Alphenaanaenþ. . VeiligheidsregioHollands-Midden

Transcriptie

1 Alphenaanaenþ Colleges van B&W van de gerneenten in het samenwerkingsgebied Hollands-Midden Stadhuìsplein I Psstbus I AA Alphen aan den Rijn lelefoon: l Fax: (01 72) gemeente@alphenaandenrijn.nl Webs te: www,alphenaandenrijn.nl Uw kenmerk Uw brief van Ons kenmerk zat5{7399 'l 9 februari 20 t 6 lnlichtingen bij De heer M. Roelands Doorkiesnurnmer Tel: {0'f 72, Afdeling Financiën Onderwerp Financiële kaderstell ing gemeenschappel,j ke regelingen Hollands-Midden voor begrotingen Geacht college, Hierbij treft u de brief aan die ik namens het financieel overleg van gemeenten in Hollands-Midden heb verzonden aan onderstaande gemeenschappe:uke regelingen/openbare lichamen in Hollands-Midden:. VeiligheidsregioHollands-Midden Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland. RegioHollands-Midden. OmgevingsdienstWest-Holland. OmgevingsdienstMidden-Holland r Regionale Dienst Openbare GezondheidszorglGGD. Belastingsamenwerking Gouwe-RUnland Deze aan de gemeenschappelijke regelingen verzonden brief bevat de "Financíële kaderstelling voor de begrotingen 2017 van de gemeenschappelijke regelingen in de regio Hollands- Midden". Deze kaderstelling is in het bestuurlijk overleg van I6 december 2015 vastgesteld. Financiële kaderstellin g 2Ol 7 Samengevat luidt de financiële kaderstelling voor 2017 als volgt: l. Voortzetting van de systematiek van financiële kaderstelling voor de begrotingen , waarbij de methode van bepaling van de indexering ongewijzigd blijft en de methode voor bepaling van de taakstelling wordt bijgesteld. 2. De taakstelling wordt gekoppeld aan de trendmatige ontwikkeling van het Gemeentefonds voor het eerste begrotingsjaar en de 3 hierop volgende jaren, waarbij pas bü een gemiddelde krimp van het Gemeentefonds boven het drempelpercentagevan circa 2!6 per 7Þarsprake zal zijn van een taakstell ng voor de gemeenschappelijke regelíngen.

2 2O I 9 februari De indexering voor bedraagt 0,75% t.o.v. 20.l6. 4. De nacalculatie van de indexering voor 2016 is hierin verwerkt. 5. De uniforme taakstelling voor alle gemeenschappelüke regelingen als aandeel in de neergang van het Cemeentefonds in bedraagt 0,00% t.o.v De Algemene Reserves van de gemeenschagpelijke regelingen blijven in beginsel gemaxímeerd op de standen per 0l (inclusief resultaatbestemming 2012) Proces De financiële kaderstelling voor 2017 is op l6 december 2015 op hoofdlijnen besproken en vastgesteld in het bestuurlìjk financieel overleg van gemeenten in Hollands-Midden. ln de maand januari 2016 heeft nog een nadere afstemmingsronde met de individuele gemeenten plaatsgevonden. Deze nadere afstemmingsronde heeft niet tot bijstellingen van het op l6 december vastgestelde kader geleid. Evaluatie en aanpassingen van het instrument van fínanciële kaderstelling Met de "Financiële kaderstellir:g" hebben de gemeenten in Hollands-Midden sinds 2010 een Ínstrument om hun bijdragen aan gemeenschappelijke regelingen jaarf ijks op een vaste wijze aan te passen aan de inflatie en aan de veranderingen in hun eigen financiêle situatie ten gevolge van ríjksbezuinigingen, Vorige jaar leek met ingang van 20,l 7 een einde te komen aan de jarenlange krimp van het Gemeentefonds. Dit was aanleiding om de vraag te stellen in hoeverre in de toekomst nog behoefte aan dit nstrument zou bestaan. De ambtelijke werkgroep heeft in 20.l5 de werking van het instrument geëvalueerd. Als onderdeel van de evaluatie is gesproken met de controllers van de gemeenschappelijke regelingen. Uit de evaluatie blijkt waardering voor het instrument voor wat betreft het op een voorspelbare en eenciuidige wuze geven van duicleiijkheici over de toe te passen prijsinciexatie. Dat met het instrument tevens op een voorspelbare en eenduidige wijze een bijdrage wordt gevraagd voor de gevolgen van de rijksbezuinigingen bij de gemee ten wordt geaccepteerd. Wel geeft het merendeel van de gemeenschappelijke regelingen het signaal af geen ruimte meer te zien voor nieuwe algemene taakstellingen. De uitkomsten van deze evaluatie vormen voor het bestuurlijk financieel overleg voldoende aanleiding om het nstrument naar de toekomst toe voort te zetten. Op twee punten wordt het instrument bijgesteld: Streven naar financiële rust in de relatie met gemeenschappelijke regelingen Een mogelijke taakstelling is nu gekoppeld aan het groei- of krimpcijfer van het Gemeentefonds voor het eerstkomende jaar. Dit cijfer verandert echter per Gemeentefonds-circulaire. Om de onrust die uitgaat van deze schommelingen zoveel mogelijk buiten te sluiten kijken we in het vervolg naar de gemiddelde ontwikkeling van het Gemeentefonds in de eerstkomende vier jaren.

3 Atphen aanaerfu;n Ons kenmerk I 9 februari Daarbij willen we niet iedere schommeling in het Cemeentefonds laten leiden tot een bijstellíng van de gemeentelijke bijdragen. Om dit te bereiken hanteren we in de toekomst drempelpercentage van circa 2% per jaar. Die 2% per jaar is dus geen hard grensgetal. Dit voorbehoud maken we explíciet met als doel altijd op basis van de dan geldende s tuat e, in de geest van dit instrument te kunnen handelen. Jaarlijks beoordeelt de bestuurlijke klankbordgroep, uiteraard alleen wanneer sprake is van krimp van het Gemeentefonds in de eerstkomende vier jaren, of deze krimp van een dusdanige omvang is dat een bijdrage van de gemeenschappelijke regelingen hierin op zijn plaats zouzijn. Uitgaande van het richtgetalvan gemíddeld2% per jaar, zal hier in het geval de totale krimp over de vierjaars periode - bijvoorbeeld - 7,9% (dus gemiddeld 1,98% per jaar) bedraagt veel eerder sprake van zijn, dan wanneer deze - ook weer als voorbeeld - 3,4%(dus gemiddeld A,85oÁ perjaar) bedraagt. \ I I I I lndien de bestuurlijke klankbordgroep van oordeel is dat een nieuwe taakstelling op zijn plaats is, zal zij dit ter goedkeuring voorleggen aan het bestuurlijk financieel overleg van gemeenten in Hollands-Midden. Gezamenlijk trap-af betekent niet gezamenlijk trap-op De afgelopen jaren hebben de gemeenschappelijke regelingen via dit instrum nt een bijdrage geleverd aan het opvangen van de gevolgen van de rijksbezuinigingen bij de gemeenten. Dit samen "trap-af gaan betekent echter niet dat de gemeenschappelijke regelingen bij een groeíend Gemeentefonds via dit instrument ook samen "trap-op" gaan. Afgezien van de jaarlijkse compensatie voor prijsstijgingen kunnen de gemeentelijke bijdragen aan een gemeenschappelijke regeling alleen stijgen als het betreffende Algemeen Bestuur een specifiek besluit daarover neemt (buvoorbeeld ter compensatie van een hogere kwaliteit en/of omvang van de dienstverleníng). Een dergelijk besluit komt echter nooit voort uit de werking van dit instrument. Proces kaderstelling 2Ol I Het streven is om de financiële kaderstelling voor de begrotingen voor 2018 uiterlijk 30 november 2016 vast te stellen eî te communiceren, Om dit te bereiken zullen in maart 2016 de benodigde ambtelijke en bestuurlijke overleggen die daarvoor nodig zijn, worden ingepland. Met vriendel namens het ancieel gemeenten in Hollands-Midden, M.H r ouder van Alphen aan den RUn Bijlage: brief met kenmerk 2016/7332 gestuurd aan de Dagelijks Besturen

4 Atphenaan *k" Dagelijks Besturen van de Gemeenschappelijke Regelingen in de regio Hollands-Midden Ter attentie van de secretar s Stadhuisplein I Postbus I AA Alphen aar den Rijn Telefoon: l Fax: (01 72) gemeente@alphenaandenrijn,nl \ yebsite: rün.nl Uw kenmerk Uw brief van Ons kenmerk 2O I 9 februari lnl cht ngen bu De heer M. Roelands Doorkiesnummer rþl: (0172) Afdeling Financiën Onderwerp Fínanciële kaderstelling gemeenschappelijke regelingen Hollands-Midden voor begrotingen Geacht Bestuur, Met de "Financíële kaderstelling gemeenschappelijke regelingen" beschikken de gemeenten in de regio Hollands-Midden sinds 2010 over een gedragen instrument om met alle gemeenschappeluke regelingen waarin zij deelnemen uniforme afspraken te maken over indexeríng en algemene taakstelling voor de op te stellen begrotingen. Deze brief informeert u over de financiële kaderstelling voor uw begroting2oit-2o20 zoals deze op ì 6 december 2015 in het bestuurlijk financieel overleg van gemeenten in Hollands- Midden is vastgesteld. Same Financiële kaderste 2017 l. Voortzetting van de systematiek van financiële kaderstelling voor de beerotingen OZA, waarbij de methode van bepaling van de indexering ongewijzigd blijft en de methode voor bepaling van de taakstelling wordt bügesteld. 2. De taakstelling wordt gekoppeld aan de trendmatige ontwikkeling van het Gemeentefonds voor het eerste begrotingsjaar en de 3 hierop volgende jaren, waarbij pas bij een gemiddelde krimp van het Gemeentefonds boven het drempelpercentagevan circa 29íper iaar sprake zal zijn van een taakstelling voor de gemeenschappelfke regelingen. 3. De indexering voor 2017 bedraagta,ts% t.o.v. 20t 6. De nacalculatie van de indexering voor 20'16 is hierin ve " verkt. 4. De uniforme taakstelling voor alle gemeenschappelijke regelingen als aandeel in de neergang van het Gemeentefonds in bedraagt 0,00% t.o.v De Algemene Reserves van de gemeenschappelijke regelingen blijven in beginsel de standen r Ol -0t (inclusief resultaatbestemml 20r

5 l9 februari 2Ol6 2 ln de bijlagen bij deze brief zíjn achtereenvolgens een volledige beschrijving van de financiêle kaderstelling en een toel chting op de totstandkoming van de hierin voor 20I7 opgenomen percentages opgenomen. Met vriendeljke g namens het overleg in Hollands-Midden, M. r van Alphen aan den Rijn

6 Dalum I 9 februari Bijlage l: Financiële kaderstelling voor de begrotingen O2O NR KADËRST I.I-INC 2OI6 wlrztcil,tc t(adelstft ung 2ot 7 A.l INDEXERING De indexering te baseren op de publicatie van de nominale ontwikkeling (gebaseerd op het 8BP uit de MEÐ in de Septembercirculaire (t-2) van het nieuwe begrotingsjaar. Ongewíjzigd. Het indexcijfer BBP voor in de Septembercirculaire bedraagt 0,50%. 2 Ðe índexering toepassen op de bijdrage per inwoner of een ar:dere van toepassing zijnde verrekengrondslag- 3 De indexerirg op basis van de vastgestelde index BBP voor begroting jaar {t) op basis van de Septembercirculaire (t-l ) na te calculeren per bijdrage inwoner of een andere van toepassing zijlde verrekengrondslag en deze nacalculalie te yerwerk n in de indexering voor begroting (t+l ). Ongewijzigd. Ongewijzigd Het indexcijfer BBP voor 2016 in de Septembercirculaire 2Ol 5 bedraagt,3096. Voor 2016 is in de kaderstelling 2016 een indexering toegepast van 0,75%. De nacalculat e van leidt derhalve tot een correcti van de index voor 2017 uan (l,00% -l- O,75%:) +0,25% De toegestane indexering voor komt daarmee uit op (0,50ñ + 0,25% :ra,75% 4 De meerjarenraming bij voorkeur op te stellen op bas s van contante prijzen. 5 lndien de gemeenschappelüke regeling zijn meerjarenraming in lopende pruzen opstelt, de gemeenschappelijke regeling te verzoeken ter informatie ook een overzicht van de meerjarenraming te leveren op basis van contante prijzen. Ongewijzigd Ongewijzigd.

7 februari NR B 6 KADÊRSTELUNG 2OI6 TAAKSTELUNC De gemeenschappelijke regelingen een uniforme taakstell ng mee te geven ten opzichte van de meerjarenraming 20ì $/uztgrng KADERSTELLING 2Ol 7 De gemeenschappelijke regelingen een uniforme taakstell ng mee te geven ten opzichte van de meerjarenraming O2O. De taakstelling wordt alleen geëffectueerd bij een venrvachte * in de betreffende 4- jaarsperiode - gemiddelde jaarlijkse krimp van het Gemeentefonds van circa2%per iaar o1 meer. Bij een gemiddelde jaarlijkse krimp van het Gemeentefonds van círca2% per jaar of meer wordt een nieuwe algemene taakstelling voor de begroting (t) opgelegd ter grootte van het reële krimppercentage van de Algemene Uitkering in jaar (t). Nieuw m.i.v is dus de introductie van en drempel percentage. De toevoegin g van " circî beoogt aan te geven dat deze drempel van 2% perjaargeen absoluut gegeven is. 7 De taakstelling bedraagt voor de begroting ,34% ten opzichte van 2Ol 5. Deze 2% is een richtgetalt, dat de bestuurlijke klankbordgroep jaarlijks hanteert bij haar beoordeling van of de gemeenten te maken hebben van een materiëte achteruitgang van het Gemeentefonds, waarvoor een bijdrage van de gemeenschappeluke regelingen aan deze achteruitgang - indachtig de uitgangspunten van dit nstrument - op zijn plaats is. De taakstelling bedraagt voor de begroting ,0096 ten opzichte van I ln het theoretische geval dat de totale krimp van het Gemeentefonds over 4 jaar blvoorbeeld 7,9% zou bedragen, zou bij het hanteren van e n absolu?e drempel van gemiddeld 296 of meer per jaar geen bijdrage van de gemeenschappelijke regelingen aan deze a hteru tgang van het Gemeentefonds gevraagd kunnen worden. Dit terwijl 7,9% over vier jaar toch zeker als materieel (wezenlijk) aangemerkt kan worden. Door te stellen dat voor het drempelpercentage wordt u tgegaan van een richtgetat, beoogt het bestuurlijk financieel overleg te voorkomen dat door een te rigide formulering van deze kaderstelling niet in de geest van dit instrument gehandeld kan worden.

8 I 9 februari Slad 5 NR I KADERSTELUNG 2OI6 Vanaf 2017 laat het Gemeentefonds o.b.v. de Septembercirculaire 20.l 4 een reële ontwikkel ng van + I,0096 in 2O17, +1,57% in 2018 er +3,219/' in 2019 zíen. Najaren van "trap-afl, laten de prognoses een periode van "trap-op" zien. Dit is een trendbreuk met het oog op de grondgedachte acht r deze regel i ng: gemeenschappelijke regelingen een evenredige büdrage te laten leveren aan de verwachte neergang van het Gemeentefonds. Vanaf voorzien we nu t.o.v op basis van de huidige circulaires en de voorliggende kaderstelling geen nieuwe taakstellingen. Voorgesteld wordt de voor 2017 gepfande evaluatie van deze Financiële kaderstelling gemeenschappelüke regelingen te vervroegen naar 201 5, om ten behoeve van de kaderstelling voor 2O binnen de regio aangepaste kaderstelling te!.zake vast te kunnen stellen. LYUZTGTNG KADERSTËLUì{G 20: 7 Het mechanisme binnen de financiële kaderstelling waarbij de omvang van de financiële bijdragen van gemeenten aan gemeenschappelijke regelingen zijn gekoppeld aan de algemene, reële ontwikkeling van het Gemeentefond s blijft gehandhaafd. U t de in uitgevoerde evaluatie blijkt de fi nanciële kaderstelli ng:. een gewaardeerd instrument te zun voor het geven van duidelijkheid over de toegestan indexatie;. een geaccepteerd instfument te zijn voor het doorvoeren van algemene taakstellingen als bijdrage aan het opvangen van krimbende financiële kaders bij gemeenten. Wel ziet het merendeel van de gemeenschappelijke regelingen geen ru mte meer yoor nieuwe algemene taakstellingen. Met de introductie van een drempelpercentage voor de inwerk ngtreding van een nieuwe taakstelling wordt de werking van het instrument m t h t oog op de gebleken volatiele ontwikkeling van het Gemeentefonds gedempt om daa:'mee fìnanciële rust r.ht ng de gemeenschappelijke regeliagen te kunnen bieden. Pas bij een materiële (wezenlijke) achteru tgang van het Cemeentefonds van gemiddeld circa 2Í6 per jaar of meer over de voorliggende vierjaars periode wordt weer een bijdrage van de gemeenschappeluke regelingen gevraagd. Opwaartse aanpassingen ("trap-op?') van ge meentelijke bijdragen aan gemeenschappelijke regelingen anders dan u t hoofde van de vaststelling van de toegestane pruscompensat e vallen buìten de scope van dit instrument. Opwaartse aanpassingen van de gemeentelijke bijdragen kunnen alleen voortkomeî uit specifieke besluitvorming hierover in de afzonderlijke Algemeen Besturen van de GRen.

9 2O I 9 februari NR I(ADEßSTËIJNG 2OI6 ÌruacrNc KADERSTELLTì G Z0l 7 9 9e taakstelling is van toepassing op de bijdrage per inwoner of een andere verrekengrondslag zoals kostprijs product of uurtarief. Ongewijzigd. '10 Het gaat om een reële verlaging van de bijdrage, dus onder verrekening van de prijsontwikkelíng op basis van de index BBP en taakwijziging. OngewUzigd c IMPLEMENTATIE & RAPPORTAGE 1t Aan de gemeenschappelijke regeling te verzoeken zelf aan te tonen hoe de taakstell ng gerealiseerd kan worden. OngewUzÍgd 12 De bezuinigingslijn is standaard. lndien een gemeer:schappelijke regeling een zwaarwegende reden heeft om deze taakstelling niet haalbaar of reëel te achter:, doet zij hiervan een actieve melding in het bestuur van de gemeenschappelïke regeling De uit- ondering vraagt dus om bewijsvoering. Ongewijzigd De gemeenschappeluke regeling meldt uiterlijk 3l januari van {t-l) aan de deelnemers of zij de taakstelling voor begroting jaar (t) gaat realiseren in de komende begroting. l3 ln het geval dat de gemeenschappelijke regeling de taakstelling geheel of gedeeltelijk niet kan realiseren, geeft zij dit gernotiveerd aan. Deze financiële kaderstelling gemeenschappelijke regelingen is zonder uitzondering op tenm nste onderstaande gemeenschappelüke regelingen in de regio Hollands-Midden van toepassing: o VeiligheidsregioHollandsMldden SamenwerkingsorgaanHolland- RUnland o lntergemeenteluk Samenwerkingsorgaan Midden-Holland Ongewijzigd, met dien verstande dat het lntergemeente I ij k Samenwerki ngsorgaan Midden-Holland is omgevormd tot de GR Regio Midden-Holland.

10 I 9 februari NR (ADERSTELLINC 2OI6 l,ylrzacrnc KADERSTELLTNC 20t 7. OmgevingsdienstWest-Holland. Omgev ngsdienstmidden-holland Regionale dienst Openbare gezondheidszorg/ccd BelastingsamenwerkingGouwe- Rlnland (BSGR) 14 De algemene reseryes van de gemeenschappelijke regelingen zijn gemax meerd op de standen per 0l {inclusief resultaatbestemming 2O1 2) - Een positief rekeníngresultaat vloeit terug naar de deelnerners. De afgemene resefves van de gemeensclappelijke regeli ngen zijn i n beg ín s el gemaximeerd op de standen per 0 l (inclusief resultaatbestemming 201 2'), Een pasitlef rekeringresultaat vloeit in beginsel terlg naar de deelnemers. t5 De gemeenschappelijke regelingen nemen in hun begrotíngen en jaarrekeningen een paragraaf op oyer de toepassing van het kader en de on rikkeling van het eigen verm09en. De toeyoeging van de "in begínsef beoogt alleer: aan te gev r dat dit instrumelt weliswaar een kader stelt aan de omvang van de algemene reserves en bestemming van mogelijke positieve rekeningres ultate n, maar dat de defìnítieye besluitvorming over reservevorming en bestemming van het rekeningresultaat b1ijft voorbehouden aan de afzonderlijke Algemeen Sesturen van de gemeenschappelijke regelingen. Ongewijzigd. De ambtelijke werkgroep stelt jaarlijks in maart een samenvattend overzicht op over de toepass ng van het kader bij de gemeenschappelijke regeli ngen.

11 2O l 9 februari Bijlage 2: Toelichting op de kaderstelling voor de begrotingen O2O Prijsontwikkeling ln de Septembercirculaire 20t 5 is de volgende prijsontwikkeling van het BBP weergegeven Tabel PrijsorÊwikkeling bn to binnenlands? odtttt 2o Prijsontwikkellns bbp lJ ?o19 0,8o/o 1,09o lz9io Vi%o lzofo Op basis van deze verwachte prüsontwikkeling zou de toegestane prüsindexatie voor ,5% bedragen. De kaderstelling corrigeert echter ook voor de juistheid van de voor het vorige begrotingsjaar afgegeven toegestane pr jsindexatie. Daarvoor verqel jken we het prijsindexclfer voor 2016 zoals deze vorig jaar aan de Septembercirculaire ontleend s met het prijsindexcijfer voor 2016 o.b.v. de huidige Septembercirculaire. ln de Septembercirculaire 2Ol4 werd de volgende prijsontwikkeling afgegeven: Tabel Prijsontwikkeling bruto binnetrlands product 2O14-2OL f}17 Prijsonbvíkkelins bbp '/rû/l IVro/ ï+o/o Vfla De prijsindexatae voor 20.l 6 valt dus A,25% hoger uit, zoals in onderstaande tabel is berekend: 2016 mg Bereken inder 20f 7 lndex o-b-v- rculaire % 0.50% lnder o.b.v. Financiãle kaderstsll r5tL Verschil 0_25% 0.25% 2{t1r 0.r5t tfzöío Yzolo De toegestane prijsindexatie voor o.b.v. deze kaderstelling bedraagt daarmee de eerder genoemde 0,5% over 2017 plus de correctie van +0,25% over 2016 ofwel: A,75%. De prijsindexatie voor 2017 bedraagt 0,7596 t.o.v De nacalculat e van de indexering voor 20I6 is hierin venryerkt.

12 l 9 februari I Ontwikkeling Gemeentefonds De reële ontwikkeling van het Cemeentefonds voor de periode 2O17-2A2A (o.b.v. Septembercirculaire 201 5) is hieronder weergegevenmstaties Gemeentefond üp en cumulatief wer de 2û : 2 Oreigende z0m3r o9 basie l0l7 ãlls 2llt g nstandhqudinq BTW+omoensdiefonds op het slþclurter onderwijshuisvesting zander 5 Koíing voor lagera egporæþkosten door oprchaling Oatwikkeling toe- vãn earial sitked ngs een hedel z oals inr aners, rnninçn. 0 û 0 0 vtn n 8TW olafond e mutalle bedr gt -fix 160?1? t54 Ême ntefonds bil beqi van het har t5, ã e ontwikkslinq GF o.6tr 1.03t 1.35r!.6?r ÀÉ rlndex BBP 0,5{Ì* 0.54n 0.5{tt 0.5{t* Ræh GF.7,17oû 0,6t % 0,t6% 1,12'1. Deze reële ontwikkel ng van het Gemeentefonds vormt gegeven het met ingang van 2O17 hanteren van een drempelpercentage van circa 2% pes jaar geen noodzaak voor het opleggen van een nieuwe algemene taakstelling voor de begrotingen 2O17 van de gemeenschappelijke regelingen. De uaiforme taakstelling als aandeel in een mogel Jk neerìflaanse (reêle) ontwikkellng van het Gemeentefonds voor bedraagt 0,009ú t.o.v