Aandachtspunten algemeen

Transcriptie

1 Aandachtspunten algemeen Sport & Spel boekjes Geheimhoudingsplicht over de spellen die we gaan doen. Gebruik het spelregelboekje als naslagwerk voor de spellen die worden uitgelegd. Jij kunt dan nog kleine dingen aan je groep duidelijk maken. Let goed op het kleding advies wat wordt voorgeschreven. Vrijspel Veld voor voetbal, ruige spellen, en een veld voor rustige buitenspellen. Voorkom pesterijen om in de buurt van spelende kinderen te zijn. Minimaal één groepsleider aanwezig op het veld i.v.m. calamiteiten en pesterijen. o Spreek onderling af wie er toezicht houdt. Uitgifte vrijspel materiaal Speciale plaats voor de uitgifte met een Sport &Spel leider. Speelgoed altijd weer terugbrengen. Sjaaltjes Sjaaltjes zijn leuk en belangrijk. Tijdens het vrijspel en de spelletjes hebben we de herkenbaarheid van de groepen hard nodig. Laat de kinderen de sjaaltjes om hun nek houden. Om hun middel of op hun hoofd. In ieder geval niet oprollen en klein maken. Spelregeboekje ob 1

2 Duizendpotenrace Terrein Open veld of zandpad. Spelvoorschriften Sportieve kleding. Doel van het spel Alle leden van elke groep moeten in een rij staan met de handen op elkaars schouders. Welke groep haalt als eerste de finishlijn? Spelbeschrijving De groepen gaan in rijen naast elkaar staan. Elke groep houd elkaar vast op een manier dat je een polonaise wilt gaan lopen. Tijdens de race moet je telkens verschillende opdrachten doen. Deze opdrachten kunnen bijvoorbeeld zijn: Huppelen of hinkelen. Rondje draaien. Achteruit lopen. Slingeren. De groep die als eerste over de finish gaat heeft 3 punten, de 2e 2 punten, de laatste 1 punt. Thema vorming Als samen werkt, moet ook iedereen het halen. Dus zorg dat je samen de finish haalt! Spelregeboekje ob 2

3 Geluidenspel Terrein Een dichtbegroeid maar wel goed toegankelijk stuk bos dat door paden en of met rood/wit lint is afgezet. Spelvoorschriften Lange broek Doel van het spel In het bos zitten een aantal figuranten verstopt, elke figurant maakt een eigen geluid. De groepen krijgen elk een score kaart waar de figuranten in verschillende volgorde op staan. Spelbeschrijving Elke groep moet de dieren in de volgorde van hun score kaart vinden en laten aftekenen. Als een groep te veel lawaai maakt of op een andere manier onbehoorlijk bezig zijn, kan een van de boswachters die ook in het bos rondlopen een strafpunt geven. Thema vorming Als christen moet je soms heel goed opletten naar wie zijn stem je luistert. In dit spel moet je leren op het juiste geluid af te gaan. Spelregeboekje ob 3

4 Krijgsgevangenenspel Terrein Open afgezet veld. Spelvoorschriften Sportieve kleding. Doel van het spel Zoveel mogelijk kinderen van de andere groep tikken en zoveel mogelijk getikte kinderen bevrijden uit de gevangenis. Spelbeschrijving Alle spelers staan verspreid in het speelveld, één speler van elke groep heeft een (kleine) vlag, dit zijn de tikkers. De spelers mogen niet buiten het speelveld komen. De tikkers proberen een speler van een andere groep te tikken, als dit is gelukt neemt een andere speler van dezelfde groep de vlag over en gaat in de plaats van de eerste tikker door met tikken. De eerste tikker brengt de gevangen speler naar de Sport & Spel leider. Elke gevangen speler levert één punt op. Als twee spelers van de tegenpartij samen bij de gevangen speler komen en alle drie elkaar de handen vastpakken, is de gevangen speler bevrijd. Elke bevrijde speler levert ook één punt op. Thema vorming Help elkaar zoveel mogelijk uit de problemen. Spelregeboekje ob 4

5 Levend Ganzenbord Terrein Langs de bospaden. Spelvoorschriften Lange broek en lange mouwen. Doel van het spel: Route langs allemaal opdrachten, de dobbelsteen bepaald welke opdrachten gedaan moeten worden. Spelbeschrijving: Er wordt steeds één jongensgroep gekoppeld aan één meisjesgroep. Aan elke groep wordt een Sp&Sp leider gekoppeld die het een en ander begeleid. Elke groep krijgt een eigen startnummer, deze is voor elke groep anders. Groepen lopen in tweerichtingen de route. Als het startsignaal gegeven wordt, wordt de opdracht van het startnummer als eerste uitgevoerd. Is dit voltooid dan wordt er met de dobbelsteen gegooid, ga nu zoveel plaatsen als er gegooid is verder. Voer nu deze opdracht uit, gooi weer met de dobbelsteen, voer de opdracht uit enz. Het kan zijn dat er bij een nummer een directe opdracht staat, deze kun je gewoon uitvoeren. Mocht er al een groep bij een nummer staan waar je zelf naar toe moet, ga dan naar het eerst volgende nummer. Themavorming: Het leven dat je leeft gaat door overwinningen en tegenslagen. Soms veranderen we snel, de andere keer moeten we bepaalde dingen weer opnieuw te leren begrijpen. Jezus belooft altijd bij je te zijn in elke situatie waar je doorheen gaat. De sport- en spelleider is bij dit spel het beeld van Jezus. Je krijgt opdrachten en je wordt bemoedigd op belangrijke momenten. Spelregeboekje ob 5

6 Olifant, tijger en muisspel Terrein Dicht toegankelijk bos. Spelvoorschriften Lange broek en lange mouwen Doel van het spel Iedereen krijgt verschillende kaarten met in totaal drie rangen. Voor iedere rang is er een andere die of sterker of juist zwakker is. Deze rangen bepalen of een slag wint of verliest. Spelbeschrijving De Olifant verslaat de Tijger, Tijger eet de Muis. Maar de Olifant is bang voor de Muis. Zelf je kaartje verliezen is niet erg, want dan haal je gewoon een nieuwe bij je spelleiding. Elke groepsleiders krijgt de rest van hun kaartjes. Iedere groep speelt tegen elkaar. Als iemand is getikt, moeten beiden elkaar hun kaartje laten zien. Degene die het kaartje heeft met de meeste macht, neemt het kaartje in. En brengt dit naar de aangewezen Sp&Sp leider, die op een vast punt langs de weg staat. (Met dat kaartje kan dus niet gespeeld worden). De verliezer haalt een nieuw kaartje bij hun groepsleider. De winnaar houdt het gewonnen kaartje en levert het gewonnen kaartje zo snel mogelijk in bij hun andere groepsleider die bij zijn maatje staat. De winnaar speelt met zijn eigen kaartje gewoon verder. Zijn de kaartjes van gelijke rang, dan worden handjes geschud, en gaat men verder. Thema vorming Soms denk je dat je dat je niet veel betekent. Maar let op de kleine slappe muis, hij jaagt de olifant weg. Met Jezus in je hart kun je meer dan je denkt. Spelregeboekje ob 6

7 Stormbaan Terrein: Een open grasveld en een stuk bos Mensen: 3 sport - en spelleiders. Spelvoorschriften: Geen Doel van het spel: In deze stormbaan is het de bedoeling om zoveel mogelijk rondjes langs verschillende onderdelen te maken in een bepaalde tijd. De volgende mag pas vertrekken de andere hem Gods Woord heeft overhandigd. Spelbeschrijving: Op 2 tot 3 verschillende vaste plekken in het parkoer worden kinderen geplaatst die pas mogen vertrekken wanneer zij Gods Woord hebben ontvangen van degene die een gedeelte van het parkoer hebben volbracht. Wanneer Gods Woord is afgegeven blijft deze persoon wachten tot een ander persoon hem Gods Woord overhandigd. De rest van de groepen gaan aan het begin van het parkour in een rij staan. Zodra er iemand het parkour heeft uitgelopen geeft hij Gods Woord aan de voorste persoon, die dan meteen mag vertrekken. Zelf sluit hij aan achteraan in de rij. Themavorming: We moeten allemaal de strijd des geloofs strijden. Soms kun je vermoeid raken en kun je de neiging hebben om op te geven. In dit spel zul je merken dat als je opgeeft anderen daar hinder van ondervinden. Als christen heb je elkaar nodig, maar vooral Gods Woord. Niet alleen voor onszelf, maar ook voor die ander die God nog niet kent. Zorg jij dat je Gods Woord altijd bij je draagt? Spelregeboekje ob 7

8 Waterspelen Terrein: Een open grasveld Spelvoorschriften: Geen. Doel van het spel: In deze waterspelen is het de bedoeling om per onderdeel zoveel mogelijk punten te verdienen. Alle onderdelen bij elkaar opgeteld bepaald de winnaar. Spelbeschrijving: Op het terrein zijn verschillende spellen uitgezet dat met water wordt gespeeld. Bij het ene spel kun je natter worden als bij de andere. Elk spel heeft een korte uitleg van 5 minuten (wisseltijd telt mee). Spel 1: Waterrace. Er staat voor beide groepen een metselkuip met water klaar met een kommetje. Met dit kommetje moet je met beide handen boven je hoofd het parkoer met diverse hindernissen afleggen. Hierbij mag je het kommetje niet afdekken. Er moet telkens een keer onder de constructie gekropen worden, en dan weer eroverheen e.d. Het kommetje wordt leeggegooid in de emmer. Daarna rent het kind terug naar de start, waarna het volgende kind vertrekt. Spel 2: Waterbekertjes race. Een kind van de groep rent met een dienblad met daarop 6 bekertjes gevuld met water een parkoer. De bekertjes moeten geleegd worden in een grote bak of emmer. Twee of drie kinderen van de andere groep staan aan de zijkant van het parkoer en mogen van de zijlijn mogen de bekertjes met een zachte balletjes van het dienblad proberen af te gooien. Het dienblad en de bekers worden zo snel mogelijk terug naar het begin gebracht. In tussentijd staat de volgende kandidaat klaar met het andere dienblad met 6 bekers met water, die meteen vertrekt wanneer het andere kind weer bij de start is. Spelregeboekje ob 8

9 Spel 3: Waterbal Er is een veld uitgezet met daarin twee cirkels van 3 meter met daarin een emmer. In het midden van het veld staat een grote bak met water met daarin een grote spons. Er worden gelijke teams gemaakt die allen in hun eigen cirkel gaan staan. Bij het startsein rennen de spelers naar de waterbak en pakken de spons. De spons mag enkel door overgooien worden verder gespeeld, er mag dus niet met de spons gelopen worden. Ook mag de spons niet uit de handen worden gepakt of gegeven. Valt de spons op de grond, speel dan gewoon verder. Zodra de spons in de cirkel van de groep komt mag de spons worden leeg geknepen in de emmer. Hierna mag de tegenpartij beginnen vanaf de waterbak. Tussentijds mag de spons zo vaak als je wilt opnieuw worden natgemaakt) Spel 4: Watersplash De kinderen worden verdeeld over hun veld. Uit elke groep wordt steeds een ander kind door hun groepsleider naar voren gestuurd om te gaan buikglijden op een waterglijbaan. Aan het begin van de waterglijbaan ligt een zwemband waar ze met een aanloop op moeten duiken en proberen zo ver mogelijk proberen te glijden (het record van de groep telt mee voor de score). Daarna loopt het kind naar de katapult, legt daar een waterballon op en trapt met zijn voet op de katapult zodat de waterballon gelanceerd wordt in de richting van zijn groep. De kinderen moeten de ballon proberen te vangen (1 punt). Zodra een ballon is gevallen of gevangen, wordt het volgende kind gestuurd naar de waterglijbaan. Themavorming: Als christen moet je soms in moeilijke situaties weten te redden. Bij deze oefening kunnen jullie laten zien wat jullie allemaal kunnen. Spelregeboekje ob 9

10 Aandachtspunten sport & spel Sport & Spel activiteit Houd je groep rustig als er een spel wordt uitgelegd en stel zelf de vragen als iets niet duidelijk is. Als jij het snapt kun jij de kinderen hun vragen beantwoorden. Tijdens de spelletjes wordt jou groep gevormd. Maak daar gebruik van en verbind je aan je groep. Gebruik de pauzes voor en peptalk en bouw je groep tot een eenheid. Zorg dat je altijd een jerrycan met water en wat bekertjes bij hebt. Competitie Spelcompetitie is goed, maar moet in balans gehouden worden. De leider moet ervoor zorgen dat de competitie niet gaat overheersen. Winnen is leuk, maar niet het belangrijkste van het kamp. Een groep heeft het nodig dat zijn of haar leider hun groep aanspoort en bemoedigd. Belonen Een beloning kun je zelf geven aan de kinderen om positief gedrag in je groep te versterken. Een beloning kun je geven door een complimentje, een medaille, traktatie of iets anders. Deze kunnen ze dan verdienen bij: ijver, eerlijkheid, discipline, trouw, behulpzaamheid, toewijding, dankbaarheid, goedheid e.d. Ook kun je het gebruiken bij omgang in de groep en met andere groepen, op tijd op appèl, etc. Spelregeboekje ob 10