Afwezig: de heer ir. J. Beenakker (burgemeester), de heer M. Alişkan (ProTiel) en de heer P. van den Burg (PvdB)

Transcriptie

1 Woordelijk verslag van de openbare vergadering van de raad der gemeente Tiel, gehouden op woensdag 23 september 2015 om uur in de raadszaal van het stadhuis, Ambtmanstraat 13 te Tiel Aanwezig: Voorzitter (plv.) de heer Th.J.M. van Oostrom Griffier: de heer J.W. Westerholt De leden: Genodigden: Insprekers: Verslag: de heer W.A.J. van Baal (VVD), mevrouw N. Budak (PvdA), mevrouw E.S. Derksen (VVD), mevrouw A.E.L. Duquesnoy van den Heuvel (VVD), De heer R. van Galen (D66), de heer N.E. Gradisen (PvdA), de heer G.G.G. Groen jr. (PvdB), De heer K. Gulikers (PvdA), de heer B. van Gurp (VVD), de heer F.A.G. Henning (D66), de heer E. van IJzendoorn (Sociaal Tiel), mevrouw I. Joustra (Pro Tiel) vanaf agendapunt 1.b, mevrouw C.J. Kreuk Wildeman (PvdB), de heer R. Manuhutu (ProTiel) tot agendapunt 1.b, mevrouw A. Önder (GroenLinks), mevrouw E. Rooders van Geldermalsen (D66), de heer A. Saddiki (PvdA), de heer A.D. Sijpkes (CDA), de heer M. Smits (VVD), mevrouw C.M. Son Stolk (CDA), mevrouw J.D. Stoeten Flach (ChristenUnie), de heer D. Verbeek (PvdA), mevrouw A.F.E. Verhoeks Dekker (PvdB), de heer M. Yüce (D66) en de heer T. Zuidema (D66) de heer H.A. Driessen (wethouder), de heer M.J.J. Melissen (wethouder), mevrouw C.A.A. van Rhee Oud Ammerveld (wethouder) en de heer L. Verspuij (wethouder) de heer Schut (agendapunt 2.a) Verslagbureau More Support - Wamel Afwezig: de heer ir. J. Beenakker (burgemeester), de heer M. Alişkan (ProTiel) en de heer P. van den Burg (PvdB) 1. Opening en mededelingen De voorzitter: Iedereen een hartelijk welkom. Uiteraard extra welkom voor de mensen op de tribune. Men zal zich afvragen: Hé, daar hoort de burgemeester te zitten. Dat klopt ook. Echter, de burgemeester is ziek. Hij heeft griep, dus vandaar dat ik hem vandaag zal vervangen. Ik ga mijn best doen en we kijken hoe ver we gaan komen. Vandaag is het een bijzondere avond. We gaan afscheid nemen van de heer Manuhutu en we gaan ook weer een raadslid installeren. Dat is mevrouw Joustra. Om te beoordelen of installatie mogelijk is, wordt de geloofsbrief onderzocht. Daar is een commissie voor ingesteld en over de samenstelling van deze commissie geef ik de griffier het woord. 1a. Afscheid van de heer R. Manuhutu als lid van de raad van de gemeente Tiel De griffier: Dank u, voorzitter. De commissie voor het onderzoek van de geloofsbrief van mevrouw Joustra tevens later tijdens deze vergadering ook aangewezen als commissie voor stemopneming is samengesteld als volgt: de voorzitter is mevrouw Duquesnoy van den Heuvel en als leden de heer Van Galen en de heer Gulikers. Dat is de commissie van de stemopneming. De voorzitter: Dank u wel. Dan zou ik nu graag afscheid willen nemen van de heer Manuhutu. Ik wil de heer Manuhutu vragen om dààr plaats te nemen. Dan kan ik u in ieder geval af en toe aankijken. Beste Rolvo, geachte heer Manuhutu, want zo spreken we elkaar aan in deze vergadering. Ik hou het nu eventjes op Rolvo. Je ontslagbrief heeft mij - en velen met mij - verrast. Gisteravond heb je in je laatste presidiumvergadering bekend dat je het ontslag niet op 10 september tijdens het bezoek van de Commissaris van de Koning had willen indienen. Mijn inziens was dat een goede beslissing.

2 2 Als motivatie van je ontslag geef je aan, dat je een afweging hebt moeten maken tussen je maatschappelijke carrière en je raadslidmaatschap. De tijdsinvestering voor je werk als raadslid, had een dusdanige impact dat de balans tussen werk en politiek een niet gezonde verhouding aannam. Toch blijf je nog bij de politiek betrokken als commissielid / niet-raadslid. Tenminste, als de raad daar vanavond toe besluit... Zelf gaf je tijdens ons gesprekje op het Fruitcorso aan, dat we je voor de Tielse politiek nog niet verloren hebben. Aan deze belofte zou ik je willen herinneren op deze voor jou zo bijzondere avond. Voor het nemen van deze moeilijke beslissing om afscheid te nemen van de Tielse raad kunnen wij met z n allen slechts respect opbrengen. Rolvo, je bent raadslid sinds 16 oktober Je bent - als opvolger van Jan de Wild - tussentijds ingestapt als raadslid. Sinds 11 maart 2010, was je lid van de commissie samenleving. Een functie die je ook nu weer graag zou willen vervullen. In de periode was je ook lid van de commissie ruimte. Je weet dat dit de commissie is waar ik voorzitter van ben en het moet mij van het hart, dat ik het wel een beetje triest vindt, dat je vertrekt, juist op het moment dat ik eindelijk, na al die jaren, je achternaam fatsoenlijk kan uitspreken. Gelukkig heb je het me met je opvolger niet moeilijk gemaakt. Joustra komt immers wat gemakkelijker over de lippen dan Manahutu. Je maidenspeech als raadslid heb je gehouden op de datum van je installatie. Dat was 16 oktober Een typisch voorbeeld van kort, zakelijk en zonder omwegen formuleren van een standpunt. Het betrof de Contourennota De samen redzame samenleving. Na vrij uitvoerige betogen van enkele fractievoorzitters merkt Rolvo op, dat de nota reeds uitvoerig is besproken in de commissie samenleving, dat dit voor ProTiel aanleiding is om met de beslispunten mee te gaan, met als kanttekening dat de door de VVD en PvdB gemaakte opmerkingen worden gesteund. U hoort dit: geen woord te veel. Lekker zunig, in het taalgebruik van jou, zou ik willen zeggen. Ik vraag me zelfs af of Rolfo misschien stiekem uit Zeeland komt. Op 27 maart 2014 ben je opnieuw geïnstalleerd als raadslid en aangewezen als fractievoorzitter. In die hoedanigheid was je lid van het presidium. Gisteravond gaf je aan dat dit voor jou de leukste vergaderingen waren, waar in een goede sfeer zaken worden besproken. Je bent op 27 maart ook benoemd als lid van de commissie ruimte en samenleving. Tot slot, ben je namens de oppositiefracties benoemd als lid van de werkgeverscommissie van de griffie. Tijdens de begrotingsbehandeling, op 11 november 2014, voerde je als fractievoorzitter wél vrij uitvoerig het woord. Dat is allemaal terug te lezen, maar één citaat wil ik ons, vanwege de actualiteitswaarde, niet onthouden. Het aardige is, dat ook hier weer het dilemma te zien is van de mens Rolvo. Spreekt hij nu als ervaren ICT er of wellicht de voorzichtige politicus? Jij mag het zeggen, Rolvo. Dan nu het citaat: Dan even over de beantwoording door het college. Ik ben blij dat wethouder Verspuij optimistisch is over de aankomende ICT-samenwerking met de gemeenten Geldermalsen en Culemborg. Ik hoop dat zijn doelstellingen op het geplande tijdstip worden behaald. Mijn ervaring is dat het meestal A) uitloopt en B) twee keer zo duur wordt dan gepland. Verder is de vraag geweest of wij als ProTiel input willen geven, wat betreft de website van de gemeente. Dat willen we uiteraard doen. Einde citaat. Ja, Rolvo, daar wil ik het bij laten. Rest mij om jou - namens ons allen - ontzettend te bedanken voor wat je als raadslid voor de gemeente Tiel hebt verricht. Zoals je weet, horen daar ook de bekende giften bij. Allereerst de tinnen appel en prachtige bloemen. De voorzitter: Mevrouw Joustra zal namens ProTiel kort het woord tot jou richten. Mevrouw Joustra: Beste Rolvo, je hebt me toch een beetje voor het blok gezet, maar ik ga het wel een uitdaging vinden. Wat ik in ieder geval super vind, is dat we jou absoluut niet hoeven te missen in de politiek en dat je gisteren bent begonnen om mij mee te laten lopen als stagiaire in het presidium. Ik hoop in de komende tijd nog veel van jouw kennis gebruik te mogen maken. We gaan jou wel even officieel een mooi bloemetje geven, want je thuisfront heeft je vaak moeten missen. Ik ben blij, Rolvo, dat je toch heel actief gaat blijven voor Tiel, in de politiek. Dank je wel. Het boeket wordt overhandigd. De heer Manuhutu: Dank u wel, voorzitter, voor de mooie woorden. Mijn speech, die ik had voorbereid, is al ongeveer door de voorzitter uitgesproken. Hij heeft zo n beetje zoals gebruikelijk het gras voor mijn voeten weggemaaid. Desalniettemin, dank je wel daarvoor, Tom.

3 3 Ik weet dat het voor iedereen van jullie vrij plots was. Zoals Tom net al zei, het leek mij geen gepast moment om afscheid te nemen van de raad in aanwezigheid van de Commissaris van de Koning. Vandaar dat we het vandaag hebben gedaan. Ik neem afscheid van jullie met echt spijt in mijn hart. Ik heb hier in de raad een hele leuke tijd gehad, maar het was ook wel moeilijk en zwaar. Ik hoef niemand van jullie te vertellen wat het werk van een raadslid inhoudt. Op een gegeven moment kon ik dat gewoon niet meer bij elkaar opgeteld krijgen : zowel mijn werk in de ICT, als raadslid zijnde. Vandaar mijn besluit. Ik wens iedereen van jullie, ook het college en alle leden van de raad, veel succes en wijsheid voor de komende tijd. We blijven elkaar zien. Dank je wel. De voorzitter: Dank je wel, Rolvo. Ik wil nu even kort schorsen om de commissie de gelegenheid te geven om de geloofsbrieven te onderzoeken. Dus, ik vraag mevrouw Duquesnoy om dat samen met de andere leden van de commissie en de griffier te gaan doen. Ik wil meteen de aanwezigen de gelegenheid geven om afscheid te nemen van de heer Manuhutu. Ik schors de vergadering. De vergadering wordt kort geschorst. De vergadering wordt hervat. 1b. Installatie van mevrouw I. Joustra als lid van de raad van de gemeente Tiel De voorzitter: Ik heb begrepen dat de commissie inmiddels klaar is met het onderzoek van de geloofsbrief. Ik hoor graag van mevrouw Duquesnoy wat de uitslag van dat onderzoek is. Mevrouw Duquesnoy van den Heuvel: Dank u wel, voorzitter. De commissie heeft de geloofsbrief onderzocht en akkoord bevonden. Dat is het. Dank u. De voorzitter: Dank u wel. Voordat wij straks de verklaring/belofte gaan voorlezen, zal eerst de griffier het toelatingsbesluit van de raad voorlezen met betrekking tot de installatie van mevrouw Joustra. De griffier: Dank u, voorzitter. De gemeenteraad van Tiel, gehoord hebbende het rapport van de commissie betreffende de geloofsbrieven van Joustra I. (Inge) op maandag 21 september 2015 tot lid van de gemeenteraad van Tiel benoemd verklaarde, overwegende dat deze commissie de stukken heeft onderzocht en in orde bevonden, gelet op artikel V 4 en V 12 van de Kieswet, besluit toe te laten als lid van de gemeenteraad van Tiel, Joustra I. (Inge) Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van woensdag 23 september De voorzitter: Hiermee is dit besloten. Dan wil ik mevrouw Joustra uitnodigen om hiervoor plaats te nemen en ik wil u vragen te gaan staan. Ik verklaar, dat ik, om tot lid van de raad benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik verklaar en beloof, dat ik om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik beloof, dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen, en dat ik mijn plichten als lid van het gemeentebestuur naar eer en geweten zal vervullen. Dat verklaar en beloof ik. Mevrouw Joustra: Dat verklaar en beloof ik. De voorzitter: Ik kan mij voorstellen dat u behoefte heeft om mevrouw Joustra te feliciteren. Daar wordt nog een moment voor gereserveerd. Straks gaan we nog even schorsen, omdat we nog verschillende benoemingen hebben en stemmen geteld moeten worden. Dus dat gaat allemaal gebeuren. Dan wil ik nu de griffier vragen of er nog mededelingen zijn. De griffier: Dank u, voorzitter. Er is een bericht van verhindering ontvangen van de heer Van den Burg en de heer Beenakker. Ook is de heer Alişkan afwezig.

4 4 Op uw tafel treft u een aantal stembriefjes aan met betrekking tot diverse mutaties in de commissies als gevolg van het vertrek van de heer Manuhutu. Het desbetreffende raadsvoorstel is hedenmiddag na ontvangst van de namen van kandidaten voor het lidmaatschap van de werkgeverscommissie aangevuld en herplaatst op het raadsinformatiesysteem. Er zijn geen vragen ingediend voor het vragenuur. De lijst van toezeggingen uit de vorige raadsvergadering is u hedenochtend g d. Er heeft zich bij mij tijdig aangemeld de heer Schut, mede namens andere bewoners uit de Tulpstraat. De heer Schut wil inspreken inzake wateroverlast als gevolg van de aanleg van riolering in genoemde straat. Het betreft hier een onderwerp vreemd aan de agenda. Van de zijde van het college heb ik begrepen dat er behoefte bestaat aan het doen van enkele mededelingen in het kader van de actieve informatieplicht. Dat waren de mededelingen van mijn kant, voorzitter. 2. Vaststellen van de agenda De voorzitter: Dank u wel, griffier. Dan wil ik nu overgaan tot het vaststellen van de agenda. Ik wil voorstellen om de inspreker uit de Tulpstraat niet te laten wachten tot het vragenuur. Het onderwerp is immers toch vreemd aan de agenda. Ik stel voor om hem te laten inspreken na het vaststellen van de agenda en daarbij wil ik de raad ook de gelegenheid bieden om vragen aan de inspreker te stellen en vanuit het college om te reageren. Daarna zou ik graag de vergadering willen afronden met de schriftelijke stemming van de benoemingen in diverse commissies. Is dat akkoord? Besluit: De raad besluit de agenda gewijzigd vast te stellen. 2.A Inspreekreactie de heer Schut, woordvoerder namens bewoners Tulpstraat en omgeving inspreekreactie inzake wateroverlast De voorzitter: Dan gaan we nu naar de inspreker, de heer Schut. Hij voert het woord namens de bewoners van de Tulpstraat. We hebben het van tevoren al enigszins doorgesproken. U weet dat u vijf minuten heeft en daarna de raad gelegenheid krijgt om vragen te stellen. Zoals ik net heb verteld, zal ook het college nog een aantal dingen mededelen over het onderwerp dat u inbrengt. Het woord is aan u. De heer Schut: Goedenavond, dames en heren. Het betreft de wateroverlast in de Tulpstraat en omgeving. Zoals in een eerdere vergadering besproken - twee weken geleden - is er in de Tulpstraat en de directe omgeving hiervan sprake van water in de kelders. Dit manifesteerde zich na de afronding van de werkzaamheden aan het riool. Diverse bewoners hebben hierop individueel de gemeente aansprakelijk gesteld voor de geleden en nog te lijden schade. Sindsdien heeft de gemeente onderzoek laten doen naar de oorzaak van de wateroverlast. Hiertoe is een hydroloog ingehuurd. Het rapport van deze hydroloog zou 3 september jl. aan de gemeente worden aangeboden. De bewoners van de Tulpstraat zouden graag inzage in dit rapport willen hebben. De gemeente in de persoon van wethouder Melissen - is komen kijken naar de waterstand in een aantal kelders. Tijdens dit bezoek zijn er geen mededelingen gedaan. Inmiddels is de waterstand in de kelders van meerdere woningen zichtbaar gedaald. Het blijft echter erg vochtig in de woningen. Waarschijnlijk heeft u hiervan een foto gezien. Een direct gevolg hiervan is, dat deuren beginnen te klemmen, ondanks dubbele beglazing condens aan de binnenzijde van de ramen ontstaat en sprake is van een muffe lucht, die niet weg te ventileren is. Dit zou het gevolg kunnen zijn van schimmels die zich onder invloed van vocht vormen. Het is in veel woningen niet mogelijk om zonder breekwerk onder de vloer te komen. Er zijn echter sterke aanwijzingen dat zich in de ruimte tussen de woonlaag en de ondergrond schimmels aan het vormen zijn. Een duidelijke aanwijzing van vocht zijn de doorlopend natte muren, ook als het niet heeft geregend.

5 5 We gaan nu de natte, koude periode in. Dit betekent dat de grondwaterstand waarschijnlijk niet zal zakken, hetgeen de vraag met zich meebrengt of de oorzaak van de overlast al bekend is of dat er - op zijn minst - een sterk vermoeden bestaat? Door de firma Harteman is de drainage op het riool aangesloten. Dit zou een tijdelijke ingreep zijn, met name omdat drainage niet op het riool mag worden aangesloten. Dit brengt de vraag met zich mee: wat gebeurt er als de drainage weer afgekoppeld wordt? Ik zou het volgende willen voorleggen aan de raad: Is de oorzaak van de verhoogde waterstand in en om de Tulpstraat al bekend? Wat betreft het rapport van de hydroloog vragen we ons af of dit onderzoek tot een bevredigend antwoord heeft geleid. Ik zou namens de - inmiddels samenwerkende - bewoners een beroep willen doen op de Wet Openbaarheid van Bestuur. Hoe om te gaan met de geleden en nog te lijden schade? Hoe worden de bewoners op de hoogte gehouden van de vorderingen? De informatiestroom is op dit moment summier en niet to the point. Graag een termijnstelling voor beantwoording van onze vragen. Dit is in het kort wat ons bezig houdt in de Tulpstraat en in de omgeving hiervan. De voorzitter: Dank u wel. Ik heb u uitgelegd dat de raad nu geen antwoorden geeft op de vragen. De raad kan natuurlijk wel vragen stellen en daar kunt u gewoon op antwoorden. Wie kan ik daarover het woord geven? De heer Gradisen als eerste. Vragen raadsfracties aan inspreker De heer Gradisen: Dank u wel. Er is ook ingesproken in de commissie ruimte. Toen heeft de wethouder gezegd dat een hydroloog hiernaar onderzoek doet. U zegt dat het rapport er is, maar ik begrijp dat u het rapport nog niet heeft ontvangen? De heer Schut: Nee. Dat heb ik nog steeds niet ontvangen. De heer Gradisen: Heeft u van het college wel gehoord wat er met dat rapport aan de hand is of kent u de status daarvan of weet u wanneer u het wel krijgt? De heer Schut: Nog niets gehoord. Helemaal niets. De voorzitter: Dat lijkt mij een helder antwoord. Nog meer vragen? De heer Sijpkes. De heer Sijpkes: Heeft het college, bij monde van wie dan ook, toezeggingen gedaan dat het rapport ter inzage zou worden gelegd? De heer Schut: Ze hebben geen toezeggingen gedaan. Maar wat ik wel heb begrepen, is dat wij ons kunnen beroepen op de Wet Openbaar Bestuur. De voorzitter: Mevrouw Kreuk Wildeman. Mevrouw Kreuk Wildeman: Ik heb uw verhaal gehoord. U geeft aan: Tulpstraat en omgeving. Heeft u enig idee hoe ver de overlast strekt? Nu heb ik zelf gehoord dat de Scheeringlaan overlast heeft, maar misschien kunt u daar nog iets over vertellen? De heer Schut: Bij de Scheeringlaan hebben we navraag gedaan. Daar is ook één huis waarvan wij weten dat er wateroverlast was. Dat is inmiddels droog. Dit is in de Rozenstraat en de Dahliastraat nog niet het geval De voorzitter: Zijn er nog meer vragen? Zo niet, dan dank ik de heer Schut voor zijn inbreng. Dank u wel en dan vraag ik het college om plaats te nemen om inzake dit thema mededelingen te doen. Reactie college

6 6 Wethouder Melissen: Dank u wel, voorzitter. Ik ben wezen kijken bij deze mensen. Het is helder, dat er water heeft gestaan of nog staat. Wij hebben er alles aan gedaan om te zorgen dat het water langzaam verdwijnt. Dat lijkt zich nu ook te voltrekken. Dus dat is - op zich - het meest prettige op dit moment. Vervolgens gaat het dan over het rapport, de procedure en hoe gaan we daar nu precies mee om? De bedoeling is, dat we aankomende collegevergadering het rapport gaan bespreken en alle stukken die daarbij horen met betrekking tot juridische vraagstukken en dergelijke. Dan nemen wij een standpunt in. Vervolgens sturen we dat naar u toe, inclusief het rapport en de vervolgaanpak. We sturen deze stukken ook naar alle bewoners van de Tulpstraat en omgeving toe. Vanochtend hebben we dat met elkaar besproken en dat gaan we op deze wijze doen zodat iedereen dezelfde informatie heeft en antwoorden kan vinden op de vragen. Dat is de situatie van nu. Mevrouw Stoeten Flach: Misschien is het voor de inwoners van de Tulpstraat wel praktisch als u vertelt wanneer het college bij elkaar komt? Wethouder Melissen: Dinsdag aanstaande. Er wordt nu alles op alles gezet om te zorgen dat dat gebeurt. De heer Gradisen: Waarom is dat niet eerder naar de inwoners gecommuniceerd? Wethouder Melissen: Omdat we dit vanochtend pas met elkaar hebben kúnnen besluiten, dat dit de beste weg is. We moesten nog op allerlei dingen wachten. Je kunt wel enorm snel alle informatie naar buiten brengen, maar gelet op de complexiteit van het probleem acht ik zorgvuldigheid van groot belang. Ik kies - eerlijk gezegd - voor zorgvuldigheid en dus ook een zorgvuldige weg. De heer Gradisen: Niet om er hier een hele discussie van te maken, maar het lijkt mij wel handig die inwoners zitten met ellende dat je als gemeente de inwoners op z n minst op de hoogte stelt welke stappen je aan het nemen bent. Daar hoeft niet per sé een einddatum bij, maar je kunt wel zeggen: We verwachten het dan en dan te bespreken. Ik krijg het gevoel dat de bewoners hierin niet zijn meegenomen. Wethouder Melissen: Vorige week zijn we bij elkaar geweest. Ik ben bij de woningen geweest. Daar hebben we de volgende afspraak met elkaar gemaakt: Heeft het wel of niet zin om deze week bij elkaar te komen? Dat was eigenlijk de vraag. We hebben toen gezegd samen met de woningbouwstichting en het groepje bewoners dat het goed zou zijn om bij elkaar komen zodra we alle stukken hebben. Dat hebben we toen met elkaar besproken. Op dat moment heb ik niet over de volgende collegevergadering gesproken omdat ik op dat moment niet precies wist of dat allemaal zou kunnen. Ik ga geen informatie verstrekken die niet helemaal juist is of waarvan ik niet zeker ben. De heer Zuidema: Dank u, voorzitter. Meneer Gradisen heeft eigenlijk mijn vraag gesteld en - naar mijn idee - niet volledig antwoord gekregen. Het gaat niet zozeer om een procedurevoorstel of om concrete data te noemen of uitleg te geven, maar eigenlijk meer een seintje: U bent bij ons in beeld. De zorgen hebben we tot ons genomen. We gaan ermee aan het werk en op zo n kort mogelijke termijn reageren we naar u, als bewoners. Misschien dat het in dit geval naar de inspreker voldoende zou zijn geweest, want ik heb begrepen dat u het contact bent in de wijk. Dan krijgen de mensen vertrouwen: We zijn gehoord en er wordt aan gewerkt. Ik denk dat het dàt is wat de heer Gradisen bedoelde. Wethouder Melissen: We kunnen achteraf melden wat beter is of niet. Het college heeft naar eer en geweten gehandeld en geprobeerd alle zaken zo snel en goed mogelijk te doen op basis van de informatie die je op dat moment hebt. Het zijn gewoon complexe zaken. Op het moment dat wij denken dat we een juiste weg kiezen en op het moment dat die weg niet als juist wordt ervaren, dan is dat op dit moment een gegeven. Daar kan ik weinig aan veranderen. Het enige wat ik kan zeggen, is dat we echt ons best hebben gedaan en dat we aan het probleem werken. We zorgen er voor dat we de informatie op tijd hebben, dat we de juridische vraagstukken op orde krijgen en dat we het contact het de bewoners onderhouden. We hebben ook samen de afspraak gemaakt om nièt deze week bij elkaar te komen.

7 7 De heer Groen: Voorzitter, dank. Als ik het zo hoor - en ook al eerder een keer gehoord hebbende - dan is het een acuut probleem. Een acuut probleem vraagt vaak om een acute oplossing. De inspreker sloeg een klein stukje van diens betoog over. Dat stukje vind ik nu net een van de belangrijkste dingen. Er staat namelijk dat de eerste problemen met de gezondheid al zijn gesignaleerd, namelijk problemen met de luchtwegen. Dan lijkt mij de afweging: wat kunnen wij daar de komende tijd wél mee doen? Dit overigens los van het feit dat we niet over willen gaan tot oordeelvorming, want wellicht komt eruit dat de gemeente hier helemaal niet verantwoordelijk voor is. Feit is, dat er nu wel bijna drie, vier weken tussen zit. Wethouder Melissen: Iedereen denkt, dat als je op 14 augustus wordt geïnformeerd over een probleem van deze omvang, dat je dan op 25 september de oplossingen voorhanden hebt. Dat is niet zo. Zo simpel is het allemaal niet. Op het moment dat er wordt aangegeven dat er acute gezondheidsproblemen zijn: er worden nu allerlei relaties gelegd die ik niet kan erkennen noch ontkennen. Ik kan er op zich op dit moment niets mee. De voorzitter: Voordat we verder gaan: ik wil hier geen debat van maken. Dus, ik hoop dat u daarmee rekening houdt. Meneer Groen, nog één vraag. De heer Groen: Was het rapport op 3 september bij jullie binnen? Wethouder Melissen: Het rapport is twee keer bij ons verschenen. Het zou best kunnen, dat het er 3 september was. Dat staat overigens ook allemaal in de stukken die u gaat krijgen. Alle data en ga zo maar door. Dan kunt u ook al die vragen stellen. Vanochtend hebben e de eindversie besproken. De voorzitter: Ik ga dit nu afronden. Volgens mij, is het zo, dat dit inhoudelijk nog uitgebreid wordt besproken in de commissie. Met alle stukken erbij, volgens mij. De heer Gradisen: Ik vind het behoorlijk absurd dat je als inwoner moet inspreken op een raadsvergadering om eindelijk communicatie vanuit het college te krijgen. Dat vind ik echt een rare gang van zaken. De voorzitter: Ik snap dat de inwoners graag helderheid willen hebben. Ik denk dat u een duidelijk signaal heeft afgegeven: Neem de inwoners mee. Ik denk, dat dat heel helder is geweest. Het college heeft aangegeven, dat alle rapporten, alle informatie, alle data nog uitgebreid terug komt. Daar kunnen we straks nog alles van vinden. We gaan dat nog uitgebreid bespreken, maar wel aan de hand van die stukken. Het lijkt mij verstandiger om dat zò te doen, dan hier nu allerlei conclusies en allerlei zaken de revue te laten passeren, zonder dat we precies de hoed en de rand kennen. Ik wil het punt nu echt afsluiten. De heer Sijpkes en dan nog de heer Van Galen en dan houden we ermee op. De heer Sijpkes: Dank u, voorzitter. Ik had toch nog wel een verduidelijkende vraag voor de wethouder. Tenzij ik niet goed heb geluisterd, maar hij heeft aangegeven dat er niet deze week bij elkaar wordt gekomen omdat de informatie komende dinsdag besproken wordt in het college. Daarna krijgen alle bewoners en betrokkenen de gegevens. Er is ook aangegeven, dat de informatie en de hele problematiek complex is. Ik kan mij voorstellen dat de bewoners, na het lezen van alle stukken die ze van de gemeente krijgen, nog steeds met de nodige vragen zitten. Ik zou het voor de hand liggend vinden, dat er een informatiebijeenkomst wordt belegd door de gemeente om de vragen van de bewoners te bespreken naar aanleiding van de stukken die voorliggen. Dat kan nu al gebeuren, want ik kan mij voorstellen dat de hydroloog die het rapport heeft geschreven dan aanwezig is. Agenda s lopen vol. Als je nu plant, ben je al op kortere termijn bij elkaar, dan wanneer je zegt: Volgende week krijgen de mensen de stukken en daarna moeten we gaan plannen. Onze oproep zou zijn: ga dat alvast plannen en maak de planning meteen duidelijk aan de bewoners zodat ze weten dat ze volgende week de stukken krijgen en weten dat de week erna een informatiebijeenkomst met de gemeente plaatsvindt om de nog resterende vragen beantwoord te krijgen. De voorzitter: Uw vraag is om dat eventueel in te plannen. De wethouder.

8 8 Wethouder Melissen: Allereerst even de procedure. Ik hecht er wel bijzonder aan, dat dit eerst in het college wordt besproken. We moeten als college wel allemaal hetzelfde vinden. Zo werkt dat nu eenmaal. Het tweede is, dat het niet zo is, dat je nú - vòòrdat je met elkaar hebt gesproken - de stukken gaat opsturen. Dat is gewoon niet logisch. Wat je gaat doen, is nà dat verhaal de stukken opsturen. Dan is er ook al toegezegd dat er een inloopavond zou zijn voor de mensen. Dat is al toegezegd omdat er op dit moment alleen een inloopmiddag is. Die inloopavond wordt dan in samenspraak met de bewoners georganiseerd. Ik denk dat het gewoon belangrijk is dat iedereen de juiste informatie heeft, zodat ook de juiste vragen gesteld kunnen worden. Dat denk ik. De heer Sijpkes: Wordt die inloopavond nu al gepland? Dat is eigenlijk de kern van de vraag. Wethouder Melissen: In theorie kunnen we die nu ook plannen. De bedoeling is als volgt: het gaat naar het college, daarna gaat het naar de commissie en naar de bewoners. Die krijgen tegelijkertijd dezelfde stukken dus. Daarna kan die informatieavond worden georganiseerd. De heer Van Galen: De wethouder heeft het over een aantal stukken en documenten die volgen. Door de bewoners is aangeven via de heer Groen dat er ook gezondheidsklachten zijn. Neemt u daarin bijvoorbeeld ook n advies - eventueel ook een onderzoek of rapportage - vanuit de GGD mee zodat het niet alleen maar technisch wordt aangevlogen, maar ook vanuit de medische invalshoek. Want die klacht ligt er ook. Dan gaat het dus over een onderzoek naar het gegeven: klachten met betrekking tot de gezondheid als gevolg van vocht. Wethouder Melissen: Dat zit op dit moment niet in de planning. Ik denk dat we eerst met elkaar die stap moeten zetten, want anders gaat u ervan uit dat er allerlei relaties zijn die er misschien niet zijn. De heer Van Galen: Daar ga ik niet van uit, maar de GGD zou daar uitsluitsel over kunnen geven. De voorzitter: Ik denk dat we het hierbij moeten laten. Er is genoeg tijd om nog verder met elkaar de diepte in te kunnen gaan. Er zijn heel veel vragen. Die kunnen we helaas vanavond niet beantwoorden. Dat was ook niet de insteek van dit agendapunt. Ik denk wel dat het gezien de tribune - duidelijk is, dat dit onderwerp uitermate leeft. U kunt vaststellen dat we goed naar u hebben geluisterd. Het onderwerp komt terug in de commissie ruimte en daarin zullen we elkaar dan goed meenemen om dan uiteindelijk de goede dingen te doen voor de inwoners. Want daarvoor zitten we uiteindelijk met elkaar in deze raad. Hiermee sluit ik af. Met de slag met de hamer. Dank u wel. 2.B Mededelingen van het college in het kader van informatieplicht De voorzitter: Dan wil ik graag het college de gelegenheid bieden om in het kader van de informatieplicht het een en ander mede te delen. Het woord is aan wethouder Van Rhee. Wethouder Van Rhee Oud Ammerveld: Dank u wel, voorzitter. Vorige week is er een bijeenkomst geweest waarin u bent geïnformeerd over de stand van zaken wat betreft de vluchtelingenopvang in Tiel en omgeving. Wat kunnen we doen als raad en wat kunnen we doen als gemeente? Een groot aantal vragen kon die avond niet worden beantwoord. Daarbij ging het met name over de opvang. Ondertussen heeft de organisatie hier niet stil gezeten. Er is het nodige uitzoekwerk gedaan en ik wil u graag informeren over de laatste stand van zaken van onze kant. Vorige week is kort voor het weekend een oproep ontvangen van de VNG. Dit betreft een oproep aan alle gemeenten om hun calamiteitenopvang beschikbaar te stellen. In Tiel zou het dan gaan om de gymzalen van het Lingecollege. Omdat wij aan de vooravond stonden van het corsoweekend, hadden wij op dat moment die calamiteitenopvang zelf nodig en konden wij daar niet aan voldoen. Gelukkig was het ook niet meer nodig, want er was ondertussen voldoende opvang in de rest van het land gerealiseerd. We hebben uitgezocht wat nodig is voor permanente opvang, langere opvang en noodopvang. Er zijn op dit moment drie categorieën waar het Centraal Orgaan Asielzoekers behoefte aan heeft. Dat is met name aan opvang voor vluchtelingen die een vergunning hebben en die aan Tiel -

9 9 taakstellend - worden toegewezen; voor deze groep heeft de gemeente Tiel dus een huisvestingsverplichting. De tweede categorie zijn de asielzoekers die nu aankomen en direct opvang nodig hebben. De derde categorie betreft vluchtelingen die een vergunning hebben en al zijn toegewezen aan een bepaalde gemeente. Echter, in die gemeente is op dit moment nog geen woning beschikbaar. Deze personen staan op een wachtlijst en wonen daarom nog steeds in het asielzoekerscentrum. Ten aanzien van de eerste categorie: die valt onder de taakstelling. U heeft die avond ook de directeuren van de corporaties gehoord. De gemeente Tiel verwacht dit jaar gewoon aan de taakstelling te kunnen voldoen. Dus voor de categorie die met taakstelling wordt toegewezen, komen naar verwachting voldoende woningen beschikbaar. Voor de tweede categorie: de asielzoekers die nu aankomen en direct opvang nodig hebben, daarvoor zoekt het COA met name locaties voor langere tijd en dan met een capaciteit voor zeshonderd tot achthonderd personen in een omgeving waar voorzieningen beschikbaar zijn. We moeten dan denken aan gebouwen met vierkante meter bruto vloeroppervlakte. We hebben het nagagaan en wij hebben een dergelijk gebouw in onze gemeente gewoon niet. De derde groep heeft al een verblijfsvergunning en is al verbonden is aan een gemeente. Die hebben bijvoorbeeld recht op een woning in Amsterdam, maar in Amsterdam is nog geen woning beschikbaar. In afwachting daarvan verblijft die groep in asielzoekerscentra. Vorige week is aan de gemeenten gevraagd om in relatie tot deze groep creatief te kijken naar panden, woningen die tijdelijk voor bewoning beschikbaar zijn zodat die mensen wel kunnen uitstromen naar een tijdelijke woning, tot de woning in een willekeurige gemeente, hoor Amsterdam beschikbaar is. Deze groep, waarbij dus vertraging is opgetreden in het uitplaatsingsproces, betreft in totaal personen. Wij kijken welke mensen onder deze groep vallen en bezien of wij hier gebouwen of woningen beschikbaar hebben die we daar tijdelijk voor kunnen inzetten. Extra dus, bovenop de capaciteit die we al verplicht zijn volgens de taakstelling. Maar het gaat dus om tijdelijke opvang van mensen die een verblijfsvergunning hebben en die weten dat ze een woning krijgen in een andere gemeente. Op dit moment wordt door intern geïnventariseerd wat wij hebben aan panden en gronden. Daar hebben we intussen al een aardig beeld van. Ik noemde al een AZC met zo n grote oppervlakte, daar hebben wij gewoon de gebouwen en de ruimte niet voor. Met de woningcorporaties zijn we in gesprek om te kijken naar reguliere en alternatieve opvang. Dan ten aanzien van het onderwijs. Op 2 oktober wordt een bijeenkomst voor voortgezet en primair onderwijs georganiseerd door het RSG Lingecollege omdat te merken is dat de internationale schakelklas volloopt. Daar is ruimtegebrek. Leerlingen die naar het voortgezet onderwijs moeten, die gaan eerst naar een internationale schakelklas of een aantal dagen in de week daar naar toe om extra aandacht te krijgen voor de Nederlandse taal. Daar wordt binnen het onderwijs gekeken wat mogelijk voor oplossingen zijn. Donderdag a.s. is er speciaal over dit onderwerp een VNG-bijeenkomst georganiseerd voor wethouders. Daar gaat collega Driessen naar toe en we hebben onze regiocollega s uitgenodigd om samen met ons van gedachten te wisselen over de vraag wat we als regio kunnen doen. Waar lopen we met elkaar tegen aan? Het is eigenlijk bedoeld om van elkaar te leren, want dit is voor iedereen natuurlijk, redelijk nieuw. Hoe ga je hiermee om? Welke problemen kom je tegen? Hoe los je die op? Zijn er misschien dingen die we samen op kunnen lossen? Dat was mijn bijdrage. De voorzitter: Dank u wel. Ik wil graag de raad in de gelegenheid stellen om vragen te stellen. Reacties raadsleden Mevrouw Önder: Is vierkante meter echt de oppervlakte? Puur voor het gebouw? Want als ik naar Nijmegen kijk: daar hebben ze een tent neergezet in plaats van een gebouw. Wethouder Van Rhee Oud Ammerveld: Daar heb je vier hectare grond voor nodig en dat is een noodopvang. Dat is niet waar het COA op dit moment naar zoekt. Het COA zoekt echt naar opvang voor een AZC, waar mensen voor langere tijd gebruik van kunnen maken en waar ze ook een zekere mate van privacy hebben met een eigen kamer. Mevrouw Stoeten Flach: Is het dan niet mogelijk om te splitsen? Moet je echt die zeshonderd tot achthonderd personen bij elkaar plaatsen? Kan dat niet op twee of meer locaties? Kun je bijvoorbeeld ook nog zeggen dat we de voorkeur geven aan gezinnen, waar een andere gemeente

10 10 zegt dat ze de voorkeur geven aan eenpersoonshuishouden? Hoe is het met de hulpverleningsinstanties? Zijn die ook in stelling gebracht? Wethouder Van Rhee Oud Ammerveld: De vraag of er wel of niet gesplitst zou kunnen worden, zou aan het COA gesteld moeten worden. Het COA vraagt echt: als jullie opvang bieden en er is ruimte voor een asielzoekerscentrum, dan zijn dit de eisen waaraan moet worden voldaan. Een voorkeur kun je uitspreken, maar ik weet heel zeker dat iedereen gezinnen wil. Niemand zit te wachten op groepen jonge mannen. Dus daar is de nood ook het hoogste. De hulpverlening. Wij zijn hier niet op berekend. Daar kan ik heel eerlijk over zijn. Maar wat je tegelijkertijd ziet, is dat vanuit Wij werken samen met het Vluchtelingenwerk. Het Vluchtelingenwerk heeft de lijntjes naar andere hulpverleningsinstanties en als het reguliere problemen betreft, die ook onze eigen inwoners aangaan, dan hebben we natuurlijk onze normale hulpverleningsinstanties. Maar wat je wel ziet, is dat er ook heel veel initiatieven vanuit het land en vanuit de stad komen van mensen die spontaan hulp aanbieden. Het is natuurlijk wel zo - dat geldt ook voor de gemeente - wanneer hier zaken worden uitgezocht, informatie wordt verzameld en wordt nagegaan wat we kunnen doen, dat vraagt bij ons ook capaciteit en wij hebben geen capaciteit over. Dat geldt eigenlijk voor alle organisaties en instanties in Tiel. Mevrouw Stoeten Flach: Maar betekent dat wel dat je daar op voorbereid bent? Mensen zijn getraumatiseerd. We weten nu dat ze eraan komen. Dan moet dat ergens wel prioriteit hebben, zodat je dus wel mensen in stelling brengt, voor het geval dat. Ook voor een 72-uurs opvang. Je moet je niet laten overrompelen. Wethouder Van Rhee Oud Ammerveld: Dat klopt. Dat doe je op het moment dat je weet wat er komt. Dat is natuurlijk precies de reden waarom het COA zegt: We willen alleen grote opvang, zodat we kunnen zorgen dat daar gewoon hulp aanwezig is, dat er psychische zorg is, dat er medische zorg is. Voor zo n groep kunnen we dat garanderen. Voor kleine groepen is dat veel moeilijker. De heer Zuidema: Ik heb tijdens de voorlichtingsavond over dit onderwerp gevraagd naar een aanspreekpunt, naar een soort coördinator, waar mensen terecht kunnen als er bijvoorbeeld initiatieven ontstaan uit de samenleving. Is het college per definitie die aanspreekpersoon? Wethouder Van Rhee Oud Ammerveld: Wij verwijzen alles door naar Vluchtelingenwerk. Mevrouw Son Stolk: Misschien dat ik daar nog wat op kan aanvullen. Ik was ook bij die avond aanwezig en je zag dat het inzamelen van kleding en dat soort zaken, werd doorverwezen naar Klesteo. Dus er zijn wel stichtingen die al daarmee bezig zijn. Dat is dus wel genoemd op die avond. Voor initiatieven van mensen die met name kinderkleding, kleding en schoeisel voor volwassenen inzamelen en computers, kan contact met Klesteo worden opgenomen. Dat heb ik zo opgeschreven en onthouden. De heer Zuidema: Ik bedoelde meer waar de wethouder ook op doelde: de opvang als mensen initiatieven hebben van: ik heb opeens een ruimte leegstaan, kom maar met vijf of tien gezinnen. Wethouder Van Rhee Oud Ammerveld: Wij verwijzen door naar Vluchtelingenwerk en zij verwijzen waarschijnlijk dan weer door naar het COA, maar die weet wel naar wie ze moeten doorverwijzen. De griffier: Er zijn deze avond wel meer bijzondere dingen gebeurd die op gespannen voet staan met het Reglement van Orde. Daar ga ik het nu niet over hebben. Is het college voornemens om de raad een voorstel, nota of bespreeknota over dit onderwerp voor te leggen, zodat de raad ook in de positie wordt gebracht om ten aanzien van dit onderwerp een politieke afweging te kunnen maken? Wethouder Van Rhee Oud Ammerveld: Het college is niet spontaan voornemens om dit te doen. Het college is wel van plan om de raad op de hoogte te houden van de stappen die hierin gezet worden, zoals ik ze nu heb geformuleerd en ik ga ervan uit dat onze raad dan het initiatief neemt om te zeggen: college, doe meer of minder.

11 11 Mevrouw Stoeten Flach: Dat verzoek heb ik gister al in het presidium uitgesproken. Dus, bij dezen het verzoek. Met dank aan de griffier. Wethouder Van Rhee Oud Ammerveld: Dan is voor mij toch wel van belang wat u van ons wilt? Waar wilt u keuzes uit maken? Waar wilt u zich een mening over vormen? Mevrouw Stoeten Flach: Ik denk dat we als raad ook een politieke keuze moeten maken: willen wij een voortrekkersrol? Willen wij als bestuur zeggen: We zijn een hele gastvrije gemeente. Dus wij willen ons daarin profileren. Of zeggen we: We kiezen voor een terughoudende opstelling, want we hebben onze eigen problematiek. Die geluiden klinken net zo goed in de samenleving. Dus die stelling moeten we duidelijk naar voren brengen. Ik denk ook dat hier intern de meningen daarover best wel uiteen zullen lopen. Wethouder Van Rhee Oud Ammerveld: Dan heb ik toch nog een keer de vraag aan u: Wat heeft u dan van ons nodig, behalve de informatie die ik u net heb gegeven? Welke informatie heeft u dan van ons - als college - nog nodig? Mevrouw Stoeten Flach: Ik denk aan een soort discussiestuk, zoals we wel vaker een nota krijgen. De voorzitter: U zegt eigenlijk tegen de raad: Agendeer dat en probeer daar verder vorm aan te geven. Dat is natuurlijk niet aan het college, maar aan onszelf. Dan komt de bal weer terug, denk ik. Mag ik concluderen dat het een gevoel is, dat breder leeft en dat we in het presidium gaan bekijken bij welke commissie, op welk moment het verstandig is om daarover van gedachten te wisselen en verder beleid op te maken? Mevrouw Stoeten Flach: Ik denk - gezien de situatie - dat er wel urgentie is en dat er niet moet worden gekeken welk moment ons past. Ik had de agendering het liefst deze raadsvergadering al gezien, maar dan de volgende raad zeker. Of misschien een ingelaste vergadering vòòr de volgende raad. De heer Van Gurp: Zou ik een voorstel mogen doen? Ik kan mij voorstellen dat ook omtrent de vraagstelling nog wel de nodige discussie zal ontstaan. Wellicht is het wijs om eerst in een kleine setting tot de juiste vraagstelling te komen: zouden we het willen hebben over huisvesting of over de problematiek an sich of over de manier waarop je politiek zou willen beïnvloeden. Het is nogal breed op deze wijze. Ik kan mij voorstellen dat het voor het college anders erg lastig is. Als je er al iets mee zou willen, lijkt het mij verstandig om eerst eens te formuleren hoe we dat onderwerp dan afkaarten. Want we hebben het in ieder geval in onze mening over een enorm internationaal probleem. Daar kunnen we het over hebben, maar daar beslissen we in Tiel waarschijnlijk niet helemaal over. We kunnen natuurlijk wel proberen hier op de een of andere manier handen en voeten aan te geven c.q. invloed op te doen laten gelden. De voorzitter: Mag ik voorstellen dat u daar het initiatief voor neemt, in samenspraak met de griffier? De heer Van Gurp: Dat mag u voorstellen, als anderen zich daarin kunnen vinden. De voorzitter: Dat krijgt instemming. Dank daarvoor. Daarmee sluit ik dit punt ook af. 2.C Raadsvoorstel diverse benoemingen De voorzitter: Dan gaan we naar de benoemingen in de commissies. Ik wil de griffier vragen de stembriefjes even met u door te lopen, zodat u precies weet wat de bedoeling is. De griffier: Dank u, voorzitter. Vanmiddag werd op de griffie gelachen, want het ging over stembriefjes en dat is een van mijn achilleshielen. U heeft een aantal briefjes aangetroffen met kleurtjes. Ik wil ze even met u doorlopen.

12 12 Benoemingen in de commissies. De griffier dat ben ik dus komt zo meteen in één keer alle briefjes ophalen. Het witte stembriefje is bedoeld voor de kandidaten die door de fractie van ProTiel zelf zijn voorgedragen voor benoemingen in commissies. Wie het hok bovenaan het briefjes aankruist, is vóór alle kandidaten. Iemand die niet voor alle kandidaten is, dient dit per kandidaat aan te geven. Dat is een. Nummer Twee gaat over het blauw-groene stembriefje. Dat is bedoeld voor de werkgeverscommissie. Hiervoor hebben zich drie personen kandidaat gesteld. Het is de bedoeling dat u de kandidaat van uw voorkeur aangeeft door inkleuring van het bolletje voor de naam van de kandidaat. Als u meerdere bolletjes gaat inkleuren, dan is daarmee het stembriefje ongeldig. Het gele stembriefje is bedoeld voor het plaatsvervangend lid van de Regionale Agendacommissie. De voorzitter: Aan dat laatste wil ik iets toevoegen. Er is eventueel de mogelijkheid nu, als er nog meer kandidaten zijn of gezien het feit dat het een vrouw is... Meneer Van Galen, vinden we dat zo genoeg? De heer van Galen: Het is wel duidelijk dat u een hele andere toon zoekt, dan op het moment dat u dààr zit, hè. De voorzitter: Ieder zijn eigen rol, hè. Dat is niet het geval, dan is helder dat op mevrouw Önder wel of niet gestemd kan worden. De voorzitter: Dan wil ik nu graag de griffier vragen om een nummer te trekken. De griffier: Nee, die mag ù trekken. De voorzitter: Nummer acht. De griffier: Dat is de heer Van Oostrom. De voorzitter: Dat is de heer Van Oostrom. Jullie hebben gezien dat ik het eerlijk deed, hè. Wat een eer. Zoals u weet, ben ik plaatsvervangend voorzitter, maar ik mag wel stemmen. Dat ga ik dan ook doen, mocht het nodig zijn. Dan zou ik willen eigenlijk nu willen schorsen met twee opmerkingen te maken: om de commissie te vragen om de stemmen even te tellen en daar straks een uitslag over te geven en vervolgens de rest vragen - wie dat wil -, om mevrouw Joustra te feliciteren als lid van onze raad. De vergadering wordt geschorst. De vergadering wordt hervat. (De stemmen worden uitgebracht) De voorzitter: Ik heropen de vergadering en ik geef graag het woord aan de voorzitter van de stemcommissie, mevrouw Duquesnoy. Mevrouw Duquesnoy van den Heuvel: Dank u wel, voorzitter. De commissie heeft de moeilijke taak gehad dit allemaal uit te zoeken. Ik moet zeggen dat het een bijzondere uitslag is. Dat vinden wij althans. Eerst gaan we over naar de witte stembriefjes. Dat is de benoeming tot lid in de commissie beleidscyclus. In totaal zijn vijfentwintig geldige stemmen uitgebracht. Voor de heer Kooyman zijn eenentwintig stemmen vòòr uitgebracht en vier tegen. Voor mevrouw Joustra vierentwintig stemmen vòòr en een tegen. Voor de heer Broers vijfentwintig vòòr. Dan de benoeming tot lid in de commissie samenleving: mevrouw Stultiens vijfentwintig stemmen voor. De heer Manuhutu vierentwintig stemmen voor, één stem tegen. Mevrouw Joustra drieëntwintig stemmen vòòr, twee stemmen tegen. De commissie bestuur: de heer Alişkan vijfentwintig stemmen vòòr. De heer Kooyman: tweeëntwintig stemmen vòòr, drie tegen. De heer Alişkan: vijfentwintig stemmen vòòr. De voorzitter: Eventjes terug van die drieëntwintig. Ik dacht even dat het niet helemaal klopte. Kunt u nog even opnieuw dat laatste rijtje voorlezen?

13 13 Mevrouw Duquesnoy van den Heuvel: Opnieuw bij commissie bestuur? Vijfentwintig stemmen voor de heer Alişkan. Dat zijn alle stemmen. De heer Kooyman: drieëntwintig stemmen vòòr en twee tegen. Dus dat is ook vijfentwintig. De heer Alişkan vijfentwintig stemmen vòòr. Sorry, er staat twee keer de heer Alişkan in. De voorzitter: Senior en junior. Dat is correct. Mevrouw Duquesnoy van den Heuvel: Excuus. Dat heeft de commissie niet onderkend, dus helaas hebben we niet helemaal goed gekeken, geloof ik. De voorzitter: Het zijn geen vijftig stemmen in ieder geval. Mevrouw Duquesnoy van den Heuvel: Dan de commissie ruimte: de heer Van der Lugt: vijfentwintig stemmen vòòr. De heer Kooyman: tweeëntwintig stemmen vòòr, drie stemmen tegen en voor mevrouw Joustra vijfentwintig stemmen vòòr. Dan krijgen we nu het gele stembriefje en dat gaat over het plaatsvervangend lid voor de Regionale Agendacommissie. Uitgebracht vijfentwintig geldende stemmen. Drieëntwintig stemmen vòòr, één stem tegen en een stem blanco. Mevrouw Önder: Hier willen wij wel opheldering over. Mevrouw Duquesnoy van den Heuvel: Helaas kunnen we u dat niet geven. Er staan geen namen bij. Dan nu te benoemen als lid in de werkgeverscommissie. Daar zijn uitgebracht vijfentwintig geldende stemmen: een stem blanco, een stem voor mevrouw Joustra, twaalf stemmen voor mevrouw Stoeten en elf stemmen voor de heer Van IJzendoorn. Dat wil zeggen dat er geen vereiste meerderheid is behaald. Dus we moeten opnieuw stemmen. Toch bijzonder. De voorzitter: Dat is inderdaad bijzonder. De griffier had er al een klein beetje op gerekend dat dit mogelijk zou kunnen zijn. Dan stel ik voor - gezien het aantal stemmen om degene met de minste stemmen, mevrouw Joustra, niet mee te laten stemmen in de tweede ronde. Dan gaat het tussen mevrouw Stoeten Flach en de heer Van IJzendoorn. Dan worden nu de briefjes uitgedeeld. Als u voor de duidelijkheid, gewoon een van de namen opschrijft. Als u zegt: het moet de heer Van IJzendoorn worden, dan alleen de heer Van IJzendoorn vermelden en voor mevrouw Stoeten Flach geldt natuurlijk hetzelfde. Alleen de naam opschrijven die u in de werkgeverscommissie voor de griffie zou willen zien. (Er wordt opnieuw gestemd) De voorzitter: Mocht het zo zijn, dat er straks weer een blanco stem is en een gelijk aantal stemmen, dan bepaalt het lot. De voorzitter: Dan verzoek ik de commissie nu direct in de startblokken te gaan om even snel tot telling te komen. Dan schors ik even kort de vergadering. De vergadering wordt geschorst ten behoeve van het tellen van de uitgebrachte stemmen. De vergadering wordt hervat. De voorzitter: Ik heropen de vergadering. En voorzitter, hebben we een winnaar? Mevrouw Duquesnoy Van den Heuvel: Jawel, voorzitter, we hebben een winnaar. Witte rook. Uitgebracht zijn vijfentwintig geldende stemmen, waarvan veertien op de heer Van IJzendoorn en elf op mevrouw Stoeten Flach. De voorzitter: De heer Van IJzendoorn, proficiat en tevens alle andere mensen die benoemd zijn. Dat waren er vanavond een hele hoop. Ik hoop dat ze allemaal heel goed werk voor de gemeente Tiel kunnen verrichten.

14 14 3. Vaststellen van de verslagen van de op 26 augustus en 10 september 2015 gehouden openbare raadsvergadering De voorzitter: Dan gaan we nu naar agendapunt drie. Er zijn geen opmerkingen binnengekomen bij de griffie. Als dat hier ook bij blijft, dan kunnen we deze verslagen zowel het verslag van 26 augustus als het verslag van 10 september hierbij goedkeuren en vaststellen. Met dankzegging aan degene die dat verslag heeft gemaakt. Besluit: De raad besluit de verslagen van 26 augustus en 10 september 2015 ongewijzigd vast te stellen. 4. Ingekomen stukken De voorzitter: Dan komen we bij agendapunt vier: de ingekomen stukken. Ik loop ze met u even door. Romeinse I.a tot en met l: Stukken ten aanzien waarvan wordt voorgesteld deze voor advies in handen te stellen van burgemeester en wethouders. Besluit: De raad gaat akkoord met de stukken ten aanzien waarvan wordt voorgesteld deze voor advies in handen te stellen van burgemeester en wethouders. De voorzitter: Dan Romeinse II a. Stukken ten aanzien waarvan wordt voorgesteld deze ter afdoening c.q. uitvoering in handen te stellen van burgemeester en wethouders. Besluit: De raad gaat akkoord met de stukken ten aanzien waarvan wordt voorgesteld deze ter afdoening c.q. uitvoering in handen te stellen van burgemeester en wethouders. De voorzitter: Dan Romeinse III a tot en met c. Stukken ten aanzien waarvan wordt voorgesteld deze voor kennisgeving aan te nemen. Besluit: De raad neemt de ingekomen stukken voor kennisgeving aan en gaat akkoord met de betreffende behandelvoorstellen. De voorzitter: Dan stukken onder Romeinse VII. Stukken ten aanzien waarvan wordt voorgesteld deze voor advies in handen te geven van de griffie. Besluit: De raad gaat akkoord met de stukken ten aanzien waarvan wordt voorgesteld deze voor Advies in handen te geven van de griffie. De voorzitter: Daarmee zijn de ingekomen stukken ook afgehandeld. Besluit: De raad neemt de ingekomen stukken voor kennisgeving aan en stemt voor zover van toepassing - in met de aanhangende behandelvoorstellen. 5. Hamerstukken De voorzitter: Dan gaan we naar de hamerstukken. 5.a - Raadsvoorstel Erfgoedverordening 2015 Dat betreft het raadsvoorstel Erfgoedverordening Wenst iemand hierover het woord te hebben? Als dat niet het geval is, dan is deze Verordening vastgesteld. Besluit: Zonder hoofdelijke stemming wordt met algemene stemmen conform het voorstel van het college van burgemeester en wethouders besloten. 6. Besluit tot opheffing gemeenschappelijke regeling Lander