STOP4-7 Nederland Resultaten bij Entréa, Trajectum, Lindenhout en t Kabouterhuis
|
|
- Christian Pauwels
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 STOP7 Nederland Resultaten bij,, en t Kabouterhuis Inge Bastiaanssen Jenny Sijbers Jan Willem Veerman
2
3 STOP7 Nederland Resultaten bij,, en t Kabouterhuis
4 Praktikon maakt deel uit van de Stichting te Nijmegen en is gelieerd aan de bijzondere leeropdracht Speciale Kinder en jeugdzorg, die vanwege deze stichting is verbonden aan de Faculteit der Sociale Wetenschappen van de Radboud Universiteit Nijmegen en vervuld wordt door prof. dr. J.W. Veerman, hoofd van Praktikon. Praktikon Postbus HE Nijmegen tel praktikon@acsw.ru.nl fax Praktikon Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 9 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, en evenmin in een retrieval systeem worden opgeslagen zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van Praktikon. No part of this book/publication may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means without written permission from the publisher.
5 Inhoudsopgave. Inleiding 7. Toelichting bij resultaten 3. Respons 3. Probleemgedrag 5 5. Opvoedingsbelasting. Ouderlijk gedrag 3 7. Cliënttevredenheid 7 8. Behandelintegriteit Conclusie 37 Bijlage: Uitleg en formules gebruikte statistische concepten 3
6
7 . Inleiding In dit rapport worden de resultaten weergegeven van het onderzoek behorende bij de interventie STOP7 van het schooljaar In deze inleiding worden de interventie STOP7 en het bijbehorende onderzoek nader toegelicht. STOP7 (Samen Sterker Terug Op Pad van vier tot en met zeven jaar) is door vier samenwerkende instellingen, te weten in Nijmegen (instelling voor jeugdzorg, onderwijs en onderzoek), in Utrecht (instelling voor jeugdzorg), Praktikon in Nijmegen (organisatie voor onderzoek en ontwikkeling in de jeugdzorg, verbonden aan ) en het NJI (Nederlands Jeugd Instituut, het vroegere NIZW in Utrecht) een aantal jaren geleden gekozen als interventie om tijdig in te grijpen bij gedragsproblemen van jonge kinderen. De interventie is bedoeld voor kinderen van vier tot zeven jaar en hun opvoeders. Het gaat om kinderen met externaliserende gedragsproblemen en gedragsstoornissen (antisociaal gedrag), waarbij te denken valt aan ongehoorzaamheid, liegen, vechten, driftbuien en opstandig gedrag. Er is sprake van een coërcieve interactie (dwingrelatie) tussen ouders en kind, waardoor er geen gezagsrelatie ontwikkeld is. De ouders missen de opvoedingscompetenties om met het kind om te gaan en ervaren een hoge opvoedingslast. STOP7 is een multimodale interventie, wat wil zeggen dat zowel het kind, zijn of haar ouders en de leerkracht en eventueel pedagogisch medewerker van het kind een training krijgen. Deze benadering is gebaseerd op de sociaalleertheoretische inzichten van Patterson en zijn medewerkers en maakt gebruik van gedragstherapeutische technieken, zoals: zich houden aan regels, zelfcontrole, aanleren en versterken van sociale en probleemoplossende vaardigheden, door onder andere complimenten, privileges en muntjes. Ongewenst gedrag wordt verzwakt door middel van negeren, timeout en het ontnemen van privileges en muntjes. De nadruk ligt hierbij op een positieve benadering. De kinderen komen tien weken lang één dag in de week bij elkaar waar bovengenoemde vaardigheden op een speelse manier in een groepje van zes tot tien kinderen door twee (daartoe getrainde) trainers worden bijgebracht. Parallel aan de kindtraining nemen de ouders deel aan een oudertraining die tevens bestaat uit bijeenkomsten. De ouders leren via modeling (observeren van de kindtraining) en via gedragsmodificatie het gedrag van hun kind te sturen. Positieve betrokkenheid, positief bekrachtigen, het stellen van regels en toezicht houden zijn hierbij belangrijke aan te leren vaardigheden. De leerkrachttraining kent vier bijeenkomsten, richt zich op dezelfde vaardigheden als de oudertraining en gaat bovendien in op de communicatie tussen ouders en leerkracht. In een handboek staan alle sessies uitgeschreven en wordt de interventie ook theoretisch onderbouwd. STOP7 is opgenomen in de databank effectieve jeugdinterventies van het NJI als een veelbelovende interventie. Momenteel wordt de interventie opnieuw beoordeeld voor het predicaat doeltreffend. De Mey, W., Messiaen, V., Van Hulle, N., Merlevede, E., & Winters, S. (005). Samen sterker Terug Op Pad. Een vroegtijdige interventie voor jonge kinderen met gedragsproblemen. Amsterdam: SWP. 7
8 Sinds het najaar van 00 zijn nog twee jeugdzorginstellingen in Nederland de interventie gaan uitvoeren; (Amsterdam/Hoofddorp) en (Gelderland). Samen met en die de interventie al enige tijd uitvoeren, Praktikon, de organisatie die het effectonderzoek uitvoert, en de uit België afkomstige ontwikkelaar van de STOP7 interventie hebben betrokkenen zich verenigd in STOP7 Nederland. Dit is een samenwerkingsverband dat is opgericht teneinde de kwaliteit van STOP7 te bewaken en de methodiek verder te ontwikkelen. In het kader hiervan is effectonderzoek ingebouwd in de uitvoering van de interventie. Een instelling die de STOP7 interventie uit wil gaan voeren en zich wil aansluiten bij STOP7 Nederland dient gecertificeerd te worden. Daarvoor moeten instellingen voldoen aan bepaalde voorwaarden, zoals participatie aan effectonderzoek, landelijke werkgroepbijeenkomsten, en eisen t.a.v. (voor)opleiding van STOP7 medewerkers 3. In september 008 heeft STOP7 Nederland haar vijfjarig bestaan gevierd en de vijfjarige samenwerking met de Vlaamse ontwikkelaars van het programma middels een studiedag voor alle Nederlands en Vlaamse medewerkers. Het STOP7 onderzoek wordt sinds 003 uitgevoerd bij en bij. Tussen februari 003 en juni 00 zijn bij acht en bij zeven trainingen afgerond. De resultaten van dit onderzoek zijn te vinden het tabellenboek en een eerste artikel verschijnt in 009 in het tijdschrift Kind en Adolescent 5. Het onderzoeksdesign bestaat uit een voormeting, nameting en na zes maanden een followup. Aan ouders, leerkrachten en eventueel pedagogisch medewerkers zijn voorafgaande aan de eerste bijeenkomst (voormeting), bij de laatste bijeenkomst (nameting) en zes maanden na de laatste bijeenkomst (followup) vragenlijsten toegestuurd of meegegeven. De vragenlijsten zijn de Child Behavior Checklist (CBCL/ 8), Teacher s Report Form (TRF/8) 7, De verkorte versie van de Nijmeegse Ouderlijke Stressindex (NOSIK) 8, en een voor STOP7 verkorte versie van de Schaal Ouderlijk Gedrag voor kinderen tot 8 jaar (SOG/8 9 ), genaamd de SOG/7. De scores op de gebruikte vragenlijsten worden vergeleken met die van normgroepen. De vragenlijsten worden tijdens de interventie benut door de resultaten bij aanvang en bij einde van de interventie terug te bespreken met ouders. 3 Zie ook de folder voor instellingen, op te vragen bij STOP7 secretariaat Nederland (De Waarden Postbus MB Nijmegen, tel. 0 38, m.sluitman@dewaarden.nl). De Meyer, R.E., Brussel, A. van, Duijvenbode, A. van Veerman, J.W. (007). Resultaten STOP7. Tabellenboek trainingen Nijmegen: Praktikon. 5 Brussel, A. van, De Meyer, R. & Veerman, J.W. (00). Evaluatie van een Multimodale behandeling voor kleuters met ernstige gedragsproblemen (ingediend bij Kind en Adolescent). Verhulst, F.C., Ende, J. van der, & Koot, H.M. (99). Handleiding voor de CBCL/8. Rotterdam: Erasmus Universiteit/Afdeling Kinder en jeugdpsychiatrie, Sophia Kinderziekenhuis. Achenbach, T.M. & Rescorla, L.A. (00). Manual for the ASEBA schoolage forms & profiles. Burlington. VT: University of Vermont, Research Center for Children, Youth & Families. 7 Verhulst, F.C., Ende, J. van der, & Koot, H.M. (997a). Handleiding voor de TRF. Rotterdam: Erasmus Universiteit/Sophia Kinderziekenhuis, Afdeling Kinder en Jeugdpsychiatrie. Achenbach, T.M. & Rescorla, L.A. (00). Manual for the ASEBA schoolage forms & profiles. Burlington. VT: University of Vermont, Research Center for Children, Youth & Families. 8 Brock, A.J.L.L. de, Vermulst, A.A., Gerris, J.R.M., Abidin, R.R. (99). NOSI: Nijmeegse Ouderlijke Stress Index. Lisse: Swets & Zeitlinger. Brock, A.J.L.L. de, Vermulst, A.A., Gerris, J.R.M., Veerman, J.W., Abidin, R.R. (003). NOSI: Nijmeegse Ouderlijke Stress Index. Vragenlijst experimentele nieuwe versie Nijmegen: Katholieke Universiteit Nijmegen, sectie Orthopedagogiek Gezin & Gedrag. 9 Van Leeuwen, K. (00). Beknopte Handleiding voor het praktisch gebruik van de Schaal Ouderlijk Gedrag (SOG). Vakgroep Ontwikkelings en Persoonlijkheidspsychologie Universiteit Gent. Voor STOP7 is de vragenlijst ingekort tot 5 schalen die van toepassing zijn op de vaardigheden die in de oudertraining worden getraind. Deze speciaal verkorte versie heeft de SOG7. 8
9 Bij de laatste bijeenkomst wordt ouders tevens gevraagd de BESTE (Beoordelingsschaal voor Tevredenheid en Effect) in te vullen. Hetzelfde wordt de leerkrachten (en pedagogisch medewerkers of andere professionals) gevraagd na de leerkrachttraining (of netwerktraining). Naast de vragenlijsten die door ouders worden ingevuld, verzamelen de trainers ook gegevens over de mate waarin het programma wordt uitgevoerd zoals bedoeld (behandelintegriteit). De behandelchecklist is een behandelintegriteitstoets om na te gaan of de beoogde inhoud van de verschillende bijeenkomsten van STOP7 is gerealiseerd. Er is een behandelchecklist voor zowel de kind, ouder, als leerkrachttraining. De checklisten worden na elke sessie van de kind, ouder en leerkrachttraining ingevuld door de betreffende trainers. Op deze checklisten kan per bijeenkomst worden aangegeven welke onderdelen zijn behandeld (zoals beschreven in het handboek). Daarnaast kunnen de trainers zelf de bijeenkomsten beoordelen middels een rapportcijfer. Het handboek beschrijft de kind en oudertraining als bestaande uit bijeenkomsten en de leerkrachttraining als bestaande uit bijeenkomsten. In deze bijeenkomsten dienen respectievelijk 0 (kindtraining), 50 (oudertraining) en 39 (leerkrachttraining) onderdelen aan bod te komen. Deze aantallen fungeren als norm. Als aanvulling op de behandelchecklisten wordt het Formulier Einde Training door de trainers ingevuld. Het Formulier Einde Training gaat na of instellingen voldoen aan de certificeringseisen voor STOP7. Er wordt onder andere nagegaan hoeveel huis en schoolbezoeken er hebben plaatsgevonden, hoeveel trainers er per kind, ouder en netwerktraining aanwezig waren, uit hoeveel bijeenkomsten de kind, ouder en leerkrachttraining bestonden en hoeveel bijeenkomsten de kinderen, (ten minste één van de) ouders en leerkrachten hebben bijgewoond. De Meyer, R.E., Jansen, J., Veerman, J.W. (00). Handleiding beoordelingsschaal tevredenheid en effect (BESTE). Nijmegen: Praktikon, KUN, ACSW. Bastiaanssen, I.L.W., Duijvenbode, A. van, veerman, J.W., (00). BESTE STOP7 versie voor ouders en versie voor leerkrachten. Nijmegen: Praktikon. Bastiaanssen, I.L.W., & Duijvenbode, A. van (007). Checklist kind, ouder en leerkrachttraining STOP7. Nijmegen: Praktikon. Bastiaanssen, I.L.W., & Sijbers, J.M.C. (007). Formulier einde training STOP7. Nijmegen: Praktikon. 9
10
11 . Toelichting bij resultaten Van september 007 tot augustus 008 (schooljaar ) hebben instellingen samen 3 maal de STOP7 trainingen uitgevoerd, daarbij zijn totaal 9 kinderen, (één van of beide) ouders en hun leerkrachten geholpen. Twee locaties van (Nijmegen en Tiel) hebben beiden twee maal de interventie uitgevoerd. heeft twee maal de interventie uitgevoerd. heeft éénmaal de interventie uitgevoerd. En het Kabouterhuis heeft op vier locaties samen maal de interventie uitgevoerd (Amsterdam West twee maal, Amsterdam Noord maal, en Amsterdam Zuid/Zuidoost en Hoofddorp ieder éénmaal). In dit tabellenboek worden de resultaten weergegeven van de trainingen per instelling, plus het totaal behaalde resultaat van de instellingen samen. Ten tijde van het schrijven van dit tabellenboek waren followup gegevens van deze trainingen nog niet compleet. Om die reden worden followup gegevens over langere tijd verzameld en eens per 3 jaar gerapporteerd. Hoe nu de belangrijkste uitkomsten in dit tabellenboek te lezen? De opbouw is als volgt. De kern van de gerapporteerde resultaten wordt gevormd door het geconstateerde beloop in probleemgedrag (gemeten met CBCL en TRF), in opvoedingsbelasting van ouders (gemeten met de NOSIK) en in ouderlijk gedrag (gemeten met de SOG). In de diverse tabellen staan de gemiddelde groepsgegevens per training weergegeven in deviatiescores 3 met de bijbehorende effectgroottes (ES = Effectsize). Bij de tabellen wordt een interpretatiekader weergegeven, plus in tekst een samenvatting van de belangrijkste bevindingen die uit de tabel te lezen zijn. Naast het beloop van probleemgedrag, opvoedingsbelasting en ouderlijk gedrag wordt tevens de mate van cliënttevredenheid weergegeven middels de resultaten van de BESTE die door ouders en leerkrachten is ingevuld. In elke tabel worden de uitkomsten van vergeleken met de eerder behaalde uitkomsten ( ). Deze laatste fungeren dan als norm of benchmark. In het laatste hoofdstuk worden een aantal gegevens weergegeven aangaande de behandelintegriteit, oftwel: is de STOP7 interventie door de diverse instellingen ook uitgevoerd zoals bedoeld? De resultaten die in dit effectrapport gepresenteerd worden over de aard ernst van de opgroei en opvoedproblemen dienen met voorzichtigheid geïnterpreteerd te worden omdat de statistische analyses gebaseerd zijn op kleine aantallen. Kleine aantallen kunnen tot gevolg hebben dat de score van één cliënt meer of minder de gerapporteerde scores aanzienlijk beïnvloeden. Dit betekent ook dat de representativiteit van de in dit rapport gepresenteerde uitkomsten (nog) niet gewaarborgd zijn. Een respons van minimaal 0% is nodig om op groepsniveau enige zeggingskracht te krijgen, een respons van 80% waarborgt zeker de representativiteit van de gegevens. Het tabellenboek begint dan ook met een tabel waarin de respons per instelling en per vragenlijst is 3 Statistische termen zoals deviatiescores, effectgroottes en betrouwbare veranderingsindex worden direct na deze inleiding en in de bijlage nader toegelicht. Strikt genomen kan pas over effecten gesproken worden als aangetoond is dat de hulp (in dit geval de STOP7 interventie) de positieve verandering veroorzaakte. Dit is in het onderzoek niet aangetoond. Daarom spreken we in deze toelichting niet van effecten maar van veranderingen. 5 Het gaat hierbij om 5 trainingen waar in totaal 59 kinderen, hun ouders en hun leerkrachten deelnamen. Samen met de 9 kinderen uit het schooljaar namen tot nu toe 5 kinderen deel aan STOP7.
12 weergegeven. Ook hier worden de uitkomsten vergeleken met die uit eerdere jaren van onderzoek.
13 3. Respons Tabel 3.. Respons (%) op de vragenlijsten per instelling periode Instelling Lijst Aantal trainingen N 7 Voormeting Nameting Voor en nameting CBCL ouder 5 85.% (5) 7.% (98) 58.% (85) CBCL ped mwer % () 77.8 % () 55.% () TRF % (3).3% (99) 5. % (90) NOSI(K) 5 8.% () 9.% () 59.% (87) SOG % (99).8% (8) 8.% (3) BESTE ouder % (9) BESTE leerkracht % () CBCL ouder 95,% (0) 85,7% (8) 8% (7) CBCL Ped. Medewerker,7% (),7% () 33,3% () TRF 90,5% (9) 95,% (0) 90,5% (9) NOSIK 90,5% (9) 85,7% (8) 7,% () SOG7 95,% (0) 85,7% (8) 7,% () BESTE ouder 90,5% (9) BESTE leerkracht 95,% (0) CBCL ouder 5 73,3% () 0,0% (3) 0,0% (3) TRF 5 53,3 % (8) 0,0% (0) 0,0% (0) NOSIK 5 80,0% () 0,0% (3) 0,0% (3) SOG7 5 80,0% () 0,0% (3) 0,0% (3) BESTE ouder 5 0,0% (3) BESTE leerkracht 5 0,0% (0) CBCL ouder 7 0% (7) 0% (7) 0% (7) TRF 7 7,% () 8,% (),3% () NOSIK 7 0% (7) 0% (7) 0% (7) SOG7 7 0% (7) 0% (7) 0% (7) BESTE ouder 7 0% (7) BESTE leerkracht 7 7,% () t Kabouterhuis CBCL ouder 9 98% (8) 7,% (35) 5,3% (3) TRF 9 0% (9) 5,3% (3) 5,3% (3) NOSIK 9 7,% (35) 7,% (35) 5,0% (5) SOG7 9 77,% (38) 7,% (35) 53,% () BESTE ouder 9 5,3% (3) BESTE leerkracht 9,% (30) respons CBCL ouder % (8) 8,5% (3),% (59) TRF ,% (80) 7,% () 5,5% (5) NOSIK ,3% (73) 8,5% (3) 55,% (5) SOG ,% (77) 8,5% (3) 5,5% (5) BESTE ouder 3 9,3% () BESTE leerkracht ,7% (5) Aantal trainingen waarbij desbetreffende vragenlijst is afgenomen. 7 Aantal deelnemers die desbetreffende vragenlijst hebben ontvangen. De verschillen in aantallen worden verklaard doordat a) alleen een deel van de kinderen van Nijmegen een pedagogisch medewerker als informant hebben, b) is gestart met enkel TRF, en vervolgens hun onderzoeksset hebben uitgebreid met CBCL en NOSIK en als laatste de SOG7, en C) de BESTE vragenlijsten pas later deel zijn gaan uitmaken van het onderzoek, eerst die voor ouders en pas vanaf schooljaar die voor leerkrachten. 8 Alleen laat pedagogisch medewerkers van de dagbehandeling waar het kind tevens is opgenomen de CBCL vragenlijst invullen. 3
14 Op basis van het aantal deelnemers is per instelling de respons op de vragenlijsten berekend en is de onderzoeksgroep geformeerd. De onderzoekgroep bestaat uit de kinderen van wie per lijst (CBCL, TRF, NOSIK, SOG) voor en nametingen beschikbaar waren. De tevredenheidsvragenlijst (BESTE) wordt alleen bij einde ingevuld. De totale respons op de voor en nameting van de vragenlijsten is voor het merendeel van de vragenlijsten matig 9 (55,58,7%), behalve de CBCL (,%: redelijk) en de BESTE ouder (,3%: eveneens redelijk). Bij de respons op de CBCL en de SOG is enige verbetering te zien ten opzichte van de jaren daarvoor. Dit geldt echter niet voor de respons op de NOSIK, die is met 55,% slechter dan voorgaande jaren (59,%). Er zijn grote verschillen tussen instellingen, van een zeer goede respons (, met uitzondering van de slechte respons van leerkrachten op de TRF) tot een slechte respons (), en daar tussenin (: redelijk tot zeer goed, en t Kabouterhuis: onvoldoende/voldoende). 9 Volgens Veerman en Roosma (008) is een respons op herhaalde metingen onder de 50% slecht, tussen 50 59% matig, tussen 09% redelijk, tussen 7079% goed, en boven de 80 zeer goed. Veerman, J. W., & Roosma, D. (008). Onderzoekslogistiek in de praktijk. In: Yperen, T. van & Veerman, J. W. (eds.). Zicht op effectiviteit. Handboek voor praktijkgestuurd effectonderzoek in de jeugdzorg. Delft: Eburon (in druk).
15 . Probleemgedrag Tabel.. Verandering in probleemgedrag volgens ouders periode Dimensie Instelling Aantal trainingen probleemgedrag (CBCL) N 0 Voormeting Nameting VMNM Gem. SD Gem. SD ES * * * * Internaliseren (CBCL) * * * * Externaliseren (CBCL) * * * * Toelichting: Voor voormeting en nameting worden steeds de gemiddelde deviatiescores gegeven met de standaarddeviatie. Deviatiescores groter of gelijk aan,8 wijzen op aanzienlijke problemen (de klinische range), scores boven de,5 wijzen op ernstige problemen en scores boven de,9 wijzen op zeer ernstige problemen. Als er een statistisch significante verandering aantoonbaar is dan staat na de gegevens over de nameting een asterisk (*), de kans dat een geconstateerde verbetering op toeval berust is dan % of kleiner. Wanneer er een streepje staat, zijn hier geen gegevens van. Gem. = gemiddelde deviatiescore (=standaardscore: de gemiddelde afwijking van de norm (= 0)) (zie bijlage I: uitleg deviatiescores). 0 Voor analyses worden de deviatiescores van bepaalde schalen van de vragenlijsten gebruikt. Wanneer ouders niet alle vragen beantwoorden kunnen de schalen die bij de ontbrekende vragen horen niet berekend worden en zal het aantal respondenten (N) voor die schaal verder achteruitgaan. Om die reden komt het aantal respondenten zoals in bovenstaande tabel weergegeven niet altijd overeen met het aantal respondenten zoals weergegeven in tabel 3.. 5
16 SD = standaarddeviatie (spreiding van de individuele deviatiescores om het gemiddelde (= Gem.)). ES = Effectsize (effectgrootte) (zie Bijlage I: uitleg ES). Een ES groter of gelijk aan 0,80 duidt op een groot effect, een ES tussen de 0,50 en 0,79 betekent een middelgroot effect, een ES tussen de 0,0 en de 0,9 is een klein effect, en een ES lager dan 0,0 is een klein effect. Voor het interpreteren van bovenstaande resultaten moet voorzichtig worden omgegaan gezien de kleine groepen (m.n. en ) en de lage respons. De ouders van de kinderen die in hebben deelgenomen aan STOP7 rapporteren een significante afname in het totale probleemgedrag van het kind. De effectgrootte is klein (0.37). Voorgaande jaren was deze iets hoger (0.), maar viel toen ook binnen de categorie klein effect. Ook de schaal externaliserend probleemgedrag laat een afname zien, de effectgrootte is verminderd ten aanzien van voorgaande jaren (van 0.7 naar 0.0). Gemiddeld genomen blijft het probleemgedrag van de kinderen na afloop van de interventie binnen de klinische range (deviatiescore hoger dan,8). Dit betekent dat het probleemgedrag van de kinderen ondanks de significante afname nog steeds ernstig is en aandacht behoeft. Bij aanvang van de training was het internaliserende probleemgedrag van de kinderen niet problematisch volgens de ouders. Dit is passend voor de doelgroep voor STOP7. Voorgaande jaren was de internaliserende problematiek wel hoog bij aanvang. Ondanks dat de problematiek laag is bij aanvang kan voor toch een significante afname van internaliserend probleemgedrag gerapporteerd worden. De effectgrootte is wel klein (ES=0.30). en hebben goede resultaten op het gebied van probleemgedrag. Voor externaliserend probleemgedrag zijn de effectgroottes middelgroot (resp. ES= 0.50 en 0.57). Voor internaliserend probleemgedrag heeft een middelgrote effectgrootte van heeft voor het totale probleemgedrag een middelgrote effectgrootte (ES=0.5). Uit de tabel is af te lezen dat er met betrekking tot de gemiddelde deviatiescores grote verschillen zijn tussen de instellingen (zowel bij aanvang als bij einde). De ouders van t Kabouterhuis rapporteren minder ernstig probleemgedrag bij hun kinderen dan de ouders van de overige instellingen. De gemiddelden van, en liggen dichter bij elkaar. Omdat de groepen van en klein zijn, vormen deze samen met de groep overige instellingen. De verschillen tussen de gemiddelden op probleemgedrag van de overige instellingen en zijn getoetst. Daarbij werd het vermoeden bevestigd dat ouders van significant minder probleemgedrag rapporteren dan ouders van de overige instellingen (internaliserend probleemgedrag T=3,08/df=55/p=.00, externaliserend probleemgedrag T=,0/df=55/p=.00, totaal probleemgedrag T=,9/df=55/p=.00). Ondanks deze verschillen met betrekking tot de ernst van de problematiek volgens ouders is de effectgrootte van het hoogst van allemaal. Daarbij is de problematiek van de kinderen van niet meer in het klinisch gebied, wat wil zeggen dat volgens de ouders de klachten gemiddeld genomen verdwenen zijn.
17 Tabel.. Verandering in probleemgedrag volgens leerkrachten periode Dimensie Instelling Aantal trainingen probleemgedrag (CBCL) N Voormeting Nameting VMNM Gem. SD Gem. SD ES * * Internaliseren (CBCL) * * * Externaliseren (CBCL) * * * Toelichting: Voor voormeting en nameting worden steeds de gemiddelde deviatiescores gegeven met de standaarddeviatie. Deviatiescores groter of gelijk aan,8 wijzen op aanzienlijke problemen (de klinische range), scores boven de,5 wijzen op ernstige problemen en scores boven de,9 wijzen op zeer ernstige problemen. Als er een statistisch significante verandering aantoonbaar is dan staat na de gegevens over de nameting een asterisk (*), de kans dat een geconstateerde verbetering op toeval berust is dan % of kleiner. Wanneer er een streepje staat, zijn hier geen gegevens van. Gem. = gemiddelde deviatiescore (=standaardscore: de gemiddelde afwijking van de norm (= 0)) (zie bijlage I: uitleg deviatiescores). Voor analyses worden de deviatiescores van bepaalde schalen van de vragenlijsten gebruikt. Wanneer ouders niet alle vragen beantwoorden kunnen de schalen die bij de ontbrekende vragen horen niet berekend worden en zal het aantal respondenten (N) voor die schaal verder achteruitgaan. Om die reden komt het aantal respondenten zoals in bovenstaande tabel weergegeven niet altijd overeen met het aantal respondenten zoals weergegeven in tabel 3.. 7
18 SD = standaarddeviatie (spreiding van de individuele deviatiescores om het gemiddelde (= Gem.)). ES = Effectsize (effectgrootte) (zie Bijlage I: uitleg ES). Een ES groter of gelijk aan 0,80 duidt op een groot effect, een ES tussen de 0,50 en 0,79 betekent een middelgroot effect, een ES tussen de 0,0 en de 0,9 is een klein effect, en een ES lager dan 0,0 is een klein effect. Voor het interpreteren van bovenstaande resultaten moet voorzichtig worden omgegaan gezien de lage respons. Voor Lindehout en konden om die reden geen gegevens berekend worden. De leerkrachten van de kinderen die in hebben deelgenomen aan STOP7 rapporteren een significante afname in het totale probleemgedrag. De effectgrootte is klein, op de rand van middelgroot (ES=0.9). Leerkrachten rapporteren ook, meer specifiek, een afname van zowel internaliserend als externaliserend probleemgedrag van het kind. De effectgroottes zijn ook hier klein (resp. 0. en 0.), maar zijn groter dan voorgaande jaren. Het totale en externaliserende probleemgedrag van de kinderen blijft gemiddeld genomen binnen de klinische range. Dit betekent dat na afloop van de interventie het probleemgedrag van de kinderen volgens de leerkrachten ondanks de significante afname nog steeds ernstig is. Dit geldt niet voor internaliserend probleemgedrag. Bij aanvang van de training was het internaliserende probleemgedrag van deze groep kinderen al niet problematisch volgens de leerkrachten. Dit is conform de verwachting van de doelgroep STOP7, die is gericht op kinderen met externaliserend probleemgedrag. Vergeleken met heeft dus alleen heeft een significante afname van externaliserend probleemgedrag met een middelgrote effectgrootte van De resultaten van verklaren voor het overgrote deel het effect op landelijk niveau. Uit de tabel is af te lezen dat er met betrekking tot de gemiddelde deviatiescores grote verschillen zijn tussen de instellingen (zowel bij aanvang als bij einde). De leerkrachten van rapporteren meer ernstig probleemgedrag bij de kinderen dan de leerkrachten van. Dit is het tegenovergestelde van wat de ouders van t Kabouterhuis rapporteerden (minder probleemgedrag dan de overige instellingen). De verschillen tussen de gemiddelden op probleemgedrag van en zijn getoetst. Daarbij werd het vermoeden bevestigd dat leerkrachten van significant meer probleemgedrag rapporteren dan leerkrachten van externaliserend probleemgedrag T=,70/df=9/p=.00, totaal probleemgedrag T=5,73/df=9/p=.00). Voor de schaal Internaliserend probleemgedrag is geen significant verschil waargenomen. 8
19 Tabel.3. Verandering in probleemgedrag volgens pedagogische medewerkers periode Dimensie Instelling Aantal trainingen N Voormeting Nameting VMNM Gem. SD Gem. SD ES probleemgedrag (CBCL) * Internaliseren (CBCL) Externaliseren (CBCL) Toelichting: Voor voormeting en nameting worden steeds de gemiddelde deviatiescores gegeven met de standaarddeviatie. Deviatiescores groter of gelijk aan,8 wijzen op aanzienlijke problemen (de klinische range), scores boven de,5 wijzen op ernstige problemen en scores boven de,9 wijzen op zeer ernstige problemen. Als er een statistisch significante verandering aantoonbaar is dan staat na de gegevens over de nameting een asterisk (*), de kans dat een geconstateerde verbetering op toeval berust is dan % of kleiner, wanneer er twee asterisken staan (**) dan is de kans zelfs 5 % of kleiner. Wanneer er een streepje staat, zijn hier geen gegevens van. Gem. = gemiddelde deviatiescore (=standaardscore: de gemiddelde afwijking van de norm (= 0)) (zie bijlage I: uitleg deviatiescores). SD = standaarddeviatie (spreiding van de individuele deviatiescores om het gemiddelde (= Gem.)). ES = Effectsize (effectgrootte) (zie Bijlage I: uitleg ES). Een ES groter of gelijk aan 0,80 duidt op een groot effect, een ES tussen de 0,50 en 0,79 betekent een middelgroot effect, een ES tussen de 0,0 en de 0,9 is een klein effect, en een ES lager dan 0,0 is een klein effect. Voor het interpreteren van bovenstaande resultaten moet voorzichtig worden omgegaan gezien het kleine aantal pedagogisch medewerkers die bij aanvang en einde van de STOP7 interventie de CBCL hebben ingevuld (n=). Pedagogisch medewerkers zien nauwelijks probleemgedrag bij aanvang van de interventie. Ondanks dat wordt toch een significante verbetering gerapporteerd op totaal probleemgedrag met een groot effect (ES=.8). Het aantal pedagogisch medewerkers die hebben meegedaan aan het onderzoek is te klein en de respons is te laag om hier verdere conclusies aan te verbinden. Voor analyses worden de deviatiescores van bepaalde schalen van de vragenlijsten gebruikt. Wanneer ouders niet alle vragen beantwoorden kunnen de schalen die bij de ontbrekende vragen horen niet berekend worden en zal het aantal respondenten (N) voor die schaal verder achteruitgaan. Om die reden komt het aantal respondenten zoals in bovenstaande tabel weergegeven niet altijd overeen met het aantal respondenten zoals weergegeven in tabel 3.. 9
20 0
21 5. Opvoedingsbelasting Tabel 5. Verandering in opvoedingsbelasting periode Dimensie Instelling Aantal trainingen Totale stress (NOSIK) N 3 Voormeting Nameting VMNM Gem. SD Gem. SD ES * * * * Toelichting: Voor voormeting en nameting worden steeds de gemiddelde deviatiescores gegeven met de standaarddeviatie. Deviatiescores groter of gelijk aan,8 wijzen op aanzienlijke problemen (de klinische range), scores boven de,5 wijzen op ernstige problemen en scores boven de,9 wijzen op zeer ernstige problemen. Als er een statistisch significante verandering aantoonbaar is dan staat na de gegevens over de nameting een asterisk (*), de kans dat een geconstateerde verbetering op toeval berust is dan % of kleiner. Wanneer er een streepje staat, zijn hier geen gegevens van. Gem. = gemiddelde deviatiescore (=standaardscore: de gemiddelde afwijking van de norm (= 0)) (zie bijlage I: uitleg deviatiescores). SD = standaarddeviatie (spreiding van de individuele deviatiescores om het gemiddelde (= Gem.)). ES = Effectsize (effectgrootte) (zie Bijlage I: uitleg ES). Een ES groter of gelijk aan 0,80 duidt op een groot effect, een ES tussen de 0,50 en 0,79 betekent een middelgroot effect, een ES tussen de 0,0 en de 0,9 is een klein effect, en een ES lager dan 0,0 is een klein effect. Voor het interpreteren van bovenstaande resultaten moet voorzichtig worden omgegaan gezien de kleine groepen (m.n. en ) en de lage respons. De ouders van de kinderen die in hebben deelgenomen aan STOP7 rapporteren een significante afname van opvoedingssstress. De effectsize is klein (0.0), en afgenomen in vergelijking met voorgaande jaren (ES=0.5). De mate van opvoedingsbelasting valt gemiddeld genomen na afloop van de interventie nog in het in het klinisch probleemgebied. Dit wil zeggen dat ouders na beëindiging van de interventie nog steeds meer dan gemiddeld stress bij de opvoeding ervaren. Bij en is er sprake van een significante afname van opvoedingsbelasting waarbij een middelgrote effect heeft (ES=0.7) en t Kabouterhuis een klein effect (ES=0.). 3 Voor analyses worden de deviatiescores van bepaalde schalen van de vragenlijsten gebruikt. Wanneer ouders niet alle vragen beantwoorden kunnen de schalen die bij de ontbrekende vragen horen niet berekend worden en zal het aantal respondenten (N) voor die schaal verder achteruitgaan. Om die reden komt het aantal respondenten zoals in bovenstaande tabel weergegeven niet altijd overeen met het aantal respondenten zoals weergegeven in tabel 3.. In de periode is de NOSI afgenomen. Om de uitkomsten van deze periode te kunnen vergelijken met is de NOSIK (verkorte versie) berekend uit de NOSI.
22 Uit de tabel is af te lezen dat er met betrekking tot de gemiddelde deviatiescores grote verschillen zijn tussen de instellingen (zowel bij aanvang als bij einde). De ouders van t Kabouterhuis rapporteren minder opvoedingsbelasting dan de ouders van de overige instellingen. De gemiddelden van, en liggen dichter bij elkaar. Omdat de groepen van en klein zijn, vormen deze samen met de groep overige instellingen. De verschillen tussen het gemiddelde op opvoedingsbelasting van de overige instellingen en zijn getoetst. Daarbij werd het vermoeden bevestigd dat ouders van significant minder stress bij de opvoeding ervaren dan ouders van de overige instellingen (T=,0/df=8/p=.00). Daarbij is mate van stress die ouders van ervaren niet meer in het klinisch gebied, wat wil zeggen dat volgens de ouders de klachten gemiddeld genomen verdwenen zijn.
23 . Ouderlijk gedrag Tabel.. Verandering in ouderlijk gedrag periode Dimensie Instelling Aantal trainingen Totale verandering Ouderlijk gedrag (SOG7) N 5 Voormeting Nameting VMNM Gem. SD Gem. SD ES * * * * Positief gedrag ouders * * * Aanleren regels * Voor analyses worden de deviatiescores van schalen en totalen van vragenlijsten gebruikt. Bij de SOG zijn de scores ook omgerekend naar deviatiescores om ze vergelijkbaar te maken met de andere vragenlijsten zoals de CBCL en de NOSIK (hoe hoger de score, hoe problematischer). Wanneer ouders niet alle vragen beantwoorden kunnen de schalen die bij de ontbrekende vragen horen niet berekend worden en zal het aantal respondenten (N) voor die schaal verder achteruitgaan. Om die reden komt het aantal respondenten zoals in bovenstaande tabel weergegeven niet altijd overeen met het aantal respondenten zoals weergegeven in tabel 3.. 3
24 Sociaal belonen * * Hard straffen * * * Inconsequent straffen * * * * * Toelichting: Voor voormeting en nameting worden steeds de gemiddelde deviatiescores gegeven met de standaarddeviatie. Deviatiescores groter of gelijk aan,8 wijzen op aanzienlijke problemen (de klinische range), scores boven de,5 wijzen op ernstige problemen en scores boven de,9 wijzen op zeer ernstige problemen. Als er een statistisch significante verandering aantoonbaar is dan staat na de gegevens over de nameting een asterisk (*), de kans dat een geconstateerde verbetering op toeval berust is dan % of kleiner. Wanneer er een streepje staat, zijn hier geen gegevens van. Gem. = gemiddelde deviatiescore (=standaardscore: de gemiddelde afwijking van de norm (= 0)) (zie bijlage I: uitleg deviatiescores). SD = standaarddeviatie (spreiding van de individuele deviatiescores om het gemiddelde (= Gem.)). ES = Effectsize (effectgrootte) (zie Bijlage I: uitleg ES). Een ES groter of gelijk aan 0,80 duidt op een groot effect, een ES tussen de 0,50 en 0,79 betekent een middelgroot effect, een ES tussen de 0,0 en de 0,9 is een klein effect, en een ES lager dan 0,0 is een klein effect.
25 Voor het interpreteren van bovenstaande resultaten moet voorzichtig worden omgegaan gezien de kleine groepen (m.n. en ) en de lage respons. Wat als eerste opvalt is dat de gemiddelde score van de ouders met betrekking tot hun ouderlijk gedrag bij aanvang niet in het probleemgebied liggen. Ondanks de hoge mate van gedragsproblematiek en opvoedingsbelasting rapporteren ouders positief over hun opvoedvaardigheden. Desondanks rapporteren ouders van de kinderen die in hebben deelgenomen aan STOP7 een significante positieve verandering van hun ouderlijk gedrag. De effectgrootte is middelgroot (ES=0.5), wat groter is dan voorgaande jaren (ES=0.5, klein effect). Ouders zijn ook vooruit gegaan met betrekking tot inconsequent straffen (ouders zijn consequenter geworden in het uitvoeren van een straf). De effectsize is klein (ES=0.7), en was voorgaande jaren groter (ES=0.7, middelgroot effect). Daarnaast is er een significante verbetering met betrekking tot positief ouderlijk gedrag (ES=0.37). Dit betekent onder andere dat ouders nog meer betrokken zijn bij hun kind en vaker complimenten geven na deelgenomen te hebben aan de STOP7 interventie. Dit is een vooruitgang vergeleken met voorgaande jaren (ES=0.3). Ook zijn ouders meer gebruik gaan maken van sociale beloningen (ES=0.33) en minder hard gaan straffen (ES=0.3). Wat betreft de verschillen tussen de instellingen is opvallend dat op de totale schaal ouderlijk gedrag en diverse subschalen (positief gedrag, aanleren regels, sociaal belonen en inconsequent straffen) significante effectgroottes behaald (van klein tot groot). behaald een significante vooruitgang op de totale schaal ouderlijk gedrag (ES=0.5, middelgroot effect) en de subschaal hard straffen (ES=0.8, klein effect). en behalen grote effectgroottes op de subschaal inconsequent straffen (resp. ES=0.97 en 0.8). Wederom is uit de tabel is af te lezen dat er met betrekking tot de gemiddelde deviatiescores verschillen zijn tussen de instellingen (zowel bij aanvang als bij einde). Deze keer is het zeer divers per schaal. Ook gaat het om kleine aantallen. Ondanks de verschillen tussen de instellingen geven alle ouders aan geen ernstige problemen te ervaren met betrekking tot hun ouderlijk gedrag. Om deze redenen zijn deze verschillen niet getoetst. 5
26
27 7. Cliënttevredenheid Tabel 7.. Ervaren effectiviteit interventie ouders periode Dimensie Instelling Aantal trainingen Verandering in gedrag kind N Goed vooruit gegaan Effectiviteit ouders Wel wat verbeterd Onveranderd/ slechter 9 9.3%.0% 8.7% 5.5% 5.5% 8.3% %.7% 0.0%.7% 58.3% 0.0% 8.3% 8.% 7.% Verandering in functioneren gezin %.8%.0% 9.% 9.3%.3% 30.8%.5% 7.7% 0.0% 0.0% 0.0% 5.5% 5.5% 0.0% 9 58.% 37.9% 3.% % 7.%.% Manier van opvoeden kind % 7.9% 3.0% 5 5.0% 3.0% 8.0% 3.7% 33.3% 0.0% 3.% 5.5% 9.% 3 5.8% 5.% 0.0% %.9%.3% Zicht op gedrag kind % 3.8% 7.3% 3 0.9%.% 3.0% %.7% 0.0% 0.0% 0.0% 0.0% 8 0.7% 3.% 7.% 3 5.3% 3.8%.9% 7
28 Tabel 7.. Ervaren effectiviteit interventie ouders periode Dimensie Instelling Aantal trainingen N Effectiviteit ouders Totale Effectiviteit % % 0.0% %.7% % Toelichting: De totale effectiviteit is bepaald door de scores op eerste vier vragen op de Beoordelingsschaal voor Tevredenheid en Effect (BESTE) op te tellen. Hierin wordt gevraagd naar een eventuele gedragsverandering bij het kind, een eventuele verandering in de opvoeding, een eventuele verandering in het functioneren van het gezin, of het eventueel verkrijgen van meer zicht op het gedrag van het kind. Bij een mogelijke range van is gekozen voor een afkappunt van. Een score op of boven dit afkappunt is een indicatie voor effectiviteit. Het percentage geeft aan hoeveel gezinnen een dergelijke score halen. De BESTE is vanaf training 3 afgenomen. Het merendeel van de ouders van de kinderen die in het STOP7 hebben gevolgd geven aan dat de interventie effect heeft gehad (7,%, tabel 7..). Dit is minder dan de voorgaande jaren, waarin gemiddeld 90,3% effect ervaarde. In tabel 7.. zijn de verschillende dimensies waarop ouders effect ervaren weergegeven. Daarin is te zien dat de helft van de ouders gemiddeld genomen vindt dat het gedrag van het kind, het functioneren van het gezin, de manier van opvoeden en hun zicht op het gedrag van het kind goed vooruit zijn gegaan. Een iets kleinere of vergelijkbare groep vindt dat er wel wat verbeterd is op de diverse dimensies. En een klein percentage geeft aan dat er niks is veranderd, of dat de situatie is verslechterd. Deze cijfers zijn vergelijkbaar met de voorgaande jaren. Er zijn ook verschillen tussen de instellingen, maar vanwege de verschillen tussen de aantallen respondenten per instelling kunnen daar geen conclusies aan verbonden worden. De enige groepen die vergelijkbaar zijn, is met. Bij t Kabouterhuis ervaren aanzienlijk minder ouders effect (,7%) dan bij (85,0%) 8
29 Tabel 7.3. Tevredenheid ouders periode Dimensie Instelling Aantal trainingen Tevredenheid over resultaten n Rapport cijfers Tevredenheid over kindtrainers Tevredenheid over oudertrainers Toelichting rapportcijfers: : zeer slecht; : slecht; 3: ruim onvoldoende; : onvoldoende; 5: twijfelachtig; : voldoende; 7: ruim voldoende; 8: goed; 9: zeer goed; : uitmuntend Ouders zijn tevreden over het resultaat van de training, gemiddeld geven ze het rapportcijfer 7,7. Dit is iets hoger dan voorgaande jaren (7,5). Tevens is ouders gevraagd een rapportcijfer toe te kennen aan de trainers van de kindtraining en de oudertraining. In bovenstaande tabel is te zien dat ouders tevreden zijn over de trainers. De kindtrainers krijgen gemiddeld een 8,5 van de ouders en de oudertrainers gemiddeld een 8.3. Dit is iets hoger dan voorgaande jaren, toen kregen beiden gemiddeld een 8,. 9
30 Tabel 7.. Ervaren effectiviteit interventie leerkrachten periode Dimensie Instelling Aantal trainingen Verandering in gedrag kind N Goed vooruit gegaan Effectiviteit leerkrachten Wel wat verbeterd Onveranderd/ slechter 8.% 7.7% 9.% 5.7%.7% 3.% 5.0% 50.0% 5.0% 5 0.0% 7.0% 8.0% 3 5.9% 5.5% 9.5% Verandering in functioneren gezin % 57.%.3% % 55.%.% 0.0% 0.0% 0.0% 8.7% 77.8% 5.% % 7.%.9% Manier van begeleiden kind % 80.0%.0%.3% 3.8% 50.0% 3 0.0%.7% 33.3% % 58.% 3.% % 5.% 0.8% Zicht op gedrag kind % 50.0% 0.0%.3% 37.5% 5.3% 0.0% 75.0% 5.0% 7.%.7%.% 3 7.9% 57.% 7.7% 30
31 Tabel 7.5. Ervaren effectiviteit interventie leerkrachten periode Dimensie Instelling Aantal trainingen N Effectiviteit leerkrachten Totale Effectiviteit % 7 0.0% 50.0% 58.3% 3 38.% Toelichting: De totale effectiviteit is bepaald door de scores op eerste vier vragen op de Beoordelingsschaal voor Tevredenheid en Effect (BESTE) op te tellen. Hierin wordt gevraagd naar een eventuele gedragsverandering bij het kind, een eventuele verandering in de opvoeding, een eventuele verandering in het functioneren van het gezin, of het eventueel verkrijgen van meer zicht op het gedrag van het kind. Bij een mogelijke range van is gekozen voor een afkappunt van. Een score op of boven dit afkappunt is een indicatie voor effectiviteit. Het percentage geeft aan hoeveel gezinnen een dergelijke score halen. De BESTE is vanaf training 3 afgenomen. De vragenlijst voor tevredenheid en effectiviteit (BESTE) voor leerkrachten is nieuw sinds schooljaar Om die reden is de landelijke groep waarmee vergeleken wordt nog klein (n=) en is het moeilijk om een vergelijking tussen de twee periodes te maken. Bij heeft geen enkele leerkracht de BESTE ingevuld. In het schooljaar is de vragenlijst totaal 5 keer ingevuld door leerkrachten. Maar leerkrachten hebben alle vragen beantwoord zodat de totale ervaren effectiviteit berekend kon worden (Tabel 7.5). Van die leerkrachten ervaart maar 38,% effect van de STOP7 interventie. Uit tabel 7. blijkt dat het merendeel van de leerkrachten vinden dat de problematiek van de kinderen wel wat verbeterd is. Echter, bijna 30% van de leerkrachten vindt de situatie onveranderd/verslechterd. Dit is aanzienlijk meer in die categorie dan voorgaande jaren en wordt grotendeels verklaard door de leerkrachten van die in deze categorie erg hoog scoren (3,%). Een verklaring hiervoor is de lage score op probleemgedrag gemeten met de TRF door de leerkrachten van (zie Tabel.). De leerkrachten van ervaarden al geen problemen bij aanvang van de STOP7 interventie. Door de kleine aantallen en de lage respons kunnen verder geen conclusies getrokken worden over de verschillen tussen de instellingen. 3
32 Tabel 7.. Tevredenheid leerkrachten periode Dimensie Instelling Aantal trainingen Tevredenheid over resultaten n Rapport cijfers.8 7, 3,3 7 7, 3 7, Tevredenheid over netwerktrainers ,8 7,3 9 8, ,9 Toelichting rapportcijfers: : zeer slecht; : slecht; 3: ruim onvoldoende; : onvoldoende; 5: twijfelachtig; : voldoende; 7: ruim voldoende; 8: goed; 9: zeer goed; : uitmuntend Ondanks dat de vragenlijst 5 keer is ingevuld hebben maar 3 leerkrachten een beoordeling gegeven van het resultaat van de training en een rapportcijfer voor de netwerktrainers. Het resultaat van de training werd beoordeeld met een 7,. De trainers van de netwerktraining krijgen van de leerkrachten gemiddeld een rapportcijfer van 7,9. 3
33 8. Behandelintegriteit Tabel 8. Behandelintegriteit (in percentages) van de kind, ouder en leerkrachttraining per instelling periode Instelling en training Behandelintegriteit Behandelintegriteit Behandelintegriteit Kindtraining Oudertraining Leerkrachttraining Tiel 8, 7% 8,0% 7,% Tiel 88,3% 9,0% 8,% Nijmegen 83,3% 88,0% Nijmegen 8,7% 8,0% 87,% 90,0% 8,% 3 9,7% 9,0%,5% Kabouterhuis West 3 0,0% 0,0% 9,3% Kabouterhuis West 98,3% 88,0% 8,3% Kabouterhuis Hoofddorp 3 95,0% 8,% Kabouterhuis Noord 95,0% Kabouterhuis Noord 95,0% 9,0% 0,0% Kabouterhuis Zuid 98,3% 9,0% 0,0% instellingen 9,% (N=) 9,3% (N=9) 8,9% (N=) Toelichting: De behandelintegriteit is berekend door het aantal behandelde onderdelen uit de betreffende training te delen door het totaal aantal onderdelen dat aan bod diende te komen, maal 0. () Percentage behandelintegriteit kon niet worden berekend door nonrespons of door teveel ontbrekende vragen. De behandelintegriteit van het STOP programma is o.a. gemeten aan de hand van de Behandelchecklisten. De behandelchecklisten meten de resultaten van de behandelintegriteit van de inhoud van het programma. De resultaten worden weergegeven in Tabel 8.. Uit Tabel 8. blijkt dat de behandelintegriteit verschilt per instelling en per training. De behandelintegriteit van de kindtraining varieert van 8,7% ( Tiel, training ) tot 0% (Kabouterhuis West, training 3). De gemiddelde behandelintegriteit van alle kindtrainingen bedraagt 9,%. De behandelintegriteit van de oudertraining varieert van 8,0% ( Tiel, training en Nijmegen, training ) tot 0% (Kabouterhuis West, training 3). De gemiddelde behandelintegriteit van de oudertraining bedraagt 9,3%. De behandelintegriteit van de leerkrachttraining varieert van,5% () tot 0% (Kabouterhuis Noord, training en Kabouterhuis Zuid, training ). De gemiddelde behandelintegriteit van de leerkrachttraining bedraagt 8,9%. De behandelintegriteit van de kind en oudertraining is over het algemeen hoog te noemen. De behandelintegriteit van de leerkrachttraining is voldoende tot hoog te noemen. 33
34 Tabel 8. Aanwezigheid van kinderen, ouders en leerkrachten bij de training periode Instelling en training Onderdeel N Aantal bijeenkomsten Gemiddelde aanwezigheid Aanwezigheidspercentage % Tiel Tiel Nijmegen Nijmegen 3 Kabouterhuis West 3 Kabouterhuis West Kabouterhuis Hoofddorp 3 Kabouterhuis Noord Kabouterhuis Noord Kabouterhuis Zuid KT OT LT KT OT LT KT OT LT KT OT LT KT OT LT KT OT LT KT OT LT KT OT LT KT OT LT KT OT LT KT OT LT KT OT LT KT OT LT KT OT LT ,5,3,8 9,8,, 9,5 9,8,0,0 9,0 3,0 8,9 8,9, 9, 9,,9 8,7 7,9, 8,3,8, 9, 9,8, 9, 8,5,3 8,7 5,7 3, 9, 8,0, Toelichting: KT=kindtraining, OT=oudertraining, LT=leerkrachttraining. () Geen gegevens bekend. Het percentage aanwezigheid is berekend door het gemiddelde te delen door het aantal bijeenkomsten, maal 0. 95,0% 93,9% 70,8% 98,0% 9,5% 0,0% 95,0% 89,%,7% 0,0% 8,8% 0,0% 88,8% 88,8% 3,% 95,7% 9,%,0% 87,0% 79,0% 5,5% 8,5% 8,8% 3,5% 9,0% 98,0% 8,7% 93,8% 85,0% 5,3% 87,0% 57,0% 90,0% 9,3% 8,3% 3,% 3
35 De aanwezigheid van de kinderen, ouders en leerkrachten staat vermeld in Tabel 8.. De kindtraining bestaat uit bijeenkomsten. De kinderen wonen gemiddeld ongeveer 9 bijeenkomsten bij ( gemiddelde = 9,) van de kindtraining. Het aanwezigheidspercentage van de kinderen in de kindtraining varieert van 8,5% (Kabouterhuis West, training ) tot 0% ( Nijmegen, training ). De oudertraining bestaat eveneens uit bijeenkomsten. Bij is ervoor gekozen om een introductiebijeenkomst (kennismaking) aan het programma toe te voegen, de training bestaat daar uit bijeenkomsten. De ouders wonen gemiddeld ongeveer 8 van de à bijeenkomsten bij ( gemiddelde = 8,0). Het aanwezigheidspercentage van de ouders in de oudertraining varieert van 57,0% (Kabouterhuis Zuid, training ) tot 98,0% (Kabouterhuis Hoofddorp, training 3). De leerkrachttraining bestaat uit bijeenkomsten. Bij een aantal instellingen is er echter voor gekozen twee bijeenkomsten van de training samen te voegen tot één bijeenkomst, waardoor de leerkrachttraining uit 3 bijeenkomsten bestaat. De leerkrachten wonen gemiddeld ongeveer van de 3 à bijeenkomsten bij ( gemiddelde =,). Het aanwezigheidspercentage van de leerkrachten in de leerkrachttraining varieert van 3,% (, training ) tot 0,0% ( Nijmegen, training ). De kinderen wonen gemiddeld de meeste bijeenkomsten bij (9,3%) met daarna de ouders (8,3%), en de leerkrachten zijn het minst vaak aanwezig (3,%). Tabel 8.3 Aantal huis en schoolbezoeken per instelling Instelling en training N Huisbezoeken Schoolbezoeken Norm Gemiddelde % Norm Norm Gemiddelde % Norm Tiel 5,7 93,%,0 50,0% Tiel 5 5 3,0 0,0% 0,8 0,0% Nijmegen 5 3,0 0,0%,7,8% Nijmegen 5,0 0,0%,5 37,5% ,8,0% 0,,0% 3 7 5,0 0,0%, 39,3% Kabouterhuis West 3 5,,0%, 0,0% Kabouterhuis West 8 5,5 30,0%, 0,8% Kabouterhuis Hoofddorp 3 5 5, 8,0%,0 5,0% Kabouterhuis Noord 8 5,5,5% Kabouterhuis Zuid 5,,0%,0 50,0% 77 5,,0%,3 3,% Noot. () Nonrespons. Van Kabouterhuis Noord zijn geen gegevens bekend. 35
Aanvulling op. Resultaten STOP4-7 Tabellenboek trainingen
Aanvulling op Resultaten STOP4-7 Tabellenboek trainingen 2003-2006 Aanvulling op Resultaten STOP4-7 Tabellenboek trainingen 2003-2006 Praktikon maakt deel uit van de Stichting de Waarden te Nijmegen en
Nadere informatieEffectrapportage STOP De Waarden Tiel Training 1. J.M.C. Sijbers I.L.W. Bastiaanssen J.W. Veerman
Effectrapportage STOP4-7 2007-1 De Waarden Tiel Training 1 J.M.C. Sijbers I.L.W. Bastiaanssen J.W. Veerman 2 Effectrapportage STOP4-7 2007-1 De Waarden Tiel Training 1 3 Praktikon maakt deel uit van Entréa
Nadere informatieSTOP4-7 Nederland Resultaten 2008-2009
STOP4-7 Nederland Resultaten 8-9 Inge Bastiaanssen Jan Willem Veerman STOP4-7 Nederland Resultaten 8-9 Praktikon BV Postbus 914 5 HE Nijmegen www.praktikon.nl tel. 4-1115 praktikon@acsw.ru.nl fax. 4-1115
Nadere informatieSTOP4-7 Nederland Resultaten
STOP- Nederland Resultaten 009-010 Inge Bastiaanssen Luuk Geijsen Jan Willem Veerman STOP- Nederland Resultaten 009-010 Praktikon BV Postbus 910 6500 HE Nijmegen www.praktikon.nl tel. 0-611150 praktikon@acsw.ru.nl
Nadere informatieEffectrapportage STOP De Waarden Training 9. A. van Duijvenbode J.W. Veerman
Effectrapportage STOP47 2007 De Waarden Training 9 A. van Duijvenbode J.W. Veerman Effectrapportage STOP47 2007 De Waarden Training 9 Praktikon maakt deel uit van de Stichting de Waarden te Nijmegen en
Nadere informatieSTOP4-7. NEJA symposium 23 mei De interventie
STOP4-7 NEJA symposium 23 mei 2012 Marianne Balfoort Inge Bastiaanssen STOP4-7 De interventie 1 M.O.C. t Kabouterhuis Wij onderzoeken en behandelen jonge kinderen (0-8 jaar) met ernstige gedrags- of ontwikkelingsproblemen.
Nadere informatieHandleiding MIS (Management Informatie Systeem)
Handleiding MIS (Management Informatie Systeem) Praktikon 2016 Praktikon B.V. Postbus 6909 6503 GK Nijmegen www.praktikon.nl tel. 024 3615480 praktikon@acsw.ru.nl fax. 024 3611152 www.bergop.info 2016
Nadere informatieB-toets Vragenlijst Bejegening Versie voor jongeren
B-toets Vragenlijst Bejegening Versie voor jongeren J.W. Veerman N. van Erve M. Poiesz Praktikon BV Postbus 6906 6503 GK Nijmegen tel. 024-3615480 www.praktikon.nl praktikon@acsw.ru.nl 2010 Praktikon
Nadere informatieEvaluatie onderzoek. IOG-Erger Voorkomen
Evaluatie onderzoek IOG-Erger Voorkomen Tussentijds verslag C. van Dam J.W. Veerman Evaluatie onderzoek IOG-Erger Voorkomen Tussentijds verslag Praktikon maakt deel uit van de Stichting de Waarden te
Nadere informatiePraktijkgestuurd veranderingsonderzoek Orthopedagogisch Centrum Brabant
Praktijkgestuurd veranderingsonderzoek Orthopedagogisch Centrum Brabant Resultaten september 2008 - september 2009 Coleta van Dam Ronald De Meyer Praktijkgestuurd veranderingsonderzoek Orthopedagogisch
Nadere informatieOpdrachtgevers & Netwerkpartners
Opdrachtgevers & Netwerkpartners van Synthese Mate van tevredenheid [Externe versie] Rapportage 2017 Ronald De Meyer Laura Beurskens-Claessens Februari 2018 2 2018 Praktikon Behoudens de in of krachtens
Nadere informatieSTOP 4-7 Samen sterker Terug Op Pad
STOP 4-7 Samen sterker Terug Op Pad Een trainingsprogramma voor jonge kinderen (tussen de 4 en 7 jaar) met (ernstige) gedragsproblemen. En hun ouder(s) En hun leerkracht Informatie voor professionals:
Nadere informatieSamenwerking MOC t Kabouterhuis en basisscholen
Samenwerking MOC t Kabouterhuis en basisscholen Marianne Balfoort & Manon van den Ende - MOC t Kabouterhuis Willemien Duvekot - Ouder kind adviseur Ijburg en Zeeburgereiland Programma - Introductie - Wat
Nadere informatieSTOP4-7 vermindert gedragsproblemen bij jonge kinderen
Foto: Martine Sprangers De kracht van combineren van theorie, wetenschap en praktijk STOP4-7 vermindert gedragsproblemen bij jonge kinderen Door Inge Bastiaanssen, Jan Willem Veerman en Wim De Mey 8 Vroegtijdig
Nadere informatieDe Verkorte Schaal Ouderlijk Gedrag (VSOG) en STOP 4-7. Klinisch onderscheid en gemeten verandering
De Verkorte Schaal Ouderlijk Gedrag (VSOG) en STOP 4-7 Klinisch onderscheid en gemeten verandering S. Vonk Sectie Orthopedagogiek: Gezin en Gedrag Radboud Universiteit Nijmegen Begeleider: dr. I. L. W.
Nadere informatieSTOP 4-7 Samen sterker Terug Op Pad
STOP 4-7 Samen sterker Terug Op Pad Een trainingsprogramma voor jonge kinderen (tussen de 4 en 7 jaar) met (ernstige) gedragproblemen. En hun ouders En hun leerkracht Informatie voor ouders Voor wie?
Nadere informatieBergOp 4.1 Handleiding voor gebruikers
BergOp 4.1 Handleiding voor gebruikers Testversie 1 Praktikon B.V. Postbus 6909 6503 GK Nijmegen www.praktikon.nl tel. 024-3615480 praktikon@acsw.ru.nl fax. 024-3611152 www.bergop.info 2016 Praktikon B.V.
Nadere informatieSturen op resultaten. Zijn gestandaardiseerde vragenlijsten bruikbaar?
Sturen op resultaten Zijn gestandaardiseerde vragenlijsten bruikbaar? Anna van Spanje (Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie) Jan Willem Veerman (Radboud Universiteit, NJi / SEJN) Congres Transformeren
Nadere informatieSTOP4-7 vermindert gedragsproblemen bij jonge kinderen
STOP4-7 vermindert gedragsproblemen bij jonge kinderen De kracht van combineren van theorie, wetenschap en praktijk 17 juni 2011 Inge Bastiaanssen, Jan Willem Veerman, Wim De Mey Vroegtijdig ingrijpen
Nadere informatieErvaringen van vrijwilligers
Ervaringen van vrijwilligers Synthese [Externe versie] Ronald De Meyer Laura Beurskens-Claessens Augustus 2017 2017 Praktikon Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen
Nadere informatieFactsheet Pilotonderzoek Gezin Centraal
Factsheet Pilotonderzoek Gezin Centraal Coleta van Dam, Gert Kroes, Renske van Bemmel, Ella Tacq en Arjan Bolt Augustus 2014 Wat is Gezin Centraal? Gezin Centraal is een systeemgerichte interventie voor
Nadere informatieSamen sterker Terug Op Pad. Vroegtijdige ecologische aanpak van gedragsproblemen bij jonge kinderen
Samen sterker Terug Op Pad Vroegtijdige ecologische aanpak van gedragsproblemen bij jonge kinderen STOP project van VBJK Steunpunt en Trainingscentrum Opvoeding Gesubsidieerd door het Ministerie van de
Nadere informatieevaluatie, monitoring, tevr effectonderzoek en datave
ijs arbeid dat a zorg onderwijs zekerheid t enschap rg welzijn obilit eit n beleids- Het ITSmaakt deel uit van de Radboud Universiteit Nijmegen evaluatie, monitoring, tevr effectonderzoek en datave CE
Nadere informatieSTOP 4-7. een vroege interventie voor jonge kinderen met gedragsproblemen. Pien Geertse STOP 4-7 Entrea Nijmegen. Korte historie
STOP 4-7 een vroege interventie voor jonge kinderen met gedragsproblemen 1 Korte historie 2002: documentaire multimodale behandeling-gedragstherapeutische basis (Swindon). PI-school en jeugdzorg Entrea
Nadere informatieMonitoren van resultaten en werken met prestatie-indicatoren: principes en processen
Monitoren van resultaten en werken met prestatie-indicatoren: principes en processen Jan Willem Veerman SEJN, 24 juni 2 Meten in de praktijk: zo doe je dat! Personele, materiële, organisatorische randvoorwaarden
Nadere informatieSamenvatting Resultaten PMA leerlingcoaching SWV VO Gorinchem & SWV-ND. Folkert van Oorschot, Bsc
Samenvatting Resultaten PMA leerlingcoaching SWV VO Gorinchem & SWV-ND Folkert van Oorschot, Bsc Datum: 5 september 2018 Introductie Binnen het onderwijs zijn er leerlingen met uiteenlopende problemen
Nadere informatieEvaluatieonderzoek Psychiatrische Gezinsbehandeling voor Autisme. Eindverslag pilot. Gert Kroes
Evaluatieonderzoek Psychiatrische Gezinsbehandeling voor Autisme Eindverslag pilot Gert Kroes Evaluatieonderzoek Psychiatrische Gezinsbehandeling voor Autisme Eindverslag pilot Dr. Leo Kannerhuis Houtsniplaan
Nadere informatieAchtergrond. = Samen sterker Terug Op Pad -> Ecologisch. Gegroeid uit onderzoeksproject Universiteit Gent o.l.v. Wim De Mey
STOP 4-7 Achtergrond = Samen sterker Terug Op Pad -> Ecologisch Gegroeid uit onderzoeksproject Universiteit Gent o.l.v. Wim De Mey Start Limburg 2007 3 STOP4-7 teams Preventief Gedragstherapeutisch Determinanten
Nadere informatieErvaringen van vrijwilligers
Ervaringen van vrijwilligers Synthese [Externe versie] Ronald De Meyer Laura Beurskens-Claessens Augustus 2018 2018 Praktikon Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen
Nadere informatieZorgverbetering: Hoe relevante gegevens te genereren en benutten
Zorgverbetering: Hoe relevante gegevens te genereren en benutten Marc Delsing, Praktikon Inge Linde, De Rading Verbeteren kwaliteit zorg Welke gegevens? Hoe komen we aan die gegevens? Hoe benutten we die
Nadere informatieevaluatie, monitoring, tevr effectonderzoek en datave
ijs arbeid data zorg onderwijs zekerheid etenschap rg welzijn mobiliteit jn beleids- Het ITS maakt deel uit van de Radboud Universiteit Nijmegen evaluatie, monitoring, tevr effectonderzoek en datave Wachtdagen
Nadere informatieDOORDRINKEN DOORDRINGEN. Effectevaluatie Halt-straf Alcohol Samenvatting. Jos Kuppens Henk Ferwerda
DOORDRINGEN of Effectevaluatie Halt-straf Alcohol Samenvatting DOORDRINKEN Jos Kuppens Henk Ferwerda In opdracht van Ministerie van Veiligheid en Justitie, Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum,
Nadere informatieEFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS
EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS Wetenschappelijk onderzoek In dit rapport worden de wetenschappelijke bevindingen beschreven betreffende de effectiviteit van de Geef me de 5 Basiscursus.
Nadere informatieHandleiding OBVL. Ad Vermulst Gert Kroes Ronald De Meyer Linda Nguyen Jan Willem Veerman
Handleiding OBVL Ad Vermulst Gert Kroes Ronald De Meyer Linda Nguyen Jan Willem Veerman Over de auteurs Dr. A. (Ad) Vermulst is statisticus, methodoloog en sociaal-wetenschappelijk onderzoeker en was tot
Nadere informatieGemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017
Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 20 juni 2017 DATUM 20 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515
Nadere informatieDoelgroeponderzoek STOP4-7
Doelgroeponderzoek STOP4-7 H.A.J. Hullegie Radboud Universiteit Nijmegen Naam student: Ellen Hullegie Studentnummer: 0818232 Scriptie Orthopedagogiek, Gezin & Gedrag Begeleider namens de universiteit:
Nadere informatieBergOp 4.1 Handleiding voor ROM
BergOp 4.1 Handleiding voor ROM Testversie 1 Praktikon B.V. Postbus 6909 6502 GK Nijmegen www.praktikon.nl tel. 024-3615480 praktikon@acsw.ru.nl fax. 024-3611152 www.bergop.info 2016 Praktikon B.V. Behoudens
Nadere informatieSTOP 4-7 programma. Samen sterker Terug. Pad
STOP 4-7 programma Samen sterker Terug Op Pad STOP 4-7 PROGRAMMA Samen sterker Terug Op Pad Ecologisch (samen) en positief (sterker terug op pad) Een vroeg interventie- of preventieprogramma: kindtraining
Nadere informatieTevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Universiteit van Amsterdam, INTT
Tevredenheidsonderzoek 2011 Dienst inburgeren Universiteit van Amsterdam, INTT Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van Universiteit van Amsterdam, INTT De verantwoordelijkheid voor de inhoud
Nadere informatieTevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv
Tevredenheidsonderzoek 2011 Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van Studiecentrum Talen Eindhoven bv De verantwoordelijkheid voor de inhoud
Nadere informatieBeschrijvend en praktijkgericht effectonderzoek naar kortdurende thuisbegeleiding (KTB) binnen BJB
Beschrijvend en praktijkgericht effectonderzoek naar kortdurende thuisbegeleiding (KTB) binnen BJB Tim Stroobants Johan Vanderfaeillie In opdracht van 23-9-2014 pag. 2 Inhoudsopgave en aanleiding onderzoek
Nadere informatieSamenvatting. (Dutch Summary)
(Dutch Summary) In dit proefschrift is de ontwikkeling van gedrags- en emotionele problemen van tweelingen en eenlingen in de leeftijd van 3 tot 12 jaar onderzocht. In hoofdstuk 1 wordt een introductie
Nadere informatieGemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017
Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 26 juni 2017 DATUM 26 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515
Nadere informatiePGA behandeling LKH Doorwerth en LKH Brabant, aangesloten bij LKH Nederland: Een vergelijkend onderzoek
PGA behandeling LKH Doorwerth en LKH Brabant, aangesloten bij LKH Nederland: Een vergelijkend onderzoek Projectgroep: Cisca Aerts, projectleider Annemarie Ellenbroek Nienke Geerts Brigitte de Jong Ronald
Nadere informatieAnalyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels
Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten G.E. Wessels Datum: 16 augustus 2013 In opdracht van: Stichting Informele Zorg Twente 1. Inleiding Het belang van mantelzorg wordt in Nederland
Nadere informatieTevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Hogeschool Inholland Amsterdam/Diemen
Tevredenheidsonderzoek 2011 Dienst inburgeren Hogeschool Inholland Amsterdam/Diemen Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van Hogeschool Inholland Amsterdam/Diemen De verantwoordelijkheid voor
Nadere informatieANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN
ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...
Nadere informatieZicht op kwaliteit van de jeugdzorg Een wetenschappelijk perspectief
Zicht op kwaliteit van de jeugdzorg Een wetenschappelijk perspectief Jan Willem Veerman Jeugd in Onderzoek Nieuwegein, 11-03-2013 Opbouw 1. Waar gaat het over? 2. Hoe ziet het eruit? 3. Hoe wordt het gebruikt?
Nadere informatieKennis en rolopvatting van professionals gedurende Alcohol mij n zorg?!
Kennis en rolopvatting van professionals gedurende Alcohol mij n zorg?! Integrale aanpak vroegsignalering alcoholgebruik bij ouderen in de eerstelijn Drs. Myrna Keurhorst Dr. Miranda Laurant Dr. Rob Bovens
Nadere informatieTevredenheidsonderzoek 2014 / Accessio Inburgering
Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015 Accessio Inburgering Zoetermeer, woensdag 5 augustus 2015 In opdracht van Accessio Inburgering De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik
Nadere informatieTevredenheidsonderzoek 2014 / 2015. Regionaal Autisme Centrum onderdeel Autismewerk.nl
Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015 Regionaal Autisme Centrum onderdeel Autismewerk.nl Zoetermeer, vrijdag 13 november 2015 In opdracht van Regionaal Autisme Centrum onderdeel Autismewerk.nl De verantwoordelijkheid
Nadere informatieVoortgangsmonitor. Driehuis en gezinshuizen. JiO 9 maart 2015. Caroline van den Bel en Carolien Konijn
Voortgangsmonitor Driehuis en gezinshuizen JiO 9 maart 2015 Caroline van den Bel en Carolien Konijn Voortgangsmonitor Driehuis en gezinshuizen Driehuis en gezinshuizen bij Spirit: doelgroep driehuis: kinderen
Nadere informatiePDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen
PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/77029
Nadere informatieFactsheet STOP4-7 Schooljaar
Factsheet STOP4-7 Schljaar 2014-2015 Tabel 1: Aantallen en respns Instelling /Lcatie Aantal deelnemers Aantal respns start en einde (%) Entréa 23 18 (78%) Nijmegen 9 6 (67%) Tiel 14 12 (86%) t Kabuterhuis
Nadere informatieOp weg naar effectiviteit in het cluster 4 onderwijs
Samenvatting Op weg naar effectiviteit in het cluster 4 onderwijs Deel II: de resultaten van de eerste effectmeting Drs. R. Stoutjesdijk & Prof. Dr. E.M. Scholte M.m.v. Drs. H. Leloux-Opmeer 2 Inhoudsopgave
Nadere informatieIMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY
IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY - eindrapport - Y. Bleeker MSc (Regioplan) dr. M. Witvliet (Regioplan) dr. N. Jungmann (Hogeschool Utrecht) Regioplan Jollemanhof
Nadere informatieBiowalking voor ouderen
Biowalking voor ouderen Een pilot onderzoek naar de effecten van en ervaringen met Biowalking voor ouderen Dr. Jolanda Maas Vrije Universiteit Amsterdam, afdeling Klinische Psychologie 1. Inleiding IVN
Nadere informatieEindrapportage Project preventie schooluitval leerlingen bij SWV Gorinchem & SWV-ND. Folkert van Oorschot, Bsc
Eindrapportage Project preventie schooluitval leerlingen bij SWV Gorinchem & SWV-ND Folkert van Oorschot, Bsc Datum: 5 September 2018 Introductie Binnen het onderwijs zijn er leerlingen met uiteenlopende
Nadere informatieEffectief omgaan met opgroei- en opvoedingsproblemen
Effectief omgaan met opgroei- en opvoedingsproblemen Resultaten van Hulp aan Huis Overijssel over de periode 2004-2005 Jan Willem Veerman & Ronald De Meyer Praktikon maakt deel uit van de Stichting de
Nadere informatieMASTER ORTHOPEDAGOGIEK SCRIPTIE
FACULTEIT DER MAATSCHAPPIJ- EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN Graduate School of Childhood Development and Education MASTER ORTHOPEDAGOGIEK SCRIPTIE 2016-2017 De beïnvloeding van tijdoriëntatie, timemanagement en
Nadere informatieSAMENVATTING. Samenvatting
Samenvatting In deze studie is de relatie tussen gezinsfunctioneren en probleemgedrag van kinderen onderzocht. Er is veelvuldig onderzoek gedaan naar het ontstaan van probleem-gedrag van kinderen in de
Nadere informatieEMPO voor Ouders en Jongeren versie 2.0
EMPO voor Ouders en Jongeren versie 2.0 2011 Praktikon BV Nijmegen: Harm Damen 1. Wat is de EMPO? De EMPO 2.0 is een lijst voor zelfevaluatie om de empowerment bij ouders (EMPO Ouders 2.0) en jongeren
Nadere informatieTevredenheidsonderzoek 2015 / Hogeschool van Amsterdam
Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Hogeschool van Amsterdam Zoetermeer, woensdag 9 november 2016 In opdracht van Hogeschool van Amsterdam De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het
Nadere informatieNederlands bedrijfsleven: maak faillissementsfraude snel openbaar
Nederlands bedrijfsleven: maak faillissementsfraude snel openbaar Korte peiling over een actueel onderwerp op het gebied van credit management juni 2014 Tussentijdse meting Trendmeter 14 B16475 / juni
Nadere informatieVerlangd basisonderwijs in de wijk Overvecht, gemeente Utrecht. Rapportage. Menno Wester
Verlangd basisonderwijs in de wijk Overvecht, gemeente Utrecht Rapportage Menno Wester Maart 2014 Projectnummer: 34001333 Opdrachtgever: Stichting HIO 2014 ITS, Radboud Universiteit Nijmegen Behoudens
Nadere informatieTevredenheidsonderzoek 2012. Jobcoach organisatie Trace Daelzicht
Tevredenheidsonderzoek 2012 Jobcoach organisatie Trace Daelzicht Zoetermeer, maandag 4 februari 2013 In opdracht van Jobcoach organisatie Trace Daelzicht De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij
Nadere informatieTevredenheidsonderzoek Fox AOB
Tevredenheidsonderzoek 2015 Fox AOB Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van Fox AOB De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting
Nadere informatieGEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG
GEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG Effectiviteit Geef me de 5-methodiek in zorginstelling JP van den Bent In dit rapport worden de wetenschappelijke bevindingen beschreven betreffende de effectiviteit
Nadere informatieChild Care Quality in The Netherlands: From Quality Assessment to Intervention K.O.W. Helmerhorst
Child Care Quality in The Netherlands: From Quality Assessment to Intervention K.O.W. Helmerhorst Samenvatting en Conclusies Samenvatting van het onderzoeksproject De studies die in dit proefschrift worden
Nadere informatie6 Onderzoek naar Probleemgedrag, Competentie en Opvoedingsbelasting bij kinderen en jongeren met oculaire slechtziendheid
67 6 Onderzoek naar Probleemgedrag, Competentie en Opvoedingsbelasting bij kinderen en jongeren met oculaire slechtziendheid b 1 p 2 D s a 1 a 2 p 1 b 2 p 3 b 3 a 3 Meting vier 68 69 6 Onderzoek naar Probleemgedrag,
Nadere informatieSTARTFLEX. Onderzoek naar ondernemerschap onder studenten in Amsterdam
Onderzoek naar ondernemerschap onder studenten in Amsterdam Colofon ONDERZOEKER StartFlex B.V. CONSULTANCY Centre for applied research on economics & management (CAREM) ENQETEUR Alexander Sölkner EINDREDACTIE
Nadere informatieDe stand van Mediation in Nederland
De stand van Mediation in Nederland drs. R.J.M. Vogels Zoetermeer, 17 november 2011 In opdracht van het Nederlands Mediation Instituut (NMI). De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Stratus.
Nadere informatieParent-Child Interaction Therapy (PCIT) met complimenten gedragsproblemen te lijf, (hoe) werkt dat? Mariëlle Abrahamse, AMC De Bascule
Parent-Child Interaction Therapy (PCIT) met complimenten gedragsproblemen te lijf, (hoe) werkt dat? Mariëlle Abrahamse, AMC De Bascule AMC - De Bascule o Mariëlle Abrahamse o Dr. Ramón Lindauer Universiteit
Nadere informatieTevredenheidsonderzoek De Opstap, Leerwerktraject van De Kapstok
Tevredenheidsonderzoek 2014-2015 De Opstap, Leerwerktraject van De Kapstok Zoetermeer, maandag 3 augustus 2015 In opdracht van De Opstap, Leerwerktraject van De Kapstok De verantwoordelijkheid voor de
Nadere informatieColofon. Titel: Xact groen Wiskunde deel 2 ISBN: 978 90 3720 834 4 NUR: 124 Trefwoord: Wiskunde groen
Colofon 1 Colofon Titel: Xact groen Wiskunde deel 2 ISBN: 978 90 3720 834 4 NUR: 124 Trefwoord: Wiskunde groen Uitgeverij: Edu Actief b.v. Meppel Auteurs: E. Benthem, J. Broekhuizen, H. La Poutré, J. Bruinsma,
Nadere informatieRunning head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1. Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende
Running head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1 Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende Problematiek: De Mediërende Invloed van de Ouder-Therapeut Alliantie
Nadere informatieInformatie voor ouders
Informatie voor ouders Zo gewoon mogelijk, speciaal waar het moet Entrea biedt specialistische jeugdhulp en opvoedingsondersteuning aan kinderen en jongeren van 0 tot 18 jaar en hun ouders of opvoeders.
Nadere informatieSPRINT werkt! Presentatie resultaten SPRINT-effect onderzoek. Efua Campbell 15 juni 2016
SPRINT werkt! Presentatie resultaten SPRINT-effect onderzoek Efua Campbell 15 juni 2016 Programma van vanmiddag - Presentatie uitkomsten SPRINT-effect onderzoek: - Achtergrond SPRINT en SPRINT-effect
Nadere informatieevaluatie, monitoring, tevr effectonderzoek en datave
ijs arbeid data zorg onderwijs zekerheid etenschap rg welzijn mobiliteit jn beleids- Het ITS maakt deel uit van de Radboud Universiteit Nijmegen evaluatie, monitoring, tevr effectonderzoek en datave Verlangd
Nadere informatieTevredenheidsonderzoek. ROC Drenthe College meetperiode: 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018 Definitief rapport
Tevredenheidsonderzoek ROC Drenthe College meetperiode: 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018 Definitief rapport In opdracht van ROC Drenthe College Zoetermeer, donderdag 22 maart 2018 De verantwoordelijkheid
Nadere informatieJGZ-richtlijn Autismespectrumstoornissen Januari 2015
JGZrichtlijn Autismespectrumstoornissen Bijlage Kenmerken van ASS specifieke instrumenten CBCL Gedrags Vragenlijst voor Kinderen / Child Behavior Checklist. Nieuwste versie 2003 De CBCL biedt geen diagnose,
Nadere informatieIntensieve ambulante gezinsbehandeling: een alternatief voor uithuisplaatsing?
J.M.A.M. Janssens & A.A.M. Kemper Intensieve ambulante gezinsbehandeling: een alternatief voor uithuisplaatsing? SAMENVATTING Intensieve ambulante gezinsbehandeling wordt vaak gezien als een alternatief
Nadere informatieSamenvatting (Dutch summary)
Parenting Support in Community Settings: Parental needs and effectiveness of the Home-Start program J.J. Asscher Samenvatting (Dutch summary) Ouders spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van kinderen.
Nadere informatieOudertevredenheidsonderzoek 2015 Eindrapportage De Ark
Oudertevredenheidsonderzoek 2015 Eindrapportage De Ark Baken Adviesgroep Maart 2015 Ir. Laurens van Graafeiland 1 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Aanpak 3 1.2 Onderzoeksverantwoording 4 1.3 Toelichting grafieken
Nadere informatieFollow-up onderzoek in De Hoenderloo Groep
Follow-up onderzoek in De Hoenderloo Groep Resultaten 2003-2008 Gert Kroes Lotte Brunt Follow-up onderzoek in De Hoenderloo Groep Resultaten 2003-2008 De Hoenderloo Groep Kampheuvellaan 34 7351 DA Hoenderloo
Nadere informatieFactsheet Pilotstudie Tools4School April 2014
Factsheet Pilotstudie Tools4School April 214 Tools4School is een gedragsinterventie voor jongeren die vanwege hun gedrag dreigen uit te vallen in het VO en VSO 1. De interventie is gebaseerd op de effectieve
Nadere informatieOudertevredenheidsonderzoek 2015 Eindrapportage De Triangel
Oudertevredenheidsonderzoek 2015 Eindrapportage De Triangel Baken Adviesgroep Maart 2015 Ir. Laurens van Graafeiland 1 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Aanpak 3 1.2 Onderzoeksverantwoording 4 1.3 Toelichting grafieken
Nadere informatieHET VISUEEL PROFIEL. Een onderzoek naar visuele perceptie, visuele activiteiten, participatie, probleemgedrag en opvoedingskenmerken
HET VISUEEL PROFIEL Een onderzoek naar visuele perceptie, visuele activiteiten, participatie, probleemgedrag en opvoedingskenmerken bij kinderen en jongeren met oculaire slechtziendheid Deel 1 Over visueel
Nadere informatieTevredenheidsonderzoek 2014 / Fontys Hogescholen - Talencentrum
Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015 Fontys Hogescholen - Talencentrum Zoetermeer, dinsdag 4 augustus 2015 In opdracht van Fontys Hogescholen - Talencentrum De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust
Nadere informatieBehandelen gestuurd door directe feedback: samen kennis genereren over wat werkt
Behandelen gestuurd door directe feedback: samen kennis genereren over wat werkt Rint de Jong - Karakter Heddeke Snoek Karakter Judith Horstman Pionn Marleen van Aggelen - Pionn 22 september 2015 Met welke
Nadere informatieInhoud. Werken met de BPV-opdrachten 3 Routeplanner 5 Aftekenlijst 7
BPV PM3KO Inhoud Werken met de BPV-opdrachten 3 Routeplanner 5 Aftekenlijst 7 1. De situatie en wensen van het kind/de jongere inventariseren 8 2. Een activiteitenprogramma opstellen 14 3. Een plan van
Nadere informatieTriple P Tieners. Doel. Effectonderzoek. Implementatieonderzoek. F.X. Goossens 4 juni 2010 3 e Nationaal Congres Opvoedingsondersteuning
Improving Mental Health by Sharing Knowledge Triple P Tieners F.X. Goossens 4 juni 2010 3 e Nationaal Congres Opvoedingsondersteuning Effectonderzoek Doel Heeft Triple P voor Tieners een positief effect
Nadere informatieDe inzet van familienetwerkberaden in de jeugdzorg:
De inzet van familienetwerkberaden in de jeugdzorg: Een systematische review en meta-analyse van de uitkomsten van studies naar de effectiviteit van familienetwerkberaden Universiteit van Amsterdam, Forensische
Nadere informatieAMBITIE.INFO. BPV Verkopen
AMBITIE.INFO BPV Verkopen Colofon Uitgeverij: Uitgeverij Edu Actief b.v. Meppel Auteur: M. Steenbergen Redactie: Uitgeverij Edu Actief b.v. Meppel Inhoudelijke redactie: R. van Midde Vormgeving: Uitgeverij
Nadere informatieTevredenheidsonderzoek ROC De Leijgraaf
Tevredenheidsonderzoek 2015 ROC De Leijgraaf Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van ROC De Leijgraaf De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of
Nadere informatieSamenwerkende gemeenten West- Brabant: gemeente Moerdijk
Samenwerkende gemeenten West- Brabant: gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2015 Definitieve rapportage 4 augustus 2016 DATUM 4 augustus 2016 TITEL Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2015 ONDERTITEL
Nadere informatieAantoonbare Effectiviteit: Onderzoek naar de residentiële jeugdzorg van Entréa
Aantoonbare Effectiviteit: Onderzoek naar de residentiële jeugdzorg van Entréa Resultaten eerste fase Inge Bastiaanssen Jan Willem Veerman Gert Kroes Rutger Engels Aantoonbare Effectiviteit: Onderzoek
Nadere informatieTevredenheid Abw-cliënten. Benchmark rapportage gemeente Maassluis. December 2003
Tevredenheid Abw-cliënten Benchmark rapportage gemeente Maassluis December 2003 Benchmark Werk, Inkomen en Zorg Postbus 85932 2508CP Den Haag telefoon (070) 346 93 00 e-mail: gsd.benchmark@vng.nl website:
Nadere informatie