WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEKER Genotype milieu - interacties bij het bepalen van de fokwaarde van beren (M/V)

Transcriptie

1 Het Eigen Vermogen van het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO) werft aan: WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEKER Genotype milieu - interacties bij het bepalen van de fokwaarde van beren (M/V) Afdeling: Beleidsdomein: Niveau: Graad: Standplaats: ILVO Eenheid Dier Landbouw en Visserij A Wetenschappelijk attaché Scheldeweg 68, 9090 Melle (+ tewerkstelling KU Leuven) Vacaturenummer: EV/2011/012/Dier68 DE FUNCTIE EN ZIJN CONTEXT Het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO) is een wetenschappelijke instelling van de Vlaamse overheid, beleidsdomein Landbouw en Visserij. Het ILVO is een multidisciplinaire instelling met focus op de ondersteuning van een duurzame landbouw, tuinbouw en visserij. Het bestaat uit 4 eenheden die gevestigd zijn in Merelbeke, Melle en Oostende. Het ILVO beschikt over een proefoppervlakte van 200 ha en een uitgebreide infrastructuur van laboratoria, proefstallen, serres, loodsen, aquaria en een proefzuivelfabriek. Het ILVO, met een totaal van circa 550 personeelsleden, schakelt ongeveer 235 onderzoekers in. Ongeveer de helft van de personeelsleden werkt voor de Vlaamse overheid; het overige personeel is tewerkgesteld bij het Eigen Vermogen van ILVO op basis van project- en contractonderzoek. Aan het hoofd van het ILVO staat een administrateur-generaal. Voorliggende vacature wordt opengesteld binnen ILVO, eenheid Dier. De eenheid Dier verricht toegepast wetenschappelijk onderzoek in de dierlijke productie met het oog op een efficiënte, milieu- en diervriendelijke productie, en een duurzame consumentgerichte en maatschappelijk aanvaardbare veehouderij. Deze functie situeert zich onder het onderzoeksdomein functionele dierenvoeding van de eenheid Dier, voor het project Genotype-milieu-interacties bij het bepalen van de fokwaarde van beren Dit project loopt vanaf 1 oktober 2011 tot 30 september Samenvatting project De vleesvarkens die in Vlaanderen worden gehouden, zijn voor het overgrote deel een kruising tussen een hybride zeug en een Piétrain beer. Dit leidt tot een vleesvarken met de gewenste bevleesdheid. Daar waar de zeugenlijn op bedrijfsniveau behoorlijk stabiel is, is de keuze van de eindbeerbloedlijn binnen het Piétrainras veel flexibeler, zeker op bedrijven die met kunstmatige inseminatie (KI) werken. Eindberen worden op dit moment genetisch geëvalueerd aan de hand van de prestaties van 18 of 21 nakomelingen, getest in de selectiemesterijen onder gestandaardiseerde omstandigheden (constante en gekende zeugenlijn, constante voedersamenstelling, gestandaardiseerd management). Dit testsysteem minimaliseert en corrigeert voor de effecten van het milieu waardoor genetische verschillen tussen beren gemakkelijker geschat kunnen worden. Deze werkwijze laat echter niet toe de fokwaarde te corrigeren voor milieu-invloeden op praktijkbedrijven. Bovendien wordt in de twee selectiemesterijen een voeder gebruikt dat een hoge concentratie aan energie en aminozuren bevat. Op deze wijze kunnen de vleesvarkens met een hoog genetisch potentieel dit ook tot uiting brengen waardoor ze 1

2 gemakkelijker kunnen geïdentificeerd worden. De vraag is of de fokwaardeschatting onder deze gestandaardiseerde omstandigheden representatief blijft in praktijkomstandigheden, dit is wanneer de nakomelingen met praktijkvoeders worden afgemest, afkomstig zijn van andere zeugenlijnen dan deze die in de selectiemesterijen voorkomen en in andere omstandigheden worden afgemest (staltype, klimaat, infectiedruk, ea). De vraag is dus of er interacties zijn tussen genotype en omgeving (G E) die de fokwaardeschatting van beren beïnvloeden. In dit project spreken we over omgeving als het geheel van factoren die verschillen tussen bedrijven kunnen verklaren (zeugenlijn, voeder, stalklimaat, infectiedruk, ea). Een meer representatieve fokwaardeschatting moet leiden tot een optimale beerkeuze door de varkenshouder. Deze keuze resulteert in betere economische en ecologische prestaties van de varkensbedrijven en draagt dus bij tot een meer duurzame varkenshouderij. In het bijzonder kunnen de interacties tussen het genotype van de beer en het aminozuurgehalte in het voeder van de vleesvarkens (GxF interacties) in de toekomst van belang zijn bij de selectie in functie van een duurzame varkenshouderij. De efficiëntie waarmee het varken met zijn voeder omgaat is erg belangrijk en een dier dat goed presteert op een voeder met lagere nutriëntengehaltes is mogelijk duurzamer dan een dier dat goed presteert onder hoge nutriëntengehaltes. Om gericht te kunnen selecteren naar het meest duurzame varken is het nodig hiervan de fysiologische achtergrond te kennen. Het project heeft dan ook de volgende doelstellingen: 1. Nagaan of genotype-omgeving-voeder interacties de fokwaardeschatting voor mesterijeigenschappen beïnvloeden, 2. Het integreren van praktijkgegevens in de fokwaardeschatting via een automatische procedure, 3. Het ontwikkelen en implementeren van een beer-advies-systeem dat toelaat om (1) de klassieke fokwaarde te corrigeren volgens bedrijfsspecifieke omstandigheden (voeder, genetica zeugen, omgeving) en (2) bedrijfsspecifiek advies te leveren omtrent een optimale beer, 4. Nagaan welke de onderliggende oorzaken zijn voor GxF interacties en wat de impact is op de stikstofuitstoot. Om de doelstellingen te bereiken wordt in een eerste werkpakket een proef uitgevoerd op proefbedrijven onder gecontroleerde omstandigheden, waarbij het belang van GxE interacties op de rangschikking van een aantal beren volgens fokwaarde wordt nagegaan. In dit werkpakket wordt ook een specifieke proef opgezet waarbij de fokwaarde van een aantal beren vergeleken wordt op 2 voederniveaus (optimaal en suboptimaal aminozuurgehalte). Beide proeven hebben als doel na te gaan of GxE interacties de fokwaarde van een beer beïnvloeden. Het tweede werkpakket beoogt om te komen tot een geïntegreerde fokwaardeschatting, waarbij de bestaande fokwaardeschatting wordt aangevuld met gegevens van praktijkbedrijven. Hiervoor wordt gestart met 10 pilootbedrijven die van nabij opgevolgd worden. Aangezien praktijkbedrijven meestal niet over dezelfde data beschikken als selectiemesterijen zal onderzocht worden welke data beschikbaar zijn en hoe deze kunnen aangewend worden om de fokwaardeschatting uit te breiden. In het derde werkpakket wordt aan de hand van een participatorische benadering een beslissingsondersteunend systeem voor bedrijfsspecifiek beeradvies uitgewerkt. Een bedrijf zal op basis van specifieke factoren en op basis van GxF interacties een bedrijfspecifiek advies aangereikt worden omtrent een optimale beer. Om een vlotte implementatie toe te laten zal tijdens de opbouw van het beslissingsondersteunend systeem rekening worden gehouden met kritische succesfactoren van dergelijke systemen. In het vierde werkpakket zullen we onderzoeken welke fysiologische achtergrond verantwoordelijk kan zijn voor GxF interacties en welke winst naar stikstofuitstoot hierdoor kan geboekt worden. Hiervoor zullen groeicurves vergeleken worden, zullen op strategische punten stalen genomen worden voor mrna analyse en zullen tenslotte eindproducten van metabolic pathways gemeten worden in het bloed. Tegelijk zal via een stikstofbalansproef de stikstofuitstoot onder de 2 voederniveau s worden nagegaan. WP 4 zal enkel doorgaan als er vanuit werkpakket 1 effectief aanwijzingen zijn voor genotype-voeding interacties. Hiervoor zal dan een extra onderzoeker worden aangeworven. Het vijfde werkpakket tenslotte richt zich op de valorisatie van de resultaten. In de eerste plaats zal gestart worden met de implementatie van het ontwikkelde beslissingsondersteunende systeem. Bovendien zal via demonstratie het adviessysteem aan zoveel mogelijk landbouwers worden uitgelegd. Daarnaast zal aan de hand van publicaties in landbouwpers en wetenschappelijke tijdschriften de kennis uit dit project verspreid worden. 2

3 JE TAKENPAKKET Doel van de functie Je verzorgt de uitvoering van het project. Samen met een deskundige sta je in voor de praktische uitvoering en verwerking van de experimenten. Deze zullen uitgevoerd worden op het proefbedrijf van het ILVO, op praktijkbedrijven en aan de KULeuven. Je standplaats is zowel het ILVO (50%) als de K.U. Leuven (50%). 1. UITVOERING VAN ONDERZOEK Je staat in voor het conceptualiseren en uitvoeren van onderzoek, het voeren van studies of analyses en voortgangscontrole teneinde (beleids)relevante informatie en/of producten aan te reiken en wetenschappelijke output leveren. Je verzamelt, analyseert, interpreteert en verwerkt gegevens Je staat in voor het opvolgen van de voortgang van het onderzoeksproject en stuurt indien nodig bij Je levert concrete inhoudelijke input bij het onderzoeksproject Je vertaalt de eigen onderzoeksresultaten naar (beleids)relevante conclusies en/of advies Je verdedigt onderzoeksresultaten en licht deze toe op de vergadering van de gebruikerscommissie, studiedagen, congressen e.a. 2. EXPERTISE UITWISSELEN Je wisselt je expertise uit op allerlei fora teneinde het gedachtegoed van het onderzoeksdomein functionele dierenvoeding en de eenheid DIER te verspreiden en te optimaliseren Je neemt deel aan de vergaderingen van de interne projectgroep, van de gebruikerscommissie, de stafraad, e.a.. Vanuit de eigen specialisatie verstrek je advies aan interne en externe klanten Je onderhoudt contacten met universiteiten, wetenschappelijke instellingen, praktijkcentra, enz. 3. PUBLICEREN EN RAPPORTEREN Je publiceert of rapporteert resultaten, conclusies en adviezen teneinde de doelgroep te informeren en te sensibiliseren. Je levert input voor tussentijdse en eindrapporten voor het IWT en andere door door de entiteit gevraagde vormen van rapportage Je staat in voor publicaties in wetenschappelijke tijdschriften Je levert teksten aan voor populair-wetenschappelijke tijdschriften Je schrijft beleidsrelevante teksten 4. INFORMATIE- EN ONDERZOEKSNETWERK Je bouwt een informatienetwerk uit teneinde toegang te hebben tot alle mogelijke relevante informatie voor huidig en toekomstig onderzoek. Je legt gegevensbestanden aan Je identificeert, evalueert en actualiseert kwalitatieve en kwantitatieve gegevens Je staat in voor het opzetten en onderhouden van netwerken om informatie te verkrijgen en de kennis doorgeven Je staat in voor het uitbouwen en/of verbeteren van methodes om de kwaliteit van de gegevens te waarborgen Je maakt deel uit van een wetenschappelijke onderzoeksnetwerk (onderzoek in de varkenshouderij) 5. KENNIS M.B.T. HET VAKGEBIED Je ontwikkelt en onderhoudt je kennis in de aan het projectgerelateerde vakgebieden teneinde via integratie van de nieuwste evoluties de kwaliteit van de uit te voeren onderzoeksopdrachten voortdurend te verbeteren. Je doet aan gestructureerde kennisuitwisseling met collega s Je neemt deel aan conferenties, symposia, workshops, Je neemt deel aan externe kennisnetwerken 3

4 Je verricht studiewerk om de recentste wetenschappelijke, technische, statistische en maatschappelijke evoluties binnen het vakgebied te kennen JE PROFIEL Deelnemingsvoorwaarden - Je bent bio-ingenieur of dierenarts of zal het diploma in juli 2011 behalen of je hebt een ander master diploma met relevante ervaring in statistische dataverwerking Je technische competenties - Je hebt affiniteit met de veehouderij - Vertrouwdheid met de varkenshouderij is een pluspunt - Je hebt kennis van en ervaring met informatica en databeheer - Goede kennis van statistiek, data-analyse en kwantitatieve technieken is een pluspunt - Je hebt kennis van proefplanning - Je ondersteunt het beleid op een bewuste manier, je communiceert vlot en je bent gedreven - Je bent een teamwerker en netwerker - Je bezit een rijbewijs B Je persoonsgebonden competenties Voortdurend verbeteren = Voortdurend verbeteren van het eigen functioneren en van de werking van de entiteit, door de bereidheid om te leren en mee te groeien met veranderingen II. Ontwikkelt zich binnen de eigen functie en werkt actief mee aan het verbeteren van de uitvoering van taken. - Maakt zich vertrouwd met nieuwe materies die relevant zijn voor de eigen taak (bv. nieuwe regelgeving, informaticatoepassingen, werkmethoden ) - Informeert zich over nieuwe ontwikkelingen met betrekking tot de eigen functie (leest vakliteratuur, neemt deel aan congressen ) - Past nieuwe richtlijnen, kennis, informatie en inzichten toe in de praktijk - Gaat na of en hoe nieuwe tendensen en ontwikkelingen in de eigen functie ingezet kunnen worden - Zoekt actief naar mogelijkheden om de uitvoering van het takenpakket te verbeteren en werkt die mogelijkheden verder uit tot concrete voorstellen Klantgerichtheid = Met het oog op het dienen van het algemeen belang, de legitieme behoeften van verschillende soorten (interne en externe) klanten onderkennen en er adequaat op reageren II. Onderneemt acties om voor de klant de meest geschikte oplossing te bieden voor vragen en problemen die minder voor de hand liggen. - Past binnen de bestaande procedures en planning de dienstverlening of het product aan om de klant verder te helpen - Geeft de klant waar hij recht op heeft op de best mogelijke wijze - Levert, rekening houdend met bestaande procedures, sneller of meer dan afgesproken is aan de klant - Gaat expliciet na of de klant tevreden is met de aangeboden oplossing en dienstverlening - Probeert zelf een antwoord te geven op een vraag of klacht. Verwijst zo nodig door of zoekt hulp - Biedt een zo optimaal mogelijke oplossing voor de klant Samenwerken = Met het oog op het algemeen belang een bijdrage leveren aan een gezamenlijk resultaat op het niveau van een team, entiteit of de organisatie, ook als dat niet meteen van persoonlijk belang is II. Helpt anderen en pleegt overleg - Steunt de voorstellen van anderen en bouwt daarop voort om tot een gezamenlijk resultaat te komen - Stemt de eigen inbreng/prioriteiten/aanpak af op de behoeften van de groep - Houdt rekening met de gevoeligheden en met de verscheidenheid van mensen - Biedt hulp aan bij problemen, ook al valt de taak niet onder de eigen opdracht - Vraagt spontaan en proactief de mening van anderen 4

5 Betrouwbaarheid consequent en correct handelen = Handelen vanuit de codes van integriteit, zorgvuldigheid, objectiviteit, gelijke behandeling, correctheid en transparantie uitgaande van de basisregels, sociale en ethische normen (diversiteit, milieuzorg ). Afspraken nakomen en zijn verantwoordelijkheid nemen II. Brengt sociale en ethische normen in de praktijk - Neemt de verantwoordelijkheid op zich voor zijn eigen handelen (past geen paraplupolitiek toe) - Leeft de deontologie na die eigen is aan de functie of het functieniveau - Spreekt anderen erop aan als ze niet conform bestaande regels en afspraken handelen - Handelt consequent: neemt in soortgelijke omstandigheden soortgelijke standpunten in of een soortgelijke houding aan. - Kan inschatten of informatie al dan niet verder kan of mag worden verspreid - Vertoont voorbeeldgedrag rond basisregels en afspraken Schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid = Een schrijfstijl hanteren die past bij de boodschap en de doelgroep II. Structureert zijn boodschap en hanteert een gepast taalgebruik afhankelijk van de situatie of het publiek - Stelt eenduidig leesbare documenten op die beknopt en ter zake zijn - Levert teksten met een duidelijke structuur (zowel inhoudelijk als vormelijk, en de inhoud en vorm zijn op elkaar afgestemd) - Gebruikt een stijl die aangepast is aan de situatie (zakelijk, onderhoudend, informatief ) - Gebruikt een taal die aan het publiek aangepast is (bv. licht jargon toe, schrijft leesbare teksten ) - Houdt in taalgebruik en boodschap rekening met de behoeften en beperkingen van de verschillende doelgroepen Mondelinge uitdrukkingsvaardigheid = Spreken in een taal zodat het publiek tot wie u zich richt u begrijpt II. Zorgt voor een heldere communicatie in twee richtingen - Richt zich tot zijn gesprekspartner - Gaat regelmatig na of de boodschap voor de andere duidelijk is - Biedt zijn gesprekspartner(s) de mogelijkheid om vragen te stellen - Geeft de gesprekspartner de ruimte om zich te uiten en onderbreekt hem niet - Past de communicatiewijze aan de mogelijkheden of eigenheden van de gesprekspartner aan Netwerken = Ontwikkelen en bestendigen van relaties, allianties en coalities binnen en buiten de eigen organisatie of entiteit en die aanwenden om informatie, steun en medewerking te verkrijgen I. Maakt actief gebruik van de bestaande contacten voor de eigen opdracht - Neemt regelmatig opnieuw contact op met anderen om zijn bestaande netwerk te onderhouden - Werkt regelmatig samen met collega s uit andere entiteiten voor specifieke problemen - Beschikt over enkele vaste contactpunten binnen de organisatie op wie hij regelmatig een beroep doet - Werkt actief mee aan vragen die vanuit andere afdelingen komen (deelt informatie, geeft advies ) - Neemt zelf contact op om informatie, steun of samenwerking te verkrijgen - Maakt gebruik van contacten die ontstaan zijn bij beurzen, seminaries, vakverenigingen, opleidingen Probleemanalyse (analytisch denken) = Een probleem duiden in zijn verbanden. Op een efficiënte wijze op zoek gaan naar aanvullende, relevante informatie II. Legt verbanden en ziet oorzaken. - Benadert een probleem vanuit verschillende gezichtspunten - Benoemt de oorzaken van problemen die zich voordoen - Legt verbanden tussen verschillende soorten informatie - Detecteert onderliggende problemen - Integreert nieuw gevonden informatie met bestaande informatie 5

6 Organiseren = De benodigde acties, tijd en middelen aangeven en die elementen coördineren om de doelstellingen te bereiken conform de planning I. Organiseert het eigen werk. - Werkt onder tijdsdruk alles tijdig en correct af - Kan op een bepaald ogenblik met oog voor de timing zijn/haar werk afronden - Pakt de zaken efficiënt aan - Kan inspelen op wijzigende omstandigheden - Ontwikkelt een aanpak die blijk geeft van doorzicht en overzicht Voortgangscontrole = Bewaken van de voortgang in tijd en van de kwaliteit van eigen processen of die van collega s of medewerkers I. Bewaakt de voortgang van het eigen werk - Controleert eigen werk - Bewaakt de voortgang van werkzaamheden en processen in de tijd - Rapporteert spontaan over de voortgang van zijn werk - Legt vervolgafspraken en -activiteiten vast - Gaat regelmatig na welke zaken tegen wanneer beschikbaar moeten zijn en geeft er het juiste gevolg aan HOE SOLLICITEREN? Om te solliciteren stuur je een gemotiveerde sollicitatiebrief (met vermelding van het vacaturenummer EV/2011/012/Dier68) naar: Dr. Bart Sonck Afdelingshoofd ILVO - Dier Scheldeweg Melle of (bij voorkeur) via naar: bart.sonck@ilvo.vlaanderen.be en sam.millet@ilvo.vlaanderen.be. We verwachten je kandidatuur uiterlijk op donderdag 14 juli SELECTIEPROCEDURE - Selectie op basis van CV - Interview De weerhouden kandidaten na screening van de CV s worden telefonisch of per uitgenodigd voor een interview. Gelieve je telefoonnummer waar de overdag bereikbaar bent en je adres te vermelden op je CV. ONS AANBOD We bieden een voltijdse tewerkstelling i.k.v. een IWT onderzoeksproject onder leiding van het ILVO en de KULeuven. Streefdatum start tewerkstelling: 1 oktober Er is een mogelijkheid om een doctoraat te behalen. Je komt terecht in een dynamische organisatie die oog heeft voor hoogkwalitatief onderzoek en innovatie en die een permanente verbetering van de dienstverlening nastreeft. Je krijgt ruime mogelijkheden inzake vorming, bijscholing en ondersteuning met moderne ICTmiddelen. Je werkdruk kan hoog zijn, maar er worden ernstige inspanningen geleverd om het werk zo optimaal mogelijk te combineren met de privésituatie: zo bieden wij je 35 dagen vakantie per jaar (waarvan jaarlijks 11 dagen kunnen worden overgedragen) en een systeem van glijdende werktijden. Je woon-werkverkeer met het openbaar vervoer en je hospitalisatieverzekering zijn gratis. 6

7 Je ontvangt maaltijdcheques van 5 euro per gewerkt dag. Een deel hiervan wordt door de werkgever betaald; het andere deel door de werknemer via een maandelijkse inhouding op het nettosalaris. Afhankelijk van je diploma zal je worden aangeworven in de graad van wetenschappelijk attaché met de bijbehorende salarisschaal A165 of A166. Als A165 bedraagt je aanvangssalaris (met 0 jaar geldelijke anciënniteit) minimaal ,44 euro (brutojaarsalaris A165, aangepast aan de huidige index), reglementaire toelagen niet inbegrepen. Je bruto maandsalaris bedraagt dan 2.902,62 euro. Als A166 bedraagt je aanvangssalaris (met 0 jaar geldelijke anciënniteit) minimaal ,44 euro (brutojaarsalaris A166, aangepast aan de huidige index), reglementaire toelagen niet inbegrepen. Je bruto maandsalaris bedraagt dan 3.482,37 euro. Indien het je interesseert kan je zelf via een bruto en netto berekening maken van je maandsalaris, je vakantiegeld en je eindejaarstoelage. Er is een proefperiode voorzien van minimum 6 en maximum 12 maanden. Het Eigen Vermogen van het ILVO wil net zoals de Vlaamse overheid de samenleving waarvoor ze zich inzet zo goed mogelijk weerspiegelen. Kandidaten worden dan ook geselecteerd op basis van hun kwaliteiten en vaardigheden, ongeacht geslacht, afkomst of handicap. MEER WETEN? - Voor extra informatie over de inhoud van de functie kun je contact opnemen met Sam Millet Wetenschappelijk attaché ILVO-DIER Scheldeweg 68, 9090 Melle Tel sam.millet@ilvo.vlaanderen.be of Jef Van Meensel Wetenschappelijk attaché ILVO L&M Burg. Van Gansberghelaan 115 bus 2, 9820 Merelbeke Tel.: jef.vanmeensel@ilvo.vlaanderen.be of Steven Janssens Department Biosystems, Kasteelpark Arenberg 30, bus 2456, 3001 Heverlee, Tel: steven.janssens@biw.kuleuven.be. - Voor extra informatie over de selectieprocedure/arbeidsvoorwaarden kun je contact opnemen met Christel Van Dorpe, personeelsverantwoordelijke ILVO ILVO Directie Burg. Van Gansberghelaan 96 bus 1, 9820 Merelbeke Tel christel.vandorpe@ilvo.vlaanderen.be 7