsleden die mogelijk na de collegeonderhandelingen wethouder zouden worden. De gemeente Tiel heeft uiteraard conform deze brief gehandeld en vandaar dat wethouder Melissen na zijn benoeming tot wethouder een onderscheiding ontving voor zijn verdiensten als raadslid. Enkele oplettende leden en oud-leden van onze raad ik zal geen namen noemen, maar ik zie er wel een aantal zitten constateerden dat vier jaar eerder, toen raadslid Driessen collegelid werd, er geen onderscheiding was uitgereikt. Onmiddellijk ging de mare door de stad dat hij wellicht stoute dingen had gedaan. U begrijpt, het wordt dan tijd voor een burgemeester om in te grijpen. Dat heb ik ook gedaan. Ik heb een expertteam aan de slag gezet, bestaande uit een chef Kabinet en een griffier met de opdracht om de onderste steen boven te halen. Deze research heeft tot de conclusie geleid dat ook de heer Driessen in aanmerking komt voor een Koninklijke onderscheiding en dat hij met de wetenschap van nu reeds vier jaar geleden deze onderscheiding had kunnen ontvangen. Nu heb ik zo n vermoeden, dat hij daar een beetje ambivalent in zit. Want ja, een onderscheiding is natuurlijk een mooie verdienste twaalf jaar later, maar eigenlijk zou je zoiets willen hebben op het moment dat je helemaal afscheid neemt. Zoals gezegd, is dat in de nieuwe regelgeving niet meer aan de orde. En jouw gevoel hierbij is ook een beetje: Goh, ja, het is al vier jaar geleden dat ik uit de raad gegaan ben. Dan is het eigenlijk een beetje raar om nù te doen. Vandaar dat jij hebt ge-

2 2 zegd: Maak er niet te veel een circus van. Ga niet de hele familie uitnodigen. Ik vind het echter wel leuk om de onderscheiding te krijgen. Toch? Wethouder Driessen: Ja. (Gelach) De voorzitter: Maar het ambivalente gevoel is niet terecht, Henk, want je hebt gewoon ook een hele prestatie geleverd. Twaalf jaar raadslidmaatschap en dan heb ik het niet alleen over twaalf jaar die je in de raad hebt gezeten, maar je hebt ook een aantal bijzondere dingen gedaan, zowel in de raad, als ook buiten de raad. En die zaken wil ik toch graag even kort langslopen. Als je op Google onder Henk Driessen zoekt, aldus de griffier Dat zou ik nog even willen toetsen, want ik weet niet of de griffier echt goed thuis is op Google (Gelach) Maar via Google vind je informatie over Henk Driessen als wethouder. Daar weet ik alles van. Daar ga ik het nu niet meer over hebben. Overigens staan er alleen positieve dingen over de wethoudersperiode, maar er staat niets over het raadslidmaatschap. Dat raadslidmaatschap begon op veertien april Ik werd toen zelf ook als raadslid geïnstalleerd. Diezelfde avond van de installatievergadering viel je meteen in de prijzen omdat tijdens de installatie van de nieuwe raad een SP-raadslid de overstap maakte naar GroenLinks. Dat was een unicum in de Tielse politiek. Je wist er eigenlijk niet zo goed raad mee, omdat ja, Henk is oplossingsgericht, dus hij dacht Hij stelde meteen voor hoe dat verder moest, namelijk dat de betrokkene als eenmansfractie verder zou gaan. Toen waagde de voorzitter te corrigeren met de opmerking dat de raad daar niet over gaat. Dat is duidelijk. Gelukkig kreeg je diezelfde avond een herkansing als fractievoorzitter, omdat je de collegeonderhandelingen toelichtte. Je sprak de hoop uit op een goede samenwerking met alle partijen in de raad en je onderstreepte dat het coalitieakkoord een ware verbetering van Tiel nastreefde. En nu komt het: òòk het versterken van de streekfunctie van Tiel sterker nog, een centrumfunctie Misschien is streekfunctie wel een betere term, misschien moeten we daar eens over nadenken. Die functie zou veel aandacht gaan vragen. Tevredenheid, betrokkenheid en samenhang waren - volgens jou - de begrippen waarom het zou moeten gaan. Dat past - denk ik - goed bij jouw stijl. De week daarna nam je gas terug, want in de notulen van tweeëntwintig april 1998 kom je niet voor als spreker en op twintig mei liet je de onvolprezen heer Van Wel namens het CDA het woord voeren. Op zestien september 1998 voerde je eigenlijk voor het eerst het woord over een inhoudelijk onderwerp, te weten de bekrachtiging van besluiten die genomen waren voor een bouwplan aan de Santwijckse Poort. Ook nu is dit nog een actueel onderwerp. Het ging toen over verkoop van gronden en een kapvergunning voor een aantal bomen. Krachtig gaf je aan, dat het hier ging over een democratisch genomen besluit en dat je het daarom niet eens was met GroenLinks, die een andere indruk wekte door te verwijzen naar de gevoerde acties en de ingezamelde handtekeningen. Ik sla nu wat jaren over, want ik zie u al beduusd kijken. De beruchte raadsvergadering van 17 november 2004: daar legde je verantwoording af over het feit dat je een lid uit de hoorcommissie Bestemmingsplan Buitengebied had verwijderd, wegens handelingen die niet passen bij de activiteiten van de genoemde commissie. Hieruit bleek je standvastigheid, je oog voor zuivere procedures en het streven naar herstel van goede verhoudingen. Dat de grootste fractie uit de raad die avond wegliep, was niet zozeer aan jou te wijten, maar was natuurlijk wel lastig. Bij de verkiezingen van 2006 haalde het CDA één zetel winst, maar je kwam toch niet terug in het college. Dat lag niet aan jou, maar je gaf als fractievoorzitter aan om met de raadsagenda aan het werk te zullen gaan en constructief en kritisch mee te zullen werken. Dus, in die zin heb je ook ervaring als fractievoorzitter van de grootste oppositiepartij. Zoals gememoreerd, was je van 1989 tot 2010 fractievoorzitter. Van 2002 tot 2010 voorzitter van de commissie ruimte. Van 1989 tot 2010 lid van het AB van Medel. En van 2006 tot 2010 was je lid van het AB van de Regio. We hebben het tot nu toe alleen over je raadslidmaatschap, maar je hebt ook allerlei andere dingen ernaast gedaan: zoals je toenmalige baan en het werk dat je nog steeds doet binnen de KNWU. Henk is toch wel een echte CDA er, vind ik. Dat kan ik dan ook wel uit college-ervaring zeggen. Hij zoekt altijd in goede sfeer naar een gulden middenweg, zonder al te veel het conflict op te zoeken. Oplossingsgericht. Ook wel een beetje Lubberiaans. Die was natuurlijk jouw grote voorganger, de roerganger in die tijd. Voor de jongeren onder u: Lubbers was ooit premier. (Gelach)

3 3 Je kunt hele lange verhalen houden, waarbij je na vijf minuten niet meer wist waar het over ging of waar het heen ging. Nou, zo erg is het niet, Henk, maar je bent wel in staat om met een heel mooi verhaal iedereen mee te krijgen in datgene waar het over gaat en waarbij je onder ons gezegd niet nalaat om ook vragen te beantwoorden die niet zijn gesteld. Nu zitten we wel met een dilemma vanavond, want Henk is ook samen met mij één van de voortrekkers van het Flipjespeldje. En hoe moet dat nu straks? Daar moeten we het straks nog maar even over hebben. Kort en goed: voor jouw inzet als raadslid van de gemeente Tiel heb je veel werk verzet. Natuurlijk ook vooral door je werk als fractievoorzitter heb je nog eens heel veel extra inzet gepleegd naast het normale raadslidmaatschap. Daarom vinden wij het toch wel heel terecht - en onze Koning ook - om jou te benoemen tot Lid in de Orde van Oranje-Nassau. (Applaus) Nu komt het dilemma, want ik heb een bos bloemen. Die is niet voor jou. Die is voor Annelien. Nu had ik willen zeggen: Annelien, kies maar uit de boeketten, want we zouden vandaag een liveuitzending hebben op de StadsTV, maar ik hoor net van Diny dat dat niet is gelukt. Dus, het worden de opnames. Maar ik zal erop toezien dat je ze overhandigt. Als je even wilt blijven staan, Henk, want de heer Van Oostrom wil jou ook nog even toespreken namens de CDA-fractie. De heer Van Oostrom: De heer Driessen, Henk. Ondanks een lichtelijk verkeerde timing vinden wij het buitengewoon terecht dat je hier vandaag de erkenning krijgt en de onderscheiding. We zijn er als CDA echt trots op dat jij deze vandaag hebt ontvangen. Waarom zijn we trots? Omdat jij ook een heel grote verdienste hebt geleverd voor het CDA. Inmiddels twintig jaar actief in het CDA: provinciaal, lokaal uiteraard. Commissieraadslid, fractievoorzitter, voorzitter commissie ruimte en noem het allemaal maar op. Nog plaatsvervangend voorzitter van de raad geweest en nu al bijna vijf jaar wethouder. Kortom, wij zien die Koninklijke onderscheiding als erkenning van het werk van een man die zich al heel lang inzet voor de samenleving. Dat gaat verder dan alleen maar politiek; de verbintenis met de Wielerbond werd net al genoemd, maar ik weet dat je nog veel meer dingen doet. Henk heeft als geen ander altijd de vrijwilliger zeer hoog staan. Als je de Koninklijke onderscheiding dan ook ziet als een bijzondere onderkenning van een vrijwilliger, dan wordt de echte glans van deze onderscheiding zichtbaar. De burgervader heeft al heel wat dingen over jou gezegd. Dus ik zal niet meer gaan stilstaan bij de andere dingen die je doet. Wel krijg je uiteraard ook van het CDA een cadeau. Maar helaas, Henk, sorry, maar we hebben in tegenstelling tot de VVD - geen rijke industriëlen in onze gelederen. Dus, ik hoop dat je niet teleurgesteld bent, maar een fiets, zoals de heer Melissen ontving Ja, dat zit er niet in. Wel, zoals het hier altijd gaat: een stuk struik voor thuis op de tafel, als dank voor het mooie werk dat je voor Tiel hebt gedaan en in het bijzonder voor het CDA. Dus, dat ga ik eerst even aan jou geven: de struik. Alsjeblieft. En dan nog iets speciaals voor je vrouw, want ze moet je vaak missen. Je weet het: het leven van een politicus vindt natuurlijk veelal buiten de deur plaats. In de gesprekken die we laatst hebben gehad, gaf je aan dat je vrouw Annelien wist toen ze met je trouwde, dat ze er rekening mee moest houden dat ze je gezelschap door je vele vrijwilligerswerk vaak zal moeten missen; dus, een vorm van huwelijkse voorwaarden. Ja, zei je, toen ik met je sprak en ik citeer: dat het niet altijd leuk is om met mij getrouwd te zijn. Dat zegt Henk dus. Daarom, als vorm van compensatie, willen we haar graag een dineetje aanbieden voor twee, bij Casper. We moeten natuurlijk een beetje de Tielse middenstand ondersteunen. En ze mag zelf weten wie ze meeneemt. (Gelach) Maar wij zouden het niet erg vinden als jij dat wordt. (Applaus) De voorzitter: Een andere bijzondere gelegenheid betreft Diny Erven, onze bode. Diny, ik wil je vragen om naast me te komen staan. Fijn dat je een keer naast mij staat en niet achter mij, hoewel dat ook altijd een goed gevoel was. Diny neemt vanavond afscheid van onze raad en ook van de gemeente. Laten we hier even stil staan bij het afscheid van onze raad. Je bent hier zestien jaar onze steun en toeverlaat geweest, onze avondbode, samen natuurlijk met de andere dames. Daar kom ik zo nog even op terug. Ja, wij spreken dan over de bode, maar eigenlijk vervul je een soort gastvrouwrol. Je gaf net al aan dat wist ik eigenlijk helemaal niet dat je eigenlijk zelf ook inhoud hebt gegeven aan de functie van avondbode en de rol van gastvrouw tijdens de raadsvergadering, omdat je de eerste was die deze functie ging invullen. Daarvòòr waren er de bodes die hier overdag ook waren; zij verzorgden ook de raadsvergaderingen. En Diny was de eerste die speciaal de avondvergaderingen ging doen.

4 4 Later kwamen Thea en Jolanda daarbij. Je hebt dat met verve gedaan, moet ik zeggen. Het lijkt soms heel vanzelfsprekend, maar dat is altijd als je dingen goed doet. Het is net als met scheidsrechters in het voetbal: de besten vallen niet op. En zo is het eigenlijk met de bodes ook. Dat jullie en jij speciaal natuurlijk ervoor zorgen dat alles netjes klaar staat, dat er koffie is, is vanzelfsprekend. Ook dat het publiek netjes wordt ontvangen. Het publiek staat soms op de verkeerde deuren te trommelen. Om er voor te zorgen dat het publiek zich een beetje netjes gedraagt, dan scheelt het toch veel als je een beetje weet hoe het hier werkt. Je staat natuurlijk de raadsleden terzijde als zij vragen hebben en ondersteunt vooral de griffier en mij als voorzitter, omdat er altijd onverwachte dingen zijn waarvoor we jullie nodig hebben. Dan heeft er weer iemand bijvoorbeeld niet getekend... Ook hebben we altijd op rare momenten, die niet tevoren zijn bedacht, de neiging om de raadsvergadering te schorsen. Dan moeten jullie altijd weer even improviseren. We kwamen elkaar ook heel vaak tegen op vrijdagmiddag. Ik ga nu niet zeggen dat ik daar eenzaam in het Ambtmanshuis zit Op vrijdag is het natuurlijk altijd wat rustig op het gemeentehuis, maar op vrijdag en zaterdag zijn er wel altijd heel veel bruiloften. Op zaterdag zit ik er meestal niet, maar op vrijdagmiddag kwamen we elkaar daar vaak tegen. Jij vond die bruiloften altijd heel leuk om te doen, geloof ik. Je hebt recent een camper aangeschaft, volgens mij, naar aanleiding van een reisje door Canada. En je bent enthousiast vrijwilligerswerk gaan doen of ga je dat doen? Mevrouw Erven: Dat ga ik doen. De voorzitter: Wat ga je doen? Mevrouw Erven: Ik wil in een ziekenhuis vrijwilligerswerk gaan doen. De voorzitter: Mooi, heel leuk. Je gaat in ieder geval niet achter de geraniums zitten. Dat is goed om te horen, dus ongetwijfeld komen we jou nog ergens in dat verband tegen. Ik vind het natuurlijk erg jammer dat je weg gaat. Vanzelfsprekend. Je bent altijd welkom om nog een keer hier op de deur te bonzen om binnengelaten te worden bij een raadsvergadering. Er zijn wat oud-raadsleden die hier zitten, die jou zijn voorgegaan en nog regelmatig komen kijken. Dus ook oud-bodes zijn hier van harte welkom. Méér dan welkom. Ik wil jou heel erg bedanken voor jouw inzet voor ons. Je bent ook altijd vrolijk en enthousiast, òòk als er dan even iets tegenzat, want zoals reeds gezegd: het is altijd een beetje improviseren. Maar daar hebben we ons altijd mee gered. Ik heb een cadeautje voor je en dat zit in een doosje. Ik laat hem even zo zien. Het is de kerstbal van Flipje. Voor Kerst. Speciaal getekend door Arie van Vliet en met de hand gemaakt door een bedrijf in Antwerpen. Het is een collector s item. Dus geniet ervan. Laat m niet vallen. Alsjeblieft. Heel erg bedankt. (Applaus) Dit is de eerste keer dat ik de bode mag zoenen. (Gelach) Jij wilt ook nog graag iets zeggen. Ga je gang. Mevrouw Erven: Nou, ik kan u wel vast vertellen, dat dit niet een fijne plek is, hoor. Ik sta toch liever achter de schermen. Maar voor deze keer maak nu toch even een uitzondering omdat ik nu toch echt met pensioen ga. Op zestienjarige leeftijd ben ik hier bij de gemeente Tiel als avondbode in dienst gekomen. Het was een nieuwe functie, een nieuwe uitdaging. Heel erg leuk. Ik heb het werk met ontzettend veel plezier gedaan en ik dacht dat we er iets leuks van hebben gemaakt. Wat bij ons altijd heel hoog in het vaandel heeft gestaan, is service verlenen en bereiken dat er tevreden mensen hier de deur uitgaan. We hebben ook allemaal heel veel leuke dingen meegemaakt: neem de begrotingsbehandeling door de raad. Dat is toch geweldig? Als ik s avonds thuiskwam, was ik helemaal uitgeteld. Met die watersnoodwas het leuk. We hebben er altijd van genoten. En dan de verkiezingen. Ook zoiets. Dus, het was nooit saai. Het was altijd leuk. Vaak toch wel. Voor het merendeel wel. Dit werk heb ik met ontzettend veel plezier gedaan. Ik vind het ook jammer dat ik nu weg ga. Ik zal het werk ook missen. Maar niettemin, net wat de burgemeester al zei: samen met mijn man met de camper erop uit: Europa doortrekken, de leuke dingen doen, alle leuke plekken opzoeken. En een beetje vrijwilligerswerk erbij Dus, nee, me vervelen zal ik zeker niet. Zeker niet. Ik wil ook mijn collega s en alle mensen hier aanwezig heel hartelijk bedanken voor de hele fijne samenwerking die ik met allen heb mogen hebben. Ik wil tot slot iedereen fijne Kerstdagen wensen en een heel voorspoedig en vooral een gezond nieuwjaar. Dank jullie wel.

5 5 De voorzitter: Heel erg bedankt. Leuk dat je wat hebt gezegd en natuurlijk fantastisch dat je zo enthousiast bent over deze raadsvergaderingen. Ik hoor niks anders in de stad. Overigens ook heel leuk dat je man erbij is. Ik was nog vergeten hem welkom te heten. Hij heeft je ook terzijde gestaan in een heel moeilijke periode met je gezondheid. Dus ook heel fijn dat je weer gezond bent. De heer Van Oostrom wil jou ook nog even toespreken namens de raad. De heer Van Oostrom: Misschien is het wel leuk om dan ook meteen even de andere twee dames erbij te vragen. Thea en Jolanda, komen jullie er ook even bij? Dan kunnen jullie een beetje ondersteuning geven. Ik wil - als plaatsvervangend voorzitter van de raad en namens ons allen - eerst even iets algemeens zeggen tegen de bodes. In het algemeen, zal ik maar zeggen. Jullie zijn voor ons als politici heel erg belangrijk en misschien wel belangrijker dan jullie zelf waarschijnlijk denken. Dat heeft natuurlijk te maken met dingen regelen. De burgemeester heeft reeds een aantal dingen gezegd, maar het belangrijkste voor ons is het gastvrouwschap. Je zou het kunnen vergelijken met Als ik terugkijk naar vroeger: toen ik op de lagere school zat, dan ging ik naar huis toe en dan wist ik dat mijn moeder op mij zat te wachten met een kopje thee. Als ik vanavond naar huis ga, dan hoop ik, als het niet te laat wordt, dat mijn echtgenote op mij wacht om nog even wat te drinken of wat na te praten. Er zijn - denk ik - heel veel echtgenoten, mannen en vrouwen van raadsleden, die hetzelfde ervaren. Op het moment als wij dan hier binnen komen en één van jullie gezichten zien, dan is het net een soort thuiskomen. Leuk dat je er bent, gezellig, Hartelijk welkom vandaag. Een praatje. Het was ècht. Je voelt je welkom. We hebben dat door ziekte gemist. Dat is al triest en vervelend genoeg. Men zegt altijd vaak: Je mist de dingen vaak pas als ze er niet meer zijn. En ik denk dat dit ook in dit geval waar is. Dus, de grote waardering die wij hebben, is vooral, dat jullie er voor ons zijn en dan niet alleen in regeldingetjes, maar ook gewoon als mens, als welkom in dit huis, zal ik maar zeggen. Daar willen we in ieder geval jullie in het algemeen even ontzettend voor bedanken. Dan Diny. Inderdaad, jij gaat nu weg. Dat vinden we natuurlijk jammer, maar tegelijkertijd willen we je ook de tijd gunnen en dat vinden we fijn, dat je die krijgt, zeker gezien de geschiedenis van de afgelopen jaren om lekker te genieten met je man en op reis te kunnen gaan. Alle leuke dingen doen die je nog in je hoofd hebt, vrijwilligerswerk. Daarmee wil ik je natuurlijk ontzettend veel plezier wensen. Ik wil je ook heel veel gezondheid wensen, want dat is toch het allerbelangrijkste. Dat is echt een feit, want als je gezond bent, heb je duizend wensen. Heb je de gezondheid niet, dan heb je er maar één. Ik hoop dat jij een heel gezond en gelukkig leven mag hebben met je echtgenoot. Als dank geven we jou de bos bloemen aan mijn linkerzijde, met veel kleurtjes erin. En ook ik ga je voor het eerst zoenen. Tot ziens en bedankt. Dan, de andere dames. Ja, nu niet weglopen, want ook voor jullie hebben we een klein bloemetje gekocht. Als eerste voor Thea, omdat je ook weer lekker gezond bent. Tenminste, het lijkt dat het de goede kant op gaat in ieder geval. Daar zijn we blij mee. We zijn blij dat je er weer bent, dat je de komende maanden weer trouw op je plekje zit. En om jou een hart onder de riem te steken en in ieder geval heel veel gezondheid te wensen, ook voor jou een bosje bloemen. (Applaus) Ja, en dan onze rots in de branding van de laatste maanden, die zich drie slagen in de rondte heeft gewerkt om de lege plekken die ontstonden toch een beetje in te vullen. Ook die extra inzet lijkt misschien heel normaal - dat zul je zelf ook vinden - maar dat is het eigenlijk niet. We hebben het toch gered met elkaar, af en toe wel met her en der wat plakken en knippen - zal ik maar zeggen - maar het is gelukt. Het is ook fijn dat we weer bijna compleet zijn zodat we weer op de normale manier verder kunnen. En voor al die extra inspanningen willen we jou extra belonen met een heel mooi bloemetje. (Applaus) De voorzitter: Dank je wel, meneer Van Oostrom. Mooie woorden. Jij hebt nu drie dames gezoend. Dat heb je slim aangepakt. (Gelach) De heer Van den Burg: Meneer de voorzitter, ik zou de dames nog een staande ovatie willen geven. (Applaus) De voorzitter: Een goede gedachte van meneer Van den Burg. Ik stel voor dat we even tien minuten gaan schorsen, zodat jullie de heer Driessen kunnen feliciteren met de ontvangen onderscheiding en persoonlijk afscheid kunnen nemen van onze avondbode, Diny Erven. We schorsen de vergadering.

6 6 De vergadering wordt geschorst. De vergadering wordt hervat. De voorzitter: Wij hervatten de vergadering en we beginnen nu ook met de échte vergadering. We starten met een mededeling van de griffier. De griffier: Dank u, voorzitter. Er zijn berichten van verhinderingen ontvangen van de dames Duquesnoy en Metiary en de heren Manuhutu en Van IJzendoorn. Er zijn geen vragen voor het vragenuur, maar wel voor de rondvraag. De lijst van toezeggingen uit de vorige raadsvergadering is u gisteren opnieuw per toegezonden. De heer De Wolf, waarnemend voorzitter van de Cliëntenraad WWB, heeft mij verzocht uw aandacht te vestigen op het advies van deze raad van 21 november 2014, dat bekend is bij de commissie samenleving en de fracties althans, de voorzitters maar nog niet bij de raadsstukken is opgenomen. De Cliëntenraad is weliswaar een adviesorgaan van het college, maar heeft de goede gewoonte ook u te informeren. Graag uw aandacht daarvoor. Uw voorzitter heeft een commissie voor de stemopneming ingesteld, bestaande uit mevrouw Stoeten als voorzitter en de heren Alişkan en Verbeek als leden. Voor de schriftelijke stemming heeft u op uw tafel een stembriefje aangetroffen. Ook treft u op uw tafel de brochure aan Sterk sociaal werk voor ouderen. Bovendien hebben de fractievoorzitters op hun tafel de nieuwsbrief Afvalstromen kunnen aantreffen. Ik heb begrepen dat de heer Van Oostrom zo meteen nog een mededeling wil doen naar aanleiding van het Lief en Leedfonds van uw raad. En bovendien heb ik begrepen dat de heer Melissen een mededeling heeft in het kader van de actieve informatieplicht. Dat waren de mededelingen, voorzitter. De voorzitter: Dank u wel. Dan is het woord aan de heer Van Oostrom. De heer Van Oostrom: Dank u wel, voorzitter. Het betreft mevrouw Van IJzendoorn, lid van de commissie bestuur namens Sociaal Tiel. Namens de raad is haar een bos bloemen overhandigd - uit het Lief en Leedpotje uiteraard - omdat zij de laatste weken medisch gezien behoorlijk in de lappenmand heeft gezeten. Ze heeft aangegeven het bloemetje gewaardeerd te hebben en gelukkig kan ik melden dat het een stuk beter met haar gaat. De voorzitter: Dank u wel. Dan is het woord aan de heer Melissen. Wethouder Melissen: Dank u wel, voorzitter. De mededeling die ik zou willen doen, betreft een bordje dat we in het streekmuseum hebben. Dat heet Het gezicht van Tiel en het is een porseleinen bordje uit de Meissen-collectie. Mensen die dit hebben gevolgd, weten dat dit bordje mogelijk afkomstig is van een Joodse familie. Tijdens de Tweede Wereldoorlog is door de Duitsers kunst gestolen en mogelijk valt ook dit bordje daaronder. In 1963 is dit bordje gekocht door de Oudheidkamer en vervolgens is het in gebruik gegeven aan ons museum. Dat is even de huidige situatie. Nu is het zo, dat deze Joodse familie heeft aangegeven het bordje graag terug te willen hebben en dat doen zij via de weg die hiervoor in Nederland bestaat, namelijk via de Restitutiecommissie. Deze mogelijkheid is destijds door de regering ingesteld om met name dit soort zaken goed te kunnen beoordelen. Dus, dat betekent dat deze commissie de zaak gaat onderzoeken om te kijken of er inderdaad sprake is van een bordje dat afkomstig is van roofkunst, zoals dat wordt genoemd. Als dat zo is, doet de Restitutiecommissie een bindende uitspraak. Die bindende uitspraak zal worden opgevolgd door de partijen, zowel door de familie die het opeist, als - in dit geval - de eigenaar, de Oudheidkamer en dus ook door het museum. Dat verzoek hebben we op 28 november ontvangen. Het leek mij belangrijk om dit aan u te vertellen. De voorzitter: Dank u wel. 2. Vaststellen van de agenda De voorzitter: Dan komen we bij het vaststellen van de agenda. Aan de agenda is door het presidium het voorstel toegevoegd inzake de Regionale Detailhandelsstructuurvisie met het voorstel om dit als hamerstuk toe te voegen. Dit was per abuis niet vermeld bij de hamerstukken, maar staat inmid-

7 7 dels ook op het raadsinformatiesysteem. Als het goed is, was u daar ook al via over geïnformeerd. Als u uw heeft gelezen. Gaat u daarmee akkoord? Bent u met de rest van de agenda akkoord? De voorzitter: Hiermee is de agenda vastgesteld. Dan trekken we een nummer. Mevrouw Budak. Proficiat, bij eventuele stemmingen mag u aanvangen vanavond. Besluit: De raad besluit de agenda ongewijzigd vast te stellen. 3. Vaststellen van het verslag van de op 12 en 19 november 2014 gehouden openbare raadsvergaderingen De voorzitter: Dan komen we bij het vaststellen van het verslag van 19 november Er zijn geen mutaties bij de griffie ingediend. Zijn er ter vergaderingen nog zaken over het verslag? Dat is niet het geval. Dan is het verslag vastgesteld.. Besluit: De raad besluit de notulen van 12 en 19 november 2014 ongewijzigd vast te stellen. 4. Ingekomen stukken De voorzitter: Dan komen we bij de ingekomen stukken. Dat betreft Romeinse II: stukken ten aanzien waarvan wordt voorgesteld deze ter afdoening c.q. uitvoering in handen te stellen van burgemeester en wethouders. De stukken a en b. Gaat u daarmee akkoord? Dat is het geval. Besluit: De raad gaat akkoord met de stukken ten aanzien waarvan wordt voorgesteld deze er afdoening c.q. uitvoering in handen te stellen van burgemeester en wethouders. De voorzitter: Dan Romeinse III: stukken ten aanzien waarvan wordt voorgesteld deze voor kennisgeving aan te nemen. De stukken a tot en met h. De heer Gradisen. De heer Gradisen: Ja, dank u wel, meneer de voorzitter. Het gaat om het stuk onder g: Brief d.d. 10 december 2014 van het college aan de fractie van de PvdA inzake beantwoording vraag ex art. 41 RvO over de duur van trajecten schuldhulpverlening. De beantwoording heeft bij ons nogal wat vragen opgeroepen en onze zorg niet weggenomen over de duur van die schuldhulpverleningstrajecten. Wij hebben daar nog wat aanvullende vragen over en we zouden dit graag willen bespreken in de commissie samenleving, als dat kan. Ik heb dit van tevoren laten weten bij de griffier. Het lijkt mij handig als we van tevoren de vragen via naar de griffie verzenden, zodat deze ook kunnen worden doorgestuurd. Wij willen dit dus graag behandelen in de commissie samenleving. De voorzitter: In januari is er geen commissie samenleving. Het wordt dan februari. Dat is geen probleem, wat u betreft? Ik kijk even naar de voorzitter. Bent u daarmee akkoord? De heer Zuidema? De heer Zuidema: Op dit moment geen bezwaar De voorzitter: Op dit moment (Lacht) De heer Gradisen. De heer Gradisen: Ik snap dat het natuurlijk afhankelijk is van de rest van de agenda.

8 8 De voorzitter: Dat begrijp ik ook. Oké, dus vooralsnog nemen we het gewoon op in de agenda van februari, tenzij die erg vol gaat worden. We moeten even kijken wat we voorrang geven en wat niet. U zorgt ervoor dat er goede vragen komen. Mevrouw Kreuk Wildeman. Mevrouw Kreuk - Wildeman: Ja, over e, het memo ter beantwoording van onze vraag naar nadere informatie over de stand van zaken met betrekking tot de klachtenfunctionaris en het tijdspad voor monitoring. De memo geeft wat ons betreft onvoldoende antwoord op de vraag en roept zelfs wat onduidelijkheden op. Wij zouden dat de volgende keer graag ook willen bespreken in de commissie samenleving. Als u wilt, kan ik het ook nog wel verder beargumenteren, maar als dat niet hoeft, dan De voorzitter: Dank u wel. Dat wordt ook februari. Ik kijk even naar de heer Zuidema. De heer Zuidema: Ja. Ik ben toch even benieuwd naar de motivatie. Voor u geldt hetzelfde: als het niet heel urgent is, dan zou het kunnen dat we het - gezien de agendadruk - moeten verschuiven, net zo goed dat dat voor het vorige punt geldt. Over het algemeen, als de beantwoording kort kan, dan is dat meestal geen probleem. Mijn ervaring is dat in de commissie samenleving vrij constructief wordt vergaderd, dus ik zal mijn best doen om het in te voegen. Maar als het kan, krijg ik toch graag iets meer argumentatie. De voorzitter: Mevrouw Kreuk Wildeman, wilt u dat toelichten? Mevrouw Kreuk - Wildeman: Op zestien juli hebben we in de raad via een motie gevraagd om de mogelijkheden te onderzoeken en de voor- en nadelen voor Tiel op een rijtje te zetten aangaande die klachtenfunctionaris voor het sociaal domein om vervolgens daarna te inventariseren of de gemeenten in de regio daar interesse in hebben. In het onderzoek van het college staat nu, dat er in 2014 regionaal een start wordt gemaakt om te bezien in hoeverre een nieuwe ombudsfunctie meerwaarde kan hebben. Eigenlijk past dat naar ons idee niet helemaal samen. We hebben nu in ieder geval nog wel vragen over hoe dat proces nu verder loopt. En dat was ook in eerste instantie de vraag: om dat proces ook een beetje te kunnen volgen en te monitoren. Het huidige antwoord is voor ons onvoldoende. De heer Van Oostrom: Ja, even een procedurele vraag. Op twee punten wordt nu gezegd: We brengen het naar de commissie samenleving. Dat is prima. Maar mijn vraag is eigenlijk: komt het dan bij de ingekomen stukken zodat de commissie zelf kan bepalen of dat schriftelijk wordt afgedaan of dat je daar nog met elkaar een discussie over wilt hebben. Want nu lijkt het, als we het via de weg van de raad doen, alsof we dan een extra agendapunt gaan introduceren bij een commissie. Maar volgens mij, is dat niet echt handig. Ik vraag me af hoe het dan procedureel verder gaat. Wordt het een ingekomen stuk? Nou ja, de vraag is helder. De voorzitter: Mevrouw Önder, over hetzelfde punt? Mevrouw Önder: Ja, ik had het samen met de VVD toen ook over bijstand en dat kwam inderdaad als ingekomen stuk bij de commissie samenleving. En toen zou er tijdens de vergadering bekeken worden of we het gingen bespreken of niet. De voorzitter: Procedureel heeft u daar wel een punt. Alleen, omdat we geen commissie samenleving hebben in januari vind ik het ook weer wat Ik zal wel even kijken wat de voorzitter daarvan zegt, maar ik kan me ook voorstellen dat we het dan bespreken want dat betekent dat de vraag van de heer Gradisen en van mevrouw Kreuk Wildeman dan pas in maart naar voren komt, als u daarover wilt praten. De heer Van Oostrom: Dan zou ik het ook wel fijn vinden als aan de raad wordt gevraagd: Vinden we dat een punt om uitgebreid in de commissie te bespreken? Ik kan me voorstellen dat dat misschien alleen bij de vraag van Mevrouw Kreuk zou leven. Ik weet het niet, ik zit niet in de commissie. Maar dan zou je kunnen voorstellen dat je dat anders zou behandelen dan dat iedereen zegt: Ja, dat is nog wel n punt, we moeten het met elkaar uitgebreid bespreken. De voorzitter: Ik vind dat daar het presidium over gaat.

9 9 De heer Van Oostrom: U geeft nu aan dat het in de commissie wordt behandeld. De voorzitter: Nee, ik stel voor om het voorstel te volgen van de indieners. Ik kijk naar de voorzitter of hij daarmee akkoord is. Vervolgens zal het presidium kijken naar de commissie-agenda s. De heer Gradisen. De heer Gradisen: Even voor de duidelijkheid: over het reglement van orde. Ik heb het daar met de griffier wel eens over gehad. Het reglement van orde zegt over schriftelijke vragen, in artikel 41, dat de vragensteller het recht heeft om daar in de eerstvolgende raadsvergadering nadere inlichtingen over te vragen. Nu zit er een aantal technische aspecten aan mijn vragen, waarvan ik denk: Het is handig dat de wethouder die van tevoren heeft om die vragen goed te kunnen beantwoorden. Bovendien zitten we met een behoorlijk volle agenda op dit moment. Dus het lijkt me niet handig om dat op dit moment te doen. Mijn ingeving om het in de commissie samenleving te brengen, is echt puur praktisch, zodat ik het niet op dìt moment hoef te doen. De heer Van Oostrom: Maar stel, dat die vragen dan van technische aard zouden zijn, dan zou je het bijvoorbeeld ook met een memo kunnen afdoen. Waar ik eigenlijk een beetje voor wil waken, is dat we niet door deze weg te kiezen, straks overvolle commissie-agenda s hebben omdat we vanuit de raad steeds zeggen, van: Dat moet in de commissie besproken worden, terwijl in de commissie zelf - volgens mij - die discussie moet plaatsvinden of het wel op de agenda kan. Dat vind ik een zuivere manier van werken. Het is niet de eerste keer dat dit gebeurt. Het gebeurt vaker. Maar goed. De heer Zuidema: Ik kan de redenering van de heer Van Oostrom helemaal volgen. Aan de andere kant is mijn ervaring als voorzitter van de commissie samenleving ook wel, dat als dit soort dingen, die toch vaak een vrij complexe achtergrond hebben, even kort getackeld kunnen worden óf in een korte discussie óf in een vraag-antwoordspel met de wethouder dan lost dat wel heel veel op. En ik heb het gevoel dat beide punten dàt soort punten zijn. Dat wordt geen discussiepunt dat geagendeerd wordt en waar vervolgens een half uur, drie kwartier, voor uitgetrokken wordt. Ik denk dat dit in een paar minuten kan worden afgedaan. En dan is het voor iedereen helder en dan weten we met elkaar weer hoe zorgvuldig we de beslissingen over dit soort dingen kunnen nemen. Ik moet zeggen: de commissie samenleving is wel een commissie aan het worden die dit soort regels aftast en daar in de periferie mee omgaat. Mijn ervaring is maar dat vind ik voor mijn commissieleden dat dat werkt. Dus, ik snap uw punt. Ik denk dat we ervoor moeten waken dat dit geen schering en inslag wordt, maar uitgerekend deze twee vragen Ja, die waag ik wel in te schuiven. Uiteraard via het presidium of via de commissie zelf. Daar heb ik niet zoveel moeite mee. De voorzitter: Dank u wel. Ik stel voor deze lijn te volgen en de beraadslagingen daarover te sluiten. Het algemene punt dat de heer Van Oostrom aanstipt, daarvan is het misschien goed om dat in het presidium te bespreken: hoe we daarmee omgaan in z n algemeenheid. Besluit: De raad gaat akkoord met de stukken ten aanzien waarvan wordt voorgesteld deze voor kennisgeving aan te nemen. De voorzitter: Dan komen we bij de Romeinse V: stukken ten aanzien waarvan wordt voorgesteld deze ter voorbereiding van besluitvorming door de raad in handen te stellen van de commissie. Punt a. Daarmee akkoord? Dat is het geval. Besluit: De raad gaat akkoord met de stukken ten aanzien waarvan wordt voorgesteld deze ter voorbereiding van besluitvorming door de raad in handen te stellen van de commissie. De voorzitter: Dan Romeinse VII: stukken ten aanzien waarvan wordt voorgesteld deze om advies in handen te stellen van de griffier. A en B. Bent u daarmee akkoord? Dat is het geval. Besluit: De raad gaat akkoord met de stukken ten aanzien waarvan wordt voorgesteld deze ter advies in handen te stellen van de griffier.

10 10 De voorzitter: Dan hebben we hiermee de ingekomen stukken afgehandeld. 5. Hamerstukken De voorzitter: Dan komen we bij de lijst van hamerstukken. 5.a Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2015 De voorzitter: Het eerste betreft het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Bent u daarmee akkoord? De heer Gradisen. De heer Gradisen: Ja, een klein puntje. We hebben nog een vraag. Dit heeft overigens geen invloed op de besluitvorming, maar het punt is hoe het gesteld is met de plannen van Tiel Oost. Die vraag is beantwoord, maar we kunnen niet zoveel met het antwoord. Er is een schema gekomen, maar wij komen niet uit het schema. Dus, eigenlijk de vraag aan het college: kan dat niet in verhalende zin worden opgepakt? Want met een schema kunnen we niet zoveel. Ik wijs u op de allerlaatste pagina die bij de stukken zit. De voorzitter: We nemen de vraag mee. Ik zit intussen even naar de wethouder te kijken, maar volgens mij, moet dat geen probleem zijn. Ja? Bent u dan hiermee akkoord? Dat is het geval. Besluit: Zonder hoofdelijke stemming wordt met algemene stemmen conform het voorstel van het college van burgemeester en wethouders besloten. 5.b Wijziging tarieven Parkeerbelasting De voorzitter: Dan de Wijziging tarieven parkeerbelasting. Bent u daarmee akkoord? Dat is het geval. Besluit: Zonder hoofdelijke stemming wordt met algemene stemmen conform het voorstel van het college van burgemeester en wethouders besloten. 5.c - Subsidieverordening Jeugdzorg en Cliëntenondersteuning Wmo De voorzitter: Dan komen we bij de Subsidieverordening Jeugdzorg en Cliëntenondersteuning Wmo. Bent u daarmee akkoord? Dat is het geval. Besluit: Zonder hoofdelijke stemming wordt met algemene stemmen conform het voorstel van het college van burgemeester en wethouders besloten. 5.d Verordeningen Participatiewet De voorzitter: Dan komen we bij de Verordeningen Participatiewet. Een aantal andere verordeningen zijn onder de bespreekstukken opgenomen, maar alle verordeningen staan in hetzelfde raadsvoorstel. Een aantal verordeningen is naar aanleiding van de commissiebehandeling een hamerstuk geworden en een aantal verordeningen is n bespreekstuk. De verordeningen die hamerstuk zijn, zijn de Verrekening bestuurlijke boete bij recidieven, de Reïntegratieverordening en de Verordening Loonkostensubsidie. Bent u daarmee akkoord? Dat is het geval. Besluit: Zonder hoofdelijke stemming wordt met algemene stemmen conform het voorstel van het college van burgemeester en wethouders besloten. (Zie ook agendapunt 6 voor de bespreekstukken) 5.e Regionale Detailhandelsstructuurvisie Rivierenland (Toegevoegd agendapunt) De voorzitter: Dan hebben we nog het toegevoegde hamerstuk, zoals was afgesproken: de Regionale Detailhandelsstructuurvisie. Bent u daarmee akkoord?

11 11 Besluit: Zonder hoofdelijke stemming wordt met algemene stemmen conform het voorstel van het college van burgemeester en wethouders besloten. De voorzitter: Dan hebben we de lijst met hamerstukken afgehandeld. 6. Verordeningen Participatiewet De voorzitter: Dan komen we bij de Verordeningen Participatiewet. Dat betreft dus het aantal verordeningen dat u onder dit punt op de agenda vindt staan. Wie wenst daarover het woord? De heer Zuidema. (Zie ook agendapunt 5.d voor de verordeningen Participatiewet die als hamerstuk zijn geagendeerd) De heer Zuidema: Eigenlijk een paar korte opmerkingen over het stukje inzake de tegenprestatie. Dat lijkt - zoals het nu staat omschreven - een beetje op een dwangmiddel, een straf. Het is nogal negatief geformuleerd. Er zitten nogal wat mitsen en maren aan. Het college of de raad krijgt weinig speelruimte om daar iets mee te doen, terwijl we in eerdere discussies al met elkaar hebben afgetast dat we het toch best wel wenselijk vinden dat er een tegenprestatie gevraagd wordt van mensen die recht hebben op een bijstandsuitkering. Maar als je nu ziet hoe je dit moet gaan interpreteren, concreet moet gaan maken, dan heb je bijna geen aanknopingspunten, naast dat het nogal negatief is geformuleerd. Kijk, wij zien vanuit D66 een tegenprestatie als betrokken blijven, aangehaakt blijven bij de maatschappij niet zozeer als straf. Terwijl we ook wel snappen dat je natuurlijk een extra beroep doet op mensen om uit die bijstand te komen en te blijven. Zo n tegenprestatie zou je kunnen zien als een storting op - zeg maar - de sociaal-maatschappelijke bankrekening die je hebt. Je vraagt een uitkering aan. Dat betekent dat de maatschappij voor jou gaat zorgen, even heel kort door de bocht. En het moet niet meer dan logisch zijn, net zo goed als je een autogordel omdoet als je in een auto stapt, dat je voor die bijstand iets terugdoet voor de maatschappij. Voor wat hoort wat. Het voordeel daarvan is: je kunt op zo n sociaal-maatschappelijke bankrekening niet rood staan. Het nadeel is: je kunt ook niet sparen. Daarnaast zouden wij het ook niet meer dan logisch vinden, dat er vanuit de organisatie een soort lijstje wordt gemaakt met maatschappelijke taken of vrijwilligerswerk, ook als hulpmiddel voor het UWV, dat je aan de cliënten kunt meegeven: Als u straks die uitkering krijgt en wij gaan u straks die tegenprestatie vragen, dan zijn dit de mogelijkheden. Niet de verplichting zozeer, hoewel het misschien wel zo is bedoeld en ook zo voelt, maar je moet het meer zien als een kans. We proberen je - met alle mitsen en maren in de regelgeving - met de haren erbij te slepen, je erbij te houden en in de regelmaat van het arbeidsproces te houden. Als dat op die manier uitgerekend zou worden, denk ik dat we een heel aardige stap kunnen maken in het aannemelijk maken van het vragen van een tegenprestatie aan uitkeringsgerechtigden. De voorzitter: Dank u wel. Wie verder in de eerste termijn? De heer Alişkan. De heer Alişkan: Ik heb een vraag met betrekking tot de Afstemmingsverordening Participatiewet. Wij hebben inmiddels van het college begrepen dat het belang van eventueel betrokken kinderen altijd worden meegenomen in de beoordeling van de bepaling van de sanctie voor de belanghebbende. Als het college dit aan de raad nog kan bevestigen, dan kunnen we meegaan met de verordeningen. Mevrouw Stoeten Flach: Ja, ik wilde eigenlijk ook nog even ingaan Maar dat kan dan samen. Ik had het ook alleen over de tegenprestatie. Dan is mijn vraag aan de heer Zuidema u heeft het over aangehaakt blijven bij de maatschappij. Maar het wordt juist nièt bedoeld als reïntegratie-instrument, als iemand voor acht uur. En dan denk ik: Ja Ik had ook begrepen in de werkgroep dat er geen vergoeding tegenover staat voor de uitvoering ervan. Dan wordt er gewoon van de mensen verwacht om ook actief in Tiel te zijn. Je weet dat het vrijwilligerswerk er is. Dan hoeft dat niet veel extra effort te vragen, denk ik. We weten dat Tiel een stad is waar genoeg te doen is. Ik denk dat bij iedereen wel genoegzaam bekend is wat voor vrijwilligerswerk er allemaal te doen is. Er mag ook wel een beetje activiteit verwacht worden van diegene van wie die tegenprestatie wordt gevraagd. Maar ik zie er wel een tegenstelling in. Als we aan de ene kant horen: Er staat geen vergoeding tegenover die inspanning om mensen te bemiddelen naar het vrijwilligerswerk. Aan de andere kant verlangen we dat wel. Dat is een beetje de twijfel waar wij wel mee zitten.

12 12 De heer Zuidema: Dat was voor een deel ook de discussie bij ons. Je moet oppassen voor verdringing. Het is in onze optiek ook heel vreemd dat je bijvoorbeeld geen stagemogelijkheid kunt bieden. Je moet oppassen dat je bestaande vrijwilligersorganisaties niet overlaadt. Dat vergt nogal wat afstemming. Dat is lastig. Maar we hebben het vooral bezien vanuit de aanvrager zelf, vanuit de uitkeringsgerechtigden: dat je iets te bieden hebt en eigenlijk ook iets terugvraagt. Een maatschappelijke verplichting klinkt zo zwaar, maar je vraagt een prestatie terug. De maatschappij doet dat voor jou: dan kun je iets terugverwachten met als bijkomend voordeel dat je je netwerk uitbreidt. Je zit in een bepaalde regelmaat, je ziet mensen, je spreekt mensen en je hebt waarschijnlijk - voor je het weet - toch weer een kans om ergens weer aan het werk te komen. Mevrouw Önder: Ik heb een beetje moeite met het gebruik van de term maatschappelijke verplichting. Het lijkt nu alsof de mensen die in de bijstand zitten, daar lekker zitten en lekker genieten van al dat geld. Ik werk zelf bij het UWV. Er zitten heel veel mensen in de bijstand die daar absoluut niet in willen zitten. Ik wil dat benadrukt hebben. En de koppeling met dat vrijwilligerswerk, dat zal leiden tot netwerken en eventueel een baanoptie Dat vind ik ook makkelijk, vooral omdat er recent onderzoeken zijn geweest waaruit blijkt dat er juist een grotere afstand tot de arbeidsmarkt ontstaat omdat je in zo n vrijwilligersfunctie zit. Dus, ik heb zelf, als GroenLinks zijnde, hier nogal wat moeite mee. En dat even in aanvulling op wat u zei. Mevrouw Derksen: Voorzitter. Wij hebben met name nog vragen over de Verordening individuele inkomenstoeslag. Deze moet de huidige langdurigheidstoeslag gaan vervangen. Tijdens de vergadering van de commissie samenleving hebben we daar ook een aantal vragen over gesteld. Eén van die vragen staat in ieder geval nog open, namelijk: waarom heeft het college ervoor gekozen om de beperkte periode van vijf te verkorten naar drie jaar? In de Verordening langdurigheidstoeslag staat dat de periode niet verkort hoefde te worden, bijvoorbeeld naar drie jaar, omdat de bijzondere bijstand en het minimabeleid in Tiel uitstekend zijn. Dat werd ook onderschreven door een onderzoek van het Nibud. Wij vragen ons daarom ook af: waarom wordt er nu wél gekozen voor drie jaar? We vragen nu naar de motivatie van het college. Daarnaast zagen we ook financiële consequenties van de verordeningen; die zijn voor ons nog steeds onduidelijk. Hoeveel personen binnen de gemeente zijn er al vijf jaar of langer bijstandsgerechtigd? Hoeveel personen minstens drie jaar? Kortom: hoeveel geld gaat de invoering van deze Verordening kosten? Ook die vraag heb ik eerder gesteld, maar de antwoorden daarop zijn niet helder. Naast de beperkte periode zijn er ook andere veranderingen in de Verordening. Dat is bijvoorbeeld dat de aanvraag bij de gemeente binnenkomt. Die wordt beantwoord met een berekening van de toeslag, de langdurigheidstoeslag, terwijl het bij de inkomenstoeslag per individu wordt beoordeeld. Betekent dat dan, dat iemand die al langer dan vijf jaar in de bijstand zit en misschien al meerdere jaren de toeslag ontvangt, dat de mogelijkheid bestaat dat diegene de toeslag niet meer uitgekeerd krijgt? En op basis van welke criteria wordt dat dan bepaald? En zijn die veranderingen voor bijstandsgerechtigden duidelijk? De voorzitter: Dank u wel. Wie verder in de eerste termijn? De heer Verbeek. De heer Verbeek: Ja, voorzitter. Laat ik even kort stil staan bij het feit dat we nu de laatste verordeningen rondom het sociale domein aan het vaststellen zijn. Toch een bijzonder moment, omdat het hier in de raad toch wel een bewogen onderwerp is geweest. Dus, laat ik beginnen met een compliment uit te spreken voor de ambtenaren en het college, die zich hier de afgelopen jaren ontzettend hard voor hebben ingezet. Daarna ga ik meteen over tot de belangrijkste opdracht in ook voor ons - namelijk het monitoren van: wat gaat er nu gebeuren met de invoering van onder andere ook de Participatiewet? Een belangrijke vraag van de Partij van de Arbeid hierbij is bijvoorbeeld ook de inkomenstoeslag. Daar is een aantal opmerkingen over gemaakt, ook door de Cliëntenraad, dat er schrijnende gevallen kunnen voorkomen op het moment dat iemand net over de bronwaarde heen gaat, waarbij men recht heeft op de inkomenstoeslag. Dus, als je vijf euro te veel verdient, zou de hele inkomenstoeslag volledig wegvallen. Dat zou zorgwekkende, schrijnende situaties in de hand kunnen werken en wij zouden graag aan het college willen vragen: Zou u hierop kunnen monitoren? En hierover ook aan de raad kunnen rapporteren op het moment dat we gaan evalueren, zodat we weten in hoeverre hier sprake van is, zodat we daar als raad eventueel in zouden kunnen sturen.

13 13 Over de rest van de verordeningen, die hier voorligt, kan ik als Partij van de Arbeid in ieder geval constateren dat deze invulling geeft en recht doet aan het beleid en het beleidsbelang dat wij hier hebben vastgesteld en waar wij met z n allen uitgebreid bij hebben stilgestaan. Dus, uiteraard kunnen wij ook instemmen met de Verordening die hier voor ons ligt. Mevrouw Son Stolk: Dank u wel, voorzitter. Ook het CDA kan instemmen met de verordeningen, zoals die hier voor ons liggen. Daarnaast hebben we - als fractie van het CDA - in de commissie samenleving duidelijk de aandacht van het college gevraagd om toch ook met een sociaal hart te kijken naar de aanvragen die binnenkomen en hebben gevraagd om de meest kwetsbare mensen in onze samenleving ook op een zeer juiste manier te behandelen. Het college heeft daar een positief antwoord op gegeven en zal daar met zorgvuldigheid mee omgaan. Ik begrijp die vraag van mijn college van de Partij van de Arbeid wel en wij kunnen deze verordeningen steunen. Dank u wel. Mevrouw Kreuk Wildeman: De Partij van de Burgers kan deze verordeningen ondersteunen. Het is voor ons allemaal duidelijk. Ook als het gaat om die tegenprestatie. Dat vinden wij een goede ontwikkeling. Niet zozeer als dwangmiddel, maar wel gewoon om iets terug te doen voor de maatschappij en het is ook iets wat structuur biedt aan mensen die al langdurig zonder werk zitten. En zeker nu we zien dat er toch ook steeds meer bij de burgers zelf neergelegd gaat worden als het gaat om taken, ook in zorg en in de samenleving denk ik dat de mensen die een tegenprestatie moeten gaan leveren, dat ook als zeer prettig zullen ervaren. Ze zullen daar ongetwijfeld ook enorme voldoening uit krijgen door mensen te helpen, door een overbuurvrouw te helpen, een mantelzorger te worden. Dus, wij kunnen instemmen met deze verordeningen. De voorzitter: Dank u wel. Ik kijk even wie er vanuit het college het woord voert. De heer Driessen, zie ik. De heer Driessen: Ja, voorzitter, dank u wel. Allereerst de antwoorden op vragen die niet zijn gesteld. De discussie over de tegenprestatie die is uitgelokt - zou ik bijna willen zeggen - door de heer Zuidema, die vond ik wel boeiend. Ik had al aangegeven - in reactie op andere partijen - dat het juist niet de bedoeling is dat het om reïntegratie gaat. Het zal maatwerk zijn. Het lijstje dat u net noemt, dat heeft natuurlijk ook weer het gevaar, dat het misschien een té vaste richtlijn gaat worden, terwijl we juist hebben afgesproken dat we het op individuele basis doen en in goed overleg met de mensen. We zullen vragen of zij zelf met een voorstel willen komen. En in die zin denk ik dat als we datgene dat nu voorligt op een verantwoorde manier samen gaan uitvoeren, dat het ook niet zo negatief beoordeeld moet worden. Althans, zo zei u het, negatief geformuleerd. We willen juist ook een stukje maatwerk leveren in de hoop participeren mogelijk te maken. En het klopt ook wat u zegt: met alle regels die erbij zijn gekomen, die wij hebben gekregen vanuit de overheid zijn onze mogelijkheden beperkt. De vraag van ProTiel over de kinderen: dat is in de Algemene Wet Bestuursrecht bepaald. Ook in de wet is aangegeven dat wij verplicht zijn om juist te kijken naar de persoonlijke situatie van het gezin, met name rondom kinderen, om te voorkomen dat er te zware klappen gaan vallen, om het zo maar te vertalen. De vraag van de VVD, met de inleiding, van: Waarom is gekozen om toch voor drie jaar een periode te doen? Dat is eigenlijk naar aanleiding van het feit dat wij het regionaal hebben opgepakt. We hebben met de tien gemeenten samen deze Verordening gemaakt, de uitwerking, en daar is drie jaar in aangegeven. Dat hebben wij overgenomen. Hoeveel personen in totaal en hoeveel er vijf jaar, dan wel drie jaar in een uitkeringssituatie zitten? U vraagt om daarvan een beetje een indruk te geven. Dat wil ik u met alle plezier toezeggen, dat u dat binnen een week kunt krijgen. Hoeveel geld dit gaat kosten? Ik ben even het exacte bedrag kwijt, maar dat heb ik u naar aanleiding van een technisch beraad toegestuurd. Dat bedrag weet ik eerlijk gezegd - niet uit m n hoofd. Hetgeen nu voorligt, is wellicht qua uitgangspunt wat duurder, maar wij zeggen juist: wij gaan ervan uit dat wij het budgettair neutraal kunnen doen omdat het een individuele toetsing gaat worden. Dus, je gaat echt bij de personen kijken, per individu, hoe de situatie is, maar dan wel met een perspectief naar de toekomst toe en juist niet naar het verleden. Dus, we gaan niet kijken naar het verleden en dan zeggen, van: Wij trekken het weer in. De Partij van de Arbeid haalt terecht aan dat het heel belangrijk is dat we moeten gaan monitoren. Wat zijn de gevolgen van de invoering ervan? U haalde als voorbeeld aan dat mogelijk de toeslag zou vervallen bij vijf euro te veel verdienen. Er zit wel wat soepelheid in voor ons, als gemeente, om juist een dergelijke strakke zwart-wit benadering te voorkomen. Dus, het is de bedoeling dat als je