KASTERLEE. RUP zonevreemde verenigingen - Stedenbouwkundige voorschriften

Transcriptie

1 KASTERLEE RUP zonevreemde verenigingen - Stedenbouwkundige voorschriften definitieve vaststelling - 27 september 2011

2 colofon opdrachtgever: Gemeente Kasterlee project: RUP zonevreemde verenigingen definitieve vaststelling datum: 27 september 2011 opdrachthouder: Dienstverlenende Vereniging Intergemeentelijke Samenwerking IOK Antwerpseweg 1, 2440 Geel verantwoordelijke ruimtelijk planner: coördinatie: projectteam: ruimtelijke planning: socio-economische ondersteuning: CAD-GIS: secretariaat: Stijn Sneyers IOK plangroep IOK plangroep IOK Technische Dienst IOK Industrie Liselotte Raes, Rhea Denissen, Greet De Ruysscher, Luk Helsen, Dirk Heylen, David Rombaut, Marijke Sannen, Stijn Sneyers, An Vandeplas, Danny Vaes, Johan Vanopstal Els Maes Dirk Poelmans, Tania Van Dooren, Anja Dello Annick Sprengers

3 Gezien en voorlopig aangenomen door de gemeenteraad van Kasterlee in zijn zitting van 24 mei Op bevel de secretaris, de burgemeester, Tom De Munter Ward Kennes Het college van burgemeester en schepenen bevestigt dat onderhavig planter inzage van het publiek op het gemeentehuis van Kasterlee werd neergelegd van 30 mei 2011 tot 28 juli vanwege het college: de secretaris, de burgemeester, Tom De Munter Ward Kennes Gezien, definitief goedgekeurd en aangenomen door de gemeenteraad van Kasterlee in zijn zitting van 27 september Op bevel de secretaris, de burgemeester, Tom De Munter Ward Kennes Kasterlee - RUP zonevreemde verenigingen - voorschriften IOK plangroep 3

4

5 Inhoud Inhoud TERMINOLOGIE RUP 01 Voetbalterrein Goor Algemene voorschriften Specifieke voorschriften...5 Art. 1 Zone voor lokale openluchtrecreatieve activiteiten en landbouw RUP 02 FC Goossens RUP 03 Kastelse Sportvissers Algemene voorschriften Specifieke voorschriften...13 Art. 1 Zone voor vissport Art. 2 Natuurgebied RUP 04 Jeugdlokalen Kasterlee Algemene voorschriften Specifieke voorschriften...19 Art. 1 Zone voor jeugdwerking RUP 05 Heemerf Waaiberg Algemene voorschriften Specifieke voorschriften...23 Art. 1 Zone voor cultuurhistorisch patrimonium met openbaar karakter RUP 06 Centrumzone voor sportinfrastructuur Boekweitbaan Algemene voorschriften Specifieke voorschriften...27 Art. 1 Zone voor openluchtrecreatie Art. 2 Natuurgebied Art. 3 Agrarisch gebied RUP 07 Centrumzone voor sportinfrastructuur Dressenstraat Algemene voorschriften Specifieke voorschriften...37 Art. 1 Zone voor openluchtrecreatie Art. 2 Zone voor openbare weg RUP 08 Compensatiegebieden Algemene voorschriften Specifieke voorschriften...43 Art. 1 natuurgebied Kasterlee - RUP zonevreemde verenigingen - voorschriften IOK plangroep 5

6

7 Terminologie TERMINOLOGIE bouwlaag een doorlopend gedeelte van een gebouw dat begrensd is door (bij benadering) op gelijke hoogte liggende vloeren en plafonds; kelders worden niet als bouwlaag meegeteld; de ruimte onder het dak wordt enkel als afzonderlijke bouwlaag geteld als de bruikbare vloeroppervlakte groter is dan 2/3 van de vloeroppervlakte van de onderliggende bouwlaag constructie een gebouw, een bouwwerk, een vaste inrichting, een verharding, een publiciteitsinrichting of uithangbord, al dan niet bestaande uit duurzame materialen, in de grond ingebouwd, aan de grond bevestigd of op de grond steunend omwille van de stabiliteit en bestemd om ter plaatse te blijven staan of liggen, ook al kan het goed uit elkaar genomen worden, verplaatst worden, of is het goed volledig ondergronds gebouw bouwwerk dat een toegankelijke overdekte ruimte vormt die geheel of gedeeltelijk met muren omsloten is nabestemming nieuwe bestemming die na verloop van tijd de bestaande bestemming vervangt. Het moment van ingaan van een nabestemming wordt in de specifieke voorschriften beschreven. nokhoogte afstand gemeten van het grondpeil (nulpas) tot het hoogste punt van een gebouw verhardingspercentage verhouding van de bebouwde en verharde terreinoppervlakte tot de totale terreinoppervlakte van de betreffende zone verbruiksruimte de ruimte die door een vereniging gebruikt wordt in functie van het gebruiken van consumpties tijdens en na de activiteiten van de vereniging, vb. cafetaria, kantine. vloeroppervlakte de som van alle bruikbare inpandige vloeroppervlakten boven het maaiveld, exclusief de vloeroppervlakte van de niet-bruikbare zolderverdieping van een hellend dak handelingen werkzaamheden, wijzigingen of activiteiten met ruimtelijke implicaties kleinschalige infrastructuur installaties, in de grond verankerde objecten en constructies, andere dan gebouwen, waarvan de ruimtelijke impact uiterst beperkt blijft en die louter gericht zijn op de ondersteuning van het gebruik of medegebruik van een gebied. Onder kleinschalige infrastructuur kan ondermeer begrepen worden: aangelegde paden voor nietgemotoriseerd verkeer, toegangspoortjes, wegwijzers, infoborden, wegafsluitingen, picknickuitrusting, zitbanken, vuilnisbakken, kroonlijsthoogte afstand gemeten van het grondpeil tot de bovenzijde van de kroonlijst of dakrand Kasterlee - RUP zonevreemde verenigingen - voorschriften IOK plangroep 1

8

9 1 RUP 01 Voetbalterrein Goor 1 RUP 01 Voetbalterrein Goor 1.1 Algemene voorschriften Toelichting bij de verordenende voorschriften Architecturale kwaliteit Er dient gestreefd te worden naar architecturaal aantrekkelijke projecten met een kwalitatieve buitenaanleg. Er wordt een hedendaagse architectuur en vormgeving beoogd. De materialen die gebruikt worden bij het bouwen van nieuwe bebouwing en constructies, bij het verbouwen of renoveren van de bestaande bebouwing en constructies, of bij de aanleg van het openbaar of private domein, moeten steeds duurzaam en esthetisch verantwoord zijn en op elkaar afgestemd worden. Elke verbouwing of nieuwbouw moet vanuit stedenbouwkundig, architecturaal en landschappelijk oogpunt op harmonieuze wijze ingepast worden in de omgeving. Uitrustingen en voorzieningen Voorbeelden van installaties in verband met nutsvoorzieningen zijn technische elektriciteitscabines, verdeelkasten, telefooncellen, constructies met betrekking tot de waterhuishouding en dergelijke. Voorbeelden van constructies voor de uitrusting van het openbaar domein zijn vuilnisbakken, zitbanken, openbare (sfeer)verlichting, fietsenstallingen en ander straatmeubilair De oprichting van installaties en constructies in verband met nutsvoorzieningen die noodzakelijk zijn voor de bediening van de onmiddellijke omgeving of voor de uitrusting van het openbaar domein of zones met openbaar karakter, is toegelaten binnen het plangebied op voorwaarde dat deze openbare voorzieningen optimaal geïntegreerd worden in de omgeving en niet hinderlijk zijn bij het uitoefenen van de toegelaten activiteiten in het plangebied. Groenvoorzieningen Alle nieuwe groenvoorzieningen binnen het plangebied dienen uitgevoerd te worden met streekeigen en standplaatsgeschikte soorten. Waterhuishouding Ruimte voor water Bij de aanleg moet het waterbergend vermogen van het gebied zoveel mogelijk worden behouden en het overstromingsrisico worden beperkt. Kasterlee - RUP zonevreemde verenigingen - voorschriften IOK plangroep 3

10 Toelichting bij de verordenende voorschriften Waterkwaliteit De beoogde bestemmingen en toegelaten activiteiten mogen de waterkwaliteit van oppervlaktewater en grondwater niet doen achteruitgaan of een belemmering vormen voor het bereiken van de kwaliteitsdoelstellingen Afwatering van hemelwater Hemelwater dient opgevangen en maximaal hergebruikt te worden. Overtollig hemelwater wordt maximaal ter plaatse geïnfiltreerd alvorens het (gebufferd) afgevoerd wordt naar oppervlaktewater of openbare RWA. Bij afwatering van verhardingen die aanleiding kunnen geven tot verontreiniging dient deze afwatering gepaard te gaan met een specifieke zuivering. Verhardingen De aanleg van verhardingen dient zodanig te gebeuren dat het hemelwater de mogelijkheid krijgt om maximaal door te dringen in de ondergrond door afleiding van het hemelwater naar onverharde delen, of door het gebruik van waterdoorlatende materialen, tenzij dit vanuit andere regelgeving niet toegestaan is. Bij aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning dient te worden aangetoond dat de voorziene verhardingen functioneel noodzakelijk zijn. De functie, materiaalomschrijving en waterberging moeten duidelijk weergegeven worden. Brandveiligheid Er dient steeds rekening te worden gehouden met de richtlijnen van de brandweer betreffende de bereikbaarheid van de gebouwen. Brandwegen of voorzieningen voor brandveiligheid zijn steeds toegelaten in het volledige plangebied. 4 IOK plangroep Kasterlee - RUP zonevreemde verenigingen - voorschriften

11 1 RUP 01 Voetbalterrein Goor 1.2 Specifieke voorschriften Toelichting bij de verordenende voorschriften Art. 1 Zone voor lokale openluchtrecreatieve activiteiten en landbouw Bestemming onderhavige bestemming valt onder de gebiedscategorie recreatie Deze bestemming valt onder de gebiedscategorie recreatie. De VLAREMafstandsregels zijn hier niet van toepassing, gezien het uitdrukkelijk niet om verblijfsrecreatie gaat. In dit gebied kan voetbal (of andere openluchtrecreatieve activiteiten) op een lokale schaal behouden blijven. Ook landbouw blijft binnen het plangebied toegelaten. Met tijdelijk toegestane wordt bedoeld dat wanneer de behoefte aan openluchtrecreatie verdwijnt, dit terrein terug in gebruik genomen kan worden door landbouw. Er wordt niet specifiek met een nabestemming gewerkt, maar wel met een dubbele functie recreatie en landbouw, gezien het in dit geval zeer moeilijk is om een overgangsmoment vast te leggen. Dit komt overeen met de bepalingen van het GRS (mogelijkheden voor recreatieve activiteiten met lokale binding, zolang er behoefte aan bestaat). Deze strook is bestemd voor lokale openluchtrecreatieve activiteiten en landbouw. Deze strook mag recreatieve accommodatie op buurtniveau in open lucht met bijhorende infrastructuur bevatten. Verblijfsaccommodatie is niet toegelaten. De tijdelijk toegestane openluchtrecreatieve activiteiten dienen een lokaal karakter te hebben en mogen geen hinder veroorzaken voor de omgeving. In deze strook zijn openluchtrecreatieve (sport)activiteiten toegelaten Onder recreatieve accommodatie op buurtniveau in open lucht wordt verstaan: onverharde sportvelden voor lokale verenigingen, speelruimte voor kinderen, speelruimte voor jeugdvereniging, Inrichting en beheer Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor het realiseren van de bestemming van het gebied zijn toegelaten, in zoverre ze naar schaal en ruimtelijke impact verenigbaar zijn met de omgeving, en voor zover voldaan wordt aan de algemene en de hierna volgende bepalingen. De aanleg van deze zone moet zodanig gebeuren dat de omkeerbaarheid van het gebied naar landbouw steeds mogelijk blijft. Zo kan bij het verdwijnen van de lokale recreatieve behoeften op dit terrein terug aan landbouw worden gedaan. Terreinaanleg Met uitzondering van de beperkte toegelaten voorzieningen in de bouwzone, is binnen dit artikel geen bebouwing en verharding toegelaten. Het aanleggen van onverharde sport- en speelvelden in open lucht met bijhorende infrastructuur is toegelaten binnen deze zone. De bijhorende infrastructuur moet steeds een maximaal Kasterlee - RUP zonevreemde verenigingen - voorschriften IOK plangroep 5

12 Toelichting bij de verordenende voorschriften Onder bijhorende infrastructuur wordt verstaan: netten, palen, doelen, lichtmasten, ballenvangers, vlaggenmasten, afsluitingen Tribunes e.d. zijn niet toegelaten. Het perceel dient bovendien omgeven worden door perceelsrandbegroeiing om zo de landschappelijke inkleding te bevorderen. verwijderbaar karakter hebben om de omkeerbaarheid naar landbouwgebruik te garanderen. Tribunes en andere constructies die een grote landschappelijke impact hebben zijn niet toegelaten. Op de randen van het plangebied dient inheemse, standplaatsgeschikte en opgaande soorten te worden aangeplant om het terrein landschappelijk in te kleden. De perceelsrandbegroeiing (in overdruk aangeduid op het grafisch plan) dient geen ondoorzichtig scherm te vormen. Het groenscherm dient uiterlijk gerealiseerd te worden in het plantseizoen dat volgt op het verlenen van een stedenbouwkundige vergunning voor een inrichting binnen de zone op basis van dit RUP. Indien binnen het plangebied verlichting nodig is, kan enkel worden gewerkt met directe verlichting om zo de lichtverstrooiing zo minimaal mogelijk te houden. Bouwzone (in overdruk aangeduid op het grafisch plan) In de bouwzone kan in beperkte mate bebouwing en verharding voorzien worden. Dit op maat van een lokale vereniging in functie van een gebouw of een verharding in functie van de toegelaten activiteiten in de bestemmingzone. Binnen de bouwzone kan één compact gebouw worden opgericht dat dienst doet als kleedruimte, sanitair, kantine en/of berghok voor de lokale vereniging(en) die van het terrein gebruik maken. Het is niet de bedoeling dat de kantine een afzonderlijk functioneren kent, en kan dus niet los van de openluchtrecreatieve activiteiten uitgebaat worden. Verharding is enkel toegelaten voor het realiseren van een toegang tot de zone. Het realiseren van paadjes is dus toegestaan binnen de bouwzone. De verhardingen kunnen wel echter toegelaten worden in losse, waterdoorlatende materialen. Naast de toegelaten constructies in het volledige artikel, wordt binnen de bouwzone (in overdruk aangeduid op het grafisch plan) een mogelijkheid geboden voor het voorzien van een gebouw dat dienst doet als kleedruimte, sanitair, kantine en berghok in functie van de openluchtrecreatieve activiteiten op het terrein. Het voorzien van louter een verbruiksruimte, zonder relatie met de overige activiteiten binnen het plangebied is niet toegelaten. Het gebouw dient steeds te worden voorzien in één compact volume en heeft de volgende kenmerken: Bouwoppervlakte: maximaal 200 m². De verbruiksruimte mag maximaal de helft van de bebouwd oppervlakte beslaan. Er is maximum één bouwlaag toegestaan. De kroonlijsthoogte bedraagt maximum 3,50m. De dakvorm voor de bebouwing is vrij. In geval van een hellende dakvorm bedraagt de dakhelling maximum 45 en is de nokhoogte maximum 4,50 m Met uitzondering van de toegelaten bebouwing, is binnen deze zone enkel verharding toegestaan in functie van toegankelijkheid van de zone. Verhardingen dienen steeds te worden voorzien in losse, waterdoorlatende materialen. Binnen de bouwzone kan ruimte worden voorzien voor een individuele (biologische) waterzuiveringsinstallatie. Er kunnen ook andere manieren gevonden worden om het afvalwater te zuiveren. De keuze hierin wordt niet door het RUP vastgelegd. Binnen de bouwzone is de aanleg van een individuele (biologische) waterzuiveringsinstallatie voor het afvalwater van het clubhuis mogelijk. 6 IOK plangroep Kasterlee - RUP zonevreemde verenigingen - voorschriften

13 1 RUP 01 Voetbalterrein Goor Toelichting bij de verordenende voorschriften Binnen de bouwzone dienen ook parkeerplaatsen te worden gerealiseerd voor de bezoekers aan het terrein op een normale dag. Als een normale dag voor de werking van een vereniging wordt beschouwd: o.a. de dagen van trainingen en wedstrijden. Wat niet onder normale werking wordt verstaan zijn evenementen zoals vb. een jaarlijkse ledendag, een evenement ifv inkomsten van de vereniging, Binnen de bouwzone, dienen ook de parkeerplaatsen te worden gerealiseerd voor de bezoekers en spelers van de club. Parkeerplaatsen kunnen enkel onverhard worden aangelegd. Binnen de bouwzone dienen voldoende parkeerplaatsen te worden voorzien voor de normale werking van de vereniging. Afsluitingen De voorkeur wordt gegeven aan beplanting om het terrein af te sluiten. Indien afsluiting noodzakelijk blijkt, kan het terrein van een afsluiting in duurzame materialen worden voorzien, voor zover dit esthetisch verantwoord is in het landschap. Ondoorzichtige afsluitingen kunnen maximaal 1,20 meter hoog zijn en worden niet toegestaan voor de volledige omtrek van het terrein. Ontsluiting De toegang tot het gebied kan maximaal op twee plaatsen voorzien worden, zoals indicatief weergegeven op het grafisch plan (overdruk). Deze toegang kan enkel verleend worden via de weg Boshof. Kasterlee - RUP zonevreemde verenigingen - voorschriften IOK plangroep 7

14

15 2 RUP 02 FC Goossens 2 RUP 02 FC Goossens RUP 02 FC Goossens werd niet weerhouden n.a.v. de plenaire vergadering d.d. 15/02/2011 Kasterlee - RUP zonevreemde verenigingen - voorschriften IOK plangroep 9

16

17 3 RUP 03 Kastelse Sportvissers 3 RUP 03 Kastelse Sportvissers 3.1 Algemene voorschriften Toelichting bij de verordenende voorschriften Architecturale kwaliteit Er dient gestreefd te worden naar architecturaal aantrekkelijke projecten met een kwalitatieve buitenaanleg. Er wordt een hedendaagse architectuur en vormgeving beoogd. De materialen die gebruikt worden bij het bouwen van nieuwe bebouwing en constructies, bij het verbouwen of renoveren van de bestaande bebouwing en constructies, of bij de aanleg van het openbaar of private domein, moeten steeds duurzaam en esthetisch verantwoord zijn en op elkaar afgestemd worden. Elke verbouwing of nieuwbouw moet vanuit stedenbouwkundig, architecturaal en landschappelijk oogpunt op harmonieuze wijze ingepast worden in de omgeving. Uitrustingen en voorzieningen Voorbeelden van installaties in verband met nutsvoorzieningen zijn technische elektriciteitscabines, verdeelkasten, telefooncellen, constructies met betrekking tot de waterhuishouding en dergelijke. Voorbeelden van constructies voor de uitrusting van het openbaar domein zijn vuilnisbakken, zitbanken, openbare (sfeer)verlichting, fietsenstallingen en ander straatmeubilair De oprichting van installaties en constructies in verband met nutsvoorzieningen die noodzakelijk zijn voor de bediening van de onmiddellijke omgeving of voor de uitrusting van het openbaar domein of zones met openbaar karakter, is toegelaten binnen het plangebied op voorwaarde dat deze openbare voorzieningen optimaal geïntegreerd worden in de omgeving en niet hinderlijk zijn bij het uitoefenen van de toegelaten activiteiten in het plangebied. Groenvoorzieningen Alle nieuwe groenvoorzieningen binnen het plangebied dienen uitgevoerd te worden met streekeigen en standplaatsgeschikte soorten. Waterhuishouding Ruimte voor water Bij de aanleg moet het waterbergend vermogen van het gebied zoveel mogelijk worden behouden en het overstromingsrisico worden beperkt. Kasterlee - RUP zonevreemde verenigingen - voorschriften IOK plangroep 11

18 Toelichting bij de verordenende voorschriften Waterkwaliteit De beoogde bestemmingen en toegelaten activiteiten mogen de waterkwaliteit van oppervlaktewater en grondwater niet doen achteruitgaan of een belemmering vormen voor het bereiken van de kwaliteitsdoelstellingen Afwatering van hemelwater Hemelwater dient opgevangen en maximaal hergebruikt te worden. Overtollig hemelwater wordt maximaal ter plaatse geïnfiltreerd alvorens het (gebufferd) afgevoerd wordt naar oppervlaktewater of openbare RWA. Bij afwatering van verhardingen die aanleiding kunnen geven tot verontreiniging dient deze afwatering gepaard te gaan met een specifieke zuivering. Verhardingen De aanleg van verhardingen dient zodanig te gebeuren dat het hemelwater de mogelijkheid krijgt om maximaal door te dringen in de ondergrond door afleiding van het hemelwater naar onverharde delen, of door het gebruik van waterdoorlatende materialen, tenzij dit vanuit andere regelgeving niet toegestaan is. Bij aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning dient te worden aangetoond dat de voorziene verhardingen functioneel noodzakelijk zijn. De functie, materiaalomschrijving en de waterberging moeten duidelijk weergegeven worden. Brandveiligheid Er dient steeds rekening te worden gehouden met de richtlijnen van de brandweer betreffende de bereikbaarheid van de gebouwen. Brandwegen of voorzieningen voor brandveiligheid zijn steeds toegelaten in het volledige plangebied. 12 IOK plangroep Kasterlee - RUP zonevreemde verenigingen - voorschriften

19 3 RUP 03 Kastelse Sportvissers 3.2 Specifieke voorschriften Toelichting bij de verordenende voorschriften Art. 1 Zone voor vissport Bestemming onderhavige bestemming valt onder de gebiedscategorie recreatie Deze zone is geschikt voor vissport, omwille van de fysische eigenschappen van het gebied. Een verweving van vissport en recreatie binnen deze zone is gewenst. Deze zone is bestemd voor vissport. Binnen het plangebied is een verweving met natuurwaarden voorzien. Elke andere vorm van recreatie (incl. verblijfsrecreatie) binnen dit gebied is uitgesloten. Deze bestemming valt onder de gebiedscategorie recreatie. De VLAREMafstandsregels zijn hier niet van toepassing, gezien het uitdrukkelijk niet om verblijfsrecreatie gaat. Inrichting en beheer Het terrein dient maximaal als een groene zone te worden ingericht. De beplanting dient te worden voorzien in streekeigen soorten, aangepast aan het valleikarakter van het plangebied. De oevers, aansluitend op natuurgebied, dienen op een natuurtechnische wijze te worden ingericht en beheerd. Deze beide elementen zorgen ervoor dat er een verweving bestaat tussen natuur en recreatie binnen het plangebied. Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor het realiseren van de bestemming van het gebied zijn toegelaten, in zoverre ze naar schaal en ruimtelijke impact verenigbaar zijn met de omgeving, en voor zover voldaan wordt aan de algemene en de hierna volgende bepalingen. Terreinaanleg Met uitzondering van de bouwzone en de parkeerzone (beide in overdruk aangeduid op het grafisch plan), is binnen deze zone geen bebouwing en verharding toegelaten. Zitelementen voor vissers zijn toegelaten, voor zover zij voldoende geïntegreerd zijn in de omgeving. Deze zone dient maximaal groen te worden ingericht. Indien op het terrein aanplanten worden gedaan, dan kunnen deze enkel voorzien worden in streekeigen, standplaatsgeschikte soorten. De zuidoostelijke en zuidwestelijke oever van de vijver, aansluitend op de zone voor natuur (artikel 2), dienen op een natuurtechnische wijze worden ingericht en beheerd. Het maken van een verbinding tussen de visvijver en omliggende waterlopen (Bisgorenloop en Rulloop/Meirgorenloop) is niet toegestaan. Het is niet toegelaten, ondergrondse installaties of constructies, met bijhorende bemaling te voorzien, met uitzondering van: Kasterlee - RUP zonevreemde verenigingen - voorschriften IOK plangroep 13

20 Toelichting bij de verordenende voorschriften ondergrondse aansluitingen van gebouwen op nutsvoorzieningen hemelwaterput, septische put, bezinkput of een individuele installatie voor de verwerking van huishoudelijk afvalwater. Een gedeelte van de waterpartij binnen dit gebied kan dienst doen als biologische waterzuivering (rietveld) in functie van de zuivering van het water van de vijver. Bouwzone (in overdruk aangeduid op het grafisch plan) Binnen het plangebied kan ruimte blijven voor een beperkt clubhuis/kantine. Dit kan in de bouwzone gerealiseerd worden. Binnen dit artikel is slechts een beperkte zone toegelaten in functie van bebouwing en verharding wegens de ligging van de visvijver, te midden van een groengebied. De natuurwaarden staan voorop. Infrastructuur in functie van recreatie, nl. vissport moet daarbij tot een minimum worden beperkt. De bestaande bebouwde oppervlakte is ongeveer 171 m². De toegelaten 200 m² biedt dus beperkt uitbreidingsmogelijkheden. Binnen de bouwzone kan ruimte worden voorzien voor een individuele (biologische) waterzuiveringsinstallatie. Er kunnen ook andere manieren gevonden worden om het afvalwater te zuiveren. De keuze hierin wordt niet door het RUP vastgelegd. Binnen de bouwzone (in overdruk aangeduid op het grafisch plan) is enkel een clubhuis voor een vissersvereniging toegelaten in functie van het gebruik van de visvijver. Een stedenbouwkundige vergunning binnen deze bouwzone kan slechts verkregen worden indien kan aangetoond worden dat het natuurgebied ten oosten van de parkeerzone effectief met groenelementen is ingericht en de bestaande verhardingen werden verwijderd. Het gebouw dient steeds te worden voorzien in één compact volume en heeft de volgende kenmerken: Bouwoppervlakte: maximaal 200 m². De verbruiksruimte mag maximaal 125 m² bedragen. Er is maximum één bouwlaag toegestaan. De kroonlijsthoogte bedraagt maximum 3,50m. De dakvorm voor de bebouwing is vrij. In geval van een hellende dakvorm bedraagt de dakhelling maximum 45 en de nokhoogte maximum 4,50 m. Binnen de bouwzone is de aanleg van een individuele (biologische) waterzuiveringsinstallatie voor het afvalwater van het clubhuis mogelijk. Met uitzondering van de toegelaten bebouwing, is binnen de bouwzone enkel verharding toegestaan in functie van toegankelijkheid van de zone en in functie van de realisatie van een terras. Volgende verhardingen kunnen voorzien worden: Maximaal 50 m² van de bouwzone kan ingericht worden als terras. Dit terras moet aangelegd worden in waterdoorlatende materialen. Toegangspaden dienen steeds te worden voorzien in losse, waterdoorlatende materialen. Het niet bebouwde of verharde deel van deze bouwzone dient maximaal groen te worden ingericht, in aansluiting met de rest van het artikel. 14 IOK plangroep Kasterlee - RUP zonevreemde verenigingen - voorschriften

21 3 RUP 03 Kastelse Sportvissers Toelichting bij de verordenende voorschriften Binnen de parkeerzone, kunnen leden en bezoekers van de visclub parkeren. Deze parking kan enkel worden aangelegd in losse, waterdoorlatende materialen. Binnen de parkeerzone kan ruimte worden voorzien voor een individuele (biologische) waterzuiveringsinstallatie. Er kunnen ook andere manieren gevonden worden om het afvalwater te zuiveren. De keuze hierin wordt niet door het RUP vastgelegd. Parkeerzone (in overdruk aangeduid op het grafisch plan) De parkeerzone (in overdruk aangeduid op het grafisch plan) is aangeduid voor de aanleg van een toegangsweg en parking. Het parkeren gebeurt op een groenparking in de daartoe voorziene zone, zoals aangeduid op het grafisch plan. Het hemelwater moet ter plaatse worden opgevangen en kunnen infiltreren. De materialen voor de aanleg van de parking zijn natuurlijk en waterdoorlatend. Binnen de parkeerzone is de aanleg van een individuele (biologische) waterzuiveringsinstallatie voor het afvalwater van het clubhuis mogelijk. Per parkeerplaats voor een gemotoriseerd voertuig, dient minimaal één fietsparkeerplaats binnen deze bestemmingszone te worden voorzien. De fietsparkeerplaatsen mogen ook in de bouwzone worden opgericht. In deze zone mogen maximaal 50 parkeerplaatsen voor gemotoriseerd verkeer worden voorzien. Afsluitingen De voorkeur wordt gegeven aan beplanting om het terrein af te sluiten. Indien afsluiting noodzakelijk blijkt, kan het terrein van een afsluiting in duurzame materialen worden voorzien, voor zover dit esthetisch verantwoord is in het landschap. Ondoorzichtige afsluitingen kunnen maximaal 1,20 meter hoog zijn en worden niet toegestaan voor de volledige omtrek van het terrein. Ontsluiting De toegang tot het gebied, kan worden voorzien zoals indicatief weergegeven op het grafisch plan. Kasterlee - RUP zonevreemde verenigingen - voorschriften IOK plangroep 15

22 Toelichting bij de verordenende voorschriften Art. 2 Natuurgebied Bestemming, inrichting en beheer onderhavige bestemming valt onder de gebiedscategorie reservaat en natuur De visvijver blijft omgeven door een zone voor natuur, zodat op de randen van het plangebied, steeds een inpassing in het omgeven landschap voorop staat. In de zone voor natuur is het behoud van de bestaande, opgaande beplanting van belang. Waterzuivering wordt specifiek als mogelijkheid toegelaten omdat mogelijk één in onbruik geraakte kweekvijver kan gebruikt worden als zone voor natuurlijke waterzuivering. Het gebied is bestemd voor de instandhouding, de ontwikkeling en het herstel van de natuur en het natuurlijk milieu. Recreatief medegebruik is een ondergeschikte functie. Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor de instandhouding, het herstel en de ontwikkeling van de natuur, het natuurlijk milieu en van de landschapswaarden zijn toegelaten. Het aanbrengen van kleinschalige infrastructuur voor het al dan niet toegankelijk maken van het gebied voor educatief of recreatief medegebruik, waaronder het aanleggen, inrichten of uitrusten van paden voor niet-gemotoriseerd verkeer is toegelaten. Binnen de zone voor natuur zijn enkele waterpartijen gelegen. Deze waterpartijen kunnen eventueel ingericht worden als rietveld, in dienst voor waterzuivering. De bestaande, opgaande beplanting binnen deze zone dient maximaal te worden gevrijwaard. Vanaf de kruin van de aanliggende waterloop (Meigorenloop) mag een ruimingstrook met een breedte van maximaal 5m aangelegd worden. 16 IOK plangroep Kasterlee - RUP zonevreemde verenigingen - voorschriften

23 4 RUP 04 Jeugdlokalen Kasterlee 4 RUP 04 Jeugdlokalen Kasterlee 4.1 Algemene voorschriften Toelichting bij de verordenende voorschriften Architecturale kwaliteit Er dient gestreefd te worden naar architecturaal aantrekkelijke projecten met een kwalitatieve buitenaanleg. Er wordt een hedendaagse architectuur en vormgeving beoogd. De materialen die gebruikt worden bij het bouwen van nieuwe bebouwing en constructies, bij het verbouwen of renoveren van de bestaande bebouwing en constructies, of bij de aanleg van het openbaar of private domein, moeten steeds duurzaam en esthetisch verantwoord zijn en op elkaar afgestemd worden. Elke verbouwing of nieuwbouw moet vanuit stedenbouwkundig, architecturaal en landschappelijk oogpunt op harmonieuze wijze ingepast worden in de omgeving. Uitrustingen en voorzieningen Voorbeelden van installaties in verband met nutsvoorzieningen zijn technische elektriciteitscabines, verdeelkasten, telefooncellen, constructies met betrekking tot de waterhuishouding en dergelijke. Voorbeelden van constructies voor de uitrusting van het openbaar domein zijn vuilnisbakken, zitbanken, openbare (sfeer)verlichting, fietsenstallingen en ander straatmeubilair De oprichting van installaties en constructies in verband met nutsvoorzieningen die noodzakelijk zijn voor de bediening van de onmiddellijke omgeving of voor de uitrusting van het openbaar domein of zones met openbaar karakter, is toegelaten binnen het plangebied op voorwaarde dat deze openbare voorzieningen optimaal geïntegreerd worden in de omgeving en niet hinderlijk zijn bij het uitoefenen van de toegelaten activiteiten in het plangebied. Groenvoorzieningen Alle nieuwe groenvoorzieningen binnen het plangebied dienen uitgevoerd te worden met streekeigen en standplaatsgeschikte soorten. Waterhuishouding Ruimte voor water Bij de aanleg moet het waterbergend vermogen van het gebied zoveel mogelijk worden behouden en het overstromingsrisico worden beperkt. Kasterlee - RUP zonevreemde verenigingen - voorschriften IOK plangroep 17

24 Toelichting bij de verordenende voorschriften Waterkwaliteit De beoogde bestemmingen en toegelaten activiteiten mogen de waterkwaliteit van oppervlaktewater en grondwater niet doen achteruitgaan of een belemmering vormen voor het bereiken van de kwaliteitsdoelstellingen Afwatering van hemelwater Hemelwater dient opgevangen en maximaal hergebruikt te worden. Overtollig hemelwater wordt maximaal ter plaatse geïnfiltreerd alvorens het (gebufferd) afgevoerd wordt naar oppervlaktewater of openbare RWA. Bij afwatering van verhardingen die aanleiding kunnen geven tot verontreiniging dient deze afwatering gepaard te gaan met een specifieke zuivering. Verhardingen De aanleg van verhardingen dient zodanig te gebeuren dat het hemelwater de mogelijkheid krijgt om maximaal door te dringen in de ondergrond door afleiding van het hemelwater naar onverharde delen, of door het gebruik van waterdoorlatende materialen, tenzij dit vanuit andere regelgeving niet toegestaan is. Bij aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning dient te worden aangetoond dat de voorziene verhardingen functioneel noodzakelijk zijn. De functie, materiaalomschrijving en de waterberging moeten duidelijk weergegeven worden. Brandveiligheid Er dient steeds rekening te worden gehouden met de richtlijnen van de brandweer betreffende de bereikbaarheid van de gebouwen. Brandwegen of voorzieningen voor brandveiligheid zijn steeds toegelaten in het volledige plangebied. 18 IOK plangroep Kasterlee - RUP zonevreemde verenigingen - voorschriften

25 4 RUP 04 Jeugdlokalen Kasterlee 4.2 Specifieke voorschriften Toelichting bij de verordenende voorschriften Art. 1 Zone voor jeugdwerking Bestemming onderhavige bestemming valt onder de gebiedscategorie recreatie De zone voor recreatie wordt voorzien met oog op het bestendigen van de bestaande jeugdverenigingen op deze locatie, in het centrum van Kasterlee. Het doel is om kansen te geven voor het behoud en de opwaardering van de bestaande functies. De toegestane bestemming is afgestemd op de nu reeds aanwezige functies en activiteiten. Onder de functie jeugdverblijf wordt verstaan: het overnachten door jeugd in de lokalen van de jeugdvereniging. Onder geluidsintensieve activiteiten worden gemotoriseerde activiteiten/sporten verstaan. Deze zone is bestemd voor de inrichting en exploitatie van jeugdverenigingsinfrastructuur. De toegestane activiteiten dienen een lokaal karakter te hebben en mogen geen hinder veroorzaken voor de omgeving. De functie jeugdverblijf is toegelaten. Geluidsintensieve activiteiten/sporten zijn niet toegelaten. Inrichting en beheer Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemmingen zijn toegelaten voor zover ze naar schaal en ruimtelijke impact verenigbaar zijn met de omgeving, en voor zover voldaan wordt aan de algemene en de hierna volgende bepalingen: De jeugdlokalen zijn gelegen tegen een beboste heuvelrug in het centrum van de gemeente Kasterlee. De bebossing binnen het plangebied dient te worden behouden in aansluiting met deze beboste rug. Het onverhard karakter van het gebied moet zoveel mogelijk behouden blijven. Enkel strikt noodzakelijk verhardingen zijn toegestaan. Binnen het plangebied dient de opgaande beplanting maximaal te worden behouden. Er moet ook ruimte zijn voor bijkomende groenaanleg. Terreinaanleg Met uitzondering van de toegelaten constructies in de bouwzone (in overdruk aangeduid op het grafisch plan), is binnen dit artikel geen bebouwing en verharding toegelaten. Het gedeelte van het plangebied dat niet wordt bebouwd, wordt ingericht als groene buitenruimte in functie van de buitenactiviteiten van de jeugdvereniging(en). Uitzondering geldt voor de noodzakelijke toegangen tot de gebouwen, welke wel verhard mogen worden. De bestaande, opgaande begroeiing binnen het plangebied moet worden behouden en er moet ook ruimte zijn voor bijkomende groenaanleg waarbij het boskarakter behouden moet blijven. Op die manier wordt het plangebied op de landduin als groene long in het woonweefsel behouden. Kleinschalige infrastructuur die noodzakelijk of nuttig zijn voor de activiteiten van de jeugdvereniging(en) kunnen in de groene buitenruimte worden ingericht. Kasterlee - RUP zonevreemde verenigingen - voorschriften IOK plangroep 19

26 Toelichting bij de verordenende voorschriften Op de zuidelijke grens tussen de zone voor jeugdwerking en de achterliggende tuinen zijn nu groenelementen aanwezig. In het kader van een visuele afscheiding is het noodzakelijk dat daar steeds een groenscherm aanwezig blijft. Het bestaande reliëf van het gebied moet maximaal worden behouden. Verhardingen dienen steeds in overeenstemming te zijn met de voorschriften voor verhardingen uit de algemene bepalingen. Op de zuidelijke rand van het plangebied, grenzend aan tuinen van woningen langs de Retiesebaan, moet een groenscherm voorzien worden, bestaande uit inheemse, standplaatsgeschikte soorten (als perceelsrandbegroeiing in overdruk aangeduid op het grafisch plan). Dit om een minimale visuele afscheiding tussen de tuinen en de zone voor jeugdwerking te behouden. Het groenscherm dient uiterlijk gerealiseerd te worden in het plantseizoen dat volgt op het verlenen van een stedenbouwkundige vergunning voor een inrichting binnen de zone op basis van dit RUP. Bouwzone (in overdruk aangeduid op het grafisch plan) De maximale kroonlijsthoogte en bouwhoogte is afgestemd op de bestaande, vergunde hoogte van het gebouw van de meisjeschiro. Deze bedraagt respectievelijk 5,60 m en 8,74 m. Rekening houdend met huidige isolatienormen worden deze naar boven afgerond. Binnen de afgebakende bouwzone (in overdruk aangeduid op het grafisch plan) is bebouwing toegestaan in functie van jeugdverenigingen. Bebouwing moet steeds voldoen aan volgende voorwaarden: Er zijn maximum 2 bouwlagen exclusief dakverdieping toegestaan. De kroonlijsthoogte bedraagt maximum 6,00 m. De dakvorm voor de bebouwing is vrij. In geval van een hellende dakvorm bedraagt de dakhelling maximum 45 en de nokhoogte maximum 9,00 m. Binnen de bouwzone mag maximaal 800 m² worden bebouwd in functie van jeugdwerking. Afsluitingen Het terrein voor jeugdwerking heeft nu een open karakter. Het open karakter langs de buurtwegen moet zeker behouden blijven. Het open karakter langs de bestaande buurtwegen dient te worden behouden. Het voorzien van afsluitingen langs deze wegen is niet toegelaten. Afsluiting kan worden voorzien tussen het plangebied en aangrenzende tuinen. De voorkeur wordt gegeven aan beplanting om het terrein af te sluiten. Indien afsluiting noodzakelijk blijkt, kan het terrein van een afsluiting in duurzame materialen worden voorzien, voor zover dit esthetisch verantwoord is in het landschap. Ondoorzichtige afsluitingen kunnen maximaal 1,20 meter hoog zijn. 20 IOK plangroep Kasterlee - RUP zonevreemde verenigingen - voorschriften

27 RUP 05 Heemerf Waaiberg 5 RUP 05 Heemerf Waaiberg 5.1 Algemene voorschriften Toelichting bij de verordenende voorschriften Architecturale kwaliteit De materialen die gebruikt worden bij het bouwen van nieuwe bebouwing en constructies, bij het verbouwen of renoveren van de bestaande bebouwing en constructies, of bij de aanleg van het openbaar of private domein, moeten steeds duurzaam en esthetisch verantwoord zijn en op elkaar afgestemd worden. Materialen moeten afgestemd worden op het cultuurhistorisch karakter van de site en op de reeds aanwezige gebouwen. Elke verbouwing of nieuwbouw moet vanuit stedenbouwkundig, architecturaal en landschappelijk oogpunt op harmonieuze wijze ingepast worden in de omgeving. Uitrustingen en voorzieningen Voorbeelden van installaties in verband met nutsvoorzieningen zijn technische elektriciteitscabines, verdeelkasten, telefooncellen, constructies met betrekking tot de waterhuishouding en dergelijke. Voorbeelden van constructies voor de uitrusting van het openbaar domein zijn vuilnisbakken, zitbanken, openbare (sfeer)verlichting, fietsenstallingen en ander straatmeubilair De oprichting van installaties en constructies in verband met nutsvoorzieningen die noodzakelijk zijn voor de bediening van de onmiddellijke omgeving of voor de uitrusting van het openbaar domein of zones met openbaar karakter, is toegelaten binnen het plangebied op voorwaarde dat deze openbare voorzieningen optimaal geïntegreerd worden in de omgeving en niet hinderlijk zijn bij het uitoefenen van de toegelaten activiteiten in het plangebied. Groenvoorzieningen Alle nieuwe groenvoorzieningen binnen het plangebied dienen uitgevoerd te worden met streekeigen en standplaatsgeschikte soorten. Waterhuishouding Ruimte voor water Bij de aanleg moet het waterbergend vermogen van het gebied zoveel mogelijk worden behouden en het overstromingsrisico worden beperkt. Kasterlee - RUP zonevreemde verenigingen - voorschriften IOK plangroep 21

28 Toelichting bij de verordenende voorschriften Waterkwaliteit De beoogde bestemmingen en toegelaten activiteiten mogen de waterkwaliteit van oppervlaktewater en grondwater niet doen achteruitgaan of een belemmering vormen voor het bereiken van de kwaliteitsdoelstellingen Afwatering van hemelwater Hemelwater dient opgevangen en maximaal hergebruikt te worden. Overtollig hemelwater wordt maximaal ter plaatse geïnfiltreerd alvorens het (gebufferd) afgevoerd wordt naar oppervlaktewater of openbare RWA. Bij afwatering van verhardingen die aanleiding kunnen geven tot verontreiniging dient deze afwatering gepaard te gaan met een specifieke zuivering. Verhardingen De aanleg van verhardingen dient zodanig te gebeuren dat het hemelwater de mogelijkheid krijgt om maximaal door te dringen in de ondergrond door afleiding van het hemelwater naar onverharde delen, of door het gebruik van waterdoorlatende materialen, tenzij dit vanuit andere regelgeving niet toegestaan is. Bij aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning dient te worden aangetoond dat de voorziene verhardingen functioneel noodzakelijk zijn. De functie, materiaalomschrijving en de waterberging moeten duidelijk weergegeven worden. Brandveiligheid Er dient steeds rekening te worden gehouden met de richtlijnen van de brandweer betreffende de bereikbaarheid van de gebouwen. Brandwegen of voorzieningen voor brandveiligheid zijn steeds toegelaten in het volledige plangebied. 22 IOK plangroep Kasterlee - RUP zonevreemde verenigingen - voorschriften

29 RUP 05 Heemerf Waaiberg 5.2 Specifieke voorschriften Toelichting bij de verordenende voorschriften Art. 1 Zone voor cultuurhistorisch patrimonium met openbaar karakter Bestemming onderhavige bestemming valt onder de gebiedscategorie gemeenschapsvoorzieningen en nutsvoorzieningen Binnen deze zone zijn gebouwen/constructies gelegen met een cultuurhistorische waarde. Ze visualiseren de stijl van een vroegere bouwwijze en leefwijze van de Kempense mens in de tweede helft van de 19e eeuw en begin 20e eeuw. Dit is de waarde van het gebied en die moet behouden blijven. Deze zone is bestemd voor gemeenschapsvoorzieningen, specifiek in het kader van het behoud en openstelling van cultuurhistorisch patrimonium voor het publiek. Het plangebied dient een openbaar karakter te hebben. Het voorzien van een verbruiksruimte binnen dit plangebied is mogelijk, maar een louter horecafunctie kan niet. De verbruiksruimte kan enkel voorzien worden in functie van de activiteiten binnen het plangebied. Het plangebied moet een openbaar karakter hebben. Dit betekent dat het binnen de openingsuren voor iedereen toegankelijk moet zijn. Het openbaar karakter houdt niet in dat dit te allen tijde toegankelijk en openbaar is. Inrichting en beheer Terreinaanleg Het gedeelte van het plangebied waar geen bebouwing en verharding voorkomt, dient als een groene ruimte te worden ingericht. Bij het voorzien van nieuwe groenelementen is het gebruik van inlandse, streekeigen planten van belang. De inrichting van het terrein moet aansluiten bij het omliggende beboste gebied. Een visuele continuïteit van de heuvelrug, dient te worden bewerkstelligd. Het behoud van het bestaande reliëf is hierbij ook van belang. De bestaande, opgaande beplanting binnen het plangebied dient maximaal te worden behouden. Op de randen van het plangebied dient inheemse, standplaatsgeschikte en opgaande soorten te worden aangeplant om het terrein landschappelijk in te kleden. Deze perceelsrandbegroeiing (in overdruk aangeduid op het grafisch plan) dient geen ondoorzichtig scherm te vormen. Kasterlee - RUP zonevreemde verenigingen - voorschriften IOK plangroep 23

30 Toelichting bij de verordenende voorschriften In functie van een goede inpassing met het bestaande cultuurhistorisch patrimonium, dient bij een vergunningsaanvraag steeds advies worden ingewonnen bij de overheidsinstantie die verantwoordelijk is voor het onroerend erfgoed. Op basis van het plan van de feitelijke en juridische toestand is ongeveer 12% van het perceel bebouwd, d.i. ongeveer 395 m².. Er kunnen bijkomend (beperkte) constructies voorzien worden in het teken van cultuurhistorie met een totale gezamenlijke oppervlakte van 75 m² Deze bijkomende constructies kunnen zowel open als gesloten constructies betreffen, bijv. een schapenstal en houtmijt. Constructies Binnen het plangebied zijn constructies toegelaten die een eenheid vormen met het bestaande cultuurhistorisch patrimonium. Een vergunningsaanvraag binnen dit plangebied, moet steeds beoordeeld worden ten opzichte van de inpasbaarheid binnen de bestaande bebouwingsgroep. Maximaal 470 m² van de oppervlakte van de zone van artikel 1 mag bebouwd worden. Een bijkomende constructie dient steeds in het teken te staan van cultuurhistorie. Een moderne constructie, in een volledig andere stijl dan het plangebied is hier niet toegelaten. Het niet-bebouwde gedeelte, kan enkel worden voorzien van verhardingen in functie van de toegankelijkheid van het plangebied en de gebouwen. Verharding dient zoveel mogelijk te worden voorzien in waterdoorlatende materialen. Afsluitingen De voorkeur wordt gegeven aan beplanting om het terrein af te sluiten. Indien afsluiting noodzakelijk blijkt, kan het terrein van een afsluiting in duurzame materialen worden voorzien, voor zover dit esthetisch verantwoord is in het landschap. Ondoorzichtige afsluitingen kunnen maximaal 1,20 meter hoog zijn en worden niet toegestaan voor de volledige omtrek van het terrein. Ontsluiting De toegang tot het gebied dient te worden voorzien via Waaiberg, zoals indicatief en in overdruk weergegeven op het grafisch plan. Langs de achterzijde van het plangebied kan een toegang worden voorzien tussen het plangebied en de Molen (ook indicatief en in overdruk aangeduid op het grafisch plan), die tevens een cultuurhistorisch karakter heeft. Deze toegang kan enkel worden gebruikt door niet-gemotoriseerd vervoer. 24 IOK plangroep Kasterlee - RUP zonevreemde verenigingen - voorschriften

31 RUP 06 Centrumzone voor sportinfrastructuur Boekweitbaan 6 RUP 06 Centrumzone voor sportinfrastructuur Boekweitbaan 6.1 Algemene voorschriften Toelichting bij de verordenende voorschriften Architecturale kwaliteit Er dient gestreefd te worden naar architecturaal aantrekkelijke projecten met een kwalitatieve buitenaanleg. Er wordt een hedendaagse architectuur en vormgeving beoogd. De materialen die gebruikt worden bij het bouwen van nieuwe bebouwing en constructies, bij het verbouwen of renoveren van de bestaande bebouwing en constructies, of bij de aanleg van het openbaar of private domein, moeten steeds duurzaam en esthetisch verantwoord zijn en op elkaar afgestemd worden. Elke verbouwing of nieuwbouw moet vanuit stedenbouwkundig, architecturaal en landschappelijk oogpunt op harmonieuze wijze ingepast worden in de omgeving. Uitrustingen en voorzieningen Voorbeelden van installaties in verband met nutsvoorzieningen zijn technische elektriciteitscabines, verdeelkasten, telefooncellen, constructies met betrekking tot de waterhuishouding en dergelijke. Voorbeelden van constructies voor de uitrusting van het openbaar domein zijn vuilnisbakken, zitbanken, openbare (sfeer)verlichting, fietsenstallingen en ander straatmeubilair De oprichting van installaties en constructies in verband met nutsvoorzieningen die noodzakelijk zijn voor de bediening van de onmiddellijke omgeving of voor de uitrusting van het openbaar domein of zones met openbaar karakter, is toegelaten binnen het plangebied op voorwaarde dat deze openbare voorzieningen optimaal geïntegreerd worden in de omgeving en niet hinderlijk zijn bij het uitoefenen van de toegelaten activiteiten in het plangebied. Groenvoorzieningen Alle nieuwe groenvoorzieningen binnen het plangebied dienen uitgevoerd te worden met streekeigen en standplaatsgeschikte soorten. Waterhuishouding Ruimte voor water Bij de aanleg moet het waterbergend vermogen van het gebied zoveel mogelijk worden behouden en het overstromingsrisico worden beperkt. Kasterlee - RUP zonevreemde verenigingen - voorschriften IOK plangroep 25

32 Toelichting bij de verordenende voorschriften Waterkwaliteit De beoogde bestemmingen en toegelaten activiteiten mogen de waterkwaliteit van oppervlaktewater en grondwater niet doen achteruitgaan of een belemmering vormen voor het bereiken van de kwaliteitsdoelstellingen Afwatering van hemelwater Hemelwater dient opgevangen en maximaal hergebruikt te worden. Overtollig hemelwater wordt maximaal ter plaatse geïnfiltreerd alvorens het (gebufferd) afgevoerd wordt naar oppervlaktewater of openbare RWA. Bij afwatering van verhardingen die aanleiding kunnen geven tot verontreiniging dient deze afwatering gepaard te gaan met een specifieke zuivering. Verhardingen De aanleg van verhardingen dient zodanig te gebeuren dat het hemelwater de mogelijkheid krijgt om maximaal door te dringen in de ondergrond door afleiding van het hemelwater naar onverharde delen, of door het gebruik van waterdoorlatende materialen, tenzij dit vanuit andere regelgeving niet toegestaan is. Bij aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning dient te worden aangetoond dat de voorziene verhardingen functioneel noodzakelijk zijn. De functie, materiaalomschrijving en de waterberging moeten duidelijk weergegeven worden. Brandveiligheid Er dient steeds rekening te worden gehouden met de richtlijnen van de brandweer betreffende de bereikbaarheid van de gebouwen. Brandwegen of voorzieningen voor brandveiligheid zijn steeds toegelaten in het volledige plangebied. 26 IOK plangroep Kasterlee - RUP zonevreemde verenigingen - voorschriften

33 RUP 06 Centrumzone voor sportinfrastructuur Boekweitbaan 6.2 Specifieke voorschriften Toelichting bij de verordenende voorschriften Art. 1 Zone voor openluchtrecreatie Bestemming onderhavige bestemming valt onder de gebiedscategorie recreatie Deze bestemming valt onder de gebiedscategorie recreatie. De VLAREMafstandsregels zijn hier niet van toepassing, ook niet ten opzichte van de aanwezige landbouw binnen het gebied, gezien het uitdrukkelijk niet om verblijfsrecreatie gaat. Binnen deze zone wordt ruimte geboden voor het behoud van bestaande openluchtrecreatieve activiteiten en de herlokalisatie van andere openluchtrecreatieve activiteit die niet te plaatse kunnen blijven. Deze zone is bestemd voor lokale openluchtrecreatieve activiteiten.en bijhorende infrastructuur. De openluchtrecreatieve activiteiten dienen een lokaal karakter te hebben en mogen geen hinder veroorzaken voor de omgeving. Geluidsintensieve sporten zijn niet toegestaan. Binnen deze zone kunnen openluchtrecreatieve activiteiten toegelaten worden, met een beperkte infrastructuur in functie van het verenigingsleven. Bij de inrichting van het plangebied moet rekening gehouden worden met type van sportactiviteiten en (toekomstige) omliggende bewoning. Geluidsintensieve sporten zijn niet toelaten. Onder geluidsintensieve sporten worden gemotoriseerde sporten verstaan. Jaarlijks worden, in de zomervakantie, een 5-tal pony- en paardenkampen georganiseerd op het terrein van de Lustige Dravers. De huidige behoefte, op het moment van goedkeuring van het RUP bedraagt ongeveer 4,4 ha. De maximale in te vullen zone komt neer op een invulling van ongeveer 4,7 ha. De vergunningaanvrager toont de behoefte aan. Binnen de zone mogen paard- en ponykampen met overnachting georganiseerd worden in functie van de in de zone aanwezige verenigingen. De zone van artikel 1 wordt, eventueel gefaseerd, ingevuld in functie van de reële behoefte. Inrichting en beheer Kasterlee - RUP zonevreemde verenigingen - voorschriften IOK plangroep 27